Voortgangsrapport Uitstoot broeikasgassen MNO VERVAT 2010 (jan-jun)

Vergelijkbare documenten
BEREKENING UITSTOOT BROEIKASGASSEN MNO VERVAT 2009

CO 2 Uitstoot MNO VERVAT 2010

Emissie Inventarisatie 2012

Carbon Footprint 2e helft 2015 (referentiejaar = 2010)

CO₂-nieuwsbrief. De directe emissie van CO₂ - vanuit scope 1 is gemeten en berekend als ton CO₂ -, 95% van de totale footprint.

CO-2 Rapportage Electrotechnische Industrie ETI bv Vierde Broekdijk JD Aalten Kamer van koophandel Arnhem

CO-2 Rapportage Inhoudsopgave. Electrotechnische Industrie ETI bv Vierde Broekdijk JD Aalten Kamer van koophandel Arnhem

3.B.1 Energiereductieprogramma 2012 ten behoeve van de CO 2 -Prestatieladder. Hollandridderkerk Groep

Carbon footprint 2011

Footprint Totaal scope 1 en 2. Scope 1 en 2 emissies Pilkes 2016 (totaal = 518,44 ton CO 2 )

Factsheet CO2-Prestatieladder

Carbon Footprint Welling Bouw Vastgoed

Derde voortgangsrapportage CO2-emissiereductie.

1. INLEIDING 2. CARBON FOOTPRINT

3.B.1 Energiereductieprogramma 2014 ten behoeve van de CO2 -Prestatieladder. Hollandridderkerk Groep

P. DE BOORDER & ZOON B.V.

Carbon footprint 2013

1. INLEIDING 2. CARBON FOOTPRINT

EMISSIE INVENTARIS Axent Groen BV

2012/2013. [3.B.2_1 Energiereductieprogramma] CO2-prestatieladder Niv. 3. CO2 prestatieladder niv. 3. Struyk Verwo Aqua

Voortgangsrapportage 4 CO 2 -Prestatieladder

EMISSIE INVENTARIS Axent Groen BV

Carbon Footprint 1e helft 2015 (referentiejaar = 2010)

Emissie-inventarisrapport

CO 2 -Prestatieladder

Carbon Footprint Beheer Familie van Ooijen BV Rapportage januari december 2009 (referentiejaar)

De emissie inventaris van: Aannemingsbedrijf Platenkamp Borne 2010

Edulis Enschede 2015 Dit document is opgesteld volgens ISO

1. INLEIDING Rapportage

1 De directe en indirecte GHG-emissies 2017

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2014

CO2-emissieverantwoording 2013-H1. Schagen Groep. volgens ISO Versie 2.0, 26 mei 2014.

Rapport 16 oktober 2014

Carbon Footprint 2014

Jaarverslag Criteria. Conform niveau 3 op de CO2- prestatieladder 3.0 en ISO norm. Opgesteld door Paraaf. Datum Versie 2

2013 Dit document is opgesteld volgens ISO

2016 Dit document is opgesteld volgens ISO

Edulis Enschede 2014 Dit document is opgesteld volgens ISO

CO 2 Prestatieladder Voortgangsrapportage 2013 (1 e halfjaar) Periode: 1 januari t/m 30 juni 2013

Carbon footprint 2017 (3.C.1) In de onderstaande tabellen staan de energieverbruiken van ICS Groep uitgedrukt in CO2-eq.

CO2-footprint Bosman Watermanagement B.V. Overzicht 2016

Groen-Punt Groep B.V.

5.B.1_2 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2016 H1. Conform Co₂-prestatieladder B.1 met 2.A A A B.2

Carbon footprint 2017 (3.C.1) In de onderstaande tabellen staan de energieverbruiken van ICS Groep uitgedrukt in CO2-eq.

Voortgangsrapportage 3 CO 2 -Prestatieladder

Balvert Betonstaal b.v.

1. INLEIDING Rapportage

CO2-footprint Bosman Watermanagement B.V. Overzicht 2015

C.A. de Groot Holding B.V.

2015 [Energiemeetplan CO2- reductiesyteem ]

CO2-reductieplan Kuurman

Geheel 2015 Dit document is opgesteld volgens ISO

38,6. CO 2 (ton/jr) 2014

Externe publicatie CO2 Prestatieladder

De emissie inventaris van: Aannemingsbedrijf Platenkamp Borne 2015 Dit document is opgesteld volgens ISO

Dit document is opgesteld volgens ISO

W & M de Kuiper Holding

Klever Boor- en Perstechniek BV Postbus CB Lopik

Inzicht in de Carbon Footprint van GKB Groep B.V. CO2 Prestatieladder niveau 4 over het jaar 2012 en 2013

De CO2-footprint is weer bekend!

Footprint Rollecate Groep. Dit document is opgesteld volgens ISO

1 e half jaar Carbon Footprint. J.M. de Wit Groenvoorziening BV. Carbon footprint J.M. de Wit Groenvoorziening BV.

De emissie inventaris van:

Periodieke rapportage 2016 H1

Carbon footprint Tussenrapportage Q1/Q2 2014

315.2 Emissie. inventarisatierapport Pagina 1 van 5

Periodieke rapportage 2014

Analyse Carbon Footprint eerste helft 2011

Energie meetplan Conform niveau 3 op de CO2-prestatieladder 2.1

CO 2 inventarisatie Q1 t/m Q4. Versie: 1.0,

Periodieke Rapportage 2 e helft 2016

Review CO2 reductiedoelstellingen 2016

Energie meetplan

Emissie-inventaris rapport Speer Infra B.V.

Periodieke rapportage 2014

Energie meetplan Conform niveau 5 op de CO2-prestatieladder 2.2

CO2-emissieverantwoording 2014-H1. Schagen Groep. volgens ISO Versie 1.0, 7 november 2014.

Energie meetplan CO2 reductiesysteem

Energie Management Actieplan

Ketenanalyse Woon- Werkverkeer

5.B.1_1 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2015 H1 + H2. Conform Co₂-prestatieladder B.1 met 2.A A A B.

Periodieke rapportage 2016 H1

Footprint 1 ste helft 2018

5.B.1_2 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2017 H1. Conform Co₂-prestatieladder B.1 met 2.A A A B.2

PERIODIEKE RAPPORTAGE 2015

Energie meetplan

De emissie inventaris van: Holstein BV Dit document is opgesteld volgens ISO

Footprint Vanaf 2015 zijn de diensten van Pilkes bovendien 100% CO2-neutraal.

kwh 28,2 ton CO2 15,0 personenwagen in km km 0,22 kg CO2 / km 28,3 ton CO2 15,1 Subtotaal 56,5 ton CO2 30,1

Emissie-inventaris 2018

Energie meetplan Conform niveau 5 op de CO2-prestatieladder 3.0

Groen-Punt Groep B.V.

Scope 1 & 2 doelstellingen Pilkes. Pilkes wil in 2015 ten opzichte van % minder CO2 uitstoten

Periodieke rapportage 1 e helft 2015

Carbon footprint Engelsman Hoveniers B.V. Carbon Footprint. Engelsman Hoveniers B.V. Pagina 1 van 13

Periodieke rapportage 2015 H1

Periodieke rapportage 2 e helft September 2016

De emissie inventaris van: Dit document is opgesteld volgens ISO AMK Inventis Rogier Witteveen. 14 juni 2018 Versie 3 Definitief

CO 2 -Prestatieladder

CO 2 -Prestatieladder

Transcriptie:

Voortgangsrapport Uitstoot broeikasgassen MNO VERVAT 2010 (jan-jun) 1.0 25-10- 2010 JK CS JdB Rapportage 1 e halfjaar 2010 Ver Datum Opgesteld Controle Vrijgave Omschrijving

Bestandsnaam: Voortgangsrapport uitstoot broeikasgassen MNO Vervat 2010 jan-jun.doc Pagina 2 van 20

Inhoudsopgave. Voorwoord. 1. Inleiding. 2. Beschrijving van MNO Vervat B.V. 2.1 Beschrijving van de organisatie. 2.2 Beschrijving van de werkzaamheden. 2.3 Initiatieven op het gebied van energiebesparing. 2.4 Wijzigingen in de organisatie t.o.v. het referentiejaar. 3. Uitgangspunten meten uitstoot broeikasgassen. broeikasgassen. 3.1 Organisatorische grenzen. 3.2 Operationele grenzen. 3.3 Bronnen van uitstoot en soorten uitstoot. 3.4 Conversiefactoren. 3.5 Berekeningsmethode en mate van onnauwkeurigheid. 3.6 Wijzigingen in de uitgangspunten t.o.v. het referentiejaar. 4. Berekening uitstoot broeikasgassen. 4.1 Totaaloverzicht. 4.2 Prestatie-indicator. 4.3 Vergelijking met referentiejaar. 4.4 Raming van het verwachte energieverbruik in de volgende periode. 5. Reductie van uitstoot. 5.1 Reductiedoelstelling. 5.2 Reductiemaatregelen. 5.3 Evaluatie effect reductiemaatregelen. 5.4 Deelname maatschappelijke initiatieven. Bestandsnaam: Voortgangsrapport uitstoot broeikasgassen MNO Vervat 2010 jan-jun.doc Pagina 3 van 20

Voorwoord. MNO Vervat onderschrijft de principes van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO). Er is een MVO beleid opgesteld wat voor de werknemers van MNO in concrete richtlijnen is omgezet. Aandacht voor MVO betekent aandacht voor de drie P's: People, Profit en Planet. De aandacht voor de "Planet" heeft MNO vertaald in een milieuzorgsysteem (MZS), hetgeen is gecertificeerd c.f. de eisen uit de ISO 14001. Het MZS is er op gericht om de negatieve milieubelasting als gevolg van werkzaamheden door MNO Vervat zo veel mogelijk te beperken. Eén van de speerpunten van het milieubeleid is vermindering van energieverbruik. Dit resulteert automatisch in vermindering van de uitstoot van broeikasgassen. Reductiemaatregelen worden enerzijds gezocht in de techniek, anderzijds in de werkwijze die wordt gehanteerd op projecten. Tevens wordt binnen de sector samengewerkt met ketenpartners, overheid en NGO s teneinde bij te dragen aan vermindering van de milieubelasting. Vanaf nu zal MNO Vervat halfjaarlijks rapporteren wat de uitstoot van broeikasgassen als gevolg van haar werkzaamheden is geweest. Zo kan worden bepaald wat het effect is geweest van reductiemaatregelen. Daarmee wil MNO ook aansluiten bij de principes van de CO 2 -prestatieladder. Op 3 juni 2010 heeft MNO het CO2-bewust certificaat, niveau 3 behaald. De doelstelling is om in het najaar van 2010 niveau 5 te bereiken. Nieuw Vennep, 25 oktober 2010. Jan de Boer, Algemeen Directeur, MNO Vervat. Bestandsnaam: Voortgangsrapport uitstoot broeikasgassen MNO Vervat 2010 jan-jun.doc Pagina 4 van 20

1. Inleiding. In dit rapport wordt weergegeven hoe de uitstoot van broeikasgassen binnen MNO Vervat over het eerste half jaar van 2010 is berekend. Daarnaast wordt omschreven welke reductiemaatregelen genomen zijn en wat de (verwachtte) besparing bedraagt. Ten aanzien van de zorg voor het milieu heeft MNO Vervat een milieuzorgsysteem (MZS) opgesteld wat is gecertificeerd c.f. de ISO 14001 norm. Als onderdeel van dit milieuzorgsysteem worden jaarlijks doelstellingen vastgesteld ten aanzien van de milieuprestatie. Één van die doelstellingen betreft een vermindering van energieverbruik en daarmee van de CO 2 -uitstoot. Jaarlijks worden maatregelen bedacht waarmee energie kan worden bespaard dus CO 2 uitstoot kan worden gereduceerd. In dit rapport wordt de uitstoot gemeten zodat kan worden bepaald of de maatregelen het gewenste effect hebben en de reductiedoelstellingen zijn behaald. Het rapport is in eerste instantie bedoeld voor het management zodat zij bij hun bedrijfsvoering rekening kunnen houden met energiebesparing. Daarnaast is het rapport ook bedoeld om de maatschappij inzicht te geven in de uitstoot van broeikasgassen door MNO Vervat. De informatie die in dit rapport is verwerkt is verzameld door de kwaliteits-, veiligheidsen milieu- (KVM) afdeling van MNO Vervat in nauwe samenwerking met de locatiebeheerders, beheerder leasewagenpark, hoofd materieelbeheer, projectcoördinatoren van de diverse werkmaatschappijen en de administratie. De KVMafdeling integreert al deze gegevens en berekent het totaaloverzicht. Het overzicht uitstoot broeikasgassen wordt halfjaarlijks opgesteld en doet verslag van het lopende kalenderjaar. Het referentiejaar is vastgesteld op 2009. De uitstoot van de komende jaren zal met de uitstoot van 2009 worden vergeleken. Het rapport wordt eenmalig opgesteld, er worden geen revisies gemaakt. Eventuele nakomende informatie over het betreffende kalenderjaar worden verwerkt in het volgende rapport. Het rapport is in principe openbaar en is op te vragen bij de KVM afdeling voor iedereen die er belangstelling in heeft. Daarnaast zal een samenvatting van dit rapport ook worden vermeld op de website van MNO Vervat. Het rapport is opgesteld c.f. de principes van de ISO 14064-1 norm paragraaf 7 "Reporting of Green House Gasses" en de richtlijnen van Pro Rail betreffende de CO 2 - ladder. Binnen het MZS van MNO Vervat BV zijn procedures en een werkinstructie opgesteld m.b.t. het rapporteren over de uitstoot van broeikasgassen, te weten KP-920 "Het ontwerpen en ontwikkelen van de broeikasgas inventarisatie", KP-921 "Het rapporteren van de uitstoot van broeikasgassen", en KW-920 Het rapporteren van de uitstoot van broeikasgassen. Bestandsnaam: Voortgangsrapport uitstoot broeikasgassen MNO Vervat 2010 jan-jun.doc Pagina 5 van 20

2. Beschrijving van MNO Vervat B.V. 2.1 Beschrijving van de organisatie. Figuur 1 "Organisatie MNO Vervat". MNO Beton BV is het startbedrijf voor de CO2-prestatieladder. De organisatorische grens is in 2009 bepaald. Over 2010 wordt binnen deze grens gerapporteerd. In 2011 worden De Jong & Zn Beesd BV en MNO Vervat GWW BV binnen de organisatorische grenzen voor de CO2-prestatieladder gebracht als gevolg van toepassing van de laterale iteratieve analyse. De voorbereidingen hiertoe worden reeds in 2010 getroffen. 2.2 Beschrijving van de werkzaamheden. MNO Vervat Wegen, Beton, Noord houden zich bezig met spoor-, beton-, grond-, weg- en waterbouw als mede milieukundige werken (saneringen). In de asfaltmolens waarin wordt deelgenomen, wordt asfalt geproduceerd. 2.3 Initiatieven op het gebied van energiebesparing. MNO Vervat onderschrijft de principes van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO). Er is een MVO beleid opgesteld wat voor de werknemers van MNO in concrete Bestandsnaam: Voortgangsrapport uitstoot broeikasgassen MNO Vervat 2010 jan-jun.doc Pagina 6 van 20

richtlijnen is omgezet. Aandacht voor MVO betekent aandacht voor de drie P's: People, Profit en Planet. De aandacht voor de "Planet" heeft MNO vertaald in een milieuzorgsysteem (MZS) wat is gecertificeerd c.f. de eisen uit de ISO 14001. Het MZS is er op gericht om de negatieve milieubelasting als gevolg van werkzaamheden door MNO Vervat zo veel mogelijk te beperken. Één van de speerpunten van het milieubeleid is vermindering van energieverbruik. Dit resulteert automatisch in vermindering van de uitstoot van broeikasgassen. Reductiemaatregelen worden enerzijds gezocht in de techniek, anderzijds in de werkwijze die wordt gehanteerd op projecten. Jaarlijks wordt een aantal aandachtspunten vastgelegd in een Milieuprogramma. Deze aandachtspunten worden onderzocht en daar waar energiebesparende maatregelen kunnen worden ingevoerd, waarvan de opbrengsten hoger zijn dan de kosten, worden deze ingevoerd. 2.4 Wijzigingen in de organisatie t.o.v. het referentiejaar. Zowel MNO Vervat GWW Rotterdam BV als De Jong BV worden per 01-01-2011 binnen de organisatorische grenzen gebracht met betrekking tot het onderdeel CO2-ladder binnen het Milieuzorgsysteem van MNO. Bestandsnaam: Voortgangsrapport uitstoot broeikasgassen MNO Vervat 2010 jan-jun.doc Pagina 7 van 20

3. Uitgangspunten meten broeikasgassen. 3.1 Organisatorische grenzen. Vanuit het startbedrijf MNO Beton BV, is middels de laterale methode de boundary bepaald. Hieruit volgt dat onderstaande bedrijven de boundary vormen: MNO Vervat Wegen; MNO Vervat Beton; MNO Vervat Noord; Krul Waterwerken; MNO Vervat GWW Rotterdam BV; De Jong BV. De 2 laatst genoemde bedrijven worden per 2011 opgenomen in de boundary. In de rapportage over het volledige jaar 2010 zullen de gegevens van deze bedrijven worden opgenomen, waarbij eveneens voor het referentiejaar 2009 de gegevens verzameld zullen worden, zodat vergelijking voor de gehele boundary mogelijk is. MNO Vervat Wegen heeft drie deelnemingen in asfaltproductie-installaties, deze zijn meegenomen in deze rapportage: Asfalt Productie Amsterdam (33,3%); Asfalt Product Rotterdam (25%); Noordelijke Asfalt Productie (50%). Één en ander is schematisch weergeven in het schema op pagina 5. Bestandsnaam: Voortgangsrapport uitstoot broeikasgassen MNO Vervat 2010 jan-jun.doc Pagina 8 van 20

3.2 Operationele grenzen. Binnen de organisatorische grenzen vinden de volgende werkzaamheden plaats, waarbij uitstoot plaatsvindt van broeikasgassen: grond-, weg- en waterbouwwerkzaamheden; civiele betonbouw; kantoorwerkzaamheden; zandwinning en transport; productie van asfalt; productie van prefab betonelementen. De werkzaamheden voor bovengenoemde bedrijven vinden plaats op projectlocaties door heel Nederland. Op kleine schaal wordt beton geprefabriceerd in een werkplaats in Middenmeer. De kantoorwerkzaamheden vinden plaats in de volgende vestigingen: Nieuw Vennep, Amsterdam, Middenmeer, Biddinghuizen en Leek. De asfaltproductielocaties zijn gevestigd in Heerenveen, Amsterdam en Rotterdam. 3.3 Bronnen van uitstoot en soorten uitstoot. Binnen de vastgestelde grenzen worden de volgende bronnen van uitstoot van broeikasgassen onderkend. Aangegeven is in welke categorie van de ISO 14064-1 norm deze vallen, als mede voor welk niveau van de ProRail ladder dit geldt. Bron Soort ISO ProRail Scope Niveau vestigingen verbranding van gas voor CV 1 1 3/4/5 materieel op projectlocaties verbranding van gasolie/ benzine 1 1 3/4/5 eigen transport van materieel naar projectlocatie verbranding van diesel 1 1 3/4/5 eigen wagenpark verbranding van benzine/ diesel 1 1 3/4/5 generatoren projectketen verbranding van gasolie 1 1 3/4/5 gasflessen projectketen verbranding van gas 1 1 3/4/5 productie van beton verbranding van gas 1 1 3/4/5 productie van asfalt verbranding van gas 1 1 3/4/5 winning van zand verbranding van gasolie 1 1 3/4/5 Bestandsnaam: Voortgangsrapport uitstoot broeikasgassen MNO Vervat 2010 jan-jun.doc Pagina 9 van 20

Bron Soort ISO ProRail Scope Niveau vestigingen ingekochte elektriciteit 2 2 3/4/5 projectlocaties ingekochte elektriciteit 2 2 3/4/5 asfaltproductielocaties ingekochte elektriciteit 2 2 3/4/5 zakelijk personenvervoer (auto, vliegtuig) verbranding van brandstof 3 2 3/4/5 ingekochte producten keteneffect 3 3 4/5 uitbesteed transport verbranding van brandstof 3 3 4/5 uitbestede werkzaamheden keteneffect 3 3 4/5 personen vervoer via OV verbranding van brandstof, ingekochte elektriciteit 3 3 4/5 woon-/ werkverkeer verbranding van brandstof 3 3 4/5 afvoeren van afval keteneffect 3 3 4/5 gebruik van papier keteneffect 3 3 4/5 Tabel 1 "Bronnen van uitstoot van broeikasgassen". ISO 14064-1 1 = direct GHG emission 2 = energy indirect GHG emission 3 = other indirect GHG emission Bestandsnaam: Voortgangsrapport uitstoot broeikasgassen MNO Vervat 2010 jan-jun.doc Pagina 10 van 20

3.4 Conversiefactoren. Voor het omrekenen van het energieverbruik van de bronnen van uitstoot naar ton CO 2 e worden de volgende, door ProRail gegeven conversiefactoren gehanteerd. Personenvervoer conventionele personenauto B Benzine 2.780 g CO 2 / liter Diesel 3.135 brandstof LPG 1.860 C Benzine Klasse (ltr) g CO 2 / < 1,4 185 voertuig km 1,4 2 220 > 2,0 305 gemiddeld 215 Diesel < 1,4 155 1,4 2 195 > 2,0 265 gemiddeld 205 LPG gemiddeld 175 Electriciteitsverbruik (grijs) voor andere doeleinden dan vervoer. A NRE 650 g CO 2 / RWE Energy Nederland 650 kilowattuur Cogas Facilitair 620 Nuon 610 Eneco Energie levering 590 Essent Retail 525 Ener Service Maastricht 495 Westland Energie Service 495 B Andere leverancier 615 Electriciteitsverbruik (groen) voor andere doeleinden dan vervoer. C1 Groene Windkracht 15 g CO 2 / stroom met Waterkracht 15 kilowattuur SMK Zonne-energie 80 Milieukeur Biomassa Rekenvoorschrift D Groene stroom met SMK Milieukeur 250 g CO 2 / kilowattuur Energiedrager voor andere doeleinden dan vervoer A Benzine 2.780 g CO 2 / liter Diesel 3.135 brandstof LPG 1.860 Stookolie 3.185 C Gasvormige fossiele brandstoffen Aardgas 1.825 g CO 2 / Nm3 Methaan 2.000 Tabel 2 "Conversiefactoren ProRail (Greenhouse Warming Potential GWP)". Bestandsnaam: Voortgangsrapport uitstoot broeikasgassen MNO Vervat 2010 jan-jun.doc Pagina 11 van 20

3.5 Berekeningsmethode en mate van nauwkeurigheid. De uitstoot van de broeikasgassen wordt niet gemeten. Gekozen is voor een berekening aan de hand van de verbruikte energie. Door middel van de conversiefactoren zoals vermeld in paragraaf 3.3 wordt dit energieverbruik omgerekend naar ton CO 2 equivalent (CO 2 e). Doordat de feitelijke uitstoot van broeikasgassen niet wordt gemeten, maar wordt berekend, ontstaat een bepaalde mate van onnauwkeurigheid. Gas - Elektriciteit Het verbruik van gas en elektriciteit in de vestigingen, asfaltmolens en op de projecten wordt berekend aan de hand van: de rekeningen van de leveranciers. Vaak lopen jaarafrekeningen over het jaar heen. Het verbruik is dan naar rato over de jaren verdeeld; Indien voor de halfjaarrapportage geen rekeningen beschikbaar zijn, wordt het verbruik bepaald op basis van meterstanden. Lease-auto s Voor leaseauto's is de uitstoot als volgt berekend. Van iedere auto is de CO2-uitstoot bij gemiddeld gebruik per kilometer vastgesteld. Vervolgens is het werkelijk aantal verreden kilometers en werkelijk brandstofverbruik in kaart gebracht. Op basis van het werkelijke brandstofverbruik en de conversiefactor "gemiddelde" per soort brandstof is de CO2- bepaald. Zakelijk vervoer privé-auto s / Vliegreizen Het zakelijk vervoer met privé auto s is bepaald op basis van uitbetaalde kilometervergoedingen in combinatie met informatie over de privé auto s (brandstofsoort en gemiddeld verbruik). Vliegreizen worden per ticket geregistreerd, en m.b.v. richtlijnen ProRail vertaald in CO 2 uitstoot. Schepen Voor de schepen van Krul is aan de hand van de rekeningen van de leverancier bepaald hoeveel liter stookolie is ingekocht gedurende de periode waarover wordt gerapporteerd. Aan de hand hiervan is de CO 2 uitstoot bepaald. Materieel Voor eigen materieel is de uitstoot als volgt berekend. Aan de hand van gegevens van de leverancier zijn het motorvermogen en daarmee ook het brandstofverbruik per uur bepaald. Vervolgens is de bezetting van het materieelstuk per week als mede het aantal weken inzet per jaar bepaald. Hieruit volgt hoeveel het materieelstuk op jaarbasis aan brandstof verbruikt. Op deze wijze is voor al het materieel te samen het verbruik van euro 95, gas, diesel en rode gasolie bepaald. Raming verwachte energieverbruik volgende periode Verwachte CO 2 uitstoot volgende periode = (omzetprognose mln * KPI CO 2 e (ton/ mln ) vanuit de laatste vergelijkbare rapportageperiode) -/- verwachte resultaat van de reductiedoelstelling. Vervolgens wordt aan de hand van de procentuele verdeling uit het verleden het energieverbruik per categorie bepaald. Bestandsnaam: Voortgangsrapport uitstoot broeikasgassen MNO Vervat 2010 jan-jun.doc Pagina 12 van 20

Voor de asfaltcentrales wordt het verwachte energieverbruik bepaald aan de hand van de verwachte productie in tonnen. 3.6 Wijzigingen in de uitgangspunten t.o.v. het referentiejaar. De uitgangspunten ten opzichte van het referentiejaar 2009 zijn niet gewijzigd. De CO 2 Footprint van 2009 is geverifieerd door KEMA. Bestandsnaam: Voortgangsrapport uitstoot broeikasgassen MNO Vervat 2010 jan-jun.doc Pagina 13 van 20

4. Berekening uitstoot broeikasgassen MNO Vervat 2010 januari t/m juni. 4.1 Totaaloverzicht. Energieverbruik Totaaloverzicht 2010 (jan-jun) versie 30-09-2010 I - Scope I emissies. I - 1 Gasverbruik M 3 CO 2 e uitstoot (ton) Vestigingen Nieuw Vennep 19.827,00 36,18 Biddinghuizen 7.140,49 13,03 Leek 8.053,34 14,70 Middenmeer 1.995,52 3,64 Amsterdam Noord 10.899,65 19,89 Subtotaal 47.916,00 87,44 Projecten Wegen 0,00 0,00 Beton 0,00 0,00 Noord 0,00 0,00 Subtotaal 0,00 0,00 Asfaltmolens NOAP 238.271,00 434,84 APRR 450.880,00 822,86 APA 574.969,00 1049,32 Subtotaal 1.264.120,00 2.307,02 Totaal 1.312.036,00 2.394,46 I - 2 Brandstof Liters CO 2 e uitstoot (ton) Leaseauto's - 1.286,15 Schepen Krul (stookolie) 143.950,00 458,48 Eigen materieel (euro 95) 34.366,00 95,54 Eigen materieel (diesel) 667.020,00 2.091,11 Eigen materieel (LPG) 638,40 1,19 Totaal - 3.932,47 Bestandsnaam: Voortgangsrapport uitstoot broeikasgassen MNO Vervat 2010 jan-jun.doc Pagina 14 van 20

II - Scope II emissies II - 1 Electriciteitsverbruik kwh CO 2 e uitstoot (ton) Vestigingen Nieuw Vennep 174.000,00 93,39 Biddinghuizen 17.099,98 10,43 Leek 82.769,05 43,45 Middenmeer 14.972,56 9,13 Amsterdam Noord 2069,03 1,26 Subtotaal 290.910,60 157,66 Projecten Wegen 70.127,16 42,28 Beton 29.814,22 18,26 Noord 0,00 0,00 Subtotaal 99.941,38 60,54 Asfaltmolens NOAP 203.605,00 61,08 APRR 249.275,00 152,06 APA 300.791,00 157,92 Subtotaal 753.671,00 371,06 Prorail specifiek CO 2 e uitstoot (ton) Zakelijk gebruik prive-auto's 30,58 Zakelijk vliegverkeer 0,00 Subtotaal 0,00 30,58 Totaal 1.144.523,00 619,84 Totaal CO 2 e uitstoot (ton) 6.946,77 Tabel 3 "Totaaloverzicht uitstoot CO2 MNO Vervat 2010 jan-jun". Bestandsnaam: Voortgangsrapport uitstoot broeikasgassen MNO Vervat 2010 jan-jun.doc Pagina 15 van 20

4.2 Prestatie-indicator. Om de uitstoot over de jaren heen met elkaar te kunnen vergelijken, wordt deze omgerekend naar productie-eenheden. Hierbij wordt de uitstoot van de molens gerelateerd aan de hoeveelheid geproduceerde tonnen. De uitstoot van de overige bedrijven wordt gerelateerd aan de omzet. Asfaltmolens. Asfaltmolen Productie (ton) CO 2 e uitstoot (ton) CO 2 e uitstoot per ton asfalt NOAP 27.561,80 495,92 0,01799302 APRR 54.350,24 974,92 0,01793773 APA 65.943,67 1.207,24 0,01830714 Totaal 147.855,71 2.678,08 0,01810912 (2009: 0,01736464) Overige bedrijven. 2010 (jan-jun) Omzet ( ) : 73.507.826,29 CO 2 e uitstoot (ton) : 4.268,69 CO 2 e per (ton/ mln) : 58,07 4.3 Vergelijking met referentiejaar. Voor MNO Vervat als geheel is 2009 genomen als het referentiejaar, dus vergelijking met voorgaande jaren is mogelijk zodra de gegevens van het gehele jaar 2010 beschikbaar zijn. Vanaf dan zal halfjaarlijkse vergelijking mogelijk zijn. 4.4 Raming van het verwachte energieverbruik in de volgende periode Voor MNO Vervat als geheel is 2009 genomen als het referentiejaar, dus een raming van het komende half jaar is mogelijk zodra de gegevens van het gehele jaar 2010 beschikbaar zijn. Vanaf dan zal halfjaarlijkse raming mogelijk zijn. Bestandsnaam: Voortgangsrapport uitstoot broeikasgassen MNO Vervat 2010 jan-jun.doc Pagina 16 van 20

De raming voor geheel 2010 bedraagt: Omzetprognose 2010 (mln) : 195 (bron: directie MNO) KPI 2009 CO 2 e (ton/ mln ) : 48,22 Reductiedoelstelling : 3% Raming 2010 (CO 2 e ton) : 9.403 Prognose productie NOAP : 110.000 (bron: totalen 2009) Prognose productie APRR : 145.000 (bron: totalen 2009) Prognose productie APA : 138.000 (bron: totalen 2009) KPI 2009 (ton CO 2 /ton productie) : 0,0172907 Raming asfaltcentrales (CO 2 e ton) : 6.795 Raming reductie (ton) : 3% * 17159,99 = 514,80 Raming totale CO 2 uitstoot 2010 (ton): 9.403 + 6.795 -/- 515 = 15.683 5. Reductie van uitstoot. 5.1 Reductiedoelstelling. Scope 1&2: Voor 2010 is de doelstelling ten aanzien van CO 2 reductie gesteld op 3% van de uitstoot van 2009. Doelstelling is dit te bereiken door: Groene stroom: -/- 200 ton CO 2 -uitstoot; Asfaltcentrales: -/- 250 ton CO 2 -uitstoot; Uitvoering projecten: -/- 50 ton CO 2 -uitstoot. Scope 3: Reductiedoelstelling 2010 keten ophoogzand: 3% van 7kg CO 2 e / m 3 ophoogzand = 0,21 kg CO 2 e / m 3 ; Reductiedoelstelling 2010 keten (tijdelijke) bouwplaatsverlichting: 3% t.o.v. conventionele verlichting. 5.2 Reductiemaatregelen / resultaten Om een reductie in CO 2 uitstoot te bewerkstelligen, zijn in de voorgaande rapportage enkele maatregelen genoemd, waarvan onderstaand de status wordt weergegeven. Daarnaast zijn diverse maatregelen toegevoegd. Deze worden eveneens besproken: Bestandsnaam: Voortgangsrapport uitstoot broeikasgassen MNO Vervat 2010 jan-jun.doc Pagina 17 van 20

Scope 1 & 2: Vestigingen: MNO Vervat BV is overgegaan op groene stroom (Greenchoice, windkracht) met SMKmilieukeurmerk. Het gaat hier om een contract dat voor alle vestigingen en projecten gaat gelden (niet voor de asfaltcentrales). Zodra alle omzettingen doorgevoerd zijn, wordt hiermee een besparing gerealiseerd t.o.v. het referentiejaar 2009. De conversiefactor voor Groene Stroom met SMK-Milieukeur op basis van windkracht bedraagt 15. Ten opzicht van referentiejaar 2009, waar de gemiddelde conversiefactor (excl. Asfaltcentrales) 621,37 bedroeg, wordt een reductie bereikt van 97,6% (potentiële reductie t.o.v. 2009: 635,53 ton CO 2 uitstoot) Daarnaast zijn op de vestigingen diverse maatregelen genomen die bijdragen aan CO 2 reductie en daarnaast zorgen voor bewustwording bij de medewerkers: Gescheiden inzamelen van afval; Onderzoek Ecofont, reductie inktgebruik; Vervangen diverse waterkokers / koffiezetapparaten / waterkoelers door 1 multifunctionele machine. Materieel: verdere installatie van fijnfilters op hydrauliek en motorolie van materieel; o Het bestaande gemotoriseerde materieel is allemaal gerealiseerd (waar van toepassing). Ten opzichte van referentiejaar 2009 geeft dit geen significante besparing; door ontwikkelen SKARAND machine; o De skarand machine is gereed voor inzet en wordt door directie, verkoop, uitvoering en rayonleiding voorgedragen bij opdrachtgevers. De inzet over het eerste half jaar 2010 is dermate gering, dat er geen besparing gerapporteerd kan worden; Sectorinitiatief reductie brandstofverbruik GWW-materieel o MNO heeft het initiatief genomen om het brandstofverbruik van het materieel (incl. schepen) te verlagen. Hiertoe is een samenwerkingsverband aangegaan met met de bedrijven Hydro Synergy (technische ontwikkeling waterstofgenerator) en Spaansen BV. Het initiatief wordt ondersteund door het overheidsorgaan Duurzame Logistiek. Doelstelling is om het brandstofverbruik van materieel te verlagen met minimaal 10%. Dit initiatief is binnen de sector bekend gemaakt en bedrijven staan vrij zich aan te sluiten bij dit initiatief. o Het directe reductiepotentieel op termijn bedraagt 10% van de eigen materieel CO 2 uitstoot, ook voor de schepen (2009: 6505,39 ton CO 2 uitstoot, potentiële reductie t.o.v. 2009: 650,54 ton). Indirect in de sector kan het reductieresultaat een veelvoud bedragen. o Momenteel worden testen uitgevoerd op een Hamm DV70 wals. Projecten: regionaal inkopen van bouwstoffen / wijzigen werkwijze om transport te beperken: totale geregistreerde besparingen -/- 46.532 km -> 18.613 liter -> -/- 58,4 ton CO 2 uitstoot; o Project Vliegveld Eindhoven: Betonriool ingekocht bij locale leverancier: -/- 350 km; Bestandsnaam: Voortgangsrapport uitstoot broeikasgassen MNO Vervat 2010 jan-jun.doc Pagina 18 van 20

o Project N201 Hoofddorp: Beton en PVC riool ingekocht bij één leverancier, zodat combinatie van transporten mogelijk was, 18 ritten * 107 km, -/- 1926 km o Project Streefkerk: Gekozen voor leverancier dichtbij het werk voor levering van granulaat en zand, 8065 ton menggranulaat + 700 ton zand = 438 ritten * 20 km = -/- 8760 km; o Project Amsterdam: Gezorgd voor retourvrachten puin en zand bij levering van granulaat en zand, -/- 420 km; o Mobiel breken van asfalt op locatie Amsterdam: 17.000 ton hergebruik op locatie, normaal 24,8 km transport * 850 vrachten, -/- 21080 km; o Project Hanzelijn, hergebruik ballast, 45 ritten * 100 km stortlocatie = -/- 4500 km (daarnaast scope 3 besparing 1000 ton productie en levering). toepassen duurzaamheidscriteria van Senter Novem bij ontwerpen van objecten; o Van deze maatregel zijn geen aantoonbare effecten gerealiseerd in het eerste half jaar van 2010. Lease-auto s: bij vervanging van materieel/auto s wordt gekozen voor energiezuinigere varianten: Het beleid is dat bij vervanging maximaal label C besteld mag worden. Dit heeft tot op heden geresulteerd in de volgende verschuivingen / reductie in het 1 e halfjaar van 2010, resultaat 1 e halfjaar 2010 -> 9,64 ton CO 2 reductie: Van E naar C label: 1 auto -> -/- 1,48 ton CO 2 e; Van D naar A label: 3 auto s -> -/- 6,67 ton CO 2 e; Van D naar B label: 1 auto -> -/- 1,48 ton CO 2 e; Asfaltmolens: Voor de asfaltmolens worden jaarlijks aparte Energie Besparingsplannen (EBP) opgesteld waarin specifieke maatregelen voor de molens worden aangegeven. De NOAP Asfaltcentrale is per 1-1-2010 overgestapt op Groene Stroom, hetgeen een besparing oplevert van 51% per kwh t.o.v. het referentiejaar 2009. Besparing in 2010 in vergelijking met de situatie in 2009: Conversiefactor van 615 naar 300, besparing 1 e half jaar 2010 (deel MNO): 203605 kwh * (615-300)/1.000.000 = 64,14 ton CO 2 reductie. Scope 3: Ketenanalyse Ophoogzand: waar mogelijk toepassen andere werkwijze op projecten om transport te beperken; o Project Hoofddorp: In het kader van ketenoptimalisatie zijn door leverancier Spaansen 10 vrachtauto s uitgerust met aluminium laadbakken. Hierdoor is het mogelijk om per rit 2 m3 meer ophoogzand te vervoeren. Het totale project bevat levering van 1.200.000 m3 ophoogzand. Per rit wordt nu 25,71 m3 vervoerd in plaats van 23,57 m3 met de conventionele methode: Aantal ritten met de conventionele methode: 1.200.000 m3 / 23,57 = 50.913 ritten; Aantal ritten met de nieuwe methode: 1.200.000 m3 / 25,71 = 46.675 ritten; Aantal km per rit: 53 km; Bestandsnaam: Voortgangsrapport uitstoot broeikasgassen MNO Vervat 2010 jan-jun.doc Pagina 19 van 20

Besparing nieuw t.o.v. conventioneel: 4.238 ritten * 53 km = 224.614 km; Gemiddeld brandstofverbruik: 1 liter per 2,53 km Besparing in liters: 88780 Besparing in CO 2 uitstoot: 88780 * 3135/1.000.000 = 278,33 ton CO 2 reductie = 8,32 % reductie ten opzichte van conventionele methode. Ketenanalyse Tijdelijke Bouwplaatsverlichting: Toepassing LED verlichting in plaats van conventionele verlichting levert besparing op van 30% tot 70% qua energieverbruik. Inmiddels is bekend wat de mogelijkheden zijn voor een bouwplaats van een bepaalde omvang. Aan de hand hiervan worden voorstellen uitgewerkt. De verwachting is dat in het tweede halfjaar van 2010 de eerste daadwerkelijke besparingen gerapporteerd kunnen worden. 5.3 Evaluatie effect reductiemaatregelen t.o.v doelstellingen. Het effect van de reductiemaatregelen kan eerst na afloop van 2010 gemeten worden, gezien 2009 als geheel als referentiejaar dient. Er wordt vanaf 2010 per halfjaar gemeten en gerapporteerd, zodat vanaf de meting van geheel 2010, de evaluatie van de reductiemaatregelen halfjaarlijks kan plaatsvinden. De evaluatie vind nu deels plaats op basis van een prognose van de effecten van de genomen maatregelen: Doelstelling 2010 Maatregel Effect t.o.v. referentiejaar 1 Groene stroom Greenchoice 100% windenergie -/- 650 ton vestigingen -/- 200 ton t.o.v. diverse leveranciers grijze stroom Asfaltcentrales -/- 250 Groene Stroom NOAP -/- 64 ton ton Uitvoering projecten - Diverse maatregelen -/- 58 ton /- 50 ton Keten Ophoogzand -/- 3% per m 3 Implementatie alu bakken op vrachtauto s -/- 8,3 % per m 3 5.4 Deelname maatschappelijke initiatieven. De asfaltmolens zijn sinds begin 2000 aangesloten bij de landelijke Meer Jaren Energieafspraken (MJA) ter reductie van energieverbruik. Daarnaast wordt deelgenomen aan het Lean & Green programma van de stichting Duurzame Logistiek. MNO initieert een reductieprogramma voor brandstofverbruik van GWW-materieel. 1 Verwachte besparing n.a.v. getroffen reductiemaatregelen Bestandsnaam: Voortgangsrapport uitstoot broeikasgassen MNO Vervat 2010 jan-jun.doc Pagina 20 van 20