Harttransplantatie. Thoraxcentrum. Inleiding

Vergelijkbare documenten
Harttransplantatie 2. De screeningsfase

Thoraxcentrum Harttransplantatie

Harttransplantatie - De voorbereiding

Thoraxcentrum Harttransplantatie

Harttransplantatie 3. De transplantatie

Thoraxcentrum Harttransplantatie

Het verwijderen van een nier

Verwijderen van de sternumdraden

Harttransplantatie 4. De nazorg

Longziekten. Longtransplantatie - De voorbereiding

Verwijderen van een deel van de lever

Thoraxcentrum Harttransplantatie

Percutane mitralisklep clipping

Littekenbreukoperatie

VERWIJDERING VAN EEN NIER VIA EEN OPEN OPERATIE

SLOKDARM ECHOCARDIOGRAM (TEE)

Operatie aan de liesslagader Liesdesobstructie

Littekenbreukoperatie

Een operatie voor het verwijderen van de blaas

Binnenkort wordt bij u een tumorprothese geplaatst. Deze folder geeft u informatie over de operatieve behandeling met een tumorprothese.

Operatie voor het verwijderen van de blaas

Longziekten. Longtransplantatie - De screening

Operatie van een kwaadaardige tumor in mond en/of keelholte

Ook bij de spierziekte Myasthenia Gravis wordt deze operatie verricht.

Penoplicatie. Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op

Inleiding. Een navelbreuk

St. Antonius Ziekenhuis

Verwijderen van een nier via een kijkoperatie. Laparoscopische operatie

Operatie aan de bijschildklier(en)

CARDIOLOGIE. HOCM-ablatie BEHANDELING

Zorgpad Hartinfarct. Cardiologie

Verwijdering van lymfeklieren via een kijkoperatie

operatie bij boezemfibrilleren

Percutane mitralisklep clipping

Correctie van de grote teen Hallux rigidus

Gebroken heup (proximale femurfractuur)

Het verwijderen van een testikel

EVAR Procedure. (Endo Vasculaire Aneurysma Reparatie) Centrumlocatie

Verwijderen van een blaassteen

H Niertransplantatie

H Okselklierdissectie

Ook heeft u een gesprek met de anesthesioloog. De anesthesioloog beoordeelt of u de operatie lichamelijk aankunt.

Longontsteking (pneumonie)

Operatie aan de voet

TAVI procedure Radboud universitair medisch centrum

Operatie aan de plasbuis

Borstamputatie. Ablatio

CARDIOLOGIE. HOCM-ablatie BEHANDELING

Operatie aan de endeldarm Transanale Endoscopische Microchirurgie

Implanteerbare hartritmemonitor

Neuscorrectie. Behandeling door de plastisch chirurg

Gedeeltelijke verwijdering van een nier

Prostaatoperatie via de buik

Verwijderen van prostaatweefsel via de urinebuis (TURP)

Informatie rond een operatie aan de rug

Inleiding. De milt. Ligging van de milt

Longontsteking. Pneumonie

Verwijderen van de lymfeklieren van de prostaat Pelviene lymfeklierdissectie

Inleiding. Een penoplicatie. Pré-operatieve screening

Correctie van de grote teen Hallux valgus

HARTKATHETERISATIE 920

Hartkatheterisatie. Met of zonder dotterbehandeling C

Millin prostaatoperatie

Neuscorrectie Behandeling door de plastisch chirurg

Littekenbreukoperatie

Verwijderen van prostaatweefsel via de urinebuis (TURP)

Speekselklieroperatie

Zorgpad Hartinfarct. Cardiologie

Hartkatheterisatie bij kinderen. Sophia Kinderziekenhuis

Verwijderen van een nier via een kijkoperatie

H Verwijderen van pennen, schroeven, platen (volwassenen)

Het opheffen van een darmstoma

Borstamputatie. Borstamputatie. Ablatio

Patiënteninformatiedossier (PID) Longkanker (longcarcinoom) onderdeel DE OPERATIE. LONGKANKER De operatie

Het inbrengen van een hemodialysekatheter

Blaasoperatie (Bricker-operatie)

Nekhernia. Informatie voor patiënten. Medisch Centrum Haaglanden

Verwijderen niertumor

Operatie aan de plasbuis

Introïtusplastiek De ingang van de vagina ruimer maken

H Okselklierdissectie

Plexus Coeliacus blokkade. Behandeling van pijn bij kanker bij het Pijnbehandelcentrum

Verwijderen van de zaadbal

Nierbekkenplastiek. Kijkoperatie

Percutane niersteenverwijdering

Prostaatoperatie via de buik

Mediastinoscopie. Onderzoek van de lymfeklieren rond de luchtpijp

Deel 5. Operatie en ontslag

Mitraclip behandeling

Pleurodese. Het plakken van het longvlies. Maatschap Longziekten IJsselland Ziekenhuis

Verwijderen van bevestigingsmateriaal na een botbreuk operatie

Embolisatie van een durale fistel in het hoofd en/of wervelkolom

HARTFUNCTIE POLIKLINISCHE TEE ONDER SEDATIE

Hartfalen Wat kunt u thuis zelf doen?

Verwijdering hypofysetumor. Van opname tot en met ontslag

Opheffen van een darmstoma

Introïtusplastiek. De ingang van de vagina ruimer maken

Verwijdering van lymfeklieren via een kijkoperatie

Hypogastricus blokkade Behandeling van pijn bij kanker bij het Pijnbehandelcentrum

Transcriptie:

Thoraxcentrum Harttransplantatie Inleiding Een harttransplantatie is het vervangen van het eigen hart door een donorhart. Bij een zeer slechte conditie van het hart is dit voor sommige mensen de enige behandeling. Het is mogelijk dat u voor een harttransplantatie in aanmerking komt. In deze brochure vindt u informatie over het harttransplantatietraject. Deze informatie is ook te vinden op de UMCG website Harttransplantatie. Voorwaarden voor harttransplantatie Artsen zullen pas een harttransplantatie overwegen, als er geen andere behandelingsmogelijkheden meer zijn. De voorwaarden waaraan u dient te voldoen om in aanmerking te komen voor een harttransplantatie zijn de volgende: Er zijn geen andere behandelingsmogelijkheden. De pompfunctie van het hart is fors verminderd. U heeft ernstige klachten. Er zijn geen andere onderliggende ziektes die het resultaat van een harttransplantatie in de weg staan. Roken is beslist niet toegestaan. U bent gemotiveerd om voorgestelde behandelingen en adviezen te volgen, afspraken na te komen en medicatie volgens voorschrift te gebruiken. Screening voor harttransplantatie Om te beoordelen of u een geschikte kandidaat bent voor een harttransplantatie wordt u opgenomen voor screening voor een eventuele harttransplantatie op de afdeling cardiologie van het UMCG. De opname duurt meestal 1-2 weken. Tijdens deze screening worden diverse onderzoeken verricht. Daarnaast zal de cardioloog andere specialisten vragen uw situatie mee te beoordelen. De zaalarts en afdelingsverpleegkundige informeren u over de geplande onderzoeken. Uiteraard kunt u zelf ook vragen stellen. De standaard screeningsonderzoeken worden hieronder toegelicht. Het kan voorkomen dat aanvullend onderzoek wordt aangevraagd. Dit is afhankelijk van uw situatie. Hierover wordt u tijdens de opname geïnformeerd door de cardioloog en/of de verpleegkundig specialist. Screeningsonderzoeken Electrocardiogram (ECG) Een elektrocardiogram is een weergave van de elektrische geleiding van het hart. Voor het onderzoek worden stickers op de borst geplakt waar elektrodes aan bevestigd worden. De elektrodes zijn verbonden met het ECG-apparaat. Op deze manier kan een hartfilm worden gemaakt. 1

Bloedonderzoek Er wordt uitgebreid bloedonderzoek verricht. Kweken Diverse kweken worden afgenomen (o.a. neus, urine, ontlasting). Hierbij wordt gekeken naar de aanwezigheid van eventuele bacteriën in het lichaam. Pneumovax Om te voorkomen dat u een longontsteking of bacteriële infectie krijgt, veroorzaakt door Pneumokokken, wordt een kleine hoeveelheid vaccinvloeistof ingespoten. Bijwerkingen van de injectie kunnen zijn: pijn op de plaats van de injectie, rood-of hardheid van de huid en lichte koorts. Echocardiogram Een echocardiogram wordt gemaakt om meer te weten te komen over de werking en de bouw van uw hartspier en hartkleppen. Voor dit onderzoek zijn geen speciale voorbereidingen nodig. Bij een hartecho worden er met onschadelijke geluidsgolven beelden gemaakt van het hart. Tijdens het onderzoek ligt u met ontkleed bovenlichaam op uw rug of linkerzij op een onderzoekstafel. De biotechnicus of arts-inopleiding die het onderzoek uitvoert plakt drie elektrodes op uw borst om uw hartritme in beeld te brengen. Daarna plaatst hij een transducer op de borstwand. Dat is een apparaatje dat lijkt op een microfoon. Het hart wordt zo in beeld gebracht vanuit meerdere richtingen. Tijdens het onderzoek wordt het licht gedempt om de beelden op de monitor beter te kunnen zien. Echo bovenbuik Dit onderzoek wordt op dezelfde manier gedaan als de echo van uw hart, maar nu worden de buikorganen in beeld gebracht. Ter voorbereiding bent u nuchter vanaf 4 uur voor het onderzoek. Het onderzoek duurt ongeveer een uur. Hartkatheterisatie Een hartkatheterisatie wordt gedaan om een beeld te krijgen van de kransslagaders, de pompfunctie van het hart en de hartkleppen. Tevens kan de bloeddruk in het hart en in de longslagaders worden gemeten. Het onderzoek wordt verricht met behulp van een katheter en vindt plaats op de hartkatheterisatiekamer. Voor het inbrengen van de katheter, meestal in de lies, wordt de huid verdoofd op de plaats waar de katheter wordt ingebracht. De cardioloog kan met röntgenapparatuur de katheter volgen en de gegevens op film vastleggen. Na het onderzoek wordt op de plaats van de insteekopening een collageenplug of een drukverband aangebracht. In verband met de kans op nabloeden heeft u daarna bedrust. De duur van de bedrust kan variëren. Het onderzoek duurt één tot anderhalf uur. Afhankelijk van het tijdstip van de katheterisatie krijgt u een licht ontbijt of een normaal ontbijt en daarna blijft u nuchter. VO2max De VO2max is een inspanningsonderzoek dat voor de screening uitgevoerd wordt op een loopband. Het geeft een beeld van de lichamelijke conditie en het uithoudingsvermogen. Tijdens het lopen wordt met behulp van een ECG uw hartslag geregistreerd en gecontroleerd. U ademt via een mondstuk in en uit. Dit onderzoek duurt ongeveer drie kwartier tot een uur. Er is geen speciale voorbereiding nodig. Spirometrie Spirometrie is een onderzoek waarbij het longvolume, de ademarbeid en de rekbaarheid van de longen wordt bepaald. U krijgt een knijper op uw neus en het is de bedoeling om via een slang in de mond zo diep mogelijk in en uit te ademen. De duur van het onderzoek is 15 25 minuten. Er is geen speciale voorbereiding nodig. 2

Röntgenfoto s Op de röntgenafdeling worden foto s van hart en longen en de wervelkolom gemaakt. Er is geen voorbereiding nodig. Botdensitometrie Tijdens een botdensitometrie wordt het kalkgehalte van het botweefsel gemeten met behulp van röntgenstralen. Dit is van belang in verband met Prednisolongebruik na een eventuele transplantatie. Het onderzoek duurt ongeveer een uur en een speciale voorbereiding is niet nodig. Gynaecologisch onderzoek Bij vrouwen wordt een uitstrijkje gemaakt door de gynaecoloog. Tevens worden röntgenfoto s van de borsten genomen. Onderzoek van keel, neus en oren Als u bekend met aandoeningen aan keel, neus en/of oren of klachten heeft op dit gebied, dan wordt de KNO-arts gevraagd om eventuele ontstekingshaarden en/of afwijkingen te beoordelen. Onderzoek van de mond Het onderzoek van de mond wordt uitgevoerd door de kaakchirurg. Ook hiervoor worden röntgenfoto s van het gebit gemaakt. Gebit, kaken en tandvlees worden beoordeeld op de aanwezigheid van ontstekingshaarden. Een voorgestelde behandeling (bijvoorbeeld gaatjes vullen of kiezen verwijderen) wordt in overleg door de kaakchirurg of eigen tandarts uitgevoerd. Mocht u een kunstgebit hebben dat geen problemen geeft, dan is dit onderzoek niet nodig. Medisch maatschappelijk werk De medisch maatschappelijk werker plant een gesprek met u en eventuele partner om een indruk te krijgen van uw psychische en sociale draagkracht en van uw naaste omgeving. Tevens kan zij psychosociale begeleiding bieden en informatie en advies geven over de praktische gevolgen van de ziekte. Zij blijft betrokken bij de hele periode van screening tot en met na transplantatie. Fysiotherapie De fysiotherapeut zal een 6 minuten looptest afnemen en advies geven over behoud en mogelijke verbetering van uw conditie. Diëtetiek De diëtist zal u adviezen geven over voeding en vochtinname. Overnachten Als uw partner of familie meegaat naar het UMCG bestaat de mogelijkheid om tegen een gereduceerd tarief te overnachten in de buurt van het ziekenhuis. Meer informatie hierover kunt u vinden in de UMCG- brochure Overnachten. Deze informatie is ook weer te vinden op de UMCG website: Overnachten. De verpleegkundig specialist De verpleegkundig specialist harttransplantatie is uw contactpersoon in het ziekenhuis vanaf de screening tot en met na transplantatie. Tijdens de opname komt zij kennis met u maken. U kunt de verpleegkundig specialist laagdrempelig bereiken via email of telefonisch contact. Contactgegevens staan achter in deze brochure vermeld. 3

Het harttransplantatieteam Het harttransplantatieteam bestaat uit meerdere specialisten: cardiologen, cardiothoracaal chirurgen, intensivisten, verpleegkundig specialisten en de medisch maatschappelijk werker. Uitslag van de screening Als de uitslagen van de onderzoeken en consulten bekend zijn, dan wordt in het harttransplantatieteam besloten of u op de wachtlijst voor harttransplantatie komt. Belangrijke vragen zijn: Kunt u de transplantatie lichamelijk, psychisch en sociaal aan? Functioneren andere organen goed (genoeg)? Hoe groot is de kans op slagen? Wat zijn de risico s? Tevens wordt besproken of u mogelijk een kandidaat voor een steunhart zou kunnen zijn. Voor de uitslag van de bespreking wordt een (telefonische) afspraak met u gemaakt. Aanmelding voor de wachtlijst voor harttransplantatie Als uit de onderzoeken en gesprekken geen bezwaren zijn gekomen voor een harttransplantatie, dan wordt u door de verpleegkundige specialist aangemeld bij de stichting Eurotransplant. Eurotransplant zet zich in voor een optimaal gebruik van donororganen binnen acht Europese landen. Tijdens een groen licht gesprek op de polikliniek wordt u door de verpleegkundig specialist geïnformeerd over de afspraken die gelden ten aanzien van de wachtlijstperiode en wat er gebeurt als er een hart beschikbaar is. Een belangrijke afspraak is dat u altijd telefonisch te bereiken bent. Op de wachtlijst Als u op de wachtlijst staat, begint een periode van wachten. De wachttijd kan variëren van één dag tot een aantal jaren. Tijdens deze fase komt u regelmatig op de polikliniek van het UMCG voor controle. Mocht een opname noodzakelijk zijn, dan wordt u in principe opgenomen in het UMCG of Centrum voor Revalidatie - locatie Beatrixoord. Tijdens de wachttijd is het belangrijk dat uw conditie en voedingstoestand met behulp van training en voeding zo goed mogelijk blijven. De periode op de wachtlijst is vaak een spannende tijd, ook voor uw partner en familie. Het is verstandig met uw partner of familie goede afspraken te maken voor de periode rondom de transplantatie. Het is bijvoorbeeld handig om een persoon aan te wijzen, die na de transplantatie uw familie en vrienden op de hoogte houdt van uw gezondheid. Als u jonge kinderen heeft is het wenselijk om vroegtijdig opvang voor ze te regelen. Tevens is het goed om alvast na te denken over eventuele overnachtingswensen en mogelijkheden voor uw partner en/of familie. Tijdelijk niet geschikt voor een donorhart In geval van ziekte, koorts of infectie wordt gevraagd contact op te nemen met de verpleegkundige specialist. Het kan zijn, dat u dan tijdelijk niet geschikt bent voor een transplantatie. U blijft op de wachtlijst staan waarbij dan vermeld zal worden dat u tijdelijk niet transplantabel bent. Donor U krijgt uw nieuwe hart van een donor. 4

Deze man of vrouw heeft zijn of haar organen beschikbaar gesteld voor transplantatiedoeleinden na overlijden via een donorcodicil. Een donor is hersendood. Dit betekent dat er sprake is van een definitieve en onherstelbare uitval van de hersenfunctie, Een donor wordt kunstmatig beademd om de vitale organen in een goede conditie te houden. Ook de bloedsomloop wordt kunstmatig in stand gehouden. Bij de meeste donoren worden meerdere organen uitgenomen. Donorgegevens en de gegevens van de ontvanger blijven anoniem. Een donorhart wordt door de cardioloog en thoraxchirurg geaccepteerd als het hart gezond is, als het hart qua grootte past en als de donor een passende bloedgroep heeft. De oproep De cardioloog neemt telefonisch contact met u op wanneer er een donorhart beschikbaar is en regelt een ambulance die u ophaalt. Er kan één persoon mee in de ambulance. Vanaf het moment dat u gebeld bent mag u niet meer eten en drinken. Het is van belang dat u ook nu telefonisch bereikbaar blijft. Helaas kan de transplantatie nog afgelast worden. Mogelijke complicaties rondom harttransplantatie Bij een grote operatie zoals een harttransplantatie kunnen problemen optreden, ook wel complicaties genoemd. Mogelijke complicaties bij een harttransplantatie zijn: Na de transplantatie komt het donorhart niet op gang. (Tijdelijke) nierproblemen ten gevolge van de operatie en noodzakelijk medicatiegebruik. Een bloeding direct na de operatie in het geopereerde gebied. Overlijden tijdens of vlak na de operatie. Het ontstaan van hersenschade tijdens de operatie. Afstoting. Het afweersysteem van het lichaam beschouwt een donorhart als lichaamsvreemd en zal het orgaan proberen af te stoten. Een afstotingsreactie is meestal goed te behandelen. Infecties. Na harttransplantatie is het noodzakelijk om afweer onderdrukkende medicatie te gebruiken om het risico op afstoting van het donorhart te verlagen. Deze medicatie verlaagt de werking van uw afweersysteem, waardoor u vatbaarder bent voor infecties. De opname voor harttransplantatie Bij aankomst in het UMCG gaat u in principe naar de afdeling hartbewaking. Op de afdeling worden nog een aantal onderzoeken gedaan zoals lichamelijk onderzoek, meten van temperatuur en bloeddruk, bloedonderzoek en een röntgenfoto van hart en longen. Dan wordt definitief besloten of de operatie door kan gaan. Als u al opgenomen bent, dan wordt de voorbereiding op de betreffende afdeling gedaan. De afdelingsverpleegkundige brengt u naar de operatieafdeling. Als u het op prijs stelt, mag uw partner of familielid meelopen. Voor de operatieafdeling neemt u afscheid. Op de operatiekamer wacht u op de telefonische melding dat het donorhart is goedgekeurd voor transplantatie. Tot dat moment moet u er nog steeds rekening mee houden dat de transplantatie niet door kan gaan. De operatie Als het donorhart is goedgekeurd voor transplantatie, wordt u onder narcose gebracht. De operatie begint met het openen van het borstbeen. Hierdoor hebt u een wond van vijftien tot twintig cm. Nadat de hartlongmachine is aangesloten wordt het zieke hart vervangen door het donorhart. De hartlongmachine zorgt voor de aanvoer van zuurstof en voedingsstoffen en neemt hiermee de functie van het hart over. 5

Als de operatie bijna klaar is, wordt een uitwendige pacemaker ingebracht ter ondersteuning van het nieuwe hart. Ook blijven een paar slangen voor de afvoer van wondvocht (drains) achter. De hartlongmachine wordt afgekoppeld als het donorhart het lichaam zelf voorziet van zuurstof en voedingsstoffen. Daarna wordt het borstbeen gesloten met hechtingen. De operatie duurt gemiddeld vier tot zes uur. Benadrukt wordt, dat dit een gemiddelde is en dat de operatietijd per persoon varieert. Tijdens de operatie kunnen partner/ familie wachten in de familiekamer van de intensive care of de hartbewaking. Een verpleegkundige van de betreffende afdeling komt af en toe langs om uw familie ondersteuning te bieden. De chirurg zal uw partner/familie informeren over het verloop van de operatie. Gedurende uw opname in het ziekenhuis is het mogelijk voor uw partner/familie om tegen gereduceerd tarief te overnachten in de buurt van het ziekenhuis. Voor informatie wordt verwezen naar de UMCGbrochure Overnachten en naar de UMCG website Overnachten. De periode na de operatie Intensive care Na afloop van de operatie wordt u naar de Intensive care gebracht. U bent aangesloten op een beademingsmachine. Dit betekent dat u een beademingsbuis in uw keel heeft. Dit kan een benauwd gevoel geven als u wakker wordt en het is niet mogelijk om te praten. Zodra u zelf kunt ademen, wordt de buis verwijderd. Daarnaast bent u aangesloten op bewakingsapparatuur zodat de lichaamsfuncties goed in de gaten gehouden kunnen worden. U hebt een slang in de maag om ervoor te zorgen dat uw maag leeg blijft en u niet misselijk wordt. U hebt meerdere infusen, om medicijnen en voedingsstoffen toe te kunnen dienen. En u hebt een slang in uw blaas waardoor de urine kan aflopen en twee tot vier slangen (drains) om wondvocht af te voeren. De operatiewond en de drains kunnen pijnlijk zijn. Goed doorademen en ophoesten na de operatie zijn belangrijk wat met pijn niet altijd goed gaat. Voldoende pijnstilling is daarom belangrijk. Het is mogelijk dat u na de operatie tijdelijk in de war bent en dat uw geheugen minder goed functioneert. Hartbewaking en verpleegafdeling Vanaf de Intensive Care gaat u naar de Hartbewaking totdat u geen bewaking en/of extra zorg meer nodig heef. De infusen, drains, slang in de blaas en in de maag worden verwijderd zodra deze niet meer nodig zijn. De fysiotherapeut zal u in de periode na transplantatie helpen om uw spieren sterker te maken en conditie weer op te bouwen. Zodra uw conditie het toelaat, wordt u overgeplaatst naar de verpleegafdeling. Revalidatie in Beatrixoord Na ontslag uit het ziekenhuis, meestal is dat na vier tot zes weken, gaat u revalideren in het Centrum voor Revalidatie, locatie Beatrixoord in Haren. De revalidatieperiode heeft als doel het herstel na de transplantatie te bevorderen. Tijdens uw verblijf in het Centrum voor Revalidatie wordt u begeleid door een team dat onder andere bestaat uit een revalidatiearts, cardioloog, fysiotherapeut, diëtist en psycholoog. Deze revalidatie duurt gemiddeld nog vier tot zes weken waarbij er gelegenheid is in de weekenden naar huis te gaan. Als de revalidatie afgerond is, mag u definitief naar huis. Hartbiopten Het eerste jaar na harttransplantatie worden er 13 hartbiopten afgenomen. Bij een hartbiopt worden kleine stukjes hartspier uit het donorhart genomen door middel van een hartkatheterisatie. Hartbiopten worden genomen om een eventuele afstoting van het nieuwe hart zo spoedig mogelijk te signaleren. De eerste vier weken na harttransplantatie wordt wekelijks een hartbiopt verricht. 6

Als er geen tekenen van afstoting worden gevonden, wordt de frequentie verlaagd naar eens in de twee weken en vervolgens maandelijks. Na het eerste jaar wordt een hartbiopt alleen nog op indicatie verricht. Tijdens het eerste jaar worden er in principe geen poliklinische controles afgesproken omdat uitgebreide bloedafname en bespreking van eventuele klachten gedaan wordt bij bioptcontrole. Controle één jaar na harttransplantatie Na één jaar wordt tijdens hartcatheterisatie naast een hartbiopt een druk meting van het hart verricht en vindt een beoordeling van de kransslagvaten plaats. Ook wordt een echo van het hart en een foto van hart en longen gemaakt. Na deze controle krijgt u een afspraak thuis gestuurd voor de polikliniek waar u vanaf nu gezien zult worden. Poliklinische controles Na een jaar vinden poliklinische controles tussen de drie en vier maanden plaats. U wordt dan gezien door de cardioloog of de verpleegkundig specialist. Medicijnen en leefregels Medicijnen Na harttransplantatie worden onderstaande medicijnen voorgeschreven. Een aantal medicijnen worden na een aantal maanden gestopt. Om problemen te voorkomen is het belangrijk om de medicijnen op een vaste tijd en op de juiste manier in te nemen. Daarnaast is het belangrijk om medicatie die nadien voorgeschreven wordt door bijvoorbeeld de huisarts of een specialist door te geven aan de verpleegkundig specialist. Tacrolimus (Prograft): onderdrukt de eigen afweer en verkleint hierdoor het risico op afstoting. Wordt gedoseerd op geleide van een dalspiegel die in het bloed wordt gemeten. Het is daarom belangrijk om voor bloedafname geen Tacrolimus in te nemen als een dalspiegel wordt bepaald. Dit geldt dus in ieder geval voor iedere bioptcontrole en voor iedere poliklinische controle. In principe levenslang gebruiken. Het is van belang een combinatie met grapefruitsap te vermijden. Mycofenolaat-Mofetil (Cellcept): onderdrukt de eigen afweer en verkleint hierdoor het risico op afstoting. In principe levenslang gebruiken. Prednisolon: onderdrukt de eigen afweer en verkleint hierdoor het risico op afstoting. Wordt tijdens het eerste jaar afgebouwd en wordt als mogelijk op den duur helemaal gestopt. Acetylsalicylzuur (bijv. Ascal Cardio Brisper): bloedverdunner. In principe levenslang gebruiken. In de periode dat u nog bedlegerig bent (direct na operatie) krijgt u dagelijks een Fraxiparine-injectie (bloedverdunner) om trombose te voorkomen. Fraxiparine wordt gestopt zodra u voldoende kunt mobiliseren. Valaciclovir of Valganciclovir (Zelitrex of Valcyte): om infecties te voorkomen (Herpes Simplex en Varicella Zoster). Gebruik de eerste drie of zes maanden en wordt dan als mogelijk gestopt. Co-trimoxazol of Pyrimetamine/Foliumzuur: om infecties te voorkomen (PCP/Toxoplasmose). Gebruik de eerste drie maanden en wordt dan als mogelijk gestopt. Amfotericine B (Fungizone): om schimmelinfecties te voorkomen. Gebruik de eerste drie maanden en wordt dan als mogelijk gestopt. Calciumcarbonaat/colecalciferol (Calcichew D3): voorkomen van osteoporose. In principe levenslang gebruiken. Pravastatine: cholesterolverlagend. In principe levenslang gebruiken. Eventueel bloeddrukverlagende medicatie. 7

Leefregels na de transplantatie Door de afweeronderdrukkende medicijnen bent u gevoeliger voor infecties en virussen. Het is belangrijk om in de thuissituatie laagdrempelig contact op te nemen met de verpleegkundige specialist bij (nieuwe) klachten of temperatuursverhoging (>38 graden Celsius). Wees extra alert op situaties waarbij u een virus of infectie kunt oplopen (zieke kinderen, spitsuur inde bus). Vermijd fel zonlicht. Aanvullende informatie is te vinden in de brochure Huidproblemen na transplantatie, terug te vinden op UMCG website Harttransplantatie. Door de medicijnen bent u gevoeliger voor huidkanker. Inspecteer uw huid daarom zorgvuldig met enige regelmaat. Het is verstandig jaarlijks een griepspuit te halen. Het houden van een huisdier wordt afgeraden. Heeft u een huisdier, wees dan voorzichtig wat betreft hygiëne. Dieren kunnen gemakkelijk ziektes overdragen en u bent hier gevoeliger voor dan niet-getransplanteerden. Laat als mogelijk iemand anders het dierenverblijf schoonmaken en gebruik anders een mondmasker en handschoenen. Niet roken. Minimaal alcoholgebruik. Voldoende bewegen. Voeding: door het gebruik van de noodzakelijke afweeronderdrukkende medicatie bent u gevoeliger voor (voedsel)infecties, bestaat de kans op het ontwikkelen van overgewicht en kunnen de cholesterolwaardes in het bloed stijgen. De diëtist zal deze onderwerpen mondeling met u bespreken. Daarnaast krijgt u de UMCG-brochure Voedingsadviezen na transplantatie. In deze brochure wordt aanvullende informatie gegeven. De brochure is ook te vinden op de website http://www.harttransplantatie.umcg.nl De hartfrequentie wordt normaliter gereguleerd door het zenuwstelsel en het hormoonsysteem. Tijdens de harttransplantatie wordt de verbinding tussen het hart en een aantal zenuwen verbroken, de nervus vagus (of nervus parasymphaticus) en de nervus sympathicus. Dit betekent dat de hartfrequentie na harttransplantatie niet meer door het zenuwstelsel beïnvloed wordt. Hormonale beïnvloeding blijft over en dat gebeurt via de bijnierschors. Gevolgen hiervan zijn: een polsslag in rust van ongeveer 100 slagen per minuut. Dit is normaal na transplantatie. Daarnaast zal de hartfrequentie zich minder snel aanpassen bij inspanning en in rust nadien. Daarom is extra aandacht voor een warming up en een cooling down belangrijk. Verder is het belangrijk om in dit kader bij overmatige transpiratie, vermoeidheid en/of kortademigheid direct contact op te nemen met de verpleegkundig specialist of dienstdoend cardioloog. Contactgegevens verpleegkundig specialist/cardioloog Tijdens werkdagen kunt u van 8.00-16.30 uur contact opnemen met het algemene nummer van het Thoraxcentrum, telefoon (050) 361 29 15. Het secretariaat zal uw vraag voorleggen aan de verpleegkundig specialist. Uw vraag wordt dan binnen twee werkdagen beantwoord. Houd bij het bellen uw UMCG-nummer bij de hand. Bij dringende vragen kunt u tijdens kantooruren de verpleegkundig specialist harttransplantatie bereiken via het centrale nummer van het UMCG (050) 361 61 61. Buiten kantooruren belt u met de dienstdoende cardioloog via het centrale nummer van het UMCG.(050) 361 61 61. Vertel dat u een harttransplantatie heeft ondergaan en wat de klachten zijn. Soms is het noodzakelijk dat u vertelt welke medicijnen u gebruikt en in welke dosering. Van de verpleegkundig specialist krijgt u een kaartje met contactgegevens. 8

Contactgegevens patiëntenvereniging De Vereniging Harten Twee is de belangenorganisatie voor iedereen die een hart- en/ of longtransplantatie heeft ondergaan of daarvoor in aanmerking komt en hun familieleden. Harten Twee p/a Administratiekantoor A.P.N. Postbus 91 4000 AB Tiel Telefoon +31 (0)30-6569636 www.hartentwee.nl email: hartentwee@adminapn.nl Aanbevolen websites www.harttransplantatie.umcg.nl www.transplantatiestichting.nl www.eurotransplant.org 9

VLK170/Oktober 2017 10