RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 19 november 2003 (21.11) (OR. en) 15014/03 ECOFIN 353 FIN 519 RELEX 437 NOTA van: aan: Betreft: het secretariaat-generaal van de Raad het Coreper/de RAAD Ontwerp-verslag van de Raad over de evaluatie van het EIB-mandaat voor leningen in derde landen en het Garantiefonds Voor de delegaties gaat hierbij het door het Economisch en Financieel Comité opgestelde ontwerpverslag van de Raad over de evaluatie van het EIB-mandaat voor leningen in derde landen en het Garantiefonds. Over de passage tussen haken op de bladzijden 2-3 is nog geen overeenstemming bereikt. 15014/03 das/cq/ih 1 DG G I NL
BIJLAGE Ontwerp EVALUATIE VAN HET EIB-MANDAAT VOOR LENINGEN IN DERDE LANDEN EN HET GARANTIEFONDS - Verslag van de Raad - De Raad ECOFIN stemt in met de volgende punten met betrekking tot de op 13 oktober 2003 door de Commissie voorgestelde evaluatie van het EIB-mandaat voor leningen in derde landen en het Garantiefonds 1, en verzoekt de financiële raden tijdig de technische ontwerpen voor de desbetreffende wetsbesluiten dienovereenkomstig op te stellen. 1. Mandaat voor leningen in derde landen Bij de evaluatie van het mandaat voor het verstrekken van leningen heeft de Raad drie algemene factoren in aanmerking genomen, waaraan door de lidstaten een uiteenlopend gewicht werd toegekend: i) het totale plafond; ii) de faciliteit voor Euro-mediterrane investeringen en partnerschap (FEMIP); iii) de eventuele uitbreiding van het mandaat tot Rusland en de westelijke nieuwe onafhankelijke staten (WNOS). Sommige lidstaten (Oostenrijk, Finland, Duitsland, Zweden) zijn van mening dat het huidige niveau van het totale plafond niet moet worden verhoogd en dat er moet worden gestreefd naar uitbreiding van het mandaat tot Rusland en de WNOS binnen dat plafond. Andere lidstaten zijn van mening dat de bestaande politieke verbintenissen voor leningen in het kader van de FEMIP volledig gegarandeerd moeten worden en dat de uitbreiding tot Rusland en de WNOS geen grote politieke prioriteit heeft zodat een verhoging van het totale plafond niet nodig zou zijn. 1 COM(2003)603 def. en COM(2003)604 def. De rechtsgrondslag voor de evaluatie is Besluit 2000/24/EG voor het EIB-mandaat voor leningen in derde landen, en Verordening (EG) nr. 2728/94/EG van de Raad voor het Garantiefonds. In Besluit 2000/24/EG is bepaald dat de herziening van het mandaat voor leningen in derde landen uiterlijk op de datum van inwerkingtreding van het nieuwe toetredingsverdrag moet zijn aangenomen en van toepassing moet worden. 15014/03 das/cq/ih 2
Ten aanzien van het vraagstuk van het totale plafond brengt de Raad het fundamentele beginsel in herinnering dat alle budgetten van het mandaat moeten worden beschouwd als plafonds, en niet als streefbedragen. Voor de volgende generatie mandaten in 2006 zal, in plaats van het totale plafond verder te verhogen, moeten worden gezocht naar alternatieve middelen en moet niet zonder meer een beroep worden gedaan op communautaire garanties. 2 Een afweging van de verschillende bovengenoemde factoren zou kunnen resulteren in de volgende oplossing met betrekking tot de regionale budgetten, met een lichte stijging van het totale plafond: - [Middellandse Zee: In oktober 2002 heeft de raad van gouverneurs van de EIB naar aanleiding van de conclusies van de Raad ECOFIN van maart 2003 3 een "business plan" voor de faciliteit voor Euro-mediterrane investeringen en partnerschap (FEMIP) aangenomen. Hoewel in dit plan niet vooruit wordt gelopen op het besluit van de Raad over de plafonds binnen het garantiemandaat, wordt er gepleit voor de overbrenging van de "overschotmarge" van 2.180 miljoen die het gevolg is van het feit dat de toetredende staten bij de uitbreiding aan het mandaat worden onttrokken naar de mediterrane landen (te weten naar het bestaande budget voor de mediterrane landen en naar het budget voor de zuidoostelijke nabuurlanden, waartoe ook Turkije behoort). - Rusland en de WNOS: Uitbreiding van de leningen van het EIB tot Rusland en de westelijke nieuwe onafhankelijke staten (Oekraïne, Moldavië, Belarus) kan worden overwogen voor projecten op gebieden waarop het EIB een comparatief voordeel heeft en er een onbeantwoorde vraag naar krediet is, mits er een passende werkverdeling tussen de EIB en de EBRD is om een optimale efficiëntie van de operaties te waarborgen: 2 3 Ook - maar niet uitsluitend - in de vorm van leningen zonder garantie van de Gemeenschap uit hoofde van artikel 18 van de statuten van de Bank in regio's waar de economische situatie dit toestaat of voor operaties in de particuliere sector. "De Raad ECOFIN steunt de voorstellen van het voorzitterschap en stemt ermee in dat het nodig is het mediterrane partnerschap en de financiële bijstand voor onze partners in het proces van Barcelona te versterken, en neemt nota van de ramingen van de EIB van 2 miljard per jaar in de periode tot 2006 aan toewijzingen voor netto-kredietverstrekking voor leningen en risicodeling voor de landen in het gebied, met een toenemend aandeel voor de financiering van projecten in de particuliere sector." 15014/03 das/cq/ih 3
De bestaande actie van speciale leningen van de EIB ten belope van 100 miljoen voor milieuprojecten in Rusland in het kader van de noordelijke dimensie (Besluit 2001/777/EG) zou worden uitgebreid om ook ruimte te bieden voor beperkte leningen in Rusland en de WNOS in bepaalde sectoren (projecten met een duidelijk Europees belang, die relevant zijn voor het nieuwe nabuurschapsbeleid van de EU - te weten milieu, vervoer, telecommunicatie, energie-infrastructuur op prioritaire TEN-trajecten met grensoverschrijdende aspecten voor een lidstaat). Voor deze actie, die niet zoals voorgesteld door de Commissie geglobaliseerd wordt in het algemene mandaat voor leningen in derde landen, zou bij wijze van uitzondering een communautaire garantie van 100% gelden. Deze aanpak biedt het voordeel dat niet vooruit wordt gelopen op een besluit over de vraag of deze landen in het algemene leningenmandaat moeten worden opgenomen. De voorwaarde van goedkeuring per geval door de raad van gouverneurs moet komen te vervallen. Een mogelijk bedrag voor een mandaat zou 500 miljoen kunnen zijn voor projecten gebaseerd op het criterium van economische levensvatbaarheid en de pijplijn van zinvolle projecten van Europees belang die de EIB tot januari 2007 door middel van medefinanciering met de EBRD of andere IFI's kan uitvoeren, afhankelijk van een passende conditionaliteit in overeenstemming met EUovereenkomsten op hoog niveau en andere IFI's en een passende werkverdeling tussen de EIB en de EBRD. Er zou tussen de EIB en de EBRD een specifiek convenant over zo'n werkverdeling overeengekomen kunnen worden voordat een nieuw mandaat wordt uitgevoerd. Rusland en de WNOS zouden bij de herziening van het algehele mandaat in 2006 volledig in aanmerking moeten worden genomen.] Met betrekking tot de andere aspecten van het voorstel komt de Raad overeen om: - binnen het mandaat de huidige regionale budgetten voor de "landen van Midden- en Oost- Europa (en de Westelijke Balkan) (LMOE)" om te zetten in een budget voor "zuidoostelijke nabuurlanden", waartoe ook Turkije behoort; - de definitie van het politieke risico in het kader van het mandaat uit te breiden tot het risico dat de regering van het gastland of de lokale overheidsinstanties (met inbegrip van projectontwikkelaars) contractbreuk plegen en vervolgens nalaten om arbitrale uitspraken ten uitvoer te leggen, met passende vrijwaringsmaatregelen ter bescherming van de positie van de Gemeenschap in de garantieovereenkomst tussen de Commissie en de EIB. 4 4 Momenteel bestrijkt de definitie van het politiek risico in het kader van het mandaat de risico's van "niet-overdracht van valuta", "onteigening" en "oproer en oorlog", maar niet het risico dat een regering een contract niet nakomt. 15014/03 das/cq/ih 4
2. Het Garantiefonds De Raad komt overeen dat gegarandeerde leningen voor projecten in toetredende landen in de regel niet langer door het Garantiefonds worden gedekt zodra deze landen tot de EU toetreden. De garanties zelf blijven bestaan, maar de nog bestaande risico's zullen rechtstreeks door de EUbegroting worden gedragen. Het overeenkomstige overschot van het Garantiefonds (dat bij de uitbreiding in mei 2004 343 miljoen zal bedragen) zal worden teruggestort in de EU-begroting. Gezien de beschikbare marge in het Garantiefonds is de Raad het met de Commissie eens dat de parameters voor het mechanisme van het Garantiefonds, te weten het voorzieningspercentage van het Garantiefonds (momenteel 9%) of het garantiepercentage voor EIB-leningen (65%), niet gewijzigd moeten worden. De Raad is echter van mening dat er wellicht mogelijkheden zou zijn om het mechanisme van het Garantiefonds te verbeteren, met name wat betreft de voorzieningsmethode 5, en verzoekt de financiële raden de verschillende mogelijkheden vóór maart 2004 te bestuderen. Gezien de functie die het Garantiefonds heeft, te weten het opleggen van begrotingsdiscipline door het communautaire beleid inzake leningen in derde landen te plaatsen in het kader van de financiële vooruitzichten en de parameters van het Garantiefondsmechanisme, wenst de Raad onder andere bijzondere aandacht te besteden aan de doeltreffendheid van zijn controle over het bedrag van de nieuwe externe leningen van de Gemeenschap (de Garantiereserve - momenteel 200 miljoen in prijzen van 1999 - en de voorzienings- en garantiepercentages van het Garantiefonds). 5 Zie ook reeds het verslag van het EFC over de Herziening van de macrofinanciële bijstand van de EU en van de EG-lening- en garantiecapaciteit voor operaties in derde landen, EFC/ECFIN/295/02 def. van 2 september 2002. 15014/03 das/cq/ih 5