Alain Van Hiel en Bart Duriez

Vergelijkbare documenten
Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping

COMPULSIEF KOOPGEDRAG

3.1 Itemanalyse De resultaten worden eerst op itemniveau bekeken. De volgende drie aspecten dienen bekeken te worden:

Gedeelde Waarden in Confrontaties met Morele Weigeraars: Tegenovergestelde Effecten op Zelf- en Weigeraar Beoordelingen

DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1

Vergelijken of corrigeren? De processen die ten grondslag liggen aan contextuele invloeden. op de beoordeling van nieuwe objecten

Voorstelling en validering van de Morele Oordeel Test (MOT), de Nederlandstalige versie van de Moral Judgment Test (MJT).

SELF-MANAGEMENT ABILITY SCALE: SMAS-30/versie 2. Achtergrond, handleiding en scoring.

Code Course name block Ects International Organizations Advanced Project management * Cross Cultural HRM 3 6

Pijn-Coping-Inventarisatielijst (PCI) Kraaimaat, Bakker & Evers (1997)

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën

CoVaT-CHC Basisversie:

Achtergronden bij het instrument

Samenvatting aanvraag. Bijlage 8

Code Cursusnaam block Ects Organization Theory Organization Development Relations and Networks of Organizations 4 6

Knelpunten in Zelfstandig Leren: Zelfregulerend leren, Stress en Uitstelgedrag bij HRM- Studenten van Avans Hogeschool s-hertogenbosch

De interactie tussen specifieke en non-specifieke factoren

Methode en onderzoeksgroep

DOELGROEP De test richt zich tot zwangere vrouwen of vrouwen die recent bevallen zijn.

MOTIVES, VALUES, PREFERENCES INVENTORY

Paper 3 Onderzoeksinstrumenten

Procedure le rechtvaardigheid in. de invloed van sekse en status. Maureen Tumewu, Esther S. Kluwer en Kees van den Bos

No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.

EMPO voor Ouders en Jongeren versie 2.0

3 Werkwijze Voordat een CQI meetinstrument mag worden ingezet voor reguliere metingen moet het meetinstrument in twee fases getest worden.

Vragen oefententamen Psychometrie

College 3 Interne consistentie; Beschrijvend onderzoek

Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap

Psychometrie Nederlandse persoonlijkheidstest

Samenvatting (Summary in Dutch)

Eerste contactpersoon Dr. Jos van Loon Manager Arduin / onderzoeker en prof. aan de Vakgroep Orthopedagogiek Gent

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Algemeen, overig, ongespecificeerd

Inhoudsopgave Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

Wat vinden Vlamingen belangrijk in hun werk?

Inleiding Deel I. Ontwikkelingsfase

Executief Functioneren en Agressie. bij Forensisch Psychiatrische Patiënten in PPC Den Haag. Executive Functioning and Aggression

Nationaal geluksonderzoek. Deel 3: opvoeding en onderwijs

Decisional conflict. Ageeth Rosman Kennispoort 7 feb 2014

Citation for published version (APA): Sarkova, M. (2010). Psychological well-being and self-esteem in Slovak adolescents. Groningen: s.n.

TECHNISCHE HANDLEIDING BEROEPSKEUZETEST ELEMENTAIRE BEROEPEN SOCIALE WERKPLAATS / LBO

Hoe autonomie-ondersteunend werkt een docent binnen honoursonderwijs? Tineke Kingma Elanor Kamans Marjolein Heijne-Penninga Marca Wolfensberger

Deze menu-aansturingen zijn van toepassing op versies 14.0 en 15.0 van SPSS.

COMPULSIEF KOOPGEDRAG

WOT statistiek. Betrouwbaarheidsanalyse. CLIN Centre for Linguistics. Els Schoonjans

Multidimensional Fatigue Inventory

Taalcijfer a voor Nederlands, naar geslacht, leeftijd, jaar van aankomst en volgen van taalcursus (in gemiddelde rapportcijfers)

Oplossingen hoofdstuk XI

De Perceptie van Fair-Trade Producten door Mannen. Pascal van Vliet ANR: Bachelor thesis Psychologie en Maatschappij. Datum: 13 februari 2014

TECHNISCHE HANDLEIDING IQ TEST

Zichtbaar reinigen en beleving

Inhoudsopgave. Onderzoeksvragen p. 3 Afleiding van het model en daaruit resulterende vergelijkingsmogelijkheden p. 3 Theoretisch kader p.

TECHNISCHE HANDLEIDING BEROEPSKEUZETEST FUNDAMENTELE BEROEPEN VMBO / MBO-1 / MBO-2

Klasbetrokkenheid bij jongens en meisjes bij de start van het secundair onderwijs: de cruciale rol van leerkrachtstijl

Development of the diabetes problem solving measure for adolescents. Diabetes Educ 27: , 2001

HETEROGAMIE IN OPLEIDINGSNIVEAU:

De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen.

vooroordelen bij Vlaamse jongeren geworden. Deze evolutie ging gepaard met een toename van studies naar de attitudes van de

OPVATTINGEN VAN LERAREN FRANS OVER LEREN EN INSTRUCTIE, HUN VAK EN INCLUSIEF ONDERWIJS

Multiculturalisme: Spanning tussen Ideaal en Realiteit. Judit Arends-Tóth & Fons J. R. van de Vijver

/hpm. Onderzoek werkstress, herstel en cultuur. De rol van vrijetijdsbesteding. 6 februari Technische Universiteit Eindhoven

2.1 Instrumenten voor meerdere niveaus van empowerment

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen

De ziektelastmeter COPD: de betrouwbaarheid en de ervaringen van huisartsen tot nu toe. Onno van Schayck. Cahag Conferentie

9 Cross-nationale analyse van het kwaliteitsbewustzijn van consumenten met betrekking tot voedingsmiddelen

Wat beweegt ambtenaren?

Bijlage 5: Kwantitatieve analyse

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior

Masterproef oktober 2009

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Oplossingen hoofdstuk Het milieubesef

Examen Statistische Modellen en Data-analyse. Derde Bachelor Wiskunde. 14 januari 2008

Welke vragenlijst voor mijn onderzoek?

Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz

Effecten van een gemeenschappelijke identiteit ten opzichte van. een subgroep identiteit bij bevoorrechte groepen op de bereidheid

College Week 3 Kwaliteit meetinstrumenten; Inleiding SPSS

Managen van professioneel behandelgedrag door en voor fysiotherapeuten

Stroke-Adapted Sickness Impact Profile (SA-SIP-30)

Een experimentele studie naar de relatie tussen dreiging en rechtse attitudes

Antwoorden bij Testtheorie. Inleiding in de theorie van de psychologische test en zijn toepassingen, door P. J. D. Drenth en K.

Effect van Planetree op kwaliteit en tevredenheid, wetenschappelijk aangetoond?

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2

Morele Emoties en Coöperatie: Differentiële Effecten van Schuld en Schaamte. Ilona E. de Hooge* Marcel Zeelenberg. Seger M.

General Personality Disorder. A study into the Core Components of Personality Pathology J.G. Berghuis

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Overige, ongespecificeerd

Welke Factoren hangen samen met Kwaliteit van Leven na de Kanker Behandeling?

Informatie over de deelnemers

Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw

Effect publieksvoorlichting

DATA-ANALYSEPLAN (20/6/2005)

ACHTERGRONDDOSSIER & BELEIDSAANBEVELINGEN

Visual Analogue Scale for Fatigue (VAS-F)

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek.

Deze test werd ontwikkeld en aangewend om het medicatiemanagement en de verschillende aspecten hiervan te evalueren in de ambulante zorg.

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

Werkinstructies voor de CQI Huisartsenzorg Overdag

De begeleider cliënt relatie vragenlijst

10. Verantwoord prioriteiten stellen: een oplossing voor onbetrouwbare belangscores

1. Spiritualiteit, wat betekent dit?

Transcriptie:

Een meetinstrument voor individuele verschillen in Social Dominantie Oriëntatie Alain Van Hiel en Bart Duriez Het concept Sociale Dominantie Oriëntatie (SDO) wordt gedefinieerd als een algemene opvatting over intergroepsrelaties die aangeeft in welke mate iemand verkiest dat deze relaties egalitair dan wel hierarchisch gestructureerd zijn (Pratto, Sidanius, Stallworth & Malle, 1994). Dit concept reflecteert dus de mate waarin iemand ertoe neigt maatschappelijke groepen te klasseren op de dimensie superieur-inferieur, alsook de mate waarin iemand een beleid huldigt dat sociale ongelijkheid in stand houdt. Hoewel de motivatie om anderen te domineren aanvankelijk werd aanzien als een onderdeel van het autoritarismeconcept (Maslow, 1943), wees onderzoek uit dat beide concepten zo goed als ongerelateerd zijn (zie o.a. Altemeyer, 1998) en onafhankelijk van elkaar sterk gerelateerd zijn aan conservatieve opvattingen zoals nationalisme, patriotisme, een harde aanpak van de criminaliteit, steun voor militaire programma's en discriminatie (voor een overzicht, zie Pratto, 1999). Gezien het groeiend belang in de sociaal psychologische literatuur van SDO, wensen wij in dit artikel de Nederlandstalige versie van deze vragenlijst te introduceren. We zullen aantonen dat deze schaal, net zoals de originele schaal, slechts één dimensie meet die een hoge mate van interne consistentie vertoont. Naar analogie met eerder onderzoek, werd hierbij gekozen voor gelegenheidsteekproeven van studenten en volwassenen, maar aangezien dit concept ook belangrijk is voor de politieke psychologie, werd er eveneens een steekproef van politiek actieven bevraagd. METHODE Respondenten De studentensteekproef (N=714) (steekproef 1) werd verzameld aan de Katholieke Universiteit Leuven. Alle studenten volgden een inleidende cursus Psychologie. De meesten van hen waren 18 jaar oud. Ongeveer 80% van de respondenten was van het vrouwelijk geslacht. De volwassenensteekproef (N=564) (steekproef 2) werd verzameld door studenten die hun buren om medewerking vroegen met het oog op het verkrijgen van een vrij heterogene steekproef. Hierbij werd hen gevraagd geen studenten te werven. De gemiddelde leeftijd was 43 jaar (SD=13.63) en 50% was van het vrouwelijk geslacht. De politieke partijleden (N=68) (steekproef 3) werden benaderd door studenten Politieke Wetenschappen. De gemiddelde leeftijd was 39 jaar (SD=15.20) en 27% was van het vrouwelijk geslacht.

Meetinstrument Proefpersonen beoordeelden de 14 items van de SDO vragenlijst (Pratto et al., 1994, Appendix A) (zie Tabel 1) op een 5-puntenschalen (1 = helemaal oneens; 5 = helemaal eens). De vertaling van de items gebeurde in overeenstemming met de richtlijnen van de Internationale Test Commissie (Hambleton, 1994). Hierbij wordt gebruik gemaakt van de "translation back-translation" procedure (Brislin, 1980). De verschillen tussen de versie die bekomen werd na vertalen en terugvertalen vertoonde slecht kleine verschillen met de originele versie, waarop vier tweetalige onderzoeksassistenten over de uiteindelijke Nederlandstalige versie beslisten (cf. Van de Vijver & Leung, 1997). Tien proefpersonen die meer dan twee items niet invulden, werden verwijderd uit de analyses. De 41 resterende missende waarden werden vervangen door de gemiddelde score op het item in de steekproef. RESULTATEN De scree test (Cattell, 1966) wees uit dat, conform de verwachtingen, in elke steekproef een één-factoriële oplossing de best passende oplossing was. De eigenwaarden van de eerste zes componenten waren respectievelijk 5.14, 1.71, 0.89, 0.86, 0.84 en 0.67 in steekproef 1, 4.86, 2.05, 0.92, 0.87, 0.81 en 0.75 in steekproef 2 en 5.95, 2.25, 1.33, 0.89, 0.70 en 0.64 in steekproef 3. Een één-componetiële oplossing verklaarde respectievelijk 37%, 35% en 43% van de totale variantie in de drie steekproeven. Tabel 1 rapporteert de factorladingen, de item-totaal correlaties, de interne consistentie, het gemiddelde en de standaarddeviatie van de volledige schaal in de verschillende steekproeven. Voorts werd er een matige correlatie geconstateerd tussen SDO en geslacht (man=1; vrouw=2) (r=-.05, ns in steekproef 2 en r=-.18 in steekproef 3), leeftijd (r=-.09, p<.01 in steekproef 2 en r=.20, ns in steekproef 3) en opleidingsniveau (r=-.07, ns in steekproef 2 en r=-.25, p<.01 in steekproef 3). DISCUSSIE De huidige resultaten tonen aan dat de Nederlandse versie van de SDO schaal slechts één dimensie meet en een hoge betrouwbaarheid heeft die vergelijkbaar is met eerder onderzoek. Onze resultaten tonen daarenboven aan dat deze bevinding geldt voor steekproeven van studenten, volwassenen en politieke partijleden. Onderzoek van Duriez en Van Hiel (in druk) en Van Hiel en Mervielde (in druk) wijst er eveneens op dat de Nederlandstalige schaal een voldoende externe validiteit bezit. Van Hiel & Mervielde (in druk) toonden aan dat SDO en autoritarisme, net als in Noord-Amerika (bijv. Altemeyer, 1998), twee onafhankelijke predictoren zijn van conservatieve overtuigingen en van de voorkeur voor partijen die zich op het rechtse deel van het politieke spectrum bevinden. Duriez en Van Hiel (in druk) rapporteerden bovendien differentiële correlaties tussen SDO en autoritarisme enerzijds en een reeks

externe variabelen anderzijds. Autoritarisme was negatief gerelateerd aan opleidingsniveau en morele competentie, maar vertoonde een positieve associatie met leeftijd, religie, politiek conservatisme en waarden zoals veiligheid, conformiteit en traditie. SDO daarentegen was positief gerelateerd aan economisch conservatisme en waarden zoals macht, prestatiegerichtheid en hedonisme (zie ook Altemeyer, 1998). Duriez en Van Hiel (in druk) toonden tenslotte aan dat de SDO-schaal geen significante samenhang vertoont met een tien-item versie van de sociale wenselijheidsschaal van Crowne en Marlowe (1960) en dat de relaties tussen SDO en externe variabelen ook niet substantieel gewijzigd worden wanneer een correctie voor sociaal wenselijk antwoorden werd doorgevoerd.

LITERATUUR Altemeyer, B. (1998). The other authoritarian personality. In M. P. Zanna (Ed.), Advances in Experimental Social Psychology (Vol., 30, pp. 47-92). San Diego: Academic Press. Brislin, R.W. (1980). Translation and content analysis of oral and written material. In H.C. Triandis & J.W. Berry (Eds), Handbook of cross-cultural psychology. 2: Methodology, pp. 389-444. Boston: Allyn & Bacon. Cattell, R.B. (1966). The scree test for the number of factors. Multivariate Behavioral Research, 1, 245-276. Crowne, D. P. & Marlowe, D. (1960). A new scale of social desirability independent of pathology. Journal of Consulting Psychology, 24, 349-354. Duriez, B. & Van Hiel, A. (ten perse). The march of modern fascism: A comparison of social dominance orientation and authoritarianism. Personality and Individual Differences Hambleton, R.K. (1994). Guidelines for adapting educational and psychological tests: A progress report. European Journal of Psychological Assessment (Bulletin of the International Test Commission), 10, 229-244. Maslow, A.H. (1943). The authoritarian character structure. Journal of Social Psychology, 18, 401-411. Pratto, F. (1999). The puzzle of continuing group inequality: Piecing together psychological, social, and cultural forces in social dominance theory. In M. P. Zanna (Ed.), Advances in Experimental Social Psychology (Vol., 31, pp. 191-263). San Diego: Academic Press. Pratto, F., Sidanius, J., Stallworth, L. M., & Malle, B. F. (1994). Social Dominance Orientation: A personality variable predicting social and political attitudes. Journal of Personality and Social Psychology, 67, 741-763. Van de Vijver, F. & Leung, K. (1997). Methods and data analysis for cross-cultural research. London: Sage. Van Hiel, A. & Mervielde, I. (ten perse). Explaining conservative beliefs and political preferences: A comparison of social dominance orientation and authoritarianism. Journal of Applied Social Psychology

TABEL 1. Factorladingen, item-totaal correlaties, interne homogeniteit, gemiddelden en standaarddeviatie van de sociale dominantie schaal per steekproef. Factorladingen ----------------------------- Item-totaal correlatie ----------------------------- 1 2 3 1 2 3 1. Sommige sociale groepen zijn eenvoudig weg niet de gelijke van andere groepen.....51.27.55.46.31.52 2. Sommige mensen zijn meer achtenswaardig dan anderen.....51.31.26.47.35.27 3. Indien men niet zoveel aandacht zou besteden aan de gelijkheid tussen de mensen, zou dit land er veel beter bij varen....52.48.72.43.41.67 4. Sommige mensen zijn niet evenwaardig aan anderen....59.52.40.56.52.40 5. Ik vind het normaal dat sommige mensen meer kansen in het leven krijgen dan anderen.....56.46.52.49.42.49 6. Sommige mensen zijn inferieur aan anderen.....60.43.48.56.45.50 7. Het is soms nodig om anderen in de weg te staan om vooruit te komen in 't leven.....44.46.50.39.40.43 8. Men zou moeten ijveren voor een grotere economische gelijkheid.....58.66.58.46.48.45 9. Men zou moeten ijveren voor een toenemende sociale gelijkheid.....73.74.71.62.59.61 10. Gelijkheid is een belangrijke waarde voor mij.....72.70.87.59.53.76 11. Indien mensen op gelijke voet zouden behandeld worden, dan zouden er minder problemen zijn in deze maatschappij....59.67.81.47.48.69 12. In een ideale wereld zouden alle naties op basis van gelijkwaardigheid behandeld worden.....65.76.68.53.57.56 13. We zouden elkaar zo veel mogelijk als gelijken moeten behandelen....70.73.85.58.55.74 14. Het is belangrijk dat wij andere landen als gelijken behandelen.....69.74.85.58.58.74 Interne homogeniteit (Cronbach alpha)....85.83.88 Gemiddelde van de SDO-schaal... 2.16 2.26 2.00 Standaarddeviatie SDO-schaal... 0.57 0.61 0.73 Noot: Items 8 tot en met 14 dienen geïnverteerd te worden.