HAN Jaarverslag 2013 Bijlage A / Prestatieafspraken: Overzicht resultaten/prestatieindicatoren Bijlage A1. Definities en bronnen bij indicatoren prestatieafspraken Uitval Het aandeel van het totaal aantal voltijdse bachelorstudenten (eerstejaars HO) dat na een jaar niet meer bij dezelfde instelling in het hoger onderwijs staat ingeschreven Bron: 1cijferHO, DUO Switch Het aandeel van het totaal aantal voltijdse bachelorstudenten (eerstejaars HO) dat na een jaar studie staat ingeschreven bij een andere studie bij dezelfde instelling. Bron: 1cijferHO, DUO Bachelorrendement Het aandeel van de voltijdse bachelorstudenten die zich na het eerste studiejaar opnieuw bij dezelfde instelling inschrijven (herinschrijvers) dat in de nominale studietijd + één jaar (C+1) bij dezelfde instelling het bachelordiploma behaalt. Bron: 1cijferHO Studenttevredenheid Studenttevredenheid is gedefinieerd als de gemiddelde score op de vraag uit de Nationale Studentenenquête Hoe tevreden ben je over je studie in het algemeen?, weergegeven als een rapportcijfer. De vijfpuntsschaal is omgerekend naar een rapportcijfer op basis van de volgende transformatieformule: Rapportcijfer = (AlgemeenOordeel_01 *1.1247634467092)+3.0916424726512). Deze omrekenformule is tot stand gekomen op basis van regressieformules, waarin rekening wordt gehouden met het verschil in antwoordpatronen op een vijfpuntsschaal en een tienpuntsschaal zoals die door Researchned is berekend en ook gehanteerd is voor het Elsevier-onderzoek De beste stu- 166
HAN Jaarverslag 2013 Bijlage A / Prestatieafspraken: Overzicht resultaten/prestatieindicatoren dies 2011. Het betreft een gewogen gemiddelde conform de weegfactor die is opgenomen in het benchmarkbestand. Bron: NSE benchmarkbestand, Studiekeuze123 Geprogrammeerde contacttijd Geprogrammeerde contacttijd betreft de in het desbetreffende studiejaar door de opleiding geprogrammeerde klokuren (60 minuten) per leerjaar voor onderwijsactiviteiten waarbij de docent fysiek aanwezig is, exclusief tentamentijd, gemiddeld per week. Het aantal weken betreft de onderwijsweken buiten de stageperiode. Het jaarrooster van de HAN bestaat uit vier blokken, waarvan steeds acht onderwijsweken; in de overige weken vinden toetsen en examens plaats en worden de schoolvakanties geprogrammeerd. De stageweken worden berekend door het aantal stageuren te delen door veertig uur. Bron: beschrijving onderwijseenheden (als onderdeel bijlage bij het Onderwijs Examenreglement) Aantal fte voor onderzoek Het aantal fte voor onderzoek in het afgelopen kalenderjaar op basis van de definitie van de HBO-raad (nu: Vereniging Hogescholen) ten behoeve van de brancherapportage voor het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Het betreft de fte voor onderzoek in het afgelopen kalenderjaar dat verbonden is aan de activiteiten van de kenniscentra in het afgelopen kalenderjaar, de promotieonderzoeken die door de HAN (mede) worden gefinancierd waarvan de fte niet zijn ondergebracht bij de kenniscentra, en de omvang fte aan onderzoek in de faculteiten dat extern wordt gefinancierd maar niet is ondergebracht in de kenniscentra. Het betreft hier de volgende personeelscategorieën: lectoren, associate lectoren, docenten en andere onderzoekers, promovendi, ondersteuning, studenten. Bron: jaarverslagen kenniscentra, overzicht promovendi Programmamanager Onderzoek, afgestemd met beleidsmedewerkers onderzoek faculteiten en HR, fte extern gefinancierd onderzoek buiten de kenniscentra, via jaarrekening controllers en beleidsmedewerkers onderzoek. 167
Implementatie leerlijn onderzoek in curriculum De doorlopende leerlijn onderzoek bestaat uit logisch op elkaar volgende onderdelen in het curriculum, waarin studenten onderzoeksvaardigheden ontwikkelen die zij nodig hebben om aan te tonen dat zij de competenties/beroepstaken op eindniveau beheersen. Hierbij wordt geredeneerd vanaf het instroomniveau in jaar 1 tot en met afronding in jaar 4 (inclusief afstuderen), gerelateerd aan de eindtermen van de opleiding. Bron: instituutsdirecteuren op basis van beschrijving onderwijseenheden (als onderdeel bijlage bij het Onderwijs Examenreglement) Middelen voor onderzoek De definitie is afgeleid van de definitie die de HBO-raad hanteert, waaraan de HAN jaarlijks rapporteert ten behoeve van de brancherapportage voor het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, met die uitzondering dat ook de verworven middelen buiten de kenniscentra hierin zijn meegenomen. Het betreft hier: tweede geldstroom bestaande uit RAAK-middelen en overige tweede geldstroommiddelen, derde geldstroom bestaande uit contractinkomsten en collectebusfondsen en vierde geldstroom bestaande uit buitenlandse inkomsten en filantropische inkomsten voor onderzoek inclusief middelen buiten het kenniscentrum. Bron: decentrale middelen: jaarverslagen kenniscentra (jaarrekening faculteiten). Centrale middelen: jaarrekening HAN Personele inzet in valorisatie en ondernemerschap De personele inzet in fte voor de (ontwikkeling van een) valorisatie-infrastructuur binnen de instelling betrekking hebbende op: beleidsontwikkeling, projectmanagement, accountmanagement en relatiebeheer, vraagarticulatie en matching en subsidieverwerving, ondernemerschap, projectuitvoering, voorzieningen, organisatie stages en afstudeeropdrachten en contractonderwijs. Bron: uitvraag binnen de instelling Meetmoment: kalenderjaar 2012 168
Middelen voor valorisatie en ondernemerschap Het betreft hier de kosten voor personele inzet (zie hiervoor), extra middelen (in cash) voor infrastructuur en activiteiten zijnde geen loonkosten en de financiële bijdrage aan relevante netwerken. Bron: uitvraag binnen de instelling Deelname studenten aan ondernemerschaponderwijs Dit wordt gemeten met drie indicatoren: a. Het percentage opleidingen met tussen de 1 en 3% ondernemerschapsonderwijs b. Het percentage opleidingen met meer dan 3% ondernemerschapsonderwijs Bij a. en b. betreft het substantiële programmering van ondernemerschap/ondernemendheidonderwijs in het curriculum (voltijd) dat naar inhoud en vorm gekoppeld is aan de specifieke eisen van het beroep. Bron: uitvraag bij directies op basis van beschrijving onderwijseenheden (als onderdeel bijlage bij het OER) c. Het aandeel van de voltijdse bachelorafgestudeerden dat de minor Ondernemerschap heeft gevolgd. Het betreft hier studenten die de minor hebben gevolgd en afgerond. Bron: HAN-SIS Docenten met een mastergraad dan wel gepromoveerd Betreft percentage docenten met een mastertitel dan wel een doctorsgraad. Het onderwijspersoneel betreft alle medewerkers die conform de Hay-functie zijn ingedeeld in de functie van hoofddocent, docent, onderzoeker, lector, associate lector of opleider/trainer/adviseur, geteld in headcount. Onderwijsassistenten en sport-/bewegingsadviseurs zijn, hoewel onderwijspersoneel, niet meegenomen in de telling, omdat zij niet horen tot de hier betreffende OP/selectie. De Hay-functie per medewerker is bepaald op basis van het HAN-functiebouwwerk dat is opgebouwd uit functieprofielen die zijn beschreven volgens de Haymethode. Bron: instellingsadministratie HRiS 169
Medewerkertevredenheid De gemiddelde score over alle items (tevredenheidsvragen) in het medewerkertevredenheidsonderzoek waarbij de vijfpuntsschaal is omgerekend naar een rapportcijfer. Bron: Medewerkertevredenheidsonderzoek HAN Professionaliseringsuitgaven Onder out of pocket expenses zijn opgenomen de kosten van HAN Academy, kosten voor bedrijfshulpverlening, collegegeld, materiaal en reiskosten verminderd met ontvangen lerarenbeurzen (centraal en decentraal) en door lectoren aan professionalisering bestede tijd. Verletkosten zijn de telling van centraal (HAN masterfonds) en decentraal opgenomen verletkosten. Bron: Dax Verhouding onderwijspersoneel/ondersteunend en beheerpersoneel (in fte) De verhouding onderwijspersoneel/ondersteunend en beheerpersoneel is berekend op basis van de Hay-functie per medewerker, zoals geregistreerd in de instellingsadministratie Edukaat. De Hay-functie per medewerker is bepaald op basis van het HAN-functiebouwwerk dat is opgebouwd uit functieprofielen zoals beschreven volgens de Hay-methode. Bron: instellingsadministratie HRiS 170