tijdens een excursie in september {fig. 1) gaf de tweede auteur namelijk de z.i. gerechtvaardigde indruk, dat het Sonchus palustris door

Vergelijkbare documenten
hoofdjes, dat langer is dan deze (Rijksherbarium, Leiden) Bij het gereedmaken van het verspreidingskaartje van Filago pyramidata L.

verspreiding (Laboratorium voor Aquatische Oecologie, Nijmegen) door Th.G. Giesen en G. van der Velde

wetenschappelijke naam vegetatietype

Duinen met Hippophaë rhamnoides (H2160) Verkorte naam: Duindoornstruwelen

getiteld: de invloed van het zoutgehalte op de verspreiding

Planten uit de Habitatrichtlijn

zij spraken sterretje (*). zuidhelling, zuidelijk van Nijmegen, in totaaleen achttal, benevens twee vondsten (Jorwerd standplaatsen

Leijduin 1837, Vogelenzang 1837 en 1839, Haarlem 1832, Zilk z. j. (Rijksinstituut voor Veldbiologisch Onderzoek ten behoeve van het Natuurbehoud)

Inleiding. Thuidium tamariscinum in Friesland. meldingen van Thuidium tamariscinum. Van. meldingen. Buxbaumiella 33 (

Leucojum aestivum L. indigeen

zijn voortgesproten uit een briljante visie. kanttekeningen, is helaas het onvermijdelijke gevolg. Deze kritische stellingname heeft

Teloceras Blagdeni (Sowerby) in het Pleistocene Maasgrind van Zuid Limburg (II)

Producentenorganisatie Kokkelvisserij p/a Ir. J. D. Holstein Coxstraat DC Kapelle. Project nummer:

Rijksmonumenten - nabijheid

(Lactuca virosa L.). Diverse minof meer geroutineerdefloristenbleken de planten voor de

Vaccinium corymbosum L. in Nederland ingeburgerd. zijn naar aanleiding van gunstige berichten over deze cultuur proeven genomen met de

De plek waar de zee als een brede rivier het land instroomt. Al het werk dat gedaan is om het Deltaplan uit te voeren.

De ramp in 1953 waarbij grote stukken van Zeeland, Noord-Brabant en Zuid- Holland overstroomden.

LPW. Datum excursie: Hokcode: D Plaats: Koersel Gids: Theo Nulens. Epilobium obscurum Donkergroene basterdwederik zz

Vogels van riet en ruigte. Baardman Panurus biarmicus

(Angelica archangelica L.) langs

Eikenprocessierups en klimaatverandering,

1. Status. Groenknolorchis (Liparis loeselii) H Kenschets. 3. Ecologische vereisten. 4. Huidig voorkomen

Fysische geografie van Nederland Landschappelijk Nederland de fysisch-geografische regio s

vriendelijk verschillende van onze kritische vormen te bekijken, Inleiding Potamogeton X zizii Koch ex Roth ( Potamogeton gramineus

Resultaten van het Kruiskruidenproject. Inleiding. bijeenbrengen van verspreidingsgegevens van enkele goed herkenbare plant- of

Joh. Jansen. gezamenlijke excursie gemaakt werd, en dat. speciaal onderwerp bezig hielden, weten, hulp

te beschouwen? door H.P.M. Hillegers lutea in stinsemilieus van Friesland, Zuid- soorten die binnen hun natuurlijke areaalgrenzen

Inventarisatie flora Golfbaan Grevelingenhout 2018

Lej. daarentegen werd in deze beide laatste edities weggelaten, omdat het voorkomen. beschrijving. forsterianum

Financiering in het MKB

Eikenprocessierups en klimaatverandering,

Validatieprotocollen. overige insecten spinnen overige ongewervelden

twijfel België vooral worden gerangschikt naar derivieren en riviertjes, waarlangs het zomerklokje 314) binnenkort aan een

Leenonderzoek Verbouwingen De cijfers 2016 vs 2015

kijken; de tocht bracht een Op 10 mei 1966maakte ik met de heren P. A. Bakker, C. Boot enchr. van Leeuwen Taraxacum euryphyllum door

Directie Limburg Project: 6 sluisdeuren Locatie: Maasbracht Planning: tussen , 2 deuren per jaar Leverancier: Hupkes

WoON-themarapport. Woningbouwplanningen van kwantiteit naar kwaliteit

Advies betreffende de verspreiding van het kruipend moerasscherm langs de Grote Geule (Beveren-Waas)

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Uitvoering Wet op het financieel toezicht ( Wft ), De Nederlandsche Bank

Rode Lijst Indicator van zoetwater- en landfauna,

Kees+(C.)+L.G. Groen c& Wout+J. van der Slikke (Stichting FLORON, Postbus 9514, Inleiding

Bij tal van Composieten komen straalbloemloze vormen voor, die in de meeste

Potamogeton bastaardering veelvuldig voorkomt en meestal wordt er een groot. (Sneek)

Nijverheidsstatistiek Struve en Bekaar

TERf Dataprofiel voor Archeologisch Vindplaatsen

Verplaatsen van exemplaren van het Klein glaskruid in het kader van sloopwerkzaamheden aan de Vinkenweg 17 te Rijnsburg

Archeologie West-Friesland, Nieuwe Steen 1, 1625 HV Hoorn, Postbus 603, 1620 AR Hoorn

thema 1 Nederland en het water topografie

Een vegetatieopname maken 6 Een flora-inventarisatie uitvoeren 9 Een natuurtoets uitvoeren 11

Zoogdieren van de Habitatrichtlijn,

Vluchtoord Uden tijdens WO I - Bevolkingsstatistieken

DEVERSPREIDINGVANZOETWATER-ENLANDSLAKKEN (GASTROPODA) IN HETDELTAGEBIED VOORDEAFSLUITINGEN

Jaarverslag 2009 Samenstelling: Henk Wagenaar

Atlas van de Flora van Vlaanderen en het Brussels Gewest: errata

Ontwikkeling naar duurzaamheid is te belangrijk om aan het toeval over te laten.

Grasland op zinkhoudende bodem behorend tot de Violetalia calaminariae (H6130) Verkorte naam: Zinkweiden

DE BANEN NAAR EEN HOGER PEIL

Brabantse bijen behoeven betere bescherming (beknopte beschouwing betreffende beheer & beleid) Tim Faasen

PWG-excursie naar riviereiland De Zaag op 25 april 2018

Bijlage 4 Bepaling archeologische verwachtingswaarden

Notitie. Inventarisatie Rapunzelklokje op locatie Platveld 4 te Meijel (gemeente Peel en Maas)

De vegetatie van populierenbos in het nvierensebied

18:30 uur. SLOBKOUSNIEUWS 32 jrg7. Volgende woensdag 16 augustus is de afspraak om

Meetverslag monitoring oeverplanten vooroeverproject Lek 2008

Voedselrijke zoomvormende ruigten van het laagland, en van de montane en alpiene zones (H6430) Verkorte naam: ruigten en zomen

Een aangepaste indeling in fysisch-geografische gebieden als basiskaart voor de landelijke verspreiding van soorten

Ecologische Atlas van paddenstoelen in Drenthe

Veldinventarisatie ringslang en levendbarende hagedis A37, omgeving Zwartemeer

Joost Meijer, Amsterdam, 2015

RAAP België - Rapport 027 Rupelmonde Kleine Gaanweg, aanleg visvijver (gemeente Kruibeke)

Z.-Limburg het areaal

(fig. 1, a). Het thallus is bruin tot zwart van kleur verder en glad en enigszins glanzend.

Eénjarige pioniervegetaties van slik- en zandgebieden met Salicornia en andere zoutminnende soorten (H1310) Verkorte naam: Zilte pionierbegroeiingen

Verspreidingsonderzoek Nederlandse zoogdieren VONZ 2012

n.v.t. Hollandse Delta - Kostenverdeling niet aan

PROVINCIAAL BLAD. maar minder dan maar minder dan maar minder dan

Regionale verscheidenheid in bevolkingsconcentraties Deel 2: Huishoudensgrootte

Afb. 1. De vindplaats van het muurwerk is aangegeven met de zwarte driehoek.

Nader onderzoek vissen polder t Hoekje

Zoete Rijkswateren in Ruud Beringen & Baudewijn Odé

De herontdekking van de Waterleliegracht. Samenvatting. Ankie Dols, Iris Al, Stefanie van der Kaaij, Maxime Kole, Bram Omon en Evelien Keuzenkamp

Baccharis halimifolia L. in Nederland: waar blijft Struikaster?

geschonken (Van Steenis, 1971).

buitenruimte mcdonald s Leiden zuid

De Boswet in de nieuwe Wet natuurbescherming. Hoofdstuk Houtopstanden

door G. Londo tot de invloedssfeer van het freatisch het grondwater mijden (daarvoor werden geen verlangen dat het grondwater gedurende kortere

Vijko P.A. Lukkien & Pipasi Jeurissen (Universiteit Utrecht, Faculteit Biologie, Postbus 80084, 3508 TB Utrecht;

De Paardehoefklaver in Nederland. Hoe lang nog?

grondwater doorgrond wat kunt u doen tegen grondwateroverlast?

Leenonderzoek Het autolening onderzoek 2017

Quick scan ecologie Groene schip, Machineweg

PROVINCIAAL BLAD. Aanwijzingsbesluit Vaartuigen openbare plaatsen Zuidwestelijke Delta 2016.

PROVINCIAAL BLAD. Gelet op artikel 2.4 van de Waterwet en artikel 4.1 van de Wet ruimtelijke ordening;

Nieuwsbrief Plantenwerkgroep KNNV Alkmaar - Den Helder

Quick scan ecologie Excelsior te Winterswijk

Kleine tijm: achteruitgang in cascade. E.J. Weeda

Selectiebesluit archeologie Breda, Molengracht JEKA

Zoekopdrachten bij Het water komt. **

Transcriptie:

Sonchus palustris L. in Zuidwest-Nederland door C. Sipkes (Rockanje) en J. Mennema (Rijksherbarium, Leiden) De vondst van Sonchus palustris L. ten Westen van het Brede Water op Voorne door de eerste onzer tijdens een excursie in september deze publicatie. Een blik op het verspreidingskaartje 1967 vormt de aanleiding tot van deze soort in het IVONalbum {fig. 1) gaf de tweede auteur namelijk de z.i. gerechtvaardigde indruk, dat het vermelden van nieuwe vindplaatsen van de moerasmelkdistel in het zuidwestelijk 119

Fig. 1. Verspreidingskaart van Sonchus palustris L. volgens de I.V.O.N.-gegevens. deel van ons land zinvol is. Hij stelde dus voor de van gegevens Voorne te combineren met enkele andere, die hij had verzameld in Z.W.-Nederland, tot een gezamenlijke publicatie. Om er zeker van te dat zijn, Sonchus palustris in het genoemde gebied inderdaad vrij zeldzaam voorkomt, werd het materiaal van de in het Rijksherbarium aanwezige Nederlandse collecties doorgewerkt, alsmede het literatuurkaartsysteem van de afdeling Nederland van dit instituut x ). Het resultaat is opzienbarend te noemen (fig. 2). ') De heer D. T. E. van der Ploeg (Sneek) stelde op ons verzoek zijn vindplaatsgegevens van de provincie Friesland beschikbaar. 120

Sonchus Fig. 2. Verspreidingskaart van palustris L. volgens de I.V.O.N.-gegevens, aangevuld met herbarium- en literatuuropgaven. Op het IVON-kaartje zijn 84 hokken als vindplaats bekend, op het aangevulde kaartje niet minder dan 140, wat dus een aanvulling betekent van 66 2 / a %! Dit alleen al moet reeds een afwijzing inhouden van het soms geuite verzoek om zonder meer over te gaan tot het publiceren van de IVON-kaartjes, omdat het o.i. niet wenselijk lijkt om de verspreidingsgegevens zo onvolledig te publiceren, als dan het geval zou kunnen zijn. Dat geldt des te meer omdat, zoals uit beide kaartjes blijkt, de aanvullingen niet gelijkmatig bij de bestaande IVON-gegevens aansluiten. In het zuidwestelijke deel van Nederland, gelegen ten Zuiden van Leiden, komt volgens het IVON-kaartje Sonchus palustris slechts in 13 hokken voor; het aantal te verwachten aanvullende 121

hokken zou derhalve 8 a 9 mogen bedragen. Vooral dank zij recent onderzoek van oude rivierlopen (VAN DONSELAAR, 1956), de Oude Maas (MENNEMA, 1967) en alle buitendijkse gronden in het deltagebied (Dr. Ir. W. G. Beeftink, Delta Instituut voor Hydrobiologisch Onderzoek te Yerseke) bleek dit aantal 32 te zijn, waardoor juist hier het beeld van de verspreiding van deze soort aanmerkelijk veranderde. Ogenschijnlijk lijkt de zin van deze publicatie nu te zijn weggevallen, ware het niet, dat het gewijzigde verspreidingsbeeld enkele vragen oproept. HEUKELS-VAN OOSTSTROOM (1962) noemt Sonchus palustris vrij zeldzaam in het Hafdistrict, hoewel plaatselijk vrij algemeen; langs oevers van plassen, tussen het riet, vooral in zwak brak water. Het grote aantal vondsten in het brakke gedeelte van het Fluviatiele district doet de vraag rijzen of de moerasmelkdistel wel inderdaad zo'n typische haf- of veenplant is, als ook door VAN SOEST (1933) wordt gesteld. Of zijn deze twee districten in het Z.W.-deel van Nederland niet zo duidelijk te scheiden als tot nu toe is aangenomen? Het is in deze opmerkelijk, dat BARKMAN (1958) in zijn weliswaar op epiphyten gebaseerde phytogeografische indeling het Hafdistrict in het oostelijk deel van Z.W.-Nederland laat doorlopen tot in Zeeuws-Vlaanderen. Recente vondsten op het Kruiteiland aan de samenvloeiing van Oude en Nieuwe Maas (MENNEMA, 1967), langs de Oude Maas en op de Esschenplaat aan het Haringvliet geven de indruk, dat in het brakke tot zoete gedeelte van het getijdengebied Sonchus palustris vooral optreedt in de zone, die als ruigte (ZONNEVELD, 1960; MENNEMA, 1967) wordt aangeduid: de gordel die juist boven de gemiddelde hoogwaterlijn ligt en waar door omstandigheden boomgroei niet optreedt. Dit welige, soortenrijke vegetatietype, met o.m. Thalictrum flavum, Filipendula ulmaria, Epilobium hirsutum, Angelica sylvestris en A. archangelica, Heracleum sphondylium, Symphytum officinale, Scrophularia nodosa, Scutellaria galericulata, Eupatorium cannabinum, Senecio paludosus en S. is derhalve niet overal in fluviatilis, het getijdengebied te vinden. Bovendien komt Sonchus palustris niet in elke ruigte voor, maar vooral daar, waar het hoge water een regelmatige afzetting geeft van organisch afvalmateriaal. Dit komt goed overeen met de opvatting van WESTHOFF (1950), dat in het veengebied juist de door de mens met slootbagger en vuil opgehoogde groeiplaats vormen van het gezelschap van Sonchus palustris, aanwassen de waarvan de auteur van dit gezelschap, VLIEGER (1942), zelf al dat het schrijft, voorkomt langs de oevers der sloten en op andere hoger gelegen plekken, die in de vegetatieperiode droogvoets begaanbaar zijn. In dit licht bezien zou Sonchus palustris dus zowel in het Hafdistrict als in het Fluviatiele district onder min of meer gelijke omstandigheden kunnen voorkomen. De nieuwe vindplaats op Voorne doet in dit verband wat vreemd aan, omdat een nieuw plantengeografisch district, nl. het Duindistrict, in de beschouwingen moet worden betrokken. Een vondst vroegere op Voorne in 1948 (KLOOS, 1950) het bij meertje De Waal, waar de soort door de eerste onzer in 1967 nog in honderden exemplaren langs de rietzoom aan de oevers is gezien, zou nog vrij gemakkelijk in het Fluviatiele district kunnen worden geplaatst. Begeleiders als Apium graveolens en Aster tripolium duiden er bovendien op, dat dit gebied nog steeds niet geheel is ontzilt. De groeiplaats bij het Brede Water is omgeven door een dicht, duinstruweel vochtig met (deels dode) Hippophaë rhamnoides, Rosa rubiginosa, Salix repens, Calamagrostis 122

epigejos, Crataegus monogyna en Betula verrucosa. Waar Sonchus palustris staat, is het iets lager en natter en ontbreken deze soorten. In dit verband zou het interessant zijn te weten in welk milieu de moerasmelkdistel op de Waddeneilandenwordt (of werd) aangetroffen. Het lijkt aannemelijk, dat ook hier een zekere voedselrijkdom in de bodem tezamen met een redelijke vochtigheidsgraad de eerste voorwaarden zijn, waaraan de groeiplaats van Sonchus palustris moet voldoen, voorwaarden, waaraan in de laatste natte jaren op de voedselrijke oude strandvlakten van Voorne voor de groeiplaats bij het Brede Water zeker is voldaan. Literatuur BARKMAN, J. J., 1958. Phytosociology and ecology of cryptogamic epiphytes. Assen. DONSELAAR, J. VAN, 1956. Het vegetatiekundig onderzoek van oude rivierlopen. Natuur en Landschap 10, p. 203 212. HEUKELS-VAN OOSTSTROOM (bew. S. J. VAN OOSTSTROOM), 1962. Flora van Nederland, 15e druk. Groningen. KLÓOS, A. W., 1950. van Verslag de excursie, gehouden Voorne 24 29 Juli op 1948. Ned. Kruidk. Arch. 57, 115 118. p. MENNEMA, J., 1967. Het landschap van de Oude Maas. Verslag over het jaar 1966 gedaan door Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten van Zuid-Holland, p. 11 95. SOEST, J. L. VAN, 1933. De Flora van de IJseldelta. Ned. Kruidk. Arch. 43, p. 421 482. VLIEGER, J 1942. In E. M. van Zinderen Bakker, Het Naardermeer. Amsterdam. WESTHOFF, V., 1950. De plantengroei van de Botshol. Ned. Kruidk. Arch. 57, p. 88 91. ZONNEVELD, I. S., 1960. De Brabantse Biesbosch. Diss. Wageningen. Summary The authors give a survey of the recent distribution of Sonchus palustris L. in the Netherlands (fig. 2). New data on the occurrence of this species have considerably altered our knowledge of the distribution pattern as shown in fig. 1, especially in the southwestern part of the country. This part belongs mainly to the phytogeographical Fluviatile district. 123