Special Olympics Belgium. Tafeltennis: Skills. Februari Belgium

Vergelijkbare documenten
Special Olympics Belgium. Tennis: Skills. Februari Belgium

HOOFDSTUK 1: HET TERREIN 2 HOOFDSTUK 2: DE SHUTTLE 2 HOOFDSTUK 3: HET NET 2 HOOFDSTUK 4: DE SPELERS 2 HOOFDSTUK 5: DE LOTING 2 HOOFDSTUK 6: DE MATCH 3

Reglement Special Olympics Belgium. Badminton. November Belgium

SpecialOlympics.be. Reglement Special Olympics Belgium. Tennis. Februari Belgium

Reglement Special Olympics Belgium. Tennis. Mei Belgium

Training voor Senioren. Doelgroep: senioren, lessen van 30 minuten

Special Olympics Tennis Reglement versie SOI Juni

Algemene voorwaarden Nationale Kampioenschappen G-Tennis 2017

Special Olympics Belgium. Floorbal: Skills. Januari Belgium

Van Groen naar Geel. Dia 1. Dia 2. Dia 3. Doelen vandaag: Ontwikkeling

Deel 1: Contratechniek en service + ontvangst

Warming up. Shuttle tikkertje. Hoe lang? Doel van het spel Wat heb ik nodig? Organisatie. Start. Speelregels Hoe maak ik het makkelijker?

Clinic SmashVolley Eurovolleycenter Vilvoorde maandag 28 november 2016

de tennis reglementen kwis

KADERDAGEN 2016 EFFECTIEF TRAINEN. Bart De Keersmaeker

Algemene voorwaarden Nationale Kampioenschappen G-Tennis 2017

TENNIS SECTIE A OFFICIËLE ONDERDELEN SECTIE B WEDSTRIJDREGELS

SQUASH. 1. Spelregels. Schoenen: no black or dirty soles! Ballen: zwarte en blauwe ballen. Bril

Onder schooltijd: groep 5-6

Nieuwerkerkse Hockey Club De IJssel. Coach tips Tactische uitgangspunten

Tennis Fit Oefeningen

Zaaltechnieken Techniek Omschrijving Criteria Veel gemaakte fouten Plaatje Forehand aannamen

Spelvormen 1-tegen-1 (seizoen )

Inspelen met z'n allen

Hockey en Korfbal. Kennismakingsmappen PRAKTIJK

Let s Smash! StreetSmash Spellenboek Voor Sportleiders. Superhandig. boekje

1 tegen 1 / 2 tegen 2 / 3 tegen 3 / 4 tegen 4 / 6 tegen 6

Werkstuk LO Sport: Badminton

Training 5 : blokorganisatie P voor + receptie. Oef. 1. Cardio-vasculaire activatie techniek onderhands - bovenhands

VLAAMSE VOLLEYBALBOND SMASHVOLLEY DE LAAGDREMPELIGE VARIANT VAN VOLLEYBAL VOOR DE ALLERKLEINSTEN

Overzicht Prestatie Niveau 3 Technische doelen Tactische doelen Sociale Doelen Mentale Doelen

DE SPELREGELS VAN HET TAFELTENNIS

CMV Inhoudsopgave

01. Smashen op voorwerp

De route naar de Glazen Kooi

Overzicht Prestatie Niveau 6 Technische doelen Tactische doelen Sociale Doelen Mentale Doelen

Je begint het spel badminton met de tos. De scheidsrechter gooit de shuttle in het midden van het veld de lucht in.

Regels voor het schoolvolleybaltoernooi

LES 1. GROEP: 3 t/m 8 BADMINTON DOELSTELLINGEN:

Wie zorgt voor wat? Voor de wedstrijd moet er van alles gebeuren. Wie zorgt voor wat?

Table groep 7/8

d. Het speelvlak omvat ook de randen aan de bovenkant van de tafel, maar niet de zijkanten van het tafelblad onder die randen.

NAAR EEN VEILIGER SPORTKLIMAAT. Nanning van der Hoop. Algemene ledenvergadering Afdeling Limburg 29 JUNI 2013

Reglement Special Olympics Belgium. Tafeltennis. Februari Belgium

Werkstuk LO Badminton

WAT HEB JE NODIG ALS JE WIL BEGINNEN MET BADMINTON?

TENNISSPELREGELS IN EEN NOTENDOP

CMV Inhoudsopgave

Regel 1: puntentelling De puntentelling bij padel is hetzelfde als bij tennis en verloopt in game, set en match.

Tafeltennis in een ander jasje

Positionering op het veld

NIVEAU 1. Snelheid en balvaardigheid

vzw FOCUS TENNISSCHOLEN PLANNING GROEN (GEVORDERD > ITN 7)

1. REEKSINDELING 2 2. OPMAAK KLASSEMENT 2. Competitieregels 7 tegen 7 3

Spelhervattingen : De Verdedigende Strafcorner Versie mei 2005 Bron: KNHB / R.Klein / B.Bams

Ledenwerving Vervolgactiviteit op de tennisvereniging I LOVE TENNIS. Een tennisfeest op de vereniging

Training 38 : korte dekking - aanval midden uit receptie

Coach assistentie. Flash Veendam

Basisprincipes. - Veel balcontacten. - Stoer, actie, smashen en scoren. - Veel beweging. - Makkelijk om mee te doen. - Als-dan-principe.

TESTBATTERIJ SPEELFASE jarigen

SPELREGELS MINIBASKETBAL PROVINCIE ANTWERPEN SEIZOEN RONDE 2

De shuttle: Shuttles worden in onze club gratis ter beschikking gesteld (recreatie én competitie)

Tafeltennis basistechniek en seizoenplanning juli 2011 Paul Molenaar Combinatiefunctionaris Amsterdam

De vernieuwde spelvormen

Kinderen tot 8 jaar. +/- 10 min Kern A2: Aanleren slag beweging bij de Forehand

Tennis. Algemene lesinformatie 1

Spelvormen voor de jeugd Doel: spelregelkennis vergroten en jeugd voorbereiden voor toets Official 1

TRAININGWIJZER. Deze trainingwijzer is een onderdeel van je sportdossier. Bewaar hem bij je dossier! Bewegen/Bewegen en regelen

Opwarming: Loopspel met zijwaartse verplaatsing op snelheid. Lager/Secundair

Verkorte versie van de regels voor squash

Scheidsrechter bij Recvol en Nevobo

Is een service die direct op de vloer komt binnen de lijnen. Hij kan dus niet gepasst worden. (ze konden de bal niet terugspelen)

Niveau 1 A. 3,5 lang en 3 breed, afgebakend met kegels

Nkejvitqgpg" qpg. Fqgnvtcr. Fqpmgtitqgpg" qpg. Uvtchuejqrigdkgf. Okffgpektmgn. Chvtcr. Cejvgtnklp. \klnklp. Qojgkpkpi

De Strafworp. Allereerst worden algemene punten genoemd waarmee een oefening gevarieerd kan worden.

Badmintonnen: kijken, actie en concentratie

OEFENSTOF CIRCULATIE-MINIVOLLEYBAL

Warmup verplaatsing verdedigen OEFENINGEN: VERDEDIGING. Verklaring gebruikte tekens

Technische doelen Tactische doelen Sociale Doelen Mentale Doelen

Aanvang: - De bal mag vanaf elke plaats in het veld over het net worden gegooid, waarbij de bal het net mag raken.

Keepers/Basistechnieken. 1. Oefenvorm: Aannemen van de juiste uitgangshouding vanuit de beweging(1)

Hoe kan ik meer ballen in het dubbelspel aan het net wegvolleren?

SPELREGEL- + INFORMATIEBOEKJE. tafeltennis

Niveau 3 Onderarms spelen

SPELREGELS SPEELTAFEL 12 IN 1

MODULE BADMINTON Bron: Periode 2. Lestijd : 4 weken. Naam:

SELECTIE PROCEDURE ON ICE TEST

De spelers proberen de bal over het net bij de tegenstander in het veld op de grond te krijgen.

TESTBATTERIJ SPEELFASE jarigen

RICHTLIJNEN VOOR OUDERS INZAKE PBO JEUGDCUP TOERNOOIEN

Spelregels School Moves Volley Arnhem

1 Basisvorm: DVD D-pupillen oefenvormen. 4 tegen 4 met 4 doeltjes. Vereenvoudigingen. Oefenvormen

1. Het spel. 2. De puntentelling

- SPELLENBOEK - vijf spellen. JE EIGEN SMASh!-Spel. SPEEL JE MET ons MEE? Word een echte SMAShER

Dynamic Tennis Bond Nederland

CMV Spelregels vastgesteld april

Inleiding. Toelichting op de spelregels. Voordat u de zaal in gaat: belangrijke informatie!

DYNAMICTENNIS BOND NEDERLAND (DTBN)

Overzicht Prestatie Niveau 1 Technische doelen Tactische doelen Sociale Doelen Mentale Doelen

MODULE VOLLEYBAL TWEEDE FASE

Transcriptie:

Special Olympics Belgium : Skills Februari 2016 Belgium

TAFELTENNIS SKILLS Doel: Het niveau van de atleet bepalen om gelijkwaardige reeksen samen te stellen. Deze skills zijn van toepassing tijdens de Spelen. Ze zijn in het leven geroepen om toch een minimum aan slagwisseling tussen de atleten te krijgen. MINIMUMEISEN OM ZICH TE MOGEN INCHRIJVEN VOOR HET TAFELTENNIS OP DE NATIONALE SPELEN: 1. De opslag: de atleet moet kunnen opslaan. Waar het balletje landt op de tafel (op de juiste zijde) is van bijkomstig belang. 2. Terugslaan: de atleet moet het balletje 5 keer kunnen terugslaan op 10 pogingen (opslag door de coach). Algemeen: Om de capaciteit van de atleet juist in te schatten, zijn er voor iedere oefening toch een tiental pogingen nodig. De coach noteert de resultaten voor elke oefening. 2

A. Forehand De trainer speelt de balletjes naar de forehand van de atleet. De speler heeft moeite met het slaan van forehand. De forehand slag van de speler is zwak. De speler kan forehand slaan met een beetje richting. De richting van de forehand slag van de speler is gecontroleerd, maar in de slag is er een gebrek aan dieptegang. De speler speelt een rally met gecontroleerde richting. De speler speelt een rally met samenhang en diepgang. De speler heeft een gecontroleerde forehand met richting, snelheid en diepte. 7 punten 8 punten 3

B. Backhand De trainer speelt de balletjes naar de backhand van de atleet. De speler heeft moeite met het slaan van backhand. De backhand slag van de speler is zwak. De speler kan backhand slaan met een beetje richting. De richting van de backhand slag van de speler is gecontroleerd, maar in de slag is er een gebrek aan dieptegang. De speler speelt een rally met gecontroleerde richting. De speler speelt een rally met samenhang en diepgang. De speler heeft een gecontroleerde backhand met richting, snelheid en diepte. 7 punten 8 punten 4

C. De verplaatsingen Het concept van verplaatsing bestaat uit twee verschillende trajecten: - Het uitgevoerde traject om het balletje tegemoet te gaan = verplaatsing - Het uitgevoerde traject om terug te gaan naar het midden van het terrein = herplaatsing Voor deze evaluatie speelt de trainer het balletje en plaatst het in de vier hoeken van de tafelhelft (vooraan, achteraan, rechts en links). De speler staat stil, hij beweegt niet naar de bal om te slaan. De speler zet 1 à 2 passen naar de bal voordat hij slaat. De speler beweegt in de richting van de bal, maar de verdediging van het speelveld is slecht. De beweging van de speler is goed en er is voldoende verdediging van het speelveld voor de meeste slagen. Uitzonderlijk speelveld verdediging en brengt de tegenstander niet in problemen. Uitzonderlijk speelveld verdediging en brengt de tegenstander in problemen. 7 punten 5

D. De service (opslag) De opslag gegeven met de forehand of backhand wordt gegeven achter de eindlijn van de tafel met de handen in correcte positie. Het balletje dient eerst te botsen op de eigen tafelhelft en nadien op de tafelhelft van de tegenstander. De atle(e)t(e) voert 5 opslagen uit van elke kant. De opslag is zwak. Fouten bij de opslag komen vaak voor. De speler serveert zijn opslag met weinig variatie of effect. De speler serveert zijn opslag met variatie. De speler serveert zijn opslag met snelheid, variatie en effect. 8 punten 6

E. Terugslaan van de opslag De speler heeft moeite om de opslag terug te slaan. De speler slaat de opslag af en toe terug. De speler slaat de opslag meestal terug. De speler slaat de opslag terug met weinig variatie of effect. De speler slaat de opslag terug met variatie of effect. De speler slaat de opslag met variatie en effect. 7 punten 7

F. De stopbal Het is de slag waarbij het balletje min of meer nipt over het net wordt gespeeld om het punt te maken (tot maximum 15 cm van het net verwijderd op de tafelhelft van de tegenstander). De speler voert nooit een stopbal uit en is er niet toe in staat. De speler voert af en toe een stopbal uit maar speelt te hoog (zonder de tegenstander in moeilijkheden te brengen) en neemt niet terug plaats op de juiste plaats aan zijn tafelzijde waardoor hij zelf in moeilijkheden geraakt. De speler voert af en toe een stopbal uit en neemt terug plaats op de juiste plaats langs zijn tafelzijde maar brengt zijn tegenstander niet in moeilijkheden (balletje te hoog of te hard). De speler voert een stopbal uit wanneer de mogelijkheid zich voordoet maar neemt niet terug plaats op de juiste plaats langs zijn tafelzijde. De stopbal is echter behoorlijk en brengt de tegenstander in moeilijkheden. De speler voert een stopbal uit wanneer de mogelijkheid zich voordoet, brengt daarbij de tegenstander in moeilijkheden en neemt bovendien terug plaats op de correcte plaats aan zijn tafelzijde. 8

G. De smash De speler kan niet smashen. De speler smasht maar niet veel. De speler smasht met weinig fouten. De speler smasht met forehand en backhand waarbij één van de twee beter is. De speler slaat agressief forehand en backhand smash. 9

H. OOG HAND Coördinatie De speler slaagt er niet in om binnen de gestelde tijd van 30 seconden het balletje 10 maal na elkaar met de forehand in de lucht te houden (al stilstaand of met een minimum aan verplaatsing). De speler slaagt er wel in om binnen de gestelde tijd van 30 seconden het balletje 10 maal na elkaar met de forehand in de lucht te houden (al stilstaand of met een minimum aan verplaatsing). MAAR De speler slaagt er niet in om binnen de gestelde tijd van 30 seconden het balletje 8 maal na elkaar met de backhand in de lucht te houden (al stilstaand of met een minimum aan verplaatsing). De speler slaagt er wel in om binnen de gestelde tijd van 30 seconden het balletje 8 maal na elkaar met de backhand in de lucht te houden (al stilstaand of met een minimum aan verplaatsing). De speler kan afwisselend met de forehand en backhand het balletje in de lucht houden. MAAR De speler slaagt er niet in om binnen de gestelde tijd van 30 seconden het balletje 8 maal na elkaar afwisselend met de forehand en backhand in de lucht te houden en dit terwijl hij/zij zich verplaatst op het speelveld. De speler slaagt er wel in om binnen de gestelde tijd van 30 seconden het balletje 8 maal na elkaar afwisselend met de forehand en backhand in de lucht te houden en dit terwijl hij/zij zich verplaatst op het speelveld. 8 punten 1 2 10

I. Bewustzijn van de terreingrenzen Voor deze evaluatie serveert en/of retourneert de trainer de balletjes naar de speler, waarbij hij/zij alle balletjes opzettelijk net buiten het speelvlak slaat (dus out ). De speler kan geen betekenis geven aan het woord out en slaat dus bijna altijd het balletje terug (90%). De speler kan wel een betekenis geven aan het woord out maar slaat zeer regelmatig het balletje terug (75%). De speler kan wel een betekenis geven aan het woord out en slaat sporadisch het balletje terug (25%). De speler kan wel een betekenis geven aan het woord out en slaat het balletje niet terug. Totaal score Deel de totale score door 9 om de score voor de evaluatie te kennen. (rond af tot het dichtstbijzijnde tiende bv. 4,97 = 5,0 of 3,53 = 3,5) Evaluatie score 11