Rijprocedure bij het examen certificaat van vakbekwaamheid vorkheftruckchauffeur/reachtruckchauffeur CCV



Vergelijkbare documenten
Toetsmatrijs Vakbekwaamheid vorkheftruck-/reachtruckchauffeur praktijk Initieel en Verlenging

Vakbekwaamheid vorkheftruck-/reachtruckchauffeur praktijk

Toetsmatrijs. Opgesteld door: CCV

Toetsmatrijs. Opgesteld door: CCV. Examenonderdeel. Chauffeur Containerheftruck. Opgenomen in de toets: Aantal vragen /opdrachten: Taxonomie code:

Veiligheid vorkheftruck-/reachtruckchauffeur praktijk

Toetsmatrijs Veiligheid vorkheftruck-/reachtruck praktijk

LOGISTIEKE OPLEIDINGEN HEFTRUCK PROEFEXAMEN 2 VEILIG WERKEN MET DE HEF- OF REACHTRUCK

LOGISTIEKE OPLEIDINGEN HEFTRUCK PROEFEXAMEN 1 VEILIG WERKEN MET DE HEF- OF REACHTRUCK

SSVV Opleidingengids TOETSMATRIJS THEORIE-EXAMEN: WERKEN MET EEN VORKHEFTRUCK. Algemeen (basisbegrippen)

LOGISTIEKE OPLEIDINGEN HEFTRUCK PROEFEXAMEN 3 VEILIG WERKEN MET DE HEF- OF REACHTRUCK

BASISEISEN EXAMENLOCATIE TEN BEHOEVE VAN VAKBEKWAAMHEIDSEISEN VORKHEFTRUCKEXAMENS EN /OF REACHTRUCKEXAMENS

Theorie. Taxono mie Code

SSVV Opleidingengids TOETSMATRIJS THEORIE-EXAMEN: WERKEN MET EEN VORKHEFTRUCK. Algemeen (basisbegrippen)

TOELICHTING BIJ HET SAMENSTELLEN VAN DE

(indien van toepassing) 1. klem 2. vorkversteller (spreader) 3. side shift 4. verlengde vork

Toetsmatrijs Praktijkexamen Rijbewijs voor categorie T*

BEROEPSKWALIFICATIE (BK 0052) Heftruckchauffeur (m/v)

UITVOERINGSVOORSCHRIFTEN EXAMINERING. Werken met een vorkheftruck Ingangsdatum 1 juli 2016

Toetsmatrijs Praktijkexamen Rijbewijs voor categorie T

Werken met starre verreiker (IS-003) Versie TC-K

Beschikbare tijd: per set van 3 opdrachten 30 minuten (incl. aanvangscontrole)

(indien van toepassing)

UITVOERINGS VOORSCHRIFTEN EXAMINERING Werken met een (vork)heftruck Ingangsdatum 1 april 2012

Toolbox-meeting Rijden met aanhangwagens

Tax = Taxonomiecode F = Feitelijke kennis B = Begripsmatige kennis R = Reproductieve vaardigheid P = Productieve vaardigheid

UITVOERINGS VOORSCHRIFTEN EXAMINERING Werken met een (vork)heftruck Ingangsdatum 1 april 2012

UITVOERINGS VOORSCHRIFTEN EXAMINERING Werken met een (vork)heftruck Ingangsdatum 10 mei 2014

BEROEPSKWALIFICATIE (BK 0053) Reachtruckchauffeur (m/v)

UITVOERINGSVOORSCHRIFTEN EXAMINERING Werken met een vorkheftruck Ingangsdatum 1 maart 2018

Vakbekwaamheid vorkheftruck-/reachtruckchauffeur theorie

Vakbekwaamheid vorkheftruck-/reachtruckchauffeur theorie

BEROEPSKWALIFICATIE (0052) Heftruckchauffeur

Werken met vorkheftruck gevorderd (IS-001) Versie TC-K

U16-2, Heftruck CBR Registratienummer. 2. Naam opleider

Dit is een door het CCV goedgekeurd lesplan

CHECKLIST LOCATIEKEURING BASISEISEN EXAMENLOCATIE VAKBEKWAAMHEIDSEXAMEN VORKHEFTRUCKCHAUFFEUR/REACHTRUCKCHAUFFEUR, JUNI 2008

Toetsmatrijs Praktijkexamen Rijbewijs voor categorie D1, E bij D1, D en E bij D

5.9 PARKEREN ACHTER EEN VOERTUIG

Bijzondere verrichtingen

Werken met roterende verreiker (IS-031) Versie TC-K

Starten, schakelen & wegrijden:

RIJVAARDIGHEID CATEGORIE A

Scenario s toets besloten terrein C en D

Recht achteruit rijden

Persoonscertificatie Veilig werken met hijsgereedschappen en hefwerktuigen

Toetsmatrijs Praktijkexamen Rijbewijs voor categorie T*

BEDENK DAT VOOR ELKE OEFENING GELDT:

Tweeassige trekkers juli 2008

Rijklaar maken van het voertuig

Toetsmatrijs Praktijkexamen Rijbewijs voor categorie T*

De door het opleidingsinstituut ingezette toestafnemer beschikt over een WRM certificaat D.

afgenomen. Een volledige opleiding met examen duurt dus 3 dagen. Het examen

CURRICULUM PRAKTIJKOPLEIDING CATEGORIE B

UITVOERINGSVOORSCHRIFTEN EXAMINERING Werken met een roterende en/of starre verreiker voor heffen Ingangsdatum 1 januari 2017

Collega kom eens kijken:

6.5. EVENWIJDIG TEN OPZICHTE VAN DE WEG RECHTS PARKEREN TUSSEN TWEE VOERTUIGEN

UITVOERINGSVOORSCHRIFTEN EXAMINERING Werken met een starre verreiker voor heffen en hijsen Ingangsdatum 1 januari 2017

EPT12-EZ Elektrische transpallet. Gebruikershandleiding

HEFTRUCK. Wat is de gewenste situatie? Maatregelen. Sector Bloembollenteelt en handel

Werken met roterende verreiker met hijsfunctie (IS-032) Versie TC-K

Specificaties. WD 2300 Serie. Dubbelheffende stapelaar WD Serie

Handleiding: Rupsdumper roterende kipbak.

Toetsmatrijs Taxi vakbekwaamheid praktijk beperkt

RIJVAARDIGHEID CATEGORIE B

BGR 233 GEKEURD (DE) Gebruikshandleiding Laadbrug. Bekijk de instructievideo op

Toetsmatrijs Praktijkexamen Rijbewijs voor categorie C1, E bij C1, C en E bij C

Extra informatie examen voertuigbeheersing, uitleg clusters en examenoefeningen Verplichte oefeningen en keuze examinator

UITVOERINGS VOORSCHRIFTEN EXAMINERING werken met een verreiker voor heffen en hoogwerken Ingangsdatum 1 april 2012

Lees aandachtig deze handleiding vooraleer u uw Strider scooter gebruikt!

Transport over land en te water laten van de boot

HEFTRUCK. Wat is de gewenste situatie? Maatregelen. Sector Hoveniers en Groenvoorziening

Webinar opleiding heftruck

UITVOERINGS VOORSCHRIFTEN EXAMINERING werken met een starre verreiker voor heffen en hijsen (< 10 tonmeter) Ingangsdatum 23 juni 2014

OEFENING 1: THEORIE OPDRACHT

Alles over reizen met een caravan

1. Basisbegrippen K 1.1 het begrip hoogwerker omschrijven. 1

Scenario s toets besloten terrein C (VPBC) en D (VPBD)

Elektrische muurbeugel

De door het opleidingsinstituut ingezette toetsafnemer beschikt over een WRM certificaat C.

Toetsmatrijs Taxi Doelgroepenvervoer

UITVOERINGSVOORSCHRIFTEN EXAMINERING Werken met een roterende en/of starre verreiker voor heffen en hoogwerken Ingangsdatum 1 januari 2017

Persoonscertificatie Veilig werken met hijsgereedschappen en hefwerktuigen

Motor. Verkeersschool Cranenbroek. In deze brochure vindt u alles wat u moet weten voor en tijdens uw opleiding voor de motor.

Reachtruckchauffeur. Beroepsopleiding Studiegebied Auto BO AU Opleidingsprofiel secundair volwassenenonderwijs

Bijzondere Verrichtingen CBR

Toolbox: Veilig werken met een heftruck

Automatische transmissie

Een zorgvrager hulp bieden bij het omgaan met een rolstoel

- 1 - Informatie over veiligheid bij tillen, dragen en werken met intern transport

Cluster 1. Achteruit parkeren

UITVOERINGS VOORSCHRIFTEN EXAMINERING. werken met een roterende en of starre verreiker voor heffen Ingangsdatum 23 juni 2014

G E B R U I K S H A N D L E I D I N G. ALP-Lift Luchtlift. Pagina 1

UITVOERINGS VOORSCHRIFTEN EXAMINERING werken met een verreiker voor heffen Ingangsdatum 1 april 2012

Kennis Algemeen Eindtermen Onderwerp Theorie Praktijk 1.1 De kandidaat kan uitleggen 1 Hoogwerker x

Oefenboek. rijbewijs B

Vooruit kijken Vooruit denken Hoe gaat dat?

Module 3 Handelingsanalyses Bijzondere manoeuvres

Voertuigcontrole BN-BF-67 4 C

Snelweg invoegen, inhalen, uitvoegen.

Rijschool Amstelland

Transcriptie:

Rijprocedure bij het examen certificaat van vakbekwaamheid vorkheftruckchauffeur/reachtruckchauffeur CCV Versie 2009 CCV 2009. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze handleiding mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van CCV.

TOELICHTING OP DE TOETSTERMEN PRAKTIJKEXAMENS VORKHEFTRUCKCHAUFFEUR/REACHTRUCKCHAUFFEUR (nummering correspondeert met de nummering in de toetsmatrijs) 1. Controle en onderhoudshandelingen Dit onderdeel dient maximaal drie minuten in beslag te nemen, waarbij de kandidaat de controlehandelingen zo efficiënt mogelijk afwerkt. Na drie minuten stopt de examinator de controle. Het is de bedoeling dat de kandidaat aan de examinator vertelt wat hij controleert. Uitvoeren van de aanvangscontrole 1.1. Banden/velgen, beschadigingen vorkheftruck, veiligheidskap en lastrek De kandidaat controleert of er geen sprake is van overmatige slijtage aan de banden/velgen. Hij voert een visuele controle van de wielmoeren uit. Tijdens deze controle loopt de kandidaat om de vorkheftruck heen en meldt eventuele beschadigingen. De kandidaat voert een visuele controle uit van het lastrek en de veiligheidskap. Hij let op scheurvorming en op aanwezigheid van alle bouten. 1.2. Batterijsteker(s), kabels en vergrendeling batterij. LPG-vorkheftruck: ligging gastank, afsluiter gastank, gasslang, gasslangaansluiting De kandidaat voelt of de batterijsteker(s) goed aangesloten zit(ten) en controleert de kabels op beschadigingen. Er vindt een visuele controle plaats van de vergrendeling van de batterij. De kandidaat geeft hierbij een mondelinge toelichting. LPG-vorkheftruck Ligging gastank: - De kandidaat controleert of de gastank zonder speling op de vorkheftruck is gemonteerd. - De kandidaat controleert de juiste ligging van de gastank op een van de volgende punten: gaatje t.b.v. de paspen onder kruis op gastank (horizontaal) ingeslagen woord "boven" dient ook boven te liggen Afsluiter gastank: De kandidaat draait de afsluiter van de gastank open en draait de afsluiter vervolgens een kwartslag terug. Gasslang en gasslangaansluiting: De kandidaat controleert daadwerkelijk de gasslang en gasslangaansluiting op eventuele lekkages, beschadigingen en bevestiging. 1.3. Motoroliepeil, niveau koelvloeistof, remvloeistofreservoir en/of pedaaldruk rempedaal - De kandidaat wijst aan waar de peilstok van de motorolie zich bevindt. - De kandidaat wijst aan waar de koelvloeistof zich bevindt. CCV, maart 2009 1/16

Bij een vorkheftruck waarbij het remvloeistofreservoir wel zichtbaar is: De kandidaat wijst het remvloeistofreservoir aan (remvloeistofniveau) en benoemt het. Bovendien controleert de kandidaat de rempedaaldruk door het rempedaal in te drukken en te controleren op drukverlies. Bij een vorkheftruck waarbij het remvloeistofreservoir niet zichtbaar is: De kandidaat controleert de rempedaaldruk door het rempedaal in te drukken en te controleren op drukverlies. 1.4. Stoel/stuurkolom, veiligheidsgordel, terugveren regelventielen - De kandidaat stapt op de vorkheftruck, stelt, indien nodig, zelf stoel en stuur in. Hierbij dient gelet te worden op het postuur van de kandidaat. Indien stoel/stuur voor zijn postuur goed staan, dient de kandidaat dit te melden. - De kandidaat controleert de veiligheidsgordel van de vorkheftruck op juiste werking door een korte ruk aan de gordel te geven. - De kandidaat controleert of de regelventielen van het hefsysteem in de neutraalstand terugveren, door ze te bedienen (of tik tegen de hendels) en los te laten (hierbij is de vorkheftruck niet in werking). Sommige vorkheftrucks hebben toetsen of een joystick. Dan deze controleren. 1.5. Dodemansknop en/of stoelschakelaar (indien aanwezig) De kandidaat controleert de werking. Dit mag met stilstaande of rijdende vorkheftruck. 1.6. Instrumentenpaneel De kandidaat houdt een visuele controle en benoemt de aanwezige instrumenten. De kandidaat controleert of het lastdiagram aanwezig is. 1.7. Parkeerrem en bedrijfsrem Bij een LPG-vorkheftruck: De kandidaat start de motor van de vorkheftruck, zet de hefmast in de rijstand, zet het rijrichtingmechanisme in de "vooruit" en probeert op de parkeerrem weg te rijden. Bij een elektrische vorkheftruck: De kandidaat zet het contact aan, zet de hefmast in de rijstand, zet het rijrichtingmechanisme in de "vooruit" en probeert op de parkeerrem weg te rijden. De kandidaat voert de remproef uit (d.w.z. rijdt 2 à 3 meter en remt dan stevig). 1.8. Hydraulisch hefsysteem en hefkettingen - De kandidaat zet de hefmast verticaal en schuift de hefmast maximaal uit. Geeft hierbij een mondelinge toelichting. - Hij let op eventuele lekkages van de manchetten en beschadiging van de kruiskop. - Tijdens deze handeling moet hij de hefketting(en) visueel controleren op onregelmatigheden. - Hierna laat hij de vork zakken. Het controleren van stuurventielen zoals sideshift en uitreachmechanisme dient bij voorkeur 10-15 cm boven de vloer te gebeuren. Voor het controleren van het neigmechanisme mag de kandidaat de vork ongeveer 1 meter boven de vloer houden. Indien de vooras met het neigmechanisme "meebeweegt", moet de kandidaat de vorkheftruck van de parkeerrem zetten. - Het controleren van de stuurventielen dient beheerst te gebeuren. CCV, maart 2009 2/16

1.9. Vork: hoogteverschil, borging, werkbreedte, slijtage (Kandidaat zet de vork op ongeveer 1 meter hoogte boven de vloer, zet contact vorkheftruck af, zet de vorkheftruck op de parkeerrem en stapt af.) Hoogteverschil van de vork De kandidaat houdt een visuele controle en geeft aan waar hij op let. Werkbreedte van de vork De kandidaat houdt een visuele controle waarbij hij let of de vork op de juiste werkbreedte staat en evenwijdig vanuit het midden verdeeld is. Side-shift Indien een side-shift aanwezig is controleert de kandidaat of deze gecentreerd staat. Borging De kandidaat kijkt of de vork geborgd is. Hij wijst de horizontale en verticale borging aan, en controleert (indien mogelijk) of de borgpennen van de verticale borging door een veer op hun plaats gehouden worden. Overmatige slijtage De kandidaat let vooral op de hielen en punten van de vork (zijn deze zonder bramen en niet ingescheurd). 1.10. Stuurspeling, claxon, verlichting en ruitenwissers (indien aanwezig) (Kandidaat zet het contact aan, of start de motor van de vorkheftruck.) - Kandidaat beweegt het stuur iets heen en weer en controleert of de (het) gestuurde wiel(en) correct reageert (reageren) op de stuurbeweging. (Bij een driewiel vorkheftruck mag de kandidaat de hulp van de examinator inroepen.) - Hij controleert de claxon daadwerkelijk. - Hij controleert daadwerkelijk ruitenwissers en verlichting. (Bij controle verlichting mag de hulp van de examinator ingeroepen worden.) 1.11. Algehele lekkages Na het uitvoeren van de remproef kijkt de kandidaat achterom of er geen lekkages van de vorkheftruck op de vloer aanwezig zijn. Kandidaat geeft aan waar hij op let. CCV, maart 2009 3/16

2. Besturing en gebruik Voor en achteruitrijden rekening houdend met 2.1. Kijkgedrag Voor het rijden is de kandidaat ervan overtuigd (dit kan beoordeeld worden doordat de kandidaat het hoofd draait) dat de weg/route veilig is om weg te rijden door voldoende gekeken te hebben. Mocht de kandidaat structureel niet kijken bij het wegrijden, dan is dit van invloed bij de beoordeling van kijken bij onderdeel 4, punt 10. 2.2. Juiste rijtechniek, het onder controle hebben van de vorkheftruck/reachtruck m.b.t. - Snelheid - Wegdek - Omgeving, weersomstandigheden 2.3. Het afstand houden van overig verkeer en stellingen - De kandidaat past bij het volgen van andere voertuigen de twee seconden regel toe; - Handelen conform het AI-14. 2.4. Stuurkarakter De kandidaat stuurt niet onnodig en stuurt niet met stilstaande vorkheftruck. De kandidaat past de stuurtechniek aan lading en omstandigheden. 2.5. Eigenschappen, aard, afmeting, gewicht en zwaartepunt van de lading - Afhankelijk van de afmeting van de lading; - Rijsnelheid aan passen aan het gewicht, de aard en afmeting van de lading. 2.6. Werkplek/omgeving, incl. haaks indraaien Algeheel inzicht van de kandidaat ter beoordeling van de examinator (incl. haaks indraaien). 2.7. (Doorrij)hoogtes en breedtes De kandidaat laat dit o.a. zien door omhoog te kijken, zijwaarts te kijken, snelheid aan te passen etc. 2.8. Zicht Bij belemmerd zicht dient de kandidaat rijstijl aan passen, en zonodig achteruit rijden. (zie ook onderdeel 2 punt 13 en 14) CCV, maart 2009 4/16

2.9. Rijrichting/aanrijroute Rijrichting: De kandidaat dient, alvorens te gaan rijden, het rijrichtingsmechanisme in de juiste stand geplaatst te hebben. Vorkheftruck: De kandidaat moet achteruit rijden: - indien de lading het zicht naar voren belemmert; - indien de lading aan beide zijden van de vorkheftruck zodanig uitsteekt, dat het zicht zowel links als rechts voor de vorkheftruck belemmerd wordt; - als de vorkheftruck beladen is met een lading, waardoor voor de kandidaat het zicht voor de vorkheftruck op de vloer minder dan 3 meter is (gemeten vanaf de vorkpunten); - bij onoverzichtelijke (werkplek)situaties. Reachtruck: - Met een onbeladen reachtruck mag de kandidaat naar keuze voor- of achteruit rijden. (Met achteruit rijden wordt bedoeld: de plaats waar de bestuurder zit.) - Met een beladen reachtruck wordt (ongeacht de omvang van de lading) achteruit gereden (behalve bij het toerijden naar een locatie). Rijroute: De kandidaat moet de meest efficiënte route kiezen, zodanig rekening houdend met overig verkeer dat de opdracht juist en veilig uitgevoerd kan worden. 2.10. Stand hefmast/vork met en zonder lading Met lading: De kandidaat neigt hefmast zoveel als noodzakelijk is, achterover. Als alleen de vork kan neigen, dient de vork zoveel als noodzakelijk achterover geneigd te worden; De kandidaat houdt rijdend de onderkant van de pallet/lading 10-15 cm boven de vloer; Rijden zonder lading kan op twee manieren: - De hefmast achterover neigen en de vorkhielen 10-15 cm boven de vloer houden. Indien de hefmast te ver achterover geneigd kan worden, dan maximaal 25 cm vanaf de vloer tot aan de punten van de vork. - De hefmast staat verticaal, de vork wordt in dit geval 10-15 cm horizontaal boven de vloer gehouden. De kandidaat past de werkbreedte van de vork aan bij de lading. 2.11. Juiste stuur- en bochtentechniek - De kandidaat neemt bochten, afhankelijk van de situatie, met aangepaste snelheid, vloeiend en niet te ruim. - Hij houdt rekening met het uitzwaaien van de achterkant of voorkant (bij achteruitrijden) van de vorkheftruck; - Hij stuurt zo weinig mogelijk met stilstaande vorkheftruck/reachtruck; - De kandidaat houdt rekening met het draaipunt van de vorkheftruck/reachtruck; - De kandidaat houdt rekening met de vorklengte. 2.12. Juiste keuze rijsnelheid, vloeiend en aangepaste snelheid De kandidaat past snelheid aan lading en omstandigheden. CCV, maart 2009 5/16

Efficiënt werken 2.13 Volgorde van handelingen bij op- en afstapelen/plaatsen van de lading a. Stapelen boxpallet: De kandidaat: - Rijdt naar de boxpallet toe waarop gestapeld moet worden; - Bepaalt positie; - Zet hefmast verticaal, of indien nodig, iets achterover (boxpallet horizontaal); (Als zich achter de boxpallet waarop gestapeld moet worden, een obstakel bevindt van welke aard dan ook dat beschadigd/geraakt kan worden, omdat de vork aan de achterzijde van de te stapelen boxpallet uitsteekt, dient de kandidaat de boxpallet op de vloer te plaatsen en zodanig op te nemen, dat de vork er aan de achterzijde van de boxpallet niet uitsteekt.) - Heft boxpallet tot boven de boxpallet waarop gestapeld moet worden; - Rijdt aan tot boven de boxpallet waarop gestapeld moet worden. Zet eventueel de hefmast verticaal c.q. de boxpallet horizontaal; - Plaatst boxpallet precies op de onderste boxpallet; - Laat vork zakken tot deze vrij is in de palletopeningen; - Kijkt. Rijdt daarna achteruit totdat de vork vrij is van de boxpallets (minimaal 30 cm en maximaal 50 cm); - Laat de vork zakken tot 10-15 cm boven de vloer en neigt de hefmast zover als noodzakelijk achterover; - Kijkt; - Rijdt achteruit weg (ongeveer 3 meter). b. Opnemen van een gestapelde boxpallet De kandidaat: - Bepaalt positie; - Zet de hefmast verticaal, de vork horizontaal; - Heft de vork tot de juiste inrijhoogte. Dit mag op twee manieren: door de vork in één keer tot de juiste inrijhoogte te heffen; door de vork ongeveer 15 cm hoger te heffen dan nodig, en vervolgens de hefmast zodanig in te schuiven, dat de vork op de juiste inrijhoogte gebracht is (dalend inrijden). - Rijdt zover in, totdat de boxpallet zich in de hielen van de vork bevindt, behalve: bij gebruik van vork met half ronde hielen zo ver als mogelijk; als achter de op te nemen boxpallet een obstakel aanwezig is van welke aard dan ook en wanneer in deze situatie bij het opnemen van de boxpallet de vork aan de achterzijde van de boxpallet zou uitsteken, wordt de boxpallet zodanig opgenomen dat de vork aan de achterzijde van de boxpallet niet uitsteekt. In andere situaties waarbij het niet mogelijk is de boxpallet in de hielen van de vork op te nemen wordt de kandidaat beoordeeld op vaardigheid en inzicht in de situatie. - Neemt de boxpallet op, vrij van de onderste boxpallet; - Dient de stand van de hefmast eventueel zodanig te corrigeren, dat de lading horizontaal gehouden wordt; - Dient zich ervan te overtuigen dat de weg veilig is om achteruit te rijden, door voldoende gekeken te hebben; - Dient achteruit te rijden (minimaal 30 cm en maximaal 50 cm); CCV, maart 2009 6/16

- Laat de boxpallet zakken tot 10-15 cm boven de vloer, en neigt de hefmast zover als noodzakelijk achterover; In situaties waarbij de boxpallet uit de hielen van de vork opgenomen is, dient de kandidaat de boxpallet op de vloer te plaatsen en in de hielen van de vork op te nemen. - Dient zich ervan te overtuigen dat hij veilig weg kan rijden, door voldoende gekeken te hebben. 2.14. Volgorde van handelingen bij werken in (inrij)stelling a. Pallet uit de stelling nemen met behulp van een vorkheftruck: De kandidaat: - Rijdt in een gangpad tussen twee stellingen aan met een haakse bocht; - Bepaalt positie voor de stelling; - Zet de hefmast verticaal (de vork horizontaal); - Schuift de hefmast in één beweging uit, en heft de vork tot de juiste inrijhoogte. Dit mag op twee manieren: door de vork in één keer tot de juiste inrijhoogte te heffen; door de vork ongeveer 15 cm hoger te heffen dan nodig, en vervolgens de hefmast zodanig in te schuiven, dat de vork op de juiste inrijhoogte gebracht is (dalend inrijden). - Rijdt recht in; - Rijdt zover in dat alle soorten pallets zich in de hielen van de vork bevinden, behalve: bij gebruik van vork met half ronde hielen zo ver als mogelijk; - Als achter de op te nemen pallet een obstakel aanwezig is van welke aard dan ook en als in deze situatie bij het opnemen van de pallet de vork aan de achterzijde van de pallet zou uitsteken, wordt de pallet zodanig opgenomen dat de vork aan de achterzijde van de pallet niet uitsteekt. In andere situaties waarbij het niet mogelijk is de pallet in de hielen van de vork op te nemen wordt de kandidaat beoordeeld op vaardigheid en inzicht in de situatie. - Heft pallet zodanig, dat de pallet vrij van de ligger is; - Corrigeert stand van de hefmast zodanig, dat de lading horizontaal gehouden wordt; - Overtuigt zich er van dat veilig uit de stelling weggereden kan worden (voldoende kijken); - Rijdt met geheven vork recht achteruit tot maximaal 50 cm vrij uit de stelling; - Laat de vork zakken tot 10-15 cm boven de vloer, kijkt en rijdt weg. In situaties waarbij de pallet uit de hielen van de vork opgenomen is, dient de kandidaat de pallet op de vloer te plaatsen en zover als mogelijk in de hielen van de vork op te nemen. Afhankelijk van de situatie mag de kandidaat hiervoor eerst wegdraaien van de stelling. CCV, maart 2009 7/16

b. Pallet uit de stelling nemen met behulp van een reachtruck: De kandidaat: - Rijdt tussen twee stellingen aan met een haakse bocht; - Bepaalt positie voor de stelling; - Zet de hefmast verticaal (de vork horizontaal); - Schuift de hefmast in één beweging uit en heft de vork tot de juiste inrijhoogte. Dit mag op twee manieren: door de vork in één keer tot de juiste inrijhoogte te heffen; door de vork ongeveer 15 cm hoger te heffen dan nodig is, en vervolgens de hefmast zodanig te verschuiven, dat de vork op de juiste inrijhoogte gebracht is (dalend inrijden). - Rijdt zo ver recht in, dat de wielbakken ongeveer 10 cm voor de stelling staan; - Reacht de hefmast in principe zover uit dat alle soorten pallets zich in de hielen van de vork bevinden, behalve: bij gebruik van vork met half ronde hielen zo ver als mogelijk; als achter de op te nemen pallet een obstakel aanwezig is van welke aard dan ook en als in deze situatie bij het opnemen van de pallet de vork aan de achterzijde van de pallet zou uitsteken, wordt de pallet zodanig opgenomen dat de vork aan de achterzijde van de pallet niet uitsteekt. In andere situaties waarbij het niet mogelijk is de pallet in de hielen van de vork op te nemen wordt de kandidaat beoordeeld op vaardigheid en inzicht in de situatie. - Heft pallet zodanig, dat de pallet vrij van de ligger is; - Corrigeert stand van de hefmast zodanig, dat de lading horizontaal gehouden wordt; - Reacht de hefmast indien mogelijk in; - Kijkt; - Rijdt recht achteruit tot de pallet vrij van de stelling is (maximaal 50 cm); - Laat de pallet zakken tot ongeveer 10 cm boven de wielbakken, of, indien mogelijk, 10-15 cm boven de vloer; In situaties waarbij de pallet uit de hielen van de vork opgenomen is, dient de kandidaat de pallet op de vloer te plaatsen en op de juiste wijze in de hielen van de vork op te nemen; (afhankelijk van de situatie mag de kandidaat hiervoor eerst wegdraaien van de stelling.) - Dient de hefmast (of vork) zoveel als noodzakelijk achterover te neigen; - Overtuigt zich er van dat hij veilig weg kan rijden (voldoende kijken); - Rijdt achteruit met een haakse bocht weg. CCV, maart 2009 8/16

c. Pallet in en uit inrijstelling nemen met behulp van een vorkheftruck: Pallet in de inrijstelling plaatsen: De kandidaat: - Bepaalt positie voor de inrijstelling; - Zet de hefmast verticaal of, indien nodig, iets achterover; - Schuift de hefmast in een beweging uit, waarbij de onderkant van de pallet ongeveer 15 cm boven de ligger gebracht wordt; - Rijdt met geheven pallet recht door de inrijstelling tot voor de locatie in de inrijstelling waar de pallet geplaatst moet worden; (Als in deze situatie de vork aan de achterzijde van de pallet uitsteekt, wordt de pallet op de ligger geplaatst en zodanig opgenomen dat de vork er aan de achterzijde niet uitsteekt.) - Plaatst de pallet vervolgens op de juiste wijze op de ligger van de inrijstelling (bijv. tegen een al geplaatste pallet in de inrijstelling); - Laat de vork zakken tot vrij in de palletopeningen; - Overtuigt zich er van dat hij de inrijstelling veilig kan uitrijden (voldoende kijken); - Rijdt met geheven vork recht achteruit tot maximaal 50 cm vrij uit de inrijstelling; - Laat de vork zakken tot 10-15 cm boven de vloer, en rijdt ongeveer 3 meter achteruit. Pallet uit de inrijstelling nemen: De kandidaat: - Bepaalt positie voor de inrijstelling; - Zet de hefmast verticaal (vork horizontaal); - Schuift de hefmast in één beweging uit, waarbij de vork ongeveer 15 cm boven de ligger gebracht wordt; - Rijdt met geheven vork recht door de inrijstelling tot voor de last, en dient de hefmast zodanig in te schuiven dat de vork op de juiste inrijhoogte gebracht wordt; - Rijdt zover in dat alle soorten pallets zich in de hielen van de vork bevinden, behalve: bij gebruik van vork met half ronde hielen zover als mogelijk; als achter de op te nemen pallet een obstakel aanwezig is van welke aard dan ook en als in deze situatie bij het opnemen van de pallet de vork aan de achterzijde van de pallet zou uitsteken, wordt de pallet zodanig opgenomen dat de vork er aan de achterzijde van de pallet niet uitsteekt. In deze laatste situatie wordt de pallet uit de hielen opgenomen; de kandidaat rijdt zover achteruit dat de pallet, na plaatsing op de liggers van de inrijstelling, in de hielen opgenomen kan worden); (In andere situaties waarbij het niet mogelijk is de pallet in de hielen van de vork op te nemen wordt de kandidaat beoordeeld op vaardigheid en inzicht in de situatie.) - Heft de pallet zodat deze vrij van de ligger is; - Corrigeert stand van de hefmast (lading wordt horizontaal gehouden); - Overtuigt zich er van dat hij de inrijstelling met geheven vork veilig kan uitrijden (voldoende kijken); - Rijdt recht achteruit totdat de pallet uit de inrijstelling gereden is (maximaal 50 cm); - Laat de vork zakken tot 10-15 cm boven de vloer en rijdt weg. CCV, maart 2009 9/16

2.15. Lading overpakken en codering zichtbaar plaatsen De kandidaat plaatst de lading met de codering aan de voorkant op/in de locatie. Indien nodig pakt hij de lading over. De vork moet op de juiste werkbreedte ingesteld worden. Als de kandidaat na laat een lading over te pakken of de vork niet instelt, dient de examinator hem erop te wijzen dit alsnog te doen. 2.16. Juiste wijze helling/oprijbrug op en af rijden - Met een beladen vorkheftruck rijdt de kandidaat een oprijbrug langzaam in het midden vooruit op, waarbij de vork bij het nemen van de inwendige hoek, zodanig geheven is, dat de vorkpunten/onderkant pallet minimaal 15 cm en maximaal 30 cm vrij blijven van de oprijbrug/vloer; - Met een beladen vorkheftruck rijdt de kandidaat een oprijbrug langzaam in het midden achteruit af (in een rechte lijn), waarbij de vork bij het nemen van de inwendige hoek, zodanig wordt geheven dat de vorkpunten/onderkant pallet minimaal 15 cm en maximaal 30 cm vrij blijven van de oprijbrug/vloer; - De kandidaat heft de vork op het moment dat de vorkheftruck de "knik" nadert: oprijbrug/vloer. (Rijden en heffen tegelijk!) CCV, maart 2009 10/16

3. Lastbehandeling Juist gebruik van de vorkheftruck en de reachtruck bij werken in stellingen met verschillende soorten pallets/lading, plaatsen van verschillende soorten pallets/lading, heffen van verschillende soorten pallets/lading 3.1. Positie bepalen voor locatie De kandidaat dient in smalle gangpaden tussen twee stellingen of voor een lading, positie te bepalen door haaks in te draaien, waarbij de vorkheftruck/reachtruck haaks op de stelling of lading komt te staan. Hij houdt rekening met het uitzwaaien van de achterkant van de vorkheftruck en mag de omgeving (stelling, lading enz.) niet raken. 3.2. Bediening hydraulisch hefsysteem, inreachen hefmast reachtruck De kandidaat dient het hydraulisch hefsysteem: - vloeiend en beheerst te bedienen (dus niet schokkend); - de bedieningshendels gecontroleerd en gedoseerd te gebruiken. Hydraulische functies als heffen/dalen mogen onder bepaalde omstandigheden met een rijdende vorkheftruck uitgevoerd worden. Hydraulische functies als neigen, reachen en voorzetapparatuur worden alleen bij een stilstaande vorkheftruck/reachtruck uitgevoerd. 3.3. Bediening remmen (indien mogelijk tweevoetensysteem) - De kandidaat dient de parkeerrem en de bedrijfsrem juist te gebruiken; - De kandidaat dient met het rempedaal gecontroleerd en gedoseerd te remmen; - Tijdens hef- en daalbewegingen (vooral bij een zware lading) met een stilstaande vorkheftruck, remmen door de parkeer- of bedrijfsrem te gebruiken; - Tijdens het rijden mag de voet niet op het rempedaal rusten, behalve bij toepassing van het tweevoetensysteem: Let op: Bepaalde vorkheftrucks met een verbrandingsmotor zijn uitgevoerd met een zogenaamd kruip/rempedaal. Bij een gedeeltelijk ingetrapt rempedaal is het mogelijk om, bij het volledig toerental van de motor, snel te heffen en langzaam te rijden (kruipgang). Bij verder intrappen van het rempedaal, wordt de vorkheftruck pas geremd. De kandidaat zal, zeker in precisie situaties, zijn voet op het rempedaal laten rusten. Dit mag niet als fout beoordeeld worden. Het tweevoetensysteem kan alleen beoordeeld worden als dat mogelijk is! 3.4. Gebruik van de side-shift Gebruik van de side-shift is toegestaan, mits deze niet gebruikt wordt om onvoldoende voertuigbeheersing te maskeren. Let op: Na gebruik dient de side-shift door de kandidaat in de neutraalstand gezet te worden. 3.5. Vrijmaken van vork bij in- en uitrijden, vork niet op de vloer/ligger laten vallen Bij het in- en uitrijden van een pallet er op letten dat geen plank of klos geraakt wordt en dat de vork compleet vrij gemaakt wordt. Vork bij vrijmaken niet op de ligger laten vallen. CCV, maart 2009 11/16

3.6. Vork op de juiste inrijhoogte brengen of dalend inrijden Zie ook onderdeel 2, punt 13 en 14. 3.7. Lading/hefmast op juiste wijze achterover neigen en stand van de hefmast Beoordeling afhankelijk van een beladen/onbeladen vorkheftruck/reachtruck! Bij beladen vorkheftruck/reachtruck: de kandidaat dient de neighoek aan te passen aan de aard, gewicht, afmeting en zwaartepuntafstand van de lading. Het neigmechanisme beheerst bedienen. 3.8. Vork op juiste wijze laten zakken tot rijhoogte Juiste rijhoogte: onderkant pallet/lading/vorkhielen 10-15 cm van de vloer. Dit dient vloeiend in één beweging uitgevoerd te worden. Bij het laten zakken van de vork, voorkomen dat de vork met een "klap" op de vloer "valt". 3.9. Lading op juiste wijze in/op locatie plaatsen Zie voor juiste uitvoering: onderdeel 2, punt 13 en 14. 3.10. Lading/pallet vrijhouden in stelling, rekening houden met overige lading in stelling - De kandidaat dient erop te letten dat bij het uit- en inrijden van een pallet in een stelling de aanwezige lading in de stelling op geen enkele manier geraakt wordt; - De kandidaat dient lading gelijkmatig op de stellingliggers te plaatsen; - De kandidaat dient lading in de stelling te plaatsen of op te nemen zonder dat deze doorgeschoven wordt (bijvoorbeeld door de hefmast voorover te neigen). 3.11. Rekening houden met lastzwaartepunt/stand hefmast Lastzwaartepunt: De kandidaat houdt rekening met het zwaartepunt van de lading, zowel bij het oppakken als neerzetten van een lading, als tijdens het rijden met de lading. Plaatst een lading zoveel mogelijk in de hielen van de vork. Neigt de hefmast zoveel als noodzakelijk achterover, rekening houdend met het gewicht en de lastzwaartepuntafstand. Stand hefmast: Wanneer bij het uitvoeren van een opdracht de hefmast verticaal dient te staan, moet de hefmast ook werkelijk verticaal staan. De lading is horizontaal bij zware lading. Bij een beladen vorkheftruck/reachtruck wordt de hefmast verticaal gezet voordat de lading geheven wordt. Bij een onbeladen vorkheftruck/reachtruck mag gekozen worden tussen: - de hefmast verticaal zetten voordat de vork geheven worden, of - de vork heffen tot ooghoogte en op deze hoogte de hefmast verticaal/vork horizontaal te zetten. 3.12. Aangepast rijden/werktempo De kandidaat dient een zodanig werktempo aan te houden dat op een juiste en veilige wijze een maximale productie haalbaar is. CCV, maart 2009 12/16

Juiste plaatsing van last op de vork 3.13 Lading juist op de vork/tegen de hielen - De kandidaat dient lading recht op te nemen (niet schuin of uit het midden); - Een gelijkmatig beladen pallet dient hij zodanig op te nemen, dat het zwaartepunt zich midden tussen de vorktanden bevindt; - Een lading moet recht in/op locatie geplaatst worden; (Een volgende kandidaat mag niet benadeeld worden door een niet goed geplaatste lading van de vorige kandidaat.) - Bij een lading waarvan het zwaartepunt niet in het midden van de lading ligt, mag de side-shift gebruikt worden. 3.14. Niet schuiven/opduwen van lading Indien de kandidaat een niet correct opgenomen lading wil corrigeren, mag hij de lading op de vloer zetten en deze vervolgens recht opnemen. Er mag hierbij niet met de lading over de vloer geschoven worden. Het niet doorschuiven/opduwen van pallets geldt ook bij plaatsing in een stelling. 3.15. Instelling werkbreedte vorktanden aanpassen Tijdens het instellen van de werkbreedte van de vork staat de vorkheftruck/reachtruck op de parkeerrem, met het contact uit. Afhankelijk van de lading, (m.n. bij vervoer vaten op pallets en lange lading zoals de balk) stelt de kandidaat op eigen initiatief de vork op de juiste werkbreedte in en zet deze na de rijopdracht (indien nodig) weer terug. 3.16. Juiste dosering bij bediening rij/gaspedaal en het rempedaal c.q. rem/koppelingspedaal De kandidaat dient het gas/rijpedaal gecontroleerd en gedoseerd te gebruiken. Bij elektrische vorkheftruck en reachtruck: Bij het uitvoeren van een rijdende hef/daalmanoeuvre dient de voet van het rijpedaal te zijn. CCV, maart 2009 13/16

4. Toepassing veiligheids- en verkeersregels 4.1. Veiligheidsgordel dragen (indien van toepassing) De kandidaat dient tijdens het examen de veiligheidsgordel of andere voorzieningen met een gelijk veiligheidsniveau te dragen. 4.2. Claxon op juiste moment gebruiken - De kandidaat moet bij onoverzichtelijke situaties claxonneren (onnodig claxonneren vermijden); - Na het claxonneren moet hij letten op oogcontact; - De kandidaat dient v.w.b. het gebruik van de claxon te handelen conform het bedrijfsverkeersreglement. 4.3. Inschatten van en rekening houden met (doorrij)hoogtes en -breedtes, dan wel de afstand tot andere voertuigen en omgeving - De kandidaat laat dit o.a. zien door omhoog te kijken, zijwaarts te kijken, snelheid aan te passen etc. - Indien mogelijk, past de kandidaat bij het volgen van andere voertuigen de twee seconden regel toe; - Handelen conform het AI-14. - Tijdens het voorbij rijden van een andere vorkheftruck, dient dit door de kandidaat aangegeven te worden met een claxonsignaal. (zie ook onderdeel 2 punt 3.) 4.4. Lichaamsdelen binnen de vorkheftruck/reachtruck tijdens het rijden Uitzondering bij bijzondere manoeuvres. 4.5 Rijgedrag aan de lading aanpassen - Afhankelijk van de afmeting van de lading, voor- of achteruit rijden; - Rijsnelheid aan passen aan het gewicht, de aard en afmeting van de lading. (zie ook onderdeel 2 punt 5.) 4.6. Vork/lading 10-15 cm van de vloer. 4.7. Correct rijden met hooggeheven lading/vork: Het rijden met geheven vork/lading is toegestaan bij: - het uitvoeren van bijzondere manoeuvres, als deze betrekking hebben op het oppakken of neerzetten van een lading. Beoordeling is afhankelijk van de situatie. - het plaatsen van een pallet/lading in een stelling/oplegger, onder de volgende voorwaarden: de indraaibeweging moet reeds zijn ingezet (bij inrijden); tijdens de wegdraaibeweging, tot het moment dat de vorkheftruck in de gangpadrichting staat (bij uitrijden); de hefhoogte van de vork bedraagt maximaal 2.50 meter boven de vloer; voet is van het rijpedaal (indien van toepassing); bij het beladen c.q. lossen van voertuigen is rijdend heffen of dalen toegestaan tot binnen een afstand van 3 meter voor de laadbak. CCV, maart 2009 14/16

4.8. Bij belemmerd zicht achteruit rijden Bij belemmerd zicht dient de kandidaat zijn rijstijl aan passen, en zonodig achteruit rijden. (zie ook onderdeel 2 punt 13 en 14.) 4.9. Helling berijden Met een beladen vorkheftruck zonder stoppen moet de kandidaat een helling vooruit op rijden en achteruit eraf rijden. Hierbij dient hij de snelheid aan te passen, en in het midden van de helling te rijden. 4.10. Kijken Hieronder wordt verstaan het kijken dat niet valt onder het kijken bij het wegrijden. De kandidaat laat dit o.a. zien door omhoog te kijken, even het gas/rijpedaal los te laten etc. 4.11. Veilig stapelen van de lading Zie onderdeel 2 punt 13. 4.12. Inzicht bij keuze rijroute en rijrichting in samenhang met overige activiteiten in omgeving Algeheel inzicht van de kandidaat ter beoordeling van de examinator. 4.13. Juist parkeren van de vorkheftruck/reachtruck De kandidaat: 1. Plaatst de vorkheftruck/reachtruck met de wielen recht op de parkeerplaats (bij een reachtruck is de hefmast ingereached); 2. Zet de rijrichtingschakelaar/versnelling in de neutraalstand; 3. Neigt de hefmast zoveel als noodzakelijk voorover; 4. Schuift de hefmast in totdat de vorkpunten op de vloer rusten en de hefketting(en) ontspannen zijn; 5. Zet de vorkheftruck/reachtruck op de parkeerrem. 6. Zet het contact uit en neemt de contactsleutel mee, of laat deze op een plaats achter conform het veiligheidsreglement; 7. Draait bij een LPG-vorkheftruck de afsluiter van de gastank dicht; CCV, maart 2009 15/16

Toelichting bij de punten examens afgebroken wegens ingreep Tijdsoverschrijding Alle opdrachten moeten afgehandeld zijn binnen 30 minuten. In de examentijd is inbegrepen: - het eventueel lezen en bespreken van de opdrachten aan het begin van het examen. Niet in de examentijd is inbegrepen: - het praatje vooraf dat de examinator met de kandidaat heeft; - het eventueel moeten wachten op een medekandidaat die met dezelfde opdracht bezig is (de examinator dient de wachttijd bij te houden). Als de kandidaat de opdrachten heeft gereden maar in tijdnood komt omdat hij nog moet parkeren, dan wordt het examen niet afgebroken. Eventuele extra uitleg m.b.t. de opdrachten tijdens het examen valt wel binnen de examentijd. Onvoldoende voertuigbeheersing Van de examinator wordt verwacht dat hij over de deskundigheid beschikt dit bij een kandidaat te signaleren en hier naar weet te handelen. Bij herhaling aanrijding zonder zichtbare schade Het examen wordt afgebroken na twee aanrijdingen zonder zichtbare schade. Na de eerste keer ontvangt de kandidaat wel een waarschuwing van de examinator. Aanrijding zichtbare schade Item spreekt voor zich. Aanwezigheid instructeur De instructeur mag aanwezig zijn op de werkvloer en meelopen tijdens het examen. CCV, maart 2009 16/16