EPT12-EZ Elektrische transpallet. Gebruikershandleiding

Transcriptie

1 EPT12-EZ Elektrische transpallet Gebruikershandleiding 1

2 Bedankt voor uw aankoop van ons product. Deze handleiding legt u uit hoe deze elektrische transpallet te gebruiken en te onderhouden. Elke gebruiker moet deze handleiding goed lezen en begrijpen alvorens het toestel te bedienen. Wij behouden ons het recht om ons product te verbeteren, waardoor deze handleiding of de tekeningen licht kunnen afwijken van de realiteit. Indien u nog vragen heeft, aarzel niet om uw EP Equipment dealer te contacteren. Waarschuwing! Dit toestel mag niet gebruikt en bediend worden door onbevoegde of niet-opgeleide personen. Het niet naleven van de veiligheidsinstructies verhoogt het risico op ongevallen. Het is niet toegestaan om de transpallet aan te passen zonder de toestemming van EP Equipment. Alle rechten voorbehouden. Copyright. 2

3 Inhoudstafel 1. Algemene instructies voor de gebruiker... 4 Omgeving... 4 Waarschuwing voor gebruik... 4 Technische specificaties... 6 Beschrijving van het product... 7 Beschrijving van de bedieningshendel... 8 LCD-Scherm... 8 Installatie van de bedieningshendel Gebruik... 9 Indicaties op de transpallet... 9 De transpallet opstarten Opheffen en zakken van de vorken Claxonneren en stoppen Noodstop en veiligheidsknop In alle veiligheid parkeren Lithium-Ion batterij Waarschuwing Batterij en lader De batterij opladen Volledige laadcyclus De lader installeren Onderhoud Onderhoud van de ketting Veranderen van het aandrijfwiel (manueel zakken) Veranderen van het aandrijfwiel (elektrisch zakken) Veranderen van de vorkwielen Verander de hydraulische olie Controlelijst

4 1. Algemene instructies voor de gebruiker Omgeving Dit toestel werkt op een Lithium-Ion batterij en is geschikt om te gebruiken in een omgevingstemperatuur tussen -10 C en +45 C. De versie met het grote aandrijfwiel kan hellingen opgaan met een last op de vorken tot 4% stijgingsgraad en tot 10% zonder last. De versie met het kleine aandrijfwiel kan een helling opgaan tot 2% met een lading, en tot 8% zonder een lading. Het is aangeraden de transpallet niet te lang te gebruiken op een helling om de aandrijfmotor niet te overbelasten. Gebruik dit toestel enkel in droge omgevingen. Waarschuwing voor gebruik Gebruik de transpallet enkel zoals het hoort en op een voorzichtige manier om ongevallen te vermijden. Pas op voor uw voet aan het aandrijfwiel. Dit product dient niet om personen te vervoeren. Gebruik de transpallet nooit op een vettige of gladde ondergrond. Vermijd dat het toestel gaat schuiven en zo de lading kan verliezen. 4

5 Vermijd hellingen met een hoger stijgingspercentage dan toegestaan. Het aandrijfwiel kan slippen. Verwijder de sleutel en zet de machine uit wanneer u niet oplettend bent of weggaat. Wees steeds oplettend en hou er uw aandacht bij tijdens het gebruik van dit toestel. Wees voorzichtig met bewegende delen. Zet nergens uw handen of andere lichaamsdelen tussen om te voorkomen dat u gekneld of vast kom te zitten. 5

6 Technische specificaties 6

7 Beschrijving van het product 7

8 Beschrijving van de bedieningshendel LCD-Scherm 8

9 Installatie van de bedieningshendel Klik de elektrische kabel vast in de onderste plug. Zet de hendel op de steun en maak vast met de 4 bijgeleverde schroeven. Hang vervolgens de bovenste staalkabel in de onderste. De onderste kan wat naar omhoog geschoven worden door de bouten los te maken. 2. Gebruik Indicaties op de transpallet 9

10 De transpallet opstarten 1. Zet de sleutel in de daarvoor voorziene opening. 2. Zet de hendel in de rij-positie. 3. Draai de snelheids-en richtingshendel in de gewenste rijrichting. Hoe verder u de hendel draait, hoe sneller het toestel gaat. Wanneer deze knop losgelaten wordt, gaat het toestel afremmen en stoppen. Opheffen en zakken van de vorken Druk op de eerste knop om de vorken naar omhoog te laten gaan. Wanneer de vorken hun maximumhoogte bereikt hebben gaan ze automatisch stoppen. Manueel zakken: trek de hendel naar omhoog om de vorken te laten zakken. Elektrisch zakken: duw op de onderste knop om de vorken te laten zakken. 10

11 Alvorens goederen te verplaatsen of op te heffen moet u zeker zijn dat de last goed en veilig op de vorken geplaatst en in evenwicht is. Hef niet meer op dan de toegestane capaciteit, die aangegeven is op het indicatieplaatje. Claxonneren en stoppen Druk op de claxon knop om een waarschuwingssignaal te horen. Draai de richtingshendel in de tegenovergestelde richting of laat los om de transpallet te doen stoppen. Als de hendel in de verticale positie of in een hoek van meer dan 70 is, stopt de transpallet ook. Noodstop en veiligheidsknop De veiligheidsknop moet voorkomen dat u tussen een vast object en de transpallet terecht komt. Als deze knop ingeduwd wordt, dan zal de transpallet direct de andere richting uitrijden, weg van u. Wanneer de noodstop ingedrukt wordt zal deze ingedrukt blijven, en is het onmogelijk om de transpallet te bedienen. Alle functies zijn dan afgesloten. Draai de knop naar rechts om hem terug los te maken en de transpallet terug te kunnen gebruiken. Wanneer deze knop ingedrukt wordt tijdens het gebruik zal de transpallet heel bruusk remmen. 11

12 In alle veiligheid parkeren 1. Laat de vorken zo laag mogelijk zakken 2. Verwijder de sleutel uit het contact. Verwijder de batterij als het toestel voor lange tijd niet meer gebruikt wordt. Parkeer niet op een helling. Indien dit onvermijdbaar is, moet u speciale wielblokken plaatsen zodat de transpallet niet kan wegglijden. 12

13 3. Lithium-Ion batterij Waarschuwing Vermijd elk contact met vloeistoffen, water en corrosieve producten. Laat de batterij niet in de buurt komen van hitte, warmte, vuur, vlammen of ontvlambare producten. Zet de batterij nooit op een geleidende ondergrond om vonken of kortsluitingen te voorkomen en om te voorkomen dat de polen/ contactpunten beschadigd worden. Het niet volgen van deze voorschriften kan leiden tot een lek in de batterij, rookontwikkeling, brand of een explosie. De batterij moet opgeladen worden in een omgevingstemperatuur tussen 0 C en 40 C. 13

14 Batterij en lader De batterij opladen 1. Zet de transpallet uit door de sleutel uit het contact te halen of de noodstop in te drukken. Haal de batterij uit de transpallet door middel van het handvat. 2. Zet de stekker van de lader in het stopcontact. Klik de batterij op de juiste manier in de lader (zie contactpunten). 3. Het LED lampje op de lader gaat branden. Betekenis van de kleuren van het LED lampje op de lader: Rood continu = de batterij laad op Geel knipperend = er is een probleem met de lader 14

15 Geel continu = er is een probleem met de batterij Groen continu = de batterij is volledig opgeladen. Klik deze nu terug op de correcte manier in de transpallet. Als de batterij na 5 uur nog niet opgeladen is, contacteer dan uw EP Equipment dealer. Volledige laadcyclus De batterij is volledig opgeladen (aan 100 ~ 240 V AC) na 2,5 uur. Zet de batterij terug in de transpallet. Tijdens het verwijderen en installeren van de batterij moet de sleutel verwijderd zijn uit het contact. De transpallet kan 3u non-stop werken met een volledig opgeladen batterij. De restcapaciteit van de batterij zal verminderen in een koude omgeving. 15

16 De lader installeren Het laadstation kan aan de muur bevestigd worden met de bijgevoegde schroeven en pluggen. 16

17 4. Onderhoud Vervang enkel onderdelen met originele EP Equipment onderdelen. Andere merken of imitaties kunnen dezelfde kwaliteit, werking en stabiliteit niet garanderen. Deel altijd het serienummer mee (zie identificatieplaatje) bij elke vraag over het toestel. Reinig het toestel nooit met ontvlambare of gevaarlijke producten. Na de eerste 100 werkuren moet de transpallet volledig gecontroleerd worden. Nadien volstaat een nazicht elke 250 werkuren. Als de transpallet niet gebruikt wordt gedurende meer dan een maand, moet deze gestockeerd worden in een droge en nette omgeving en beschermd worden tegen vorst. Verwijder de batterij als het toestel niet gebruikt wordt. Laad de batterij elke maand op als deze niet gebruikt wordt. In een stoffige omgeving, sterkte temperatuurschommelingen of bij intensief en zwaar gebruik moet het nazicht vaker gebeuren dan elke 250 werkuren. Het is aangewezen om de ketting regelmatig in te vetten met geschikte smeerolie/vet. Als de batterij een slechte, verbrande geur heeft tijdens het laden of als ze begint te vervormen moet u onmiddellijk het laden stoppen en uw EP Equipment dealer contacteren. Alvorens een onderhoud uit te voeren moet u het elektriciteitscircuit afsluiten door de noodstop in te drukken of de sleutel uit het contact te halen. Onderhoud van de ketting 17

18 Veranderen van het aandrijfwiel (manueel zakken) 1. Verwijder de ketting (zie deel onderhoud van de ketting ). 2. Draai de schroef los en verwijder het grote tandwiel. 3. Schroef de 4 kleine schroeven los en verwijder de bescherming. 4. Verwijder vervolgens de lager, de as en het wiel. 5. Herhaal deze stappen in omgekeerde volgorde om het wiel opnieuw te installeren. 18

19 Veranderen van het aandrijfwiel (elektrisch zakken) 1. Verwijder de beschermkap. 2. Verwijder de plaat. 3. Maak de kabels los door de kleine beschermkap die erover zit open te maken. 4. Verwijder de 6 schroeven en haal het wiel eraf. 5. Herhaal deze stappen in omgekeerde volgorde om het wiel opnieuw te installeren. Veranderen van de vorkwielen 1. Plaats een blok of een ander stevig voorwerp onder de vorken om deze op te heffen en zodat het vorkwiel van de grond loskomt. 19

20 2. Verwijder de kleine verticale pin die de wielas vasthoudt met een slagpen. Sla vervolgens de wielas eruit. Dan kan u het wiel losmaken. 3. Voor een enkel vorkwiel volstaat het om de verticale pinnen uit de wielas te slagen. Verander de hydraulische olie 1. Verwijder de 2 zijdelingse beschermkappen. 2. Verwijder de 2 zeshoekige schroeven aan de linker-zijkant. 3. Verwijder ook de 2 zeshoekige schroeven aan de rechterkant. Nu kan de hydraulische pomp unit verwijderd worden. 4. Verwijder de stop om de olie te vervangen. Gebruik altijd nieuwe en schone olie. 20

21 Controlelijst Om een lang en kwalitatief leven van uw transpallet te garanderen is het aangeraden om de volgende punten zeker iedere 6 maand te controleren. Dit moet gebeuren door opgeleide en bevoegde personen. Chassis Motor Controleer dat alle steunpunten in goede staat zijn en niet beschadigd. Controleer dat alle schroeven, bouten en moeren stevig vastgemaakt zijn. Controleer dat de motor geen abnormaal geluid maakt en dat er geen olielekken zijn. Controleer dat de motor nog stevig gemonteerd is in de transpallet. Wielen Controleer op slijtage en schade. Controleer of de wielen nog goed vastgemaakt zijn. Controleer alle schroeven, bouten en moeren. Zet vast indien nodig. Richting en remmen Controleer dat de transpallet nog in de juiste richting gaat. Controleer alle functies en parameters. Controleer de veer. Heffen en zakken Controleer alle functies alvorens de transpallet te gebruiken. Controleer alle bewegende onderdelen op slijtage of schade. Hydraulisch systeem Controleer alle functies (heffen, zakken, rijden) Controleer de afdichtingen op schade, slijtage en lekken. Controleer het oliepeil. Elektrisch systeem Controleer alle elektrische functies. Controleer de kabels op schade en slijtage. De plastic bescherming mag niet stuk zijn. Controleer de veiligheidsonderdelen zoals de noodstop, veiligheidsknop, Controleer dat de claxon nog goed werkt. Lithium-Ion batterij Controleer dat de polen nog in goede staat zijn en breng speciaal vet aan indien nodig. Controleer dat alle kabels in goede staat zijn. Vervang indien nodig. Controleer dat de batterij in een algemene goede staat is en dat er geen schade aan is. 21