CSNET WEB. Tecnische Catalogus HITACHI CSNET WEB. Utopia, Chiller & Set-Free Series Network System Version 2.0



Vergelijkbare documenten
CSNET WEB. Tecnische Catalogus. Utopia, Chiller & Set-Free Series Network System Version 1.3

Software-installatiehandleiding

Installatiehandleiding software

HANDLEIDING INFOGRAPHIC SOFTWARE Versie 2.3 / jan 2014

BENQ_ESG103QG_DU.book Page i Tuesday, July 30, :05 PM. Inhoudsopgave

Handleiding Hulp bij verbindingsinstellingen. Versie

ASI. BeAnywhere. Remote Access. Quick Start

Mobile Connect & Apple

Remote Powercontrol for TCP/IP networks

Gebruiksaanwijzing Website met toepassingen

Configuratie handleiding Gigaset SE505. Omschakelen naar de Nederlandse Taal. Overzicht van de stappen voor de installatie

Installatie- en gebruikshandleiding Risicoverevening. 11 april 2007 ZorgTTP

BIPAC-711C2 / 710C2. ADSL Modem / Router. Snelle Start Gids

System Updates Gebruikersbijlage

Installatiehandleiding TiC Narrow Casting Manager

Installatie. NETGEAR ac Wireless Access Point WAC120. Inhoud van de verpakking

MEDIA NAV navigatiesysteem Handleiding voor het downloaden van content via internet

Softphone Installatie Handleiding

USB 2.0 ETHERNET PRINTSERVER

Het lokale netwerk configureren

Handleiding Telewerken met Windows. Inleiding. Systeemvereisten. Inhoudsopgave

Head Pilot v Gebruikershandleiding

Back-up Online van KPN Handleiding Mac OS X 10.6 en hoger. Mac OS X Client built

Xesar. Inbedrijfstelling Netwerkadapter

1. Laad de software voor de camera van op het menu

2 mei Remote Scan

USB 2.0 ETHERNET PRINT SERVER

Vigor V2.0. Voor een uitgebreidere handleiding kijk op e- mail:

BEKNOPTE HANDLEIDING INHOUD. voor Windows Vista

Voor alle printers moeten de volgende voorbereidende stappen worden genomen: Stappen voor snelle installatie vanaf cd-rom

Start de applicatie op om naar het inlogscherm te gaan. Onthoudt mijn gegevens

Hoofdstuk 1 De Router op het internet aansluiten

Downloaded from PIXMA MG5500. series. Installatiehandleiding

Switch. Handleiding

Versienotities voor de klant Xerox EX Print Server, Powered by Fiery voor de Xerox Color 800/1000 Press, versie 1.3

Long Range b/g/n USB TurboWifi adapter voor het gebruik buiten. Handleiding Herziening 1.1

EW-7416APn v2 & EW-7415PDn Macintosh Installatiegids

Firmware Upgrade. Upgrade Utility (Router Tools)

EnGenius EMR3000 Gebruikershandleiding

ResponseCard AnyWhere Display

H A N D L E I D I N G D A Z A T O O L S - O N T V A N G E R

Gebruikershandleiding

Handleiding VirtualBox

Fuel. Handleiding voor installatie en gebruik

Tool Gebruikershandleiding E46 Mods

Installeren van de applicatie en aanmelden van de radiatoren

Windows 98 en Windows ME

Alfanet IP-interface RS485 naar Ethernet

Fiery Remote Scan. Fiery Remote Scan openen. Postvakken

Windows Vista /Windows 7- installatiehandleiding

MyNice Welcome MyNice Welcome app to control your home

Firmware Upgrade Utility

Uw gebruiksaanwijzing. HP proliant ml310 g4 server

GEBRUIKSAANWIJZING. Afstandsbediening BRC315D7

TECHNISCHE HANDLEIDING AVISTAR 1.1 SERVER- en CLIENTPANEEL. 1 Inleiding blz Montage/ophanging paneel blz. 3

HD-CVI Verkorte handleiding

USB Buitenantenne. Installatie Handleiding. Versie 1.1

Hanwell temperatuur / vocht logger handleiding

hdmedia Draadloze configuratie EM4555

Deze handleiding geeft uitleg over de installatie van hard- en software van HTvision V.O.F.

Er zijn diverse andere software platformen en providers die werken met SIP, maar in dit voorbeeld gaan we uit van de volgende software:

Uw TOSHIBA Windows -pc of tablet upgraden naar Windows 10

Installeer de C54PSERVU in Windows Vista

Mac OS X 10.6 Snow Leopard Installatie- en configuratiehandleiding

Handleiding. Opslag Online. voor Windows. Versie februari 2014

Handleiding voor de update naar TouchSpeak 10 op Windows XP

CycloAgent v2 Handleiding

MH200N MH200N. Gebruikshandleiding 05/10-01 PC

Snelle installatiegids voor Symbian

Handleiding voor snelle installatie

Uw gebruiksaanwijzing. SILVERCREST MD-20

Installatie Handleiding TWS. Voor Windows en Mac

Graag voor gebruik lezen. Borduurwerk editing software. Installatiegids

TVB, 05/02/2014. Qbus Cloud Activatie

Universeel trainerconfiguratietool

Nokia C110/C111 draadloze LAN-kaart Installatiehandleiding

Inhoudsopgave. CDDB-informatie

1 INTRODUCTIE SYSTEEMVEREISTEN Minimum Vereisten Aanbevolen Vereisten...7

Upgrade Accowin van versie 1 naar versie 2

CoolDing software. Versie 2.0

Handleiding instellingen vrijgave van afdrukken

BIPAC 7402G g ADSL VPN Firewall Router. Snelle Start Gids

Installatie handleiding TiC Narrow Casting Player. (voor intern gebruik)

Xesar. Inbedrijfstelling Netwerkadapter

U krijgt nu opnieuw beide bestanden op uw scherm : README Setup_ASR_Antenna_Tool_1.0.1 (maar met het logo SR Mecatronic vooraf)

WBelectronics. Infinity USB Phoenix - Handleiding

EN Versie: 1.0. H.264 Handleiding

Versie 1.0. Gebruikshandleiding. van de Stereo Controle (art. L4561N) TiStereoControl. Software voor de configuratie 06/08-01 PC

4.5 Een IP camera toevoegen

Handleiding installatie Rental Dynamics

TW100-S4W1CA Breedband Router (met 4-Poort Schakelaar) Snelle Installatie Gids

BIPAC 7100SG/7100G g ADSL Router. Snelle Start Gids

Mobiel Internet Veiligheidspakket

Deze procedure beschrijft de handelingen die verricht moeten worden voor het verbinden van uw laptop met het wireless netwerk van de HU

Sharpdesk V3.5. Installatiehandleiding: Productcode Editie. Versie 1.0

Installatie uitleg van de update van DK7

Aansluiten op uw PC Sluit het Philips Wireless Music Station aan op uw PC voor:

Software-updates Gebruikershandleiding

IP VIDEOFOON 2 draads SNEL AAN DE SLAG

Transcriptie:

CSNET WEB HITACHI is participating in the EUROVENT Certification Programme. Products are as specified in the EUROVENT Directory of Certified Products. Hitachi Air Conditioning Products Europe, S.A. Ronda Shimizu,1 - Políg. Ind. Can Torrella 08233 Vacarisses (Barcelona) España ISO 9001 Certified by AENOR, Spain ISO 14001 Certified by AENOR, Spain Hitachi Appliances, Inc. Shimizu-shi, Shizuoka-ken, Japan ISO 9001 Certified by JQA, Japan ISO 14001 Certified by JQA, Japan Hitachi Air Conditioning Products (M) Sdn. Bnd. Lot No. 10, Jalan Kemajan Bangi Industrial Estate 43650 Bandar Baru Bangi, Selangor Darul Ehsan, Malaysia Certification ISO 9001, Malaysia Certification ISO 14001, Malaysia HITACHI CSNET WEB Tecnische Catalogus Utopia, Chiller & Set-Free Series Network System Version 2.0 - Gedruckt in Spanje

Algemene kenmerken Installatie Lokale softwareconfiguratie Bediening en configuratie compactunits Bediening en configuratie waterkoelmachines Configuratie en weergaveopties Problemen oplossen 1 2 3 4 5 6 7 De specificaties in deze handleiding kunnen worden gewijzigd zonder verdere kennisgeving om ervoor te zorgen dat HITACHI zijn klanten kan voorzien van de nieuwste innovaties. HITACHI is niet verantwoordelijkheid voor mogelijke schade veroorzaakt door het gebruik van deze software. De schade veroorzaakt voor personen of materiële schade die rechtstreeks betrekking heeft op het gebruik van deze software wordt meer bepaald uitgesloten. Pagina 1

Inhoud 1. Algemene kenmerken 4 1.1. Verdeeld systeem 4 1.2. CSNET WEB-netwerk 4 1.3. Gebaseerd op Java-technologie 4 1.4. LAN-verbinding 4 1.5. Internetverbinding 5 1.5.1. Via een LAN 5 1.5.2. Rechtstreeks 5 1.5.3. Proxy 5 1.6. Verbeterde interface 6 1.6.1. Nieuw totaalbeeld 6 1.6.2. Nieuwe timer 7 1.6.3. Verbeterde energieverbruikoptie 7 1.6.4. Verbeterde historische data-optie 7 1.6.5. Nieuwe kenmerken 8 2. Installatie 9 2.1. Overzicht veiligheid 9 2.2. De elementen identificeren 9 2.3. Specificaties 10 2.4. Installatie 10 2.4.1. Het apparaat bevestigen 10 2.4.2. Elektrische aansluiting 11 2.5. Hardwareconfiguratie 12 2.5.1. Aansluiting op de CSNET WEB-interface. 12 2.5.2. Verbinding maken met CSNET WEB om de software te configureren 13 2.5.3. Bijwerken van CSNET WEB-hardware 14 2.5.3. Installatie van de CSNET WEB-software en van een snelkoppeling op uw pc 15 3. Bediening en configuratie 16 4. Bediening en configuratie van compactunits 20 4.1. Afdelingenstructuur 21 4.2. Tabel van binnenunits 22 4.3. Bedieningspaneel: 23 4.3.1. Instelling 23 4.3.2. Timer 24 4.3.3. Unit-instellingen 28 4.3.4. Systeemstatus 29 4.3.5. Auto koel/warm 31 4.3.6. Cold Draft 36 5. Bediening en configuratie van waterkoelmachines 37 5.1. Tabel van units 38 5.2. Bedieningspaneel: 39 5.2.1. instelling 39 5.2.2. Klok 40 Pagina 2

5.2.3. Unit-instellingen 44 5.2.4. Systeemstatus 45 6. Configuratie en weergaveopties 46 6.1. Installatie 46 6.2. Systeem configureren 46 6.2.1. Netwerkinstellingen 47 6.2.2. Wachtwoord wijzigen 47 6.2.3. Installatienaam 48 6.2.4. Auto configuratie 48 6.2.5. Tijdsconfiguratie 49 6.2.6. Back-upkopie 49 6.2.7. Configuratie energiemeter 49 6.3. Historische data 50 6.3.1. Historische data weergeven 50 6.3.2. Waardentabel 53 6.3.3. Downloaden van historische data 55 6.3.4. Laden vanaf bestand 55 6.4. Visualisatie van alarmen 55 6.5. Energieverbruik 57 6.5.1. Automatisch opslaan van configuratie 58 6.5.2. Bestandsindeling 58 7. Problemen oplossen 59 7.1. Alarmsignalen 59 7.2. Unitalarmen 60 7.3. Systeemopties 60 Pagina 3

1. Algemene kenmerken 1.1. Verdeeld systeem CSNET WEB H-Link CSNET WEB is een afzonderlijk gecentraliseerd regelsysteem dat een H-LINK-communicatielijn kan regelen. Wanneer het is aangesloten op een systeem met compactunits, kan het systeem tot 128 binnenunits regelen, en wanneer aangesloten op waterkoelers tot 8 waterkoelmachines. Airconditioningunit CSNET WEB wordt door middel van haar Ethernet-poort aangesloten op een lokaal netwerk of internet (met een DSL-router), zodat de parameters vanaf op een afstand kunnen worden ingesteld en gecontroleerd. Met het interne geheugen voor aanpassingen aan de timer en de units kan CSNET WEB na de initiële instelling via een pc of gelijkaardige installatie afzonderlijk werken. CSNET WEB heeft geen afzonderlijke computer nodig om te werken. PC op afstand (initiële instelling) Ethernet Airconditioningunit Airconditioningunit Opmerking Een initiële instelling is altijd vereist 1.2. CSNET WEB-netwerk U kunt maximaal 4 CSNET WEB-servers aansluiten op een CSNET WEB-client, waarmee u een CSNET WEB-netwerk vormt. Dit netwerk moet van een Lokale computerconfiguratie. worden geconfigureerd. Een CSNET WEB-netwerk kan worden gevormd met zowel PACKAGED- als CHILLER CSNET WEB-servers. U kunt dan ook in een enkele CSNET WEB-client zowel CHILLER- als PACKAGED-units hebben. Opmerking Iedere CSNET WEB-server kan alleen CHILLER- of PACKAGED-units regelen. PC op afstand 1.3. Gebaseerd op Java-technologie CSNET WEB maakt gebruik van JAVA-technologie om de werking van de installatie extern te bedienen en te controleren. Als u wilt dat de CSNET WEB op een pc wordt uitgevoerd, moet hierop JAVA JS2E Environment zijn geïnstalleerd. CSNET WEB wordt geleverd met een cd-rom om een eenvoudige installatie te garanderen. 1.4. LAN-verbinding CSNET WEB kan via haar Ethernet-poort op een lokaal netwerk worden aangesloten. Nadat u het netwerk hebt geconfigureerd, zal het systeem vanuit elke locatie in het bedrijfsnetwerk toegankelijk zijn. Voor de LAN-verbinding zijn enkele aanpassingen vereist en is de hulp van de netwerkbeheerder nodig. Bedrijfs-LAN Ethernet H-Link Airconditioningunit Airconditioningunit PC op afstand Hub CSNET WEB Airconditioningunit PC op afstand Pagina 4

1.5. Internetverbinding CSNET WEB werd ontwikkeld om toegankelijk te zijn via internet. Dit betekent dat het onderhoud snel en effectief is, wat aan de behoeften van de eindgebruiker beantwoordt. Opmerking: Het verdient aanbeveling een afzonderlijke DSL-lijn te gebruiken zodat het bedrijfsnetwerk in het gebouw niet wordt verstoord. CSNET WEB 1 1.5.1. Via een LAN CSNET WEB kan met een router worden aangesloten op het Internet en op het bedrijfs-lan. PC op afstand Bedrijfs-LAN Firewall Airconditioning-unit Airconditioning-unit Het LAN moet speciaal met firewalls en antivirussoftware worden geconfigureerd om veiligheid te garanderen. Dit vereist de hulp van de LAN-beheerder van het bedrijf. PC op afstand PC op afstand Internet... Airconditioning-unit PC op afstand PC op afstand 1.5.2. Rechtstreeks Met de Ethernet-poort kan CSNET WEB via een goed geconfigureerd DSL-modem rechstreeks op het Internet worden aangesloten. Dit maakt het mogelijk om het systeem vanaf elke computer met internettoegang te controleren. PC op afstand Internet DSL-modem CSNET WEB Airconditioning-unit Airconditioning-unit Hulp van een IT-expert is vereist. Er moet ook met externe middelen zoals firewalls en antivirussoftware voor de veiligheid worden gezorgd. PC op afstand... Airconditioning-unit 1.5.3. Proxy Een proxy is een netwerkserver waarmee meestal alleen WEB-inhoud toegankelijk is. Hij wordt geconfigureerd in het nieuwe proxy-instellingenvenster dat werd toegevoegd aan de lokale softwareconfiguratie, zoals later wordt getoond. Opmerkingen: 1. Proxy maakt gebruik van NTLM1-, Kerberos-, Basic- of Digest-verificatie. NTLM2-verificatie is niet toegestaan. Uw netwerkbeheerder dient u verificatiegegevens te verstrekken. Bediening via proxy wordt niet gegarandeerd omdat de netwerkconfiguratie en de antivirussoftware correcte communicatie tussen de client-computer en het CSNET WEB kunnen verstoren. PC op afstand CSNET WEB Firewall Internet Firewall Server Proxy PC op afstand 2. Met de proxy en firewalls kan via poort 8080 worden gecommuniceerd. Pagina 5

1.6. Verbeterde interface CSNET WEB bevat een nieuwe manier om informatie en de beschikbare programma-opties voor te stellen. Deze nieuwe interface maakt het eenvoudiger in gebruik en hiermee is het systeem op een duidelijkere en begrijpelijkere manier toegankelijk.. 1.6.1. Nieuw totaalbeeld CSNET WEB heeft 6 duidelijk verschillende bedieningsgebieden: 1 2 5 3 4 6 1 Afdelingenstructuur: Maakt een conceptuele indeling van de units mogelijk. Ze kan worden georganiseerd in zoveel groepen als u wilt. De root is altijd Installatie en de binnengebieden en -units zullen aan deze node worden gekoppeld. 2 Tabel van binnenunits: Lijst van alle binnenunits met de basisgegevens over hun werkingstoestand. 3 Bedieningspanelen: Bedieningsgebied voor de werking van units. 4 Configuratie en bestandsweergave: Geeft toegang tot de configuratie van CSNET-WEBen de historische en energieverbruikbestanden. 5 Afdelingbewerking:Hiermee kunt u de afdelingenstructuur bewerken. 6 HARC-WEB-status: toont de huidige status van uw HARC- WEB-verbindingen. Pagina 6

1.6.2. Nieuwe timer CSNET WEB heeft een nieuwe verbeterde timer die eenvoudiger te programmeren is. Hij kan tot 4 jaar aan programmering opslaan en u kunt er voor elke unit en dag afzonderlijk een jaarlijkse timer mee kiezen. Het is eenvoudig om een dagelijkse patroon te maken dat aan de vereiste dagen kan worden toegewezen en de timer kan gemakkelijk aan de specifiek benodigde units worden toegewezen. Met het dagelijkse Patroon kunt u de benodigde externe vergrendelings-/ontgrendelingsbedieningsfuncties regelen, zodat u het systeem perfect en met meer gemak kunt bedienen. 1 Dagelijks patroon Functies die kunnen worden vergrendeld Jaarlijkse timer 1.6.3. Verbeterde energieverbruikoptie Met CSNET WEB kunt u de periode waarin u het energieverbruik van de binnenunits vergeleken met de buitenunits bedient kiezen, reikend vanaf de gegevens voor een specifieke datum tot de gegevens voor een volledig jaar. 1.6.4. Verbeterde historische data-optie CSNET WEB stelt de optie voor waarbij historische data altijd in een tabel- of grafiekindeling worden getoond, waardoor u het probleem onmiddelijk kunt analyseren en u gemakkelijk een oplossing kunt vinden. Pagina 7

1.6.5. Nieuwe kenmerken Instelling van optionele functies Het gebruik van een 7-segment-display op de CSNET WEBinterface maakt de installatie en het onderhoud eenvoudig. Er zijn nieuwe optionele functies toegevoegd die met de DSW-schakelaars kunnen worden geconfigureerd: Alarmbericht: Dit is standaard het geselecteerde. Het toont wanneer er een alarm is en geeft de code in een 7-segment-display aan. IP-bericht: Deze functie toont het huidige IP-adres in de 7-segment-display, waardoor de installateur een verbinding kan maken wanneer de IP-configuratie verschilt van de standaardinstelling. Unitbericht: CSNET WEB geeft het aantal gedetecteerde units aan. Gedetailleerd alarmbericht: Deze functie toont aan de installateur de alarmcode voor elke unit in de 7-segmentdisplay. Configuratie van de back-upkopie Het onderhoud van CSNET WEB is verbeterd en hierdoor kan een back-upkopie van de huidige configuratie worden gemaakt. Als CSNET WEB zou moeten worden vervangen, zou de back-upkopie van het configuratiebestand de configuratie van de nieuwe CSNET WEB herstellen. Opmerking: De wachtwoorden worden niet in de back-upkopie opgeslagen. Ze moeten opnieuw manueel worden ingevoerd. Alarmregister Het onderhoud van de installatie werd verbeterd met het invoeren van een alarmregister. De data tonen voor elk uitgezonden alarm een gedetailleerde beschrijving van wat er gebeurde. De informatie kan vanuit CSNET WEB worden geanalyseerd of voor latere analyse naar een tekstbestand worden geëxporteerd. Automatisch opslaan van het foutenregister Vanuit het software-instellingenvenster kunt u het foutenregister, dat automatisch in de computer op afstand moet worden opgeslagen als er een fout is, configureren. Automatisch opslaan van het energieverbruik Vanuit het software-instellingenvenster kunt u het energieverbruikbestand, dat dagels in de computer op afstand moet worden opgeslagen, configureren. Installatielijst Het is nu eenvoudiger om verschillende CSNET WEB-installaties vanaf een pc op afstand te beheren. Met de nieuwe installatielijst kunt u een lijst van de laatste verbindingen selecteren. De gebruikersnaam en het wachtwoord kunnen indien nodig ook door de software worden onthouden. Dit nieuwe kenmerk zorgt ervoor dat de installatie gemakkelijker in gebruik is voor gebruikers die regelmatig verbinding maken met verschillende CSNET WEB-installaties. Compatibiliteit en updates De CSNET-WEB-interface wordt bijgewerkt met behulp van de laatste versie van de CD-ROM CSNET-WEB. De CSNET-WEB-klantensoftware moet voor elke computer op afstand opnieuw worden geïnstalleerd met de installatiesoftware op de CD-ROM. Cold draft In VRF-systemen, bij een erg lage lading en met slechts enkele units in bedrijf in een systeem, kan het voorkomen dat de temperatuur van de uitlaatlucht beneden de comfortinstelling valt. Met deze nieuwe optie biedt HITACHI comfort voor deze situaties door de unit op Thermo OFF te zetten wanneer de temperatuur van de uitlaatlucht beneden de comfortinstelling valt en stelt de unit opnieuw in op Thermo ON wanneer de temperatuur weer binnen het comfortbereik valt. Downloaden van historische data Met CSNET WEB kunt u nu vanaf een specifieke datum historische data downloaden. De historische data kunnen worden opgeslagen in de nieuwe CSNET WEB-indeling of in een indeling die compatibel is met eerdere versies van CSNET. CSNET WEB slaat tot 50 MB aan gecomprimeerde historische data op. Afhankelijk van de installatie en de verbinding kan deze optie enkele minuten duren. Met 50 MB aan gecomprimeerde data kunnen de data van een installatie van ongeveer 128 binnenunits gedurende 3 maanden worden opgeslagen. Pagina 8

2. Installatie 2.1. Overzicht veiligheid Waarschuwing Sluit het bedieningssysteem niet op de elektrische stroom aan totdat de voorbereiding voor het proefdraaien succesvol werd beëindigd. Lees deze handleiding zorgvuldig door voordat u installeert. Lees de bedieningshandleiding voordat u de airconditioning-units configureert. Waarschuwing Installeer CSNET WEB niet op locaties... : - waar er damp, olie is of waar er is gemorst. - waar er warmtebronnen in de buurt zijn (zwavelhoudende omgevingen). - waar de accumulatie, opwekking of lekken van ontvlambare gassen zijn ontdekt. - in de buurt van de zee of in zoute, zure of basische omgevingen. Waarschuwing Installeer CSNET WEB niet in de buurt van mogelijke bronnen die elektromagnetische golven kunnen veroorzaken. Volg de lokale elektrische bepalingen op. Gebruik een stroomcircuit dat niet onderhevig is aan vereiste schommelingen. Controleer of er voldoende ruimte rond de CSNET WEB is (minimaal 50 mm) zodat hitte goed kan worden afgevoerd (zie Installatieprocedure ). Plaats de netvoeding onderaan en de bedieningsknoppenuitvoer HITACHI Web Controller oooooo bovenaan als de apparatuur verticaal geïnstalleerd is. 2 2.2. De elementen identificeren De onderstaande figuur toont de naam van elk element van de CSNET WEB-interface. aj 1 2 aj aj aj Achteraanzicht 3 Vooraanzicht van A IN-OUT H-LINK LAN RS-422/485 RS-232 AC IN PC-CARD Bovenaanzicht A HITACHI WEB CONTROLLER 4 5 6 7 8 9 1 H-LINK-aansluiting: Aangesloten op de airconditioningsapparatuur 2 LAN-aansluiting: Aangesloten op het lokale netwerk 3 Netwerkkabel: Voedingsnetingang 4 STROOM: LED-stroomindicator 5 H-LINK: LED-indicator van de transmissie van de airconditioningsapparatuur 6 RS-422/RS-485: Transmissie-LED-indicator (niet gebruikt) 7 RS-232-C: Transmissie-LED (niet gebruikt) 8 LAN: LAN-transmissie-LED. Licht op als de LAN-verbinding wordt aangepast 9 FOUT: Afwijkings-LED-indicator. Knippert bij fout aj Niet gebruikte aansluitingen Pagina 9

2.3. Specificaties Hardwarespecificaties Elementen Netvoeding Verbruik Externe afmetingen Gewicht Installatievoorwaarden Specificaties AC 230 V 1~ ±10% (50Hz) 20 W (maximum) Breedte: 240 mm, Lengte: 204 mm, Hoogte: 74,5 mm 1,94 kg Omgevingstemperatuur 0~40 C Luchtvochtigheid Specificaties voor communicatie met de units Elementen Communicatie met Communicatiekabel Communicatiesysteem Communicatiemethode Transmissiesnelheid Kabellengte Binnen (in een bedieningspaneel, tafelblad) 20~85% (zonder condensatie) Specificaties H-LINK Dubbele draad, zonder polariteit Half-duplex Asynchroon 9600 Bauds Maximum 1000 m (totale lengte) Aantal units Tot 128 buitenunits en 128 binnenunits of tot 8 waterkoelmachines (1) Communicatiespecificaties met een lokaal netwerk Elementen Specificaties Externe computert Processor van 1000 MHz, 256 MB RAM, 200 MB aan vrije ruimte op de harde schijf. Windows 2000 of hoger, Linux 2.6.18 of hoger met Java Runtime Environment-versie 5 update 6 of hoger geïnstalleerd (op de CD-ROM) (1) Alleen compactunits of waterkoelmachines kunnen op een H-LINK-communicatielijn worden aangesloten. Gemengde aansluitingen van compactunits en waterkoelmachines zijn niet toegestaan (2) Java(R) is een gedeponeerd handelsmerk van Sun Microsystems 2.4. Installatie Controleer als u de apparatuur uitpakt of ze niet werd beschadigd gedurende het transport. AC IN 2.4.1. Het apparaat bevestigen Ga als volgt te werk: 3 mm 1 Verwijder de rubberen kussentjes aan de onderzijde 2 Draai de 4 schroeven uit het deksel en verwijder het 3 Bevestig de kast van binnenuit aan de verticale achterste plaat met M5-schroeven (niet meegeleverd) en gebruik aan de buitenkant afdichtingsringen van 3 mm om de kast van de muur te scheiden. 4 Plaats het deksel terug. Zorg dat u de bovenkant juist plaatst. Opties Pagina 10

Waarschuwing: - Voordat u CSNET-WEB inschakelt en start moet u ervoor zorgen dat: 1. Al de koelunits en -circuits zijn ingeschakeld en correct werken. 2. Alle H-link-aansluitingen zijn gebeurd. 3. Alle units of compactunits of waterkoelmachines zijn. Gemengde aansluitingen van compactunits en waterkoelmachines zijn niet toegestaan. Indien een unit niet is aangesloten of geen stroom heeft wanneer CS- NET-WEB wordt gestart zal deze niet worden herkend en zal later moeten worden geconfigureerd. Waarschuwing: - Houd de signaalkabels zo kort mogelijk. Houd de andere kabels op een afstand van ten minste 150 mm.maak ze niet aan elkaar vast (ze mogen elkaar echter wel kruisen). Neem de volgende maatregelen om parasietstromen te voorkomen als een gekoppelde installatie onvermijdelijk is: - Bescherm de signaalkabel met een metalen buis die aan één kant is geaard. - Gebruik voor de communicatie een geïsoleerde kabel die aan één kant is geaard. Gevaar: - Schakel altijd de stroom van CSNET WEB uit als u de apparatuur bewerkt om elektrocutie te voorkomen. - Sluit de interface niet aan op het netwerk totdat de installatie is voltooid. - Volg de lokale codificatie en veiligheidsregels strikt op als u de installatie op het elektrische netwerk aansluit. - Voor een aansluiting op het netwerk (twee draden plus aarding) is een kabel met drie draden nodig, die aan één kant een geschikte stekker heeft. 2 2.4.2. Elektrische aansluiting Om te werken moet CSNET WEB aangesloten zijn op een elektrisch stroomnetwerk, de airconditioningsapparatuur (H-link) en het Ethernet-LAN. Nr. Aansluiting Kabelspecificaties 1 Transmissiekabel voor de units (H-link) Gevlochten kabel: 1P-0,75 mm². Zonder polariteit. Geisoleerd en geaard aan één kant. Zie de installatie van de buitenunit en de bedieningshandleiding om het soort kabel te selecteren 2 LAN-kabel LAN-kabel van categorie 5 of hoger - U hebt een gekruiste kabel nodig voor de rechtstreekse aansluiting op een pc. - U hebt een rechtstreekse kabel nodig voor de aansluiting op een commerciële stroomverdeler (Hub) 3 Netwerkkabel: 2-fase + aarding AC 230V 1~ 50 Hz Controleer of de gebruikte kabel voldoet aan de lokale bepalingen en dat zowel de stekker als de contactdoos juist geaard zijn. 2 Locaal netwerk LAN N L Airconditioning-units 1 CSNET WEB Plaats nadat u de verbindingen hebt gemaakt het deksel terug 3 Stekker, stroomplaat en aardingsdraad moeten conform de lokale bepalingen zijn. Pagina 11

2.5. Hardwareconfiguratie Controleer nadat u de elektrische installatie hebt voltooid en gecontroleerd of alle airconditioning-units werken en sluit de CSNET WEB aan op het elektriciteitsnet om de CSNET WEBinterface te configureren 1. Sluit de computer die u zult gebruiken voor de CSNET WEBconfiguratie aan met een gekruiste Ethernet-kabel. 2. Plaats de CD-ROM die met het CSNET WEB-pack wordt meegeleverd in de computer van zodra deze is aangesloten. Als de automatisch uitvoeren-optie in Windows is geactiveerd zal het installatieprogramma automatisch starten. Voer de Autoinstall.exe-toepassing op de CD-ROM uit als deze optie niet is geactiveerd. 3. De eerste pagina van de installatie verschijntcsnet WEB Hardware & Software Setup met vier opties: Configure CSNET WEB Hardware (Change Network Settings): Wijzig de TCP/IP-configuratie van CSNET WEB om ze aan te passen aan het netwerk waarin het zal worden geïnstalleerd. Connect to CSNET WEB Software for Configuration: Maak verbinding met de CSNET WEB-toepassing om alle elementen te configureren die in het volgende hoofdstuk worden uitgelegd. Install CSNET WEB software and direct access in your PC: Om de CSNET WEB-toepassing op uw pc te installeren en daarna op computers van hetzelfde netwerk die CSNET WEB gaan gebruiken. - Update CS NET WEB Hardware: hierdoor kan de firmware van de CSNET WEB-interface op afstand worden bijgewerkt. < Vorige Volgende > Annuleren 2.5.1. Aansluiting op de CSNET WEBinterface. 1. Selecteer Configure CSNET WEB Hardware (Change Network Settings en het scherm Select Network Card zal verschijnen en de netwerkadapters tonen die op uw pc beschikbaar zijn. 2. Selecteer de netwerkadapter die u gaat gebruiken en klik op Volgende. < Vorige Volgende > Annuleren We raden u aan om de LAN-verbinding te kiezen als het systeem nog geen specifiek netwerk heeft (de netwerkbeheerder zal u helpen om de juiste keuze te maken). 3. Het scherm CSNET WEB Hardware Settings zal verschijnen. Hier kan u de TCP/IP-instelling van CSNET WEB wijzigen. Voer het wachtwoord in het veld INSTALLER PWD in om CSNET WEB te configureren. Het standaardwachtwoord is Installer (hoofdlettergevoelig), maar dit kan later worden gewijzigd. De velden HW IP ADDRESS, HW NETMASK en HW GATE- WAY moeten de netwerkinstellingen die vereist zijn voor CSNET WEB en die door de netwerkbeheerder worden geleverd, bevatten. < Vorige Volgende > Annuleren Pagina 12

4. Het scherm Time, date & zone configuration zal verschijnen. Voer de datum en tijd in. Selecteer de tijdzone die het dichtst bij het geografische gebied van installatie gelegen is. Klik op Volgende om CSNET WEB te configureren. Het installatieprogramma zal het volgende bericht tonen om u eraan te herinneren dat er 2 minuten nodig zijn om de configuratie toe te passen. 2 < Vorige Volgende > Annuleren OK Nadat de TCP/IP-configuratie voor de CSNET WEB is voltooid keert de software-set-up terug naar het beginscherm. 2.5.2. Verbinding maken met CSNET WEB om de software te configureren Met deze optie kunt u de pc-netwerkinstellingen tijdelijk wijzigen en verbinding maken met de CSNET WEB-interface. Waarschuwing: We raden u aan de software niet te configureren zonder eerst de CSNET WEB-interface te configureren. 1. Selecteer Connect to CSNET WEB for Configuration, druk op Volgende en het venster Select Network Card verschijnt en toont de netwerkadapters die op uw pc beschikbaar zijn. < Vorige Volgende > Annuleren 2. Selecteer de netwerkadapter die u gaat gebruiken en klik op Volgende. We raden u aan om de Lokale netwerkverbinding te kiezen als het systeem nog geen specifiek netwerk heeft (de netwerkbeheerder zal u helpen om de juiste keuze te maken). < Vorige Volgende > Annuleren Pagina 13

3. Voer de IP in van de CSNET WEB waarmee u verbinding wilt maken. Standaard verschijnt de configuratie die u al hebt gekozen. U moet altijd de tijdelijke IP invoeren die de pc moet gebruiken. Waarschuwing: Als de pc en de CSNET WEB-interface zijn aangesloten op een lokaal netwerk, moet de netwerkbeheerder de netwerkconfiguratie voorzien. Gebruik anders een geldige configuratie binnen het bereik dat voor de CSNET WEBinterface is ingesteld. In geval van twijfel, raadpleeg uw netwerkbeheerder. 4. Druk op Volgende om de wijzigingen te bevestigen, wijzig tijdelijk de pc-netwerkconfiguratie en start de CSNET WEBtoepassing die het systeem configureert. 5. Wanneer de toepassing start configureert ze het systeem zoals aangegeven in hoofdstuk 4. 6. Sluit nadat u de configuratie hebt voltooid de CSNET WEBtoepassing en kies OK in het bericht Waiting for CSNET WEB to finish... De installatie zal naar haar beginscherm terugkeren. < Vorige Volgende > Annuleren OK 2.5.3. Bijwerken van CSNET WEB-hardware Met deze optie kan de firmware van de CSNET WEB worden bijgewerkt. 1. Selecteer Update CSNET WEB hardware en druk op volgende. 2. Druk op Install. In a paar seconden opent het CSNET WEBupdateprogramma. 3. Voer het installatiewachtwoord in, standaard Installer, in het wachtwoordveld. Geef het IP-adres of de CSNET WEBnetwerknaam op in het Address veld. 4. Druk op Update. Na een paar minuten geeft de statusbalk aan dat het proces is voltooid (de tijd hangt af van de snelheid van de verbinding met CSNET WEB). 5. Sluit de updatesoftware door te drukken op Close. 6. Druk op Volgende om terug te keren naar het begin van de CSNET WEB-installatie of annuleer om het programma af te sluiten. Pagina 14

2.5.3. Installatie van de CSNET WEBsoftware en van een snelkoppeling op uw pc Ga als volgt te werk om de CSNET WEB-toepassing op uw pc en/of computers in hetzelfde netwerk die op de CSNET WEBinterface moten worden aangesloten te installeren: 1. Plaats de CD-ROM die met het CSNET WEB-pack wordt meegeleverd in de computer van zodra deze is aangesloten. Als de automatisch uitvoeren-optie in Windows is geactiveerd zal het installatieprogramma automatisch starten. Voer de Autoinstall.exe-toepassing op de CD-ROM uit als de optie niet is geactiveerd. 2. Als de eerste installatiepagina CSNET WEB Hardware & Software Setup verschijnt, selecteer dan Install CSNET WEB software and direct access in local PC < Vorige Volgende > Annuleren 2 Waarschuwing: Om de CSNET WEB-toepassing uit te voeren moet Java J2SE Environment op uw pc geïnstalleerd zijn. Als dit niet juist is geïnstalleerd, voer stap 3 uit. Bij twijfel, of wanneer dit reeds is geïnstalleerd, ga naar stap 4. Als u nog steeds twijfelt, neem dan contact op met uw netwerkbeheerder. 3. Klik op de knop Install van Java J2SE Runtime Environment 5.0. De Java-installatietoepassing zal starten. 4. Druk op de knop Install van CSNET WEB Software om de CSNET WEB-toepassing te installeren. 5. Klik op Voltooien om de CSNET WEB-installatie te verlaten. < Vorige Voltooien > Annuleren Pagina 15

3. Bediening en configuratie Nadat u de CSNET WEB-interface hebt geconfigureerd moet u beginnen met de configuratie van het systeem Opmerking: CSNET WEB heeft minstens het volgende nodig om te worden geconfigureerd: Lokale softwareconfiguratie (zie volgende pagina) Afdelingenstructuur (zie hoofdstuk 3.1) Unitconfiguratie (zie hoofdstuk 3.3.3) Auto koel/warm (zie hoofdstuk 3.3.5) We raden u aan de andere punten die in de handleiding worden aangegeven op hetzelfde moment te configureren, hoewel dit ook later kan gebeuren. Waarschuwing Denk eraan dat als u toegang wilt krijgen tot CSNET WEB via een snelkoppeling, u de computer op de Ethernetverbinding die met de CSNET WEB-interface is verbonden, moet aansluiten. Als u op de snelkoppeling klikt verschijnt er een pagina waarin u de taal die u wilt gebruiken moet opgeven. Hetzelfde scherm toont een tweede timer (deze kan later worden geconfigureerd) die aftelt tot nul en daarna CSNETWEB in de geselecteerde taal uitvoert. Als u tien seconden wacht of op de knop OK drukt, zal CS- NET WEB u de beginpagina tonen. Beginpagina De beginpagina is verdeeld in twee delen: 1 Toegang tot de installatie vereist 2 Lokale computerconfiguratie: De gebruikersnaam en het wachtwoord zijn hoofdlettergevoelig Als u probeert om toegang te krijgen tot de vereiste installatie toont het beginscherm drie velden die moeten worden ingevuld om toegang te krijgen tot de installatie: Installatie: Voer het IP-adres in van de CSNET WEB waarmee u verbinding wilt maken. Gebruikers-id: Voer de naam in van het soort gebruiker dat toegang zal krijgen tot de installatie. Er zijn twee soorten gebruikers: Installer : Heeft toegang tot alle opties. We raden u aan om alleen bevoegde personen en personen met kennis van het programma toegang te verlenen tot deze optie. User : Heeft alleen toegang tot de configuratie van de units en visualisatie van de timer. 1 2 Opmerking: De gebruikers-id is hoofdlettergevoelig Pagina 16

Wachtwoord: Typ het wachtwoord van de gebruiker die u hebt ingevoerd. Het standaardwachtwoord voor de Installer is: Installer Het standaardwachtwoord voor de User is: User Een proxy gebruiken: Zoals kan worden gezien in de sectie Lokale computerconfiguratie zal de verbinding, als u deze optie selecteert, gemaakt worden via een proxy (indien er één geconfigureerd is). Druk van zodra de data zijn ingevoerd op de knop OK. Als u voor de eerste keer toegang tot deze installatie krijgt, zal het bericht Nieuwe installatie verschijnen: Als u op Ja klikt, zullen de ingevoerde gegevens worden opgeslagen. Op deze manier zult u telkens u CSNET WEB start in het Installatie -tekstveld een drop-downmenu zien met de verschillende opgeslagen installaties. Vervolgens zal CSNET WEB verbinding maken met de installatie die u hebt ingevoerd, zoals getoond op het hoofdscherm. Ja Nee Annuleren 3 Lokale computerconfiguratie: Met deze optie kunt u de verschillende configuratieparameters van de client-computer wijzigen, zoals de verbindingsconfiguratie voor het internet, standaardtaal, lokale gegevensopslag of de lijst met snelle toegang tot installaties. Als u op de knop klikt verschijnt het volgende scherm: Met dit scherm kunt u de bediening van de software op uw computer configureren in termen van: Installatielijst. Proxy-instellingen en CSNET WEB-instellingen. Pagina 17

Installatielijst: Druk op Nieuw om een nieuwe installatie te creëren. Het venster Nieuwe installatie opent vervolgens. U kunt de installatie ook bewerken of verwijderen door in de installatie te drukken op respectievelijk Bewerken en Verwijderen. Voer de installatiegegevens als volgt in: - Titel: id-naam voor de installatie. Voor iedere CS-poort (beschikbaar aan te sluiten CSNET WEB-server): - Naam: id-naam voor CSNET WEB-server. - Adres: id-adres voor CSNET WEB-server. - Poort: Verbindingspoort waar de CSNET WEB-server luistert. - Proxy: Bepaalt of communicatie met de CSNET WEBserver plaatsvindt via een proxyserver. - Gebruikersnaam: Vast veld dat het toegangsrechtenniveau voor de CSNET WEB identificeert. Dit is altijd de Installer. - Password: wachtwoord voor CSNET WEB. Dit is standaard Installer. Druk op de knop Toevoegen in het Gebruikerslijstvak om een nieuwe gebruiker te creëren. U moet tenminste een gebruiker creëren om de verbinding naar een installatie te maken. Het venster Nieuwe gebruiker... opent vervolgens. U kunt ook gebruikers bewerken of verwijderen met behulp van de respectievelijke knoppen Bewerken of Verwijderen. Pagina 18

Voer een gebruikersnaam en wachtwoord in. Selecteer tevens de verschillende gebruikersrechten. U kunt de gebruikersnaam niet herhalen. 3 Proxy-instellingen: Met de tab Proxy-instellingen kunt u de verbinding indien nodig via een proxy configureren. Neem contact op met uw netwerkbeheerder als u twijfelt over de gegevens. Software-instellingen: Met deze tab kunt u vier soorten gegevens configureren: Taalinstellingen:U kunt de standaardtaal kiezen die in het hoofdscherm moet worden gebruikt. U kunt de afteltijd instellen (in seconden) en het programma de wijzigingen laten onthouden. Lokale gegevensopslag: De hoofdstukken Alarmvisualisatie en Stroomverbruik zullen meer details over deze instellingen geven. System Password: Als u dit wachtwoord instelt, wordt iedere gebruiker die de Lokale computerconfiguratie wil openen gevraagd om een wachtwoord. Automatisch starten: Selecteer de gewenste installatie, gebruikersnaam en wachtwoord die automatisch dienen te starten wanneer de CSNET WEB-clientsoftware wordt gestart. Pagina 19

4. Bediening en configuratie van compactunits Het volgende hoofdstuk is van toepassing bij gebruik van compactunits. Denk er aan dat u geen waterkoelmachines en compactunits kunt aansluiten op dezelfde H-LINK-communicatielijn 1 2 5 3 4 6 1 Afdelingenstructuur en berichtgevingspaneel: Deelt de units in op conceptuele basis. Deze kan worden georganiseerd in zoveel groepen als u wilt. De root is altijd Installation (hoewel de naam kan veranderen) en de binnengebieden en -units zullen aan dit knooppunt worden gekoppeld. Wanneer u de installatieweergave niet selecteert, geeft dit paneel ook de configuratieparameters weer voor de verschillende opties. 2 Tabel van binnenunits: Lijst van alle binnenunits met de basisgegevens over hun bedieningsstatus. 3 Bedieningspanelen: Bedieningsgebied voor de werking van de units. 4 Configuratie en weergaveopties: Geeft toegang tot de configuratie van CSNET-WEBen de historische data- en energieverbruikbestanden. 5 Afdelingbewerking:hiermee kunt u de afdelingenstructuur bewerken. 6 HARC-WEB-status: Aansluitbare CSNET-WEB-serverstatus Pagina 20

4.1. Afdelingenstructuur Afdelingbewerking inschakelen activeert een afdelingenstructuur voor deze installatie. - Nieuw:Maakt een nieuwe afdeling aan - Bewe.: Bewerkt de geselecteerde afdeling in de afdelingenstructuur - Verw.: Verwijdert de geselecteerde afdeling - Omhoog: Verplaatst de geselecteerde afdeling naar omhoog terwijl haar niveau wordt gerespecteerd - Omlaag: Verplaatst de geselecteerde afdeling naar omlaag terwijl haar niveau wordt gerespecteerd - Opslaan: Slaat alle gemaakte afdelingen op en sluit de afdelingbewerking - Opheffen:Sluit de afdelingbewerking zonder de gemaakte wijzigingen op te slaan. Opmerking: De gemaakte afdelingen bevatten binnenunits. Zie het volgende hoofdstuk als u wilt selecteren tot welke afdeling elk van de éénheden behoort. 4 Pagina 21

4.2. Tabel van binnenunits De tabel van binnenunits bestaat uit één rij voor elke binnenunit. De betekenis van elke kolom is als volgt: Kolom Lokatie Inhoud / Symbool OU Adres van de buitenunit of koelcircuit waartoe de binnenunit behoort <nummer> IU Adres van de binnenunit <nummer> RCS Nummer afstandsbediening <nummer> Afdeling Lokatie Aan/uit Afdeling waartoe de geselecteerde unit behoort Naam van de kamer die door de geselecteerde unit wordt behandeld Geeft van elke binnenunit aan of hij aan of uit staat +<beschrijvende tekst> <beschrijvende tekst> Aan Uit Bediening Geeft aan of de binnenunit een vergrendelde bedieningsparameter heeft die niet via de afstandsbediening kan worden gewijzigd Parameter vergrendeld Geen parameter vergrendeld Tset Temperatuur instellen <nummer> Modus Werkingsmodus van binnenunit Koelen Verwarmen Drogen Ventilator Automatisch Ventilator. Niveau van de binnenunitventilator: Laag Gemiddeld Hoog Lamel. Positie van het keerschot. Aan Niet beschikbaar... Timer Timer gebruikt door de binnenunit <beschrijvende tekst> Pagina 22

4.3. Bedieningspaneel: Het bedieningspaneel heeft zes toegangsvelden voor volledige bediening van de units: Instelling Klok Systeemstatus Auto koel/warm Cold Draft Elk van deze velden wordt hieronder uitgelegd: Opmerking: De zichtbaarheid van deze velden hangt af van het toegangsrechtenniveau van de gebruiker 4.3.1. Instelling Deze optie toont de parameters die u kunt selecteren voor elke binnenunit 1 4 2 3 Druk nadat u de parameters hebt geselecteerd om te worden aangepast op Opslaan om de opdracht naar de geselecteerde units te verzenden of op Annuleren om de bewerking te annuleren. 1 De unit selecteren De unit die in de tabel van binnenunits is geslecteerd wordt geïdentificeerd door het veld Lokatie. Selecteer de groep units waarvan u de parameters wilt aanpassen door het veld Instellen door te gebruiken: - Unit: De geselecteerde unit - Buiten: Alle binnenunits die behoren tot hetzelfde koelcircuit. - Afdeling: Alle units die zich in dezelfde afdeling bevinden - Alle units: Alle units die worden bediend door CSNET WEB 2 Parameters aanpassen Klik met de muis op de parameter die u wilt selecteren. Selecteer de temperatuur met de knoppen of Het temperatuurbereik is: - Van 19º C tot 30º C voor koeling - Van 17º C tot 30º C voor verwarming Selecteer de ventilatorsnelheid en de positie van het keerschot door op de knoppen Ventilatiesnelheid en Lamel. te drukken 3 Parametervergrendeling De parameters die zijn geselecteerd in RCS-vergrendeling zullen vergrendeld blijven in de positie waarin ze zich bevonden toen de optie werd geactiveerd. Dit houdt in dat ze niet met de afstandsbediening kunnen worden gewijzigd. Pagina 23

4.3.2. Timer Deze optie toont de bedieningstijden die voor elke unit kunnen worden gekozen De getoonde timer komt overeen met de unit die werd gekozen in de tabel van binnenunits, zoals getoond in het voorbeeld. De timer bestaat uit: 1 2 3 ac 4 ab aa aj 9 8 7 6 5 Bewerkenen toewijzen 1 Knop om het patroon en de timer te bewerken 2 Knop om de timer aan de geselecteerde units toe te wijzen 3 Veld om de units te selecteren waaraan u een timer wilt toewijzen 4 Selectie van geprogrammeerd patroon 5 Parametervergrendeling Vergrendelen Ontgrendelen Ongewijzigd 6 Geprogrammeerde ventilatiesnelheid: Laag Medium Hoog Ongewijzigd Patroon 7 Temperatuur instellen: ºC / ongewijzigd 8 Geprogrammeerde werkingsmodus: Koelen Verwarmen Drogen Ventilator Automatisch Ongewijzigd 9 Aan-/uitselectie: Uit Aan Ongewijzigd Timer aj aa ab ac Geprogrammeerde tijd Informatie van de geselecteerde maand Veld om de maand en het jaar te selecteren dat u wilt visualiseren Veld om de geprogrammeerde timer te selecteren Pagina 24

Toegang tot programmering Druk om het patroon en de timer te maken op de knop Timer en patroon bewerken: Met de volgende functies: 1 Afdeling om de programmering op te slaan en te sluiten. 1 2 3 4 2 Afdeling om een nieuwe geprogrammeerde timer te maken, deze te bewerken en/of te verwijderen. 3 Afdeling om een nieuwe te programmeren timer te maken, deze te bewerken en/of te verwijderen. 4 Invoer voor het dagelijkse patroon dat u programmeert. 5 Afdeling om een nieuwe invoer van het geprogrammeerde patroon te maken, deze te bewerken en/of te verwijderen. 6 Geprogrammeerde jaarlijkse timer. 6 5 4 Programmeting van dagelijks patroon Volg nadat u toegang hebt gekregen tot de timerprogrammazone de instructies hieronder. Zie de vorige pagina voor meer details over de programmeerbare parameters. Een nieuw patroon maken: 1 Druk op de knop Nieuw 1 2 Voer de naam in van het nieuwe patroon in het vak dat is aangeduid met: bijvoorbeeld Pattern 1 3 Selecteer de kleur met de palatselectie door er dubbel op te klikken. 4 Druk nadat u deze fase hebt voltooid op Opslaan om de tijd van het nieuwe patroon te programmeren. 2 3 4 Opmerking: Nadat u het patroon hebt bijgewerkt, wordt het eerste patroon dat u hebt geprogrammeerd getoond. Selecteer voor de volgende stappen nogmaals het patroon dat u net hebt gemaakt. Bewerken van een bestaand patroon: Selecteer een bestaand patroon met het veld in het dropdownmenu. Druk op de knop Bewe.. Wijzig de kleur van het geselecteerde patroon zoals aangegeven voor het maken van een nieuw patroon. Wijzig het dagelijkse programma zoals aangegeven voor dagelijkse programmering. Een bestaand patroon verwijderen: Selecteer een bestaand patroon met het veld in het dropdownmenu. Druk op de knop Verw.. Pagina 25

Dagelijkse programmering: Nadat u een patroon hebt gemaakt en geselecteerd kan u elk van de velden beginnen te programmeren, waarbij u de werkomstandigheden op elk moment van de dag aangeeft. Druk op de knop Nieuw om verder te gaan naar de ingaveprogrammamodus. Selecteer de optie die u in elk programma wilt programmeren. Zoek het subveld Timer. Selecteer het en druk op de knop OK. Het invoerprograma dat verschijnt hangt af van het geselecteerde patroon. Druk op de knop Bewe. om een invoer te wijzigen die eerder werd gemaakt en geselecteerd. Druk op de knop Verw. om een invoer te verwijderen die eerder werd gemaakt en geselecteerd. Pagina 26

Timerprogrammering Volg nadat u toegang hebt gekregen tot de timerprogrammazone de instructies hieronder. 1 2 Een nieuwe timer maken 1 Druk op de knop Nieuw 2 Voer de naam in van de nieuwe timer in het vak dat is aangeduid met: bijvoorbeeld Winter 3 Druk op Opslaan om verder te gaan naar het programma van de geselecteerde maand. 3 Maandelijkse programmering Kent het dagelijkse patroon toe dat eerder voor elke dag van de maand werd geselecteerd, zoals hieronder aangegeven: Selecteer het dagelijkse patroon met het drop-downmenu 4 1 Door op de dag van de week te drukken wordt het eerder geselecteerde patroon toegewezen aan al de dagen van de maand die overeenkomen met de geselecteerde dag van de week. 5 4 2 Door op een specifieke dag te drukken wordt het geselecteerde patroon enkel aan deze dag toegewezen. 3 Door op de >>-pijl drukken wordt het geselecteerde patroon aan alle dagen van de maand toegewezen. 4 Door op de naam van de maand te drukken wordt het geselecteerde patroon eraan toegewezen. 5 Druk nadat u de timer hebt ingesteld op de knop Opslaan om de programmering te bevestigen. 1 2 3 Pagina 27

De timer toewijzen Nadat de timer werd gemaakt kunt u er alle units die er gebruik van moeten maken aan toewijzen. Doe dit als volgt: Druk op de veldknop 1 uit het drop-downmenu om de units te selecteren waaraan u de timer wilt toewijzen. De lijst bevat de volgende opties: Enkele unit: Selecteert de unit die in de tabel van binnenunits is gemarkeerd Afdeling: Selecteert al de units die in dezelfde groep worden gevonden als de unit die in de tabel van binnenunits is gemarkeerd. Buiten: Selecteert al de binnenunits die op dezelfde buitenunits zijn aangesloten als de unit die in de tabel van binnenunits is gemarkeerd. Alle units: Selecteert alle binnenunits 2 1 Druk op knop 2 Timer toewijzen aan: om de timer aan de geselecteerde units toe te wijzen 4.3.3. Unit-instellingen De unit-instellingen tonen al de gegevens van elk van de units die worden bediend door CSNET WEB. De getoonde timer komt overeen met de unit die werd gekozen in de tabel van binnenunits, zoals in het voorbeeld. De gegeven informatie is als volgt: Lokatie: Naam van de kamer die door deze unit wordt behandeld. Afdeling: Zone waartoe deze unit behoort. IU-type: Binnenunitmodel (herkend door het systeem). (zie opmerking 1) IU-model: Exacte model van de binnenunit(zie opmerking 2) OU-type: Model van de buitenunit die aangesloten is op de binnenunit (herkend door het systeem) (zie opmerking 3) OU Model: Exact model van de buitenunit die is aangesloten op deze binnenunit (zie opmerking 2) Is FX: Als u het aankruisvakje markeert komt deze unit overeen met een 3-draadsunit (FXG of FXN) Is R410A: Als u het aankruisvakje markeert is het gebruikte koelsysteem R410, als u het niet markeert is de koeler R407C. (zie opmerking 6) Pagina 28

Serienu. IU: Serienummer van de buitenunit waarop de binnenunit is aangesloten (zie opmerking 2) Serienu. OU: Serienummer van de binnenunit (zie opmerking 2) RC-groep: Nummer afstandsbediening gebruikt door meer dan één binnenunit met inbegrip van deze, voor voorbeeld 1. Een tweede groep moet een ander nummer hebben, enz. Als een parameter binnen een groep wijzigt zullen alle groepen die de parameter vormen tegelijkertijd de specifieke waarde overnemen. Dit proces is automatisch en er hoeft geen unitgroep worden geselecteerd om te wijzigen. (zie opmerking 4) CH Box: Nummer van het CH (koelings-/verwarmings-) distributievak dat wordt gebruikt door meer dan één binnenunit met inbegrip van deze. Als de automatische koelings-/verwarmingswerking werd gekozen, moet een gemeenschappelijk nummer in dit veld worden gekozen om ervoor te zorgen dat alle units hun werkingsmodus tegelijkertijd wijzigen. Als de werkingsmodus van één van de units in deze groep is gewijzigd, zal CSNET WEB ook de werkingsmodus van de andere units van dezelfde groep die niet langer een compatibele werkingsmodus hebben, wijzigen. (zie opmerking 5) Opmerkingen: 1. Als de binnenunit RPC of RPK is, zal CSNET WEB RPC(RPK) weergeven, aangezien ze niet correct kunnen worden geïdentificeerd. 2. Om de noodzakelijke onderhouds- en reparatiewerken te vergemakkelijken moet het juiste model worden ingegeven. 3. Nu volgen mogelijke types van buitenunits: RAS-#.# (UTO): Utopia en Utopia Big RAS-#.# (INV): Utopia-omvormer RAS-#.# (SF): Set-Free en Mini Set-Free 4. Het is niet mogelijk voor twee of mee units met een afstandsbediening om in verschillende omstandigheden te werken. Gebruik alleen de afstandsbedieningsgroep met hetzelfde koelsysteem of CH Box. Gebruik geen enkelvoudige bediening om binnenunits die op verschillende buitenunits of HC boxes zijn aangesloten te bedienen. 5. De compatibiliteit van de werkingsmodi is als volgt: Werkingsmodus Koelen Verwarmen Drogen Ventilator Automatische koeling / verwarming Compatibele modi in andere units van dezelfde groep Koelen, drogen, ventilator Verwarmen, ventilator Koelen, drogen, ventilator Koelen, drogen, verwarmen, ventilator Automatische koeling / verwarming 4 6. Deze informatie zal door CSNET WEB worden gebruikt om de bedieningsparameters van het koelsysteem te berekenen, zoals TdSH. 4.3.4. Systeemstatus Het veld Systeemstatus toont de werkingsomstandigheden van elke unit die door CSNET WEB wordt bediend. De getoonde Systeemstatus komt overeen met dezelfde unit die is geselecteerd in de binnenunittabel, zoals getoond in het bijgevoegde voorbeeld. Beschrijving Het informatiescherm is in 4 delen verdeeld: Data van de binnenunit Instellingsgegevens van de afstandsbediening en/of het configuratieveld Gegevens van de buitenunit Uitgezonden alarm en reden voor de compressorstatus Pagina 29

Verklaring van de velden Hoewel al deze parameters beschikbaar zijn in de 3-draadssystemen (Set-Free FX), zijn sommige niet beschikbaar in andere systemen. Deze worden in de tabel aangegeven. 2 3 4 5 6 13 14 15 11 12 1 8 7 9 10 29 30 17 18 20 21 22 23 24 25 26 28 16 19 27 Nr. Groep Beschrijving 1 Binnenunit Model van de binnenunit en zijn vermogen O O O O O O 2 Thermo aan/uit O O O O O O 3 Aan/uit O O O O O O 4 Filtertijd h O O O O O O 5 Uitlaattemperatuur van lucht ºC O O O O O O 6 Inlaattemperatuur van lucht ºC O O O O O O 7 Optionele thermistor op afstand ºC O O O O O O 8 Gasleidingstemperatuur ºC O O O O O 9 Vloeistofleidingsleidingtemperatuur ºC O O O O O O 10 Opening expansieventiel % O O O O O 11 Werkelijke werkingsmodus ºC O O O O O 12 Werkelijke ventilatiesnelheid O O O O O O 13 Externe Temperatuur instellen O O O O O O 14 bediening: Geselecteerde werkingsmodus: O O O O O O 15 Geselecteerde ventilatiesnelheid O O O O O O 16 Buitenunit Model van binnenunit en zijn vermogen O O O O O O 17 Uitlaatdruk MPa O O O 18 Aanzuigdruk MPa O O O 19 Uitlaat oververhitting (TdSH) ºK O O O 20 Uitlaatgastemperatuur ºC O O O O O O 21 Compressorfrequentie Hz O O O O 22 Totaal verbruik van compressors A O O O O O O 23 Aantal werkende compressors O O O O O O 24 Opening expansieventiel MV1 % O O O O 25 Opening expansieventiel MV2 % (1) O 26 Opening expansieventiel MV3/MVB % (2) O 27 Omgevingstemperatuur ºC O O O O O O 28 Verdampingstemperatuur (verwarming) ºC O O O O O O 29 Alarmen Aantal en beschrijving van alarm O O O O O O 30 Laatste oorzaak van uitschakelen compressor (3) O O O O O Units Utopia G Utopia N DComvormer Mini Set-Free Set-Free FS Set-Free FX O = beschikbaar = niet beschikbaar Opmerkingen: 1 Niet voor FS-units van meer dan 10 HP 2 Niet voor FS-units van meer dan 20 HP 3 De getoonde waarde verdwijnt pas als de oorzaak van het uitschakelen van de compressor wijzigt. Alarmen De alarmen getoond in CSNET WEB zijn dezelfde als die kunnen worden gevonden in de onderhoudshandleiding van de buitenunit in kwestie. Oorzaak van uitschakelen compressor De oorzaak van het uitschakelen van de compressor getoond in CSNET WEB is dezelfde als die kan worden gevonden in de onderhoudshandleiding van de buitenunit in kwestie. Pagina 30

4.3.5. Auto koel/warm De Set-Free FS3/FSG/FSN, Mini Set-Free FSVG/FSVN, DC-omvormer HVRG/HVRN/ HRN en Utopia HG/HVG/HN/HNV zijn 2-draadssystemen en ze zijn niet ontworpen om in de automatisch koel-/warmmodus te werkenals meer dan één binnenunit is aangesloten op dezelfde buitenunit, maar alleen in de koel- of warm-modus. Alle binnenunits die dus op dezelfde buitenunit zijn aangesloten moeten dus tegelijkertijd van de ene naar de andere modus worden gewijzigd. Hetzelfde moet worden toegepast op 3-draads FREE FXG/FXN-systemen, voor alle binnenunits die op dezelfde CH Box zijn aangesloten. Werking in de automatische koel-/warm modus is echter beschikbaar via CSNET WEB. In gematigde seizoenen berekent CSNET WEB de voornaamste behoefte van de binnenunits voor elk van de buitenunits in de hierboven vermelde systemen, selecteert de benodigde modus voor de meeste units in het systeem en past de afstandsbediening hieraan aan. Met het doel om het systeem tijd te geven in een specifiek modus te worden geplaatst, worden haar vereisten ten minste 20 minuten nadat de laatste wijziging werd uitgevoerd, gecontroleerd. Dit proces gebeurt constant zolang de binnenunits op Auto.zijn ingesteld. 4 Als de systemen correct zijn ontworpen, dat wil zeggen als alle binnenunits van dezelfde 2-draadsbuitenunit gelijkaardige koelings- en verwarmingsbehoeften hebben, dan is het mogelijk om s morgens de verwarming (bijvoorbeeld), s namiddags de koeling en s avonds nogmaals de verwarming volledig te automatiseren. Gebruikers behouden de plaatselijke controle over de temperatuur in de kamer via de afstandsbediening. Er zijn twee manieren waarop CSNET kan beslissen of de werkingsmodus in AUTO moet worden geplaatst: Opmerking: 2-draadsmodellen: Set-Free FS3/FSG/FSN, Mini Set-Free FSVG/FSVN, DC-omvormer HVRG/HVRN/HRN, Utopia HG/HVG/HN/HNV y CH Box van FXG/FXN met een CH Box die is aangesloten op verschillende binnenunits 3-draadsmodellen: FXG/FXN met een afzonderlijke CH Box Beschrijving van de werkingsmodus In de automatische (auto) koel-/warmmodus die door de binnenunits wordt gevraagd, zal CSNET WEB eerst controleren of het koelcircuit waarop de unit is aangesloten 2- of 3-draads is (zie opmerking in de marge) voordat beslist wordt de werkingsmodus te wijzigen. Vervolgens zal CSNET WEB het verschil berekenen om te beslissen wat op dat moment de beste werkingsmodus is. Pagina 31