Titel Ibis. Ernstige schendingen van het internationaal

Strafwetboek van 8 juni 1867...... 3 Boek I. De misdrijven en de bestraffing in het algemeen................. 3 Hoofdstuk I. Misdrijven............ 3 Hoofdstuk II. Straffen.............. 3 Afdeling I. Verschillende soorten van straffen. 3 Afdeling II. Criminele straffen............ 4 Afdeling III. Correctionele gevangenisstraf... 4 Afdeling IV. Politiegevangenisstraf......... 5 Afdeling V. Straffen aan misdaden en wanbedrijven gemeen....................... 5 Afdeling [Vbis]. [De straf onder elektronisch toezicht]........................... 7 Afdeling V[ter]. De werkstraf............ 9 [Afdeling Vquater. De autonome probatiestraf] 11 Afdeling VI. Straffen aan de drie soorten van misdrijven gemeen.................... 13 Hoofdstuk III. Andere veroordelingen die wegens misdaden, wanbedrijven of overtredingen kunnen worden uitgesproken 15 Hoofdstuk IV. Poging tot misdaad of tot wanbedrijf....................... 16 Hoofdstuk V. Herhaling............ 16 Hoofdstuk VI. Samenloop van verscheidene misdrijven..................... 17 Hoofdstuk VII. Deelneming van verscheidene personen aan eenzelfde misdaad of wanbedrijf....................... 18 Hoofdstuk VIII. Rechtvaardigings- en verschoningsgronden................. 18 Hoofdstuk IX. Verzachtende omstandigheden.......................... 19 Hoofdstuk X. Tenietgaan van de straffen 20 [Hoofdstuk XI. Wijze waarop rekening wordt gehouden met de in andere staten door strafgerechten uitgesproken veroordelingen]........................ 21 Boek II. De misdrijven en hun bestraffing in het bijzonder.............. 21 Titel I. Misdaden en wanbedrijven tegen de veiligheid van de Staat............. 21 Hoofdstuk I. Aanslag op en samenspanning tegen de Koning, de Koninklijke familie en de regeringsvorm........... 21 Hoofdstuk II. Misdaden en wanbedrijven tegen de uitwendige veiligheid van de Staat........................... 22 Hoofdstuk III. Misdaden tegen de inwendige veiligheid van de Staat.......... 28 Titel Ibis. Ernstige schendingen van het internationaal humanitair recht........ 29 Titel Iter. Terroristische misdrijven..... 33 Titel II. Misdaden en wanbedrijven die door de Grondwet gewaarborgde rechten schenden........................... 36 Hoofdstuk I. Wanbedrijven betreffende de vrije uitoefening van de erediensten. 36 Hoofdstuk II. Schending door openbare ambtenaren van rechten door de Grondwet gewaarborgd.................. 36 Titel III. Misdaden en wanbedrijven tegen de openbare trouw................ 37 Hoofdstuk I. Valse munt............ 37 Hoofdstuk II. Namaking of vervalsing van openbare effecten, aandelen, schuldbrieven, rentebewijzen en bij de wet toegelaten bankbiljetten.................. 38 Hoofdstuk IIbis. Bescherming van de geldtekens die wettig betaalmiddel zijn. 39 Hoofdstuk III. Namaking of vervalsing van zegels, stempels, merken, enz......... 39 Hoofdstuk IV. Valsheid in geschriften, in informatica en in telegrammen....... 41 Afdeling I. Valsheid in authentieke en openbare geschriften, in handels- of bankgeschriften en in private geschriften.................... 41 Afdeling II. Valsheid in reispassen, machtigingen om wapens te dragen, arbeidsboekjes, reisorders en getuigschriften..................... 42 Afdeling IIbis. Valsheid in informatica...... 43 Afdeling III. Valsheid in telegrammen...... 43 Hoofdstuk V. Vals getuigenis en meineed 43 Hoofdstuk VI. Aanmatiging van ambten, van titels of van een naam........... 44 Titel IV. [Misdaden en wanbedrijven tegen de openbare orde, gepleegd door personen die een openbaar ambt uitoefenen of door bedienaren der erediensten in de uitoefening van hun bediening]............ 45 Hoofdstuk I. Samenspanning van ambtenaren........................... 45 Hoofdstuk II. Aanmatiging van macht door administratieve en rechterlijke overheden.......................... 46 10 maart 2016 mijnwetboek.be i

Hoofdstuk III. [Verduistering, knevelarij en belangenneming gepleegd door personen die een openbaar ambt uitoefenen] 46 Hoofdstuk IV. [Omkoping van personen die een openbaar ambt uitoefenen]... 47 Hoofdstuk V. Misbruik van gezag..... 48 Hoofdstuk Vbis. Afluisteren, kennisnemen en opnemen van privé-communicatie en - telecommunicatie................. 49 Hoofdstuk VI. Onwettig vervroegde of verlengde uitoefening van het openbaar gezag............................ 50 Hoofdstuk VII. Enige wanbedrijven betreffende het houden van de akten van de burgerlijke stand.................. 50 Hoofdstuk VIII. Misdrijven voor de bedienaren der erediensten in de uitoefening van hun bediening gepleegd......... 50 Titel V. Misdaden en wanbedrijven tegen de openbare orde door bijzondere personen gepleegd....................... 50 Hoofdstuk I. Weerspannigheid....... 50 Hoofdstuk II. Smaad en geweld tegen ministers, leden van de Wetgevende Kamers, dragers van het openbaar gezag en van de openbare macht.................. 51 Hoofdstuk III. Zegelverbreking....... 52 Hoofdstuk IV. Belemmering van de uitvoering van openbare werken........ 52 Hoofdstuk V. Misdaden en wanbedrijven van leveranciers................... 53 Hoofdstuk VI. Uitgeven of verspreiden van geschriften zonder vermelding van naam en woonplaats van de schrijver of van de drukker......................... 53 Hoofdstuk VII. Overtreding van de wetten en verordeningen op loterijen, speelhuizen en pandhuizen.................... 53 Hoofdstuk VIII. Misdrijven betreffende nijverheid, koophandel en openbare veilingen.......................... 54 Hoofdstuk VIIIbis. Misdrijven betreffende het geheim van privé-communicatie en - telecommunicatie................. 55 Hoofdstuk IX. Enige andere misdrijven tegen de openbare orde.............. 55 Afdeling I. Overtreding van de begrafeniswetten 55 Afdeling II. [Belemmering van de uitoefening van de rechtsprekende functie]............ 55 Afdeling III. Misdrijven betreffende veeziekten 55 Titel VI. Misdaden en wanbedrijven tegen de openbare veiligheid.............. 56 Hoofdstuk I. [Vereniging met het oogmerk om een aanslag te plegen op personen of op eigendommen en criminele organisatie]...................... 56 Hoofdstuk II. [Bedreigingen met een aanslag op personen of op eigendommen en valse inlichtingen betreffende ernstige aanslagen]....................... 57 Hoofdstuk III. Ontvluchting van gevangenen............................. 57 Hoofdstuk IV. Banbreuk en enige gevallen van verberging.................... 58 Hoofdstuk V. Wanbedrijven tegen de openbare veiligheid gepleegd door landlopers of door bedelaars.............. 58 Titel VIbis. [Misdaden met betrekking tot het nemen van gijzelaars]........... 58 Titel VII. Misdaden en wanbedrijven tegen de orde der familie en tegen de openbare zedelijkheid....................... 59 Hoofdstuk I. Vrucht afdrijving........ 59 Hoofdstuk II. [ ].................. 60 Hoofdstuk III. Misdaden en wanbedrijven strekkende tot het verhinderen of vernietigen van het bewijs van de burgerlijke staat van kinderen...................... 60 Hoofdstuk IV. [ ]................. 60 Hoofdstuk V. [Voyeurisme, aanranding van de eerbaarheid en verkrachting].... 60 Hoofdstuk VI. [Bederf van de jeugd en prostitutie]....................... 63 Hoofdstuk VII. Openbare schennis van de goede zeden...................... 66 Hoofdstuk VIII. [Dubbel huwelijk]..... 67 Hoofdstuk IX. Verlating van familie.... 68 Hoofdstuk X. Misdrijven en wanbedrijven inzake adoptie.................... 68 Hoofdstuk XI. Gedwongen huwelijk [en gedwongen wettelijke samenwoning]... 69 ii mijnwetboek.be 10 maart 2016

Titel VIII. Misdaden en wanbedrijven tegen personen....................... 69 Hoofdstuk I. [Opzettelijk doden, opzettelijk toebrengen van lichamelijk letsel, foltering, onmenselijke behandeling en onterende behandeling]............ 69 Afdeling I. Doodslag en verschillende soorten van doodslag........................ 70 Afdeling II. Opzettelijk doden, niet doodslag genoemd, en opzettelijk toebrengen van lichamelijk letsel........................... 70 Afdeling III. Verschoonbare doodslag, verschoonbare verwondingen en verschoonbare slagen............................... 73 Afdeling IV. Gerechtvaardigde doodslag, gerechtvaardigde verwondingen en gerechtvaardigde slagen........................... 73 Afdeling V. Foltering, onmenselijke behandeling en onterende behandeling............... 74 Hoofdstuk II. Onopzettelijk doden en onopzettelijk toebrengen van lichamelijk letsel............................. 75 Hoofdstuk III. Aantasting van de persoon van minderjarigen, [van kwetsbare personen] en van het gezin.............. 76 Afdeling I. Verlaten of in behoeftige toestand achterlaten van kinderen of [kwetsbare personen].............................. 76 Afdeling II. Onthouden van voedsel of verzorging aan minderjarigen en [aan kwetsbare personen] 76 Afdeling III. Bepaling aan de afdelingen I en II gemeen............................ 77 Afdeling IV. Ontvoering en verberging van minderjarigen [en van kwetsbare personen]..... 77 Afdeling V. Niet-afgeven van kinderen...... 77 Afdeling VI. Gebruik van minderjarigen [en van kwetsbare personen] met het oog op het plegen van een misdaad of een wanbedrijf........ 78 Afdeling VII. Aantasting van de persoonlijke levenssfeer van minderjarigen............. 78 Afdeling VIII. [Lokken van minderjarigen via informatie- en communicatietechnologieën met het oog op het plegen van een misdaad of een wanbedrijf]......................... 79 Hoofdstuk IIIbis. Exploitatie van bedelarij 79 Hoofdstuk IIIter. Mensenhandel...... 79 Hoofdstuk IIIquater. Misbruik van andermans [kwetsbare toestand] door de verkoop, verhuur of terbeschikkingstelling van goederen met de bedoeling een abnormaal profijt te realiseren.......... 81 Hoofdstuk IV. Aanslag op de persoonlijke vrijheid en op de onschendbaarheid van de woning, gepleegd door bijzondere personen........................... 82 Hoofdstuk IVbis. Belaging........... 82 Hoofdstuk IVter. [Misbruik van de zwakke toestand van personen]............. 83 Hoofdstuk V. Aanranding van de eer of de goede naam van personen........... 83 Hoofdstuk VI. Enige andere wanbedrijven tegen personen................... 85 Titel IX. Misdaden en wanbedrijven tegen eigendommen.................... 86 Hoofdstuk I. Diefstal en afpersing..... 86 Afdeling I. Diefstal zonder geweld of bedreiging 86 Afdeling II. Diefstal door middel van geweld of bedreiging gepleegd en afpersing.......... 87 Afdeling IIbis. [Diefstal en afpersing van kernmateriaal].......................... 88 Afdeling III. [Betekenis van sommige in dit wetboek voorkomende uitdrukkingen]........ 89 Hoofdstuk Ibis. [Externe beveiliging van kernmateriaal en ander radioactief materiaal]........................... 90 Hoofdstuk II. Bedrog............... 91 Afdeling I. [Misdrijven die verband houden met de staat van faillissement].............. 91 Afdeling II. Misbruik van vertrouwen...... 92 Afdeling III. Oplichting en bedriegerij...... 93 Afdeling IIIbis. Private omkoping......... 94 Afdeling IIIbis. Informaticabedrog......... 94 Afdeling IV. [Heling en andere verrichtingen met betrekking tot zaken die uit een misdrijf voortkomen]........................ 95 Afdeling V. Enige andere soorten van bedrog. 96 Hoofdstuk III. Vernieling, beschadiging, aanrichting van schade............. 97 Afdeling I. Brandstichting............... 97 Afdeling II. Vernieling van bouwwerken, stoommachines en telegraaftoestellen........... 98 Afdeling III. Vernieling of beschadiging van graven, monumenten, kunstvoorwerpen, titels, bescheiden of andere papieren............. 99 10 maart 2016 mijnwetboek.be iii

Afdeling IV. Vernieling of beschadiging van eetwaren, koopwaren of andere roerende eigendommen............................ 99 Afdeling IVbis. Graffiti en beschadiging van onroerende eigendommen................. 100 Afdeling V. Vernieling en verwoesting van veldvruchten, planten, bomen, enten, granen en voeder, vernieling van landbouwgereedschappen.. 100 Afdeling VI. Ombrengen van dieren........ 100 Afdeling VII. Bepalingen aan de vorige afdelingen gemeen.......................... 101 Afdeling VIII. Vernieling van afsluitingen, verplaatsing of verwijdering van grenspalen en hoekbomen.......................... 101 Afdeling IX. Vernieling en schade door overstroming veroorzaakt...................... 101 Titel IXbis. Misdrijven tegen de vertrouwelijkheid, integriteit en beschikbaarheid van informaticasystemen en van de gegevens die door middel daarvan worden opgeslagen, verwerkt of overgedragen........... 102 Titel X. Overtredingen............. 103 Hoofdstuk I. [ ].................. 103 Hoofdstuk II. [ ]................. 103 Hoofdstuk III. [ ]................. 103 Hoofdstuk IV. [ ]................. 103 Wetboek van strafvordering...... 104 Voorafgaande titel. Rechtsvorderingen die uit misdrijven ontstaan............. 104 Hoofdstuk I. Regels betreffende de strafvordering en de burgerlijke rechtsvordering............................ 104 Hoofdstuk II. Strafvordering wegens misdaden of wanbedrijven buiten het grondgebied van het Rijk gepleegd......... 106 Hoofdstuk III. Prejudiciële geschillen... 111 Hoofdstuk IV. Oorzaken van verval van de strafvordering en van de burgerlijke rechtsvordering................... 111 Hoofdstuk V. Niet-ontvankelijkheid van de strafvordering wegens provocatie... 113 Hoofdstuk VI. Regels met betrekking tot de uitoefening van de strafvordering volgend op een beslissing van uithandengeving bevolen door een jeugdgerecht... 113 Hoofdstuk VII. [Nietigheden]........ 113 Boek I. De gerechtelijke politie en de officieren die ze uitoefenen......... 114 Hoofdstuk I. Gerechtelijke politie...... 114 Hoofdstuk II. [ ].................. 114 Hoofdstuk III. Veldwachters en boswachters............................. 114 Hoofdstuk IIIbis. [Machtiging tot inzage van het dossier of tot het bekomen van een afschrift ervan]................. 115 Hoofdstuk IV. De procureurs des Konings en hun substituten................. 115 Afdeling I. Bevoegdheid van de procureur des Konings betreffende de gerechtelijke politie... 115 Afdeling Ibis. Het opsporingsonderzoek..... 116 Afdeling II. Wijze waarop de procureurs des Konings handelen in de uitoefening van hun ambt 120 Afdeling III. De bijzondere opsporingsmethoden 132 Hoofdstuk IVbis. [De federale procureur] 137 Hoofdstuk V. Politieofficieren die hulpofficier zijn van de procureur des Konings. 137 Hoofdstuk VI. Onderzoeksrechters..... 138 Afdeling I. De onderzoeksrechter.......... 138 Afdeling II. Ambtsverrichtingen van de onderzoeksrechter......................... 140 Hoofdstuk VII. [Voorlopige maatregelen ten aanzien van rechtspersonen]...... 156 Hoofdstuk VIIbis. [Verhoor van minderjarigen die het slachtoffer of getuige zijn van bepaalde misdrijven]............... 157 Hoofdstuk VIIter. Bescherming van bedreigde getuigen................... 158 Afdeling I. Definities van sommige in dit hoofdstuk voorkomende uitdrukkingen.......... 158 Afdeling II. De organen van de bescherming.. 158 Afdeling III. De toekenning van bescherming. 159 Afdeling IV. Wijziging en intrekking van de bescherming........................... 161 Hoofdstuk VIIquater. Afnemen van verklaringen met behulp van audiovisuele media 162 Afdeling I. Het verhoor op afstand......... 162 Afdeling II. De audiovisuele opname en de auditieve opname van het verhoor............. 163 Hoofdstuk VIII. Voorlopige invrijheidstelling en borgstelling................. 164 Hoofdstuk IX. Verslag van de onderzoeksrechter na voltooiing van de rechtspleging 165 Hoofdstuk X. Toezicht op het onderzoek door de kamer van inbeschuldigingstelling............................. 167 iv mijnwetboek.be 10 maart 2016

Hoofdstuk XI. Bevoegdheid van de onderzoeksgerechten in terrorismezaken.... 168 Boek II. Het gerecht.............. 168 Titel I. [Politierechtbanken en correctionele rechtbanken].................... 168 Hoofdstuk I. [Politierechtbanken].... 168 Hoofdstuk II. Correctionele rechtbanken 174 [Hoofdstuk IIbis. Voorafgaande erkenning van schuld].................. 182 Hoofdstuk III. [Bepalingen betreffende het verval van de strafvordering voor sommige misdrijven onder bepaalde voorwaarden]....................... 183 Hoofdstuk IV. [Oproeping bij proces-verbaal]........................... 186 Hoofdstuk V. [Onmiddellijke verschijning]........................... 186 Titel II. [Het hof van assisen]........ 187 Hoofdstuk I. [Algemene bepaling].... 187 Hoofdstuk II. [De bevoegdheid van het hof van assisen].................. 187 Hoofdstuk III. [De inbeschuldigingstelling]........................... 187 Hoofdstuk IV. [Voorziening tegen het verwijzingsarrest].................... 192 Hoofdstuk V. [Procedure voorafgaand aan de zitting ten gronde]........... 193 Afdeling I. [De ambtsverrichtingen van de voorzitter]............................. 193 Afdeling II. [De ambtsverrichtingen van de procureur-generaal]...................... 193 Hoofdstuk VI. [Rechtspleging voor het hof van assisen].................. 194 Afdeling I. [De preliminaire zitting]....... 194 Afdeling II. [De zitting ten gronde]........ 195 Afdeling III. [De burgerrechtelijke belangen]. 205 Afdeling IV. [Algemene bepalingen]....... 205 Hoofdstuk VII. [De rechtsmiddelen]... 205 Afdeling I. [Algemene bepaling].......... 205 Afdeling II. [Verzet]................... 205 Afdeling III. [Voorziening in cassatie]...... 206 Hoofdstuk VIII. [De tenuitvoerlegging van de beslissing].................... 206 Titel IIbis. [Algemene bepalingen betreffende de ambtsverrichtingen en opdrachten van het parket-generaal]............ 206 Titel III. Wijzen van voorziening tegen arresten of vonnissen................ 207 Hoofdstuk I. Nietigheid van het onderzoek en van het vonnis.............. 207 Hoofdstuk II. [Rechtspleging in cassatie] 208 Hoofdstuk IIbis. Heropening van de rechtspleging..................... 210 Afdeling I. Aanvragen tot heropening van de rechtspleging........................ 210 Afdeling II. Verloop van de rechtspleging na de heropening ervan..................... 211 Afdeling III. Kosten van de rechtspleging.... 212 Hoofdstuk III. Aanvragen tot herziening 212 Titel IV. Enige rechtsplegingen van bijzondere aard....................... 214 Hoofdstuk I. Valsheid.............. 214 Hoofdstuk Ibis. [Strafrechtelijk uitvoerings-onderzoek].................. 215 Afdeling I. [Begrip en algemene beginselen].. 215 Afdeling II. [Organen van het onderzoek]... 216 Afdeling III. [Opening van het onderzoek]... 217 Afdeling IV. [Bevoegdheden van de uitvoeringsorganen]........................... 218 Afdeling V. [Kosten van het onderzoek].... 229 Afdeling VI. [Afsluiting van het strafrechtelijk uitvoeringsonderzoek]................. 229 Hoofdstuk II. [ ]................. 229 Hoofdstuk III. Misdaden door rechters gepleegd buiten hun ambt en in de uitoefening van hun ambt................ 230 Afdeling I. Vervolging en onderzoek tegen rechters wegens misdaden en wanbedrijven door hen buiten hun ambt gepleegd............... 230 Afdeling II. Vervolging en onderzoek, wegens misdaden of wanbedrijven in verband met hun ambt, tegen sommige rechters en rechtbanken 230 Hoofdstuk IV. Misdrijven tegen de eerbied aan de gestelde overheden verschuldigd 232 Hoofdstuk V. Wijze waarop getuigenissen van de prinsen en van sommige staatsambtenaren worden afgenomen in criminele, correctionele en politiezaken. 233 Hoofdstuk VI. Vaststelling van de identiteit van ontvluchte en opnieuw aangehouden veroordeelden................. 233 Hoofdstuk VII. Rechtspleging in geval van vernieling of wegneming van het vonnis of van de stukken van een zaak......... 234 10 maart 2016 mijnwetboek.be v

Hoofdstuk VIII. Bijzonder onderzoek naar de vermogensvoordelen............. 234 [Hoofdstuk IX. Onderzoek naar de mogelijkheid van overbrenging van een ernstige besmettelijke ziekte bij gelegenheid van een strafbaar feit]................. 235 Titel V. Regeling van rechtsgebied en verwijzing van de ene rechtbank naar de andere............................ 236 Hoofdstuk I. Regeling van rechtsgebied. 236 Hoofdstuk II. Verwijzing van de ene rechtbank naar de andere............... 238 Titel VI. [Bemiddeling]............. 239 Titel VII. Enige zaken van openbaar belang en van algemene veiligheid.......... 239 Hoofdstuk I. [Over het centraal strafregister]............................ 239 Hoofdstuk II. [Gevangenissen]....... 244 Hoofdstuk III. Middelen om de persoonlijke vrijheid te verzekeren tegen wederrechtelijke vrijheidsberoving of andere daden van willekeur................ 245 Hoofdstuk IV. Uitwissing van veroordelingen en herstel in eer en rechten in strafzaken............................ 246 Afdeling I. Uitwissing van veroordelingen.... 246 Afdeling II. Herstel in eer en rechten in strafzaken................................ 246 Hoofdstuk V. Verjaring............. 248 Hoofdstuk VI. Bijzondere bepaling.... 249 Wet van 4 oktober 1867 op de verzachtende omstandigheden....... 249 Wet van 9 april 1930 tot bescherming van de maatschappij tegen abnormalen [, gewoontemisdadigers en plegers van bepaalde seksuele strafbare feiten].......................... 250 Hoofdstuk I. De inobservatiestelling van de verdachten.................... 250 Hoofdstuk II. De beschikkingen tot internering van de verdachten in staat van krankzinnigheid, zwakzinnigheid of geestesstoornis....................... 251 Hoofdstuk III. De samenstelling van de commissies en van de hoge commissie tot bescherming van de maatschappij [en de oprichting van overlegstructuren]..... 252 Hoofdstuk IV. De tenuitvoerlegging van de beschikkingen tot internering...... 253 Hoofdstuk V. De invrijheidstelling van de geïnterneerden.................... 253 Hoofdstuk VI. De internering van de veroordeelden....................... 255 Hoofdstuk VII. [ ]................. 255 Hoofdstuk VIII. Algemene bepalingen.. 256 Koninklijk besluit nr. 22 van 24 oktober 1934 [betreffende het rechterlijk verbod aan bepaalde veroordeelden en gefailleerden om bepaalde ambten, beroepen of werkzaamheden uit te oefenen]....................... 257 Wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie 259 Hoofdstuk I. Begripsbepalingen....... 259 Hoofdstuk II. [Maatschappelijke enquête en beknopt voorlichtingsrapport]..... 260 Hoofdstuk III. Opschorting van de uitspraak van de veroordeling........... 260 Hoofdstuk IV. Uitstel van de tenuitvoerlegging van de straffen.............. 262 Hoofdstuk V. Probatie.............. 262 Hoofdstuk VI. Herroeping en verjaring.. 264 Hoofdstuk VII. Algemene, overgangs- en opheffingsbepalingen............... 266 [Wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade]......... 266 Voorafgaande titel: Beginselen van de rechtsbedeling ten aanzien van minderjarigen........................... 266 Titel I. Sociale bescherming.......... 267 Titel II. Gerechtelijke bescherming..... 268 Hoofdstuk I. Jeugdrechtbanken en jeugdkamers van de hoven van beroep...... 268 Hoofdstuk II. Burgerrechtelijke bepalingen betreffende de minderjarigen...... 269 Hoofdstuk III. Maatregelen ter bescherming van de minderjarigen........... 269 Afdeling I. Maatregelen ten aanzien van de ouders............................... 269 Afdeling II. Maatregelen ten aanzien van de minderjarigen........................ 272 vi mijnwetboek.be 10 maart 2016

Hoofdstuk IV. Territoriale bevoegdheid en rechtspleging.................... 287 Titel III. Algemene bepalingen........ 299 Titel IV. Strafbepalingen............ 303 Titel V. Opheffings-, wijzigings- en overgangsbepalingen.................. 304 Wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis............. 304 Titel I. De voorlopige hechtenis....... 304 Hoofdstuk I. De aanhouding........ 304 Hoofdstuk II. Het bevel tot medebrenging 306 [Hoofdstuk II/I. Het bevel tot verlenging] 307 Hoofdstuk III. Het bevel tot aanhouding 307 [Hoofdstuk IIIbis. Bevel tot aanhouding met het oog op onmiddellijke verschijning]........................... 310 Hoofdstuk IV. De handhaving van de voorlopige hechtenis............... 310 Hoofdstuk V. De opheffing van het bevel tot aanhouding................... 314 Hoofdstuk VI. De weerslag van de regeling van de rechtspleging op de vrijheidsbenemende maatregelen............... 314 Hoofdstuk VII. Het hoger beroep..... 316 Hoofdstuk VIII. Het cassatieberoep... 317 Hoofdstuk IX. De verlenging van de termijnen, de invrijheidstelling, de onmiddellijke aanhouding en het bevel tot aanhouding bij verstek............. 318 Hoofdstuk X. Vrijheid onder voorwaarden en invrijheidstelling onder voorwaarden 319 Titel II. Slot-, wijzigings- en opheffingsbepalingen......................... 320 Wet van 5 augustus 1992 op het politieambt....................... 321 Hoofdstuk I. Algemene bepalingen.... 321 Hoofdstuk II. Gezag over de politiediensten en leiding ervan............... 322 Afdeling I. [Algemene bepalingen]........ 322 Afdeling II. [Betrekkingen van de politiediensten met de overheden].................... 322 Afdeling III. [Coördinatie en leiding van de operaties]............................. 323 Afdeling IV. [De vorderingen]............ 324 Afdeling V. [Maatregelen tot overleg en coördinatie]............................. 325 Afdeling VI. [De bevoegdheden inzake bestuurlijke politie]......................... 326 Hoofdstuk IV. Opdrachten van de politiediensten......................... 326 Afdeling I. De opdrachten van de politiediensten en het vervullen van die opdrachten........ 326 [Afdeling Ibis. Het informatiebeheer]...... 334 Afdeling [Iter]. De vorm waarin en de voorwaarden waaronder de opdrachten door de agenten van politie worden vervuld........ 341 Afdeling II. Territoriale bevoegdheid....... 342 Afdeling III. Bijstand.................. 342 Hoofdstuk V. Burgerlijke aansprakelijkheid en rechtshulp................. 342 Hoofdstuk Vbis. Overgangsbepaling... 344 Hoofdstuk VI. Wijzigings-, opheffings- en slotbepalingen.................... 344 Wet van 19 december 2003 betreffende het Europees aanhoudingsbevel 345 Hoofdstuk I. Voorafgaande bepaling... 345 Hoofdstuk II. Algemene beginselen.... 345 Hoofdstuk III. Tenuitvoerlegging van een Europees aanhoudingsbevel uitgevaardigd door een andere lid-staat....... 346 Afdeling I. Voorwaarden van de tenuitvoerlegging............................... 346 Afdeling II. Procedure van tenuitvoerlegging. 348 Afdeling III. Overdracht van voorwerpen.... 352 Afdeling IV. Bijzondere gevallen.......... 352 Hoofdstuk IV. Uitvaardiging van een Europees aanhoudingsbevel door een Belgische rechterlijke autoriteit........... 353 Hoofdstuk V. Doortocht............ 354 Hoofdstuk VI. Slotbepaling.......... 355 Hoofdstuk VII. Overgangsbepaling.... 355 Bijlage.......................... 355 Wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten............... 356 Titel I. Algemene bepaling........... 356 Titel II. Definities................. 356 Titel III. Bepalingen inzake het slachtoffer 356 10 maart 2016 mijnwetboek.be vii

Titel IV. De door de minister toe te kennen strafuitvoeringsmodaliteiten......... 357 Hoofdstuk I. De uitgaansvergunning... 357 Hoofdstuk II. Het penitentiair verlof... 357 Hoofdstuk III. Bepalingen die gemeen zijn aan de hoofdstukken I en II.......... 358 Afdeling I. De procedure tot toekenning van de uitgaansvergunning en het penitentiair verlof. 358 Afdeling II. Maatregelen in geval van niet-naleving van de voorwaarden en voorlopige aanhouding............................... 358 Hoofdstuk IV. De onderbreking van de strafuitvoering.................... 359 [Hoofdstuk IVbis. Bepaling die gemeen is aan de hoofdstukken I, II, III en IV].... 360 [Hoofdstuk V. De invrijheidstelling met het oog op verwijdering en overbrenging naar een plaats die valt onder de bevoegdheid van de Minister die bevoegd is voor de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen in het kader van hun imminente verwijdering]................ 360 [Hoofdstuk VI. Informatie aan het slachtoffer bij definitieve invrijheidsstelling].. 360 Titel V. De door de strafuitvoeringsrechter en de strafuitvoeringsrechtbank toe te kennen strafuitvoeringsmodaliteiten...... 360 Hoofdstuk I. De beperkte detentie en het elektronisch toezicht............... 360 Afdeling I. De beperkte detentie........... 360 Afdeling II. Het elektronisch toezicht....... 361 Afdeling III. De tijdsvoorwaarden.......... 361 Hoofdstuk II. De voorwaardelijke invrijheidstelling...................... 361 Afdeling I. Definitie.................... 361 Afdeling II. De tijdsvoorwaarden.......... 361 [Hoofdstuk IIbis. Bepaling die gemeen is aan de hoofdstukken I en II]......... 362 Hoofdstuk III. De voorlopige invrijheidstelling met het oog op verwijdering van het grondgebied of met het oog op overlevering......................... 362 Hoofdstuk IV. [De vermindering van de duur van de door de rechter uitgesproken ontzetting van het recht in een bepaalde aangewezen zone te wonen, te verblijven of er zich te vertonen].............. 363 Titel VI. Over de toekenning van de door Titel V. bepaalde strafuitvoeringsmodaliteiten........................... 363 Hoofdstuk I. De vrijheidsstraffen van drie jaar of minder.................... 363 Afdeling I. Definitie.................... 363 Afdeling II. De voorwaarden............. 363 Afdeling III. De toekenningsprocedure...... 364 Afdeling IV. De beslissing van de strafuitvoeringsrechter.......................... 366 Hoofdstuk II. De vrijheidsstraffen van meer dan drie jaar................. 367 Afdeling I. De voorwaarden.............. 367 Afdeling II. De toekenningsprocedure....... 368 Afdeling III. De beslissing van de strafuitvoeringsrechtbank....................... 369 Hoofdstuk III. Bepalingen die gemeen zijn aan de hoofdstukken I en II.......... 370 Afdeling I. Bijzondere maatregelen......... 370 Afdeling II. De aanvang van de uitvoering van de strafuitvoeringsmodaliteit............... 370 Afdeling III. De wijziging van de beslissing... 371 Titel VII. De opvolging en de controle van de in Titel V bedoelde strafuitvoeringsmodaliteiten....................... 371 Titel VIII. De herroeping, de schorsing en de herziening van de in Titel V bedoelde strafuitvoeringsmodaliteiten.......... 372 Hoofdstuk I. De herroeping.......... 372 Hoofdstuk II. De schorsing.......... 373 Hoofdstuk III. De herziening......... 373 Hoofdstuk IV. De procedure......... 373 Hoofdstuk V. Diverse bepalingen...... 374 Titel IX. De voorlopige aanhouding.... 374 Titel X. De definitieve invrijheidstelling.. 375 Titel XI. De bijzondere bevoegdheden van de strafuitvoeringsrechter........... 375 Hoofdstuk I. De voorlopige invrijheidstelling om medische redenen........... 375 Hoofdstuk II. De samenloop van misdrijven............................. 377 Hoofdstuk III. De vervanging van de door de strafrechter uitgesproken vrijheidsstraf door een werkstraf................. 378 viii mijnwetboek.be 10 maart 2016

[Hoofdstuk IV. De vermindering van de duur van de door de rechter uitgesproken ontzetting van het recht in een bepaalde aangewezen zone te wonen, te verblijven of er zich te vertonen].............. 379 Titel XIbis. Bijzondere bevoegdheden van de strafuitvoeringsrechtbank......... 380 Hoofdstuk I. De terbeschikkingstelling van de strafuitvoeringsrechtbank..... 380 Afdeling I. Algemeen.................. 380 Afdeling II. Uitvoeringsprocedure van de terbeschikkingstelling...................... 380 Afdeling III. Het verloop van de vrijheidsbeneming.............................. 381 Afdeling IV. Ambtshalve jaarlijkse controle door de strafuitvoeringsrechtbank............. 384 Afdeling V. Het verloop van de invrijheidstelling onder toezicht....................... 385 Afdeling VI. Ontheffing van de terbeschikkingstelling van de strafuitvoeringsrechtbank.... 385 Titel XII. Het cassatieberoep......... 386 Titel XIIbis. Overlegstructuren........ 386 Titel XIII. Wijzigings-, opheffings- en overgangsbepalingen.................. 386 Hoofdstuk I. Wijzigingsbepalingen.... 386 Afdeling I. Wijziging van de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering....... 386 Afdeling II. Wijzigingen van het Wetboek van strafvordering........................ 387 Afdeling III. Wijziging van het Strafwetboek.. 387 Afdeling IV. Wijziging van de wet van 23 mei 1990 inzake de overbrenging tussen Staten van veroordeelde personen, de overname en de overdracht van het toezicht op voorwaardelijk veroordeelde of voorwaardelijk in vrijheid gestelde personen, en de overname en de overdracht van de tenuitvoerlegging van vrijheidsbenemende straffen en maatregelen................ 387 Afdeling V. Wijziging van de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt................ 387 Hoofdstuk II. Opheffingsbepalingen... 387 Hoofdstuk III. Overgangsbepalingen... 387 Titel XIV. Inwerkingtreding.......... 388 Wet van 5 mei 2014 betreffende de internering van personen......... 388 Titel I. Algemene bepalingen......... 388 Titel II. Bepalingen betreffende het slachtoffer.......................... 389 Titel III. De gerechtelijke fase van de internering......................... 390 Hoofdstuk I. Het psychiatrisch deskundigenonderzoek.................... 390 Hoofdstuk II. Rechterlijke beslissingen tot internering....................... 391 Hoofdstuk III. Kosten, teruggave en bijkomende veiligheidsmaatregelen........ 393 Hoofdstuk IV. De burgerlijke rechtsvordering van de slachtoffers............. 393 Titel IV. Tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen tot internering.......... 393 Hoofdstuk I. Bepaling van de uitvoeringsmodaliteiten van de internering en van de bijhorende voorwaarden............ 393 Afdeling I. De plaatsing en overplaatsing.... 393 Afdeling II. De uitgaansvergunning en het verlof 393 Afdeling III. De beperkte detentie, het elektronisch toezicht en de invrijheidstelling op proef 394 Afdeling IV. De vervroegde invrijheidstelling met het oog op verwijdering van het grondgebied of met het oog op overlevering.............. 395 Hoofdstuk II. Algemene procedure inzake de plaatsing, de overplaatsing, de uitgaansvergunning, het verlof, de beperkte detentie, het elektronisch toezicht, de invrijheidstelling op proef en de vervroegde invrijheidstelling met het oog op verwijdering van het grondgebied of met het oog op overlevering................... 395 Afdeling I. Eerste zitting................ 395 Afdeling II. De wijziging van de beslissing.... 398 Afdeling III. Verder beheer van de internering 398 Afdeling IV. Bijzondere procedure inzake de overplaatsing........................ 400 Hoofdstuk III. Opvolging en controle van de in de artikelen 19, 20, 21, 23, 24, 25 en 28 bedoelde modaliteiten........... 401 Hoofdstuk IV. De herroeping, de schorsing, de herziening van de in de artikelen 19, 20, 21, 23, 24, 25 en 28 bedoelde modaliteiten........................ 402 Afdeling I. De herroeping............... 402 Afdeling II. De schorsing................ 402 Afdeling III. De herziening.............. 403 Afdeling IV. De procedure.............. 403 Afdeling V. De voorlopige aanhouding...... 404 10 maart 2016 mijnwetboek.be ix

Hoofdstuk V. De definitieve invrijheidstelling............................ 404 Afdeling I. Voorwaarden................ 404 Afdeling II. De toekenningsprocedure....... 404 Afdeling III. De beslissing van de kamer voor de bescherming van de maatschappij.......... 405 Titel V. Gelijktijdige tenuitvoerlegging van een internering en een veroordeling tot een vrijheidsstraf.................... 405 Titel VI. Het cassatieberoep......... 405 Titel VII. Diverse bepalingen. Wijzigings-, opheffings- en overgangsbepalingen.... 406 Hoofdstuk I. Diverse bepalingen...... 406 Hoofdstuk II. Wijzigingsbepalingen.... 406 Afdeling I. Wijzigingen van het Burgerlijk Wetboek............................... 406 Afdeling II. Wijziging van het Strafwetboek... 407 Afdeling III. Wijzigingen van het Wetboek van strafvordering........................ 407 Afdeling IV. Wijzigingen van het Gerechtelijk Wetboek............................ 407 Afdeling V. Wijziging van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten........ 409 Afdeling VI. Wijziging van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken 410 Afdeling VII. Wijzigingen van de Wet van 23 mei 1990 inzake de overbrenging tussen Staten van veroordeelde personen, de overname en de overdracht van het toezicht op voorwaardelijk veroordeelde of voorwaardelijk in vrijheid gestelde personen, en de overname en de overdracht van de tenuitvoerlegging van vrijheidsbenemende straffen en maatregelen.............. 410 Afdeling VIII. Wijzigingen van de wet van 26 juni 1990 betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke.............. 410 Afdeling IX. Wijziging van de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt................ 410 Afdeling X. Wijzigingen van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis.... 411 Afdeling XI. Wijziging van de wet van 10 april 2014 tot wijziging van verschillende bepalingen met het oog op de oprichting van een nationaal register voor gerechtsdeskundigen en tot oprichting van een nationaal register voor beëdigd vertalers, tolken en vertalers-tolken.......... 411 Hoofdstuk III. Opheffingsbepaling..... 411 Hoofdstuk IV. Overgangsbepalingen... 411 Titel VIII. Inwerkingtreding.......... 412 x mijnwetboek.be 10 maart 2016