Overstromingsscenario s voor rampenplannen

Vergelijkbare documenten
Overstromingsscenario s voor rampenplannen

Overstromingsscenario s voor rampenplannen

Overstromingsscenario s voor rampenplannen

Overstromingsscenario s voor rampenplannen

Overstromingsscenario s voor rampenplannen

Overstromingsscenario s voor rampenplannen

1.1 Overstromingsscenario s

2.2.1 Noordelijke kust

Activiteiten Bureau Calamiteitenzorg. Breed Management Overleg 11 juni 2008

NATIONALE VEILIGHEID. Capaciteiten-analyse voor de taak grootschalige evacuatie

Hoe overstromingsgevoelig is uw collectie? Durk Riedstra Rijkswaterstaat Water Verkeer en Leefomgeving

Versie 22 september Inleiding

Als het tóch misgaat: Overstromingsscenario s voor rampenplannen

Als het tóch dreigt mis te gaan: Invloed van wegcapaciteit op grootschalige evacuaties bij (dreigende) overstromingen

Waterbericht Rijn. Statusbericht nummer S Uitgegeven om: 10:00 lokale tijd. Kleurcode GEEL

Overstromingen en wateroverlast

Onderdeel 1, basale vragen

Waterbericht Maas. Statusbericht nummer S Uitgegeven om: 10:00 lokale tijd. (Afvoerverwachting St. Pieter) Kleurcode GROEN

Geachte dames en heren,

Waterbericht Rijn. Statusbericht nummer S Uitgegeven om: 10:00 lokale tijd. Kleurcode GEEL

Waterbericht Rijn. Statusbericht nummer S Uitgegeven om: 10:00 lokale tijd. Kleurcode GEEL

Waterbericht Rijn. Statusbericht nummer S Uitgegeven om: 10:00 lokale tijd. Kleurcode GEEL

Waterbericht Rijn. Statusbericht nummer S Uitgegeven om: 10:00 lokale tijd. Kleurcode GEEL

Waterbericht Rijn. Statusbericht nummer S Uitgegeven om: 10:00 lokale tijd. Kleurcode GEEL

Waterbericht Maas. Statusbericht nummer S Uitgegeven om: 10:00 lokale tijd. (Afvoerverwachting St. Pieter) Kleurcode GROEN

Praktische opdracht Aardrijkskunde Wateroverlast langs de grote rivieren

Hydraulische randvoorwaarden voor categorie c-keringen

Kleine kansen grote gevolgen

Kennismaking Landelijk Informatiesysteem Water en Overstromingen. Stefan Nieuwenhuis. Watermanagementcentrum Nederland (WMCN)

Deltabeslissing Waterveiligheid

Waterbericht Maas. Hoogwaterbericht nummer H Uitgegeven om: 08:00 locale tijd. Kleurcode GEEL

Waterbericht Maas. Statusbericht nummer S Uitgegeven om: 10:00 lokale tijd. (Afvoerverwachting St. Pieter) Kleurcode GROEN

Onderwerp: Veiligheid Nederland in Kaart Nummer: Dit onderwerp wordt geagendeerd ter kennisneming (n.a.v.) besluitvorming college)

Waterveiligheid: scenario s, evacuatie, communicatie. Rapport Deltacommissie en eerste reacties. Orkaan Gustav en lessen overstromingen Engeland

Waterbericht Maas. Statusbericht nummer S Uitgegeven om: 10:00 lokale tijd. (Afvoerverwachting St. Pieter) Kleurcode GROEN

Waterbericht Rijn. Statusbericht nummer S6. Vrijdag Uitgegeven om: 10:00 lokale tijd. Kleurcode GEEL

Waterbericht Rijn. Statusbericht nummer S Uitgegeven om: 10:00 lokale tijd. Kleurcode GEEL

6,4. Werkstuk door een scholier 2086 woorden 22 juni keer beoordeeld. Aardrijkskunde

Waterbericht Rijn. Statusbericht nummer S Uitgegeven om: 10:00 lokale tijd. Kleurcode GEEL

IN DEZE NIEUWSFLITS. De brochures maken de uitleg over de gehanteerde methode en de eerste resultaten eenvoudiger.

Waterbericht Maas. Statusbericht nummer S11. dinsdag Uitgegeven om: 10:00 lokale tijd. (Afvoerverwachting St. Pieter) Kleurcode GROEN

Waterbericht Rijn. Statusbericht nummer S Uitgegeven om: 10:00 lokale tijd. Kleurcode GEEL

- Op de terugweg hiervan kwamen ze op één punt bijeen, Utrecht. ( auto s)

Wat is de invloed van Bypass IJsseldelta op de Waterveiligheid?

Commissie Bestuur & Organisatie. Ontwikkelingen Calamiteitenzorg. 6 november 2007 Margreeth Bosker

Assetmanagement bij waterkeringen

Waterbericht Maas. Statusbericht nummer S14. maandag 5 februari 2018 Uitgegeven om: 10:00 lokale tijd. (Afvoerverwachting St. Pieter) Kleurcode GROEN

ALGEMEEN KADER A.1 WETTELIJK EN ORGANISATORISCH KADER

Waterproof. vindt u allerlei informatie over. moeten steeds meer water afvoeren. Nederland is door deze veran- overheid in een dergelijke situatie,

Waterbericht Rijn. Statusbericht nummer S Uitgegeven om: 10:00 lokale tijd. Kleurcode GEEL

Waterbericht Maas. Statusbericht nummer S9. vrijdag Uitgegeven om: 10:00 lokale tijd. (Afvoerverwachting St. Pieter) Kleurcode GROEN

Waterbericht Rijn. Statusbericht nummer S Uitgegeven om: 10:00 lokale tijd. Kleurcode GEEL

Hoogwater Informatie Systeem voor de rampenbestrijding bij overstromingen

Kleurcode GROEN. Huidige (gemeten) afvoer St. Pieter 850 m3/s ma 29jan2018, 08:00 uur. Verwachte afvoer St. Pieter 835 m3/s ma 29jan2018, 20:00+12 uur

Waterbericht Maas. Statusbericht nummer S Uitgegeven om: 10:00 lokale tijd. (Afvoerverwachting St. Pieter) Kleurcode GROEN

Deltaprogramma Rivieren. Samenvating. Plan van Aanpak

drs. ir. R.B. (Ruben) Jongejan, prof. drs. ir. J.K. (Han) Vrijling, dr. ir. S.N. (Bas)

Waterbericht Maas. Statusbericht nummer S13. donderdag 2 februari 2018 Uitgegeven om: 10:00 lokale tijd. (Afvoerverwachting St.

Verkenning meerlaagsveiligheid 110

Landelijk draaiboek hoogwater- en stormvloedcrises

RBOI - Rotterdam/Middelburg bv Niets uit dit drukwerk mag door anderen dan de opdrachtgever worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel

IJsseldijk Zwolle-Olst Masterclass

Waterbericht Maas. Hoogwaterbericht nummer H Uitgegeven om: 08:00 locale tijd. Kleurcode GEEL

Waterbericht Maas. Hoogwaterbericht nummer H Uitgegeven om: 20:00 locale tijd. Kleurcode GEEL

Lesbrief. watersnoodramp. 1 februari Afdeling Communicatie waterschap Hollandse Delta

Waterbericht Rijn. Statusbericht nummer S Uitgegeven om: 10:00 lokale tijd. Kleurcode GEEL

Waterbericht Maas. Hoogwaterbericht nummer H Uitgegeven om: 10:00 locale tijd. Kleurcode GEEL

Deltaprogramma Waddengebied. Deltaprogramma 2012 Probleemanalyse Waddengebied

Vragen van het Ministerie van Financien ten aanzien van Noodoverloopgebieden

SAMEN WERKEN AAN WATER. ONDER NORMALE ÉN BIJZONDERE OMSTANDIGHEDEN

Waterbericht Rijn. Statusbericht nummer S10. dinsdag 30 januari 2018 Uitgegeven om: 10:00 lokale tijd. Kleurcode GEEL

Waterbericht Maas. Hoogwaterbericht nummer H Uitgegeven om: 10:00 locale tijd. Kleurcode GROEN

Deltaprogramma Nieuwbouw en Herstructurering en Veiligheid. Waterveiligheid buitendijks

Europese richtlijn overstromingsrisico s (ROR) Overstromingsrisico s in plannen en op de kaart

Waterbericht Rijn. Statusbericht nummer S Uitgegeven om: 10:00 lokale tijd. Kleurcode GEEL

Waterbericht Maas. Hoogwaterbericht nummer H Uitgegeven om: 10:00 locale tijd. Kleurcode GEEL

3 Aan: Geïnteresseerden Droogteberichtgeving

Waterbericht Rijn. Statusbericht nummer S Uitgegeven om: 10:00 lokale tijd. Kleurcode GEEL

Na WO II gaf men waarschijnlijk de voorrang aan de wederopbouw

Waterbericht Rijn. Statusbericht nummer S9. maandag 29 januari 2018 Uitgegeven om: 10:00 lokale tijd. Kleurcode GEEL

Beschrijving operationeel proces politie Ontruimen en evacueren

Stormvloedflits van 13 en 14 januari Noordwesterstorm veroorzaakt hoge waterstanden langs de kust

Cultureel erfgoed. Ondersteunende informatie bij de workshop : Als niet het vuur maar het water de bedreiging is.

Waterbericht Maas. Hoogwaterbericht nummer H Uitgegeven om: 20:00 locale tijd. Kleurcode GEEL

Project VNK de Veiligheid van Nederland in Kaart. Overstromingen in Nederland, kansen en gevolgen

Dijkversterking Wolferen Sprok. Veiligheidsopgave 29 augustus 2017

Welke informatie wordt bij het risico-oordeel getoond?

Samenvatting van het onderzoek Grensoverschrijdende effecten van extreem hoogwater op de Niederrhein, april 2004

Drinkwater met natte voeten. Continuïteit van de Drinkwatervoorziening bij Rampen en grote Incidenten

Veiligheid primaire waterkeringen,

Deltadijken: locaties die voorrang verdienen vanuit het perspectief van slachtofferrisico s

Ervaringen uit vervlogen tijden. door Jan Kroos Rijkswaterstaat Watermanagementcentrum Nederland (WMCN) Stormvloeden Kust en Benedenrivieren

Water en hoogspanning

Naar veilige Markermeerdijken

De plek waar de zee als een brede rivier het land instroomt. Al het werk dat gedaan is om het Deltaplan uit te voeren.

Veilig achter duin en dijk Hoogwaterbeschermingsprogramma

LIWO gebruikershandleiding

2Perspectieven voor benedenrivieren: een lange termijn visie

De ramp in 1953 waarbij grote stukken van Zeeland, Noord-Brabant en Zuid- Holland overstroomden.

Multi-Layer Safety in Dordrecht. Ellen Kelder City of Dordrecht

Transcriptie:

Overstromingsscenario s voor rampenplannen Benedenrivierengebied Nederland is heel goed beschermd tegen overstromingen. Toch zijn overstromingen niet uit te sluiten. Hoe ingrijpend kan een overstroming in Nederland zijn? Welk gebied kan onder water komen te staan? Hoe snel verspreidt het water zich als een dijk het begeeft? En welke mogelijkheden zijn er om slachtoffers te beperken? Deze vragen zijn van belang voor overheden en hulpverleners die rampenplannen opstellen. Zij moeten goed kunnen inschatten welke handelingen effectief zijn bij de rampenbestrijding. Dat kan alleen als er een goed beeld bestaat van de omstandigheden tijdens een overstroming. Maar een overstroming kan allerlei vormen aannemen. Rijkswaterstaat heeft daarom realistische scenario s voor extreme overstromingen opgesteld: de worst credible flood scenario s. De Taskforce Management Overstroming (TMO) heeft de worst credible flood scenario s als uitgangspunt gekozen voor de landelijke overstromingsdreiging waar Nederland zich op voorbereidt. De naamgeving is hierbij aangepast tot de scenario s van de Ergst Denkbare Overstroming. 2 25 11 16 21 22 23 24 35 34 De scenario s van de ergst denkbare overstroming geven de ergste overstromingen weer die experts nog enigszins reëel achten. De deskundigen hebben daarbij vooral gelet op het aantal mensen dat getroffen wordt, het verwachte aantal dodelijke slachtoffers en de omvang van het bedreigde gebied. De scenario s beginnen met een weersverwachting enkele dagen voordat de dijken bezwijken en lopen door tot het water niet langer stijgt. Voor elk scenario zijn twee situaties uitgewerkt: de situatie met de huidige sterkte van de waterkeringen en de situatie in 2, na afronding van verbeteringswerken zoals Ruimte voor de Rivier en Zwakke Schakels Kust. De scenario s van de ergst denkbare overstromingen zijn ontwikkeld door de Waterdienst van Rijkswaterstaat. De scenario s zijn bedoeld als ondersteuning in de preparatiefase van de veiligheidsketen. Het ministerie van Verkeer en Waterstaat en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties gebruiken de scenario s bij het opstellen van draaiboeken voor hoogwater- en stormvloedcrises en het nationaal Responsplan hoogwater en overstromingen. De scenario s zijn ook van belang voor de bovenregionale afstemming tussen de waterbeheerders en de partijen die betrokken zijn bij openbare orde en veiligheid. Grens Nederland Overstroomde dijkringen Niet overstroomde dijkringen Overstroomde dijkringen scenario Benedenrivierengebied Scenario s van de Ergst Denkbare Overstroming zijn opgesteld voor: Westelijke kust Noordelijke kust IJsselmeergebied Benedenrivierengebied Rijn-Maas Rijn-IJssel Voor elk scenario is een aparte brochure opgesteld. Deze brochure gaat over het scenario Benedenrivierengebied.

Experts bepalen de scenario s Een overstroming kan oneindig veel vormen aannemen. Het is onmogelijk alle denkbare overstromingsscenario s te doorgronden. Maar welk scenario vormt dan de beste basis voor de rampenbestrijding? De experts hebben voor het opstellen van de scenario s van de ergst denkbare overstroming de aanpak gevolgd die gebruikelijk is in het vakgebied externe veiligheid. Uitgangspunt is de erkenning dat er weinig informatie beschikbaar is over extreme overstromingen. De nadruk ligt op het bereiken van consensus tussen experts over realistische extreme omstandigheden. De experts gebruiken daarbij natuurlijk wel de bestaande kennis, ervaringen en lessen uit historische gebeurtenissen. De experts die de overstromingscenario s hebben opgesteld, hebben rekening gehouden met waterstandstatistieken, de toestand van waterkeringen, gebiedskenmerken, de maximale hoeveelheid rivierwater die vanuit het buitenland Nederland kan bereiken en de mechanismen die leiden tot het bezwijken van een waterkering. De omstandigheden waaronder waterkeringen op grote schaal bezwijken, verschillen per scenario. In de kustscenario s vormt een stormvloed als gevolg van een wind met orkaankracht de grootste bedreiging voor waterkeringen. De ligging van de depressie bepaalt of het westelijke kustgebied wordt getroffen (van Zeeland tot en OVERSCHRIJDINGSKANS DIJKRINGGEBIEDEN 12 hoge gronden buitendijkse gebieden / uiterwaarden nummer dijkring overschrijdingskans 1/125 overschrijdingskans 1/2 overschrijdingskans 1/4 5 overschrijdingskans 1/1 II 13 12 4 3 2 7 6 8 11 1 9 1 III 53 IV met Noord-Holland) of het noordelijk kustgebied (van de kop van Noord-Holland tot en met Groningen). Ook voor het IJsselmeergebied is een wind met orkaankracht de belangrijkste oorzaak van grootschalige overstromingen. In het rivierengebied worden hoge waterstanden veroorzaakt door extreme neerslag in het stroomgebied van de Maas en de Rijn. De hoge rivierafvoer kan een bedreiging vormen voor zowel het gebied langs de IJssel als het gebied langs de Waal. In het benedenrivierengebied spelen beide oorzaken een rol: daar vormt de combinatie van een minder extreme stormvloed met een minder extreme rivierafvoer een bedreiging. Daarom gelden voor de zes gebieden verschillende scenario s van de ergst denkbare overstroming. Het laaggelegen deel van Nederland bestaat uit zogenaamde dijkringen: gebieden die geheel omringd zijn door primaire waterkeringen zoals dijken, duinen, dammen of kunstwerken. In totaal zijn er 99 dijkringen in Nederland. Als de waterkering rond de dijkring op enige plaats doorbreekt, zal de dijkring geheel of gedeeltelijk onder water stromen. Uit het verleden blijkt dat de dijken vrijwel altijd op meerdere plaatsen breken. In dat geval zal het achterliggende gebied sneller volstromen. De totale omvang van de overstroming hangt dan ook vooral af van het aantal dijkringen dat doorbreekt en het aantal bressen per dijkring. Experts van het Rijk, provincies en waterschappen hebben beoordeeld op welke locaties de waterkeringen kunnen doorbreken in een bepaald overstromingsscenario. Zij hebben daarbij gebruik gemaakt van de actuele kennis over de sterkte van de waterkeringen. Zo is verkend in welke realistische scenario s het grootste aantal dijkringen getroffen wordt en de dijkringen het snelst volstromen. Deze scenario s van de ergst denkbare overstroming geven echter geen zekerheid welke dijkringen daadwerkelijk getroffen worden als een extreme situatie zich voordoet. Dat hangt af van veel onzekere factoren, zoals het weer en onvoorziene omstandigheden van waterkeringen. 44 46 45 52 51 5 I 19 18 2 21 25 26 34 28 27 29 3 31 33 32 I Zuidelijk kustgebied II Midden kustgebied III Merengebied IV Noordelijk kustgebied V Bovenrivierengebied VI Benedenrivierengebied 16 24 35 VI 43 38 36 V 41 47 42 49 48 Benedenrivierengebied Het scenario voor het benedenrivierengebied omvat Zuid- Holland, Zeeland, Noord-Brabant en Utrecht. De ergst denkbare overstroming ontstaat hier door de combinatie van een extreem hoge afvoer op de rivieren Rijn en Maas en een zeer zware storm. De waterstanden op zee zijn hoog, maar niet extreem hoog en daarom blijven de stormvloedkeringen open. De waterkeringen bezwijken dan op een groot aantal plaatsen. In totaal komen twaalf dijkringen geheel of gedeeltelijk onder water te staan. Een gebied van 1.93 vierkante kilometer overstroomt. Daar wonen 1, miljoen mensen. De schade loopt op tot 31 miljard euro. Gebiedsindeling bovenregionale overstromingen

Gevolgen Benedenrivierengebied Tien dagen voor de overstroming trekken continu depressies over het Rijnstroomgebied en volgen perioden van hevige neerslag elkaar op. Zeven dagen voordat de overstroming optreedt stijgen de waterstanden in Rijn en Maas gestaag. In de daarop volgende dagen zet de stijging door. De neerslagintensiteit blijft hoog en in Duitsland treden overstromingen op. Naar alle waarschijnlijkheid treedt ook in België en Frankrijk wateroverlast op. De weersverwachtingen geven aanhoudend neerslag. De trend in opeenvolgende hoogwaterverwachtingen duidt op extreem hoogwater op de rivier. De weersverwachtingen van het KNMI geven indicaties voor storm langs de Nederlandse kust. Drie dagen voor de overstroming geeft de hoogwatergroep hoogwaterverwachtingen met een onzekerheid van 25 centimeter. De weersmodellen geven een toenemende kans op storm langs de kust, waar en hoe zwaar de storm zal zijn is nog niet duidelijk. Twee dagen voor de overstroming wordt duidelijk in welk dagdeel de storm op zijn hevigst zal zijn. De waterstanden op de grote rivieren zijn extreem hoog en er wordt een verdere stijging verwacht. De dag voor de overstroming is duidelijk dat het een noordwester storm betreft en dat deze samenvalt met de top van de hoogwatergolf op de rivier. De locaties van de dijkdoorbraken blijven tot op het laatste moment onzeker. Die zijn sterk afhankelijk van lokale weerseffecten en de actuele sterkte van de dijken. Pas als daadwerkelijk dijkdoorbraken optreden, wordt het mogelijk de omvang van de overstroming in te schatten. De rampenbestrijding zal met deze onzekerheid om moeten gaan. 3 4 meter (2%) > 4 meter (1%) 2 3 meter (3%),1 1 meter (22%) 1 2 meter (18%) De ergst denkbare overstroming voor het benedenrivierengebied geeft het volgende beeld van de gevolgen: Grote delen van Zuid-Holland, Zeeland, Noord-Brabant en Utrecht overstromen. Binnen acht uur staat 19 vierkante kilometer onder water; daar wonen 11 duizend mensen. Na een dag is ruim 47 vierkante kilometer overstroomd en zijn 25 duizend inwoners getroffen. Binnen vier dagen staat meer dan 1.2 vierkante kilometer onder water, waar 626 duizend mensen wonen. Als de overstroming zijn maximale omvang bereikt, staat een gebied van 1.93 vierkante kilometer onder water. Daar wonen ongeveer 969 duizend mensen. De in de overstroomde dijkringen varieert. In 6 procent van het overstroomde gebied staat uiteindelijk meer dan twee meter water. Deskundigen schatten dat 5 procent van de inwoners tijdig het gebied kan verlaten. De evacuatieprocedure kan redelijk vroeg worden ingezet op grond van het voorspelde hoogwater op de rivieren maar wordt bemoeilijk, zo niet belet, door de wind met orkaankracht. Tijdsduur [uren] 1 4 8 12 16 24 48 4 dagen 168 (week) Maximum Getroffenen [x1 personen] 8 52 112 4 161 252 51 626 765 969 Schade [Miljard euro s] 2 5 7 9 13 22 31 4 51 Zo n 3.6 mensen zullen de overstroming niet overleven, dat is,32 procent van het aantal inwoners. De schade bedraagt na acht uur 5 miljard euro. Na een dag is de schade opgelopen tot 13 miljard euro en na vier dagen tot 31 miljard euro. De maximale schade bedraagt 51 miljard euro. Varianten (969. getroffenen) % evacuatie 5% evacuatie Dodelijke slachtoffers 6.11 3.6 Mortaliteitspercentage,63%,32% Waterdiepte in het overstroomde gebied

VERLOOP OVER B e n e d e n r i v i Omgaan met een Ergst Denkbare Overstroming De scenario s van de ergst denkbare overstroming geven een indruk van de omstandigheden tijdens een zeer ernstige overstroming. Opstellers van rampenplannen kunnen de informatie gebruiken bij de voorbereiding op overstromingen. Zij kunnen uit de scenario s afleiden welke handelingen nodig en mogelijk zijn voorafgaand en tijdens een overstroming. Het zal onmogelijk zijn slachtoffers en schade tijdens een dergelijke ramp geheel te voorkomen, maar een goede voorbereiding kan de gevolgen wel beperken. Uit het scenario blijkt de omvang van het gebied dat voorafgaand aan de daadwerkelijke overstroming bedreigd wordt. Bij voldoende tijd kan worden besloten inwoners en vee uit het bedreigde gebied te evacueren of naar veilige plaatsen in het bedreigde gebied te brengen. Een belangrijk aandachtspunt is dat tijdens een overstroming voorzieningen kunnen uitvallen, zoals stroom en drinkwater. De gevolgen van een ergst denkbare overstroming zijn zo omvangrijk dat vrijwel geheel Nederland betrokken zal zijn bij de rampenbestrijding. Het aantal dijkringen dat getroffen wordt door een overstroming, kan aanwijzingen geven voor de mogelijkheden van evacuatie en hulpverlening tijdens de overstroming: hoeveel vluchtwegen zijn beschikbaar in het rampgebied, hoeveel mensen zullen daar gebruik van willen maken en hoeveel tijd hebben ze daarvoor? Naarmate meer dijkringen getroffen worden en meer doorbraken per dijkring plaatsvinden, zullen de mogelijkheden voor evacuatie en hulpverlening kleiner zijn. De omvang van het overstroomde gebied en de duur van de overstroming bepalen hoeveel inspanning en tijd na de overstroming nodig is om het gebied weer bereikbaar en bewoonbaar te maken. De bedreiging voor het benedenrivierengebied is de combinatie van een extreme rivierafvoer en een storm langs de kust. Als er een concretere dreiging van overstroming is, maakt de Hoogwatergroep hoogwaterverwachtingen voor de Rijn. De stormvloed waarschuwingsdienst (SVSD) van Rijkswaterstaat levert samen met het KNMI de stormvloed verwachtingen. Naarmate het tijdstip van de mogelijke overstroming dichterbij komt worden deze 2 25 11 21 34 16 22 23 24 35 4 uur Grens Nederland Bedreigde dijkringen Niet bedreigde dijkringen Bedreigd gebied combinatie hoogwater en stormvloed 12 uur De omstandigheden die een overstroming veroorzaken, bepalen hoeveel tijd er is voor evacuatie voordat de overstroming optreedt. Voor dijkringgebieden die door stormvloeden bedreigd worden, is die tijd zeer beperkt, omdat een stormvloed meestal niet langer dan één tot anderhalve dag van tevoren te voorspellen is. De weersomstandigheden tijdens de stormvloed (wind met orkaankracht) zal evacuatie en hulpverlening bovendien zeer moeilijk, zo niet onmogelijk maken. Een extreem hoge rivierafvoer is vaak meerdere dagen van tevoren te voorspellen. 3 km 2 1 km 2 24 km 2 19 km 2 29 km 2 47 km 2 km 2 128 km 2 1 4 8 12 16 24 48 96 168 6 km 2 Tijd in uren na overstroming maximum

e r e n g e b i e d hoogwaterverwachtingen steeds nauwkeuriger. Er kan steeds beter een beeld gevormd worden van de waterkeringen die het meest bedreigd worden. De rampenbestrijders kunnen daarmee ook de rampenbestrijding een steeds nauwkeuriger invulling geven Nazorg Veiligheidsketen Verantwoording, zorg en herstel & terugkeer naar normale situatie Respons Pro-actie Structureel voorkomen van risicovolle situaties Risico-reducerende maatregelen Rampenplannen: opleiding en oefening Incident stabilisatie STROMING NA DOORBRAAK, SCENARIO BENEDENRIVIERENGEBIED (HUIDIGE SITUATIE) Preparatie Preventie Doorbraak 13 12 11 1 9 8 7 6 5 4 3 2 1 1 tijd (dagen tot overstroming) Overstroming orkaan Middellange termijn neerslag Korte termijn neerslag Middellange termijn Korte termijn Depressies met neerslag trekken continu over de stroomgebieden van de Rijn en de Maas. Perioden van hevige neerslag volgen elkaar op. Hoogwaterverwachtingen geven de eerste indicaties van hoogwater op de Rijn. In de periode tot 7 dagen vóór een EDO geven opeenvolgende hoogwaterverwachtingen iets meer inzicht en zekerheid in de maximale hoogwaterstand. Opeenvolgende depressies zorgen voor enorme wateroverlast in het Rijnstroomgebied. De waterstanden op de Rijn en de Maas nemen gestaag toe. De trend in opeenvolgende hoogwaterverwachtingen verloopt richting (extreem) hoogwater. Een zware storm is zich aan het ontwikkelen. Het is nog onduidelijk of hierdoor een bedreiging ontstaat voor de waterkeringen. De neerslagactiviteit neemt niet af. In Duitsland treden overstromingen op, terwijl de waterstand in de rivieren blijft toenemen. Naar alle waarschijnlijkheid treedt ook in Frankrijk en België wateroverlast op. De weersverwachting geeft aanhoudend natte perioden aan. Er zijn indicaties van een storm op zee, maar onbekend is nog welk deel van Nederland wordt getroffen. De waterstandsverwachtingen worden door de Hoogwatergroep vrijgegeven en bevatten een onzekerheid van 25 centimeter. Het dagdeel waarop de storm op zijn hevigst is, kan worden vastgesteld. Het is niet bekend in welke richting de storm zich verplaatst. Het gebied dat waarschijnlijk het hevigst wordt getroffen is bekend. De waterstandsverwachtingen op de rivier van de Hoogwatergroep hebben een onzekerheid van 1 centimeter. De waterstand langs de kust kan met 2 cm onzekerheid worden bepaald. De locaties van de doorbraken zijn bekend V a n b e s l u i t t o t e v a c u e r e n t o t u i t v o e r i n g e v a c u a t i e Tijdlijn neerslagverwachting van ergst denkbare overstroming (EDO) 193 km 2 48 uur 1 week Maximum

Handelingsperspectief Bij een Ergst Denkbare Overstroming in het benedenrivierengebied is er zeer weinig tijd om de bevolking in veiligheid te brengen. De hevige neerslag en de storm op zee zal de hulpverlening ernstig hinderen. Het is de vraag of wegen nog begaanbaar zijn, want de storm en het grote aantal mensen dat het gebied wil verlaten zullen opstoppingen veroorzaken. Achterblijvers krijgen te maken met uitval van stroom, drinkwater en telefoonverbindingen. Toch zijn er mogelijkheden om de gevolgen van de overstroming te beperken. Hulpverlening voorbereiden Vijf dagen vóór een dijkdoorbraak krijgen hulpverleners de eerste aanwijzingen voor een overstroming. Op dat moment kunnen zij voorbereidingen treffen voor hulpverlening. Zo kunnen zij vluchtplaatsen inrichten, voorraden brandstof, voedsel en drinkwater aanleggen, burgers waarschuwen en festivals of andere grote bijeenkomsten afgelasten. Ook kan de voorbereiding van de evacuatie beginnen door de benodigde hulp te mobiliseren. Indeling in kwetsbare zones EDO Benedenrivieren scenario 2 25 11 16 21 22 23 24 35 34 Inzetbare hulp De hulp bestaat uit evacuatie voor en tijdens de overstromingsramp, zorg voor achterblijvers en zorg voor evacués. Hiervoor zijn grote aantallen hulpverleners en vervoersmiddelen voor nodig. Hoe minder tijd beschikbaar is voor de hulpverlening, des te groter is de benodigde hulpcapaciteit. De grafieken hieronder laten de benodigde en de beschikbare aantallen vervoersmiddelen zien bij voor verschillende evacuatie-duren. Ambulances In Nederland zijn bij een grootschalige ramp 35 á 36 ambulances inzetbaar voor de hulpverlening. Bij een evacuatieduur van 72 uur kan niet worden voldaan aan de strategie aanwezigen uit meest bedreigde gebieden. 3. Grens Nederland Bedreigde dijkringen Niet bedreigde dijkringen 2.5 Alle aanwezigen uit bedreigd gebied Aanwezigen uit meest bedreigde gebieden Aanbod minimaal Aanbod maximaal Bedreigd gebied vijf dagen voor de mogelijke dijkdoorbraak Evacuatiestrategie kiezen Als besloten wordt tot evacueren, moet ook de strategie bekend zijn. In een onderzoek naar hulpcapaciteit bij overstromingen zijn twee strategieën verkend: alle aanwezigen uit bedreigd gebied en aanwezigen uit meest bedreigde gebieden. De strategie alle aanwezigen uit bedreigd gebied heeft als inzet dat iedereen het benedenrivierengebied verlaat. Bij de strategie aanwezigen uit meest bedreigde gebieden beperkt de evacuatie zich tot mensen in kwetsbare zones, zoals in de buurt van bressen en in zones waar het water zeer snel zal stijgen. Aantal eenheden 2. 1.5 1. 5 12 24 36 48 6 72 84 96 Geplande evacuatieduur (Uren) Vergelijkiing van de vraag naar ambulances voor verschillende strategieën

Ziekenwagens De hulpverlening kan 175 à 35 ziekenwagens inzetten. Ziekenwagens zijn vrachtwagens waar bedden in geplaatst zijn. Bij het bepalen van de vraag naar ziekenwagens zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: Een rit van een ziekenwagen duurt gemiddeld negen uur. De ziekenwagens ondervinden onderweg geen opstoppingen. In iedere ziekenwagen passen zes ziekenhuisbedden. Hiervan uitgaande is het aanbod van ziekenwagens ook bij zeer korte evacuatietijden toereikend. Continue inzetbaarheid vereist overigens wel tweemaal zoveel chauffeurs en begeleiders als ziekenwagens. Aantal eenheden 4 35 3 25 2 1 5 Alle aanwezigen uit bedreigd gebied Aanwezigen uit meest bedreigde gebieden Aanbod 12 24 36 48 6 72 84 96 Geplande evacuatieduur (Uren) beschikbaar is voor de evacuatie. Als de evacuatie sneller moet plaatsvinden, zijn er al gauw veel te weinig rolstoelbussen. Bussen De evacuatie van mensen zal voor het overgrote deel per bus moeten plaatsvinden. In het meeste gunstige geval is aanwezigen uit meest bedreigde gebieden. haalbaar bij een evacuatietijd van minimaal 5 uur. Bij kortere evacuaties zijn er al gauw vele duizenden bussen te weinig. Zelfredzame mensen kunnen ook eigen auto s gebruiken, maar het zal lastig zijn de bussen met voorrang in te zetten voor niet-zelfredzame mensen. Aantal eenheden 7. 6. 5. 4. 3. 2. 1. Alle aanwezigen uit bedreigd gebied Aanwezigen uit meest bedreigde gebieden Aanbod minimaal Aanbod maximaal 12 24 36 48 6 72 84 96 Geplande evacuatieduur (Uren) Vergelijkiing van de vraag naar ziekenwagens voor verschillende strategieën Vergelijkiing van de vraag naar bussen voor verschillende strategieën Rolstoelbussen Aantal eenheden 2.5 2. 1.5 1. 5 Alle aanwezigen uit bedreigd gebied Aanwezigen uit meest bedreigde gebieden Aanbod minimaal Aanbod maximaal 12 24 36 48 6 72 84 96 Geplande evacuatieduur (Uren) Vergelijkiing van de vraag naar rolstoelbussen voor verschillende strategieën Voor de berekening van de vraag naar rolstoelbussen is ervan uitgegaan dat twintig procent van de bewoners van verzorgingsinstellingen aangewezen is op evacuatie per rolstoelbus. Een deel van de andere mensen die in een rolstoel zitten, zal in deze uitzonderlijke omstandigheden ook in een gewone bus kunnen reizen. In Nederland zijn 5 à 2 rolstoelbussen inzetbaar. Dat aantal is toereikend als er ten minste 48 à 6 uur Files In de bovenstaande berekeningen is ervan uitgegaan dat de voertuigen vlot door kunnen rijden. In de praktijk zullen opstoppingen de evacuatietijden verlengen. De overheid zal het verkeer efficiënt moeten begeleiden, tot ver buiten het bedreigde of overstroomde gebied. Beroep op zelfredzaamheid Bij een dreigende overstroming is forse inzet van hulpverleners en vervoersmiddelen nodig voor evacuatie. De vraag naar hulp neemt snel toe naarmate er minder tijd is om te evacueren en meer mensen het gebied moeten verlaten. Ondanks een tekort aan ambulances zal in de praktijk in het benedenrivierengebied voldoende tijd zijn voor evacuatie van alle aanwezigen uitgaande van uitwisseling tussen ambulances en ziekenauto s. Dit betekent dat de hulpverlening duidelijke prioriteiten zal moeten stellen voor de inzet van de beschikbare hulp. Een groot deel van de bevolking zal zichzelf moet zien redden bij een grootschalige overstromingsramp.

Capaciteitenplanning voor overstromingen Na de bepaling van de Ergst Denkbare Overstromingsscenario`s heeft het Programmabureau Nationale Veiligheid (bzk) opdracht gegeven aan de adviesbureaus Save en HKV LIJN IN WATER om daarvoor een capaciteitenplanning te ontwikkelen. Eerder ontwikkelden deze bureaus samen het Landelijk Draaiboek Evacueren. De Capaciteitenplanning voor EDO`s is bedoeld om een reëel beeld te krijgen van de benodigde hulpcapaciteit bij de effecten van een extreme overstroming. De verschillende effecten zijn voor elk van de deelgebieden inzichtelijk gemaakt waarbij een aanbeveling is gedaan voor de te kiezen (evacuatie)strategie. Door de benodigde hulpcapaciteit vervolgens te vergelijken met de beschikbare capaciteit in Nederland, wordt duidelijk in hoeverre we zijn voorbereid op grootschalige overstromingen. De resultaten van het project zijn getoetst tijdens de Landelijke Oefening `Waterproef` in november 28. Meer informatie en de volledige rapportage kunt u inzien via: www.verkeerenwaterstaat.nl/kennisplein/3/7/3722/ CapaciteitenplanningEDOscenarios.pdf www.programmanationaleveiligheid.nl www.platformoverstromingen.nl/home/kennisbank www.minbzk.nl Colofon Rijkswaterstaat Waterdienst 32-298411 Contactpersoon Robert Slomp Programmabureau Nationale Veiligheid 7-4626426 Contactpersonen: Marieke Oosthoek, Ton van der Putten tekst: vormgeving: druk: HKV LIJN IN WATER, Lelystad Dratex, Lelystad Drukkerij Feiko Stevens, Emmeloord