Wat is het verschil tussen actieve en passieve bevolking?...



Vergelijkbare documenten
Een deel van het onderzoek doe je met z n tweeën, het andere deel doe je zelfstandig. Dit onderzoek telt als repetitie A en B.

Les 4: Les conversatie + grammatica Nederlands Conversatie Les 2 A-klas

Hoeveel manieren worden er gebruikt bij aardrijkskunde om de welvaart in een land te meten?

Tabel 4.1 geeft een overzicht van de verdeling van de deels werkloos, deels werkend (DWDW)-en naar leeftijdsniveau.

Werkstuk Economie Arbeidsverdeling rijke en arme landen

Ik heb geen idee wat het betekent. Ik heb dit woord wel eens gezien of gehoord.

Wat was het afgelopen schooljaar het meest op jou van toepassing? Doe je deze zomer betaald vakantiewerk? Ik ging naar de middelbare school 53,9%

Evolutie van het arbeidsongevallenrisico in de privésector in België tussen 1985 en 2013

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Werkbaarheid. Algemene Directie Humanisering van de Arbeid. Ervaringsfonds

CBS: Aantal vacatures stijgt opnieuw

Samenvatting Aardrijkskunde hoofdstuk 1 paragraaf 2,3,4,7,8

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Herplaatsing van de publicatie in de Staatscourant van 2 november 2011, nr.

Globalisering, technologische verandering en de polarisatie van de arbeidsmarkt

Trends op de Belgische arbeidsmarkt ( )

Mijn huis, mijn thuis

1 De apotheek in de maatschappij

Waterrijk. 1. Aanzetten. 1.a Waterrijk

WERKGELEGENHEID REGIO WATERLAND 2012

tariefgroep Hoofdactiviteit van de werkgever NACE code (indicatief)

Samenvatting Aardrijkskunde Paragraaf 1.1 t/m , 1.8

Teken een architect. Lees het volgende verhaal:

Vlaamse Arbeidsrekening. Raming van het totaal aantal jobs

CBS: Lichte groei vacatures houdt aan

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 28, zesde lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen;

Financial planning voor ondernemers. Heb jij al poen voor je pensioen?

ERN. Klantgericht handelen. Taak. Doelen. Werk jij ook zo klantgericht dat elke klant met een tevreden gevoel de winkel verlaat?

5,7. Samenvatting door een scholier 1664 woorden 2 januari keer beoordeeld 4.1

VLAAMSE ANTWOORDKAARTEN HOOFDVRAGENLIJST (ESS RONDE 4, 2008)

Augustus 2012 Aantal WW-uitkeringen boven de Bijna werkzoekenden (NWW) meer dan in juli

9. Werknemers en bedrijfstakken

Vennootschappen onderworpen aan de vennootschapsbijdrage

CO2-uitstoot Regio Noord-Veluwe

Insight Entree Baanbrekend. Sectorkeuze advies. Baanbrekend college. Datum 03 juni 2014 Naam Judith Baak Status Getest

Graydon studie: Betaalgedrag Nederlands bedrijfsleven Q

Hoofdstuk 2: Wat bepaalt het loon?

Beeldbeschrijving. Kunstnijverheid. Kijkwijzer

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie 0,7 procent gekrompen

MEOS BEGRIPPENLIJST Wat betekenen de termen van MEOS?

Totaal Totaal 100,0 41,7 23,88 100,0 58,3 30,99 100, ,1

Heel gunstige arbeidsmarktevolutie in Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten -

OPZOEKEN IN HET WOORDENBOEK (1)

Statistisch Centraal Bureau voor de Statistiek Bulletin 63e jaargang no. 34 / 23 augustus 2007 Inhoud Verklaring van de tekens Informatie

Vragenformulier Klantprofiel Sonar

4,6. Samenvatting door L. 989 woorden 30 november keer beoordeeld. Aardrijkskunde

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

WEET IK WIL IK WETEN GELEERD

SPELFICHE: WAT WORD IK?

Ontwikkeling van de werkloosheidsuitkering en 4 de kwartaal de kwartaal 2000

WGA-instroom grote werkgevers in 2011

Wat weet je al? Je gaat bekijken wat je al over de overheid weet.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Onderzoek Vakantiewerk

Thema: Arbeidsmarkt vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Economie. 1 Kempense economie presteert in de Vlaamse middenmoot Kempen Provincie Antwerpen Vlaams Gewest

WGA-instroom grote werkgevers in 2012

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Besluit goedkeuring premiepercentages sectorfondsen 2016

INDONESIË. Sociaaleconomische positie en ontwikkelingen

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Regio Amersfoort, juni 2018

Wat doe je met je geld? vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Q1 In welke levensfase bevind jij je?

STAATSCOURANT. 25 november Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

landbouw en natuurlijke omgeving 2010 landbouw-breed CSPE KB minitoets bij opdracht 4

September Vrijwel evenveel WW-uitkeringen als in augustus

Basisles Energietransitie

STUDIES EN BEROEPEN. Wat moet je doen?

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 7

Opdracht bevolkingsgroei

Werkgelegenheid in Twente. Jaarbericht 2014

2. Uit welke sectoren waren de werknemers afkomstig (procentueel) die opleidingscheques aanvroegen, respectievelijk in 2003, 2004, 2005, 2006?

Inhoud. Deel 1 De Nederlandse arbeidsmarkt. Deel 2 Jouw arbeidsperspectief. 9 Inleiding. 14 Hoofdstuk 1 Sectoren

Huidig economisch klimaat

De Belgische arbeidsmarkt in 2012

Nationale monitor Social media in de Interne Communicatie

Bijlagen: productiekaarten. Productiekaart van een kleermaker. Productiekaart van een bakker. Om 15 broden te kunnen bakken, heb je nodig:

REKENVAARDIGHEID BRUGKLAS

In hoeverre ben jij al bezig met de keuze voor een studie na de middelbare school? (bovenbouwscholieren)

Lesbrief: Vakmensen Thema: Mens & Dienstverlenen aan het werk

ROLLING ROLLEN IN DE OPLEIDING INDUSTRIËLE INGENIEURSWETENSCHAPPEN

Thema Op het werk. Lesbrief 14. Opdrachten

EEN BRIEF NAAR DE DOCENT

Statistisch Bulletin. Jaargang

Aflevering 6: Eigen bedrijf

Informatie sociale verzekeringen naar sectoren 2011

VLAAMSE ANTWOORDKAARTEN HOOFDVRAGENLIJST (ESS RONDE 3, 2006) versie SEPTEMBER 2006

Grafieken en reken oefeningen in Excel. De boekhouding van je. bedrijf kun je goed doen in Excel. Nog beter leren. omgaan met Word

Enquête (uitgewerkt in procenten en aantallen)

Juli 2012 Bijna WW-uitkeringen Meer werkzoekenden (NWW) dan een jaar geleden

INLEIDING WET OP DE INKOMSTENBELASTING

Werkgroep Arbeidsmarkt Onderwijs

2. Bouwen in Inleiding:

JONGE MOEDERS EN HUN WERK

Juni 2012 Meer werkzoekenden (NWW) dan een jaar geleden Aantal WW-uitkeringen in een jaar tijd met gestegen

REKENMODULE PROCENTEN VERHOUDINGEN

Maart 2012 Niet-werkende werkzoekenden (NWW) gedaald Minder WW-uitkeringen

Les 1. 1 En jij? O 2 keer per jaar O 3 keer per jaar O 4 keer per jaar. Wat is een rapport? 1. Krijgt jouw kind een rapport?

Mei 2012 Minder niet-werkende werkzoekenden (NWW) Aantal WW-uitkeringen iets afgenomen

Antwoordsleutel. Op stap naar het secundair onderwijs - handleiding begeleider

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Aantal vacatures daalt fors. Zelfde afname als vorig kwartaal

Transcriptie:

Activiteit III. De beroepssectoren We zoeken een antwoord op deze vragen: - Wat is het verschil tussen actieve en passieve bevolking? - In welke beroepssectoren werken onze ouders? - Hoe pak je een onderzoeksopdracht aan? 1. Actieve en passieve bevolking 1.1 Raadpleeg de informatiefiche. Wat is het verschil tussen actieve en passieve bevolking? 1.2 Pas deze kennis toe door onderstaande activiteiten in de juiste kolom te plaatsen: Vrijwilliger/vrijwilligster bij de brandweer, kok/kokkin, loodgieter, bankbediende, huisvader/huismoeder, gepensioneerde, slager, kapper/kapster, werkloze, onderhoudstechnicus/ onderhoudstechnica, leraar/ lerares, student/studente, leider/leidster jeugdbeweging, Actieve bevolking Passieve bevolking 9

2. In welke beroepssectoren werken onze ouders? Mensen oefenen een enorme verscheidenheid aan beroepen uit. Op de informatiefiche vind je hoe we de actieve bevolking indelen in 3 categorieën. Onderzoek of de resultaten op de grafiek de beroepssectoren in België ook kloppen voor jouw klas! Gebruik informatie over de jobs die door de ouders in jullie klas uitgevoerd worden. Vul de volgende onderzoeksstappen aan. Dan bereik je een goed resultaat! 2.1 Stap 1: De onderzoeksvraag Hoeveel procent van onze ouders werken in de landbouwsector, de industriële sector en de dienstensector? Vergelijk je resultaat met de grafiek de beroepssectoren in België. 2.2 Stap 2: Hoe onderzoeken we dat? - We zoeken informatie op: raadpleeg de informatiefiche. - We tellen de actieve ouders en noteren hun beroep. - We delen de beroepen in per beroepssector en tellen het aantal ouders per beroepssector. - We maken een grafiek van onze gegevens. 2.3 Stap 3: Voer het onderzoek uit. a. Vul de volgende tabel aan: Wij tellen hoeveel ouders behoren tot de actieve bevolking en we kijken in welke beroepssector ze werken... ouders werken in de landbouw of visserij (primaire sector). ouders.. ouders werken in de industrie (secundaire sector ).. ouders werken in de handels-, diensten- of verkeerssector (tertiaire sector) b. Bereken nu het percentage dat elke beroepssector vertegenwoordigt bij onze ouders. Reken eerst op een kladblad!.. % van de ouders werkt in de landbouw of visserij.. % van de ouders werkt in de industriesector.. % van de ouders werkt in de handel-, verkeer- of dienstensector c. Plaats nu de percentages op het strookdiagram en vul de legende aan: primaire sector secundaire sector tertiaire sector

2.4 Stap 4: Besluit a. Als wij de percentages van de klas vergelijken met de percentages op de grafiek de beroepssectoren in België, dan zijn de percentages hetzelfde de percentages verschillend b. Waarom zijn de percentages gelijk of verschillend? Kruis de mogelijke oorzaken aan: wij hebben zowel landbouwbedrijven, fabrieken, kantoren, winkels en andere dienstverlenende instellingen in de buurt. wij wonen in een landbouwgebied. wij wonen in een streek met veel fabrieken. wij wonen in een gemeente met veel kantoren en winkels. of zijn er andere oorzaken? 2.5 Stap 5: Is het onderzoek geslaagd? Ben jij een onderzoeker? Kruis je antwoord aan. a. Vond je het een moeilijk onderzoek? Ja Nee Ik had het moeilijk met Stap 1: de onderzoeksvraag. Stap 2: het begrijpen van de werkwijze en het verzamelen van de informatie. Stap 3: de uitvoering van het onderzoek. Stap 4: het besluit van het onderzoek. b. Welke begrippen kun je in je eigen woorden uitleggen? actieve bevolking passieve bevolking de primaire sector de secundaire sector de tertiaire sector c. Wat heb je nog geleerd uit het onderzoek? d. Ik vond het onderzoek leuk niet leuk geen mening 11

Na deze activiteit kun je: - de begrippen actieve en passieve bevolking gebruiken en illustreren met enkele duidelijke voorbeelden. - beroepen of activiteiten indelen bij de primaire, secundaire en tertiaire bevolking. - met een voorbeeld illustreren dat bepaalde beroepen of activiteiten streekgebonden zijn. - de 5 stappen van een onderzoek toepassen.

Informatiefiche DE BEROEPSSECTOREN Actieve bevolking: alle mensen die een betaalde job uitoefenen of die actief op zoek zijn naar betaald werk. Passieve bevolking: deze mensen werken wel, maar hebben geen inkomen uit hun arbeid. Laat je dus niet misleiden: misschien is jouw opa op pensioen en werkt hij veel in de tuin, maar ook hij behoort tot de passieve bevolking. Beroepssectoren landbouwsector industriële sector dienstverleningssector Als je een job uitoefent behoor je tot een bepaalde sector! Tot de landbouwsector behoren de land- en tuinbouw, de bosbouw, de jacht, de visserij en de mijnbouw. In deze sector worden producten rechtstreeks gewonnen uit de zee, de bodem en de natuur. Deze sector wordt ook de primaire sector genoemd. b.v. landbouwer/landbouwster, visser, tuinbouwer, De industriële sector verwerkt producten uit de primaire sector (melk wordt kaas, hout wordt verwerkt tot meubels, erts wordt metaal ). Vooral ambachtelijke bedrijven, fabrieken en de bouwnijverheid behoren tot deze secundaire sector. Ook bedrijven die elektriciteit, gas en water tot bij je thuis brengen behoren ertoe. Voorbeelden van beroepen in de sector: metaalbewerker, meubelmaker, ontwerper, lasser, kaasmaker, ingenieur, In de dienstverleningssector (of de tertiaire sector) leveren mensen diensten aan derden. Wij onderscheiden de commerciële dienstverlening: banken, computerbedrijven, verzekeringen, schoonmaak, transport, handel, horeca, immobiliën, de niet-commerciële dienstverlening en overheidsinstanties: gezondheidszorg, onderwijs, maatschappelijke dienstverlening, personenzorg en de culturele sector. de beroepssectoren in België 13