NATUURKUNDE PROEFWERK

Vergelijkbare documenten
d. Bereken bij welke hoek α René stil op de helling blijft staan (hij heeft aanvankelijk geen snelheid). NB: René gebruikt zijn remmen niet.

Exact Periode 5. Dictaat Licht

In de figuur hieronder zie je een Elektromagnetische golf: een golf die bestaat uit elektrische en magnetische trillingen.(zie figuur).

2.1 Wat is licht? 2.2 Fotonen

Exact Periode 5 Niveau 3. Dictaat Licht

Naam: Klas: Toets Eenvoudige interferentie- en diffractiepatronen VWO (versie A)

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, WETENSCHAP EN CULTUUR UNIFORM EXAMEN VWO 2015

Exact Periode 5.2. Licht

Naam: Klas: Repetitie Golven VWO (versie A) Opgave 2 Leg uit wat het verschil is tussen een transversale golf en een longitudinale golf.

Naam: Klas: Toets Holografie VWO (versie A) Opgave 1 Geef van de volgende beweringen aan of ze waar (W) of niet waar (NW) zijn. Omcirkel je keuze.

Atoomfysica uitwerkingen opgaven

Eindexamen natuurkunde 1 vwo 2001-I

Eindexamen natuurkunde 1-2 vwo 2001-I

Examen VWO. natuurkunde 1,2 Compex. Vragen 1 tot en met 12. In dit deel van het examen staan vragen waarbij de computer niet wordt gebruikt.

EXAMEN HOGER ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1975

Hoofdstuk 4: Licht. Natuurkunde Havo 2011/2012.

Hoofdstuk 3: Licht. Natuurkunde VWO 2011/

Werkblad 2.3: Elektrondiffractie aan Grafiet

NATUURKUNDE. a) Bereken voor alle drie kleuren licht de energie van een foton in ev.

EXAMEN VOORBEREIDEND WETENSCHAPPELIJK ONDERWIJS IN 1975 (GYMNASIUM EN ATHENEUM) Vrijdag 22 augustus, uur NATUURKUNDE

Als de trapper in de stand van figuur 1 staat, oefent de voet de in figuur 2 aangegeven verticale kracht uit op het rechter pedaal.

1. 1 Wat is een trilling?

1 f T De eenheid van trillingstijd is (s). De eenheid van frequentie is (Hz).

Vraag Antwoord Scores. methode 1 Omdat de luchtweerstand verwaarloosd wordt, geldt: v( t) = gt. ( ) ( ) 2

a) Bepaal door middel van een constructie de plaats van het beeld van de scherf en bepaal daaruit hoe groot Arno de scherf door de loep ziet.

Golven. 4.1 Lopende golven

Examentraining Leerlingmateriaal

NATUURKUNDE - 5 VWO. e) Leg duidelijk uit waarom bij grote spanning de stroom constant wordt (RS in figuur 4.3)

Eindexamen havo natuurkunde II

TENTAMEN. x 2 x 3. x x2. cos( x y) cos ( x) cos( y) + sin( x) sin( y) d dx arcsin( x)

methode 2: Voor de vervangingsweerstand van de twee parallel geschakelde lampen geldt:

Tentamen Optica. 20 februari Zet je naam, studentennummer en studierichting bovenaan elk vel dat je gebruikt. Lees de 6 opgaven eerst eens door.

Eindexamen havo natuurkunde pilot II

Eindexamen natuurkunde vwo II

TENTAMEN NATUURKUNDE

FACULTEIT TECHNISCHE NATUURKUNDE. Kenmerk: /Gor/Hsa/Rrk. Datum: TENTAMEN

m 2. De berekening terug uitvoeren met die P en r = 100 m i.p.v. 224 m levert L = 57 db.

Correctievoorschrift VWO. Natuurkunde

3 Het Foto Elektrisch Effect. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Opgave 1 Waterstofkernen

Hierin is λ de golflengte in m, v de golfsnelheid in m/s en T de trillingstijd in s.

Bepaling van de diameter van een haar

- KLAS 5. c) Bereken de snelheid waarmee een elektron vrijkomt als het groene licht op de Rbkathode

Systematische Probleem Aanpak (SPA) Voorbeeld opgave Electriciteit.

EXAMEN VOORBEREIDEND WETENSCHAPPELIJK ONDERWIJS IN 1974

Eindexamen natuurkunde 1-2 vwo 2002-II

Opgave 2 Het beeld van de gasvlam is vrij plat. Het beeld dat een hologram maakt, heeft vaak veel meer diepte.

6.1 Voortplanting en weerkaatsing van licht

Examen VWO. natuurkunde 1. tijdvak 2 woensdag 24 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Woensdag 21 mei, uur

Brede opgaven bij hoofdstuk 2

Uitwerkingen natuurkunde VWO-1999-I S))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))Q

Eindexamen natuurkunde 1-2 vwo II

Examen VWO. Natuurkunde (oude stijl)

Correctievoorschrift VWO. Natuurkunde 1 (nieuwe stijl)

Woensdag 30 augustus, uur

Eindexamen natuurkunde 1 vwo 2004-II

, met ω de hoekfrequentie en

Eindexamen natuurkunde 1-2 vwo 2004-II

Eindexamen natuurkunde 1-2 vwo 2001-I. Element 112 ontdekt. Opgave 1 Armbrusterium

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2019 TOETS APRIL 2019 Tijdsduur: 1h45

FACULTEIT TECHNISCHE NATUURWETENSCHAPPEN. Opleiding Technische Natuurkunde TENTAMEN

Opgave 1: Constructies (6p) In figuur 1 op de bijlage staat een voorwerp (doorgetrokken pijl) links van de lens.

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2013 TOETS APRIL :00 12:45 uur

Eindexamen natuurkunde pilot vwo II

Havo 5 oefen et

Exact Periode 7 Radioactiviteit Druk

Eindexamen natuurkunde 1 vwo II

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Vrijdag 27 mei totale examentijd 3 uur

Examen VWO. wiskunde B1,2. tijdvak 2 woensdag 20 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Stevin vwo deel 2 Uitwerkingen hoofdstuk 10 Atomen ( ) Pagina 1 van 10

Geleid herontdekken van de golffunctie

Correctievoorschrift VWO. Natuurkunde (oude stijl)

EXAMEN HOGER ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1977 NATUURKUNDE. Vrijdag 19 augustus, uur

Schriftelijk examen 2e Ba Biologie Fysica: elektromagnetisme

Spiegel. Herhaling klas 2: Spiegeling. Spiegel wet: i=t Spiegelen met spiegelbeelden. NOVA 3HV - H2 (Licht) November 15, NOVA 3HV - H2 (Licht)

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2012 TOETS APRIL uur

Tentamen Optica. 19 februari 2008, 14:00 uur tot 17:00 uur

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2007-II

Eindexamen natuurkunde 1-2 vwo 2008-I

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2013 theorietoets deel 1

1 Een lichtbron zendt licht uit met een golflengte van 589 nm in vacuüm.

Hertentamen Optica,11 april 2016 : uitwerkingen

Eindexamen natuurkunde vwo I

1 Wat is licht? Licht is een elektromagnetische golf. Andere voorbeelden van e.m.-golven zijn radar en röntgenstraling. Zie Binas tabel 19A en 19B.

Vraag Antwoord Scores

Uitwerkingen Tentamen Optica

Hoofdstuk 9 Golven. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Eindexamen natuurkunde 1 vwo I

Opgave 1 Onder de uitwijking verstaan we de verschuiving ten opzichte van de evenwichtsstand.

Eindexamen vwo natuurkunde 2013-I

T1 Wat is licht? FIG. 3 Zo teken je een lichtstraal. De pijl geeft de richting van het licht aan.

Eindexamen natuurkunde 1-2 vwo I

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2001-II

Fysica 2 Practicum. Er bestaan drie types van spectra voor lichtbronnen: lijnen-, banden- en continue spectra.

DE XXXII INTERNATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE

Examen VWO. natuurkunde 1,2. tijdvak 1 dinsdag 20 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

FACULTEIT TECHNISCHE NATUURKUNDE. Kenmerk: /vGr. Datum: 24 juli 2000 TENTAMEN

Eindexamen natuurkunde havo II

Transcriptie:

ATUURKUNDE 1 KLAS 5 10/05/06 NATUURKUNDE PROEFWERK N1V2 2.6-2.8 EN EN HOOFDSTUK 3 Proefwerk bestaat uit 2 opgaven. Geef duidelijke uitleg en berekeningen. Totaal: 33 punten. Opgave 1: een tl-buis Een tl-buis bevat kwikdamp onder lage druk. In de wand van de buis zijn twee metalen elektroden gesmolten. Wanneer de elektroden worden aangesloten op een voldoende hoge spanning, kan de tl-buis licht gaan geven. Zowel de lage druk van de damp als de hoge spanning zijn nodig om de tl-buis licht te laten geven. a) Leg uit waarom er lage druk van de damp nodig is en leg uit waarom er een hoge spanning op de elektroden nodig is om de lamp licht te laten geven.{2p} De kwikdamp zendt een aantal golflengtes uit. De vier sterkst uitgezonden golflengtes zijn 546 nm, 436 nm, 405 nm en 365 nm. Adriaan bekijkt het licht dat van de buis afkomt en constateert dat het niet wit is, maar paarsblauw. b) Leg uit waarom het licht er paarsblauw uitziet. {2p} De vragen c) en d) gaan over het licht van 546 nm. c) Bereken de frequentie van het licht van 546 nm. {2p} De tl-buis heeft door toedoen van (alleen) het licht van 546 nm een vermogen van 10 W. d) Bereken hoeveel fotonen van 546 nm er per minuut door de tl-buis worden uitgezonden. {3p} Om de verschillende golflengtes zichtbaar te maken, gebruikt Adriaan een tralie. De situatie is weergegeven in de figuur op de bijlage. Het tralie wordt vanaf links beschenen met een evenwijdige bundel licht van de tl-buis. Het licht valt via een lens op een scherm. Het midden van de positieve lens M en het brandpunt F zijn weergegeven in de figuur, evenals vijf stralen in de lichtbundel. De afstand tussen lens en scherm is weergegeven. De weergegeven stralen tussen het tralie en de lens zijn de eerste-orde-maxima van de lichtgolven met een golflengte van 436 nm. Deze stralen maken een hoek van 11,3 met de rechtdoorgaande stralen. e) Bereken de afstand tussen F en de plaats van dit 1 e -orde-maximum bij 436 nm. {2p} f) Bereken de tralieconstante van het hier gebruikte tralie in μm. {3p} g) Teken het verdere verloop van de vijf stralen tot aan het scherm. {2p} Natuurlijk ziet Adriaan niet alleen het eerste-orde-maximum van het licht van 436 nm, maar ook dat van de andere golflengtes van kwik (zie boven). h) Leg uit van welke golflengte(s) Adriaan het eerste-orde-maximum dichter bij F ziet en van welke golflengte(s) hij het eerste-orde-maximum verder van F vandaan ziet (t.o.v. het maximum van 436 nm). {3p}

Het n-de orde maximum is het hoogste orde maximum bij dit tralie voor golven van 405 nm. i) Bereken n {3p}

Opgave 2: bungeejumpen Adriaan maakt een bungeejump vanaf een brug in een ravijn. Hij is erg gespannen als hij de sprong waagt, waardoor hij het uitschreeuwt tijdens zijn val: Eeeeeeeeeehh! De frequentie van de eerste formant van deze kreet is 600 Hz. Een formant is een van de resonantiefrequenties die kunnen ontstaan in de mond- en keelholte bij het voortbrengen van een klank door de stembanden. Beschouw de mondholte van Adriaan als een aan één zijde gesloten buis, waarbij de eerste formant de grondtoon van deze buis is. De lucht in Adriaans mond mag beschouwd worden als lucht van 40 C. a) Bereken de lengte van Adriaans mondholte. {4p} Op het moment dat Adriaan zijn kreet slaakt, valt hij met een snelheid van 22 m/s. De temperatuur van de lucht is 20 C. b) Bereken de frequentie van de eerste formant van de kreet zoals die wordt waargenomen door een toeschouwer op de brug recht boven Adriaan. {3p} In werkelijkheid bestaat het klankkastcomplex niet uit één buis. Vandaar het ontstaan van meer dan één formant. De frequentie van de tweede formant van de door Adriaan geslaakte kreet is 1080 Hz. Ook is bekend dat het bereik van de grondtoon van zijn stembanden ergens tussen 110 en 180 Hz ligt. We nemen aan dat de frequenties van de eerste en de tweede formant gelijk zijn aan frequenties van boventonen van zijn stembanden; bovendien beschouwen we stembanden (uiteraard) als snaren die aan beide kanten zijn ingeklemd. c) Bereken de frequentie van de grondtoon van zijn stembanden tijdens het slaken van de kreet. {4p}

BIJLAGE BIJ PROEFWERK NAAM:.. lens + scherm tralie M F 40 cm RESERVE-FIGUUR (indien nodig) lens + scherm tralie M F 40 cm

UITWERKING OPGAVE 1 a) hoge spanning: nodig om elektronen vrij te maken uit de kathode. {1} lage druk: nodig zodat elektronen voldoende snelheid kunnen maken alvorens ze weer botsen (voldoende kinetische energie om atoom aan te slaan) {1} b) tabel 19A: 365 nm: niet zichtbaar, 405 nm: violet, 436 nm: blauwviolet, 546 nm: groen {1} dus: 4 lijnen samen zien er paarsblauw uit {1} c) c = 3,00 10 8 m/s {1} f = c/λ = 3,00 10 8 /546 10-9 = 5,49 10 14 Hz {1} d) E f = h f = 6,63 10-34 5,49 10 14 = 3,64 10-19 J {1} per seconde: 10 J / 3,64 10-19 J = 2,75 10 19 fotonen {1} per minuut: x60 1,6 10 21 fotonen {1} e) tan 11,3 = x/40 cm {1} x = 40 tan 11,3 = 8,0 cm {1} f) d sin α = n λ, met n=1, λ=436 10-9, hoek=11,3 {1} d = 1 436 10-9 /sin 11,3 = 2,23 10-6 m {1} = 2,23 μm {1} g) bijas tekenen door M tot aan scherm {1} alle 5 stralen naar snijpunt bijas en scherm {1} h) grotere golflengte sinus groter afbuighoek groter {1} dus: 546 nm verder weg, 405 nm dichter bij {1} 365 nm ziet hij niet, want niet-zichtbare deel spectrum {1} i) sinus is maximaal 1 {1} dan: n = d/λ = 2,23 10-6 /405 10-9 = 5,5 {1} dus maximale orde is 5 {1} OPGAVE 2 a) grondtoon bij 1 dicht en 1 open uiteinde: l = ¼ λ {1} v opzoeken bij 313 K : 354 m/s {1} λ = v/f = 354/600 = 0,59 m {1} dus mondholte = ¼ 0,59 = 0,15 m = 15 cm {1} b) Formule Doppler-effect: f w = f b (v/v-v b ), met f b =600Hz, v=343 m/s {1} verwijderen van toeschouwer, dus v b = 22 m/s (ofwel: + in formule) {1} invullen: f w = 600 (343/(343+22) = 564 Hz {1} c) voor snaren geldt: f boven = n f grond (met n=2,3,4,5, ) {1} dus: f grond = 600/n 1 en f grond = 1080/n 2 {1} tussen 110 en 180 Hz: n 1 =4 of 5 f grond = 150 Hz of 120 Hz n 2 = 6,7,8,9 f grond = 180/154/135/120 Hz {1} Dus: f grond = 120 Hz {1}