Meerjarenperspectief 2014-2018



Vergelijkbare documenten
Voortgang en resultaat regionale uitwerking Bestuursakkoord Water, onderdeel afvalwaterketen

Voortgang en resultaat regionale uitwerking Bestuursakkoord Water, onderdeel waterketen

Voortgang en resultaat aanpak afvalwaterketen

Gecombineerde Commissie

algemeen bestuur (financiële producten) Beraadslagen en besluiten Nee

A L G E M E E N B E S T U U R

Waterschap Vallei en Veluwe Meerjarenperspectief

Voortgang en resultaat aanpak afvalwaterketen

AGENDAPUNT 3.3 ONTWERP. Onderwerp: Ontwerp begroting 2015 Nummer: Voorstel

Waterschap. Vallei en Veluwe. Meerjarenperspectief

2e wijziging programmabegroting

Voortgang en resultaat regionale uitwerking Bestuursakkoord Water, onderdeel waterketen

Bestuursrapportage 2014 waterschap Vechtstromen Versie 24 november 2015

Raadsvoorstel agendapunt

Financiële aspecten. Concept tweede KRW-maatregelenprogramma

1. Voorstel aan commissie

1e Bestuursrapportage

M E M O. Reg.nr.: Aan: Commissie BOD, 12 september Cc: Stand van zaken vaarweg- en nautisch beheer. Datum: 21 augustus 2012

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD

Financieel beeld van de gemeente Naarden, Muiden, Bussum September 2014

FAZ: Ja Opdrachtgever: Klaas de Veen

: Nieuw belastingstelsel

AGENDAPUNT 3.2 ONTWERP. Onderwerp: GOP Zuiveringstechnische werken Nummer: v9. Voorstel

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

Voortgang en resultaat regionale uitwerking Bestuursakkoord Water, onderdeel waterketen Stand van zaken voorjaar 2019 In het Bestuursakkoord Water (BA

RECREATIESCHAP HET TWISKE Adviescommissie 5 november 2012 agendapunt 9 Dagelijks bestuur 15 november 2012 Algemeen bestuur 5 december 2012

Raadsvoorstel 26 juni 2014 AB RV

Voorstel aan algemeen bestuur

Samenwerking/fusie. Waterschap Vallei & Eem en. Waterschap Veluwe. Steenbokstraat 10 Postbus AC Apeldoorn [T] (055) [F] (055) 527

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

FAZ: Ja Opdrachtgever: Klaas de Veen

VOORSTEL AB AGENDAPUNT :

Voorstel voor de Raad

In de beslisnota wordt aan u gevraagd in te stemmen met de vastgestelde doelen en maatregelen.

AAN DE AGENDACOMMISSIE

* * Statenvoorstel. 1. Beslispunten. In de begroting 2012 en volgende jaren:

BESTUURLIJKE SAMENVATTING AFSTEMMEN INVESTERINGEN

aan kopie aan datum Afdeling Programmeren

Aan. V. Doorn. Portefeuillehouder

Openbare besluitenlijst college van Dijkgraaf en Heemraden d.d. 6 november 2018

VOORSTEL AB AGENDAPUNT :

agendapunt 3.b.3 Aan College van Dijkgraaf en Hoogheemraden VOORTGANG AFRONDING JUIST (NU) AANSLUITEN Datum 7 januari 2014

2. Financieel kader gemeenschappelijke regelingen in de regio van Hollands-Midden

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

Aantal bijlagen 2. Meerjarenperspectief en Nota van Uitgangspunten programma 2013 en Onderwerp

Leggers actueel, betrouwbaar en compleet. Waterkeringen op orde Waterkeringen zijn getoetst Conform procesafspraken met PZH en inspectie V&W

Wij stellen de volgende data voor de oplevering van de planning en controlproducten 2010:

Vergaderstuk Algemeen bestuur

A L G E M E E N B E S T U U R

Voorstel is om: - Kennis te nemen van de nieuwe voorjaarsnota (VJN). - Instemmen met de VJN.

documentnr.: INT/C/16/24902 zaaknr.: Z/C/16/27528 Raadsvoorstel

Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen

ALGEMENE VERGADERING. 29 september 2011 Planvorming Waterbeheer

Voorstellen. Waterschap Hollandse Delta. John Ebbelaar Hoofd afdeling Plannen en Regie

Raadsvoorstel. 1. Aanleiding

Meerjarenbegroting Gemeentefinanciën Bloemendaal

B i j l a g e 6 : W a t e r t o e t s

* * Statenvoorstel

JAARREKENING Ja, IPA Acon heeft een goedkeurende verklaring afgegeven.

VOORSTEL AAN HET COLLEGE VAN DIJKGRAAF EN HEEMRADEN

Bijlage 4 Begroting 2016 Veiligheidsregio Noord-Holland Noord

Bijlage I: Kostentoerekening 2012

Toelichting partiële herziening peilbesluit Oude Polder van Pijnacker - peilgebied OPP XIII

BEGROTING 2014 INCLUSIEF MEERJARIGE DOORKIJK

Gemeente Bladel Economisch hart van de Kempen llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll

Zienswijze ontwerp begroting 2018 Veiligheidsregio Brabant Zuidoost.

Behorende bij: Raadsvoorstel ter vaststelling van het verbreed gemeentelijk rioleringsplan 5 (vgrp-5)

A L G E M E E N B E S T U U R

A L G E M E E N B E S T U U R

Dit heeft in april 2011 geleid tot het ondertekenen door de genoemde koepelorganisaties en het Rijk van het BAW.

In de organisatieverordening is met betrekking tot overschrijding van de netto kosten in de begroting het volgende opgenomen:

Aan u wordt voorgesteld bijgevoegd verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan vast te stellen.

Themaraad financiën 3 april

Inhoudsopgave. I Inleiding 3. II Financiële beschouwing begroting 2016 en meerjarenraming 3. III Kaders begroting

FAZ: Ja Opdrachtgever: Klaas de Veen

Bijlage 2 bij Raadsvoorstel nr. HVE (Verkeersproblematiek Maastrichterlaan/Randweg Noord)

Kostendekkingsplan Water & Riolering

College van Gedeputeerde Staten Statenvoorstel. Ontwerp-besluit pag. 4. Toelichting: pag. 5

1 Samenwerkingsovereenkomst Rotterdamse afvalwaterketen. Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen

ALGEMENE VERGADERING. 26 februari 2013 SSO. 25 januari 2013 R.J.E. Peeters. Opstelling waterschappen t.a.v. GLB en POP3. Schelwald, A.J.M..

1 e HERZIENING BEGROTING Omgevingsdienst Brabant Noord

19 mei 2015 Corr.nr , FC Nummer 36/2015 Zaaknr

Commissie Bestuur, Middelen & Waterketen. 9 december Commissie Water & Wegen. Datum vergadering CHI. 16 december 2015

Bestuur van de Unie van Waterschappen Posbus AE Den Haag. Leiden, 24 februari 2011.

INVESTERINGSVOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

*ZE9C48C23CC* Raadsvergadering d.d. 16 december 2014

ONDERWERP Overdracht beheer en onderhoud stedelijk water (beleidsharmonisatie)

Zienswijze programmabegroting 2013 en jaarstukken 2011 van GGD Hollands Noorden.

Visie Water en Ruimtelijke Ontwikkeling bijlage 1

Datum college 12 februari 2019 Infrastructuur en duurzaamheid H.G.W.M. van Rooijen Voorkeursalternatief Hoogwaterbescherming Sint-Oedenrode

DATUM BEHANDELING IN D&H 12 febľ"uaľï COMMISSIE 0 MBH (6 maart 2013)

A L G E M E E N B E S T U U R

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 30 mei ECFD/U Lbr. 17/031 (070) Voortgang regionale samenwerking waterketen

Aan de Gemeenteraad. Raad. Onderwerp : Beschikbaar stellen krediet en wijze van financiering IBA-project. 5 maart Status.

Kredietaanvraag landinrichting Rijssen Agendapunt 6 Kenmerk. B. Ordelmans. J.F.W. Clasie b.ordelmans@vechtstromen.nl Aard voorstel.

Softclosure t/m oktober 2016

AANVRAAG INVESTERINGSPLAN EN KREDIET PROGRAMMATISCHE AANPAK KRW- OPGAVE NATTE ECOLOGISCHE ZONES

Algemeen Bestuur. De commissie heeft geadviseerd het voorstel door te geleiden voor besluitvorming in het Algemeen Bestuur

Tariefbepaling waterschapsbelasting

Onderwerp: Onderzoek naar de overschrijding van de raming Brandweerkazerne Cothen-Langbroek

Transcriptie:

Meerjarenperspectief 2014-2018 Leeuwarden, 19 juni 2013

MP 2014-2018 1 Inhoudsopgave 0. Algemene beschouwing 2 Opgaven 2 Proces totstandkoming MP2014-2018 2 Wat voor waterschap wil WF zijn? Twee scenario s 3 Uitgangspunt is scenario 1 3 Maatregelenpakket en ontwikkeling nettolasten 3 Zorgvuldig naar de toekomst toe: beperken doorschuiven lasten naar toekomstige generaties. 4 Keuze: twee tariefscenario s 6 1. Waterveiligheid 7 1.1. Ontwikkelingen 7 1.2. Maatregelenpakket waterveiligheid 7 1.3. Mutaties op bestaande budgetten 9 2. Voldoende water 10 2.1. Ontwikkelingen 10 2.2. Samenvatting maatregelenpakket Voldoende water 10 2.3. Maatregelen beheer en onderhoud 11 2.4. Maatregelen inrichting watersystemen 12 2.5. Mutaties op bestaande budgetten 13 3. Schoon water 15 3.1. Ontwikkelingen 15 3.2. Maatregelenpakket schoon water 16 3.3. Watersysteem 16 3.4. Waterketen 17 3.5. Mutaties op bestaande budgetten 18 4. Organisatie 19 4.1. Organisatieontwikkeling en aanvullende organisatiemaatregelen 19 4.2. Maatregelenpakket organisatie: samenvatting 21 4.3. Maatregelenpakket organisatie 21 4.4. Overige onderwerpen 22 4.5. Mutaties op bestaande budgetten 23 5. Financiën 24 5.1. Uitgangspunten MP 2014-2018 en MP-basis 24 5.2. Totaal netto lasten MP 2014-2018 27 5.3. Belastingopbrengststijging en reserveontwikkeling 28 5.4. Ontwikkeling belastingdruk 28 5.5. Stelposten en bezuinigingen 30 5.6. Overige financiële aspecten 31 5.7. Risicoparagraaf 34 Bijlagen 36 Bijlage A: Historisch perspectief, maatschappelijke ontwikkelingen en bezuinigingen 36 Bijlage B: Overdracht taken 39 Bijlage C: Overzicht mutaties bestaande budgetten 40 Bijlage D: suggesties AB en DB 41

MP 2014-2018 2 0. Algemene beschouwing Opgaven Wetterskip Fryslân staat in de MP-periode 2014-2018 voor omvangrijke financiële opgaven. Met name voor de taak watersysteembeheer is er geen sprake van een structureel sluitende begroting: de lasten zijn hoger dan de baten. Tot nu toe kon dat conform het waterschapsbeleid worden opgevangen door de inzet van de reserves, omdat de algemene reserve ruimschoots boven de norm was. Tegen het eind van de MP-periode zal de algemene reserve op de norm zitten; de begroting moet dan structureel sluitend zijn. Het structureel sluitend maken van de begroting bij gematigde tariefstijgingen is op zichzelf al een opgave. WF heeft daarnaast te maken met ingrijpende wijzigingen die de begroting verder onder druk zetten. Op de eerste plaats zijn als gevolg van het Bestuursakkoord Water de lasten van het bestrijden van de muskusratten en een bijdrage aan het hoogwater beschermingsprogramma (HWBP) ten laste van Wetterskip Fryslân gekomen. Op de tweede plaats is vanaf 2011 de reguliere dividenduitkering van de Nederlandse Waterschapsbank (NWB) ( 2,3 miljoen per jaar) gestopt. Tot en met het begrotingsjaar 2017 wordt dit nog gecompenseerd door een vrijval uit de bestemmingsreserve dividend; met ingang van 2018 is deze bestemmingsreserve uitgeput. Ten derde staat WF de komende jaren voor grote investeringen. De kapitaallasten (rente- en afschrijvingslasten) zullen daardoor een groter deel van de eploitatiebegroting gaan vormen en de schulden van WF zullen substantieel toenemen. Daarom is er in dit MP voor gekozen om de afschrijvingstermijn voor de HWBP-uitgaven terug te brengen naar 5 jaar. Daarmee wordt ook reeds geanticipeerd op de mogelijke eisen die de Wet Hof gaat stellen. Deze wet stelt omwille van het EMU-saldo grenzen aan de mate waarin de uitgaven de inkomsten mogen overstijgen (kasstromen). Ook dit kan gevolgen hebben voor het investeringsprogramma en de mate waarin WF investeringen met vreemd vermogen kan financieren. Ook in deze bestuursperiode zijn al ingrijpende bezuinigingen doorgevoerd. Als dat niet was gedaan, dan waren de totale lasten voor het begrotingsjaar 2013 ca. 10,1 % ofwel ca. 12,3 miljoen hoger geweest ( 136,6 miljoen in plaats van de 124,3 miljoen in de door het bestuur vastgestelde begroting 2013 ). Proces totstandkoming MP2014-2018 Vanwege de omvang van de financiële opgaven hebben het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur dit voorjaar een uitgebreid proces met elkaar doorgemaakt. Dit proces zag er op hoofdlijnen als volgt uit: AB en DB zijn dit voorjaar in drie informele/oriënterende bijeenkomsten samen gekomen om de kaders voor het MP 2014 2018 (met een doorkijk naar 2030) te bespreken. Belangrijk vraagstuk hierbij was op welke wijze invulling gegeven kan worden aan de financiële opgave voor de komende jaren. De inhoudelijke opgaven en de financiën voor de komende jaren zijn daarin in samenhang beschouwd. Voorafgaand aan de eerste bijeenkomst konden de fracties een schriftelijke inbreng geven. Vanuit het AB werden ca. 90 zaken ingebracht waarop het DB een schriftelijk antwoord heeft gegeven.(zie bijlage D voor een overzicht en het vervolg dat aan elk ingebracht punt is gegeven). De eerste, informerende bijeenkomst vond plaats op 13 februari. Een ambtelijke presentatie gaf inzicht in relevante ontwikkelingen en de financiële opgave waar WF voor staat. De tweede avond vond plaats op 12 maart. Op deze avond verzorgde een aantal fracties een presentatie met hun visie op de financiële opgave en de mogelijkheden om deze in te vullen. Daarnaast werd een ambtelijke presentatie gegeven over toekomstbestendig waterbeheer, immers: de toekomstige betaalbaarheid van het watersysteem is een belangrijk element in de discussie. De presentatie leverde een aantal mogelijke richtingen en kansrijke maatregelen op die van belang waren voor de bestuurlijke discussie. Vervolgens vond een gedachtewisseling plaats over de beantwoording van de inbreng van de diverse fracties. De derde avond vond plaats op 9 april. Op deze avond is stilgestaan bij diverse bezuinigingsmaatregelen. Het DB presenteerde op deze avond een tweetal scenario s (zie hieronder) aan de hand waarvan circa veertig bezuinigingsmaatregelen werden besproken (zie bijlage D voor een

MP 2014-2018 3 overzicht). De consequenties van het wel of niet doorvoeren van de maatregelen werden op de avond zelf via rekentabellen zichtbaar gemaakt. Wat voor waterschap wil WF zijn? Twee scenario s De inbreng vanuit de fracties heeft vele, waardevolle suggesties opgeleverd. Het DB heeft op basis daarvan twee mogelijke scenario s ontwikkeld. In het eerste scenario handhaaft WF de huidige wijze van taakuitvoering en het huidige niveau van functiebediening. Bezuinigingen worden gezocht in verdere efficiencyverbeteringen in de organisatie en in versoberingen die geen ingrijpende gevolgen hebben voor kwaliteitsniveau en functiebediening. In het tweede scenario zet WF in op een andersoortig waterbeheer. Daarbij wordt ook bekeken of en op welke wijze werkzaamheden aan ingelanden kunnen worden overgedragen. Uitgangspunt is scenario 1 Het DB kiest ervoor om voor de resterende tijd van deze bestuursperiode uit te gaan van scenario 1; in dit stadium laat Wetterskip Fryslân geen taken vallen. Wel zal in deze bestuursperiode een start worden gemaakt met het onderzoeken van de mogelijkheden voor scenario 2, voor zover die te maken hebben met het structureel anders inrichten van het watersysteembeheer en het zuiveringsbeheer (project toekomstbestendig watersysteem, waterketenbedrijf, etc.). Verder zijn bij de uitwerking van dit MP no-regret -maatregelen uit scenario 2 in het maatregelenpakket opgenomen. Het DB kiest er niet voor om nu al allerlei werkzaamheden (meer onderhoud (hoofd)watergangen, bediening stuwen en gemalen, etc.) over te dragen aan ingelanden, omdat daarmee noodzakelijk te maken kosten neergelegd worden bij slechts een beperkte groep ingelanden. Een eventuele overdracht van taken wil het DB zorgvuldig bezien in het kader van het reeds genoemde project toekomstbestendig waterbeheer. Dit project zal een visie opleveren op een haalbaar en betaalbaar, robuust en duurzaam watersysteem in 2030. Wel zijn nu al enkele maatregelen die passen in scenario 2 als no-regret -maatregelen in het bezuinigingenpakket opgenomen (waterketenbedrijf, peilvakken samenvoegen en het onderhoud aan de primaire keringen versoberen). Daarnaast zal in de het komende jaar nog een ander project de nodige aandacht vragen, namelijk het project Assetmanagement. Dat moet een beter onderbouwd inzicht geven in de precieze omvang van de financiële situatie rondom de instandhouding van de infrastructuur en in de mogelijkheden om met een beter assetmanagement tot betere operationele en financiële prestaties te komen. Maatregelenpakket en ontwikkeling nettolasten Het maatregelenpakket dat in dit MP-traject is ontwikkeld bevat in totaal ca. 40 maatregelen. Het maatregelenpakket betekent voor de watersysteemtaak lagere lasten van 1,7 miljoen in 2014 oplopend tot 5,6 miljoen in 2018. Het maatregelenpakket betekent voor de zuiveringstaak hogere lasten van 1,2 miljoen in 2014 tot 4,6 miljoen in 2018. Deze laatstgenoemde stijging van lasten is het gevolg van de interne verrekening in verband met de lozing door de RWZI s op het watersysteem (zie paragraaf 5.2). De hoofdstukken 1 tot en met 4 bevatten een volledig overzicht van het maatregelenpakket. In bijlage D is een overzicht met alle voorgestelde maatregelen opgenomen. De geschetste ontwikkelingen en bestuurlijke keuzes (inclusief het maatregelenpakket) leiden tot het volgende beeld van de ontwikkeling van de nettolasten voor de MP-periode 2014-2018. Tabel : lastenontwikkeling MP (bedragen in 1 miljoen) 2014 2015 2016 2017 2018 Watersysteembeheer 77,8 80,2 82,6 85,8 92,2 Zuiveringsbeheer 47,4 47,2 48,6 50,9 52,1

MP 2014-2018 4 Zorgvuldig naar de toekomst toe: beperken doorschuiven lasten naar toekomstige generaties. Het bestuur wil het doorschuiven van lasten naar toekomstige generaties en toekomstige besturen beperken. Om die reden is discussie gevoerd over het hanteren van een schuldenplafond, wordt de afschrijvingstermijn van de bijdrage nhwbp teruggebracht van 30 naar 5 jaar, en heeft het bestuur in dit MP-traject nadrukkelijk gekeken naar de mogelijkheden om de begroting op lange termijn structureel sluitend te maken. Schuldenplafond en bijdrage nhwbp Gezien de investeringen waar WF de komende jaren voor staat zullen de kapitaallasten (rente- en afschrijvingslasten) een groter onderdeel uitmaken van de eploitatiebegroting en zal de leningenportefeuille toenemen. Het bestuur heeft discussie gevoerd over het hanteren van een schuldenplafond. Argumenten vóór een schuldenplafond zijn onder meer het beperken van het doorschuiven van lasten naar toekomstige generaties, het beperken van het renterisico (bij een schuld van 400 miljoen heeft een stijging van de rente met 1% een negatief structureel effect van 4 miljoen op de eploitatie), en de invloed van investeringen op het EMU-saldo. Een belangrijk argument tegen het hanteren van een schuldenplafond is de etra tariefstijging die ontstaat als meer investeringen direct in eploitatie worden genomen. Een alternatief kan zijn het temporiseren van investeringen, maar dat staat vaak op gespannen voet met de wettelijke eisen die aan onze taakuitvoering worden gesteld. Het DB vindt het belangrijk dat de schuldenlast nu en in de toekomst beheersbaar blijft, zowel voor de rente- en afschrijvingslasten als voor de problematiek rond het EMU-saldo. Daarom kiest het DB er op dit moment voor om met ingang van 2014 de afschrijvingstermijn van het nhwbp-investeringen terug te brengen van 30 jaar naar 5 jaar. Op (middel)lange termijn dienen ook de projecten Assetmanagement en Toekomstbestendig watersysteem een verdere bijdrage te leveren. We zullen de komende jaren de schuldenpositie nauwlettend blijven volgen. Structureel sluitende begroting Het streven is erop gericht te komen tot een sluitende begroting, dat wil zeggen een evenwicht van lasten en baten zonder structurele inzet van de reserves. Bij de taak watersysteembeheer zou gekozen kunnen worden voor een jaarlijkse belastingopbrengststijging van 3,2%. Er is dan geen sprake van een sluitende begroting, de lasten zijn hoger dan de baten. De jaarlijkse tekorten kunnen gedurende deze MP-periode nog worden opgevangen door de algemene reserve. Dit betekent dat eind 2018 de algemene reserve op de norm is. In het jaar 2019 ontstaat dan echter een groot tekort dat met etra bezuinigingen of een forse tariefstijging opgevangen moet worden. Het geheel wordt in onderstaande figuur zichtbaar gemaakt.

MP 2014-2018 5 Bij een jaarlijkse belastingopbrengststijging van 3,9% met ingang van 2014 en 2% met ingang van 2024, wordt voor de lange termijn wel voldaan aan de minimale norm voor de algemene reserve. Dit wordt in de navolgende grafiek inzichtelijk gemaakt. Gedurende de periode 2014 tot en met 2017 is in dat geval nauwelijks inzet van de algemene reserve nodig. Gedurende de periode 2018 tot en met 2022 wordt een beroep gedaan op de algemene reserve. Met een belastingopbrengststijging van 2% met ingang van 2024 is de jaarlijkse begroting structureel sluitend. Voor de taak zuiveringsbeheer blijft met een belastingopbrengststijging van jaarlijks 2,4% gedurende de MP-periode de reserve boven de norm. Met ingang van 2019 is gerekend met een belastingopbrengststijging van jaarlijks 1,5% en met ingang van 2022 met 1,3%. Hiermee wordt voldaan aan de minimale norm voor de algemene reserve van 2 miljoen.

MP 2014-2018 6 Keuze: twee tariefscenario s In het licht van wat hierboven over het structureel sluitend zijn van de begroting is gezegd zijn er twee tariefscenario s denkbaar, namelijk: In tariefscenario 1 worden de jaarlijkse belastingopbrengststijgingen vastgesteld op 3,2% voor het watersysteem en 2,4% voor de zuiveringstaak. In 2019 ontstaat voor de taak watersysteembeheer een tekort van ca. 7 miljoen; hierover moet in een later MP een beslissing worden genomen. In tariefscenario 2 worden de jaarlijkse belastingopbrengststijgingen vastgesteld op 3,9% voor het watersysteem en 2,4% voor de zuiveringstaak. In 2019 is de begroting dan structureel sluitend. Het verschil in niveau van reserve tussen beide scenario wordt veroorzaakt doordat een hogere belastingopbrengst meerjarig doorwerkt. Als deze stijging vroegtijdig wordt ingezet, dan is een stijging van 0,7% toereikend om het tekort van 7 miljoen voor de taak watersysteembeheer te dichten. Hoe later de stijging van de belastingopbrengsten wordt ingezet, hoe hoger die stijging moet zijn om de begroting 2019 sluitend te krijgen. Onderstaande tabellen geven de ontwikkeling van de belastingdruk voor verschillende categorieën ingelanden weer in beide scenario s. Ontwikkeling belastingdruk bij 3,2% en 2,4% Heffing 2013 Heffing 2014 Toename Stijging % Meerpersoonshuishouden (eigen woning) 336,86 345,52 8,66 2,6% Meerpersoonshuishouden (huurwoning) 233,51 239,16 5,65 2,4% Agrarisch bedrijf (zonder woning) 3.917,41 4.027,04 109,63 2,8% MKB-bedrijf (zonder woning) 696,64 713,76 17,12 2,5% Natuur 90,20 92,80 2,60 2,9% Ontwikkeling belastingdruk bij 3,9% en 2,4% Heffing 2013 Heffing 2014 Toename Stijging % Meerpersoonshuishouden (eigen woning) 336,86 346,78 9,92 2,9% Meerpersoonshuishouden (huurwoning) 233,51 239,68 6,17 2,6% Agrarisch bedrijf (zonder woning) 3.917,41 4.053,85 136,44 3,5% MKB-bedrijf (zonder woning) 696,64 715,66 19,02 2,7% Natuur 90,20 93,40 3,20 3,5% Opmerking bij beide tabellen: 1) In de heffing 2014 is een WOZ-waardedaling van 6% verwerkt. Het effect van de WOZwaardedaling is een hoger tarief vermenigvuldigd tegen een lagere eenheid (WOZ-waarde). Per saldo heeft de WOZ-waardedaling dan ook weinig tot geen effect op de afzonderlijke aanslagen. 2) Met ingang van 1 januari 2014 moet een nieuwe kostentoedelingsverordening van kracht zijn. Uiterlijk 2 juli 2013 wordt een nieuwe kostentoedelingsverordening inspraakrijp verklaard door het algemeen bestuur. Ten gevolge van de kostentoedelingsverordening zullen de tarieven van de verschillende categorieën worden aangepast. Dit is afhankelijk van nadere bestuurlijke besluitvorming. Dit wordt in een apart voorstel aan het algemeen bestuur voorgelegd. Het algemeen bestuur kiest voor het lange termijnperspectief en daarmee voor tariefscenario 2

MP 2014-2018 7 1. Waterveiligheid Wetterskip Fryslân beschermt de inwoners tegen overstromingen. Het waterschap doet er dan ook alles aan om er voor te zorgen dat de primaire waterkeringen, de dijken op het vaste land en de Waddeneilanden sterk en betrouwbaar zijn en dat de kaden en oevers het water vanuit de Friese boezem goed kunnen tegenhouden. In dit hoofdstuk worden eerst de belangrijkste ontwikkelingen binnen het thema Veilig voor de MPperiode benoemd. Vervolgens wordt een financiële samenvatting gegeven van het maatregelenpakket. Daarna worden de afzonderlijke maatregelen binnen het programma Waterveiligheid beschreven. Tot slot komen andere ontwikkelingen aan de orde die invloed hebben op het MP 2014-2018 omdat zij resulteren in mutaties op bestaande budgetten; de mutaties groter dan 50.000 worden toegelicht. 1.1. Ontwikkelingen Wetterskip Fryslân werkt door de uitvoering van het 2 e en het nieuwe Hoogwaterbeschermingsprogramma en het oevers en kaden herstelprogramma continu aan op orde brengen van de waterveiligheid. Medio 2015 worden door het Deltaprogramma strategische keuzes voor de toekomstige waterveiligheid met betrekking tot een nieuwe normering, IJsselmeer, zoet water en een adaptatie strategie zand aan de minister van I&M voorgesteld. De Tweede Kamer legt de keuzes vervolgens vast in wetgeving en beleid. Wetterskip Fryslân levert via de regionale stuurgroepen Waddengebied en IJsselmeer regionale inbreng in het Deltaprogramma. Eind 2015 is een actueel beeld beschikbaar van de veiligheid van de boezemkaden door het afronden van de veiligheidstoetsing. Gezien de druk op de beschikbare middelen wordt waar mogelijk het onderhoud door Wetterskip Fryslân aan de waterkeringen verder versoberd. 1.2. Maatregelenpakket waterveiligheid Hieronder worden deze maatregelen samengevat, die met betrekking hebben op het programma waterveiligheid, met daarbij het financiële effect op de jaarlijkse eploitatie. (Bedragen * 1.000) 2014 2015 2016 2017 2018 Onderhoud primaire keringen -240-240 -240-240 -240 Onderhoud nieuwe Bildtdijk en Âlddyk -20-20 -20-20 -20 Distelproef -59 0 0 0 0 Aankoop gronden primaire waterkering - - - - - Toepassing veiligheidsklasse regionale 250 0 0-60 -120 boezemwaterkering Bijdrage nhwbp 0 782 1.624 2.466 3.308 Totaal waterveiligheid -69 522 1.364 2.146 2.928 Onderhoud primaire keringen Het onderhoud van de primaire waterkeringen wordt verder versoberd. Hierbij wordt gekozen voor behoud van de waterkerende kwaliteit van de grasmat en steenzetting. Op het onderhoud van het dijkmeubilair zal worden bespaard. Zo zal bijvoorbeeld een hekwerk alleen worden gerepareerd als het voor het gebruik door onze pachter noodzakelijk is. Ook zal er minder gemaaid worden. Daarnaast wordt het herzetten van basalt en het onderhoud aan opritten getemporiseerd. Als gevolg hiervan zal het visuele beeld van de dijk er op achteruit gaan. Wellicht zullen na hoogwater incidentele reparaties van de basaltbekleding moeten plaatsvinden.

MP 2014-2018 8 Tot slot wordt er geen structureel budget meer opgenomen voor het weghalen van vloedmerk na een storm. Hiervoor zal zo nodig een incidentele budgetwijziging aan het algemeen bestuur worden voorgelegd. Onderhoud Nieuwe Bildtdijk en Âlddyk Van de Nieuwe Bildtdijk en de Âlddyk is in het Waterbeheerplan geconcludeerd dat deze als nietfunctionele waterkeringen aan derden kunnen worden overgedragen. Allereerst zal de overdracht richting gemeenten worden verkend. Dit proces is nu gaande. De Nieuwe Bildtdijk en de Âlddyk zullen minder gemaaid worden, waardoor de kaden zullen gaan verruigen. Mogelijk zullen door het minder intensief onderhoud klachten ontstaan, bijvoorbeeld als gevolg van distelgroei. Op basis van het piepsysteem zal dan alsnog onderhoud worden uitgevoerd. Distelproef De proef wordt na 2013 beëindigd en zal dus niet doorlopen in 2014. Binnenkort wordt de adviescommissie van het algemeen bestuur hierover nader geïnformeerd. Aankoop gronden primaire waterkering Het overgrote deel van de ondergrond van de priamire waterkering heeft Wetterskip Fryslân in eigendom. Onder andere bij de IJsselmeerwaterkering is dit op enkele plaatsen niet het geval. Het beleid is om als de mogelijkheid zich voordoet ook deze gronden aan te kopen. Jaarlijks was hiervoor structureel een budget beschikbaar, zodat zodra zich kansen voordeden hierop ingespeeld kon worden. In de praktijk blijken deze kansen zich vrijwel nooit voor te doen. Dit structurele budget wordt geschrapt. Hierdoor kan er minder snel worden geacteerd als zich een kans voordoet. In dat geval zal een incidentele kredietaanvraag aan het algemeen bestuur worden voorgelegd. Toepassing veiligheidsklassen regionale boezemwaterkering De aanpassing van de normering van de regionale boezemwaterkeringen is een bevoegdheid van de provincie. WF zal onderzoek doen naar de toepassing van gedifferentieerde veiligheidsklassen voor de regionale boezemwaterkeringen en doet hierover een concreet voorstel aan de provincie. Na de provinciale besluitvorming over de normering regionale boezemwaterkeringen kan het kadeherstelprogramma oevers en kaden worden aangepast (op z n vroegst in 2015). In 2014 wordt onderzocht of door een andere toepassing van de veiligheidsklassen voor de regionale boezemwaterkeringen bespaard kan worden op de totale investeringskosten van het herstelprogramma oevers en kaden. Bezuinigingen op investeringen kunnen worden gerealiseerd door voor een kadering (de kadevakken) verschillende veiligheidsklassen toe te passen afhankelijk van het schaderisico, dat ter plekke kan optreden bij het falen van het betreffende kadevak. Een kadedoorbraak hoeft namelijk niet tot gevolg te hebben, dat de gehele polder onder water loopt. Barrières als wegen, oude dijkjes en hooggelegen gronden bepalen ook de loop van het water en de kans dat bijvoorbeeld een woonwijk onder water loopt. Als door kadefalen op een bepaalde plek alleen grasland onder water loopt, zou voor dit betreffende kadevak een lagere normering gekozen kunnen worden, omdat het schaderisico hier veel lager is. Voor de indeling van de kadevakken moet in 2014 nader onderzoek worden uitgevoerd naar de lokale schaderisico s. Het gaat om de ontwikkeling van een GIS-applicatie, waarmee de gevolgen van een kadedoorbraak (welke delen van een polder lopen onder,hoe groot is de waterdiepte) inzichtelijk kunnen worden gemaakt. Bijdrage nhwbp Er is in dit MP-traject bestuurlijke discussie gevoerd over de bijdrage aan het nhwbp van 5,8 miljoen vanaf 2016 (eclusief indeatie). Tot en met het begrotingsjaar 2013 schrijft WF de solidariteitsbijdrage van het HWBP af in 30 jaar. Om zo min mogelijk lasten naar de toekomst door te schuiven kan de afschrijvingstermijn voor het nhwbp worden teruggebracht naar 5 jaar of kan de bijdrage nhwbp geheel in de eploitatie worden genomen. Dit is ook de lijn die de Unie van Waterschappen adviseert. Het voornemen is nu om de bijdrage nhwbp in 5 jaar af te schrijven.

MP 2014-2018 9 1.3. Mutaties op bestaande budgetten Naast de maatregelen bediscussieerd in het algemeen bestuur vinden er nog andere ontwikkelingen plaats die invloed hebben op het MP 2014-2018. Hieronder worden deze ontwikkelingen (mutaties op bestaande budgetten) groter dan 50.000 verder toegelicht. (Bedragen * 1.000) 2014 2015 2016 2017 2018 Beheervisie duinwaterkeringen -180-90 0 0 0 Normering Lokale kaden -50 0 0 0 0 Indeering nhwbp 106 235 Overig 70 50 30 30 30-160 -40 30 136 265 Beheervisie duinwaterkeringen Wetterskip Fryslân is in overleg met Rijkswaterstaat over de overdracht van de zandige kust op Vlieland, Terschelling en Ameland. Tot dat er duidelijkheid is over de wijze van overdracht komen de middelen voor de beheervisie duinwaterkeringen te vervallen. Normering lokale kaden In het MP2013-2017 waren middelen opgenomen om een GIS-analyse etern te laten uitvoeren. In 2013 wordt een inventarisatie van lokale kaden uitgevoerd. Als blijkt dat een GIS-analyse nodig is zal WF dit intern uitvoeren, daarom wordt het budget naar beneden bijgesteld. Indeering nhwbp Met ingang van 2016 zal de (jaarlijkse) bijdrage nhwbp moeten worden aangepast aan de inflatie. Deze inflatieaanpassing is voor het eerst in 2016 en dan eenmalig ten opzichte van prijspeil 2011. In het MP is dit vertaald naar toename van de bijdrage van 10% ten opzichte van 2015, een toename van het investeringsbedrag met 530.000, wat zich vertaald in een afschrijvingslast van 106.000 in 2016. Voor de jaren daaropvolgend is er gerekend met een inflatie percentage van 2%. Overige mutaties In bijlage C is een verdere specificatie van de overige mutaties opgenomen, dat wil zeggen: de mutaties kleiner dan 50.000.

MP 2014-2018 10 2. Voldoende water Landbouw, bebouwing, natuur, scheepvaart, recreatie hebben allemaal belang bij een goed waterpeil; niet te hoog en niet te laag. Maar wat voor de één te hoog is, is voor de ander te laag. De taak van het waterschap is om het watersysteem zodanig in te richten, te beheren en te onderhouden dat iedere functie voldoende met het waterpeil uit de voeten kan. In dit hoofdstuk worden eerst de belangrijkste ontwikkelingen voor de MP-periode benoemd. Vervolgens wordt een financiële samenvatting gegeven van het maatregelenpakket Voldoende. Daarna worden de afzonderlijke maatregelen beschreven. Tot slot komen andere ontwikkelingen aan de orde die invloed hebben op het MP 2014-2018 omdat zij resulteren in mutaties op bestaande budgetten; de mutaties groter dan 50.000 worden toegelicht. 2.1. Ontwikkelingen Toekomstbestendig watersysteem Onze werkwijze, zowel in het kader van operationeel beheer als in plannen en projecten is gericht op het voldoen aan de functie-eisen en de normen voor wateroverlast. Daarbij wordt maatwerk geleverd, hetgeen leidt tot meer kunstwerken en een intensiever beheer. Daardoor nemen de kosten toe. Met de huidige inrichting en werkwijze zullen verdergaande bezuinigingen op het watersysteembeheer vrijwel zeker consequenties hebben voor het niveau van dienstverlening. Er is een breed gedeelde zorg over deze kostenontwikkeling in combinatie met de etra opgaven als gevolg van onder meer klimaatverandering op lange termijn. Conform MP 2013-2017 en Begroting 2013 is gestart met het project Toekomstbestendig watersysteem. In het kader van de besprekingen over het MP 2014-2018 is het bestuur geïnformeerd over mogelijke richtingen en kansrijke maatregelen vanuit dit project. Het project Toekomstbestendig watersysteem werkt een visie uit om te komen tot een haalbaar en betaalbaar, robuust en duurzaam watersysteem in 2030 ten aanzien van zowel de inrichting, als het beheer en onderhoud. Er zal worden onderzocht welke mogelijkheden er zijn om het watersysteem anders in te richten, te beheren en te onderhouden, zodat het toekomstbestendig kan worden beheerd. Het project zet in op een andersoortig waterbeheer, waarbij primair wordt onderzocht of een andere wijze van inrichting kan leiden tot lagere kapitaallasten en lagere kosten voor beheer en onderhoud. Daarnaast wordt ook bekeken of en op welke wijze werkzaamheden aan ingelanden kunnen worden overgedragen. Voor het MP 2014-2018 levert het project Toekomstbestendig watersysteem geen etra bezuinigingen of etra kosten op. Bij de uitwerking van het voorliggend- MP is besloten dat de maatregelen van scenario 2 die niet in het MP zijn meegenomen, betrokken worden in de discussie over een robuust, toekomstbestendig watersysteem. Concepten en voorlopige uitkomsten van het project Toekomstbestendig waterbeheer worden benut bij het eerstvolgende MP. 2.2. Samenvatting maatregelenpakket Voldoende water Hieronder worden de maatregelen samengevat met betrekking tot het programma voldoende water, met daarbij het financiële effect op de jaarlijkse eploitatie. (Bedragen * 1.000) 2014 2015 2016 2017 2018 Beheer en onderhoud Legger -25-20 -25-20 -25 Etensiveren schouw -98-98 -98-98 -98 Budget knelpunten watersystemen -183-183 -183-183 -183 Baggeren -285-285 -285-285 -285 Peilschalen -30-30 -30-30 -30 Subtotaal beheer en onderhoud -621-616 -621-616 -621

MP 2014-2018 11 Inrichting watersystemen Peilvakken samenvoegen 0-250 -500-1.000-1.500 Gebiedsontwikkelingen/ streekagenda -22-44 -86-86 -86 Overname stedelijk waterbeheer 246 243-196 -516-1.091 Leges voor watervergunningen -89-89 -89-89 -89 Peilbesluiten - - - - - Watergebiedsplannen - - - - - Subtotaal inrichting watersystemen 136-140 -871-1.691-2.766 Totaal voldoende water -485-756 -1.492-2.307-3387 2.3. Maatregelen beheer en onderhoud Legger De wijzigingen op de legger worden niet meer jaarlijks maar om de twee jaar vastgesteld. Daardoor loopt de legger voortdurend één jaar achter op de werkelijke situatie. Als dit tot problemen leidt kan er een beroep worden gedaan op artikel 2.12 van de keur waarin staat wie onderhoudsplichtige is in de gevallen waar een legger nog niet is vastgesteld. Etensiveren schouw Op verschillende terreinen en werkvelden is sprake van een terugtredende overheid en de burger die zijn/haar eigen verantwoordelijkheid neemt om bepaalde taken te verrichten. Wetterskip Fryslân start in 2014 een pilot waarin voor de komende 2 jaar in een deel van het beheersgebied de schouw wordt geëtensiveerd. Ingelanden worden conform de huidige situatie geacht de reguliere onderhoudswerken voor een goede ont- en afwatering uit te voeren. Het waterschap controleert het door de ingelanden uitgevoerde werk in de pilot niet meer jaarlijks, maar eens in de twee jaar. Als ingelanden hun verantwoordelijkheid niet nakomen, kunnen derden in hun belang worden geschaad. Dit wordt opgevangen door een piepsysteem (met aanvullende handhaving door het waterschap). De resultaten van de pilot worden na afloop, begin 2016, geëvalueerd. Budget knelpunten watersysteem In begroting 2013 is een budget opgenomen voor de aanleg van waterlopen, die niet binnen het reguliere onderhoudsbudget kunnen worden uitgevoerd. In 2012 is het budget maar deels benut en ook voor 2013 is slechts één maal beslag op dit budget gelegd om een knelpunt bij het baggeren op te lossen. Dit budget wordt met ingang van 2014 geschrapt. Dat leidt tot minder speelruimte bij onvoorziene ontwikkelingen. Wanneer dit niet binnen het reguliere budget opgevangen kan worden, kan deze maatregel kleine projecten doen vertragen. Baggeren Het reguliere baggeren kent nu een cyclus van één maal per negen jaar. Op basis van de ervaringen kan afhankelijk van de grondsoort een ander baggerregime worden toegepast. In 2015 wordt een nieuw baggerplan opgesteld, gebaseerd op een baggerfrequentie van eenmaal per twaalf jaar, waarbij metingen de definitieve frequentie zullen bepalen en er wordt gedifferentieerd naar grondsoort. Deze maatregel heeft ook impact op de werkzaamheden van het Laboratorium. Peilschalen Jaarlijks worden circa 1500 peilschalen ingemeten. Van dit aantal werden circa 520 vervangen of nieuw geplaatst bij stuwen of gemalen. Met ingang van 2014 wordt het aantal jaarlijks aan te schaffen peilschalen verminderd van 520 naar 400 stuks/jaar waardoor het langer duurt voordat alle peilvakken en kunstwerken van een nieuwe peilschaal zijn voorzien.

MP 2014-2018 12 2.4. Maatregelen inrichting watersystemen Peilvakken samenvoegen De infrastructuur voor het watersysteembeheer is een belangrijke kostendrager, zowel voor wat betreft de benodigde investeringen (afschrijving, vervanging) als met betrekking tot de eploitatie (bediening, onderhoud, inspectie, beheer). Binnen het totale beheergebied van Wetterskip Fryslân (ca. 330.000 ha) liggen ca. 8200 peilvakken. De peilverschillen van naast elkaar liggende peilvakken variëren sterk; in sommige situaties betreft het geringe verschillen van 5 à 10 cm. Met ingang van 2013 worden waar mogelijk peilvakken samengevoegd. Voor een indicatieve berekening is uitgegaan van 1 peilregulerend kunstwerk per peilvak. Met behulp van het Geografisch Informatie Systeem (GIS) is de reductie in het aantal peilvakken berekend door peilvakken met een peilverschil van minder of gelijk aan 10 cm samen te voegen. Dat levert binnen het beheergebied in theorie ca. 1830 minder peilvakken op en bezuiniging van kunstwerken (stuw, gemaal). Samenvoegen van peilvakken krijgt praktische uitwerking in de watergebiedsplannen. Gebiedsontwikkeling/Streekagenda s WF neemt op dit moment ambtelijk en bestuurlijk deel in ruim twintig integrale gebiedsontwikkelingen. Initiatiefnemer is veelal de provincie. In de meeste van deze gebiedsontwikkelingen zorgt een stuurgroep voor de algemene procesvoortgang en de bewaking van de afzonderlijke uitvoeringsprojecten. De momenteel in ontwikkeling zijnde Streekagenda s bieden kansen voor een andere, mogelijk efficiëntere participatie van ons waterschap in gebiedsontwikkelingen en uitvoeringsprojecten. Daarbij kunnen we onze gebiedskennis, lokale netwerken en contacten blijven inzetten. Door samenwerking met provincie en gemeenten kan ons waterschap van toegevoegde waarde zijn voor de Streekagenda s. De financiële geldstromen van Provinciaal Meerjarenprogramma Landelijk Gebied, Europese en NUON-gelden lopen straks via de Streekagenda s, dus hebben we ook belang bij participatie. Van het waterschap wordt een bescheiden financiële bijdrage gevraagd in de proceskosten van de vijf Streekagenda s, voor dit moment geraamd op 50.000. De vijf Streekagenda s worden uitgewerkt voor 2014 met een doorkijk voor daaropvolgende jaren. Het werken met Streekagenda s moet leiden tot vermindering van bestuurlijke en ambtelijke drukte. Overname stedelijk water Op basis van inventarisaties in tien gemeenten en een onderzoek naar ervaringen elders in den lande en met behoud van de ambities, zijn de ramingen voor overname stedelijk water neerwaarts bijgesteld ten opzichte van het MP 2013-2017. Dit betreft de kosten voor het wegwerken van het achterstallig onderhoud, het aansluitend regulier, sober en doelmatig onderhoud, de noodzakelijke investeringen en bijbehorende beheerkosten. De eerste twee jaar is meer geld nodig om de overnames planmatig te regelen en de achterstand in te lopen. De afspraken in al afgesloten contracten met gemeenten worden vanuit Wetterskip Fryslân nagekomen. In 2018 zal 100% van het stedelijk waterbeheer (hoofdwatergangen en secundaire watergangen) zijn overgenomen. Leges voor watervergunningen De legesheffing voor watervergunningen worden met ingang van 2014 met 200% verhoogd. In combinatie met het invoeren van meer algemene regels zal het verhogen van de legesbedragen leiden tot minder aanvragen en dus besparingen voor het waterschap. Watergebiedsplannen Het programma watergebiedsplannen is gestart in 2010. In 2016 zijn alle watergebiedsplannen voor de eerste cyclus volgens de planning afgerond en vastgesteld. Het voornemen blijft om in 2026 alle hieruit voortvloeiende maatregelen te hebben uitgevoerd. De cyclus voor het opstellen van watergebiedsplannen is 10 jaar. In de aanstaande MP-periode moeten nog vier watergebiedsplannen worden opgesteld. Het bestuur acht het belangrijk, dat het hele beheergebied gebiedsdekkend wordt doorgelicht met behulp van de systematiek van watergebiedsplannen. Daarmee krijgen we een

MP 2014-2018 13 volledig beeld van hoe ons beheergebied er waterstaatkundig bij ligt en welke maatregelen genomen moeten worden om te kunnen voldoen aan diverse normeringen en afspraken uit het Waterhuishoudingsplan 2010-2015. Door de watergebiedsplannen efficiënter op te pakken zal WF binnen de gestelde financiële kaders en beschikbare capaciteit blijven. De start van een nieuwe ronde watergebiedsplannen wordt heroverwogen in het kader van het opstellen van het nieuwe Waterbeheerprogramma 2016-2021. De uitvoering van werken die vanuit de watergebiedsplannen voortkomen, worden of gefinancierd uit de verzamelkredieten inrichting watersystemen, O&K, gemalen en actieve kunstwerken, of opgenomen in de totale programmering van projecten. Peilbesluiten Op basis van het watergebiedsplan worden gebiedsdekkende peilbesluiten vastgesteld, met een voorgenomen herzieningstermijn van 10 jaar. Zo n termijn is nodig als maimale aanhoudingstermijn voor tussentijds ingediende verzoeken tot peilwijziging. Hiermee zijn straks in het hele beheergebied uniforme en actuele peilbesluiten vastgesteld en wordt -een grote kwaliteit- en harmonisatieslag gemaakt. De herzieningstermijn van 10 jaar willen we in samenhang met de heroverweging van de watergebiedsplannen bij het opstellen van een nieuw Waterbeheerprogramma tegen het licht houden. Herziening van de peilbesluiten zal afhangen van nut en noodzaak. Daarbij kan per peilbesluit een afweging worden gemaakt of herziening na 10 jaar zinvol is of langer kan wachten. Bovendien zal de eerstvolgende herziening veel minder inspanning vergen dan de herziening waar we nu voor staan. Een eventuele besparing als gevolg daarvan is na ca. 10 jaar te verwachten. 2.5. Mutaties op bestaande budgetten Naast de maatregelen besproken in het algemeen bestuur vinden er nog andere ontwikkelingen plaats die invloed hebben op het MP 2014-2018. Hieronder worden deze ontwikkelingen (mutaties op bestaande budgetten) groter dan 50.000 verder toegelicht. (Bedragen * 1.000) 2014 2015 2016 2017 2018 Verschuiving uren 300 300 300 300 300 Eotenbestrijding en groenonderhoud -100-100 -100-100 -100 Vergoeding molens 75 75 75 75 75 Overig 40-80 -100-100 -100 315 195 175 175 175 Verschuiving uren In de laatste financiële voortgangsrapportage van 2012 is gerapporteerd, dat de eigen technische dienst meer uren inzet voor het onderhoud aan de gemalen en kunstwerken dan voor de zuiveringstechnische werken. Een deel van deze in 2012 opgetreden trendbreuk is structureel. Eotenbestrijding en groenonderhoud Het contract voor groenonderhoud (gemalen en RWZI s) en eotenbestrijding loopt in 2014 af. Vooruitlopend op een nieuwe aanbesteding wordt rekening gehouden met een iets versoberde uitvoering van het onderhoud met name bij de RWZI s. Vergoedingsregeling molens Naast de bestaande regeling voor een jaarlijkse vergoeding per ingezette molen, is een financiële bijdrage voor het uitvoeren van groot onderhoud dan wel restauratiewerkzaamheden ingerekend. Met deze middelen kan een financiële bijdrage aan instandhouding worden geleverd zodat molens, die bij groot waterbezwaar kunnen worden ingezet in goede conditie blijven.

MP 2014-2018 14 Overige mutaties In bijlage C is een verdere specificatie van de overige mutaties opgenomen, dat wil zeggen: de mutaties kleiner dan 50.000.

MP 2014-2018 15 3. Schoon water Met het programma schoon water streeft Wetterskip Fryslân naar een optimale waterkwaliteit. Dit betekent dat wij streven naar zo weinig mogelijk verontreinigende stoffen in het water en dat het water een goede ecologische kwaliteit heeft. Voor het verbeteren van de waterkwaliteit voor voeren wij inrichtingsmaatregelen uit, zoals aanleg van natuurvriendelijke oevers en vispassages. Ook het voorkomen en beperken van emissies is van groot belang voor een goede waterkwaliteit. Wetterskip Fryslân reguleert daarom emissies van bijvoorbeeld bedrijven, huishoudens en haar eigen zuiveringsinstallaties. De ontwikkeling van de waterkwaliteit wordt gemonitord. Wetterskip Fryslân levert hieraan zelf een belangrijke bijdrage door het zuiveren van afvalwater. Om de inzameling, het transport en de zuivering van afvalwater zo doelmatig mogelijk uit te voeren, werken wij nauw samen met onze partners in de waterketen. In dit hoofdstuk worden eerst de belangrijkste ontwikkelingen voor de MP-periode met betrekking tot het programma Schoon water benoemd. Vervolgens wordt een financiële samenvatting gegeven van het maatregelenpakket. Daarna worden de afzonderlijke maatregelen beschreven. Tot slot komen andere ontwikkelingen aan de orde die invloed hebben op het MP 2014-2018 omdat die resulteren in mutaties op bestaande budgetten; de mutaties groter dan 50.000 worden toegelicht. 3.1. Ontwikkelingen Watersysteem De Kaderrichtlijn Water (KRW) vereist dat de waterkwaliteit in alle wateren uiterlijk in 2027 in een goede toestand is. Voor de waterlichamen gelden strikte verplichtingen, die getoetst worden door de Europese Commissie. Aan de KRW wordt uitvoering gegeven in drie planperiodes. Tot en met 2015 loopt de uitvoeringsfase van maatregelen uit het eerste Stroomgebiedbeheerplan (2010-2015). De uitvoering is momenteel in volle gang en verloopt over het algemeen voorspoedig. De planvorming voor de tweede planperiode (uitvoering in 2016-2021) loopt van 2013-2015. Hierbij wordt het maatregelenpakket dat noodzakelijk is voor het bereiken van een goede toestand in de waterlichamen herzien en worden de maatregelen die in de tweede planperiode uitgevoerd moeten worden vastgesteld. De grootste opgaven liggen ook in de komende planperiode op het gebied van inrichting van het watersysteem. Onderzocht wordt in hoeverre dit gecombineerd kan worden met een etensivering van het onderhoud voor een optimale (kosten)effectiviteit. Daarnaast zijn er opgaven op het gebied van nutriënten en bestrijdingsmiddelen. In de komende jaren wordt onderzocht in hoeverre hormoonverstorende stoffen en medicijnresten een dusdanig probleem vormen dat hier maatregelen voor moeten worden genomen. Waterketen In het Bestuursakkoord Water is overeengekomen om in de periode tot en met 2020 een forse doelmatigheidswinst in het waterketenbeheer te bereiken. Samenwerking met onze waterketenpartners is van groot belang bij het verhogen van de doelmatigheid en duurzaamheid in de waterketen. In 2014 zal een pilot waterketenbedrijf van start gaan waarin het riool- en zuiveringsbeheer van de deelnemende partners in een nieuwe entiteit worden ondergebracht. In 2013 is het Integraal Zuiveringsplan (IZP) vastgesteld met daarin beleidsuitgangspunten voor de uitvoering van de zuiveringstaak, inclusief de slibverwerking. Hiermee heeft een herijking van onze visie en ambitie op de zuiveringstaak plaatsgevonden. In onze visie op de zuiveringstaak staan doelmatigheid, duurzaamheid en innovatie voorop. De keuzes in het IZP worden vertaald naar consequenties voor het investeringsprogramma.

MP 2014-2018 16 3.2. Maatregelenpakket schoon water Hieronder worden deze maatregelen samengevat, met betrekking tot het programma schoon water, met daarbij het financiële effect op de jaarlijkse eploitatie. (Bedragen * 1.000) 2014 2015 2016 2017 2018 Watersystemen KRW - - - -40-80 Pilot beheervisserij -75-75 -75-75 0 Toezicht op directe lozingen -78-78 -78-78 -78 Subtotaal watersystemen -153-153 -153-193 -158 Waterketen Waterketenbedrijf pm pm pm pm pm Integraal zuiveringsplan - - - - - Transportstelsel afvalwater - - - - - Budget Knelpunten zuiveringsbeheer -600-600 -600-600 -600 Slibstrategie 0 0 0 520 520 Subtotaal waterketen -600-600 -600-80 -80 Totaal schoon water -753-753 -753-273 -238 3.3. Watersysteem KaderRichtlijnWater In de MP-periode wordt bezuinigd op de uitvoering van KRW-maatregelen. Hieraan wordt invulling gegeven door in de huidige KRW-planperiode een aantal geplande maatregelen te laten vervallen of deze op een andere wijze uit te voeren. Hierbij komen afspraken met de provincie niet in het gedrang en worden de verplichtingen voor uitvoering van maatregelen richting de EU nagekomen. Er wordt bezuinigd op de volgende investeringsmaatregelen: - vismigratie (géén maatregelen voor vismigratie van de boezem naar de polders); - natuurvriendelijke oevers in boezemkanalen; - natuurvriendelijke oevers in polderwaterlichamen. In de periode 2014-2015 kan door bezuinigingsmaatregelen op met name vismigratie (vispassages van de boezem de polder in) en op aanleg van natuurvriendelijke oevers in polderwaterlichamen circa 1 miljoen per jaar op uitvoering van KRW-investeringen worden bezuinigd. Dit vertaalt zich in een lagere afschrijvingslast van 40.000 per jaar vanaf 2017 en verder. Voor de periode vanaf 2016 leveren de gewijzigde (minder ambitieuze) uitgangspunten voor aanleg van natuurvriendelijke oevers in boezemkanalen een bijdrage aan het MP. Per saldo is hier echter geen sprake van een besparing omdat de meerjarige budgetten uit de begroting 2013 al ontoereikend zijn om de oorspronkelijke opgave uit te kunnen voeren. Het maatregelenpakket voor de tweede KRW-planperiode wordt eind 2014 door het algemeen bestuur voor inspraak vastgesteld. Eind 2015 moet dit definitief worden vastgesteld. De MPbudgetten zullen leiden tot een kleiner maatregelenpakket dan in de eerste KRW-planperiode. Een reële inzet op het behalen van de KRW-doelen (in 2027) blijft hiermee echter mogelijk. Pilot beheervisserij In het Waterbeheerplan 2010-2015 is beheervisserij als kansrijke maatregel benoemd om de waterkwaliteit te verbeteren. In de planperiode is een pilot voorzien in de Friese boezem(meren). Met

MP 2014-2018 17 het wegvangen van brasem kan een omslag naar helder water worden bereikt, waarbij waterplanten zich kunnen ontwikkelen en een evenwichtige visstand wordt bereikt. Een voor de Leijen voorbereidde pilot is niet uitgevoerd, omdat de belasting met nutriënten daar nog te hoog is. De kans op een succesvol resultaat is daardoor klein. Vervolgens is onderzocht of andere boezemmeren in aanmerking komen voor het uitvoeren van een pilot. Hieruit is gebleken, dat beheervisserij met de huidige belastingen met nutriënten nog geen breed inzetbaar en effectief instrument is voor het verbeteren van de waterkwaliteit. De voorgenomen pilot wordt voorlopig geschrapt en de financiële middelen worden als bezuiniging ingeboekt. In 2015 zal het nieuwe maatregelenpakket voor de tweede KRW-planperiode (2016-2021) definitief worden vastgesteld. Toezicht op directe lozingen Toezicht en handhaving bij directe lozers (afvalwater dat niet via de RWZI s geloosd wordt, maar direct naar oppervlaktewater) worden uitgevoerd vanwege het belang van de goede waterkwaliteit en de geloofwaardigheid van het waterschap als bevoegd gezag. Uitgegaan wordt van een vermindering van het aantal controles en toezichtprojecten met ongeveer een kwart. Hierbij wordt geaccepteerd dat het naleefgedrag zal afnemen. Gezien de beperkt beschikbare formatie zullen er ten aanzien van de nog uit te voeren taken nieuwe keuzen gemaakt moeten worden. Om te zorgen dat op alle momenten voldoende deskundig personeel beschikbaar is voor het afhandelen van grote calamiteiten, zal een aantal medewerkers van andere clusters getraind worden op calamiteiten met betrekking tot waterkwaliteit, zodat optreden bij grote calamiteiten op niveau blijft. 3.4. Waterketen Waterketenbedrijf Voor het verhogen van de doelmatigheid in de waterketen wordt een waterketenbedrijf opgericht, waarbij beheer en onderhoud van riolering zowel als zuivering en transport in één hand worden ondergebracht. In 2012 hebben Wetterskip Fryslân en gemeente Súdwest Fryslân de intentie uitgesproken een pilot waterketenbedrijf in te richten om daarmee te onderzoeken hoe de samenwerking in de praktijk gestalte kan krijgen en welke bezuinigingen dit op kan leveren. De pilot waterketenbedrijf zal naar verwachting in 2014 van start gaan. Bezuinigingen worden gerealiseerd door geïntegreerd assetmanagement, schaalvergroting door aansluiting meer gemeenten, bedrijfsmatige cultuur en door het uitvoeren van werkzaamheden voor derden. De jaarlijkse kosten van het waterketenbedrijf zullen in de opstartfase vanwege aanloopkosten hoger liggen dan het huidige kostenniveau. Aangezien het bedrijfsplan voor het waterketenbedrijf nog onderwerp van gesprek is, zijn de financiële gevolgen vooralsnog als een pmpost opgenomen. Integraal zuiveringsplan In 2013 is het Integraal Zuiveringsplan (IZP) vastgesteld. In het IZP is een aantal beleidsuitgangspunten vastgesteld, waarmee op een sobere en doelmatige wijze uitvoering wordt gegeven aan de zuiveringstaak. Deze beleidsuitgangspunten betreffen bijvoorbeeld de schaalgrootte van het netwerk van zuiveringen dat wij in stand willen houden. Op basis van de beleidsuitgangspunten van het IZP is het investeringsprogramma voor de zuiveringstaak doorgerekend en bijgesteld. Op basis van deze financiële doorrekening wordt momenteel een aantal inhoudelijke keuzes gemaakt.

MP 2014-2018 18 Transportstelsel afvalwater Persleidingen worden vervangen bij breuk en in combinatie met infrastructurele werken zoals aanleg van wegen en wijzigingen in de gemeentelijke rioolstelsels. Bij grote persleidingbreuken zal de vervanging worden betaald uit de eploitatie. Omdat in deze gevallen meteen moet worden gehandeld, zal het algemeen bestuur indien nodig met terugwerkende kracht een begrotingswijziging worden voorgesteld. Budget knelpunten zuiveringsbeheer Het budget voor calamiteiten in het zuiveringsbeheer komt te vervallen. In het afgelopen jaar is de uitputting daarvan beperkt geweest. Calamiteiten kunnen met het weerstandsvermogen worden opgevangen. De organisatie krijgt voldoende mandaat voor het treffen van maatregelen in geval van calamiteiten. Achteraf zal over de getroffen maatregelen en de financiële consequentie gerapporteerd worden, zo nodig in combinatie met een begrotingswijziging. Slibstrategie In 2013 is een slibstrategie voor de verwerking en afzet van zuiveringsslib aan het bestuur aangeboden. Hierin wordt uitgegaan van centrale vergisting van het zuiveringsslib en droging met restwarmte. Met de gekozen slibstrategie is het mogelijk om de doelstellingen op het gebied van doelmatigheid (lagere jaarlijkse lasten) en duurzaamheid (klimaatvoetafdruk en fosfaatterugwinning) te realiseren. In 2013 zal een nadere uitwerking van de voorkeursvariant voor slibvergisting worden gemaakt en zal een marktanalyse voor slibeindverwerking worden uitgevoerd, die resulteert in een aanbestedingsstrategie. Beide uitwerkingen komen eind 2013 in het algemeen bestuur. 3.5. Mutaties op bestaande budgetten Naast de maatregelen besproken in het algemeen bestuur vinden er nog andere ontwikkelingen plaats die invloed hebben op het MP 2014-2018. Hieronder worden deze ontwikkelingen (mutaties op bestaande budgetten) groter dan 50.000 verder toegelicht. (Bedragen * 1.000) 2014 2015 2016 2017 2018 Verschuiving uren -300-300 -300-300 -300 Groenonderhoud -50-50 -50-50 -50 Overig 5 5 5 5 5-345 -345-345 -345-345 Verschuiving uren In de laatste financiële voortgangsrapportage van 2012 is gerapporteerd, dat de eigen technische dienst meer uren inzet voor het onderhoud aan de gemalen en kunstwerken dan voor de zuiveringstechnische werken. Er is gebleken dat een deel van deze in 2012 opgetreden trendbreuk structureel is. Deze wijziging is voor het structurele deel in het MP 2014-2018 verwerkt. Groenonderhoud Het contract voor groenonderhoud (gemalen en RWZI s) en eotenbestrijding loop in 2014 af. Vooruitlopend op een nieuwe aanbesteding wordt rekening gehouden met een iets versoberde uitvoering van het onderhoud met name bij de RWZI s. Overige mutaties In bijlage C is een verdere specificatie van de overige mutaties opgenomen, dat wil zeggen: de mutaties kleiner dan 50.000.

MP 2014-2018 19 4. Organisatie Om de kerntaken (Veilig, Schoon en Voldoende) effectief en efficiënt uit te kunnen voeren, moet het waterschap beschikken over een goede bedrijfsvoering. In het programma Organisatie zijn de onderdelen, projecten en ontwikkelingen ondergebracht die daar een bijdrage aan leveren. In dit hoofdstuk komt eerst het reeds lopende programma organisatieontwikkeling aan de orde, en dat er in het traject van de totstandkoming van dit MP is afgesproken dat aanvullende organisatiemaatregelen zullen worden onderzocht. Vervolgens wordt een korte, financiële samenvatting gegeven van het maatregelenpakket Organisatie. Daarna worden de afzonderlijke maatregelen besproken. Vervolgens komen overige onderwerpen aan de orde; het gaat dan met name om initiatieven en projecten die een bijdrage leveren aan het beter functioneren van de organisatie. Tot slot komen andere ontwikkelingen aan de orde die invloed hebben op het MP 2014-2018 omdat zij resulteren in mutaties op bestaande budgetten; de mutaties groter dan 50.000 worden toegelicht. 4.1. Organisatieontwikkeling en aanvullende organisatiemaatregelen Programmaplan organisatieontwikkeling Na het vaststellen de concernvisie en het bedrijfsmodel is in 2011 het programmaplan voor de organisatieontwikkeling in uitvoering genomen. In de organisatieontwikkeling wordt de positioneel georiënteerde organisatie op termijn omgebouwd tot een procesgerichte organisatie. De kosten voor het programmaplan bedragen gemiddeld 1,0 miljoen per jaar (tot en met 2014). Een belangrijk deel van de bezuinigingspotentie is gelegen in lagere kosten voor goederen en diensten en een kleinere efficiëntere organisatie. Vanaf eind 2011 wordt hard gewerkt aan het inrichten van de eerste processen. Jaarlijks zal het aantal ingerichte processen toenemen. De planning van het programmaplan loopt tot en met 2014. Voor de periode daarna zal een nieuw plan(nen) ontwikkeld worden. De verwachte resultaten voor 2014 zijn: in gebruik neming van de eerste vijf hoofdprocessen, nl. inrichten/renoveren van watersystemen, aanleggen/renoveren waterzuiveringssystemen, aanleggen/renoveren primaire keringen, inkopen werken, inkopen goederen & diensten. Daarnaast zullen de processen Beheer en Onderhoud worden geïmplementeerd en zal herijking van nieuwe processen worden opgestart, namelijk beheren waterzuiveringssystemen, onderhouden waterzuiveringssystemen, verlenen van vergunningen, handhaven, beheersen instroom, doorstroom en uitstroom personeel. De afgelopen jaren heeft de organisatieontwikkeling al de nodige efficiencywinsten opgeleverd, zie hiervoor paragraaf 5.5. Organisatiemaatregelen Vanaf 2015 tot en met 2017 wordt gerekend met een stelpost organisatie die jaarlijks met 1 miljoen oploopt (niet alleen personele lasten). Cumulatief leidt dit tot een bezuiniging van 9 miljoen in de komende MP periode. Deze stelpost is afkomstig uit het MP 2013-17 en moet nog worden ingevuld. Het gaat om maatregelen die zowel door efficiënter werken als door keuzes in de taakuitvoering besparingen opleveren bij goederen & diensten én personeel. Het dagelijks bestuur onderzoekt hiertoe dit jaar een aantal aanvullende mogelijkheden in de bedrijfsvoering om tot lagere lasten te komen, waarmee de organisatie van Wetterskip Fryslân naar aanleiding van de keuzen die het algemeen bestuur maakt weer in balans kan worden gebracht. Daarbij wordt onder meer gedacht aan een heroriëntatie op formatie en aansturing, de samenvoeging van de clusters Projecten en Projectondersteuning, en samenwerking met Vitens op het terrein van het laboratorium. Nagegaan wordt wat mogelijke scenario s zijn, en vervolgens per scenario wat de voor- en nadelen zijn, wat de kosten en baten zijn, wat de eventuele risico s zijn en hoe deze kunnen worden beheerst, hoe en wanneer het scenario kan worden gerealiseerd en aan