Samenvatting. Inleiding. Theorie

Vergelijkbare documenten
Klimaatgroep Holland, onderzoek geluidproductie ventilatie-unit scholen

Notitie Situatie Laagfrequent geluid Wetgeving

Diffractor, geluidafbuiger, geluidgoot: wat is het en is het wat?

Examen ste tijdvak Vinvis zingt toontje lager

Rapport. Akoestische kwaliteit van vloerafwerkingen. Datum: 11 mei 2010 TS/TS/ /AG RA. 1. Inleiding

Permoxx metalstud wand MS 100/ A; laboratoriummeting geluidisolatie. Datum 13 april 2012 Referentie

Bij optredend stoorlawaai is de betreffende geluidmeting onderbroken c.q. overgedaan.

Bij de Schinkelbrug is sprake van laagfrequent geluid, vooral ten gevolge van passages van zware vrachtauto's over de brug.

vergelijking VStacks vs. Stacks berekening geurbelasting veehouderijen provincie Noord-Brabant AH AH266-18/ ing. S.

vergelijking VStacks vs. Stacks berekening geurbelasting veehouderijen provincie Noord-Brabant AH AH266-18/ ing. S.

Notitie. Centrale Gelderland laagfrequent geluid. GvL/ EB/ / FF NO. d a t u m : 20 december 2013

Geluidabsorptie van een aantal Sonaspray constructies

Laagfrequente geluidroosters ir. Chris van Dijk (Alara-Lukagro) Huijgensweg 3, 2964 LL Groot-Ammers

Kenmerk: Uw kenmerk: Bijlage: Pondera Consult De heer P. Janssen Postbus AN Hengelo. S12091 A WP Nieuwe Waterweg V6.1.

Geluidstrategie. Geluid? Programma - deel 1. Wat is 80 db(a)? Hoe meet ik geluid? Welke maatregelen zijn er? Hoe kies ik een maatregel? En daarna?

Beoordelingsrapport. Woningscheidende wanden met een Bohebiflex Inbouw wandgoot

Wegverkeergeluid bij voegovergangen

Resultaten geluidniveaumetingen rackkoeling systemen

Door TenneT is gevraagd een beoordeling te geven van de optredende laagfrequente geluidniveaus en hieraan een duiding te geven.

Notitie. TNO Technical Sciences Oude Waalsdorperweg AK Den Haag Postbus JG Den Haag

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Fluittonen om gebouwen. Oorzaken en preventie. Master Project 2

LAAGFREQUENT GELUID WINDPARK DE

De in deze notitie genoemde meetwaarden zijn in LAeq uitgedrukt, waarvoor het A filter is toegepast.

M+P MBBM groep Mensen met oplossingen. Gemeente Houten T.a.v. Edwin Koolhof Postbus DA HOUTEN. Onderzoek herkomst bromtoon Houten

De heer P. Reintjes Raadhuisstraat ER Eijsden INLEIDING

Luchtgeluidisolatie Soundblox wand; laboratoriummetingen. Datum 30 juli 2015 Referentie

Rapport inzake het onderzoek naar laagfrequent geluid in Zuidhorn

de weerstandscoëfficiënt van de bochten is nagenoeg onafhankelijk van het slangtype.

Laagfrequent geluidshinder klacht woning Losser


MFA te Heteren onderzoek geluidklachten. Concept

Dutch HealthTec Academy te Utrecht

TA-AV500 COMPUTERVLOERROOSTER

Thunnissen Bouw BV t.a.v. de heer A. Nolles Postbus AB HEEMSTEDE

Gebulder op de grond. Het onderzoek heeft zich met name geconcentreerd op Hoofddorp, aangezien daar de meeste klachten zijn geregistreerd van-

hoort bij activiteiten: praten, muziek informatiedrager: bel, telefoon, sirene Effecten van geluid op een mens:

M629 M650 M665 M686 M628

Meten = weten geluidsisolatie vloeren. Introductie. Uitgebreide meetmethode contactgeluidsisolatie zwevende dekvloeren in de ruwbouw

Opgave 2 Amplitude = afstand tussen de evenwichtsstand en de uiterste stand.

6/5/HL/6. Ronde geluiddempers. Starre en flexibele uitvoering Series CA CB CF CS. The art of handling air

Coulissengeluiddempers

Notitie. FS/ FS//F NO-002 ir. F.A.G.M. Schermer

T +32 (0) F +32 (0) Kernenergiestraat Antwerpen Belgium

Memo TNO reflecties achterzijde schermen

> Schatting van de verplaatsingssnelheid

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE C

Dutch HealthTec Academy te Utrecht

de weerstandscoëfficiënt van de bochten is nagenoeg onafhankelijk van het slangtype.

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2013 TOETS APRIL :00 12:45 uur

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2019 TOETS APRIL 2019 Tijdsduur: 1h45

Meten van de Impuls response

Postbus AB GORINCHEM. Lange Kleiweg 5 Postbus BC RIJSWIJK. Notified Body Nr.: Niet-dragende wand met Attema hollewanddozen

Geluidwering sanitaire toestellen en installaties

Bepalingsmethoden van schermeigenschappen

Monitoring dunne geluidreducerende asfaltdeklagen


Akoestische absorptie en diffusiteit

Temperatuurmetingen en berekeningen aan een zwart-, een wit en een groendak van het winkelcentrum Alexandrium te Rotterdam.

Acoustics. The perfect acoustics of a car. Jan Hoekstra

Benodigdheden Gloeilampje, spoel, condensator, signaalgenerator die een sinusvormige wisselspanning levert, aansluitdraden, LCR-meter

Metro Oostlijn Amsterdam

MEMO. Ijsselland Ziekenhuis R. Voorbraak Betreft: Akoestische beschouwing t.b.v realisatie sprinklerinstallatie Datum: 5 juni 2014

Theorie beeldvorming - gevorderd

Toetsen van de frequentie van voorkomen van windsnelheid en golfhoogte tijdens stormperiodes.

De standaard dikte van het coulisse is 200 mm (andere maten bv 100, 150 en 300 mm op aanvraag).

Hoorcollege geluidsoverlast: Hoe hou je herrie uit de tuin?

Windpark Westenwind-Dalfsen te Dalfsen

serie RVV Variabel debietsregelaar

Door de omgevingsdienst Haaglanden is aangegeven dat deze norm als volgt moet worden geïnterpreteerd:

Metingen aan ABB inzetstuk hollewand inbouwdozen. Luchtdoorlatendheids metingen

Glas en akoestische isolatie Decibels berekenen

Rapport : Laboratorium geluidabsortiemetingen; product Artwall van Incatro B.V.

Rapport. Laboratorium voor Akoestiek

Geluidemissie langzaam rijdende (LNG-)vrachtwagens

Stromings-geïnduceerde pulsaties in gesloten zijtakken van gastransportnetwerken

Actualiteiten stille wegdekken. Jan Hooghwerff (M+P) Saneringsdag 2012

Geluidsbelasting door windturbine Slikkerdijk

Evaluatie van antigeluid voor toepassing in binnenvaartschepen

Geluidsnelheid. 1 Inleiding. VWO Bovenbouwpracticum Natuurkunde Practicumhandleiding

DRUKVERLIES GELAMINEERDE FLEXIBELE SLANGEN

Geluiddempende buitenluchtroosters

Laboratorium voor Akoestiek

Geluidsmetingen ter bepaling van de herkomst en signatuur van de bromtoon in de omgeving van windpark Houten

03/07469/pv - MER offshore windmolenpark Thorntonbank 4.5 GELUID EN TRILLINGEN: FIGUREN

VLUCHTEVALUATIE Zaterdag 18 Mei 2013

Rapport : Climarad verwarmings- en ventilatie-unit; geluidwering

Geluid van voegovergangen

Akoestisch onderzoek De Levende Have te Den Haag. Resultaten van verificatiemetingen

tentamen stromingsleer (wb1225), Faculteit 3mE, TU Delft, 28 juni 2011, u

De doorbroken stilte rondom meteoren. Läslo Evers

Stalen buitenluchtroosters

Laboratorium voor Akoestiek. Bepaling van de geluidabsorptie (nagalmkamer methode) van roomdividers, fabrikaat Brakels Acoustic Solutions BV Concept

Annemarie van Beek Milieu en Natuurplanbureau Jan Hooghwerff M+P raadgevende ingenieurs

Ronde geluiddempers GRK. Specificaties 123. Prijzen: zie prijslijst pagina 97. Specificaties 123. Prijzen: zie prijslijst pagina 97.

[Hanssen, 2001] R F Hanssen. Radar Interferometry: Data Interpretation and Error Analysis. Kluwer Academic Publishers, Dordrecht 2001.

De stille verkeersbrug

Naam Klas: Repetitie trillingen en geluid HAVO ( 1 t/m 6)

Nachtmetingen geluid ERIA proefvak Den Haag

Meten van geluidsproductie van voegovergangen en gebruik van resultaten. Ir. Jan Hooghwerff Themabijeenkomst PVO 23 maart 2011

Transcriptie:

1/8 Fluitende objecten, oorsprong en ir. J.H. Granneman, ing. M.A. Trooster, ing. E.H.A. de Beer, ing. T.J.M. van Diepen Peutz bv Postbus 696 2700 AR Zoetermeer j.granneman@zoetermeer.peutz.nl Samenvatting Het komt regelmatig voor dat geluidoverlast wordt veroorzaakt door fluitgeluiden die objecten op gebouwen en viaducten produceren onder bepaalde meteorologische omstandigheden, vooral bij bepaalde windsnelheden en richtingen. In veel gevallen staat deze geluidoverlast in relatie met de toepassing van stalen roosters. Vanwege de vele metingen die al door ons bureau zijn gedaan in de praktijk en in ons laboratorium, is al veel bekend over de relevante parameters die voor dit fenomeen een rol spelen. Om meer structurele kennis op te doen over dit onderwerp en in staat te zijn al in de ontwerpfase van een dergelijk object te prognosticeren of en in welke mate een dergelijk fenomeen zal optreden, is onder laboratoriumcondities systematisch onderzoek gedaan. Hiervoor zijn het geluidvermogenniveau en de frequentiekarakteristiek van de fluitgeluiden, afhankelijk van de windsnelheid, hoek van inval en roosterconfiguratie onderzocht. Ook zijn verschillende mogelijkheden onderzocht om de geluidproductie van fluitgeluiden van dergelijk roosters te reduceren. Het volgende presenteert de resultaten van dit onderzoek. Inleiding Tijdens periodes met hoge windsnelheden blijken wanneer hoge tonale geluiden te worden geproduceerd door bepaalde delen van objecten, vaak stalen roosters, met geluidklachten als gevolg. Een aantal praktijkgevallen zijn onderzocht, mede in het akoestisch laboratorium van Peutz. Vervolgens is een specifiek meetprogramma opgesteld om meer kennis op te doen van dit fenomeen. Bovendien zijn voorzieningen onderzocht om dit fluitachtige geluid te reduceren [1]. Theorie Een eolische toon is een tonaal geluid dat wordt veroorzaakt door een luchtstroom rond een object door aldaar optredende luchtwervels. De frequentie van een eolische toon is gerelateerd aan het dimensieloze Strouhal getal S: f v = S D (1) met: f (oscillatie) frequentie [s -1 ] D karakteristieke dimensie van het object loodrecht op de luchtstroom [m] v snelheid van de luchtstroom voor het object [m/s]

2/8 Deze formule laat direct een verband zien tussen frequentie en luchtsnelheid, welke een goede beschrijving geeft van eolische tonen. Vaker wordt deze formule toegepast bij laag frequente eolische tonen (globaal tussen 80 en 100 Hz) bij vergelijkbare gevallen van objecten in een luchtstroom, zoals wordt beschreven in een Japans onderzoek waarin een blokvormig object onder verschillende hoeken in een luchtstroom wordt geplaatst [2]. De tonen die in het volgende worden beschreven, liggen vooral in het hoog frequente gebied en zijn minder afhankelijk van de luchtsnelheid. Praktijksituaties In verschillende praktijksituaties zijn bij bepaalde windcondities geluiden waargenomen met een hoog geluidniveau en een tonaal karakter. In veel gevallen blekken (verzinkte) stalen roosters hiervan de oorzaak te zijn. Dit is op juistheid onderzocht door met het betreffende rooster metingen uit te voeren in de nagalmkamer van het akoestisch laboratorium van Peutz. Het volgende voorbeeld laat het onderzochte fenomeen zien onder laboratoriumcondities. De roosters worden in het onderzoek altijd dusdanig opgesteld dat de luchtstroom loodrecht op de lengterichting van de draagstaven staat en onder die aanstromingshoek waarbij de hoogste geluidniveaus worden waargenomen. Praktijkvoorbeeld: roosters langs spoorlijn De hier onderzochte roosters zijn afkomstig van een pad naast een spoorwegviaduct dat wordt gebruikt als vluchtroute en inspectiepad. De roosters hebben de volgende geometrische eigenschappen: Draagstaafdikte/hoogte (diepte): 3,5 mm / 30 mm Vulstaafhoogte (diepte): 11 mm Hart op hart (h.o.h.) afstand: - draagstaven: 30 mm - vulstaven: 30 mm Figuur 1 laat het spectrum zien van de geluidvermogenniveaus gemeten in het akoestisch laboratorium van Peutz bij verschillende luchtsnelheden. De hoogste geluidvermogenniveaus worden gemeten wanneer het rooster aan de onderzijde wordt aangeblazen. Wind op de loopzijde Wind op de onderzijde Figuur 1: Spectrale geluidvermogenniveaus van het rooster bij verschillende luchtstroomsnelheden

3/8 Dit rooster genereert niet de laag frequente tonen zoals die zijn waargenomen bij een blokvormig object van het eerder genoemde Japanse onderzoek [2], maar met name hoog frequente tonen. De frequenties van de tonen zijn duidelijk verschillend voor verschillende windsnelheden. Een meting in de praktijk van deze roosters (op ca. 80 m afstand van het roosterpad) geeft het spectrum zoals weergegeven in figuur 2. Meting in de praktijk Figuur 2: Spectrum van het geluiddrukniveau van de roosters langs een spoorwegviaduct, gemeten op circa 80 meter afstand. Het geluidniveau tot een frequentie van circa 500 Hz betreft windgeruis. Onderzochte parameters In dit onderzoek spelen diverse aspecten van een rooster een (mogelijk) belangrijke rol in het ontstaan van eolische tonen. Een afgewogen keuze is gemaakt om met name de afhankelijkheid van maaswijdte en draagstaafhoogte te onderzoeken op het ontstaan van eolische tonen. Ook zijn mogelijke maatregelen onderzocht ter voorkoming van eolische tonen. In figuur 3 is weergegeven op welke manier in maaswijdte en draagstaafhoogte is gevarieerd. Voor het onderzoek zijn draagstaafhoogtes onderzocht van 20, 30 en 40 mm hoog. In maaswijdte (afstand wordt bepaald door h.o.h. afstand) is gevarieerd met 20, 30, 40, 50 en 60 mm. Alle roosterstaven hebben in dit onderzoek een dikte van 2 mm.

4/8 Figuur 3: Het onderzoeksrooster waarvan de roosterstaven uitneembaar en op verschillende afstanden van elkaar te plaatsen zijn (maaswijdte). Verschillende hoogtes roosterstaven zijn gebruikt. De stille luchtstroom, die de wind simuleert, komt met te variëren snelheden uit de buis linksonder op de linker foto. Onderzoeksresultaten Als voorbeeld zijn in figuur 4 voor een draagstaafhoogte van 40 mm de meetresultaten gegeven voor een h.o.h. afstand van 30 en 50 mm, bij verschillende luchtsnelheden. Figuur 4: resultaten voor een draagstaafhoogte van 40 mm en h.o.h. afstanden van 30 (links) en 50 mm (rechts) bij verschillende luchtsnelheden. Uit de resultaten in figuur 4 blijkt dat voor een h.o.h. afstand van 50 mm geen tonen meer worden waargenomen. In figuur 4-links worden bij een luchtstroomsnelheid van 25 m/s twee pieken waargenomen in de 3150 en 10000 Hz tertsbanden. Deze twee tonen alterneren in de tijd, zoals te zien is in figuur 5, waar het geluidspectrum als functie van de tijd is weergegeven (bij een luchtstroomsnelheid van 25 m/s).

5/8 Figuur 5: Spectrale geluiddrukniveaus als functie van de tijd voor een draagstaafhoogte/-afstand van 40 mm/30 mm bij een luchtsnelheid van 25 m/s. In figuur 6 zijn de resultaten weergegeven van het onderzoeksrooster met draagstaven van 30 mm op een h.o.h. afstand van 30 mm van elkaar. Figuur 6: resultaten voor een draagstaafhoogte van 30 mm en h.o.h. afstand van 30 mm bij verschillende luchtsnelheden. De rechter afbeelding geeft het vervolg van de linker afbeelding (lagere windsnelheden). Opvallend aan deze resultaten is dat zowel voor hoge als lage luchtstroomsnelheden eolische tonen worden waargenomen. Bij luchtstroomsnelheden van 17 tot 11 m/s worden geen tonen waargenomen. Wanneer deze snelheid verder afneemt, is bij 11 m/s wel weer een duidelijke toon waarneembaar. Voor een h.o.h. afstand van 50 mm en meer worden geen eolische tonen meer waargenomen.

6/8 In figuur 7 zijn de resultaten weergegeven voor het onderzoeksrooster met een draagstaafhoogte van 20 mm op een h.o.h. afstand van 30 en 40 mm van elkaar. Bij draagstaven van 40 mm hoog onstonden tonen tussen luchtstroomsnelheden van 21 en 27 m/s. Bij deze configuratie van 20 mm hoge draagstaven is het opvallend dat tonen waarneembaar zijn bij relatief lage windsnelheden, tussen 14 en 22 m/s. Ook bij deze configuratie werden bij een h.o.h. afstand van 50 mm en meer geen hoog frequente eolische tonen meer waargenomen. Wel zijn in figuur 7 bij de verschillende luchtstroomsnelheden laag frequente pieken te zien. Dit zijn tonen die worden veroorzaakt door het verschijnsel dat wordt beschreven met formule 1, alleen wordt de wervelvorming nu beïnvloed door het repeterende karakter van de roosterstaven. Figuur 7: resultaten voor een draagstaafhoogte van 20 mm en h.o.h. afstanden van 30 (links) en 40 mm (rechts) bij verschillende luchtsnelheden. Voor de configuratie met de draagstaven van 40 mm is tevens onderzocht hoeveel staven nodig zijn om een eolische toon op te wekken. In figuur 8 zijn hiervoor de resultaten gegeven. Begonnen is met het plaatsen van één roosterstaaf in de luchtstroom. Vervolgens is het rooster aangevuld tot negen roosterstaven (het midden van het rooster bleef hierbij in het midden van de luchtstroom), waarbij uiteindelijk een eolische toon ontstond.

7/8 Figuur 8: Spectrum van het geluiddrukniveau door het stuk voor stuk bijplaatsen van roosterstaven in de luchtstroom. Bij negen roosterstaven is een eolische toon hoorbaar. Voorzieningen ter voorkoming van eolische tonen Tevens zijn enkele voorzieningen onderzocht die moeten voorkomen dat (met name de hoog frequente) eolische tonen ontstaan. Uit de resultaten van dit onderzoek blijkt dat de scherpte van de randen van de draagstaven deel uitmaakt van de oorzaak van het ontstaan van eolische tonen. Door de randen af te dekken met bijvoorbeeld ronde strips of tape, worden de randen minder scherp en ontstaat er geen, of pas bij een zeer hoge windsnelheid, een eolische toon. Het afronden van de randen zonder gebruik te maken van andere materialen (door het staal te slijpen) heeft mogelijk effect in het voorkomen van eolische tonen, maar zal nog onderzocht worden. Ook kunnen eolische tonen worden voorkomen door het luchtstromingsprofiel te verstoren voordat de luchtstroom het rooster treft. Door bijvoorbeeld gaas of een net over het rooster te spannen, wordt de luchtstroom dusdanig verstoord dat geen eolische tonen meer zijn waargenomen. Conclusies Hoog frequente eolische tonen ontstaan globaal tussen luchtstroomsnelheden van 10 en 27 m/s (vergelijkbaar met windkracht 5 tot 10 Beaufort). Binnen een bepaald windsnelheidsbereik verandert de toonhoogte van de eolische toon niet. Alleen het geluidniveau verandert. Bij een bepaalde luchtstroomsnelheid verspringt de eolische toon van de ene naar de andere frequentie, waarna deze weer constant blijft binnen een bepaald windsnelheidsbereik. In sommige situaties worden twee frequenties waargenomen. Deze treden niet gelijktijdig op, maar alterneren in de tijd.

8/8 Het repeterende karakter van de draagstaven van een rooster blijkt een belangrijke rol te spelen in het ontstaan van de hoog frequente eolische tonen, omdat geen van deze eolische tonen ontstaat bij een klein aantal draagstaven, maar pas vanaf een bepaald aantal (in de configuratie van dit onderzoek waren dit negen staven). De luchtstroomsnelheden waarbij eolische tonen ontstaan is, naast andere aspecten, afhankelijk van de hoogte van de draagstaven; tot nu toe is daarvoor geen bruikbare relatie gevonden. Voor een draagstaafhoogte van 30 mm bestaat het grootste bereik voor luchtstroomsnelheden (11 tot en met 27 m/s) waarbij eolische tonen ontstaan. Tot nu toe is er tevens nog geen relatie gevonden tussen de frequenties van de eolische tonen en de afmetingen (hoogte en dikte) en de afstand van de draagstaven ten opzichte van elkaar (maaswijdte). Meer onderzoek hiernaar is noodzakelijk. Voor alle onderzochte configuraties werden geen eolische tonen meer waargenomen bij een h.o.h. afstand van 50 mm of meer. Wel zijn bij die configuratie eolische tonen waargenomen in het lagere frequentiebereik, waarbij de frequentie afhankelijk is van de luchtstroomsnelheid volgens formule 1. Het ontstaan van eolische blijkt sterk samen te hangen met de scherpte van de draagstaafranden. Door deze randen af te ronden, met bijvoorbeeld strips of tape, wordt het ontstaan van eolische tonen sterk verhinderd. Ook het profiel van de lucht die het rooster treft, is van invloed op het ontstaan van eolische tonen. Wanneer dit profiel wordt verstoord door bijvoorbeeld gaas of een net wordt de kans op het ontstaan van eolische tonen sterk verkleind. Referenties [1] Jan Granneman, Mark Trooster, Eugène de Beer and Theo van Diepen Whistling Building Objects, Origins and Solutions Internoise, Shanghai, China, 2008 [2] Hajime Fujita, Yasumasa Suzuki, Tatsunori Itou and Yuuki Hashimoto The Radiation Characteristics of the Aeolian Tone from A Square Cylinder, Internoise, Istanbul, Turkey, 2007