Provinciale Staten VOORBLAD



Vergelijkbare documenten
Strategisch Beleggingsplan Vermogensbeheer Provincie Gelderland 2011

Provinciale Staten VOORBLAD

2.4 Paragraaf 4 Financiering en beleggingen

Strategisch beleggingsplan vermogensbeheer 2016

Beleggingsstatuut. 1. Algemene Richtlijnen. 2. Richtlijnen inzake het beleggingsbeleid

Schatkistbankieren voor decentrale overheden Uitleg van de overgangsregeling beleggingen

Begroting 2018 Financiering Provincie Gelderland

Beleggingsstatuut Stichting Sophia Kinderziekenhuis Fonds Vastgesteld 9 februari 2016

Koninklijk Fries Genootschap voor Geschiedenis en Cultuur. Beleggingsbeleid

0 6 NOV Onderwerp: Vermogensbeheer obligatieportefeuille per 30 september 2014

Onderstaande tabel geeft het verloop weer van onze huidige langlopende geldleningen.

Aan de leden van Provinciale Staten

In het statuut worden afspraken over onderwerpen als beheersing van rentekosten en -risico's, financierings- en beleggingsvraagstukken vastgelegd.

Raads informatiebrief (Financiele pijler)

STICHTING PENSIOENFONDS SAGITTARIUS BELEGGINGSBEGINSELEN

Werkveld Datum Instemming/Advies GMR Vastgesteld RvT

Verklaring inzake beleggingsbeginselen

Beleggingsstatuut ten behoeve van R.K. parochies binnen het Bisdom van s-hertogenbosch

Verordening treasury Noord-Brabant. 1 Inleiding

Toelichting beleggingsbeleid Triodos Bank Private Banking

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Gelezen het advies van de Rekeningcommissie van 23 september 2010; Gelezen het advies van de Commissie bestuur en middelen van 14 januari 2011;

De inschatting van de kans op eventuele wanbetalingen bij toekomstige rente- en aflossingsbetalingen op schuldpapier; Renterisico

BIJLAGE 2 Was-wordt tabel

Beleggingsstatuut ten behoeve van R.K. parochies binnen het Bisdom van s-hertogenbosch

Treasurystatuut - januari 2015

Obligaties een financieringsinstrument en een beleggingscategorie

Rabobank (leden)certificaten

Treasurystatuut Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant

Essentiële Beleggersinformatie

BELEGGINGSSTATUUT. Stichting Fonds Oncologie Holland. April Beleggingsstatuut SFOH 30 april 2015, pag. 1

Aan de raad AGENDAPUNT 6.9

Treasurystatuut. Stichting Proloog

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen

Treasury reglement. 4 juni van 5

Provinciale Staten VOORBLAD

Driemaal budgetrecht: beheren, besteden en bestemmen. Follow-up onderzoek naar treasury, onderbesteding en reserves & voorzieningen in Gelderland

Treasury- en beleggingsstatuut

Vervolg Informatiebijeenkomst Vermogensbeheer. t.b.v. Statencommissie ABF d.d. 22 maart 2017

Consumentenbrief beleggingen van. Tielkemeijer & Partners Vermogensbeheer


Verklaring beleggingsbeginselen

Onderbouwing Prudent Person regel Bijlage O bij ABTN

INFORMATIE BELEGGINGSFONDSEN (NETTO) WERKNEMERS PENSIOEN

Wet van 14 december 2000, houdende nieuwe bepalingen inzake het financieringsbeleid van openbare lichamen (Wet financiering decentrale overheden)

BELEGGINGSSTATUUT VAN KWF KANKERBESTRIJDING

Paragraaf Financiering

De Knab Participatie in het kort

Achmea life cycle beleggingen

SKPO: Financiën / blad 1. Treasury Statuut. De algemeen directeur van de Stichting Katholiek en Protestants-Christelijk Onderwijs Eindhoven e.o.

1. DOEL. 1.1 Doelstellingen en randvoorwaarden van het treasury beleid

Beleggingsprincipes. Juli 2013

Commissie voor Mobiliteit en Financiºn

Treasurystatuut Stichting Openbare Scholengroep Vlaardingen Schiedam (OSVS)

Provinciale Staten VOORBLAD

Essentiële Beleggersinformatie

Persoonlijk Pensioen Plan

VERKLARING BELEGGINGSBEGINSELEN STICHTING PENSIOENFONDS AVEBE 19 APRIL 2011

ONDERWIJSSTICHTING KEMPENKIND EERSEL

EMPEN C REDIT L INKED N OTE

Toekomstwensen vervullen voor uzelf én voor de wereld

Beleggen met persoonlijk advies

BEGROTING Paragraaf Financiering

Treasurystatuut VRU Vastgesteld door het algemeen bestuur d.d. 19 februari 2018

Samenvatting. 1. Procedure

Treasury Statuut. 23 september Nazorgfonds

de naamloze vennootschap ING Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

Beleggingsbeleid Ardanta Risicobewustzijn Doelstellingen Beleggingsbeleid

Statuut middelenbeheer en betalingsverkeer

Generali beleggingsmogelijkheden pensioen informatie voor de werkgever

Addendum bij prospectus 18 december Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen

Treasury Statuut Vastgesteld 10 april 2017

Treasury statuut. Versiebeheer V2, Besluitvormingscyclus 6 Vaststelling RvT Vastgesteld CvB

Het beleggingsbeleid van Berben s Effectenkantoor

Bijlage - Omvang Bruto EMU-schuldreductie

Voorwoord. De manier waarop deze plaats vindt is in dit treasurystatuut vastgelegd. Wezep, april VPCPO De Akker Treasurystatuut 2

Inhoud 1. INLEIDING 3 2. DOELSTELLING TREASURYFUNCTIE 3 3. INTERNE ORGANISATIE TREASURY FUNCTIE 5 4. TREASURYPARAGRAAF 5

Supplement J Think iboxx AAA-AA Government Bond Tracker

BELEGGINGSMOGELIJKHEDEN PENSIOEN JANUARI 2018

Risicoprofielen. Het belang van een passend risicoprofiel. HOF HOORNEMAN BANKIERS NV Risicoprofielen 1

Treasurystatuut Nordwin College

Rabo Beheerd Beleggen Actief en Actief Duurzaam

Treasurystatuut. Acis, Stichting openbaar primair onderwijs Hoeksche Waard

Met deze beleidsregels wordt bijgedragen aan het risicogerichte externe toezicht op de toegelaten instellingen.

Het algemeen bestuur van de Modulaire Gemeenschappelijke Regeling Rijk van Nijmegen;

Onderwerp Stichting Bergsche Maasveren: jaarverslag 2010 en begroting 2012

ONS BELEGGINGSBELEID PAST ONZE BELEGGINGSFILOSOFIE BIJ U?

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 4, vierde lid, van het Besluit marktmisbruik Wft;

Schatkistbankieren: Centen wijs, Eurodom

Generali beleggingsmogelijkheden Generali pensioen

Addendum bij prospectus 18 juli Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen

BELEGGEN? BEREID U GOED VOOR

Onderdeel 1: Beleggingsbeleid

Beleggingsstatuut Fonds nazorg gesloten stortplaatsen provincie Drenthe

PS2011BEM13-1. Titel : Herziening verordening interne zaken provincie Utrecht Ontwerpbesluit pag. 3. Toelichting pag. 2

TREASURYSTATUUT. Stichting Samenwerkingsverband Primair Onderwijs Westland (SPOW)

PARAGRAAF 3. Financiering. Begroting 2011 Paragraaf 3 Financiering

Risico pariteit Aandelen Wereldwijd Ontwikkelde Markten - MSCI World Index MSCI Daily Net TR World Euro, Aandelen Wereldwijd

Aanpassing Prospectussen Aegon, AEAM en Aegon Paraplu 1 Funds Per 1 augustus 2016

Transcriptie:

Provinciale Staten VOORBLAD Onderwerp Strategisch beleggingsplan vermogensbeheer 2012 SIS-nummer Agendering (advies Griffie) Behandelwijze Overleg-/ beslispunten Context PS2012-580 Commissie AFW 12 september 2012 Kaderstellen X Controleren Adviseren PS (door commissie) Vaststellen (door PS) Voorhangprocedure: - Wijziging strategisch beleidsplan - Herbelegging van in 2012 vrijvallend vermogen Het vaststellen van het strategisch beleggingsbeleid is in principe een bevoegdheid van GS. Gezien het belang van dit dossier zal, evenals bij eerdere versies van het Strategisch Beleggingsplan, PS worden ingelicht over het voorlopige GS-besluit door middel van de zogenoemde "Voorhangprocedure". Daarna zal uw college het nieuwe Strategisch Beleggingsplan formeel vaststellen. De Staten worden tot 2 juli 2012 11.00 uur in de gelegenheid gesteld hierop te reageren. Opmerkingen Griffie Openbare samenvatting van GS Meer informatie In het strategisch belegginsplan 2012 geeft het college van GS aan op welke wijze het vermogen, dat is vrijgekomen na de verkoop van de Nuon-aandelen, op de lange termijn wordt beheerd. Het plan geeft inzicht in de doelstelling van het beheer, de langetermijn beleggingsstrategie en de organisatorische inbedding van het beheer. De provincie streeft naar het intact houden van het stamkapitaal en kiest bewust voor een risicomijdende strategie. Op deze wijze is gewaarborgd dat het vermogen op zeer lange termijn bijdraagt aan de maatschappelijke functie van de provincie Gelderland. Het daadwerkelijke vermogensbeheer is uitbesteed aan een externe beheerder. Dhr. C. Kooistra tel. (026) 359 84 33 mail: c.kooistra@gelderland.nl GS-besluit: 26-6 /Ontvangen door Griffie: 26-6/Geplaatst op SIS: 26-6

Gedeputeerde Staten STATENNOTITIE Aan de leden van Provinciale Staten HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH Strategisch beleggingsplan vermogensbeheer 2012 HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH Beknopte samenvatting Statennotitie: In het Strategisch Beleggingsplan 2012 geeft het college van Gedeputeerde Staten aan op welke wijze het vermogen dat is vrijgekomen na de verkoop van de Nuon-aandelen op lange termijn wordt beheerd. Het plan geeft inzicht in de doelstelling van het vermogensbeheer, de lange termijn beleggingsstrategie en de organisatorische inbedding van het vermogensbeheer. De Provincie Gelderland streeft naar het intact houden van het stamkapitaal en kiest bewust voor een risicomijdende strategie. Op deze wijze is gewaarborgd dat het vermogen op zeer lange termijn bijdraagt aan de maatschappelijke functie van de Provincie Gelderland. Het daadwerkelijke vermogensbeheer is uitbesteed aan een externe vermogensbeheerder. = = = = = Aan de leden van Provinciale Staten Middels deze Statennotitie informeren wij u over het nieuwe Strategisch Beleggingsplan Vermogensbeheer 2012. Het vaststellen van het strategisch beleggingsbeleid is in principe een bevoegdheid van GS. Gezien het belang van dit dossier zal, evenals bij eerdere versies van het Strategisch Beleggingsplan, PS worden ingelicht over het voorlopige GS-besluit door middel van de zogenoemde "Voorhangprocedure". Daarna zal uw college het nieuwe Strategisch Beleggingsplan formeel vaststellen. De Staten worden tot 2 juli 2012 11.00 uur in de gelegenheid gesteld hierop te reageren. Inleiding De verkoop van de Nuon-aandelen betreffende het productie- en leveringsbedrijf omvat voor de provincie Gelderland in totaal circa 4,4 miljard. De eerste 2 tranches ad 2 miljard en 660 miljoen zijn inmiddels ontvangen, het resterende deel wordt in 2013 respectievelijk 2015 ontvangen. De verkoop van de aandelen Nuon heeft de provincie in de positie van vermogensbeheerder gebracht. Dat brengt de verplichting met zich mee om het beheer van dat vermogen adequaat in te richten. Het fundament van die inrichting is het Strategisch Beleggingsplan Vermogensbeheer. Het nieuwe Strategisch Beleggingsplan betreft een actualisatie van het SBP 2011 zoals door uw college in februari 2011 is vastgesteld. Afgelopen periode is als gevolg van de Eurocrisis de kredietwaardigheid van diverse Europese landen en financiële instellingen afgenomen. Inlichtingen bij dhr. C.L. Kooistra, tel. (026) 359 84 33 e-mailadres: post@gelderland.nl

De term die gehanteerd wordt om de verlaging van de kredietwaardigheid aan te geven is downgrade. Voorbeelden van landen waarvan de kredietwaardigheid door een kredietbeoordelaar (rating-agency) is verlaagd zijn Frankrijk en Oostenrijk. Als gevolg van de downgrades zullen vanwege de provinciale restricties de beleggingsmogelijkheden afnemen. Teneinde voldoende beleggingsmogelijkheden te hebben en concentratie van beleggingen tegen te gaan, wordt in dit plan het landencriterium verlaagd van AAA naar minimaal AA. Met deze aanpassing van de provinciale restricties voldoet de provincie nog volledig aan de Wet Fido/Ruddo. De beleggingsrestrictie ten aanzien van financials blijft evenals in het vorige strategisch beleggingsplan op het niveau van minimaal AA-. Tevens wordt in het nieuwe SBP specifiek op de ontwikkelingen m.b.t. 'schatkistbankieren" ingegaan. Toelichting op het Strategisch Beleggingsplan De Provincie Gelderland heeft besloten om de verkoopopbrengst van de Nuon-aandelen als stamkapitaal indien mogelijk nominaal in stand te houden. Nominaal in stand houden wil zeggen zonder correctie voor inflatie. Het stamkapitaal zal prudent worden beheerd en het rendement op de beleggingen zal worden ingezet in het kader van de Meerjarige Investeringsreserve Gelderland (MIG). Het strategisch beleggingsplan is gericht op de lange termijn beleggingsstrategie waarin de strategische keuzes met betrekking tot vermogensbeheer worden uitgewerkt. Gegeven de doelstelling van het vermogen en de risicohouding van de Provincie Gelderland wordt in het strategisch plan in grote lijnen aangegeven waarin de Provincie Gelderland zal beleggen (het beleggingsuniversum), welke randvoorwaarden en restricties van toepassing zijn en hoe het beleggingsproces is georganiseerd. Het strategisch beleggingsplan kan indien daar aanleiding toe is worden gewijzigd. Schatkistbankieren In het Lente-akkoord d.d. 26 april 2012 is onder meer opgenomen dat in 2013 verplicht schatkistbankieren zal worden ingevoerd. In de Staatscourant van 4 juni 2012 staat hierover het volgende vermeld: Het Kabinet heeft besloten dat in 2013 verplicht schatkistbankieren wordt ingevoerd voor gemeenten, provincies, waterschappen en gemeenschappelijke regelingen. Decentrale overheden zullen op de deposito's die zij bij het Ministerie van Financiën hebben uitgezet een rente vergoed krijgen die gelijk is aan de rentes die de Nederlandse Staat betaalt op leningen die ze op de markt aangaat. In genoemde publicatie in de Staatscourant wordt tevens aangegeven dat contracten en beleggingen die zijn aangegaan vóór 18.00 uur op 4 juni 2012 zullen worden geëerbiedigd. Zodra de looptijd van die beleggingen is verstreken, vallen de middelen in de schatkist. Contracten en beleggingen die zijn aangegaan op of na genoemd tijdstip vallen onder de nog op te stellen nieuwe regels, waarvoor op zo kort mogelijke termijn een wettelijke grondslag zal worden gecreëerd. N.b. in de publicatie staat dat schatkistbankieren in 2013 ingaat, dit kan dus ook uiterlijk 31 december 2013 zijn. (Her)beleggingen 2012 provinciaal Stamkapitaal In de komende maanden vindt er voor een bedrag van circa 306 miljoen aan vrijval van obligaties plaats. Daarnaast zal er begin juli 2012 het laatste deel van de Escrow-gelden ad 44,6 miljoen beschikbaar komen voor het Stamkapitaal en zal de afschrijving Agio / gekochte rente voor een bedrag van 24,1 miljoen worden belegd. 2

Voor de genoemde (her)beleggingen zijn er 3 opties om deze uit te voeren: Optie 1: Alle (her)beleggingen realiseren middels schatkistbankieren : De provincie Gelderland heeft bij GS-besluit d.d. 31 mei 2011 een Raamcontract Partieel Schatkistbankieren met het Ministerie van Financiën gesloten op basis waarvan bij GS-besluit deposito s bij het ministerie kunnen worden geplaatst. IPO (en ook de VNG) heeft zich inmiddels openlijk uitgesproken tegen de verplichting van schatkistbankieren. De voorzitter van IPO (Johan Remkes) heeft verklaart dat het IPO zich met juridische middelen tot het uiterste zal verzetten tegen de verplichte invoering van schatkistbankieren. voordeel - Past binnen Kabinetsbesluit inzake schatkistbankieren, aangezien betreffende vrijval van middelen na 4 juni 2012 plaatsvindt. nadelen - Het rentepercentage dat door het Ministerie van Financiën wordt vergoed is momenteel zeer laag (per 21 juni 2012 is de rente op een 10-jaars deposito 2,08%). - In het licht van de stellingname van het IPO ligt het niet in de rede om nu al op het Kabinetsbesluit te anticiperen en per omgaande tot schatkistbankieren over te gaan. Optie 2: Alle (her)beleggingen conform de restricties van het Strategisch Beleggingsplan realiseren, echter met een maximale looptijd tot 31 december 2013 : Onze vermogensbeheerder ING zal op basis van GS-besluit betreffende (her)beleggingen in de provinciale beleggingsportefeuille opnemen conform de restricties van het vigerende Strategisch Beleggingsplan, met dien verstande dat deze beleggingen uiterlijk 31 december 2013 vrijvallen, zodat deze vrijval begin 2014 middels schatkistbankieren kan worden belegd. voordelen - Past in de geest van het Kabinetsbesluit inzake schatkistbankieren, aangezien in betreffende publicatie staat dat schatkistbankieren in 2013 ingaat, dit kan dus ook uiterlijk 31 december 2013 zijn. - In deze variant wordt voorkomen dat de Minister van Financiën de provincie wellicht verplicht betreffende obligaties alsnog te verkopen (met mogelijk koersverlies tot gevolg). Dit op basis van de eerder genoemde publicatie, waarin is aangegeven dat de beleggingen die na 4 juni 2012 worden aangegaan middels schatkistbankieren moeten worden belegd. nadeel - Door bij de opdracht aan onze vermogensbeheerder ING een beperking aan te geven ten aanzien van een maximale looptijd van de aan te kopen obligaties, is onze vermogensbeheerder niet in de gelegenheid een optimale mix van looptijd versus rendement te maken. Dit houdt in dat het prudent beheer tot nu toe van koers gaat wijzigen. Optie 3: Alle (her)beleggingen conform de restricties van het Strategisch Beleggingsplan realiseren, zonder beperking in maximale looptijd : voordeel - Onze vermogensbeheerder is in de gelegenheid om op basis van het Strategisch Beleggingsplan een zodanige samenstelling van obligaties in de portefeuille op te nemen, teneinde een optimaal rendement te bewerkstelligen wat hoger uit kan komen dan bij optie 1 en 2. 3

nadelen - Bij deze variant kan het gebeuren dat de Minister van Financiën de provincie verplicht betreffende obligaties alsnog te verkopen (met mogelijk koersverlies tot gevolg). Per procent koersverlies ontstaat er in deze situatie een nadeel van ruim 3,5 miljoen. - De provincie is bij deze variant feitelijk aan het speculeren vanwege mogelijke verplichte verkoop van obligaties, hetgeen invloed heeft op het tot nu toe gevoerde prudent vermogensbeheer Overwegende het vorengenoemde Kabinetsbesluit inzake schatkistbankieren, is het college van mening dat de autonome positie van de provincies met de verplichte invoering van schatkistbankieren wordt aangetast, bovendien ontbreekt momenteel de wettelijke grondslag. Het college kiest op grond hiervan voor optie (3), de komende (her)beleggingen zullen derhalve conform de restricties van het Strategisch Beleggingsplan worden belegd. Resumerend Ten opzichte van het vorige Strategisch Beleggingsplan zijn de belangrijkste wijzigingen hieronder weergegeven: - Landencriterium van AAA naar minimaal AA. In het nieuwe SBP zijn betreffende landen gespecificeerd, te weten: Nederland, Duitsland, Frankrijk, Finland, Oostenrijk, Noorwegen, Zweden, Luxemburg, Denemarken en het Verenigd Koninkrijk. - Toegevoegd criterium: Voor staatsleningen met een AA rating met stabiele outlook (exclusief AA-) geldt het maximum van 15% (van het totaal belegde vermogen) per debiteur. - De duration (gemiddeld gewogen looptijd) van de portefeuille als geheel is idealiter 7 jaar. De duration zal minimaal 3 jaar en maximaal 10 jaar bedragen. Het extra criterium dat de looptijd van AA- partijen maximaal 7 jaar is vervalt. - Toegevoegd criterium: het is niet toegestaan te beleggen in Zero-coupon bonds. - Toegevoegd criterium: het is niet toegestaan te beleggen in derivaten. - In het nieuwe SBP is opgenomen dat indien er een situatie is van een acute financiële crisis de externe vermogensbeheerder binnen 24 uur contact op dient te nemen met het college (en vise versa). In het vorige SBP stond zo snel mogelijk. - In het nieuwe SBP is een paragraaf risicomanagement toegevoegd (paragraaaf 3.4) na aanleiding van het recente advies in het rapport van de Rekenkamer Oost Nederland aan uw Staten Driemaal budgetrecht, besteden en bestemmen, onderdeel treasury. - Paragraaf 3.5 verantwoord beleggingsbeleid is volledig herschreven conform GS-besluit van 13 december 2011. - Tot slot zijn in het nieuwe SBP de laatste ontwikkelingen met betrekking tot schatkistbankieren opgenomen, naar aanleiding van het eerder genoemde Kabinetsbesluit om in 2013 tot verplicht schatkistbankieren over te gaan. Arnhem, 26 juni 2012 - zaaknr. 2012-003075 Gedeputeerde Staten van Gelderland, C.G.A. Cornielje - Commissaris van de Koningin P.P.L. van Kalmthout - secretaris + + + + + Bijlage: - Strategisch Beleggingsplan 2012 zoals voorlopig vastgesteld door GS d.d. 26 juni 2012 4

Strategisch Beleggingsplan Vermogensbeheer Provincie Gelderland 2012 versie 19 juni 2012 zaaknummer: 2012-003075

Inhoudsopgave 1. Inleiding ---------------------------------------------------------------- 3 2. Algemene uitgangspunten -------------------------------------- 4 2.1 Maatschappelijk kader --------------------------------------------- 4 2.2 Doelstelling van vermogensbeheer --------------------------------------------- 4 2.3 Organisatie ------------------------------------------------------------------ 4 2.4 Uitvoering ------------------------------------------------------------------ 5 3. De beleggingstrategie ------------------------------------- 6 3.1 Het besluitvormingsproces -------------------------------------------- 6 3.2 Strategische beleggingskeuzes -------------------------------------------- 6 3.3 Schatkistbankieren -------------------------------------------- 10 3.4 Buy-and-hold beleid -------------------------------------------- 11 3.5 Risicomanagement --------------------------------------------- 12 3.6 Verantwoord beleggingsbeleid --------------------------------------------- 12 4. Organisatie vermogensbeheer -------------------------------------- 15 5. Conclusie -------------------------------------------------------- 17 2

1. Inleiding In dit strategisch beleggingsplan geeft het college van Gedeputeerde Staten (het college ) aan op welke wijze het provinciaal vermogen 1 dat met de verkoop van de Nuon-aandelen wordt verkregen op lange termijn wordt beheerd. Het plan geeft inzicht in de doelstelling van het vermogensbeheer, de beleggingsstrategie en de organisatorische inbedding van het vermogensbeheer. De Provincie Gelderland streeft naar het intact houden van het stamkapitaal en kiest uitdrukkelijk voor een risicomijdende strategie. Beleidsformulering en toezicht vindt plaats door het college ondersteund door het ambtelijk apparaat. Het daadwerkelijke vermogensbeheer is uitbesteed aan een externe vermogensbeheerder. In verband met de verkoop van de Nuon-aandelen betreffende het productie- en leveringsbedrijf, ontvangt de Provincie Gelderland in de periode 2009 2015 in totaal ca. 4,4 miljard. De eerste 2 tranches hiervan zijn reeds in 2009 en 2011 ontvangen, alsmede een deel van de Escrow-gelden. Het resterende deel wordt de komende 3 jaar gefaseerd ontvangen. De verkoop van de aandelen Nuon heeft de provincie in de positie van vermogensbeheerder geplaatst. Dat brengt de verplichting met zich mee om het beheer van dat vermogen adequaat in te richten. Het fundament van die inrichting is het strategisch beleggingsplan. De verwachte kasstromen (van enig jaar per 1 juli) als gevolg van de verkoop van de Nuon-aandelen is als volgt (alle bedragen in miljoenen euro s): 2009 2010 2011 2012 2013 2015 Totaal 2.002* 89* (escrow) 660* + 44,5* (escrow) 44,5 (escrow) 660 925 4.425 *) gerealiseerd Het Strategisch Beleggingsplan is als volgt opgebouwd. In paragraaf 2 worden algemene uitgangspunten gedefinieerd die gelden voor het vermogensbeheer van de Provincie Gelderland. Deze uitgangspunten hebben vooral betrekking op het maatschappelijk kader waarin de Provincie Gelderland haar vermogen beheert, het doel dat wordt beoogd met het vermogensbeheer, en de organisatie en uitvoering van het vermogensbeheer. Paragraaf 3 beschrijft de beleggingsstrategie die de basis vormt van het strategisch beleggingsplan. In paragraaf 4 wordt de organisatie van het vermogensbeheer bij de Provincie Gelderland nader toegelicht. Tot slot is in paragraaf 5 de conclusie opgenomen. Het strategisch beleggingsplan is voor het college, maar ook voor de door de provincie gecontracteerde vermogensbeheerder van essentieel belang bij de uitvoering van hun werkzaamheden in het kader van het beheer van het vermogen. Het plan is onderdeel van de overeenkomst met de vermogensbeheerder. Deze heeft zich verplicht steeds te handelen met inachtneming van dit plan. Dit plan is een actualisatie van het strategisch beleggingsplan 2011. Afgelopen periode is als gevolg van de Eurocrisis de kredietwaardigheid van diverse Europese landen en financiële instellingen afgenomen. De term die gehanteerd wordt om de verlaging van de kredietwaardigheid aan te geven is downgrade. Voorbeelden van landen waarvan de kredietwaardigheid door een kredietbeoordelaar (rating-agency) is verlaagd zijn Frankrijk en Oostenrijk. Als gevolg van de downgrades zullen vanwege de provinciale restricties de beleggingsmogelijkheden afnemen. Teneinde voldoende beleggingsmogelijkheden te hebben en concentratie van beleggingen tegen te gaan, wordt in dit plan het landencriterium verlaagd van AAA naar minimaal AA. Met deze aanpassing van de provinciale restricties voldoet de provincie nog volledig aan de Wet Fido/Ruddo. De beleggingsrestrictie t.a.v. financials blijft evenals in het vorige strategisch beleggingsplan op het niveau van minimaal AA-. 1 Dit vermogen wordt hierna ook aangeduid met de volgende termen: het vermogen, de portefeuille of de beleggingsportefeuille. 3

2. Algemene uitgangspunten In deze paragraaf worden algemene uitgangspunten geformuleerd die specifiek gelden voor de inrichting en uitvoering van vermogensbeheer door de Provincie Gelderland. 2.1 Maatschappelijk kader De positie van de Provincie Gelderland als middenbestuur in het publieke domein stelt eisen aan de aard en prestaties van de beleggingsportefeuille. Dit geldt dan met name voor de zekerheid, de aard en prestaties van haar beleggingsportefeuille, de kwaliteit van de inrichting van de vermogensbeheerfunctie, de verslaglegging en de deskundigheid van eindverantwoordelijken. Provincies staan weliswaar niet onder direct toezicht van financiële toezichthouders, maar zijn wel gebonden aan de Wet Fido/Ruddo. De Provincie Gelderland heeft gekozen voor beleggingsrestricties die er voor zorg dragen dat de middelen die voortvloeien uit de verkoop van Nuon-aandelen met een minimum aan risico worden belegd. Op deze wijze kan het college waarborgen dat het beheer van de Nuonmiddelen plaatsvindt op een maatschappelijk verantwoorde wijze. De maatschappij stelt in toenemende mate eisen aan de deskundigheid en transparantie van financiële ondernemingen, waaronder vermogensbeheerders. Een voorbeeld hiervan is de Europese richtlijn (MiFID 2 ), die financiële ondernemingen verplicht om iedere klant expliciet te classificeren. In het kader van de zorgplicht legt MiFID op dat er bij de klanten formeel gepeild wordt door de beleggingsondernemingen naar hun kennis en ervaring, financiële situatie en beleggingsdoelstellingen. Ook legt MiFID beleggingsondernemingen o.a. op om tijdig correcte, duidelijke en nietmisleidende informatie te verstrekken. Bij de uitzetting van de NUON middelen is besloten om een onderhandse lening ad 250 mln uit te zetten bij de Bank Nederlandse gemeenten (BNG). Deze lening maakt onderdeel uit van het stamkapitaal. Het strategisch beleggingsplan geeft nadere restricties over de overige obligatie leningen. Deze onderhandse lening valt buiten de restricties die zijn gesteld aan financials met een AAA rating (zie tabel 1 in paragraaf 3.2). Betreffende onderhandse lening wordt met de rating van de BNG in de rapportages van de vermogensbeheerder opgenomen. 2.2 Doelstelling van vermogensbeheer De Provincie Gelderland heeft besloten om de verkoopopbrengst van de Nuon-aandelen als stamkapitaal indien mogelijk nominaal in stand te houden. Nominaal in stand houden wil zeggen zonder correctie voor inflatie. Het stamkapitaal zal prudent worden beheerd en het rendement op de beleggingen zal worden ingezet in het kader van de Meerjarige Investeringsreserve Gelderland (MIG). Met het rendement wordt een stabiele kasstroom nagestreefd. Het rendement is op zichzelf geen bewust na te streven doel, maar het gevolg van de keuzes die gemaakt zijn op het gebied van prudentie en risicovermijding. Elk begrotingsjaar wordt bij de Voorjaarsnota bezien of en in welke mate een inflatoire aanpassing van het stamkapitaal gewenst en mogelijk is. Deze aanpassing is afhankelijk van de hoogte van de inflatie en de renteopbrengsten van de portefeuille. Daarnaast moet er rekening worden gehouden met het feit dat de marktwaarde van de portefeuille fluctueert als gevolg van wijzigende rentestanden. 2.3 Organisatie Het college stelt periodiek een strategisch beleggingsplan vast. Het strategisch beleggingsplan is gericht op de lange termijn beleggingsstrategie waarin de strategische keuzes met betrekking tot vermogensbeheer worden uitgewerkt. Gegeven de doelstelling van het vermogensbeheer en de risicohouding van de Provincie Gelderland wordt in het strategische beleggingsplan aangegeven waarin de Provincie Gelderland zal beleggen (het beleggingsuniversum), welke randvoorwaarden en 2 MiFID staat voor Markets in Financial Instruments Directive. Het is een geheel van rechtsregels die onder andere de harmonisatie en integratie van financiële en kapitaalmarkten en de bescherming van beleggers tot doel hebben. Deze Europese Richtlijn is per 1 november 2007 van toepassing binnen de Europese Unie en is van toepassing op een zeer ruime waaier van beleggingsdiensten (o.a. beheer en bewaarneming van financiële instrumenten als aandelen en obligaties). 4

restricties van toepassing zijn en hoe het beleggingsproces is georganiseerd. Het strategisch beleggingsplan wordt indien daar aanleiding toe is tussentijds gewijzigd. Het beleggingsproces staat centraal in het beleggingsbeleid. De verantwoordelijkheden en bevoegdheden van iedereen die betrokken is bij het beleggingsproces worden helder en zorgvuldig gedocumenteerd. Dit geldt zowel voor het college dit is immers eindverantwoordelijk - als voor het ambtelijk apparaat en de ingehuurde externe financiële dienstverleners (o.a. de vermogensbeheerder, de custodian en adviseurs). Het college draagt er zorg voor dat de provincie in alle fasen van het beleggingsproces over voldoende deskundigheid beschikt om de uitbesteding van de beleggingen professioneel te monitoren en de hiermee gepaard gaande risico s te beheersen. Deze deskundigheid is deels intern aanwezig en wordt deels ingehuurd bij externe adviseurs. Steeds blijft het college eindverantwoordelijk. Het college legt verantwoording af aan Provinciale Staten over het vermogensbeheer in de Voorjaarsnota, Begroting en Beleidsrekening en geeft daarbij inzicht in de financiële situatie van de beleggingsportefeuille. Gedurende het jaar, bij voorkeur ieder kwartaal, zorgt het college er voor dat het voldoende geïnformeerd is over de daadwerkelijke uitvoering van het beleggingsplan en de behaalde beleggingsresultaten. Het college heeft een klankbordgroep vermogensbeheer (de Klankbordgroep ) ingesteld, waarin onder meer twee leden van GS zitting hebben. De Klankbordgroep ondersteunt het college bij het vermogensbeheer in brede zin. In paragraaf 4 wordt verder ingegaan op de organisatie van het vermogensbeheer bij de Provincie Gelderland. 2.4 Uitvoering De Provincie Gelderland heeft het streven om als een prudent rentmeester met haar te beleggen respectievelijk belegde vermogen om te gaan. Dit rentmeesterschap rust op de volgende pijlers: 1. De Provincie Gelderland is een gekwalificeerde belegger in de zin van de Wet op het financieel toezicht (Wft), alsmede een professionele belegger in de zin van de Wft. Het college verwacht echter het hoogste niveau van zorgplicht van externe dienstverleners. De vermogensbeheerder en de custodian dienen de provincie materieel dezelfde bescherming te bieden als niet-professionele beleggers in de zin van de Wft, waar deze bescherming verder gaat dan die van een professionele belegger. Aldus is dan ook met de vermogensbeheerder en de custodian overeengekomen. 2. Activa worden zodanig belegd dat er wordt gestreefd naar een optimale veiligheid, kwaliteit, liquiditeit en het rendement van de portefeuille als geheel. Het rendement- en risicoprofiel van de portefeuille is afgestemd op de doelstelling van het vermogensbeheer, de wettelijke kaders van de Wet Fido/Ruddo, de Financiële verordening Gelderland en de Uitvoeringsregeling Financiële verordening Gelderland, alsmede de additionele restricties opgenomen in het strategisch beleggingsplan. Hierbij geldt steeds dat het college risico s zo veel als mogelijk tracht te vermijden. 3. Activa (beleggingen) worden belegd in het belang van de geformuleerde doelstelling van het vermogensbeheer van de Provincie Gelderland: het nominaal in stand houden van het stamkapitaal en het genereren van een stabiele kasstroom voor de MIG. 4. Het rendement op de beleggingsportefeuille volgt uit het gekozen risicomijdend profiel, de wettelijke restricties, de aanvullende restricties en de beoogde duration (gewogen gemiddelde looptijd van de toekomstige cashflows). Onder leningen worden begrepen waardepapieren, alsmede vastrentende waarden zoals bedoeld in de Ruddo. 5. Uitvoering van het vermogensbeheer vindt plaats op een professionele wijze. In de context van de Provincie Gelderland betekent dit dat zij een groot deel van het beleggingsproces uitbesteedt aan externe dienstverleners. Op de uitbesteding van het vermogensbeheer wordt adequaat toezicht gehouden. 5

6. Bij de uitvoering van het strategisch beleggingsplan dienen niet meer kosten gemaakt te worden dan welke redelijk en proportioneel zijn in relatie tot de omvang en samenstelling van het belegde vermogen en de doelstellingen van de Provincie Gelderland. 7. Tenslotte houdt het college in zijn beleggingsbeleid expliciet rekening met het thema verantwoord beleggen. Dit wordt nader uitgewerkt in paragraaf 3.5. 3. De beleggingstrategie Het college heeft bij de start van de vermogensbeheeractiviteiten expliciet stilgestaan bij de vraag welke beleggingen het best passen bij de doelstelling: het intact houden van het stamkapitaal en het genereren van een stabiele kasstroom die bijdraagt aan de MIG. Hierbij dient te worden aangetekend dat de Provincie Gelderland zich profileert als een risicomijdende belegger die rekening houdt met wettelijke restricties in het kader van de Wet Fido/Ruddo. In deze paragraaf wordt beschreven welk besluitvormingsproces wordt doorlopen bij het vermogensbeheer door de Provincie Gelderland, alsmede de strategische beleggingskeuzes. 3.1 Het besluitvormingsproces Het college stelt periodiek een strategisch beleggingsplan vast. Het strategisch beleggingsplan geeft richting aan de uitvoering van het vermogensbeheer op middellange termijn. Hierbij wordt het college ondersteund door het ambtelijk apparaat (de afdeling Financiën) en externe adviseurs met ervaring op het gebied van vermogensbeheer, alsmede de gecontracteerde vermogensbeheerder en custodian. Daarnaast levert de Klankbordgroep haar bijdrage aan de finale versie van het strategisch beleggingsplan. Het college legt het plan en de substantiële wijzigingen daarvan overeenkomstig artikel 167, vierde lid, van de Provinciewet (de zgn. voorhangprocedure) voor aan Provinciale Staten alvorens tot vaststelling over te gaan. Er kunnen zich situaties voordoen dat het strategisch beleggingsplan wordt aangepast. Voorbeelden hiervan zijn: 1. Als er sprake is van een veranderd inzicht in het rentebeleid (op basis van adviezen van externe adviseurs en de externe vermogensbeheerder) kan het college besluiten tot een aanpassing van het plan. 2. Elke nieuwe tranche (kasstroom) is een moment van evaluatie. Indien op het moment van belegging van die tranche de rente bijvoorbeeld extreem laag (hoog) is, kan gekozen worden voor een kortere (hogere) duration. Dan zal eerst het strategisch plan formeel worden aangepast voordat dergelijke aankopen worden gedaan. 3. Het wettelijk kader dan wel provinciale restricties kunnen veranderen. 3.2 Strategische beleggingskeuzes In Tabel 1 op blz 7 worden de strategische beleggingskeuzes inzichtelijk gemaakt. De tabel is een weerslag van het streven van de Provincie Gelderland naar prudentie en derhalve een portefeuille met een laag risico waaraan het rendement ondergeschikt is. Deze risicomijdende houding komt tot uitdrukking in het feit dat niet alleen de restricties die de Wet Fido/Ruddo oplegt in de portefeuille worden verwerkt, maar ook enkele additionele door de provincie zelf opgelegde restricties (zie derde kolom Tabel 1). 6

Tabel 1 Strategische keuzes en praktische invulling Uitgangspunten Strategische keuzes Invulling (prov. restricties) Strategisch beleggingsplan Frequentie: periodiek Er wordt belegd in obligaties die passen binnen de Wet Fido/Ruddo, alsmede de Financiële verordening Gelderland en de Uitvoeringsregeling Financiële verordening. Risicoaversie: hoog Beoogde duration: 7 jaar Invulling van de strategische portefeuille passend binnen de doelstellingen van de Provincie Gelderland. Definitie additionele restricties (boven op Fido/Ruddo) die gelden voor de portefeuille als geheel. Van het totale initiële vermogen is 250 mln rechtstreeks in een onderhandse lening uitgezet bij de BNG; De rest van het vermogen wordt beheerd door een externe vermogensbeheerder. Spreiding van het vermogen over verschillende instellingen respectievelijk obligaties 3. Vaststelling van het rentebeleid (op welke duration wordt gestuurd en welke bandbreedtes worden toegelaten?). De duration van de portefeuille als geheel (100%) is idealiter 7 jaar. De duration zal minimaal 3 jaar en maximaal 10 jaar bedragen. Vaststelling van valutabeleid: Alle beleggingen vinden plaats in euro s. Er is geen direct valutarisico. Conform Vaststelling wijze van portefeuillebeheer (actief of passief). Er wordt gekozen voor een buy-and-hold beleid. Slechts bij uitzondering worden obligaties tussentijds verkocht (passief beleid). Zero-coupon bonds Het is niet toegestaan te beleggen in Zerocoupon bonds. Derivaten Het is niet toegestaan te beleggen in derivaten. Duurzaamheid De provincie hanteert bij de aankoop van de obligaties het duurzaamheidsbeleid zoals geformuleerd in paragraaf 3.6 van dit strategisch beleggingsplan. Beleid t.a.v. Schatkistbankieren. In 2011 is door de provincie een Raamcontract partieel Schatkistbankieren met het Ministerie van Financiën overeengekomen. Schatkistbankieren is equivalent aan beleggen in Nederlandse Staatsleningen. In voorkomende gevallen kan hiervan gebruik worden gemaakt. 3 Spreiding van het vermogen over verschillende instellingen respectievelijk waardepapieren vormt als zodanig onderdeel van de hiervoor genoemde risicominimalisering. Onderdeel van spreiding vormt ook de hiervoor genoemde rechtstreekse 10 jarige onderhandse lening van 250 miljoen (aan de BNG). In verband met deze spreiding zal de provincie het vermogen laten beheren door een andere partij dan de partij die de waardepapieren bewaart. De provincie is niet verplicht om de waardepapieren door verschillende partijen te laten bewaren. 7

Samenstelling en bandbreedtes van de portefeuille. 1. Segmenten Neutraal Min Max Staatsleningen 50% 40% 60% Financials 50% 40% 60% Onder staatsleningen vallen alleen door Staten, uitgegeven obligaties 4. Onder financials worden verstaan obligaties uitgegeven door financiële ondernemingen in de zin van de Ruddo. Er worden geen achtergestelde obligaties in de portefeuille opgenomen. Alleen 'senior' obligaties van financiële ondernemingen en Staten, alsmede deposito s zijn toegestaan, zolang wordt voldaan aan de (onder andere rating-) restricties die zijn gesteld aan de uitgevende instelling en de wederpartijen van vastrentende waarden en de obligaties. 2. Rating afspraken Bij aanschaf moeten staatsleningen voldoen aan: - Land van uitgifte: EER; - Rating uitgevende instelling (Staat): minimaal AA (excl. AA-) met tenminste stabiele outlook voor het uitgevende land en waardepapier. De volgende landen met minimaal een AA rating zijn v.w.b. staatsleningen momenteel door de provincie toegestaan: Nederland Duitsland Frankrijk Finland Oostenrijk Noorwegen Zweden Luxemburg Denemarken Verenigd Koninkrijk N.b. Indien een bovengenoemd land door (verdere) downgrading lager uitvalt dan AA, dan kunnen er geen Staatsobligaties c.q. obligaties van financials van dat land meer worden aangekocht. Bij aanschaf moeten financials voldoen aan: - Land van vestiging: EER; - Rating land van vestiging: minimaal AA (excl. AA-) met tenminste stabiele outlook (zie bovengenoemde landen); - Rating uitgevende instelling (financiële onderneming): minimaal AA- met tenminste een stabiele outlook voor de uitgevende instelling en waardepapier; - Rating waardepapier: minimaal AA- met tenminste een stabiele outlook; - Duurzaamheidscriteria zoals genoemd in paragraaf 3.5 van het SBP. De hiervoor genoemde ratings moeten bij aanschaf en gedurende de looptijd zijn afgegeven door tenminste twee gezaghebbende ratingbureaus, waarbij de laagste rating van de twee hoogste ratings (inclusief 4 Subnationale organisaties (provincies e.d.) en staatsgegarandeerde semi-overheidsorganisaties (spoorwegen etc.) zijn expliciet uitgesloten. Alleen de Supra nationale organisatie European Investment bank wordt toegestaan, deze wordt als Staatslening beschouwd. 8

outlook) leidend is voor de bepaling of de lening voldoet aan de restricties 5. Voor de totale portefeuille gelden de volgende additionele restricties (op basis van ratings van twee gezaghebbende ratingbureaus): Neutraal Min Max AAA 50% 0% 100% AA 50% 0% 100% < AA 0% 0% 5% 6 (AA is inclusief AA+, AA en AA- met uitzondering van AA- met negative outlook) Voor staatsleningen met een AAA rating geldt een maximum van 25% (van het totaal belegde vermogen) per debiteur. Voor staatsleningen met een AA rating met stabiele outlook (excl. AA-) geldt het maximum van 15% (van het totaal belegde vermogen) per debiteur. Voor financials met een AAA rating geldt een maximum van 10% per debiteur. Voor financials met een rating lager dan AAA geldt een maximum van 2,5% per debiteur. Definities: Onder Nationaal wordt verstaan landen (Staat) Onder supranationaal wordt verstaan organisaties die bepaalde bevoegdheden van de nationale staten overgedragen hebben gekregen. De supranationale organisatie staat daardoor in wezen boven de nationale staten. Alleen de European Investment Bank is toegestaan. Volgens de restrictie in voorgaande tabel vallen supranationale instellingen onder de categorie staatsleningen. Onder subnationaal wordt verstaan lagere overheden (gemeenten/provincies). Echter deze zijn uitgesloten. Onder semi-publieke organisaties verstaan wij instellingen waarvan een groot gedeelte (minimaal 50%) van de aandelen in handen zijn van de overheid. Hierbij geldt dat eerst wordt beoordeeld of het een financial betreft. Dan geldt namelijk de restricties voor financials. De restricties met betrekking tot issuer/issue is leidend. Solvabiliteit 0% zien wij als leningen waar een staatsgarantie op is verleend, waardoor het risico van faillissement van de tegenpartij nihil is. Hierbij geldt dat de restricties met betrekking tot issuer/issue leidend is. Voor het bepalen van het maximum per debiteur is de rating van de issuer leidend. Bijvoorbeeld een AAA waardepapier van een AA financial mag slechts voor maximaal 2,5% deel uitmaken van de portefeuille. In de eerste fase van de opbouw van de portefeuille (juli 2009) heeft de provincie gekozen om een deel van de opbrengst van de Nuon-aandelen direct bij BNG uit te zetten in de vorm van een onderhandse lening ad 250 mln. Het overige vermogen is uitbesteed aan een externe vermogensbeheerder. 5 Als voorbeeld wordt gegeven; Als een issue een rating heeft van AAA, AA+ en AA- dan geldt de rating AA+ als geldende rating. Als een issue een rating heeft van AAA, AAA en AA+, dan geldt de rating AAA als geldende rating. 6 Een lagere rating dan AA- met stabiele outlook is niet toegestaan bij aanschaf van leningen. Indien leningen gedurende de looptijd gedowngrade worden is het toegestaan de leningen aan te houden, zolang het totaal van leningen met een rating lager dan AA- niet groter is dan 5% van de portefeuille. Hierbij geldt dat een overschrijding van deze 5%-limiet in principe maximaal 1 jaar mag bestaan. Binnen 1 jaar dient deze de overschrijding aan GS te worden voorgelegd, waarbij mede op advies van de vermogensbeheerder wordt besloten om betreffende stukken al dan niet te verkopen. 9

Er wordt gestuurd op een duration van 7 jaar voor de portefeuille. De duration dient minimaal 3 jaar en maximaal 10 jaar te zijn. Sturing van de duration vindt in principe plaats door middel van nieuwe kasstromen en vrijgevallen leningen. In principe geldt een buy-and-hold beleid, d.w.z. er vindt geen actief verkoopbeleid plaats door de vermogensbeheerder. Zie paragraaf 3.3 voor meer uitleg over het buy-and-hold beleid. Provincie Gelderland streeft er naar de portefeuille in de toekomst zodanig in te richten dat het gekozen looptijdprofiel bij een buy-and-hold beleid zo veel als mogelijk in stand blijft, zonder extra aan- en verkopen te moeten verrichten. Daartoe heeft de Provincie Gelderland besloten de beleggingen in te richten als een zogeheten replicating portefeuille (ideaal complex). In een replicating portefeuille wordt de portefeuille dusdanig ingericht dat over de gehele looptijd van het stamkapitaal (in beginsel oneindig) de portefeuille evenwichtig is ingericht. Als voorbeeld: uitgaande van de duration van 7 jaar voor de gehele portefeuille zullen de beleggingen zodanig ingericht worden dat deze duration steeds behouden blijft. Daartoe zal er naar gestreefd worden de portefeuille in een aantal looptijdtranches in te delen, waarbij (uitgaande van een stamkapitaal van op dit moment ca. EUR 2,6 miljard) bijvoorbeeld elke periode EUR 260 miljoen aan aflopende leningen oplevert, die vervolgens herbelegd worden in langlopende leningen om de duration op peil te houden. De exacte indeling van looptijden en inrichting van de replicating portefeuille wordt samen met de vermogensbeheerder ingevuld, rekening houdend met de op het moment van vrijval geldende beoogde duration. Het vermogen zal volledig worden belegd in staatsobligaties en financials. Het streven van de provincie is om in 2015 een verdeling van 60% staatsleningen en 40% financials te hebben, met een bandbreedte van plus en min 10%. Dit streven verhoudt zich met Tabel 1 op blz 7, waarin als neutrale samenstelling 50% staatsleningen en 50% financials wordt genoemd als gewenste toekomstige verdeling. In 2015 wordt tabel 1 aangepast naar de verdeling van 60% staatsleningen en 40% financials. Als benchmark hanteert de Provincie Gelderland Nederlandse staatsleningen. Hierbij wordt uitgegaan van een benchmark van Nederlandse staatsleningen met een duration van 7 jaar. De provincie benadrukt dat de benchmark niet bedoeld is om het beleggingsbeleid van c.q. behaalde rendement door de vermogensbeheerder te toetsen. De benchmark is alleen bedoeld als maatstaf op het gekozen beleggingsbeleid. Directe beleggingsopbrengsten en de rentecomponent van verkoopresultaten die voortvloeien uit de beleggingsportefeuille worden uitgekeerd aan de provincie. 3.3 Schatkistbankieren In het Lente-akkoord d.d. 26 april 2012 van VVD-CDA-D66-GroenLinks-Christenunie is o.m. opgenomen dat in 2013 verplicht schatkistbankieren zal worden ingevoerd. In de Staatscourant van 4 juni 2012 staat hierover het volgende vermeld: Het Kabinet heeft besloten dat in 2013 verplicht schatkistbankieren wordt ingevoerd voor gemeenten, provincies, waterschappen en gemeenschappelijke regelingen. Decentrale overheden zullen op de deposito s die zij bij het Ministerie van Financiën hebben uitgezet een rente vergoed krijgen die gelijk is aan de rentes die de Nederlandse Staat betaalt op leningen die ze op de markt aangaat. In genoemde publicatie in de Staatscourant wordt tevens aangegeven dat contracten en beleggingen die zijn aangegaan vóór 18.00 uur op 4 juni 2012 zullen worden geëerbiedigd. Zodra de looptijd van die beleggingen is verstreken, vallen de middelen in de schatkist. Contracten en beleggingen die zijn aangegaan op of na genoemd tijdstip vallen onder de nog op te stellen nieuwe regels, waarvoor op zo kort mogelijke termijn een wettelijke grondslag zal worden gecreëerd. N.b. in de publicatie staat dat schatkistbankieren in 2013 ingaat, dit kan dus ook uiterlijk 31 december 2013 zijn. Het college van mening dat de autonome positie van de provincies met de verplichte invoering van schatkistbankieren wordt aangetast, bovendien ontbreekt momenteel de wettelijke grondslag. De komende (her)beleggingen zullen derhalve conform de restricties van het Strategisch Beleggingsplan worden belegd, zonder beperking van de maximale looptijd. 10

3.4 Buy-and-hold beleid De Provincie Gelderland kiest strategisch (zie Tabel 1 op blz 7) uitdrukkelijk voor een laag risicoprofiel. Belangrijkste drijfveer hiervoor is het nominaal in stand houden van het stamkapitaal. Hierbij past ook een buy-and-hold (of passief) beleid, d.w.z. na aankoop blijven de obligaties in principe in de portefeuille tot de obligatielening afloopt. De Provincie Gelderland zal in een dergelijk geval de volledige obligatielening terugbetaald krijgen. Theoretisch blijft het stamkapitaal dan precies op hetzelfde niveau als bij aankoop. Een buy-and-hold beleid sluit actief beleid expliciet uit: slechts in uitzonderlijke gevallen mogen obligaties tussentijds verkocht worden. Dit past bij de visie van het college dat de netto toegevoegde waarde van actief beleid zeer onzeker is. Een passieve strategie past bovendien beter bij de hoge risicoaversie van Provincie Gelderland. Slechts in uitzonderlijke gevallen mogen obligaties tussentijds verkocht worden. Dit geldt ondermeer in de volgende situaties: 1. Indien obligaties of de portefeuille als geheel niet meer voldoen aan de restricties zoals gesteld in Tabel 1 op blz 7, geldt dat een overschrijding van een restrictie in principe maximaal 1 jaar mag bestaan. Binnen 1 jaar dient een overschrijding aan GS te worden voorgelegd, waarbij mede op advies van de vermogensbeheerder wordt besloten om betreffende stukken al dan niet te verkopen. Elk kwartaal zullen in het overleg van de Klankbordgroep betreffende overschrijdingen (breaches) aan de orde worden gesteld. 2. Alhoewel de opzet van een replicating portefeuille er voor zorg zal dragen dat de portefeuille altijd in lijn is met de doelstelling van een duration van 7 jaar, kan het voorkomen dat de portefeuille van tijd tot tijd herschikt zal moeten worden. In extreme situaties van grote renteschommeling kan het gebeuren dat de duration onder de 3 jaar zakt waardoor deze buiten de bandbreedtes zoals gesteld in het strategisch beleggingsplan valt. Indien er niet voldoende nieuwe kasstromen aanwezig zijn (nieuw Nuon-geld en vrijgevallen leningen), zal een deel van de portefeuille verkocht moeten worden (de obligaties met een lage duration). Met de opbrengst van deze verkoop zullen obligaties met een hogere duration worden aangekocht. 3. Aanpassingen in het strategisch beleggingsplan kunnen leiden tot een gewijzigd mandaat voor de externe vermogensbeheerder. Er zouden eventueel meer of minder additionele restricties kunnen gelden. 4. Er kunnen zich incidenten voordoen die er voor zorgen dat de portefeuille tijdelijk moet worden aangepast. In tijden van financiële crisis zou het college bijvoorbeeld een grotere allocatie dan vermeld in het strategisch beleggingsplan kunnen plaatsen bij een AAA-bank in de vorm van kortlopende leningen korter dan een jaar. Het beperken van risico s zal altijd de voornaamste drijfveer van een dergelijke beslissing zijn. Voor alle bovengenoemde situaties geldt dat er eerst een expliciete beslissing door het college moet worden genomen voorzien van de daaraan verbonden voorwaarden, alvorens de externe vermogensbeheerder de portefeuille kan herschikken. Indien er een situatie is van een acute financiële crisis geldt dat de externe beheerder binnen 24 uur contact op dient te nemen met het college (en vice versa). Een dergelijke omstandigheid is niet eenvoudig te classificeren. De Provincie Gelderland definieert een crisis als een situatie waarin een of meerdere landen, dan wel grote banken (systeembanken) dreigen failliet te gaan, of een situatie waarin aandelenmarkten op een dag meer dan 10% dalen, waarbij als leidraad de ontwikkeling van S&P500 index, FTSE 100 index, Eurostoxx 50 index en Nikkei 225 zal worden gevolgd. Ook als de rente-termijnstructuur (de relatie tussen de looptijd van een Staatslening of obligatie en het bijbehorende rentepercentage) in korte tijd (binnen 24 uur) hevig stijgt of daalt (verandering van 50 basispunten of meer), is er sprake van een uitzonderlijke situatie die vereist dat er contact is met de vermogens-beheerder. Als laatste indicator zal een maatstaf voor beweeglijkheid in de markt gevolgd worden (een volatiliteitsindicator). Gekozen wordt voor de VIX, die de verwachte beweeglijkheid van de Amerikaanse aandelenbeurs S&P500 volgt. Overigens geldt uitdrukkelijk dat een dergelijk incidenten-overleg niet noodzakelijkerwijs hoeft te leiden tot transacties. Slechts in een uitzonderlijk geval zal de portefeuille herschikt worden. De bovenstaande uitzonderingen onder punt 1 t/m 4 in paragraaf 3.3 leiden er toe dat niet alle obligaties in de portefeuille na aankoop tot aflossing worden aangehouden. Dit zal naar verwachting een klein effect hebben op het stamkapitaal (positief of negatief) omdat tussentijdse winsten of verliezen worden gerealiseerd. Bij een stabiel renteniveau is het effect op het stamkapitaal naar verwachting klein. 11

3.5 Risicomanagement De eventuele beleggingsrisico's worden verkleind door spreiding en door de in paragraaf 3.2 vermelde restricities. Met de geselecteerde beleggingsportefeuille en het uitbesteden van het vermogensbeheer zijn de risico's voor de provincie tot een aanvaardbaar minimum beperkt. Hieronder volgt een nadere toelichting per risicocategorie. Valutarisico Dit risico is uitgesloten door enkel en alleen in Euro genoteerde obligaties te beleggen. Koersrisico Dit risico is beperkt omdat belegd wordt in obligaties en het vermogen nominaal in stand wordt gehouden. Mocht een obligatie, doordat die niet meer aan de gestelde restricties voldoet, verkocht moeten worden dan zou er een koersrisico kunnen optreden. Indien dit koersverlies optreedt moet dit gecompenseerd worden door het rendement op de rest van de portefeuille. Kredietrisico Dit risico heeft betrekking op het niet kunnen nakomen van de betalingsverplichtingen van een debiteur. Door in de restricties scherpe richtlijnen te hanteren voor wat betreft de rating, wordt het kredietrisico geminimaliseerd. Renterisico De provincie loopt een renterisico bij het herbeleggen van obligaties. Door voldoende spreiding in de looptijden te waarborgen wordt dit risico gereduceerd. Liquiditeitsrisico Door een substantieel deel van de portefeuille in staatsobligaties te beleggen en te spreiden over voldoende debiteuren en grote leningen is het eenvoudig om obligaties te kopen en indien nodig weer te verkopen. Beheerrisico Het beheren van een dergelijke omvangrijke beleggingsportefeuille is een specialisme en blijft mensenwerk. Overigens blijft de provincie verantwoordelijk voor de beleggingsresultaten op haar portefeuille. Vandaar dat er op dit gebied ook geïnvesteerd wordt in de eigen organisatie (zie ook paragraaf 4 Organisatie van het vermogensbeheer). 3.6 Verantwoord beleggingsbeleid Beleidskader Het college is van mening dat de maatschappelijke discussie over verantwoord beleggen ook voor het beleggingsbeleid van de provincie gevolgen moet hebben, gezien haar achtergrond en plaats in de maatschappij. Om die reden integreert de Provincie Gelderland het thema verantwoord beleggen nadrukkelijk in het beleggingsproces. De Provincie Gelderland sluit zich in haar beleidsvorming aan bij een brede maatschappelijke ontwikkeling. In het algemeen kan over de financiële gevolgen van de integratie van verantwoord beleggen het volgende worden opgemerkt 7. Het opschorten van beleggingen in ondernemingen die niet voldoen aan bepaalde eisen op het gebied van duurzaamheid (in al zijn dimensies: ethisch, sociaal-maatschappelijk, milieu en kwaliteit van bestuur) heeft, mits verstandig toegepast, geen negatieve invloed op het rendement en of risico van een portefeuille. Dat wil zeggen dat de invloed op het rendement en risico van de portefeuille in de regel aanvaardbaar zijn, zolang de Provincie Gelderland niet ten principale hele sectoren van de economie uitsluit en haar criteria niet zodanig scherp formuleert dat een significant deel van het beleggingsuniversum wordt geschrapt. Het goed rentmeesterschap van het college komt dus niet in gevaar bij doordachte implementatie van verantwoord beleggen. 7 Zie voor meer details het rapport van de commissie Hummels: de gearriveerde toekomst (2007). 12

De keuze voor verantwoord beleggen sluit aan bij het algemene duurzame inkoopbeleid (de Provincie Gelderland wenst een duurzame inkoop van financiële dienstverlening). De provincie Gelderland heeft de opvatting dat verantwoord beleggen ook positief bijdraagt aan het managen van de risico s van de beleggingsportefeuille. Het college heeft de onderstaande visie op verantwoord beleggen geformuleerd. De Provincie Gelderland heeft een maatschappelijke taak, eigen aan haar positie als middenbestuur in het publieke domein. In het algemene inkoopbeleid van de provincie wordt al enige tijd rekening gehouden met het begrip duurzaamheid. De Provincie Gelderland wenst ook financiële diensten (bijvoorbeeld vermogensbeheer) en waardepapieren duurzaam in te kopen. Het volgende beleid dient als uitgangspunt voor de vermogensbeheeractiviteiten: 1. In een Europese aanbestedingstraject wordt de uitvoerder van het vermogensbeheer gescreend op het thema verantwoord beleggen. De Provincie Gelderland verlangt dat een externe vermogensbeheerder de UN PRI 8 heeft getekend of dat deze op een vergelijkbare wijze het thema verantwoord beleggen in zijn organisatie als geheel en het beleggingsproces specifiek heeft geïntegreerd. 2. De Provincie Gelderland zal alleen beleggen in financials die voldoen aan een bepaalde score op duurzaamheid. Leidraad daarbij is een breed opgezette rating score van Sustainalytics die rekening houdt met een groot aantal criteria op het gebied van duurzaam-heid van de onderliggende financiële instellingen. Indien een gewenste financial niet is gescreend door het rating instituut, bestaat de mogelijkheid dat elders informatie wordt ingewonnen door de vermogensbeheerder. De externe vermogensbeheerder moet de beschikking hebben over informatie betreffende de duurzaamheid van de obligaties waarin wordt belegd. De door de vermogensbeheerder te bezigen bron van de informatie behoeft de voorafgaande goedkeuring van de Provincie Gelderland. Sustainalytics is ontstaan uit initiatieven van Triodos, MeesPierson en PGGM. 3. De Provincie Gelderland zal geen screening toepassen op staatsobligaties. In de praktijk is weinig consensus over de vraag of het zinvol is om nationale overheden te screenen op duurzaamheid. Verreweg de meeste beleggers (en institutionele klanten) in de praktijk kiezen er voor om binnen het segment staatsobligaties geen screening op basis van duurzaamheid toe te passen. Nadere uitwerking Ad 1. Ad 2. De huidige externe vermogensbeheerder heeft de UN PRI en diverse convensies getekend. Daarnaast heeft de vermogensbeheerder duurzame ontwikkeling en respect voor mensenrechten opgenomen in de organisatie uitgangspunten. Voor de beoordeling van de financials wordt gebruik gemaakt van een filter benadering. Dit betekent dat elke financial wordt getest op duurzaamheidscriteria en dan wel of niet wordt geaccepteerd. Voor de screening van de financials in de portefeuille van de provincie wordt de database van rating instituut Sustainalytics gebruikt. De Sustainalytics scores zijn opgebouwd uit drie onderdelen. De onderdelen zijn environment (milieu), social (sociaal maatschappelijk) en governance (kwaliteit van het bestuur van de financiële instelling). De score wordt daarom ook wel ESG score genoemd. De onderdelen environment, social en governance zijn onderverdeeld naar een groot aantal indicatoren. Aan de indicatoren worden scores toegekend die middels een wegingsfactor leiden tot één duurzaamheidsscore voor een financial. De scores lopen van 0 tot 100. Waarbij een score van 100 staat voor uitmuntend. 8 Kern van de UN PRI is dat institutionele beleggers aangeven dat ze ervan overtuigd zijn dat financieel en maatschappelijk rendement kunnen samengaan. 13

Op basis van de gegevens van Sustainalytics heeft de provincie in samenspraak met de vermogensbeheerder 2 duurzaamheidscriteria gedefinieerd. De financials, waarin de provincie belegt, dienen aan beide criteria te voldoen. De criteria zijn: 1. Als minimum total rating score hanteert de provincie een score van 50, met als argument dat alleen financials met een bovengemiddelde duurzaamheidsscore worden toegelaten tot de portefeuille. 2. Financials met een controverse score van 4 of 5 worden uitgesloten. De controverse score (risico incidenten die van invloed zijn op duurzaamheid) van Sustainalytics kent een schaal van 1 tot 5 waarbij een score van 5 het slechts is. De score wordt bepaald aan de hand van een zevental aspecten. De aspecten zijn: A. de impact van het incident B. mate van uitzonderlijkheid C. invloedsfeer D. niveau van herhaling E. reactie van het bedrijf F. bestuurlijke verantwoordelijkheid G. het mensenrechten beleid van de onderneming en de praktische vertaling daarvan Het hanteren van de beide bovenstaande criteria is eveneens een vorm van risicomanagement. Om dit te onderbouwen wordt een voorbeeld gegeven. Stel een financiële instelling leent steeds grote hoeveelheden geld aan ondernemingen met een goede financiële reputatie, maar met een heel slechte reputatie op duurzaamheid. Die bedrijven zouden onder druk van consumenten en de media kunnen komen te staan met als gevolg dat die leningen als risicovoller (i.e. hogere spread) worden ingeschat. Dit betekent dat de marktwaarde van de leningen zal dalen, hetgeen de financiële instelling direct raakt. Ook als de reputatie van de financiële instelling zelf ter discussie staat zal dit een negatieve invloed hebben op het risico van de portefeuille. Het hanteren van een minimum score op de duurzaamheidsscore van Sustainalytics zorgt ervoor dat het risico neerwaarts verder wordt beperkt (bovenop de reguliere maatregelen om het risico te beperken zoals elders in dit plan verwoord). De duurzaamheidsfactoren kunnen dus ook worden geïnterpreteerd als een extra risico check. Daarnaast wordt het imagorisico van de financiële instellingen waarin wordt belegd verkleind en dus uiteindelijk ook het imagorisico van de provincie. Voor financiële instellingen geldt dat ook de kans op schadeclaims wordt verkleind. De huidige portefeuille voldoet op het moment van invoering van het duurzaamheidbeleid nog niet volledig aan de minimale voorwaarden zoals die hierboven beschreven staan. De provincie heeft besloten de huidige portefeuille aan te houden. Echter bij aankoop van nieuwe leningen heeft de vermogensbeheerder de opdracht om financials aan te kopen die voldoen aan de hiervoor beschreven voorwaarden. Voor financials die na de inwerkingtreding van het nieuwe beleid zijn aangekocht en die door herwaardering op een score van minder dan 50 komen ontvangt de provincie een advies van de vermogensbeheerder. Dit advies wordt in de eerstvolgende klankbordgroep vermogensbeheer besproken en de klankbordgroep kan op basis van het advies uw college voorstellen te besluiten de betreffende stukken aan te houden of over te gaan tot verkoop van de betreffende obligaties. Als gevolg van marktontwikkelingen of veranderende inzichten is het mogelijk dat de Sustainalytics scores wijzigen. Een integrale check vindt in ieder geval jaarlijks plaats. Maandelijks vindt door Sustainalytics een update plaats van de scores. In de kwartaalrapportage van de vermogensbeheerder is een duurzaamheidsparagraaf opgenomen. De vermogensbeheerder legt in deze paragraaf verantwoording af over de portefeuille in relatie tot de gestelde criteria. 14

4. Organisatie van het vermogensbeheer Het college heeft besloten om het vermogensbeheer grotendeels uit te besteden. De Provincie Gelderland profileert zich als een professionele belegger maar verwacht het hoogste niveau van zorgplicht van externe dienstverleners. Wanneer de zorgplicht van de vermogensbeheerder voor een niet-professionele belegger verder gaat dan voor een professionele belegger, bedingt de provincie deze verdergaande zorg teneinde de maximaal benodigde informatie en toelichting op beleggingsgebied van de vermogensbeheerder te verkrijgen. Hoewel het vermogensbeheer wordt uitbesteed is de provincie zelf, meer specifiek het college, eindverantwoordelijk voor de resultaten van het vermogensbeheer. Dat betekent dat er binnen de provincie taken en verantwoordelijkheden liggen die goed in de ambtelijke en de politieke organisatie moeten worden ingebed. Zo is het college verantwoordelijk is voor het vaststellen van de vermogensbeheerstrategie die past bij de doelstelling van het stamkapitaal. Daarnaast is het college ervoor verantwoordelijk toe te zien op adequate uitvoering van het mandaat dat is gegund aan de externe vermogensbeheerder. Daarbij wordt het college ondersteund door het ambtelijk apparaat van de afdeling Financiën. Een adequate invulling van de supervisierol vereist naast bestuurlijke ervaring ook inhoudelijke kennis van (strategisch) beleggen en het (operationele) beleggingsproces. Om die reden heeft het college de volgende maatregelen genomen: 1. Er is een Klankbordgroep Vermogensbeheer geïnstalleerd. In de klankbordgroep nemen de 1 e en 2 e portefeuillehouder financiën, het hoofd van de afdeling Financiën en de teammanager Financiën/FIB zitting. Tevens maakt een ambtelijk secretaris deel uit van de Klankbordgroep. De Klankbordgroep heeft als voornaamste taak om GS te ondersteunen bij haar rol als eindverantwoordelijke voor de beleggingsstrategie. Concreet betekent dit dat de Klankbordgroep zich bezighoudt met inhoud en richting van het strategisch beleggingsbeleid. Bovendien kan de Klankbordgroep GS ondersteunen bij de evaluatie van de uitvoering van het beleggingsbeleid door de externe vermogensbeheerder. 2. De tweede maatregel is een versterking van de Treasury-functie in de Provincie Gelderland. Er is zowel in kwantitatieve als in kwalitatieve zin capaciteit toegevoegd aan de afdeling Financiën, teneinde de supervisierol t.a.v. vermogensbeheer door het college ambtelijk te ondersteunen. 3. Ambtelijke adviescommissie vermogensbeheer. Het doel van de ambtelijke adviescommissie is het voorbereiden van adviezen aan het bestuur, klankbordgroep en management. Deze adviescommissie bestaat uit: Manager Financiën (vz), teammanager Financieel Beleid, medewerkers team vermogensbeheer, alsmede een externe deskundige. De ambtelijke adviescommissie is het gremium om inhoudelijke discussies te voeren op het gebied van vermogensbeheer. Het gaat om lopende zaken, maar ook om specifieke onderwerpen. Voor onderwerpen die door de ambtelijke adviescommissie relevant worden gevonden voor de klankbordgroep stelt de adviesgroep een advies op. Dit geldt in ieder geval voor de adviezen die aan het college worden voorgelegd ter besluitvorming. 4. Bij professioneel vermogensbeheer is het noodzakelijk dat er een duidelijke functiescheiding is tussen de opdrachtgever en de uitvoerder van het vermogensbeheer. Op die wijze kan onafhankelijk worden getoetst of de uitvoerder binnen het mandaat heeft geopereerd. Omdat de provincie heeft besloten om het vermogensbeheer uit te besteden, is deze scheiding duidelijk. Het college is eindverantwoordelijk voor de uitvoering van het vermogensbeheer. Het college stelt het strategisch beleggingsbeleid vast. Bij aangelegenheden betreffende het vermogensbeheer wordt het college ondersteund door de afdeling Financiën en indien nodig door externe adviseurs. De afdeling Financiën is het dagelijks aanspreekpunt voor alle zaken die te maken hebben met de rol van de provincie in het vermogensbeheer. De externe beheerder voert het mandaat uit conform de afspraken in het contract met de provincie en rapporteert hier regelmatig over. Figuur 1 op pagina 16 vat de organisatie van het vermogensbeheer door de Provincie Gelderland beknopt samen. Belangrijk is het segment Beleidsformulering en toezicht op uitvoering. Het tweede segment betreft de uitvoering van het vermogensbeheer door de externe beheerder. Deze rapporteert 15