VIESMANN VITOLA 222 Zeer-lagetemperatuurverwarmingsketel op olie of gas 15 tot 27 kw Technisch blad Bestelnr. en prijzen: zie prijslijst Bewaren in: Map Vitotec, register 1 VITOLA 222 Type VE2A Zeer-lagetemperatuurverwarmingsketel op olie of gas Voor glijdend verlaagde ketelwatertemperatuur. Met eropgeschroefde, regelbare warmwaterboiler van staal met Ceraprotect-emaillering en boilerlaadpomp voor de boileropwarming. 3/2006
Devoordelenopeenrij & Vitola 222 een combinatie van de zeer-lagetemperatuurverwarmingsketel Vitola 200 met geïntegreerde, regelbare warmwaterboiler met 150 liter inhoud. & Biferraal samengestelde verwarmingsoppervlakken van gietijzer en staal voor een hoge bedrijfszekerheid en een lange gebruiksduur. & Schone verbranding door de Vitoflame 200 oliebrander en aangepaste verbrandingskamergeometrie: komt uit onder de grenswaarden van het milieukeurmerk Blauer Engel en de Zwitserse luchtreinheidverordening. & Bijzonder zuinig en milieuvriendelijk door glijdend verlaagde ketelwatertemperatuur; schakelt helemaal uit als er geen warmte nodig is. Normrendement: 96 %. & Bij een opsteloppervlak van 0,84 m 2, uitermate geschikt voor kleine opstelplaatsen. & Aparte levering van warmwaterboiler en verwarmingsketel vergemakkelijkt het naar binnen brengen. A Vitotronic-regeling B Warmwaterboiler met Ceraprotect-emaillelaag C Uiterst effectief isolatiemateriaal rondom (CFK-vrij) D Biferraal samengestelde verwarmingsoppervlakken van gietijzer en staal voor een hoge bedrijfszekerheid en een lange gebruiksduur E Uiterst efficiënte isolatie F Vitoflame 200 oilebrander met computerprogramma warm getest en op het ketelvermogen afgestemd 2 VIESMANN VITOLA 222
Technische gegevens Technische gegevens Nom. vermogen kw 15* 1 18 22 27 Warmwaterboiler Inhoud l 150 150 150 150 Continu warmwatervermogen* 2 l/h 368 442 540 663 bij gemiddelde ketelwatertemp. 70 C Vermogenkengetal N L* 3 1,8 2,0 2,0 2,0 Max. taphoeveelheid bij het aangegeven l/min 18 19 19 19 warmwater-vermogenskengetal N L en tapwateropwarming van 10 naar 45 C Productidentificatienummer CE-0085 AQ 0700 Afmetingen ketellichaam (inbrengmaten) Lengte d mm 520 520 577 656 Breedte b mm 492 492 537 565 Hoogte mm 669 669 691 708 Afmetingen boilerlichaam (inbrengmaten) Lengte mm 646 646 646 646 Breedte mm 616 616 616 616 Hoogte mm 891 891 891 891 Totale afmetingen Totale lengte e mm 1128 1128 1185 1264 Totale breedte c mm 630 630 640 667 Totale hoogte a mm 1565 1565 1590 1605 Hoogte onderstel mm 190 190 190 190 Gewicht Ketellichaam kg 112 113 135 164 Boilerlichaam kg 70 70 70 70 Totaalgewicht kg 248 249 272 304 Ketellichaam, warmwaterboiler, isolatie, brander en ketelcircuitregeling Inhoud ketelwater l 49 49 61 76 Max. beveiligingsdruk Verwarmingsketel bar 3 3 3 3 Warmwaterboiler bar 10 10 10 10 Aansluitingen aan de verwarmingsketel Ketelaanvoer en -retour G 1½ 1½ 1½ 1½ Veiligheidsaansluiting R 1 1 1 1 (veiligheidsklep) Aftap R ¾ ¾ ¾ ¾ Aansluitingen aan de warmwaterboiler Koud water, warmwater R ¾ ¾ ¾ ¾ Circulatie R ¾ ¾ ¾ ¾ Rookgaswaarden* 4 Temperatuur tot 40 C ketelwatertemperatuur C 145 145 145 145 tot 75 C ketelwatertemperatuur C 165 165 165 165 Massadebiet bij stookolie en aardgas kg/uur 26 31 38 46 Normrendement % 96 96 96 96 bij verwarmingssysteemtemp. 75/60 C Rookgasaansluiting 7mm 130 130 130 130 Gasinhoud ketel l 32 39 53 73 Rookgaszijdige weerstand* 5 Pa 6 7 8 8 mbar 0,06 0,07 0,08 0,08 Min. vereiste rookgastrek* 6 Pa 5 5 5 5 mbar 0,05 0,05 0,05 0,05 *1 * Niet voor b *2 Bij 10 C waterinlaat- en 45 C -uitlaattemperatuur. Dit warmwatervermogen is alleen gegarandeerd bij werking met voorrangschakeling voor de tapwateropwarming. *3 Volgens DIN 4708 bij een gemiddelde ketelwatertemperatuur van 70 C en boilerbevoorradingstemperatuur Tsp = 60 C. Het warmwaterkengetal N L verandert evenredig met de boilerbevoorradingstemperatuur Tsp. Richtwaarden: Tsp = 60 C 1,0 NL,Tsp=55 C 0,75 NL, Tsp = 50 C 0,55 NL, Tsp = 45 C 0,3 NL. *4 Rekenwaarden voor uitvoering van de rookgasinstallatie volgens EN 13384 met 13 % CO 2 op stookolie en 10 % CO 2 op aardgas. Rookgastemperaturen als gemeten brutowaarden volgens EN 304 bij 20 C verbrandingsluchttemperatuur. *5 Rekening mee houden bij de keuze van de brander. *6 Rekening mee houden bij de schoorsteendimensionering. VITOLA 222 VIESMANN 3
Technische gegevens (vervolg) AGA Rookgasafvoer E Aftap en membraan-expansievat KR Ketelretour KTS Keteltemperatuursensor KV Ketelaanvoer KW Koud water RLU Luchttoevoeraansluiting voor gesloten werking SA Veiligheidsaansluiting (veiligheidsklep) STS Boilertemperatuursensor WW Warm water Z Circulatie Maattabel Nom. vermogen kw 15* 1 18 22 27 a mm 1565 1565 1590 1605 b mm 492 492 537 565 c mm 630 630 640 667 d mm 520 520 577 656 e mm 1128 1128 1185 1264 f mm 195 195 210 225 g mm 144 144 126 110 uur mm 439 439 428 443 i mm 1281 1281 1304 1320 k mm 1478 1478 1501 1517 *1 Niet voor b 4 VIESMANN VITOLA 222
Technische gegevens (vervolg) Opstelling Nom. vermogen kw 15 18 22 27 c mm 200 200 200 200 d Rekening houden met de bouwlengte van de gecombineerde bijluchtinrichting Vitoair Afstand a: Afstand b: Afstand c: Deze lengte moet vóór de verwarmingsketel aanwezig zijn voor het uitbouwen van de verbrandingskamer. Als de ketel met een Vitoflame 200 gasbrander moet worden uitgerust, moet naast de ketel aan de zijkant waar de combinatiearmatuur moet worden gemonteerd, een minimumwandafstand van 500 mm voor instel- en onderhoudswerkzaamheden aanwezig zijn. Noodzakelijke afstand voor de inbouw van de magnesiumanode. Nom. vermogen kw 15 18 22 27 a mm 500 500 550 630 b mm 100 100 100 100 Opstelling & Geen luchtverontreiniging door halogeen-koolwaterstoffen (deze bevinden zich bijv. in sprays, verven, oplosmiddelen en reinigingsproducten) & Geen buitengewone stofneerslag & Geen hoge luchtvochtigheid & Vorstvrij en goed geventileerd Anders is storing en schade aan de installatie mogelijk. De ketel mag uitsluitend gebruikt worden in gesloten werking in ruimtes die eventueel verontreinigd zijn met halogeen-koolwaterstoffen. VITOLA 222 VIESMANN 5
Technische gegevens (vervolg) Waterzijdige weerstand De Vitola 222 is alleen geschikt voor CV-installaties met geforceerde circulatie. 6 VIESMANN VITOLA 222
Technische gegevens (vervolg) Tapwaterzijdige doorstroomweerstand Toestand bij levering Ketellichaam met keteldeur en warmwaterboiler (apart verpakt) 1 doos met isolatie en toebehoren voor de warmwaterboiler (verbindingsleiding, bijartikelen en boilerlaadpomp) 1 doos met ketelregeling en 1 map met technische documentatie 1 doos met Vitoflame 200 oliebrander of Vitoflame 200 gasbrander 1 doos met branderkap (oliebrander) 1 reinigingsborstel 1 doos met toebehoren voor gesloten werking van de Vitoflame 200 oliebrander (afhankelijk van bestelling) 1 productbijlage (codeerstekker en technische documentatie) Regelingsvarianten Vitotronic 100 (type KC2) voor verhoogde ketelwatertemperatuur Vitotronic 150 (type KB1) voor glijdend verlaagde ketelwatertemperatuur Vitotronic 200 (type KW1 of KW2) voor glijdend verlaagde ketelwatertemperatuur, met of zonder mengklepregeling Toebehoren bij de verwarmingsketel Zie de prijslijst en het technisch blad Toebehoren voor verwarmingsketels. VITOLA 222 VIESMANN 7
Planningsaanwijzingen Rookgasinstallatie Volgens EN 13384 en DIN 18160 moeten de rookgassen van de rookgasinstallatie zo naar buiten gevoerd worden en zo tegen afkoeling beschermd zijn, dat neerslag van dampvormige rookgasbestanddelen in de schoorsteen niet tot gevaar kan leiden. De Vitola 222 werkt met een lage rookgastemperatuur, zodat de rookgasinstallatie op de verwarmingsketel afgestemd moet zijn. Bij gewone, niet- of matiggeïsoleerde schoorstenen met een te grote diameter (vochtgevoelige schoorstenen) koelen de rookgassen te snel af en kunnen tot vochtdoortrokken schoorsteen leiden. Bij open werking is het gebruik van een gecombineerde bijluchtinrichting bijzonder nuttig; deze kan in veel gevallen het doortrekken van vocht voorkomen. Als de benodigde diameter in het grensbereik van twee diameters ligt, moet de grootste diameter gekozen worden. Deze moet minstens met de diameter van de rookgasaansluiting overeenkomen. Als de rookgasinstallatie over een condensafvoer beschikt, moet een sifon worden ingebouwd. Verbindingsstuk Het verbindingsstuk van de ketel naar de schoorsteen moet de diameter van de rookgasaansluiting hebben en zo direct mogelijk naar de schoorsteen geleid worden. In het verbindingsstuk mogen maximaal twee bochten voor een goede stroming ingebouwd worden. Twee horizontaal geplaatste 90 -bochten moeten vermeden worden. Het verbindingsstuk moet op de stootplaatsen en bij de reinigingsopening worden afgedicht. De meetopening moet ook worden afgesloten. Het verbindingsstuk tussen ketelrookgasaansluiting en schoorsteen moet van isolatie worden voorzien. Aanpasbare rookgastemperatuur Wanneer op grond van de schoorsteenomstandigheden (bijv. schoorsteen niet geïsoleerd of een te grote diameter) een aanpassing van de rookgastemperatuur nodig is, kan bij de Vitola 222 op eenvoudige wijze de rookgastemperatuur verhoogd worden zonder de branderinstelling te veranderen. Daartoe kunnen de in de bodem van de roestvaststalen verbrandingskamer met zeer brandbestendige isolatie afgedekte kanalen geopend worden. Door de vrijgelegde openingen stroomt een gedefinieerde hoeveelheid rookgas in de rookgasverzamelkamer en verhoogt de rookgastemperatuur met een bepaalde maat per vrijgemaakte opening met ca. 10 K ( C). De hoge CO 2 -waarde en het gunstige roetbeeld worden daardoor niet aangetast. Aanwijzing Een verhoging van de rookgastemperatuur met 10 K verlaagt het energiegebruik met 0,4 %. Daarom moet deze maatregel alleen in noodgeval genomen worden. Andere maatregelen, zoals het gebruik van een bijluchtinrichting (bij open werking van de brander) of diameteraanpassing van de schoorsteen verdienen de voorkeur. Keuze van het nominale vermogen Verwarmingsketel kiezen volgens de benodigde warmtebehoefte inclusief tapwateropwarming. Bij lagetemperatuurketels, condenserende HR-ketels en meerketelinstallaties kan het vermogen groter zijn dan de berekende warmtebehoefte van het gebouw. Het rendement van lagetemperatuurketels is in het bereik van de ketelbelasting stabiel. Brandstof Het gebruik van biobrandstoffen evenals additieven voor stookolie en producten die de verbranding bevorderen en verbrandingsresten veroorzaken, zijn niet toegestaan. Montage van een geschikte brander De brander moet geschikt zijn voor het betreffende nominale vermogen en voor de weerstand van de verwarmingsketel aan rookgaszijde (zie de technische gegevens van de branderfabrikant). Het materiaal van de branderkop moet geschikt zijn voor bedrijfstemperaturen tot minstens 500 C. Olieventilatorbrander De brander moet volgens EN 267 getest en gemarkeerd zijn. Gasventilatorbrander De brander moet getest zijn volgens EN 676 en moet overeenkomstig de richtlijn 90/396/EEG de CE-markering hebben. Branderinstelling Het olie- resp. gasdebiet van de brander moet worden ingesteld op het aangegeven nominale vermogen van de verwarmingsketel. Dimensionering van de installatie De ketelwatertemperatuur is op 75 C begrensd. Door omzetting van de temperatuurregelaar kan de ketelwatertemperatuur en daarmee ook de aanvoertemperatuur verhoogd worden. Om de verdelingsverliezen te beperken, adviseren wij de warmteverdelingsinstallatie en de tapwaterverwarming op max. 70 C aanvoertemperatuur in te stellen. 8 VIESMANN VITOLA 222
Planningsaanwijzingen (vervolg) Veiligheidstechnische uitrusting De verwarmingsketels moeten volgens EN 12828 voor warmwater-verwarmingsinstallaties op een veiligheidstemperatuur van max. 110 C worden ingesteld en overeenkomstig de typehomologatie van een gekeurde veiligheidsklep worden voorzien. Deze moet volgens TRD 721 gekenmerkt zijn: & H tot 3,0 bar toegestane bedrijfsdruk en max. 2700 kw vermogen & D/G/H voor alle andere bedrijfsomstandigheden Verwarmingscircuits Voor verwarmingsinstallaties met kunststofbuizen adviseren wij het gebruik van diffusiedichte buizen om indiffunderen van zuurstof door de buiswanden te verhinderen. In verwarmingsinstallaties met kunststofbuizen die zuurstof doorlaten (DIN 4726) moet een systeemscheiding worden aangebracht. Hiervoor leveren wij aparte warmtewisselaars. Vloerverwarmingen en verwarmingscircuits met een zeer grote waterinhoud moeten ook bij lage- en zeer-lagetemperatuurketels via een 4-weg-mengklep aan de ketel worden aangesloten; zie planningsaanwijzing Regeling van vloerverwarmingen. In de aanvoer van het vloerverwarmingscircuit moet een temperatuurschakelaar worden gemonteerd voor het begrenzen van de maximumtemperatuur. Daarbij moet DIN 18560-2 worden gerespecteerd. Kunststof buissystemen voor radiatoren Ook bij systemen met kunststofbuizen voor verwarmingscircuits met radiatoren adviseren wij de inbouw van een temperatuurschakelaar voor de begrenzing van de maximumtemperatuur. Laagwaterniveaubeveiliging Volgens EN 12828 kan bij verwarmingsketels tot 300 kw van beveiliging tegen watergebrek worden afgezien, als is gegarandeerd dat ontoelaatbare verwarming bij laagwaterniveau niet kan voorkomen. Viessmann Vitola 222 hebben temperatuurregelaars en veiligheidstemperatuurbegrenzers van een goedgekeurde constructie. Door tests is aangetoond dat bij een eventueel optredend gebrek aan water als gevolg van lekkage aan de verwarmingsinstallatie en gelijktijdige werking van de brander, zonder bijkomende maatregelen uitschakeling van de brander plaatsvindt voordat ontoelaatbare verwarming van de verwarmingsketel en de rookgasinstallatie intreedt. Garantie voor warmwaterboiler Wij verlenen uitsluitend garantie op warmwaterboilers als de tapwaterkwaliteit van het te verwarmen water voldoet aan de hiervoor geldende tapwaterverordening en als de beschikbare waterbehandelingsinstallaties storingsvrij werken. Uitvoering met Vitoflame 200 voor gesloten werking De verbrandingslucht wordt direct naar de brander gevoerd. Een luchttoevoeropening naar de opstelruimte is niet nodig, deze kan volgens EnEV luchtondoorlatend worden uitgevoerd. De permanente afkoeling van de opstelruimte wordt voorkomen. Aan de eisen van EN 15035 (pren 15035:2005), in het bijzonder aan de dichtheid van het verbrandingscircuit moet worden voldaan. De volgende eisen moeten gerespecteerd worden: & Luchttoevoerleiding: 7 80 mm (toebehoren) & max. lengte van de luchttoevoerleiding vanaf de achterkant van de ketel: 14 m & max. aantal bochten 90º: 4 stuks & max drukverlies: 35 Pa & Verbrandingsluchttemperatuur op de brander: min: 5 ºC/max. 30 ºC Eventueel moet een correctie van de CO 2 -waarde aangebracht worden (zie serviceaanwijzing van de brander). Het gebruik van een bijluchtinrichting (bijv.vitoair) is bij gesloten werking en een opstelruimte zonder luchttoevoeropening niet mogelijk. VITOLA 222 VIESMANN 9
Planningsaanwijzingen (vervolg) Terugslagklep als zwaartekrachtrem De inbouw van de terugslagklep in de verwarmingsaanvoer als zwaartekrachtrem is zinvol als tijdens de voorrangschakeling van de tapwateropwarming of bij zomerwerking geen ongecontroleerde warmte in het verwarmingssysteem mag stromen door zwaartekracht. A Verwarmingscircuit B Terugslagklep als zwaartekrachtrem C Verwarmingsketel Aansluiting aan tapwaterzijde Aansluiting conform DIN 1988; b respecteer de voorschriften BELGAQUA! Veiligheidsgroep conform DIN 1988 A Circulatie B Warm water C Membraan-expansievat D Zichtbaar uiteinde van de afblaasleiding 10 VIESMANN VITOLA 222
Planningsaanwijzingen (vervolg) E Overstortventiel F Koud water G Terugstroomblokkering/buisscheider H Afsluitklep K Drukreduceerklep volgens DIN 1988-2 uitgave dec. 1988 L Tapwaterfilter* 1 M Aftap N Terugstroomblokkering O Manometeraansluiting P Debietregelklep (inbouw en instelling van het maximumwaterdebiet volgens de 10-minuten-capaciteit van de warmwaterboiler wordt aanbevolen) De veiligheidsklep moet worden ingebouwd. Advies: veiligheidsklep boven de boiler monteren. Hierdoor wordt de klep tegen verontreiniging, verkalking en hoge temperatuur beschermd. Bij werkzaamheden aan de veiligheidsklep hoeft de warmtewaterboiler bovendien niet te worden afgetapt. Geteste kwaliteit CE-markering volgens de bestaande EG-richtlijnen. *1 Conform DIN 1988-2 dienen installaties met metalen leidingen over een tapwaterfilter te beschikken. Ook bij kunststofleidingen raden wij aan een tapwaterfilter te monteren, zodat geen verontreinigingen kunnen binnendringen in de tapwaterinstallatie. VITOLA 222 VIESMANN 11
Technische wijzigingen voorbehouden. Viessmann Belgium bvba-sprl Hermesstraat 14 B-1930 ZAVENTEM Tel. : 02 712 06 66 Fax : 02 725 12 39 e-mail : info@viessmann.be www.viessmann.com 12 VIESMANN VITOLA 222 Gedrukt op milieuvriendelijk, chloorvrij gebleekt papier