II. Uitvoeringsbesluiten K.B. nr. 56, 9 december Teruggaaf BTW aan bel.plichtige gevestigd in andere Lid-Staat

Vergelijkbare documenten
Publicatieblad van de Europese Unie L 44/23

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Teruggaaf van btw aan buitenlandse btw-belastingplichtigen

De Wet op de omzetbelasting 1968 wordt als volgt gewijzigd:

TERUGVORDEREN VAN EU BTW RICARDO WOLF TMF NETHERLANDS

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Art. 3. Elke belastingplichtige, gehouden tot het indienen

Nieuwsbrief Nieuwe BTW-regels vanaf 01/01/2010 : wijziging inzake de plaats van diensten

AANVRAAG TOT IDENTIFICATIE VAN EEN BTW-EENHEID (formulier 606 A)

BTW: nieuwe regels voor plaats van dienst Bereid u tijdig voor!

De bijzondere btw-aangifte : omschrijving van de roosters

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE

info &boon tips & boon

Wijziging van de declaratieve btw-verplichtingen met ingang van 1 januari 2010

Administratieve verplichtingen. Marja van den Oetelaar

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

REGELING TUSSEN DE BEVOEGDE AUTORITEITEN VAN RWANDA EN BELGIE INZAKE DE UITWISSELING VAN INLICHTINGEN MET BETREKKING TOT

Publicatieblad van de Europese Unie L 331/13

Beslissing ET van 19 december 2012 Nieuwe regels inzake opeisbaarheid van btw Overgangsbepalingen

Directoraat-generaal Belastingdienst, team Internationaal. Besluit van 14 april 2008, nr. DGB2008/2076M, Stcrt. nr. 79

'Vooraf erkend persoon' : (soms) ontheven van zijn hoofdelijkheid

De bevoegde autoriteiten van België en Nederland verklaren, na overleg,

Hof van Cassatie van België

OVEREENKOMST BETREFFENDE BELASTINGHEFFING OP INKOMSTEN UIT SPAARGELDEN EN DE VOORLOPIGE TOEPASSING ERVAN

Inhoudsopgave BELASTING OVER DE TOEGEVOEGDE WAARDE. BTW-Wetboek. Uitvoeringsbesluiten. Inhoudsopgave

2010: bent u er klaar voor?

Belastingwijzer btw. Ragheno Business Park

WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS

Algemene inhoud. Belgische wetgeving. Wetboek van de Belasting over de Toegevoegde Waarde. Koninklijke besluiten

PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST EN VAN HET PROTOCOL TUSSEN DE REGERING VAN HET KONINKRIJK BELGIË DE REGERING VAN DE REPUBLIEK INDIA

Circulaire 2019/C/18 betreffende de belastingplicht van erkende ondernemingsloketten

TERUGGAAF VAN BUITENLANDSE BTW IN EUROPA

Vanaf 1 januari 2010 worden de basisregels inzake het bepalen van de plaats van een dienst grondig veranderd in het Btw-Wetboek 1.

De inkomsten uit de deeleconomie

DEFINITIEVE REGELING VOORSCHOTFACTUREN

Vanaf 1 januari 2010 worden de basisregels inzake het bepalen van de plaats van een dienst grondig veranderd in het Btw-Wetboek 1.

De BTW-regeling van toepassing inzake de deeleconomie

Federale Overheidsdienst FINANCIEN

Inhoud. 1 De intracommunautaire levering van goederen Begrip Onderscheid tussen levering van goederen en diensten 18

HOOFDSTUK I Definities.

Bijlage bij de aanvraag 821 tot teruggave van Belgische BTW

DEFINITIEVE REGELING VOORSCHOTFACTUREN

VOLMACHT. Federale Overheidsdienst FINANCIEN. Sector BTW

Praktische gids btw-plicht notaris

KONINKLIJK BESLUIT VAN 11 MEI 2007


Betekenis vakken BTW-aangifte KADER II : UITGAANDE HANDELINGEN

Circulaire nota. DE VERSCHILLENDE DOCUMENTEN VOOR VRIJSTELLING VAN B.T.W. (27 juli 2017)

AANGIFTE (Artikel 2 van het koninklijk besluit nr. 14, van 3 juni 1970)

(van toepassing vanaf ) HOOFDSTUK I. - Definities.

Geconsolideerde TEKST

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

MINISTERIE VAN FINANCIEN

Vanaf 1 januari 2010 worden de basisregels inzake het bepalen van de plaats van een dienst grondig veranderd in het Btw-Wetboek 1.

Wijziging regels plaats van dienst/ procedure teruggaafverzoeken per Onderwerp: EU BTW pakket per 1 januari Bestemd voor: alle ondernemers

Hoe een btw- vraagstuk oplossen?

(Inwerkingtreding , gepubliceerd in BS van )

Art. 3. Dit besluit treedt in werking op 1 januari Art. 4. Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

1ste wijziging : BTW aangifte Uitbreiding van vak 00 : Verkopen + vak 44 + vak 88

Nieuwe btw-regels op het gebied van Plaats van diensten per 1 januari 2010

DE VERJARINGS- EN ONDERZOEKSTERMIJNEN INZAKE BTW

Toepassing van de BTW op verrichte handelingen inzake klinische proeven

OFFERTEFORMULIER. AANLEG VAN HET VICTORIA REGIAPARK IN GENTBRUGGE/GENT Besteknummer GD 09/2016. open aanbesteding

Inhoud Hoofdstuk 1 BTW-belastingplicht Hoofdstuk 2 Maatstaf van heffing, belastbaar feit en tijdstip van opeisbaarheid

CONCLUSIE VAN ADVOCAAT-GENERAAL A. SAGGIO van 13 april 2000 *

KONINKLIJK BESLUIT VAN 11 MEI 2007

Wet van 13 maart 2016 op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen, de artikelen 107 tot 122.

VOORAFGAANDE OPMERKING

Btw-nieuwsbrief mei 2019

Special wijziging BTW- factureringsregels Per 1 januari 2013

RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD

PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST TUSSEN HET KONINKRIJK BELG IE DE REPUBLIEK TURKIJE TOT HET VERMIJDENVAN DUBBELE BELASTING

(Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Federale Overheidsdienst FINANCIEN Algemene Administratie van de Fiscaliteit

Levering van goederen

2 Levering van goederen

De nieuwe btw- regels Factuur

PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST TUSSEN HET KONINKRIJK BELGIE, DE REPUBLIEK OEZBEKISTAN TOT HET VERMIJDEN VAN DUBBELE BELASTING

(Inwerkingtreding 01/01/2016, gepubliceerd in BS van )

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Auteur. Federale Overheidsdienst Financiën. Onderwerp

INHOUDSTAFEL III VOORWOORD LIJST VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN EN BEGRIPPEN HOOFDSTUK 1. HISTORIEK 1 HOOFDSTUK 2. INLEIDENDE BEPALINGEN 5

CIRCULAIRE AOIF Nr. 27/2010

ONDERWERP: Algemeen reglement inzake al de gemeentelijke belastingen. Aanpassing vanaf DE GEMEENTERAAD,

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen. Besluit van 26 maart 2013, nr. BLKB/2013/400M,

Als uw aanvraag betrekking heeft op meerdere personen, betaalt u een bijdrage per persoon.

FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN Algemene administratie van de FISCALITEIT Inkomstenbelastingen AANGIFTE IN DE ROERENDE VOORHEFFING

Uw btw-identificatiegegevens zijn gewijzigd?

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003, artikel 28, 1, eerste lid;

Gewijzigde artikelen 1, 9, en 44, 3, 1, van het Btw-Wetboek vanaf 1 januari Eerste commentaar.

(Inwerking getreden op 1 augustus 2009 Belgisch Staatsblad: 4 augustus 2009)

Londen, 4 november 2004

BIJLAGE BIJLAGE VIII

CIRCULAIRE. AOIF nr. 24/2009. Brussel, 9 mei 2009

Datum van inontvangstneming : 13/08/2012

12848/1/18 REV 1 CS/srl/sht ECOMP.2.B

Inhoudstafel. Woord vooraf 13. Hoofdstuk 1 Recht op aftrek, herziening van de aftrek en gemengde btw-belastingplicht 15

Hof van Cassatie van België

Datum: 02/12/2000 Lead Tijd: 15:54:28 Aanvrager: JV 1-Z9003 OEFENING 1/3.24 (30/11/ /12/1998)

Transcriptie:

K.B. nr. 56, 9 december 2009 - Teruggaaf BTW aan bel.plichtige gevestigd in andere Lid-Staat van alle leden samen. Interne handelingen worden buiten beschouwing gelaten (beslissing nr. E.T. 125.728 van 7 maart 2014, zie ook: I. MASSIN, Maandelijkse teruggaaf: 'interne' handelingen btw-eenheid niet van tel?, Fisc. 2014, afl. 1384, 10). 9.3. Hoofdelijke aansprakelijkheid Artikel 51ter Wbtw stelt dat de leden van de btw-eenheid ten opzichte van de Staat hoofdelijk gehouden zijn tot de voldoening van de belasting, de intresten, de geldboeten en de kosten die opeisbaar zijn ingevolge de handelingen die betrekking hebben op de periode waarin deze personen als één belastingplichtige worden aangemerkt. K.B. nr. 56, 9 december 2009 met betrekking tot de }1 [teruggaaf] 1 inzake belasting over de toegevoegde waarde aan belastingplichtigen gevestigd in een andere Lid-Staat dan de Lid-Staat van teruggaaf (B.S., 17 december 2009, err., B.S., 7 mei 2010) }1. Opschrift gewijzigd bij art. 11 K.B. 27 november 2014, B.S., 8 december 2014, inwerkingtreding: 1 april 2014 (art. 13) Verwijzingen HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 170 171bis btw-richtlijn Richtlijn 12 februari 2008, nr. 2008/9/EG Richtlijn 14 oktober 2010, nr. 2010/66/EU Verordening (EG) 30 november 2009, nr. 1174/2009 Aanschrijving AFZ 22 december 2009, nr. 20/2009 HvJ 6 februari 2014, C-323/12, E.On Global Commodities (Terugbetaling Fiscaal vertegenwoordiger) HvJ 16 mei 2013, C-191/12, Alakor Gabonatermelõ (Recht op teruggaaf btw gesubsidieerd door de staat) HvJ 8 mei 2013, C-271/12, Petroma (Onvolledige facturen) HvJ 11 april 2013, C-138/12, Rusedespred (Onterecht gefactureerde btw) HvJ 29 november 2012, C-257/11, Gran Via Moinesti (Onroerende goederen om te worden gesloopt) HvJ 25 oktober 2012, C-319/11, Widex (Onderzoeksfaciliteit) HvJ 25 oktober 2012, C-318/11, Daimler (Testfaciliteit) HvJ 18 oktober 2012, C-525/11, Mednis (Overtollige voorbelasting) HvJ 19 juli 2012, C-591/10, Littlewoods Retail (Teruggave van teveel betaalde belasting) HvJ 12 juli 2012, C-284/11, EMS-Bulgaria (Terugbetaling van de overname btw Aanvraagperiode) HvJ 21 juni 2012, C-294/11, Elsacom (Tijdslimiet voor de toepassing) HvJ 29 maart 2012, C-414/10, Véleclair (Teruggave van betaalde btw bij invoer) HvJ 15 december 2011, C-427/10, Banca Antoniana Popolare Veneta (Terugbetaling van de klant Tijdslimiet en procedure) HvJ 28 juli 2011, C-274/10, Commissie t. Hongarije (Carry-forward van overtollige voorbelasting) HvJ 12 mei 2011, C-107/10, Enel Maritsa Iztok 3 (Interest) HvJ 27 januari 2011, C-489/09, Vandoorne (Banderol systeem btw betaald door de fabrikant en teruggewonnen door groothandelaar) 632 Larcier Duiding BTW (15 augustus 2017) Larcier

K.B. nr. 56, 9 december 2009 - Teruggaaf BTW aan bel.plichtige gevestigd in andere Lid-Staat HvJ 15 juli 2010, C-582/08, Commissie t. Verenigd Koninkrijk (Terugbetalingen aan financiële instellingen buiten de EU) HvJ 9 juli 2009, C-483/08, Luc Varenne (Teruggaafverzoek periode) HvJ 21 januari 2010, C-472/08, Alstom Power Hydro (Teruggaafverzoek periode (3 jaar)) HvJ 3 december 2009, C-433/08, Yaesu Europe (Ondertekening van teruggaafverzoek) HvJ 2 juli 2009, C-377/08, EGN (Telecommunicatiediensten aan niet-ingezeten ondernemingen geleverd) HvJ 16 juli 2009, C-244/08, Commissie t. Italië (Terugbetaling procedure ondanks VI) HvJ 18 juni 2009, C-566/07, Stadeco (Geen wettelijk verschuldigde btw Verbeterde factuur) HvJ 10 juli 2008, C-25/07, Alicja Sosnowska (Teruggaaf van teveel voorbelasting) HvJ 10 april 2008, C-309/06, Marks & Spencer (Ongerechtvaardigde verrijking) HvJ 28 juni 2007, C-73/06, Planzer (Vestigingsplaats) HvJ 7 juni 2007, C-335/05, Rízení Letového Provozu (Wederkerigheid Meest begunstigde natie clausule) HvJ 15 maart 2007, C-35/05, Reemtsma (Geen wettelijk verschuldigde btw) HvJ 28 september 2006, C-128/05, Commissie t. Oostenrijk (Passagiersvervoer Forfaitaire belasting) HvJ 19 januari 2006, C-90/05, Commissie t. Luxemburg (Termijnen achtste btw-richtlijn) HvJ 11 juli 2002, C-62/00, Marks & Spencer (Beperking terugwerking in de tijd voor terugbetaling van de ten onrechte betaalde btw) HvJ 25 oktober 2001, C-78/00, Commissie t. Italië (Terugbetaling door middel van staatsobligaties) HvJ 13 juli 2000, C-136/99, Société Monte Dei Paschi Di Siena (Teruggaaf van btw aan buitenlandse ondernemers) HvJ 11 juni 1998, C-361/96, Grandes Sources d Eaux Minérales Françaises (Teruggaaf van btw aan buitenlandse ondernemers Dubbele facturen) HvJ 18 december 1997, C-47/96, Sanders BVBA (Proportionaliteit Garanties) HvJ 18 december 1997, C-401/95, Rik Decan Business Research & Development NV (BRD) (Proportionaliteit Garanties) HvJ 18 december 1997, C-340/95, Peter Schepens (Proportionaliteit Garanties) HvJ 18 december 1997, C-286/94, Garage Molenheide (Proportionaliteit Garanties) HvJ 26 september 1996, C-302/93, Debouche (Teruggaaf van btw aan buitenlandse ondernemers) HvJ 14 december 1995, C-16/95, Commissie t. Spanje (Termijnen achtste btw-richtlijn) HvJ 3 juni 1992, C-287/91, Commissie t. Italië (Termijnen achtste btw-richtlijn) Cass. 14 februari 2008, F.05.0009.F, TFR 2008, nr. 348, 887 1. Procedure voor teruggaaf van buitenlandse btw: inleiding Zie ook: E. DE BRUYNE, btw, Mechelen, Kluwer, 2014, 831-837; I. MASSIN, De nieuwe procedure voor teruggaaf buitenlandse btw, Fiscoloog 2010, afl. 1188, 8; P. RAES, H. DESCHACHT en M. GOVERS, Teruggaaf van buitenlandse btw in Europa, Antwerpen, Intersentia, 2014, 31-41; L. VAN- DENBERGHE, Handboek Fiscale procedure btw, Antwerpen, Intersentia, 2013, 205-208. 1. Artikel 76, 2 Wbtw luidt: 2. De niet in 1 bedoelde belastingplichtige kan, bij wijze van teruggaaf, de belasting recupereren die geheven werd van de aan hem geleverde goederen en verstrekte diensten, en van de door hem ingevoerde goederen en verrichte intracommunautaire verwervingen van goederen, in de mate waarin die belasting voor aftrek in aanmerking komt overeenkomstig de artikelen 45 tot 48. De Koning regelt de toepassingsmodaliteiten van deze paragraaf wanneer de teruggaaf moet plaatsvinden overeenkomstig de bepalingen inzake teruggaaf van de Richtlijn 2008/9/EG. Larcier Duiding BTW (15 augustus 2017) Larcier 633

K.B. nr. 56, 9 december 2009 - Teruggaaf BTW aan bel.plichtige gevestigd in andere Lid-Staat (Art. 1) Een belastingplichtige die niet gevestigd is in de lidstaat waar hij goederen en diensten met aanrekening van btw aankoopt of afneemt, of aldaar aan btw onderworpen goederen invoert, heeft dus recht op teruggaaf van deze btw (art. 170 btw-richtlijn, omgezet door art. 76, 2 Wbtw) 2. Het geval waarin deze teruggaaf van buitenlandse btw wordt gevraagd door een belastingplichtige uit een andere lidstaat, werd voorheen geregeld door de Achtste btw-richtlijn (Richtlijn nr. 79/1072/EEG). Deze richtlijn is met ingang van 1 januari 2010 ingetrokken en vervangen door de bepalingen van de Richtlijn nr. 2008/9/EG van 12 februari 2008. Met dien verstande dat de bepalingen van de Achtste Richtlijn wel nog van toepassing blijven voor de teruggaafverzoeken die vóór 1 januari 2010 zijn ingediend. Sinds 2010 moeten teruggaafverzoeken elektronisch, in plaats van op papier, worden ingediend via een portaalsite van de lidstaat waar de btw is opgelopen. Ook de verdere procedure verloopt in beginsel volledig elektronisch (bv. ontvangstbevestiging, positieve beslissing inzake teruggaaf, enz). Er is niet langer een certificaat van belastingplicht vereist. De lidstaat van vestiging zal immers in eerste instantie beoordelen of de aanvrager aan de voorwaarden voldoet, alvorens het verzoek door te zenden naar de lidstaat waar de btw werd opgelopen. De aanvraag kan het teruggaafverzoek bevatten voor meerdere landen tegelijk. Daarom moet, behalve in het geval van invoer, voor iedere factuur ook het landcodenummer van de lidstaat van teruggaaf (BE, DE, NL, enz.) vermeld worden. Er zijn verschillende termijnen van toepassing waarbinnen de aanvragen moeten zijn ingediend, aanvullende gegevens moeten worden gevraagd en bezorgd, de beslissingen over de teruggaafverzoeken moeten worden meegedeeld aan de aanvrager en de btw effectief moet zijn terugbetaald. Ten slotte voorziet de regeling er ook uitdrukkelijk in dat de lidstaten van teruggaaf interesten moeten betalen wanneer de btw niet binnen de voorziene tijdspanne wordt terugbetaald. 3. Op 17 december 2009 verscheen in het Belgisch Staatsblad het KB nr. 56 van 9 december 2009 met betrekking tot de teruggave inzake btw aan belastingplichtigen gevestigd in een andere lidstaat van teruggave (K.B.nr. 56, 9 december 2009 met betrekking tot de teruggave inzake belasting over de toegevoegde waarde aan belastingplichtigen gevestigd in een andere lidstaat dan de lidstaat van teruggave, BS 17 december 2009). Dit KB zorgt voor uitvoering van artikel 76, 2 Wbtw. In het K.B. nr. 56 worden bijna tekstueel de bepalingen van Richtlijn 2008/9/EU hernomen. KB nr. 56 is opgesplitst in vier hoofdstukken: Algemene bepalingen (hoofdstuk I); België is de EU-lidstaat van teruggaaf (hoofdstuk II); België is de EU-lidstaat van vestiging (hoofdstuk III); Slotbepalingen en inwerkingtreding (hoofdstuk IV). 4. De Circulaire nr. AFZ nr. 20/2009 van 22 december 2009 bevat de administratieve toelichting omtrent de procedure van teruggaaf en vervangt de vroegere aanschrijving nr. 6 van 10 maart 1981. De administratie bespreekt in het eerste deel van de circulaire de toepasselijke regels bij teruggaaf van Belgische btw aan niet in België gevestigde aanvragers. België is in dat geval de EUlidstaat van teruggaaf. In het tweede deel van de circulaire wordt de omgekeerde problematiek behandeld, namelijk de regels die van toepassing zijn wanneer in België gevestigde btw-plichtigen een teruggaafverzoek indienen voor de btw die hen als voorbelasting in andere EU-lidstaten werd aangerekend. In dit geval is de concrete regeling van de teruggaaf afhankelijk van de lidstaat waar de btw is opgelopen. België is in dat geval de EU-lidstaat van vestiging Voor de aanvragers die buiten de Gemeenschap zijn gevestigd verandert er niets. Voor hen blijft de procedure van de Dertiende Richtlijn (nr. 86/560/EEG) onverminderd gelden (cf. Aanschrijving nr. 4 van 24 februari 1988). Art. 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1 «niet in de Lid-Staat van teruggaaf gevestigde belastingplichtige»: elke belastingplichtige in de zin van artikel 9, lid 1, van de richtlijn 2006/112/EG die niet in de Lid-Staat van teruggaaf, maar in een andere Lid-Staat is gevestigd; 2 «Lid-Staat van teruggaaf»: de Lid-Staat waar de belasting over de toegevoegde waarde aan de niet in de Lid- Staat van teruggaaf gevestigde belastingplichtige in rekening werd gebracht ter zake van de voor genoemde belastingplichtige in deze Lid-Staat verrichte diensten of leveringen van goederen, dan wel ter zake van de invoer van goederen in deze Lid-Staat; 3 «teruggaaftijdvak»: het tijdvak waarop het teruggaafverzoek betrekking heeft; 4 «teruggaafverzoek»: het verzoek om teruggaaf van de aan de niet in de Lid-Staat van teruggaaf gevestigde belastingplichtige in rekening gebrachte belasting over de toe- 634 Larcier Duiding BTW (15 augustus 2017) Larcier

K.B. nr. 56, 9 december 2009 - Teruggaaf BTW aan bel.plichtige gevestigd in andere Lid-Staat (Art. 3) gevoegde waarde ter zake van de voor genoemde belastingplichtige in deze Lid-Staat verrichte diensten of leveringen van goederen, of ter zake van de invoer van goederen in deze Lid-Staat; 5 «aanvrager»: de niet in de Lid-Staat van teruggaaf gevestigde belastingplichtige die het teruggaafverzoek doet. HOOFDSTUK II BELGIË IS DE LID-STAAT VAN TERUGGAAF Afdeling 1 Algemeen Art. 2. 1. De regeling van teruggaaf is van toepassing op elke in artikel 1, 1 bedoelde belastingplichtige die aan de volgende voorwaarden voldoet: 1 de belastingplichtige heeft gedurende het tijdvak waarop het teruggaafverzoek betrekking heeft in België geen zetel van zijn economische activiteit gehad, noch een vaste inrichting van waaruit de handelingen werden verricht, noch, bij gebrek aan een dergelijke zetel of vaste inrichting, zijn woonplaats of zijn gebruikelijke verblijfplaats; 2 de belastingplichtige heeft gedurende het tijdvak waarop het teruggaafverzoek betrekking heeft geen leveringen van goederen of diensten verricht die geacht worden in België plaats te vinden, met uitzondering van de volgende handelingen: a) vervoer en daarmee samenhangende diensten die vrijgesteld zijn krachtens de artikelen 39 tot en met 42 van het Wetboek; b) leveringen van goederen of diensten waarvan de afnemer de BTW verschuldigd is krachtens artikel 51, 2, van het Wetboek. 2. De regeling bedoeld in paragraaf 1 is evenwel niet van toepassing wanneer de niet in België gevestigde belastingplichtige krachtens artikel 50, 1, eerste lid, 3, of 3, van het Wetboek in België is geïdentificeerd. 5. De voorwaarden waaraan de aanvrager uit een andere EU-lidstaat moet voldoen om de hem aangerekende Belgische btw terug te vragen, zijn: hij heeft in België gedurende het tijdvak waarop het teruggaafverzoek betrekking heeft, geen zetel van zijn economische activiteit gehad, noch een vaste inrichting van waaruit de handelingen werden verricht, noch, bij gebrek aan een dergelijke zetel of vaste inrichting, zijn woonplaats of zijn gebruikelijke verblijfplaats; hij heeft gedurende het tijdvak waarop het teruggaafverzoek betrekking heeft, geen leveringen van goederen of diensten verricht waarvoor respectievelijk de plaats van de levering of de plaats van de dienst geacht worden zich in België te bevinden, met uitzondering van, enerzijds, het vervoer en de daarmee samenhangende diensten die zijn vrijgesteld krachtens de artikelen 39 tot en met 42 Wbtw, en, anderzijds, de leveringen van goederen en diensten waarvoor de afnemer de btw verschuldigd is volgens artikel 51, 2 Wbtw; hij is niet voor btw-doeleinden in België geïdentificeerd krachtens artikel 50, 1, eerste lid, 3, of 3 van het Wbtw. Art. 3. 1. De in artikel 2 bedoelde belastingplichtige kan teruggaaf krijgen van de belasting geheven op de aan hem in België geleverde goederen of verleende diensten of van in België ingevoerde goederen, in de mate dat deze belastingplichtige in de Lid-Staat waar hij is gevestigd handelingen verricht waarvoor recht op aftrek ontstaat en deze goederen en diensten worden gebruikt voor: 1 de handelingen bedoeld in artikel 45, 1, 2 en 3, van het Wetboek; 2 de handelingen waarvoor de afnemer overeenkomstig artikel 51, 2, van het Wetboek, tot voldoening van de belasting is gehouden. 2. Het recht op teruggaaf van de voorbelasting wordt bepaald overeenkomstig de artikelen 45, 48 en 49 van het Wetboek. Zijn van de teruggaaf uitgesloten: 1 de bedragen inzake belasting over de toegevoegde waarde die het bedrag te boven gaan dat wettelijk verschuldigd is; 2 de gefactureerde bedragen inzake belasting over de toegevoegde waarde voor leveringen van goederen die krachtens artikel 39, 1, 2, of 39bis van het Wetboek van de belasting vrijgesteld zijn of kunnen worden. 3. Wanneer de in artikel 2 bedoelde belastingplichtige in de Lid-Staat waar hij is gevestigd, zowel handelingen verricht die in die Lid-Staat een recht op aftrek doen ontstaan, als handelingen die in die Lid-Staat geen recht op aftrek doen ontstaan, kan van de overeenkomstig de paragrafen 1 en 2 betaalde voorbelasting slechts dat gedeelte van de belasting over de toegevoegde waarde worden teruggegeven dat overeenkomstig artikel 173 van de richtlijn 2006/112/ EG, zoals toegepast door de Lid-Staat van vestiging, aan eerstgenoemde handelingen kan worden toegerekend. Larcier Duiding BTW (15 augustus 2017) Larcier 635

K.B. nr. 56, 9 december 2009 - Teruggaaf BTW aan bel.plichtige gevestigd in andere Lid-Staat (Art. 4) 6. Als de aanvrager voldoet aan de voorwaarden van artikel 2 Wbtw, moet de btw die hij aanvraagt, in aanmerking komen voor aftrek conform de Belgische regels. De betrokken btw-plichtige ondergaat dus dezelfde aftrekbeperkingen als een btw-plichtige die voor btw-doeleinden is geïdentificeerd in België. 7. Met betrekking tot autokosten waarvoor het recht op aftrek wordt beperkt tot 50% van de verschuldigde btw in België (art. 45, 2 Wbtw), ondergaat het btw-bedrag een tweede beperking als de aanvrager de btw-aftrek verricht volgens een algemeen of bijzonder verhoudingsgetal in zijn EU-lidstaat. Als een Luxemburgse bank in 2014 wagens huurde in België voor een bedrag van 100.000 EUR en als deze bank een algemeen verhoudingsgetal van 20% heeft, zal zij het volgende bedrag kunnen terugvragen: 100.000 EUR x 21% x 50% x 20%. Dit geeft een terugvorderbaar bedrag van 2.100 EUR. De Luxemburgse bank moet eventueel nadien nog een correctie doen als haar voorlopig algemeen verhoudingsgetal verschilt van haar definitief algemeen verhoudingsgetal. Een btw- plichtige die aan de regel van het verhoudingsgetal is onderworpen in de lidstaat waar hij is gevestigd, past met andere woorden dit verhoudingsgetal toe op het resterende bedrag na toepassing van de beperking bedoeld in artikel 45, 2 Wbtw om het bedrag van de Belgische btw te berekenen waarvoor hij teruggaaf kan vragen. In voormeld voorbeeld wordt aangenomen dat het percentage gebruik van de wagens voor de economische activiteit hoger ligt dan 50%, zodat de aftrekbeperking van artikel 45, 2 Wbtw toepassing vindt. Zo niet, is de btw-aftrek beperkt tot het percentage gebruik voor de economische activiteit, bv. 30%, en is de berekening als volgt: 100.000 EUR x 21% x 30% x 20% = 1.260 EUR aan btw die voor teruggaaf in aanmerking komt. 8. De aanvrager moet bovendien in zijn land handelingen verrichten waarvoor recht op aftrek bestaat. Indien de aanvrager in zijn land niet aan btw is onderworpen of er alleen handelingen verricht die onder een vrijstellingsregeling vallen die de aftrek van de voorbelasting niet toelaat, zal hij in België geen btw kunnen terugvragen (zie HvJ 26 september 1996, C-302/93, inzake Debouche). 9. Verder zal geen teruggave worden toegestaan van: de btw die niet verschuldigd is (bv. onterecht of teveel aangerekende btw); en de btw aangerekend op intracommunautaire leveringen of uitvoeren van goederen die onder artikel 39, 1, 2 of 39bis Wbtw vrijgesteld zijn of vrijgesteld kunnen worden (zie ook: art. 21 Verordening nr. 1777/2005 van 17 oktober 2005, Fiscoloog 2005, nr. 1002, p. 2). Deze btw kan alleen worden gerecupereerd door middel van een verbetering te verrichten door de leverancier (zie HvJ 15 maart 2007, C-35/05, inzake Reemtsma). In randnummer 20 van de aanschrijving bevestigt de Administratie dat zij geen teruggaaf toestaat voor onterecht aangerekende btw en geeft zij aan hoe de buitenlandse aanvrager dan de btw moet recupereren: In voorkomend geval zullen de btw-bedragen die zouden zijn aangerekend aan de niet in België gevestigde btw-plichtige door laatstgenoemde kunnen worden gerecupereerd door middel van een verbetering te verrichten door de leverancier. Laatstgenoemde moet in dat geval immers een creditnota uitreiken aan de niet in België gevestigde belastingplichtige. In dergelijk geval kan dus geen recht op teruggaaf worden toegestaan. 10. Aan de aanvrager zal slechts dat gedeelte van de btw worden teruggegeven dat kan worden toegerekend aan handelingen die een recht op aftrek doen ontstaan wanneer hij in de lidstaat waar hij is gevestigd zowel handelingen verricht die een recht op aftrek doen ontstaan als handelingen die geen recht op aftrek doen ontstaan. Met andere woorden, wanneer de aanvrager de hoedanigheid heeft van gemengde belastingplichtige wordt de btw maar teruggegeven volgens de verhoudingsregel zoals die wordt toegepast door de lidstaat waar de aanvrager is gevestigd. Afdeling 2 Modaliteiten van de teruggaaf Art. 4. De in artikel 2 bedoelde belastingplichtige die in België teruggaaf van de belasting over de toegevoegde waarde wenst te verkrijgen, richt langs elektronische weg een teruggaafverzoek dat hij indient bij de Lid-Staat waar hij is gevestigd, via de door deze Lid-Staat ingestelde portaalsite. 636 Larcier Duiding BTW (15 augustus 2017) Larcier

II. Uitvoeringsbesluiten K.B. nr. 56, 9 december 2009 - Teruggaaf BTW aan bel.plichtige gevestigd in andere Lid-Staat (Art. 5) 11. De aanvrager moet een teruggaafverzoek langs elektronische weg indienen via de portaalsite ingesteld in de EU-lidstaat waar hij gevestigd is. Ook een derde die behoorlijk is gevolmachtigd, kan dit teruggaafverzoek indienen. Art. 5. 1. Het teruggaafverzoek moet de volgende gegevens bevatten: 1 de naam en het volledige adres van de aanvrager; 2 een elektronisch adres; 3 een omschrijving van de beroepsactiviteit van de aanvrager waarvoor de goederen of diensten worden afgenomen; 4 het teruggaaftijdvak waarop het verzoek betrekking heeft; 5 een verklaring van de aanvrager dat hij gedurende het teruggaaftijdvak geen leveringen van goederen of diensten heeft verricht waarvan de plaats geacht wordt in België te zijn gelegen, met uitzondering van de handelingen bedoeld in artikel 2, 1, 2 ; 6 het BTW-identificatienummer of het fiscaal registratienummer van de aanvrager; 7 zijn bankgegevens (inclusief IBAN en BIC). 2. Behalve de in paragraaf 1 bedoelde gegevens worden in het teruggaafverzoek voor iedere factuur en ieder invoerdocument de volgende gegevens vermeld: 1 de naam en het volledige adres van de leverancier of dienstverrichter; 2 behalve in het geval van invoer, het BTW-identificatienummer dat de letters BE bevat van de leverancier of dienstverrichter bedoeld in artikel 50 van het Wetboek; 3 de datum en het nummer van de factuur of het invoerdocument; 4 de maatstaf van heffing en het bedrag aan BTW, uitgedrukt in euro; 5 het bedrag van de aftrekbare BTW berekend volgens artikel 3 en uitgedrukt in euro; 6 in voorkomend geval, het aftrekbare gedeelte berekend volgens artikel 3, 3, uitgedrukt in percenten; 7 de aard van de afgenomen goederen en diensten, aangegeven door middel van de volgende codes: 1. = brandstof; 2. = verhuur van vervoermiddelen; 3. = uitgaven in verband met vervoermiddelen, andere dan die voor de goederen en diensten waarnaar wordt verwezen met de codes 1 en 2; 4. = wegentol en andere heffingen met betrekking tot het gebruik van de weginfrastructuur; 5. = reiskosten, zoals taxikosten, kosten van het openbaar vervoer; 6. = logies; 7. = spijzen, drank en restauratie; 8. = toegang tot beurzen en tentoonstellingen; 9. = weelde-uitgaven, en uitgaven voor ontspanning en representatie; 10. = andere. Indien code 10 wordt gebruikt, moet de aard van de afgenomen goederen en diensten worden aangegeven. 12. Het teruggaafverzoek moet naast de gebruikelijke gegevens zoals de identificatie en het btwnummer van de aanvrager, ook een elektronisch adres vermelden. Het elektronisch adres is in principe het adres van de btw-plichtige aanvrager, maar het kan ook het adres zijn van de persoon die door bedoelde btw-plichtige behoorlijk werd gevolmachtigd om het teruggaafverzoek in te dienen. Wanneer België de lidstaat van teruggaaf is, moet de persoon op dit adres niettemin ertoe in staat zijn om zowel de aanvullende gegevens als informatie te verschaffen die de Administratie zou kunnen vragen. Deze persoon moet ook gemachtigd zijn om de ontvangstmeldingen van de aanvraag en de beslissingen inzake de teruggaaf te ontvangen (aanschrijving, randnr. 24). 13. De aanvraag moet alle gegevens van de bankrekening vermelden (inclusief BIC en IBAN). De bankrekening waarop de terugbetaling moet worden verricht, mag geopend zijn op naam van de aanvrager, zijn gevolmachtigde, of iedere andere persoon. Indien de betaling moet worden verricht op een bankrekening op naam van een andere persoon dan de niet in België gevestigde btw-plichtige, moet de aanvrager telkens op ieder verzoek van de Administratie een document kunnen voorleggen waarin de niet in België gevestigde btwplichtige toestemming geeft dat de terugbetaling gebeurt op bedoelde bankrekening. Dit document moet opgesteld zijn in één van de volgende vier talen: Frans, Nederlands, Duits of Engels. 14. De aanvrager moet voor het verstrekken van de gegevens in het teruggaafverzoek of van mogelijke andere aanvullende gegevens één van de vier voornoemde talen gebruiken. 15. De aard van de kosten moet worden aangeduid aan de hand van geharmoniseerde codes. Deze codes zijn: 1 = brandstof; 2 = verhuur van vervoermiddelen; Larcier Duiding BTW (15 augustus 2017) Larcier 637

K.B. nr. 56, 9 december 2009 - Teruggaaf BTW aan bel.plichtige gevestigd in andere Lid-Staat (Art. 6) 3 = uitgaven in verband met vervoermiddelen, andere dan die voor de goederen en diensten waarnaar wordt verwezen met de codes 1 en 2; 4 = wegentol en andere heffingen met betrekking tot het gebruik van de weginfrastructuur; 5 = reiskosten, zoals taxikosten, kosten van het openbaar vervoer; 6 = logies; 7 = spijzen, drank en restauratie; 8 = toegang tot beurzen en tentoonstellingen; 9 = weelde-uitgaven en uitgaven voor ontspanning en representatie; 10 = andere. In dit geval moet de aard van de afgenomen goederen en diensten worden opgegeven. Art. 6. Door of vanwege de Minister van Financiën kan de aanvrager worden verzocht om langs elektronische weg aan de hand van codes aanvullende gegevens te verstrekken met betrekking tot iedere code bedoeld in artikel 5, 2, 7, voor zover die gegevens noodzakelijk blijken wegens beperkingen van het recht op aftrek voorzien in het Wetboek. 16. De aanvrager kan door of vanwege de minister van Financiën worden verzocht om langs elektronische weg aan de hand van codes aanvullende gegevens te verstrekken met betrekking tot iedere code bedoeld in artikel 5, 2, 7, voor zover die gegevens noodzakelijk blijken wegens beperkingen van het recht op aftrek voorzien in het Wetboek. 17. Voor aanvragen waarbij België het land van teruggaaf is, zijn de codes bedoeld in artikel 5, 2, 7 KB nr. 56 evenwel niet voldoende. Naast de tien hoofdcodes heeft België immers een aantal subcodes die de aanvrager moet gebruiken. In de praktijk zal de aanvrager dus subcodes moeten gebruiken. Deze subcodes zijn bepaald in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1174/2009 van 30 november 2009. Zo zal bv. voor brandstof (zie code 1 ), een keuze moeten worden gemaakt tussen o.m. code 1.1. (brandstof voor vervoermiddelen met een massa van meer dan 3.500 kg, andere dan voor het vervoer van betalende passagiers), code 1.2. (brandstof voor vervoermiddelen met een massa van ten hoogste 3.500 kg, andere dan voor het vervoer van betalende passagiers), enz. Voor iedere subcode zijn er dan nog verdere onderverdelingen (bv. voor code 1.1., moet een onderscheid worden gemaakt tussen benzine (code 1.1.1. ), gasolie (code 1.1.2. ), LPG (code 1.1.3. ), aardgas (code 1.1.4 ) of biobrandstof (code 1.1.5. ). In totaal gaat het om meer dan 160 verschillende codes. Het is niet altijd duidelijk wat voor de teruggaaf het nut is van het onderscheid tussen deze subcodes. Art. 7. Onverminderd de krachtens artikel 16 gevraagde gegevens, is de aanvrager gehouden samen met het teruggaafverzoek langs elektronische weg een afschrift van de factuur of het invoerdocument bij te voegen, wanneer de maatstaf van heffing op de factuur of het invoerdocument 1.000 euro of meer bedraagt. Indien de factuur evenwel betrekking heeft op brandstof, is dit drempelbedrag 250 euro. Door of vanwege de Minister van Financiën kan evenwel in de door hem of namens hem te bepalen gevallen worden afgeweken van deze verplichting als deze niet nodig blijkt voor de controle van de teruggaaf. 18. De aanvrager moet bij het teruggaafverzoek een afschrift voegen in elektronische vorm van de facturen die door de leveranciers of dienstverrichters werden uitgereikt of van de invoerdocumenten als de maatstaf van heffing vermeld op de factuur of het invoerdocument 1.000 EUR of meer bedraagt. Indien het brandstof betreft, is dit drempelbedrag 250 EUR (art. 10 Richtlijn nr. 2008/9/EG). Ook andere lidstaten kunnen dit vragen. Bij gegronde twijfel kan het overleggen van de originele factuur of het invoerdocument worden opgevraagd. Art. 8. De aanvrager is gehouden zijn beroepsactiviteit te omschrijven aan de hand van geharmoniseerde codes NACE van vier cijfers. 638 Larcier Duiding BTW (15 augustus 2017) Larcier

II. Uitvoeringsbesluiten K.B. nr. 56, 9 december 2009 - Teruggaaf BTW aan bel.plichtige gevestigd in andere Lid-Staat (Art. 11) 19. Het teruggaafverzoek moet een omschrijving geven door middel van codes NACE van de beroepsactiviteit van de aanvrager (aanschrijving, randnr. 23). Deze NACE-codes zijn de geharmoniseerde getalcodes van vier cijfers van de statistische classificatie van economische activiteiten in de Europese Gemeenschap (zie Verordening (EEG) nr. 3037/90 van de Raad, zoals gewijzigd bij de verordening (EG) nr. 1893/2006 van 20 december 2006). Als de aanvrager meerdere activiteiten heeft, moet de code die overeenstemt met de werkzaamheid waarop de aanvraag hoofdzakelijk betrekking heeft, worden meegedeeld. Art. 9. De in artikel 2 bedoelde belastingplichtige moet voor het verstrekken van de gegevens in het teruggaafverzoek of van mogelijke andere aanvullende gegevens één van de volgende talen gebruiken: Engels, Nederlands, Frans of Duits. 20. De aanvrager moet voor het verstrekken van de gegevens in het teruggaafverzoek of van mogelijke andere aanvullende gegevens één van de volgende vier talen gebruiken: Frans, Nederlands, Duits of Engels. De aan de Belgische Administratie gerichte aanvragen mogen voortaan dus ook in het Engels gebeuren. Art. 10. Indien het aftrekbare gedeelte bedoeld in artikel 3, 3 overeenkomstig artikel 175 van de richtlijn 2006/112/EG wordt aangepast na de indiening van het teruggaafverzoek, moet de aanvrager het bedrag dat wordt teruggevraagd of dat reeds is teruggegeven, corrigeren. De correctie vindt plaats in een teruggaafverzoek dat gedaan wordt binnen het kalenderjaar volgend op het desbetreffende teruggaaftijdvak, dan wel, mocht de aanvrager in dat kalenderjaar geen teruggaafverzoek indienen door via de door de Lid-Staat van vestiging ingestelde portaalsite een afzonderlijke verklaring toe te zenden. 21. Wanneer de verhouding waarop de aanvrager recht heeft op aftrek wijzigt na de indiening van het teruggaafverzoek, dan moet het bedrag dat wordt teruggevraagd of dat reeds is teruggegeven, worden gecorrigeerd. Voor aanvragen die door buitenlandse belastingplichtigen in België worden ingediend, moet deze correctie gebeuren in een later teruggaafverzoek dat ingediend wordt binnen het kalenderjaar volgend op het teruggaaftijdvak of, als in dat kalenderjaar geen teruggaafverzoek werd ingediend, door middel van een specifieke aangifte (een zogenaamde afzonderlijke verklaring ) via dezelfde procedure als de normale teruggaafverzoeken, namelijk de door de lidstaat van vestiging ingestelde portaalsite (Aanschr. AFZ 22 december 2009, nr. 20/2009, nr. 55). Art. 11. 1. Het teruggaafverzoek moet betrekking hebben op een teruggaaftijdvak dat ten hoogste één kalenderjaar bedraagt en ten minste drie kalendermaanden. Het teruggaafverzoek kan evenwel betrekking hebben op een tijdvak van minder dan drie kalendermaanden wanneer dit tijdvak het resterende gedeelte van een kalenderjaar betreft. 2. Als het teruggaafverzoek een teruggaaftijdvak betreft van minder dan één kalenderjaar maar wel minstens drie kalendermaanden, dan moet het BTW-bedrag waarop het teruggaafverzoek betrekking heeft ten minste 400 euro bedragen. Als het teruggaafverzoek betrekking heeft op een kalenderjaar of het resterende gedeelte van een kalenderjaar, dan moet het BTW-bedrag ten minste 50 euro bedragen. 22. De aanvragen moeten betrekking hebben op minstens één kalenderkwartaal en maximum één kalenderjaar. De aanvraag mag echter betrekking hebben op een periode van minder dan drie kalendermaanden wanneer dit tijdvak het resterende gedeelte van een kalenderjaar betreft (art. 16 Richtlijn nr. 2008/9/EG). 23. Als het teruggaafverzoek een tijdvak betreft van minder dan één kalenderjaar, maar van ten minste drie kalendermaanden, dan moet het btw-bedrag waarop het verzoek betrekking heeft, ten minste 400 EUR of de tegenwaarde daarvan in de nationale munteenheid bedragen. Betreft het teruggaafverzoek een tijdvak van een kalenderjaar of het resterend gedeelte van een kalenderjaar, dan moet het btw-bedrag tenminste 50 EUR of de tegenwaarde daarvan in de nationale munteenheid bedragen (art. 17 Richtlijn nr. 2008/9/EG). Larcier Duiding BTW (15 augustus 2017) Larcier 639

K.B. nr. 56, 9 december 2009 - Teruggaaf BTW aan bel.plichtige gevestigd in andere Lid-Staat (Art. 12) Art. 12. Het teruggaafverzoek moet uiterlijk op 30 september van het kalenderjaar volgend op het teruggaaftijdvak bij de Lid-Staat van vestiging worden ingediend. Het teruggaafverzoek wordt alleen als ingediend aangemerkt indien de aanvrager alle in de artikelen 5, 6 en 8 gevraagde gegevens heeft verstrekt. }1 [In afwijking van het eerste lid moet het teruggaafverzoek met betrekking tot het jaar 2009 uiterlijk op 31 maart 2011 bij de hiervoor bedoelde Lid-Staat worden ingediend.] 1 }1. Lid 2 toegevoegd bij art. 1 K.B. 8 december 2010, B.S., 16 december 2010, inwerkingtreding: 1 oktober 2010 (art. 4) 24. Het teruggaafverzoek moet uiterlijk op 30 september van het kalenderjaar volgend op het teruggaaftijdvak worden ingediend. Het betreft een vervaltermijn. Indien het teruggaafverzoek wordt ingediend na de vervaltermijn van 30 september, wordt dit definitief verworpen en gaat het recht op teruggaaf van de belastingplichtige aanvrager definitief verloren (aanschrijving, nr. 34). België heeft artikel 9, 2 en 9, 3 van het KB nr. 4 gewijzigd (KB 22 maart 2010 tot wijziging van de koninklijke besluiten nrs. 4 en 31, BS 30 maart 2010), waardoor de uiterste indieningsdatum voor een teruggaafverzoek 30 september is van het jaar volgend op het jaar waarin de btw verschuldigd werd, waar voorheen de uiterste indieningsdatum 31 december van het derde kalenderjaar was volgend op dat waarin de oorzaak van teruggaaf zich voordeed. Voor aanvragen gericht aan België is de termijn dus aanzienlijk korter geworden. Indien de EU-lidstaat waar de aanvrager gevestigd is, na onderzoek van oordeel is dat het teruggaafverzoek volledig is, wordt dit vervolgens automatisch langs elektronische weg doorgestuurd naar het Centraal btw-kantoor voor buitenlandse belastingplichtigen dienst teruggaaf. Art. 13. 1. Het teruggaafverzoek heeft betrekking op: 1 de belasting geheven op leveringen van goederen en diensten waarvoor een factuur werd uitgereikt overeenkomstig artikel 53, 2, van het Wetboek en ten aanzien waarvan de belasting }1 [opeisbaar] 1 is geworden gedurende het teruggaaftijdvak; 2 de belasting geheven op de invoer van goederen die gedurende het teruggaaftijdvak heeft plaatsgevonden. 2. Het teruggaafverzoek kan ook betrekking hebben op facturen of invoerdocumenten die nog niet het voorwerp hebben uitgemaakt van eerdere teruggaafverzoeken voor zover die betrekking hebben op handelingen die tijdens het kalenderjaar van het teruggaaftijdvak werden verricht. }1. 1, 1, gewijzigd bij art. 49 K.B. 30 april 2013, B.S., 8 mei 2013, err., B.S., 5 juni 2013, art. 22-28: bekrachtigd met ingang van de dag van hun inwerkingtreding bij art. 81, 1, Programmawet 19 december 2014, B.S., 29 december 2014, inwerkingtreding: 1 januari 2013 (art. 51) 25. De teruggaafverzoeken hebben betrekking op de belasting geheven op leveringen van goederen en diensten waarvoor een factuur werd uitgereikt overeenkomstig artikel 53, 2 Wbtw en ten aanzien waarvan de belasting opeisbaar is geworden gedurende het teruggaaftijdvak, alsook op de belasting geheven op de invoer van goederen die gedurende het teruggaaftijdvak heeft plaatsgevonden. 26. De teruggaafverzoeken kunnen ook betrekking hebben op facturen of invoerdocumenten die nog niet het voorwerp hebben uitgemaakt van eerdere teruggaafverzoeken voor zover die betrekking hebben op handelingen die tijdens het kalenderjaar van het betrokken teruggaaftijdvak werden verricht. Het kan bijvoorbeeld betrekking hebben op facturen die vergeten of teruggevonden werden of nog, facturen betreffende handelingen waarvoor de btw opeisbaar is geworden gedurende een vroegere teruggaafperiode maar waarvoor op dat ogenblik nog geen factuur was uitgereikt. Art. 14. }1 [De administratie belast met de belasting over de toegevoegde waarde] 1 stelt de aanvrager onverwijld langs elektronische weg in kennis van de datum van ontvangst van het teruggaafverzoek. }1. Gewijzigd bij art. 35 K.B. 24 januari 2015, B.S., 20 februari 2015, err., B.S., 17 april 2015, inwerkingtreding: 16 mei 2014 (art. 42) 27. De datum waarop België het teruggaafverzoek ontving, wordt vermeld op de ontvangstmelding die langs elektronische weg wordt verstuurd door de Administratie naar de persoon wiens elektronisch adres vermeld staat op het teruggaafverzoek. De ontvangstmelding van het teruggaafverzoek moet onmiddellijk gebeuren of ten laatste binnen de 24 uur vanaf het tijdstip waarop België het teruggaafverzoek ontving (aanschrijving, randnr. 34). 640 Larcier Duiding BTW (15 augustus 2017) Larcier

K.B. nr. 56, 9 december 2009 - Teruggaaf BTW aan bel.plichtige gevestigd in andere Lid-Staat (Art. 16) Deze datum bepaalt niet alleen het beginpunt van de termijn waarbinnen de Administratie een beslissing moet nemen over het aanvaarden of verwerpen van het teruggaafverzoek, maar is ook het eerste tijdstip voor de berekening van de overige opeenvolgende termijnen (vraag om inlichtingen, antwoord van de aanvrager, betekening van de beslissingen). Art. 15. Binnen een termijn van vier maanden vanaf de datum bedoeld in artikel 14 zal de administratie }1 [...] 1 : 1 haar beslissing om het teruggaafverzoek in te willigen langs elektronische weg aan de aanvrager meedelen; 2 haar beslissing om het teruggaafverzoek geheel of gedeeltelijk te verwerpen aangetekend aan de aanvrager meedelen. }1. Inleidende zin gewijzigd bij art. 36 K.B. 24 januari 2015, B.S., 20 februari 2015, err., B.S., 17 april 2015, inwerkingtreding: 16 mei 2014 (art. 42) 28. De beslissing over de terugbetaling wordt ter kennis gegeven binnen een termijn van vier maanden vanaf de datum van ontvangst van het teruggaafverzoek (art. 19, lid 2 Richtlijn nr. 2008/9/EG). Deze kennisgeving gebeurt langs elektronische weg in geval van gunstige beslissing. Voor aanvragen tot teruggaaf van Belgische btw wordt een gehele of gedeeltelijke verwerping van het teruggaafverzoek per aangetekende brief meegedeeld aan de aanvrager. Deze termijn van vier maanden is slechts van toepassing voor zover de Administratie over alle gegevens beschikt die zij nodig acht om haar beslissing over de inwilliging of de verwerping (zelfs gedeeltelijk) van het teruggaafverzoek dat door de aanvrager werd ingediend, te rechtvaardigen. Art. 16. 1. Ingeval de administratie }1 [...] 1, meent niet alle dienstige informatie te hebben ontvangen om met betrekking tot het geheel of een deel van het teruggaafverzoek een uitspraak te kunnen doen, kan zij binnen de in artikel 15 genoemde termijn van vier maanden, langs elektronische weg in het bijzonder de aanvrager of de bevoegde autoriteiten van de Lid-Staat van vestiging om aanvullende gegevens verzoeken. Indien de aanvullende gegevens worden opgevraagd bij een andere persoon dan de aanvrager of de bevoegde autoriteiten van een Lid- Staat, wordt alleen langs elektronische weg om gegevens verzocht indien de bestemmeling van het verzoek over de desbetreffende apparatuur beschikt. Zo nodig kan de administratie }2 [...] 2 om andere dan in het eerste lid bedoelde aanvullende gegevens verzoeken. De gevraagde gegevens kunnen ook het overleggen van het origineel of een afschrift van de factuur of het invoerdocument omvatten wanneer de administratie redenen heeft om te twijfelen aan het bestaan van een bepaalde vordering. In dat geval zijn de drempelnormen van artikel 7 niet van toepassing. 2. De krachtens paragraaf 1 gevraagde gegevens moeten binnen een maand na ontvangst van het verzoek om informatie door de bestemmeling van het verzoek aan de administratie }3 [...] 3 worden verstrekt. }1. 1, lid 1, gewijzigd bij art. 36 K.B. 24 januari 2015, B.S., 20 februari 2015, err., B.S., 17 april 2015, inwerkingtreding: 16 mei 2014 (art. 42) }2. 1, lid 2, gewijzigd bij art. 36 K.B. 24 januari 2015, B.S., 20 februari 2015, err., B.S., 17 april 2015, inwerkingtreding: 16 mei 2014 (art. 42) }3. 2 gewijzigd bij art. 36 K.B. 24 januari 2015, B.S., 20 februari 2015, err., B.S., 17 april 2015, inwerkingtreding: 16 mei 2014 (art. 42) 29. De Administratie kan om zogenaamde aanvullende gegevens verzoeken, als zij meent niet alle dienstige informatie te hebben ontvangen om een uitspraak te kunnen doen over het teruggaafverzoek. Deze aanvullende gegevens kunnen ook bestaan in het voorleggen van het origineel of het afschrift van facturen of invoerdocumenten, ongeacht het bedrag. Dit verzoek om aanvullende gegevens moet gebeuren binnen een termijn van vier maanden te rekenen vanaf de datum van ontvangst van het teruggaafverzoek (art. 20 Richtlijn nr. 2008/9/ EG) en mag worden gericht aan de persoon wiens elektronisch adres is vermeld op het teruggaafverzoek (in de meeste gevallen is dit de aanvrager), aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar de niet in België gevestigde btw-plichtige is gevestigd, of nog, aan iedere andere persoon die ertoe in staat is de gevraagde gegevens te verstrekken (hier worden bijvoorbeeld de leveranciers van de goederen of diensten beoogd die vermeld staan in het teruggaafverzoek) (aanschrijving, randnr. 36) (Aanschr. AFZ 22 december 2009, nr. 20/2009, nr. 68). In de eerste twee gevallen gebeurt het verzoek om aanvullende gegevens langs elektronische weg. In het derde geval wordt het verzoek alleen langs elektronische weg verzonden als de bestemmeling van het verzoek over de nodige informaticamiddelen beschikt om dit soort verzoeken te kunnen ontvangen. Indien niet, dan moet het verzoek aangetekend worden verzonden met de post. 30. Indien de Administratie na ontvangst van de aanvullende gegevens van oordeel is dat zij nog steeds niet beschikt over alle elementen om een beslissing te kunnen nemen inzake het toestaan van de gevraagde teruggaaf, kan zij om andere al dan niet gelijkaardige aanvullende ge- Larcier Duiding BTW (15 augustus 2017) Larcier 641

K.B. nr. 56, 9 december 2009 - Teruggaaf BTW aan bel.plichtige gevestigd in andere Lid-Staat (Art. 17) gevens verzoeken dan bedoeld in het eerste verzoek. Deze gegevens kunnen maar hoeven niet van dezelfde aard te zijn als de gegevens gevraagd in het eerste verzoek. 31. Als de Administratie redenen heeft om te twijfelen aan het bestaan van een bepaalde vordering vanwege de aanvragers, kunnen de gegevens die door de Administratie worden gevraagd, zowel in haar eerste verzoek als in haar bijkomende verzoeken, de overdracht omvatten van het origineel of een afschrift van de facturen of invoerdocumenten als deze nog niet het voorwerp hebben uitgemaakt van een overdracht bij de indiening van het teruggaafverzoek door de aanvrager. De drempelbedragen van 1.000 EUR en 250 EUR zijn niet toepasselijk op deze verzoeken om aanvullende gegevens. 32. Als de Administratie om aanvullende gegevens verzoekt, moet de bestemmeling van dit verzoek de gevraagde gegevens verstrekken binnen een termijn van één maand vanaf de datum van ontvangst van dit verzoek. Indien geen antwoord wordt verstrekt binnen deze termijn, kan de Administratie de teruggaaf weigeren van de btw-bedragen waarvoor zij aanvullende gegevens heeft gevraagd (aanschrijving, randnr. 39). Art. 17. Indien de administratie }1 [...] 1 om aanvullende gegevens verzoekt, deelt zij op de wijze zoals voorzien in artikel 15, 1 of 2, in afwijking van artikel 15, haar beslissing aan de aanvrager mee binnen twee maanden na ontvangst van de gevraagde gegevens of, indien niet op haar verzoek gereageerd is, binnen twee maanden na het verstrijken van de in artikel 16, 2 genoemde termijn. De termijn waarover de administratie beschikt om te beslissen over een volledige of gedeeltelijke teruggaaf, bedraagt evenwel in ieder geval ten minste zes maanden vanaf de ontvangst van het in artikel 5, 1 bedoelde teruggaafverzoek. Wanneer de administratie }2 [...] 2 verdere aanvullende gegevens vraagt overeenkomstig artikel 16, 1, tweede lid, stelt zij binnen acht maanden nadat het teruggaafverzoek is ontvangen, de aanvrager in kennis van haar beslissing over een gehele of gedeeltelijke teruggaaf op de wijze zoals voorzien in artikel 15, 1 of 2. }1. Lid 1 gewijzigd bij art. 36 K.B. 24 januari 2015, B.S., 20 februari 2015, err., B.S., 17 april 2015, inwerkingtreding: 16 mei 2014 (art. 42) }2. Lid 2 gewijzigd bij art. 36 K.B. 24 januari 2015, B.S., 20 februari 2015, err., B.S., 17 april 2015, inwerkingtreding: 16 mei 2014 (art. 42) 33. Indien de Administratie om aanvullende gegevens verzoekt, wordt de termijn van vier maanden te rekenen vanaf de dag van ontvangst van het teruggaafverzoek, waarbinnen de Administratie een beslissing moet nemen over de teruggaaf van de btw, als volgt verlengd: indien het een verzoek om aanvullende gegevens betreft, moet een beslissing over de teruggaaf worden genomen binnen een termijn van twee maanden vanaf hetzij de dag van ontvangst van de gevraagde gegevens, hetzij na het verstrijken van de termijn van een maand waarbinnen de bestemmeling van de aanvraag moest antwoorden op het verzoek om aanvullende gegevens; in elk geval beschikt de Administratie ter zake over een termijn van ten minste zes maanden te rekenen vanaf de datum van ontvangst van het teruggaafverzoek om haar beslissing ter kennis te brengen (art. 21 Richtlijn nr. 2008/9/EG; Aanschr. AFZ 22 december 2009, nr. 20/2009, nr. 72); indien het een verzoek om verdere aanvullende gegevens betreft, moet een beslissing over de teruggaaf worden genomen binnen een termijn van acht maanden te rekenen vanaf de datum van ontvangst van het teruggaafverzoek (art. 21 Richtlijn nr. 2008/9/ EG; Aanschr. AFZ 22 december 2009, nr. 20/2009, nr. 72). Art. 18. Indien het teruggaafverzoek wordt ingewilligd, wordt het goedgekeurde teruggaafbedrag uiterlijk binnen tien werkdagen na het verstrijken van de in artikel 15 genoemde termijn terugbetaald, of, indien om aanvullende of verdere aanvullende gegevens is verzocht, na het verstrijken van de termijnen overeenkomstig artikel 17. De teruggaaf vindt plaats volgens de in artikel 5, 1, 7, bedoelde bankgegevens die door de aanvrager worden verstrekt. In voorkomend geval worden de bankkosten voor het overmaken in mindering gebracht op het aan de aanvrager te betalen bedrag. 34. De terugbetaling gebeurt uiterlijk binnen tien werkdagen na een periode van vier maanden, of indien om aanvullende gegevens is verzocht, na het verstrijken van de toepasselijke termijnen (art. 22 Richtlijn nr. 2008/9/EG; Aanschr. AFZ 22 december 2009, nr. 20/2009, nr. 73). De terugbetaling gebeurt in principe op het bankrekeningnummer dat wordt vermeld op het teruggaafverzoek. 642 Larcier Duiding BTW (15 augustus 2017) Larcier

K.B. nr. 56, 9 december 2009 - Teruggaaf BTW aan bel.plichtige gevestigd in andere Lid-Staat (Art. 20) 35. De betaling van de btw-bedragen waarvan de Administratie de teruggaaf heeft aanvaard, gebeurt op het bankrekeningnummer dat wordt vermeld op het teruggaafverzoek, in de lidstaat van terugbetaling of in elke andere lidstaat. Indien er bankkosten verbonden zijn aan de teruggaaf, vallen deze ten laste van de aanvrager en worden zij in mindering gebracht van het terug te geven bedrag. Wanneer de betaling moet gebeuren in handen van een andere persoon dan de niet in België gevestigde belastingplichtige, moet deze op verzoek van de administratie steeds een volmacht kunnen voorleggen waarin hij wordt gemachtigd om de betaling te ontvangen. Art. 19. 1. Indien het teruggaafverzoek geheel of ten dele wordt afgewezen, worden de redenen hiervoor door de administratie }1 [...] 1 aangetekend tegelijkertijd met de beslissing aan de aanvrager meegedeeld. 2. De aanvrager kan beroep instellen tegen een beslissing tot afwijzing van een teruggaafverzoek overeenkomstig artikel 14 van het koninklijk besluit nr. 4 met betrekking tot de teruggaven inzake belasting over de toegevoegde waarde. 3. Indien geen beslissing over het teruggaafverzoek wordt genomen binnen de termijnen vastgesteld bij dit besluit, wordt dit verzoek als ingewilligd aangemerkt onder voorbehoud van de toepassing van artikel 20. }1. 1 gewijzigd bij art. 36 K.B. 24 januari 2015, B.S., 20 februari 2015, err., B.S., 17 april 2015, inwerkingtreding: 16 mei 2014 (art. 42) 36. De beslissing waarbij de Administratie het teruggaafverzoek geheel of gedeeltelijk afwijst, moet zowel in rechte als naar de feiten gemotiveerd zijn. De redenen voor de gehele of gedeeltelijke afwijzing moeten overigens tegelijkertijd met de beslissing aan de aanvrager aangetekend worden meegedeeld (art. 23 Richtlijn nr. 2008/9/EG). 37. In geval van gehele of gedeeltelijke afwijzing van het teruggaafverzoek, kan de niet in België gevestigde aanvrager beroep instellen bij de rechtbank tegen deze beslissing. Deze vordering moet worden ingesteld vóór het verstrijken van het derde kalenderjaar volgend op de kennisgeving van de beslissing tot gehele of gedeeltelijke afwijzing van het teruggaafverzoek (art. 14 KB nr. 4; Aanschr. AFZ 22 december 2009, nr. 20/2009, nr. 76). Dit beroep wordt ingesteld door middel van een verzoekschrift op tegenspraak, betekend aan de Belgische Staat in de persoon van het hoofd van het Centraal btw-kantoor voor buitenlandse belastingplichtigen, Teruggaven, Financietoren, Kruidtuinlaan 50, bus 3626 (verdieping 18/R), 1000 Brussel. Aangestipt wordt dat bepaald is dat de dagvaardingen, betekeningen en kennisgevingen aan de Staat, Federale Overheidsdienst Financiën, worden gedaan op het kantoor van de directeur van de Stafdienst Logistiek, Brussel, North Galaxy, Toren B, 2 e verdieping, Koning Albert II-laan 33, bus 971 te 1030 Brussel (MB 25 oktober 2012 tot aanwijzing van de ambtenaar van de FOD Financiën op wiens kantoor de Staat kan worden gedagvaard en de betekeningen en kennisgevingen kunnen worden gedaan, BS 22 november 2012 (ed. 2)). 38. Indien geen beslissing wordt genomen binnen de termijnen vastgesteld bij dit besluit, wordt dit verzoek als ingewilligd aangemerkt, behalve ingeval de btw niet terug te geven is (bv. ten onrechte gefactureerde btw). Art. 20. 1. Wanneer teruggaaf op frauduleuze of anderszins onrechtmatige wijze is verkregen, gaat de administratie }1 [...] 1 onmiddellijk over tot invordering van de ten onrechte betaalde bedragen en van eventuele }2 [fiscale] 2 geldboeten en interesten opgelegd volgens de procedure voorzien in het BTW-Wetboek, onverminderd de bepalingen inzake wederzijdse bijstand ter invordering van de belasting over de toegevoegde waarde. 2. Wanneer }3 [fiscale] 3 geldboeten of interesten opgelegd maar niet betaald zijn, kan de administratie }4 [...] 4 elke verdere teruggaaf aan de betrokken belastingplichtige ten belope van het onbetaalde bedrag opschorten. }1. 1 gewijzigd bij art. 37 K.B. 24 januari 2015, B.S., 20 februari 2015, err., B.S., 17 april 2015, inwerkingtreding: 16 mei 2014 (art. 42) }2. 1 gewijzigd bij art. 50 K.B. 30 april 2013, B.S., 8 mei 2013, err., B.S., 5 juni 2013, art. 22-28: bekrachtigd met ingang van de dag van hun inwerkingtreding bij art. 81, 1, Programmawet 19 december 2014, B.S., 29 december 2014, inwerkingtreding: 1 januari 2013 (art. 51) }3. 2 gewijzigd bij art. 50 K.B. 30 april 2013, B.S., 8 mei 2013, err., B.S., 5 juni 2013, art. 22-28: bekrachtigd met ingang van de dag van hun inwerkingtreding bij art. 81, 1, Programmawet 19 december 2014, B.S., 29 december 2014, inwerkingtreding: 1 januari 2013 (art. 51) }4. 2 gewijzigd bij art. 37 K.B. 24 januari 2015, B.S., 20 februari 2015, err., B.S., 17 april 2015, inwerkingtreding: 16 mei 2014 (art. 42) 39. Indien zou blijken dat bedragen ten onrechte zouden zijn terugbetaald aan de aanvrager (bv. fraude, teruggaaf van niet aftrekbare btw op grond van artikel 45 Wbtw, ten onrechte gefactureerde bedragen), zal de Administratie onmiddellijk overgaan tot invordering van de ten Larcier Duiding BTW (15 augustus 2017) Larcier 643