EVALUATIE M@ZL SCHOOLJAAR 2015-2016 Inleiding Om de implementatie van M@ZL te evalueren zijn vier methoden gebruikt: 1. Een gespreksleidraad, die door jeugdartsen is ingevuld tijdens het jaarlijkse evaluatiegesprek met de school. Dit resulteerde in ingevulde evaluatieformulieren; 2. Tevens zijn de individuele contacten in het kader van M@ZL in Kidos geregistreerd en uitgedraaid; 3. In de vragenlijst, die aan tweedeklassers (contactmoment VO 2) is voorgelegd, is een aantal vragen rondom ziekteverzuim gesteld; 4. Het conceptverslag is vervolgens op 1 november aan de jeugdartsen voorgelegd met de vraag of de resultaten herkenbaar zijn en of ze aanvullingen of opmerkingen hebben. Dit heeft geleid tot voorliggend document. Tussen oktober en december 2015 is ook in onze regio de vierjaarlijkse landelijke Gezondheidsmonitor Jongeren afgenomen. Hierin worden twee vragen gesteld over schoolverzuim: een over ziekteverzuim en een over spijbelen. Dit levert extra informatie op. We zullen ook deze resultaten, die mogelijk iets zeggen over het succes van M@ZL, in dit verslag presenteren. 1. Hoofdpunten uit de evaluatieformulieren In het schooljaar 2015-2016 werd op 66 scholen M@ZL uitgevoerd: 45 VO scholen, 10 VO+ scholen en 11 MBO scholen. Aan het eind van het schooljaar hebben we 54 ingevulde evaluatieformulieren ontvangen. Deze 54 formulieren hebben betrekking op 57 scholen, omdat 3 scholen M@ZL met andere school(locatie) samen doen. Bij die scholen is een gezamenlijke evaluatie uitgevoerd. In totaal heeft dus bij 86% een evaluatie plaatsgevonden. Van de 9 scholen waar geen evaluatie is geweest, is bij 6 scholen de evaluatie in najaar 2016 gehouden. Bij de overige 3 scholen vindt geen evaluatie plaats, omdat de school dit afhoudt of omdat de jeugdarts dit niet nodig vindt voor deze school. Om snel en efficiënt een beeld te krijgen van de belangrijkste evaluatiepunten van M@ZL, hebben we de antwoorden op de 12 meest relevante vragen uit het evaluatieformulier geturfd (vraag 6, 21, 22, 23, 26, 29, 30, 33, 35, 36, 38 en 40). Daarvoor hebben we eerst antwoordcategorieën samengevoegd (bijvoorbeeld meestal en altijd t.o.v. soms en nooit). De resultaten hebben we aangevuld met opmerkingen uit de open tekstvelden in de evaluatieformulieren. M@ZL in beleidsplan Uit de evaluatieformulieren komt naar voren dat 80% van de scholen M@ZL heeft opgenomen in het beleidsplan van de school. De scholen die M@ZL (nog) niet hebben opgenomen in het beleidsplan zijn pas begonnen met M@ZL óf hebben een variant van M@ZL. Onze school werkt niet met M@ZL. We zijn wel ingelicht en passen sommige principes toe (zoals vanuit zorg praten over ziekteverzuim), maar willen onze werkwijze geen M@ZL noemen. 1
We hanteren ook niet de criteria voor verzuimomvang. Ondersteuning bij verzuimgesprekken De helft van de scholen heeft nu (nog) behoefte aan ondersteuning bij het voeren van verzuimgesprekken met leerlingen en ouders. Ook als eerder een workshop M@ZL voor mentoren is gegeven, krijgen sommige scholen graag nogmaals een workshop, een soort opfriscursus. Behoefte aan ondersteuning: graag herhalen. Scholen bij wie M@ZL al goed geïmplementeerd is hebben minder behoefte aan ondersteuning omdat ze deze al gehad hebben. Voor deze scholen waren de vragen over ondersteuning bij het voeren van verzuimgesprekken met leerlingen en ouders niet of minder relevant. Daardoor is bij slechts een deel van de scholen op deze vragen antwoord gegeven. Bij alle scholen mét een antwoord op de betreffende vraag, zijn de gespreksvoerders (zeer) tevreden over de (algemene) handvatten van de jeugdarts (22 scholen) en (zeer) tevreden over het (telefonisch) overleg met de jeugdarts in specifieke situaties (28 scholen). Procedure Bij 71% van de scholen worden de verzuimgesprekken meestal of altijd gevoerd aan de hand van de M@ZL-criteria. Nog niet alle leerlingen die voldoen aan M@ZL-criteria krijgen een gesprek met de mentor. Selectie vindt plaats door afdelingsleider/mentor. Dit is een aandachtspunt voor school. Deze school heeft M@ZL van het begin af goed opgepakt: meldt consequent aan en houdt dat nog steeds vol! Heeft zeker te maken met deze zorgcoördinator die dat heel consciëntieus doet. De kinderen die bij de jeugdarts aangemeld worden voldoen wel allemaal aan M@ZL-criteria. Bij 98% van de scholen worden leerlingen die aangemeld zijn voor een consult bij de jeugdarts meestal (komt het meeste voor) of altijd binnen 2 weken daarvoor uitgenodigd. Fijn dat leerlingen zo snel ingepland worden! Informatie delen 2
Bij alle scholen koppelt de jeugdarts zijn/haar adviezen uit het consult meestal/altijd terug aan de aanmelder. Bijna alle scholen (94%) vinden de adviezen van de jeugdarts over de begeleiding van M@ZL-leerlingen nogal tot heel erg bruikbaar. Het advies sluit aan bij verwachtingen van school. Soms hoopt de school op een nieuw perspectief op het probleem, dat er dan jammer genoeg niet (meer) is. Door inzet van de jeugdarts wordt de achterliggende problematiek helderder en overzichtelijker. Bij 87% van de scholen neemt de jeugdarts deel aan het ZAT, bij 10% neemt de jeugdarts niet deel aan het ZAT en bij 3% van de scholen is er geen ZAT. Op de grote MBO-colleges is er tweewekelijks een ZAT. De jeugdarts kan daarom niet altijd aansluiten. Op de locatie Etten-Leur van het Munnikenheide zit de jeugdverpleegkundige in het ZAT. Monitoring Bijna alle scholen (96%) monitoren meestal/altijd het ziekteverzuim van elke M@ZL-leerling. Bij driekwart van de scholen monitort de jeugdarts meestal/altijd de externe (gezondheids)zorg van elke M@ZL-leerling. Na de terugkoppeling is de monitoring aan de school, het ontbreekt de jeugdarts aan mogelijkheden hiertoe om dit zelf goed te volgen. Tevredenheid over samenwerking Alle scholen bij wie de vraag is ingevuld (47 scholen), zijn (zeer) tevreden over de samenwerking met de jeugdarts. Op scholen bij wie de vraag niet is ingevuld, is net een nieuwe jeugdarts begonnen. Over de samenwerking met de ouders in het kader van M@ZL wordt in een open tekstveld geschreven: In het algemeen verloopt de samenwerking met leerling/ouders goed, voelen zich gesteund, zien het als steun in de rug. Extra informatie vanuit de open tekstvelden: De samenwerking met de leerplichtambtenaar bij de toepassing van M@ZL biedt kansen. De leerplichtambtenaar zit er nogal op, gaat het verzuim na van alle leerlingen en wijst de school op het aanmelden bij de jeugdarts. 3
Het bleek dat de terugkoppeling ook nogal eens door school werd doorgestuurd naar de leerplichtambtenaar, dat gaat nu niet meer gebeuren, de jeugdarts heeft inmiddels een afspraak met de leerplichtambtenaar gemaakt om uit te leggen waarom dat niet kan maar ook om te kijken naar haar rol in dezen. Scholen zijn verplicht een stevig ziekteverzuimprotocol te hanteren 1. M@ZL kan hierin ondersteunend zijn. Er vinden veel verzuimgesprekken door school plaats en dat geeft meestal duidelijkheid bij deze voornamelijk mannenpopulatie. Daarom zijn er relatief weinig aanmeldingen bij de jeugdarts. De jeugdarts ervaart dat degenen die aangemeld worden wel van een extra gecompliceerde categorie zijn die vaak al lang verzuim achter de rug hebben. Ik heb aangegeven dat ik de problematiek van de doorgestuurde leerlingen vaak weerbarstig vond. De school reageert hier positief op en met herkenning. De voor hen gemakkelijker en oplosbaarder problematiek hebben ze al ondervangen. De lastige klanten gaan naar de jeugdarts. We hebben momenteel vijf thuiszitters, allemaal M@ZL-leerlingen. We hebben er alles aan gedaan, het is duidelijk wat er speelt. Vaak blijven ouders of GGZ in gebreke. Ouders voelen zich serieus genomen, school en ouders voelen zich ge- en versterkt. Receptie heeft ook aandacht voor ziekteverzuim, standaardlijstje met vragen bij ziekmelding. Kinderen mogen alleen ziek naar huis als ouders hier toestemming voor geven en moeten aankomst melden bij school. Het formulier is altijd goed ingevuld. Voor ouders is bijna altijd ook duidelijk waarom ze bij jeugdarts zijn uitgenodigd, d.w.z. wel goed gecommuniceerd door school aan ouders. 2. Informatie uit Kidos In schooljaar 2015-2016 zijn 1.200 jongeren tussen de 11 en 21 jaar bij de jeugdartsen in beeld gekomen. De piek ligt op ongeveer 14-15 jaar. Bij deze jongeren zijn 1.680 acties uitgevoerd (M@ZLintake en M@ZL-OOI). Daarnaast heeft er 669 keren een netwerkoverleg met deze jongeren plaatsgevonden. 1 4
3. Aanvullende informatie uit de evaluatie contactmoment 2 VO West-Brabant schooljaar 2015-2016, gegevens uit de schoolprofielen: De tweedeklassers hebben in de loop van schooljaar 2015-2016 een vragenlijst ingevuld, waarbij een aantal vragen wordt gesteld over ziekteverzuim. Daaruit blijkt dat de verzuimomvang van 10% van de leerlingen, op het moment van meten, aan minimaal één van de M@ZL-criteria (4 keer of vaker ziek gemeld en/of 7 schooldagen of meer aaneengesloten ziek gemeld in de afgelopen 12 schoolweken) voldoet: 8% geeft aan 4 keer of vaker ziek gemeld te zijn; 3% geeft aan 7 schooldagen of meer aaneengesloten ziek gemeld te zijn. Van deze groep heeft 73% (nog) geen gesprek met mentor of iemand van school gehad, volgens de leerling. 4. Extra informatie vanuit de bespreking van de resultaten met de jeugdartsen: Het opvolgen van zorg is een wettelijke taak van de jeugdarts. Wettelijk gezien houdt het opvolgen van zorg in dat de JGZ-medewerker een verwijzing opvolgt totdat de jongere is aangekomen bij de hulpverlener waarnaar verwezen is. De jeugdartsen geven als knelpunt bij de uitvoer van M@ZL aan dat er niet altijd voldoende tijd is voor het monitoren van de zorg. Dit heeft te maken met een aantal factoren: 1. De pieken van aanmeldingen; 2. M@ZL-jongeren zijn kwetsbare jongeren met een verhoogd risico, vaak komend uit een multiprobleem-situatie; 3. Zoals beschreven in de methodiek M@ZL monitort de jeugdarts de zorg, totdat het weer goed gaat met de leerling. Dit laatste wordt, zo blijkt, op meerdere manieren opgevat. Daardoor wordt niet eenduidig gehandeld: het monitoren van de zorg wordt door de jeugdartsen verschillend ingevuld. Er is behoefte aan consensus hierover. Het monitoren van de zorg bij de M@ZL methodiek gaat verder dan het opvolgen van zorg. De informatie uit de vragenlijst van de tweedeklassers is deels, voor zover bekend ten tijde van de evaluatie, aan scholen teruggekoppeld. Het geeft in ieder geval aanleiding om het voeren van verzuimgesprekken door school naar aanleiding van de M@ZL-criteria nogmaals onder de aandacht te brengen. De criteria worden niet altijd gehanteerd, en sommige mentoren blijven meteen doorverwijzen naar de jeugdarts zonder eerst zelf het gesprek aan te gaan. Daarnaast blijkt ook dat bij lang niet alle jongeren die aangeven zoveel te verzuimen wegens ziekte, de verzuimomvang ook daadwerkelijk zo hoog is. Naar aanleiding van de uitdraai uit Kidos wordt het belang van registratie weer benoemd. Daarnaast wordt aandacht gevraagd voor de omslachtigheid van alle administratieve handelingen, zoals registreren in Kidos, het invullen van het terugkoppelingsformulier en de brief aan de huisarts. Het heeft de voorkeur om de jaarlijkse evaluatie aan het eind van een schooljaar door de eigen jeugdarts uit te voeren. Het heeft een meerwaarde voor de samenwerkingsrelatie tussen de jeugdarts en de (zorgcoördinator van de) school. 5
Resultaten uit de landelijke Gezondheidsmonitor Jongeren In de regio West-Brabant geeft 30,1% van de jongeren aan in de laatste vier schoolweken ziek thuis te zijn geweest, tegenover 40,4% van de jongeren in Nederland. Dit verschil is significant. Dit resultaat kan jammer genoeg niet vergeleken worden met het percentage uit de monitor van 2011 vanwege een andere methode van afname. Conclusies Uit de evaluatie M@ZL blijkt dat scholen (bijna altijd zeer) tevreden zijn over samenwerking met de jeugdarts. De behoefte aan ondersteuning van de school bij de gespreksvoering en bij het uitvoeren van de monitorfunctie door school lijken afhankelijk te zijn van de implementatiefase en van degenen die op de school de verzuimgesprekken voeren. Het monitoren van de zorg en de begeleidingsadviezen kan niet altijd plaatsvinden door de jeugdarts vanwege tijdsgebrek. Dit wordt veroorzaakt doordat het monitoren binnen de M@ZL methodiek uitgebreider is als wettelijk verplicht gesteld onder opvolgen van zorg. Het lijkt erop dat nog niet altijd de M@ZL-criteria voor het voeren van een verzuimgesprek op school worden toegepast. Het lagere percentage van ziekteverzuim in de regio West-Brabant ten opzichte van Nederland kan mogelijk verklaard worden door de invoer van M@ZL. Aanbevelingen 1. Het jaarlijks evalueren van M@ZL door de jeugdarts met de school, de koppeling van deze evaluatie met de resultaten uit de evaluatie contactmoment 2VO en de uitdraai uit Kidos, en bespreking van alle resultaten met de jeugdartsen levert goed zicht op de (voortgang van de) implementatie van M@ZL, en op verbeterpunten zowel op school/jeugdarts-niveau als op GGDniveau. 2. Een verkorte versie van de gespreksleidraad (of de mogelijkheid om n.v.t. in te vullen) is zinvol bij die scholen, die al langere tijd met M@ZL werken. 3. Wisselingen van de jeugdarts heeft een negatieve invloed op de samenwerking en is daarom niet wenselijk. 4. Meer duidelijkheid over het monitoren van zorg. 5. Meer tijd voor het monitoren van zorg. 6. Zorg voor een goede interne logistiek om binnen twee weken leerling/ouders uit te nodigen voor een M@ZL-intake. Het snel reageren op de vraag vanuit school is een belangrijke succesfactor van M@ZL. 7. Het aanmeldformulier en terugkoppelingsformulier kunnen gebruiksvriendelijker. 8. Het key-usersoverleg wordt gevraagd te bekijken of de administratieve handelingen gefaciliteerd kunnen worden. Yvonne Vanneste en Monique de Beer, November 2016 6
Bijlage uitdraai Kidos van de M@ZL-kinderen Actie Leeftijd (jaar) Aantal acties Aantal kinderen (acties) 8 1 1 9 4 3 10 1 1 11 2 1 12 60 42 13 198 148 14 360 251 15 355 252 16 281 202 17 212 149 18 88 71 19 55 40 20 21 16 21 15 10 22 20 8 23 3 2 24 3 2 33 1 1 Som: 1680 1200 7
M@zlkinderen in netwerkcontactmomenten 22 sep 2016 2015 2015 2015 2015 2016 2016 2016 2016 2016 2016 2016 2016 2016 2016 2016 Aantal M@zlkinderen met Netwerkcontactmoment september oktober december november januari februari maart april mei juni juli september oktober november augustus Totaal: Gedefinieerd Netwerkoverleg 1 1 2 Gepland Netwerkoverleg 1 3 6 2 2 4 3 21 In Uitvoering Netwerkoverleg 1 5 2 3 11 Niet uitgevoerd MAZL netwerk 1 1 Niet uitgevoerd Netwerkoverleg 2 1 1 1 1 6 NVZB MAZL netwerk 1 1 Voltooid MAZL netwerk 3 6 3 1 8 8 3 32 Voltooid Netwerkoverleg 13 36 43 46 71 52 53 73 57 90 42 23 4 603 Totaal: 16 42 46 48 79 62 60 77 58 102 47 28 5 3 4 677 8