CONCEPT-AMVB inzake kwaliteitseisen aan deskundigen in strafzaken

Vergelijkbare documenten
Besluit register deskundige in strafzaken Geldend van t/m heden

You created this PDF from an application that is not licensed to print to novapdf printer (

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

CENTRAAL COLLEGE VOOR DE FARMACIE BESLUIT NO. 11 BESLUIT REGISTRATIE EN HERREGISTRATIE ZIEKENHUISFARMACIE

ingevolge artikel 14 van de statuten van de vereniging

B E L A N G E N B E H A R T I G I N G L E D E N O M / Z M K W A L I T E I T R E C H T S P R A A K ADVIES

Klachtenregeling VeWeVe

NRGD Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen

een bij een Aangesloten Instelling geregistreerde mediator; de door een Aangesloten Instelling vastgestelde gedragsregels;

CENTRAAL COLLEGE VOOR DE FARMACIE BESLUIT NO REGISTRATIE EN HERREGISTRATIE OPENBARE FARMACIE

De Minister van Justitie d.t.v. mw. mr. H. Waayers-Van Dijk Postbus EH DEN HAAG. Geachte heer Hirsch Ballin,

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Reglement Bezwaar en Beroep Inschrijving Register GBL

Artikel 1 - Geschillencommissie

GEDRAGSCODE. Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen

Commissiereglement NBA

c. klager : degene die een klacht indient; d. aangeklaagde : degene op wiens besluit of op wiens handelen of nalaten de klacht betrekking heeft;

A6 Reglement van Beroep

Reglement van Beroep Licentie Nationale Zwemdiploma s

Reglement Tuchtcommissie

Klager: Een klant of deelnemer aan het leerwerktraject van de Stichting TVZ

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Taak Artikel 2 De behandeling van klachten die tegen de gewone leden of ereleden zijn ingediend, is opgedragen aan de Raad.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gedragscode voor gerechtelijk deskundigen bij de Afdeling bestuursrechtspraak

Reglement Tuchtrechtspraak

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Reglement KlachtenCommissie WOONINC.

Gemeentewet, overzicht van de artikelen betreffende de Rekenkamer

Reglement van orde van de Raad voor Cultuur 2014

Reglement Klacht en Tuchtzaken

De Provinciewet en de Rekenkamer

Bezwarenregeling Veiligheidsregio Limburg-Noord

Behoud van inschrijving m.b.t. Titelregistratie van de

KLACHTENREGELEMENT. Artikel 1 Begrippen. In dit reglement wordt verstaan onder: Commissie: De klachtencommissie. Verhuurder: WWV De Volharding

REGLEMENT INZAKE DE TUCHTRECHTSPRAAK van de Stichting Rentmeesterskamer

Huishoudelijk reglement. bedoeld in artikel 23 h van de Rijksoctrooiwet zoals gewijzigd per 1 juni Artikel 1 - Zetel van de Orde

REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE STICHTING PAARD 11 december 2013

: LANDSVERORDENING houdende de instelling van een nationaal orgaan voor de erkenning van buitenlandse diploma's

REGLEMENT VAN BEROEP STICHTING GARANTIEWONING

Reglement Geschillencommissie stichting Deurwaarders Collectief Nederland.

REGLEMENT VERANTWOORDINGSORGAAN

KLACHTENREGLEMENT RECLASSERING

Reglement voor de Rechtspraak Vereniging Actuarieel Genootschap

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Klachtenregeling MTSR Kind en Jeugd d.d

Kwaliteitsregister Apothekersassistenten (KAA) REGISTRATIEBESLUIT oktober 2011

Klachtenreglement. Datum vaststelling: 22 november 2016 Datum inwerkingtreding: 1 januari 2017

Klachtenregeling REVACARE Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Reglement van de Commissie van Beroep

Overeenkomst Cliëntenraad en de Zevenster

Reglement tuchtrechtspraak

Uitvoeringsreglement Commissie van Beroep Kenniscentrum Kraamzorg

Reglement. KMS Reglementen. Raad van Beroep. Raad van Beroep. Pagina: 1 van 7. Geldig per: Opgesteld: Wiebe Boekema

SAMENSTELLING EN BEVOEGDHEID VAN HET TUCHTGERECHT

het Reglement NVLF-Registers

REGLEMENT COMMISSIE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS

De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Roermond,

Het Titelregistratiesysteem van de

AFASIE VERENIGING NEDERLAND - KLACHTENPROTOCOL geldend per december 2011

Wettelijk kader integriteit

Artikel 1 - Definities In dit reglement hebben de volgende woorden en uitdrukkingen de volgende betekenis:

: de Stichting Geschillen in de landbouw c.a.;

Reglement individueel. Klachtenrecht MCO

KLACHTEN- REGLEMENT KLACHTENREGLEMENT BEROEPSVERENIGING JOBCOACHES NEDERLAND

Geschillenreglement AgroVision

Bestuursreglement Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie NVAO

KLACHTEN REGLEMENT STICHTING NOBCO

Reglement Geschillencommissie WOONINC.

Verordening behandeling bezwaarschriften Sociale regelingen Orionis Walcheren

Landelijk Register van Gerechtelijke Deskundigen, LRGD. Raad voor de Tuchtrechtspraak U I T S P R A A K

REGLEMENT COMMISSIE VAN BEROEP VAN DE STICHTING BETER LEVEN KEURMERK

Geschillenreglement (Servicehuis Parkeer- en verblijfsrechten)

Verordening behandeling bezwaarschriften Schieland en de Krimpenerwaard

Reglement van de Financiële Commissie van NOC*NSF

Begripsomschrijving. Samenstelling en taak GESCHILLENREGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE BEROEPSCODE VOOR ERKEND HYPOTHEEKADVISEURS

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

De raad, de werkgeverscommissie, het college van burgemeester en wethouders, en de burgemeester van de gemeente Apeldoorn;

Klachtenreglement Coaching Rondom Kanker

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

REGLEMENT CENTRALE COMMISSIE VAN BEROEP VOOR EINDEXAMENS REGIO NIJMEGEN

Reglement commissie van beroep voor de examens

Reglement Klachtencommissie

GEDRAGSCODE voor gerechtelijk deskundigen in civielrechtelijke en bestuursrechtelijke zaken. versie 3.7 januari 2012

1. De klachtencommissie heeft tenminste drie leden, waaronder de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter.

REGLEMENT VOOR DE COMMISSIE VOOR GESCHILLEN VAN HET CONFESSIONEEL MBO

2019 no. 15 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

Artikel 4 Eed/gelofte Ten aanzien van de leden is artikel 81 g van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

REGELING MELDING ONREGELMATIGHEDEN UNIVERSITEIT LEIDEN

Lid van de vereniging, waarover een klacht is ingediend. Een natuurlijk persoon waarover een lid tot curator, bewindvoerder of mentor is benoemd.

Reglement Klachtencommissie Cliënten Mentaal Beter

BIJLAGE 3 BIJ SAMENWERKINGSAFSPRAKEN NAM-EZ-NCG REGLEMENT ARBITER BODEMBEWEGING EERSTE AFDELING - ALGEMEEN

Reglement Klachtencommissie

ALGEMEEN REGLEMENT VOOR REGISTRATIE VAN DE ORTHOPEDISCH CHIRURG, VERDER GESPECIALISEERD IN EEN DEELGEBIED VAN DE ORTHOPEDSICHE CHIRURGIE

Reglement klachtencommissie Asbestslachtoffers Vereniging Nederland

Ontwerp amvb tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit Wet op de jeugdzorg 8 november 2013

Reglement Governancecommissie Gezondheidszorg

Reglement van de Geschillencommissie. Vervallen per 1 januari 2018

Transcriptie:

CONCEPT-AMVB inzake kwaliteitseisen aan deskundigen in strafzaken Dd 12-02-08 Artikel 1 (definities) In dit besluit wordt verstaan onder: a. Onze Minister: Onze Minister van Justitie; b. register: het register als bedoeld in artikel 51k van het Wetboek van Strafvordering; c. geregistreerde deskundige: degene die als zodanig in het register is ingeschreven; d. het College: het College voor de gerechtelijke deskundige, bedoeld in artikel 2; e. de secretaris: de secretaris van het College voor de gerechtelijke deskundige, bedoeld in artikel 11; f. het bureau: het bureau ter ondersteuning van het College voor de gerechtelijke deskundige, bedoeld in artikel 12. Artikel 2 (College voor de gerechtelijke deskundige) 1. Er is een College voor de gerechtelijke deskundige. 2. Het College is gevestigd te (PM) Artikel 3 (taken van het College) Het College heeft tot taak: a. overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 13 tot en met 15 en 18 tot en met 20 te beslissen op een aanvraag tot inschrijving of tot herinschrijving en overeenkomstig het bepaalde in artikel 19 over de eventuele doorhaling uit het register; b. te bevorderen dat per deskundheidsgebied specifieke eisen worden opgesteld ter nadere uitwerking van de in artikel 13, tweede lid, bedoelde eisen; c. het vaststellen van een gedragscode die de gedragsregels bevat waaraan de geregistreerde deskundige zich dient te houden; d. het ter beschikking stellen aan het bureau van zijn kennis en deskundigheid; e. het desgevraagd of uit eigen beweging adviseren van Onze Minister over de toepassing en uitvoering van beleid en regelgeving met betrekking tot de gerechtelijke deskundige. Artikel 4 (samenstelling van het College) 1. De leden van het College worden benoemd op grond van de deskundigheid die nodig is voor een goede vervulling van de in artikel 3 genoemde taken alsmede op grond van hun brede maatschappelijke kennis en ervaring. 2. Het College bestaat uit een door Onze Minister te bepalen oneven aantal leden, waarvan in elk geval deel uitmaken: a. één met rechtspraak belast lid van de rechterlijke macht, tevens voorzitter; b. één lid van het openbaar ministerie; c. één advocaat; d. één politiefunctionaris en e. drie gerechtelijke deskundigen. Artikel 5 (onpartijdigheid en onafhankelijkheid van het College) 1. Het College verricht zijn taken op onpartijdige en onafhankelijke wijze. 2. De leden van het College vervullen geen functies en betrekkingen, waarvan de uitoefening ongewenst is met het oog op de vereiste onpartijdigheid en onafhankelijkheid van het College dan wel van het vertrouwen daarin.

3. Op verzoek van de aanvrager kan elk van de leden die een aanvraag behandelen, worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de onpartijdigheid en onafhankelijkheid als lid schade zou kunnen lijden. 4. Op dezelfde gronden als bedoeld in het vorige lid kan elk van de leden die een aanvraag behandelen, verzoeken zich te verschonen. 5. Op het bepaalde in het derde en vierde lid zijn de artikelen 8:16 tot en met 8:20 van de Algemene wet bestuursrecht van overeenkomstige toepassing met dien verstande dat indien geen meervoudige dan wel geen andere meervoudige kamer aanwezig is, het verzoek wordt beoordeeld door de overige leden van het College. Artikel 6 (werkwijze van het College) 1. Het College bepaalt zijn eigen werkwijze. 2. Het College maakt de maatstaven aan de hand waarvan per deskundigheidsgebied wordt beoordeeld of een aanvraag voldoet aan de in artikel 13, eerste en tweede lid, bedoelde eisen, openbaar. 3. Het College stelt uit zijn midden een toetsingscommissie, een bezwarencommissie en een klachtencommissie samen. Het College kan ook andere commissies uit zijn midden samenstellen en belasten met de uitoefening van bepaalde taken. 4. Het College alsmede de door het College ingestelde commissies kunnen zich door personen doen bijstaan, voor zover dat voor de vervulling van hun taken nodig is. Artikel 7 (benoeming en ontslag) 1. De voorzitter en de leden, bedoeld in artikel 4, tweede lid, onderdeel a tot en met d worden, op bindende voordracht van de Raad voor de Rechtspraak, het College van procureursgeneraal, de Nederlandse Orde van Advocaten en de Raad van Hoofdcommissarissen, door Onze Minister benoemd. 2. De leden, bedoeld in artikel 4, tweede lid, onderdeel e, worden voor de eerste samenstelling van het College op bindende voordracht van de in het eerste lid genoemde organisaties gezamenlijk en daarna op bindende voordracht door het zittende College door Onze Minister benoemd. Onze Minister draagt zorg voor openbaarmaking van een vacature met betrekking tot een deskundige in het College. 3. Door Onze Minister kunnen tevens zoveel plaatsvervangend leden van de in artikel 4, tweede lid, genoemde beroepsgroepen worden benoemd als nodig is. 4. De benoeming van de leden en plaatsvervangend leden van het College geschiedt voor de tijd van vier jaar, behoudens de mogelijkheid van eerder ontslag. Zij kunnen eenmaal voor gelijke termijn worden herbenoemd. Het lidmaatschap eindigt bij het bereiken van de leeftijd van zeventig jaar. 5. De leden van het College worden op eigen aanvraag door Onze Minister ontslagen. 6. De leden kunnen voorts door Onze Minister worden geschorst en ontslagen wegens ongeschiktheid, onbekwaamheid of op andere zwaarwegende gronden. Artikel 8 (bestuursreglement) 1. Het College stelt een bestuursreglement vast. Dit bevat in ieder geval regels over werkwijzen en procedures met het oog op een goede en zorgvuldige uitoefening van de verschillende taken. 2. Het reglement alsmede elke wijziging daarvan wordt zo spoedig mogelijk gezonden aan Onze Minister en behoeft diens goedkeuring.

Artikel 9 (vergoedingen) Onze Minister stelt de vergoeding van reis- en verblijfkosten en verdere vergoedingen aan leden van het College en aan degenen die hen op verzoek van het College bijstaan vast. Artikel 10 (verplichtingen van het College) 1. Het College stelt jaarlijks voor 1 oktober een jaarplan en begroting op en jaarlijks voor 1 april een verslag van zijn werkzaamheden, het gevoerde beleid in het algemeen en de doelmatigheid en de doeltreffendheid van zijn werkzaamheden in het afgelopen kalenderjaar. Het jaarplan, de begroting en het verslag worden aan Onze Minister toegezonden. Het verslag wordt algemeen verkrijgbaar gesteld. 2. Het College verstrekt desgevraagd aan Onze Minister de voor de uitoefening van diens taak benodigde inlichtingen. Onze Minister kan inzage vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden, voor zover dat voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig is. Artikel 11 (de secretaris) 1. Het College heeft een secretaris. De secretaris is geen lid van het College. De secretaris is voor zijn werkzaamheden voor het College alleen verantwoording schuldig aan het College. 2. De secretaris is tevens hoofd van het bureau. 3. Onze Minister beslist, na overleg met de voorzitter van het College, over benoeming, bevordering, schorsing en ontslag van de secretaris. Artikel 12 (het ondersteunend bureau) 1. Er is een bureau ter ondersteuning van het College voor de gerechtelijke deskundige. Onze Minister is verantwoordelijk voor het goed functioneren van het bureau. Onze Minister draagt, na overleg met het College, zorg voor de nodige voorzieningen ten behoeve van de werkzaamheden van het bureau. Onze Minister kan een instelling aanwijzen voor het beheer van het bureau en een bewerker voor het register. 2. Het bureau heeft tot taak: a) het ondersteunen van het College bij zijn werkzaamheden; b) het beheren en onderhouden van het register, waaronder het verwerken van de beslissingen van het College omtrent inschrijving en doorhaling; c) het fungeren als vraagbaak voor deskundigen en opdrachtgevers. 3. De medewerkers van het bureau zijn voor hun werkzaamheden uitsluitend verantwoording schuldig aan het hoofd van het bureau, tevens secretaris van het College. 4. Op voordracht van de secretaris beslist Onze Minister over benoeming, bevordering, schorsing en ontslag van de medewerkers van het bureau. Artikel 13 (toetsbaarheid en kwaliteitseisen) 1. Een aanvraag komt slechts in aanmerking voor toetsing aan de in het tweede lid bedoelde eisen wanneer de aanvraag betrekking heeft op een welomlijnd deskundigheidsgebied waarvan aannemelijk is dat op basis daarvan zinvolle, objectieve en betrouwbare informatie kan worden verschaft en dat naar het oordeel van het College zodanig ontwikkeld is dat de bevindingen daarbinnen aan de hand van gedeelde normen kunnen worden getoetst en verantwoord. 2. Een deskundige wordt op zijn aanvraag slechts als deskundige in strafzaken in het register ingeschreven wanneer hij naar het oordeel van het College: a. voldoende kennis van en ervaring binnen het eigen deskundigheidsgebied heeft; b. voldoende kennis van en ervaring in het betreffende rechtsdomein heeft en voldoende bekend is met de positie en de rol van de deskundige daarin;

c. in staat is de opdrachtgever inzicht te bieden in de vraag of en zo ja, in hoeverre de vraagstelling voldoende helder en onderzoekbaar is om deze vanuit zijn specifieke deskundigheid te kunnen beantwoorden; d. in staat is op basis van de definitieve vraagstelling volgens de daarvoor geldende maatstaven een onderzoeksplan op te stellen en uit te voeren; e. in staat is onderzoeksmaterialen en gegevens in een forensische context volgens de daarvoor geldende maatstaven te verzamelen, vast te leggen, te interpreteren en te beoordelen; f. in staat is om de geldende onderzoeksmethoden in een forensische context volgens de daarvoor geldende maatstaven toe te passen; g. in staat is zowel schriftelijk als mondeling over elk gewenst aspect van zijn deskundigheid gemotiveerd, controleerbaar en in voor de opdrachtgever begrijpelijke bewoordingen te rapporteren; h. in staat is een opdracht te voltooien binnen de daarvoor gestelde of afgesproken termijn; i. zijn werkzaamheden als deskundige onafhankelijk, onpartijdig, zorgvuldig, vakbekwaam en integer verricht en een verklaring heeft ondertekend, inhoudende dat hij kennis heeft genomen van de door het College vastgestelde gedragscode en zich gedurende de registratie aan de daarin opgenomen gedragsregels zal houden. 3. Onze Minister kan bepalen dat in het register ook deskundigen kunnen worden ingeschreven die in andere rechtszaken dan in strafzaken optreden en die naar het oordeel van het College voldoen aan het eerste en tweede lid. De artikelen 14 tot en met 20 zijn op de aanvragen van de desbetreffende deskundigen van overeenkomstige toepassing. 4. Onze Minister kan, na overleg met het College, bepalen dat gedurende een daarbij te bepalen termijn uitsluitend deskundigen kunnen worden ingeschreven die behoren tot een of meer daarbij te bepalen deskundigheidsgebieden. Artikel 14 (indienen aanvraag tot inschrijving) 1. De aanvraag tot inschrijving vindt schriftelijk plaats volgens een door het College vastgesteld model. 2. Bij de aanvraag tot inschrijving legt de deskundige in elk geval de volgende stukken over: a. verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan een jaar; b. de deskundige die minder dan vijf jaar in Nederland woonachtig is, legt naast de verklaring omtrent het gedrag zo mogelijk tevens een integriteitsverklaring over die is afgegeven door een daartoe bevoegde instantie in het land van herkomst; de deskundige die niet in Nederland woonachtig is legt in plaats van de verklaring omtrent het gedrag zo mogelijk een integriteitsverklaring over die is afgegeven door een daartoe bevoegde instantie in het land van herkomst; indien geen integriteitsverklaring kan worden overgelegd of het College niet overtuigd is dat de overgelegde integriteitsverklaring voldoende waarborg biedt inzake de integriteit kan het College inschrijving weigeren of een verklaring verlangen waarin de deskundige instemt met openbaarmaking van het gegeven dat de integriteit niet objectief kon worden vastgesteld; c. bewijsstukken van de kwalificaties voor zover relevant voor de inschrijving; d. een verklaring inhoudende dat de aanvraag tot inschrijving naar waarheid is opgesteld; e. een verklaring inhoudende dat de aanvrager instemt met openbaarmaking van zijn gegevens overeenkomstig het bepaalde in artikel 17. 3. Het College kan nadere eisen stellen aan de door de deskundige bij de aanvraag tot inschrijving over te leggen stukken.

4. De aanvraag tot inschrijving, bedoeld in het eerste lid, bevat in elk geval de volgende gegevens: a. naam, adres, woonplaats of domiciliekeuze, telefoonnummer en mailadres alwaar betrokkene bereikbaar is; b. het deskundigheidsgebied waarop het verzoek tot inschrijving betrekking heeft, en de eventuele specifieke bekwaamheden binnen dat deskundigheidsgebied; c. naam, adres, woonplaats en telefoonnummers van te raadplegen referenten; d. een korte beschrijving van de kwalificaties voor zover relevant voor de beoordeling van het verzoek; e. vindplaats van voor de beoordeling van het verzoek relevante publicaties; f. een vermelding van zaken waarin de aanvrager eerder als deskundige optrad. Artikel 15 (gronden voor afwijzing) De aanvraag tot inschrijving wordt afgewezen indien: a. de aanvrager naar het oordeel van het College niet voldoet aan de in artikel 13, tweede lid, genoemde kwaliteitseisen; b. de aanvrager ook na aanmaning heeft verzuimd alle in artikel 14 genoemde stukken over te leggen; c. de aanvrager de aanvraag niet naar waarheid blijkt te hebben opgesteld; d. de aanvrager ingevolge een in kracht van gewijsde gegane rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld wegens een geestelijke stoornis; e. een op grond van dit besluit jegens de aanvrager genomen beslissing tot doorhaling zich tegen hernieuwde inschrijving verzet. In de overigen gevallen wordt de aanvraag toegewezen. Artikel 16 (bewijs van inschrijving) 1. De ingeschreven deskundige ontvangt een bewijs van inschrijving. 2. Van een beschikking tot inschrijving in het register wordt mededeling gedaan in de Staatscourant. Artikel 17 (openbare gegevens) Het register bevat de volgende gegevens, welke voor een ieder toegankelijk zijn: a. naam van de deskundige en een vermelding van de wijze waarop betrokkene bereikbaar is; b. de deskundigheid waarvoor betrokkene is geregistreerd; c. specifieke bekwaamheden waarvan vermelding in het register naar het oordeel van het College wenselijk is; d. datum waarop betrokkene voor het eerst is ingeschreven; data waarop de inschijving eventueel is verlengd; e. het feit dat het een onvoorwaardelijke dan wel voorwaardelijke inschrijving betreft. Artikel 18 (inschrijvingstermijn en herinschrijving) 1. Inschrijving in het deskundigenregister vindt, behoudens voortijdige doorhaling overeenkomstig het bepaalde in artikel 19, telkens plaats voor een periode van vier jaar. 2. Uiterlijk vier maanden voor ommekomst van de in het eerste lid genoemde termijn wordt de deskundige door het bureau schriftelijk gevraagd of hij in aanmerking wenst te komen voor herregistratie. 3. Het bepaalde in de artikelen 15 tot en met 17 is van overeenkomstige toepassing op de herinschrijving.

Artikel 19 (doorhaling uit het register) 1. De inschrijving in het register wordt doorgehaald indien de desbetreffende deskundige naar het oordeel van het College niet langer voldoet aan de in artikel 13, tweede lid, genoemde eisen, zich niet heeft gedragen conform de in artikel 13, tweede lid, onderdeel i genoemde verklaring dan wel sprake is van een van de gronden tot afwijzing van de aanvraag, bedoeld in artikel 15, dan wel de deskundige is overleden. 2. Bij handelen in strijd met de in artikel 13, eerste lid, onderdeel i, genoemde verklaring beslist het College of dit aanleiding vormt tot doorhaling van de registratie. 3. Indien de deskundige voor meer dan één deskundigheid in het register is ingeschreven, kan de doorhaling worden beperkt tot één of meer van de deskundigheden. 4. Doorhaling van een registratie kan definitief plaatsvinden of voor een door het College te bepalen periode. 5. Van een beschikking tot doorhaling, tot tijdelijke doorhaling en tot beëindiging van de tijdelijke doorhaling wordt mededeling gedaan in de Staatscourant. Artikel 20 (instroomregeling) 1. Een deskundige die niet aan de kwaliteitseisen van artikel 13 onder b, e, f en g voldoet maar ten aanzien van wie naar het oordeel van het College redelijkerwijs kan worden verwacht dat hij daar binnen een periode van ten hoogste vier jaar wel aan zal voldoen, kan voorwaardelijk worden geregistreerd. De artikelen 13 tot en met 18 zijn van overeenkomstige toepassing met dien verstande dat het College kan besluiten tot een kortere inschrijvingstermijn dan van vier jaar. 2. Een voorwaardelijke inschrijving vindt slechts eenmaal plaats voor een maximale duur van vier jaar. Artikel 21 (niet-geregistreerde deskundige) Alvorens in een strafzaak een deskundige te benoemen, die niet is opgenomen in het register, beoordeelt de rechter diens geschiktheid om als zodanig op te treden zoveel mogelijk aan de hand van de in artikel 13 genoemde kwaliteitseisen.