PED-bel19 v6 geldig: PEDAGOGISCHE WERKWIJZE VILLA BEESTENBOEL pagina 1 van 8

Vergelijkbare documenten
PEDAGOGISCHE WERKWIJZE KINDERCENTRUM VILLA BEESTENBOEL Pagina 1 van 6

PEDAGOGISCH BELEID VILLA BEESTENBOEL pagina 1 van 7

PEDAGOGISCHE WERKWIJZE BOFKONTJES pagina 1 van 5

PEDAGOGISCH BELEID HET KIEVITSNEST pagina 1 van 5

PEDAGOGISCH BELEID HET KIEVITSNEST pagina 1 van 6

PEDAGOGISCH BELEID PIPELOI pagina 1 van 6

PEDAGOGISCH BELEID HET KLOKHUIS pagina 1 van 6

PEDAGOGISCH BELEID ONS HUIS pagina 1 van 6

PEDAGOGISCH BELEID BSO HET MELKHUISJE pagina 1 van 6

Kids2b. Een koffer vol bagage. Kleine kinderen worden groot. REIS vormt de kern van ons handelen; RES PEC VOOR. Het pedagogisch beleid

PEDAGOGISCHE WERKWIJZE DE KLEINE WERELD. PED-bel03 v05

Visie (Pedagogisch werkplan)

Pedagogisch beleidsplan Buitenschoolse Opvang Mathil Rouveen

Pedagogisch beleid Flexkidz

Samen groeien. Maak kennis met onze pedagogische visie

Samen groeien. Maak kennis met onze pedagogische visie

PEDAGOGISCH BELEID KINDERKUNST pagina 1 van 6

Hoe kijken wij naar kinderen? Pedagogisch beleid

Pedagogisch beleid. kinderdagverblijf

Pedagogisch werkplan BSO Bussloo

Ons pedagogisch handelen buitenschoolse opvang Kompas

Inhoudsopgave Pedagogische Visie

Pedagogisch beleid Kinderdagverblijf de Harlekijn

Ons pedagogisch handelen buitenschoolse opvang De Zevensprong, Weezenhof 30

Pedagogische Visie en Beleid

Pedagogisch Werkplan BSO In de Manne

Ons pedagogisch handelen kinderdagverblijf Kameleon & peutergroep t Snuffeltje

PEDAGOGISCH BELEID HET KLOKHUIS pagina 1 van 7

Verkorte versie van de pedagogische visie en beleid van Happy Kids kinderdagverblijf en buitenschoolse opvang.

Pedagogisch beleidsplan buitenschoolse opvang het Zwammeke

Pedagogisch beleid. buitenschoolse opvang. Niets uit deze uitgave mag worden gekopieerd en/-of verspreid zonder. maatwerk kinderopvang voor elk gezin

Pedagogisch beleid Kidscasa

Samen op ontdekkingsreis

Pedagogisch beleid Kinderopvang Haarlem Spelend Groeien

Pedagogisch werkplan BSO De Toermalijin het Rooster

kinderdagopvang peutergroep basisschool bso alles in huis voor kinderen van 0 tot 13 jaar

Pedagogisch beleidsplan. Inleiding. BSO Vrij Spel

PEDAGOGISCHE WERKWIJZE BSO ONS HUIS

Pedagogisch beleid Kids&Co

Voorschoolse opvang Eben Haëzer

Pedagogisch werkplan. Peuterspeelzaal Pippeloentje. Pedagogisch werkplan peuterspeelzaal Pippeloentje SPL / SJWB februari 2019

Pedagogisch Werkplan gastouder

Pedagogisch beleid gastouderbureau OOK-Thuis

Pedagogisch beleidsplan.

Pedagogisch beleidsplan. Buitenschoolse Opvang Goirle

PED-bel21 PEDAGOGISCHE WERKWIJZE BOFKONTJES pagina 1 van 6

1.1. Het creëren van een veilige en vertrouwde omgeving

Ons pedagogisch handelen kinderdagverblijf t Grut

Ik ben pedagogisch medewerker op een VVE locatie van TintelTuin

Pedagogisch beleidsplan kort

PEDAGOGISCHE WERKWIJZE KIEVITSNEST pagina 1 van 7

PEDAGOGISCH BELEID DE BELHAMEL pagina 1 van 8

Pedagogische werkwijze BSO De Capelle, februari 2019 Renate Piet, locatiemanager

Pedagogisch plan van aanpak Kinderdagverblijf. Samen op reis worden we Wereldwijs Respect

Identiteitsdocument van Jenaplanschool de Sterrenwachter

Activiteitenbeleid 2013

Pedagogisch beleidsplan Fris! Kinderdagverblijven

Samenvatting pedagogisch beleidsplan Trias Kinderopvang, waar kinderen zich thuis voelen

Pedagogisch Beleidsplan. Fris! Kinderdagverblijven

Pedagogisch werkplan Peutergroep De Parken

PEDAGOGISCH BELEID KINDERDAGVERBLIJF HOJPIEPELOJ TE BREDA

Niets uit deze uitgave mag worden gekopieerd en/-of verspreid zonder schriftelijke toestemming van de Peuterspeelzaal Ukkie BV

Pedagogisch plan van aanpak 2017

Pedagogische visie van Stichting Rijswijkse Kinderopvang. Ontdekkend spelen. Uitdagend werken

Wenbeleid Voor de kinderopvang van KieKeBoe

Pedagogisch beleid en werkplan BSO Versiedatum: 27 september 2016

Kerndoelen Startblokken geïntegreerd met eisen onderwijsinspectie

Welschap Kinderopvang Lauraplein GP Heemskerk T Pedagogisch Beleid Peuterspeelzalen

Ons pedagogisch handelen buitenschoolse opvang Kloek

Pedagogische werkwijze op de locatie (

SKS Alles Kids. Onze visie

Ik ben pedagogisch medewerker bij TintelTuin

Ons pedagogisch handelen buitenschoolse opvang De Aldenhove

Pedagogische werkwijze

KINDERDAGVERBLIJVEN BLUB, ZEGT DE VIS

Pedagogisch werkplan BSO De Parken

Dubbeldamseweg-Zuid 97, 3314 JC Dordrecht,

Ons pedagogisch handelen buitenschoolse opvang De Kroon, Stevenkerkhof

Observeerbare Termen. Pedagogisch basisdoel: Sociale en emotionele veiligheid. Pedagogisch basisdoel: Sociale en emotionele veiligheid 2

Peuterspeelschool. Samen op reis worden we Wereldwijs. Respect

SKS Alles Kids. Ieder kind is uniek. Onze visie. De 5 speerpunten

Pedagogisch beleid gastouderbureau via Laura

Pedagogisch beleidsplan

Pedagogisch beleidsplan

Pedagogisch werkplan. Peuterspeelzaal Pippeloentje

Pedagogische werkwijze Peuterspelen Het SchatRijk, Februari 2019 Anouk Aafjes, Locatiemanager

Pedagogisch werkplan Gastouderopvang Leuk enzo!

Samen op ontdekkingsreis

Pedagogisch beleid Kinderopvang Haarlem

Ons pedagogisch handelen buitenschoolse opvang Grootstal

PED-bel02 PEDAGOGISCHE WERKWIJZE PIPELOI

Pedagogisch Beleidsplan KDV Mathil Rouveen

Pedagogische werkwijze op locatie BSO Baloe Weremere, Kameelstraat 24,1531 EK Wormer juni Locatie: BSO Baloe Weremere

Kids & Co Pedagogisch beleid Buitenschoolse opvang (BSO)

PEDAGOGISCH BELEIDSPLAN

Ons pedagogisch handelen peutergroep Drakesteyn

te tonen voor de cultuur en religie van de kinderen en hun ouders. Pedagogisch beleid OKC De Westhoek.

Samen de Wereld Kleuren. Pedagogische visie

Transcriptie:

pagina 1 van 8 1. WAT IS KARAKTERISTIEK VOOR VILLA BEESTENBOEL? Kindercentrum Villa Beestenboel biedt opvang voor kinderen in de leeftijd van 0 tot 13 jaar. Er zijn twee verticale KDV-groepen voor kinderen van 0-4 jaar met een bezetting van twaalf kinderen in elke stamgroep. De Buitenschoolse Opvang op Villa Beestenboel heeft zes groepen. Hiervan zijn drie groepen voor kinderen van 4-7 jaar, twee groepen voor kinderen van 7-10 jaar en een groep voor de 10+ kinderen. Alle BSO-groepen hebben een maximale bezetting van twintig kinderen per stamgroep. Villa Beestenboel is gehuisvest in een voormalig schoolgebouw. Het gebouw kent ruime en lichte groepsruimtes. In één van de vleugels zijn de 2 KDV-groepen gehuisvest, in de andere vleugels en op de bovenverdieping zijn de BSO-groepen te vinden. Elke leeftijdscategorie heeft zijn eigen vleugel en is daardoor op de specifieke leeftijdscategorie afgestemd en ingericht. Het gebouw is bijna volledig omsloten door een grote buitenruimte. Voor elke leeftijdscategorie is de tuin ingedeeld en ingericht op de speel- en ontdekbehoefte van kinderen. We laten ons voornamelijk inspireren door natuurlijke materialen, onze buitenactiviteiten zijn gericht op ontdekken en ervaren. Spelen met water en zand is onmisbaar voor kinderen: op het grote plein hebben we een waterpomp en beekloop waar de kinderen volop gebruik van maken en van genieten. We proberen dagelijks met alle kinderen naar buiten te gaan, ook als het weer wat minder geschikt lijkt. Het ervaren van alle weersomstandigheden draagt volgens ons bij aan een goede ontwikkeling van kinderen. Villa Beestenboel is (zoals de naam al aangeeft) een locatie waar beesten aanwezig zijn. Dieren verzorgen hoort bij de dagelijks routine van de dag. Samen met de kinderen verzorgen, verschonen en knuffelen wij de dieren. We hebben knaagdieren en kippen, beiden in een mooi buitenverblijf, en op verschillende groepen hebben we vissen. Ons kindercentrum heeft een open karakter. Dat wil zeggen dat, naast de opvang op de eigen stamgroep, we de kinderen gelegenheid geven te spelen met kinderen uit dezelfde leeftijdsgroep (parallelgroepen). Bij speciale gelegenheden, zoals Pasen, Kerst en tijdens vakanties, organiseren we regelmatig gezamenlijke activiteiten. Wanneer kinderen klaar zijn voor een overgang naar een nieuwe leeftijdsgroep zijn er speelafspraken om te wennen mogelijk. Ook op het buitenterrein ontmoeten we elkaar, KDV en 4+ spelen regelmatig samen op het grote plein. De 7+groepen en 10+ spelen samen in de grote tuin. We werken op Villa Beestenboel met de Startblokken methodiek. Startblokken is een VVE (Vroeg en Voorschoolse Educatie) programma waarin pedagogiek en methodiek één is. Startblokken richt zich op de persoonlijke en brede ontwikkeling van kinderen waarbinnen motivatie en emotionele ontwikkeling een belangrijke rol spelen. Kinderen zijn van nature nieuwsgierig en willen graag nieuwe dingen ontdekken. Het leren en ontdekken vindt plaats door spel en uitdaging en hierin steeds een stapje verder te zetten. De rol van de volwassene in dit proces is van grote betekenis. We spelen in op wat kinderen zelf laten zien in hun spel. Door het aanbieden van verschillende spelmaterialen en de inrichting van de ruimte, creëren we kansen tot ontwikkeling. Binnen Startblokken wordt gewerkt met thema s. De thema s zijn vrij, maar worden gekozen n.a.v. wat de kinderen aanspreekt en wat betekenisvol voor hen is. Er worden activiteiten aangeboden die aansluiten bij het thema. Deze activiteiten worden in een breed spectrum aangeboden: bewegingsspel, experimenterend- en constructiespel, samen

pagina 2 van 8 lezen en vertellen, gespreks- en kringactiviteiten, uitstapjes/ gast in de groep en manipulerenden rollenspel. Bij deze activiteiten kan de rol van de pedagogisch medewerker (de volwassene) variëren, door bijv. mee te spelen in de spelsituatie, maar ook door het geven van nieuwe input om het spel te verrijken of te verdiepen, waardoor er ruimte ontstaat tot het opdoen van nieuwe kennis en inzichten. In de dagelijkse activiteiten van alledag, worden kansen gegrepen om ontwikkeling van kinderen te stimuleren. Een voorbeeld hiervan is het samen verzorgen van de tuin: benoemen wat kan er groeien in de moestuin (taal), planten van gewas en het onderhouden ervan, met een gieter de plantjes besproeien (motoriek), hoe lang duurt het voordat de zaadjes plantjes worden (rekenen en ordenen). De thema s worden na 6 tot 8 weken afgerond, waarna er op basis van de opgedane kennis door kinderen wordt overgegaan naar een volgend thema. Samenwerking met ouders/ verzorgers is onontbeerlijk om een veilige en vertrouwde band tussen kind en de verschillende pedagogisch medewerkers te scheppen. Dit start al bij de plaatsing van het kind op onze locatie. We nemen de tijd voor een goede introductie van ouder(s) én kind. We geven een rondleiding, vertellen de ouders over onze locatie en onze werkwijze en ouders krijgen de gelegenheid om vragen te stellen. Na het intakegesprek en de wenperiode nemen de pedagogisch medewerkers de tijd om (zeker bij de kinderen van het KDV) een dagelijkse mondelinge overdracht te geven. We vertellen over de activiteiten die hebben plaatsgevonden, wat het kind gedurende de dag heeft gedaan en hoe het kind dit heeft beleefd. Er worden regelmatig foto s gemaakt tijdens activiteiten. Deze worden in of rondom de groep opgehangen. Op deze manier kunnen kinderen de activiteiten opnieuw beleven en bespreken met de groepsleiding en met elkaar. Zo ontstaan verbindingen tussen de activiteiten en dit draagt bij aan een rijke ontwikkelingsomgeving. Ook worden ouders op deze wijze geïnformeerd wat er gedurende het thema wordt ondernomen. Op het KDV wordt soms aan ouders gevraagd iets uit de thuissituatie mee te nemen of bij te dragen. Dit kunnen bijv. foto s zijn. Tijdens het thema ons huis hebben ouders foto s van het eigen huis en slaapplek van het kind meegenomen. Deze worden in de groep opgehangen en geven kinderen de mogelijkheid hun eigen vertrouwde omgeving mee te nemen naar de wereld van het kindercentrum. Eenmaal per jaar worden alle kinderen geobserveerd en op basis van deze observatie (welbevinden) vindt er een oudergesprek plaats. Ouders en pedagogisch medewerkers bespreken samen de wederzijdse bevindingen t.a.v. de ontwikkeling van het kind. 2. DE PEDAGOGISCHE PRAKTIJK We willen kinderen op Villa Beestenboel een plek bieden waar zij zich veilig en vertrouwd voelen en zich optimaal kunnen ontwikkelen. Dit is een basisvoorwaarde voor ontwikkeling. De belangrijkste uitgangspunten en pedagogische accenten voor onze locatie zijn: We bieden rust, veiligheid en geborgenheid op de groep. We hebben respect voor de eigenheid, achtergrond en cultuur van ieder kind. We stimuleren samenhorigheid en groepsgevoel.

pagina 3 van 8 We tonen respect voor de autonomie van elk kind. Het kind mag zijn eigen keuzes maken. Hierin dwingen en forceren we niet, we stimuleren wel. Het kind mag zelf kiezen waar het mee wil spelen. Het ondersteunen en stimuleren van kinderen in hun ontwikkeling begint voor ons bij de observatie van het kind. Door goed en vooral bewust naar kinderen te kijken ontstaat een goed uitgangspunt van wat kinderen al kunnen, kennen en zich eigen hebben gemaakt. Dit vertrekpunt bepaalt wat we aanbieden, zowel m.b.t. de omgeving als de activiteiten. We proberen kinderen uit te dagen een volgende stap in hun ontwikkeling te zetten (zone van de naaste ontwikkeling). De kinderen krijgen de ruimte voor hun eigen ontdekkingsproces, ze leren door te spelen. We benadrukken de mogelijkheden van ieder kind, een positieve benadering vanuit de pedagogisch medewerkers. We willen de kinderen vóórleven (voordoen) en ons in de kinderen inleven (empathisch zijn). We hebben aandacht en ruimte voor natuur, natuurbeleving en buitenspelen. We hebben een grote buitenruimte waar de kinderen lekker kunnen spelen maar ook mee kunnen helpen in de (moes)tuin. De vier opvoedingsdoelen uit de wet Er wordt gehandeld naar de vier opvoedingsdoelen van de Wet Kinderopvang. Dit laten wij zien door hoe er met kinderen wordt omgegaan, de dagindeling, de activiteiten, de inrichting van de ruimte en het gebruik van het programma startblokken. Het bieden van emotionele veiligheid Emotionele veiligheid is de basis van het ontwikkelen. Als een kind zich veilig voelt, durft het kind op ontdekking te gaan. Daarom worden de volgende punten gehanteerd: We besteden aandacht aan het wennen op een (nieuwe) groep. Kinderen worden geïntroduceerd in de groep en krijgen een eigen plek d.m.v. een eigen slaapplek en kastje voor de jongsten. Op de BSO worden nieuwe kinderen wegwijs gemaakt door groepsleiding én de andere kinderen uit groep. Voor beide partijen is dit een goede ontwikkeling. Het nieuwe kind wordt spelenderwijs bekend met de nieuwe omgeving en de groepsgenoten, voor het kind dat introduceert geeft jouw BSO laten zien een gevoel van trots en het versterkt de eigenwaarde. We respecteren de eigenheid van elk kind. We gunnen elk kind zijn/ haar eigen ontwikkeling in zijn eigen tempo. Dit doen we door elk kind goed te observeren in zijn/ haar spel en in te gaan op zijn of haar belevingswereld. We nemen gevoelens (bijv. blijdschap, verdriet) serieus. Dit doen we door de emotie die we zien te benoemen, ook bij de allerjongsten. We zorgen voor een veilige hechting, geborgenheid en een gevoel van veiligheid. Dit doen we door het bieden van voorspelbaarheid en structuur in de dag, vaste rituelen en vieringen. We hebben aandacht voor ingrijpende gebeurtenissen in het leven van een kind, zoals bijv. een verhuizing. We praten erover met het kind en de andere kinderen in de groep, stellen vragen of we spelen bijvoorbeeld de verhuizing na.

pagina 4 van 8 Bij het overtreden van regels keuren we nooit het kind af, alleen het gedrag. We praten met kinderen en geven uitleg als ze de grens overschrijden. We leggen de nadruk op wat wel mag i.p.v. wat niet mag. Buiten mag je rennen, in de gang kan dat gevaarlijk zijn. We scheppen een sfeer waarin kinderen zich welkom voelen. Dag Sam, wat fijn dat je er bent! en Hoe was je dag op school vandaag? Binnen elke stamgroep is een vaste en sensitieve groepsleiding aanwezig, waarbij het uitgangspunt is dat er dagelijks minimaal één vaste pedagogisch medewerker aanwezig is. Het stimuleren van persoonlijke competenties (creatieve ontwikkeling, motorische ontwikkeling, taalontwikkeling en cognitieve ontwikkeling) We stimuleren zelfstandigheid en zelfredzaamheid. De groepsleiding kijkt naar wat een kind al kan en creëert een situatie waarin een kind de volgende stap in zijn/ haar ontwikkeling kan zetten. Begeleidt/ bemiddelt de pedagogisch medeweker de ene keer nog bij een conflictje tussen kinderen, de volgende keer kan een bemoedigende blik of alleen fysieke aanwezigheid van de pedagogisch medewerker bij het zelf oplossen van het conflict voldoende zijn. Voor jonge kinderen betekent dit bijv. dat zodra ze daaraan toe zijn, leren drinken uit een gewone beker i.p.v. uit een tuitbeker of een flesje. Drinken uit een gewone beker is erg belangrijk voor de ontwikkeling van een goede mondmotoriek, wat weer een positieve invloed heeft op het leren praten. We besteden aandacht aan het proces van zindelijk worden bij kinderen die hieraan toe zijn. Vaak gebeurt dit n.a.v. het feit dat kinderen thuis af en toe op het potje of de wc willen gaan. Wij vragen kinderen bij elke verschoning of zij op de wc willen gaan. Het zindelijk worden verloopt bij elk kind anders en vraagt per individu een begeleiding welke is afgestemd op de ontwikkeling van het kind. We stimuleren het proces door met regelmaat kinderen te vragen of het op de wc of potje wil, wij dwingen nooit. We maken een stickerkaart waarop kinderen een sticker mogen plakken bij het succesvol naar de wc gaan voor kinderen die dit leuk vinden. Dit werkt niet voor elk kind, ook hier wordt een individuele aanpak gekozen. Ieder kind heeft recht op zijn eigen bult. Dit houdt in dat wij kinderen begeleiden in het omgaan met situaties die (gecalculeerd) gevaar kunnen bevatten. Het klimmen op stenen of boomstammetjes die glad zijn door mosgroei (voorzichtig lopen), de ruige hoek waar je hutten kunt bouwen met pallets die splinters kunnen hebben (werkhandschoenen aan); het draagt allemaal bij tot het leren omgaan met situaties die mogelijk gevaarlijk kunnen zijn binnen de eigen omgeving, onze locatie. Zorgen voor een uitdagende omgeving die tegemoetkomt aan de ontwikkelingsbehoefte van kinderen. Dus: weinig kant en klaar speelgoed en voorgedrukte activiteiten. Kinderen zijn nieuwsgierig; willen en moeten zelf kunnen ontdekken. Materiaal wordt soms gebruikt voor andere doeleinden dan waarvoor het lijkt te zijn gemaakt: het speelgoed strijkijzer kan zomaar een telefoon worden! Zorgen voor afwisseling door aanbod van rustige en meer actieve activiteiten en gevarieerd spelmateriaal waardoor kinderen spelenderwijs de grenzen van hun eigen kunnen en kennen ontdekken, ervaren, verleggen en daarvan leren.

pagina 5 van 8 Stimuleren spraak- en taalontwikkeling door duidelijk en correct te spreken, zinnen indien nodig te herhalen i.p.v. verbeteren, anderstalige kinderen in het Nederlands aanspreken, activiteiten verbaal begeleiden en gebruik maken van verhalen, liedjes en rijmpjes. Reële eisen stellen, afgestemd op leeftijd en belangstelling van het kind. Kinderen helpen zelfvertrouwen te ontwikkelen door te stimuleren, waarderen en complimenteren, niet alleen in woord maar ook in gebaar. Kinderen ruimte geven om hun eigen identiteit te ontwikkelen. Ieder kind is anders en heeft een eigen persoonlijkheid, talenten en eigenschappen. We proberen een rijke leeromgeving, situaties en activiteiten te creëren, zodat kinderen in veel diverse situaties zichzelf kunnen ontplooien. Kinderen leren zelf conflicten op te lossen en assertief te zijn. We lossen niet vóór kinderen op, maar samen met hen op. Aandacht en afwisseling t.a.v. het evenwicht tussen groepsactiviteiten en individuele activiteiten. Het stimuleren van sociale competenties We hechten waarde aan een positieve groepssfeer, we moedigen kinderen aan samen te doen en te delen. We stimuleren kinderen om aandacht voor elkaar te hebben en naar elkaar te luisteren. Als kinderen bijvoorbeeld verdrietig zijn, geven we aan dat troost en elkaar steunen van groot belang is. Door dit zelf voor te doen scheppen we een sfeer waarin zorg voor elkaar een belangrijk onderdeel van de hechtheid binnen de groep is. Stimuleren om andere culturen te verkennen. Door het themagericht werken komen kinderen regelmatig in aanraking met andere gebruiken en culturen. We gebruiken hierbij ook boeken, spelletjes, gerechten en bijvoorbeeld feesten. Kinderen aanmoedigen actief te worden in kinderparticipatie en kinderactiviteiten. Juist het samen bedenken en creëren van activiteiten schept een gezamenlijke band. Ook als je het niet met elkaar eens bent, leren kinderen te onderhandelen en rekening met elkaars wensen en mogelijkheden te houden. Pedagogisch medewerkers leggen de kinderen regelmatig situaties voor waarin zij worden uitgedaagd na te denken en creatief te worden in het zoeken van oplossingen. Bij het organiseren van de vakantieactiviteiten worden de kinderen actief betrokken. Daarbij is het maken van keuzes onvermijdelijk, hierin leren kinderen mee te denken en compromissen te sluiten. We geven kinderen vrijheid en vermijden onnodige regels en bemoeizucht. Pedagogisch medewerkers observeren voordat zij ingrijpen, regels worden waar mogelijk in overleg met kinderen opgesteld. We creëren situaties waarin kinderen van elkaar kunnen leren. In verticale groepen is er gedurende de periode dat het kind bij ons op de groep verblijft sprake van een periode dat het kind een keer de jongste, middelste en de oudste is. In deze groepssamenstelling is er vaak en veel gelegenheid elkaar te observeren en te zien hoe andere kinderen iets doen. Klimmen, klauteren, veters strikken, met de kapla bouwen, ruzie maken en oplossen. Hiervoor is een veilige omgeving en sensitieve groepsleiding een belangrijke voorwaarde.

pagina 6 van 8 Overbrengen van waarden en normen We zijn ons bewust van onze eigen waarden en normen; niemand is waardevrij, ook de groepsleiding niet. We zijn ons wel bewust van dit gegeven. Uitgangspunt is ons voorbeeldgedrag, de invloed op kinderen hiervan is groot. Mondelinge overdracht van waarden en normen hebben een veel geringere invloed. We waarderen positief gedrag i.p.v. dat we ongewenst gedrag afkeuren. We erkennen dat ongewenst gedrag voortkomt uit het gezien willen worden, alleen dat een kind (nog) niet in staat is dit gedrag op een gewenste manier te laten zien. We spreken kinderen aan op hun ongewenste gedrag en benoemen wat we graag willen zien. Bijvoorbeeld: in de gang lopen we rustig, i.p.v. dat we zeggen: Niet rennen door de gang! Door gewenst gedrag te stimuleren zal dit gedrag toenemen. Wanneer kinderen grenzen en gemaakte afspraken overschrijden, halen we het kind uit de situatie. Dit kan letterlijk zijn of door iets te zeggen. Het kan helpen het kind even apart te nemen en samen in alle rust te bespreken wat de aanleiding was voor het overschrijdend gedrag. Soms kan een eerder voorval van die dag aanleiding zijn geweest en zijn de emoties in de loop van de dag zover opgebouwd dat het tot het overschrijdende gedrag leidt. Jonge kinderen die nog niet kunnen praten gaan soms over tot gedrag als bijten of slaan. Ook dan keuren we het gedrag af, maar niet het kind zelf. We halen het kind uit de situatie en geven met een duidelijk gebaar of een nee aan dat we dit gedrag niet goedkeuren. We blijven deze handelingen herhalen totdat het ongewenste gedrag afneemt. We geven uitleg bij de dingen die we doen. Kinderen leren hierdoor dat er geen willekeur is maar redenen zijn voor de dingen die we doen. Regels en afspraken worden waar mogelijk samen met de kinderen opgesteld. De ervaring leert dat regels en afspraken die in samenspraak met kinderen zijn gemaakt, bijdragen aan zo doen wij het bij ons in de groep en een beter draagvlak hebben dan regels die (alleen) zijn opgesteld door volwassenen. Kind participatie Kinderen en groepsleiding maken samen deel uit van de groep. Kinderen en volwassenen hebben samen inbreng t.a.v. de gewoonten, rituelen en structuur binnen de groep. Voor hele jonge kinderen is deze inbreng niet via taal uit te drukken. Een jong kind laat wel zien wat hij/ zij wil: door zich op te richten als hij hoort en ziet dat er een jarige is, er gezongen wordt en een feestje wordt gevierd, laat het zien dat het mee wil doen en deel wil uitmaken van dit ritueel. Oudere kinderen kunnen meepraten en meebepalen wat er wordt gedaan op een dag, ze kunnen samen brainstormen over de vakantieactiviteiten en de inrichting van de ruimte of aanschaf van materiaal. We nemen kinderen serieus als gesprekspartner, hiermee wordt het zelfvertrouwen en zelfbeeld versterkt. Jezelf verwoorden en je ideeën formuleren is ook goed voor de cognitieve ontwikkeling, want het stimuleert de fantasie en de taalontwikkeling. BSO-specifieke onderdelen in de werkwijze Kinderen op onze BSO hebben een leeftijd van 4-13 jaar. Ze krijgen een steeds groter wordende behoefte aan zelfstandigheid. We proberen de kinderen hierin tegemoet te komen door ze steeds wat meer zelf te laten doen. Beginnend met kleine dingen, bijvoorbeeld zelf je

pagina 7 van 8 brood smeren. Naarmate de kinderen ouder worden krijgen ze meer behoefte aan privacy. Dit willen wij ze bieden door meer afgeschermde hoeken te creëren waar ze zich terug kunnen trekken. Dagelijks lopen kinderen van verschillende scholen naar de BSO, ze worden zoveel mogelijk begeleid door onze eigen groepsleiding. We betrekken de kinderen bij het veilig lopen in het verkeer en maken ze bewust van verschillende verkeerssituaties. We hebben een vaste looproute en daarin geven wij kinderen verantwoordelijkheid en vertrouwen om op afgesproken plekken op elkaar te wachten. Om zelfstandigheid te stimuleren beginnen wij op de 10+ om de tieners alleen naar de BSO te laten komen. Er is een vaste routine in een dag, met formele en informele activiteiten. De formele activiteiten zijn de gezamenlijke dingen, zoals eten of verjaardagen vieren. De informele activiteiten vinden plaats als de kinderen vrij aan het spelen zijn en als ze kunnen kiezen wat ze willen gaan doen. Het computer- en internetgebruik wordt beperkt. De groepen van 4-7 jaar en 7-10 jaar gebruiken geen computer, de 10+ groep mag volgens daarvoor vastgelegde gedragsregels achter de computer. Natuurlijk zijn er ook afspraken en regels over wat kinderen op de pc kunnen en mogen zien. De groepsleiding houdt hier zicht op. Als er sprake is van pesten hanteren wij een pestprotocol. Het doel van dit pestprotocol is om pesten te signaleren, te voorkomen en aan te geven hoe te handelen bij pestgedrag (PEDpro09 Pestprotocol BSO). Vierogenprincipe Het vierogenprincipe houdt in dat er altijd een volwassene moet kunnen meekijken of meeluisteren met een beroepskracht als die op enig moment alleen is met de groep. Het vierogenprincipe geldt vooralsnog alleen voor dagopvang. We hebben echter ook voor de BSOgroepen gezamenlijke afspraken gemaakt hoe we omgaan m.b.t. het vierogenprincipe op onze locatie. Voor de BSO-groepen is afgesproken dat geen enkele deur (inclusief de verbindingsdeuren tussen de groepsruimten) is afgesloten. Dit betekent dat de groepsleiding te allen tijde alle ruimte(n) in- en uit kunnen lopen en elkaar kunnen zien en horen. In de deur van de Chill (eerste ruimte na de klapdeuren) is een raam geplaatst, zodat er vanaf de hal in de ruimte kan worden gekeken. Dit raam mag niet worden afgeplakt of een gordijntje aan de binnenkant van de ruimte krijgen! Op het KDV zijn alle ruimten gedurende de dag door alle pedagogische medewerkers (pm s) vrij binnen te lopen. De slaapkamers hebben ramen in de toegangsdeuren waardoor er van buitenaf zicht is wat er binnen gebeurt. Ook in de slaapkamerwanden zijn ramen geplaatst, zodat er vanuit alle hoeken zicht is in de slaapkamers. Op dagen dat de kindbezetting laag is wordt voorkomen dat een medewerker alleen in het gebouw is (uitgezonderd tijdens vso en late opvang). Er is in dat geval een andere volwassene in het gebouw aanwezig. Dit kan een collega pm, het locatiehoofd, een huismeester of de huishoudelijk medewerker zijn. Naast deze fysieke maatregelen hebben we besproken dat openheid en veiligheid in het team essentieel is en een voorwaarde voor de veiligheid van kinderen op onze locatie. Het is van groot belang dat pm s elkaar bevragen m.b.t. pedagogisch handelen of gedrag t.o.v. kinderen. Situaties die een gevoel van onbehagen oproepen, worden direct besproken tussen betrokken

pagina 8 van 8 medewerker(s). Er is in ieder geval nadrukkelijk afgesproken dat signalen die duiden op gedrag m.b.t. misbruik in welke vorm dan ook, altijd zullen worden gemeld bij de locatiemanager. Zij zal deze signalen vervolgens met de betreffende medewerker bespreken en waar nodig maatregelen nemen. Achterwachtregeling Bij de vroege opvang tussen 7.30 uur en 7.45 uur en bij de late opvang tussen 18.15 uur en 18.30 uur is er één pedagogisch medewerker op de groep aanwezig. Bij calamiteiten kan de pedagogisch medewerker telefonisch contact opnemen met één van de huismeesters. Hun nummers staan op het afdelingsgebonden document: wi01 Achterwachtregeling. 3. EVALUEREN De jaarlijkse evaluatie van de pedagogische werkwijze (of onderdelen hiervan) wordt besproken in het locatieoverleg of tijdens thema-avonden. Hierin worden delen van de pedagogische werkwijze besproken. Het locatieoverleg vindt volgens de jaarkalender plaats. Ook wordt er over het pedagogisch profiel eenmaal per jaar gesproken met de LOC. Deze afkorting staat voor de Lokale Ouder Commissie.