University of Groningen Interhospital transport of the critically ill patient Droogh, J.M. IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the document version below. Document Version Publisher's PDF, also known as Version of record Publication date: 2014 Link to publication in University of Groningen/UMCG research database Citation for published version (APA): Droogh, J. (2014). Interhospital transport of the critically ill patient: Focus on the journey [S.l.]: [S.n.] Copyright Other than for strictly personal use, it is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), unless the work is under an open content license (like Creative Commons). Take-down policy If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim. Downloaded from the University of Groningen/UMCG research database (Pure): http://www.rug.nl/research/portal. For technical reasons the number of authors shown on this cover page is limited to 10 maximum. Download date: 24-10-2017
Chapter 9 Nederlandse samenvatting
Chapter 9 96
Nederlandse samenvatting Samenvatting Intensive care patiënten worden al tientallen jaren vervoerd. Aanvankelijk met name om gebruik te kunnen maken van behandelmogelijkheden of bepaalde diagnostiek die niet beschikbaar is in het huidige ziekenhuis, maar wel in een ander ziekenhuis. Tegenwoordig vindt ook veel transport plaats vanwege plaatsgebrek op de intensive care (IC) in het ziekenhuis waar de patient zich bevindt. Om dan toch IC zorg te kunnen krijgen kan een patient worden overgeplaatst. Een van de belangrijkste vragen over deze transporten is altijd geweest hoe het behandelniveau van een kritische zieke patient tijdens transport op peil gehouden kan worden. Namelijk, een kritisch zieke patient die zowel voor als na transport een IC behandeling behoeft, heeft deze ook nodig tijdens het transport. Deze logische constatering werd een halve eeuw geleden al gedaan, echter tot voor enkele jaren geleden was een en ander nog steeds niet goed geregeld in Nederland. In 2007 heeft de overheid daarom ingegrepen en is een landelijk dekkend netwerk van 7 Mobiele Intensive Care Unit (MICU) centra opgericht. Dit zijn speciaal, voor transport van IC patiënten, toegeruste ambulances met begeleiding van een IC dokter en IC verpleegkundige. Het MICU centrum Groningen rijdt vanaf maart 2009. Dit proefschrift gaat over de verschillende aspecten van het MICU transport. Het beoogt antwoord te geven op de volgende vragen: - Klopt het dat een goed voorbereid, getraind transport team met de juiste uitrusting, de kritisch zieke patiënt beter vervoert met minder incidenten? - Wat voor soort incidenten treden op tijdens het transport van IC patiënten? - Hoe moet een transport team getraind worden? - Wat is de regionale impact van een MICU? - Zijn er specifieke transport gerelateerde kwesties die van belang zijn? In hoofdstuk 2 wordt een overzicht gegeven van alle aspecten betreffende het transport van de IC patient Het is een overzicht van de beschikbare literatuur en geeft aan waar we vandaag de dag staan. Daarnaast worden aanbevelingen gegeven om het transport van IC patiënten te verbeteren. In hoofdstuk 3 zijn 74 transporten, uitgevoerd met onze MICU, vergeleken met 100 transporten van IC patiënten zonder MICU uit een eerdere studie. Er is gekeken naar het optreden van incidenten en veranderingen van vooraf gedefinieerde variabelen. Geconcludeerd kon worden dat met een MICU in combinatie met een gespecialiseerd transportteam, er ziekere patiënten vervoerd worden met minder complicaties. 9 97
Chapter 9 In hoofdstuk 4 zijn alle technische problemen geanalyseerd die optraden tijdens de eerste 30 maanden van MICU transporten in Groningen. Het bleek dat de meeste van deze technische problemen prima op te lossen waren met een geringe technische kennis van de apparatuur. Dit benadrukt dat het transport team niet alleen getraind moet worden op het transporteren van IC patiënten, maar dat zij ook achtergrond kennis aangereikt moeten krijgen over de apparatuur waarmee gewerkt wordt. In hoofdstuk 5 wordt het trainingsprogramma beschreven. Dit programma is speciaal ontwikkeld om het transportteam te trainen. De 5 belangrijkste aspecten van deze training zijn: voorbereiding, teamwork, apparatuur, mobiliteit en veiligheid. Met behulp van crew resource management principes is deze scenario training opgezet en op basis van de ervaringen uit het veld is de training aangepast Het is de eerst gepubliceerde, gedetailleerde beschrijving van een specifieke transport training. In hoofdstuk 6 is gekeken naar de regionale impact van de MICU. In Nederland zijn er 3 levels in de IC zorg. Level 1 IC s leveren basis IC zorg zonder 24-uurs dekking door een intensivist. Level 2 IC s leveren zorg voor de gecompliceerdere IC patient en hebben wel 24-uurs supervisie van een intensivist. En level 3 IC s leveren het hoogste niveau van IC zorg, vaak op academisch niveau. Daarnaast zijn er grofweg drie redenen om IC patiënten over te plaatsen: vanwege niet aanwezige diagnostische of behandelmogelijkheden in het eigen ziekenhuis, vanwege plaatsgebrek, of om patiënt terug te plaatsen naar het ziekenhuis dicht bij huis vanwege sociale aspecten of nadat de patiënt gestabiliseerd is en de hoge level IC zorg niet meer nodig heeft. In de studie beschreven in dit hoofdstuk is gekeken of patiënten vervoerd werden naar de juiste level IC op basis van de reden van overplaatsing. Het bleek dat patiënten die overgeplaatst werden voor aanvullende therapie bijna altijd naar een hogere level IC vervoerd werden. Patiënten die terug naar een ziekenhuis dicht bij huis werden vervoerd, gingen bijna altijd naar een lagere level IC. En patiënten die vervoerd werden vanwege bedden tekort, werden evenredig overgeplaatst naar hogere, lagere of zelfde level IC s. Hoewel dit niet vergeleken is met de situatie voor ingebruikname van de MICU, werd geconcludeerd dat de MICU goed bij kan dragen aan een goede regionale IC bed bezetting. Daarnaast werd in deze studie gekeken naar de kosten van de MICU. Deze bestaan met name uit standby kosten: 16 uur per dag, 7 dagen per week staat er een intensivist, een IC verpleegkundige en een chauffeur paraat. De financiering bestaat alleen uit een vergoeding per rit, welke bij lange na niet toereikend is om de kosten te dekken. Dit is een bedreiging voor het voorbestaan van het landelijk MICU netwerk op de middellange termijn. Tot slotte werd er gekeken naar de mortaliteit van de vervoerde patiënten, 6 maanden na transport. Met name de mortaliteit in de groep vervoerd voor aanvullende therapie, 43%, is hoog, maar deze is vergelijkbaar met de mortaliteit van medische spoed IC opnames in het algemeen. 98
Nederlandse samenvatting In hoofdstuk 7 zijn de veranderingen in de arteriële bloeddruk geanalyseerd die optreden tijden het remmen en optrekken van de MICU. Tijdens transporten bleek namelijk dat bij het optrekken de bloeddruk steeg en bij het remmen de bloeddruk daalde. Aangezien deze veranderingen niet bij elke patiënt even uitgesproken leken te zijn, was de vraag of er patient specifieke karakteristieken meespeelden of dat het puur met de meettechniek te maken had. Uit een proefopstelling bleek dat het effect met name te maken heeft met de afstand tussen arteriële canule en de transducer, maar ook de hoogte van de gemiddelde bloeddruk is van invloed. Hoe groter de afstand en hoe hoger de gemiddelde bloeddruk, hoe groter het effect van acceleratie op de bloeddruk. Tijdens patiënten transporten werd bevestigd dat dit effect met name berust op natuurkundige fenomenen buiten de patiënt. Namelijk, wanneer de transducer bovenop de arteriële canule geplaatst werd, bleek er nauwelijks sprake te zijn van een correlatie tussen acceleratie en bloeddruk. Wanneer de transducer op zijn normale positie geplaatst werd, 100-150 cm van de arteriële canule vandaan, bleek er een significante correlatie te bestaan. Dit onderzoek benadrukt dat transport zijn eigen eigenaardigheden kent, welke de zorg voor de toch al gecompliceerde patiënt, nog gecompliceerder maakt. Samenvattend toont dit proefschrift aan dat het transport van IC patiënten een vak apart is, met zijn eigen kenmerken en valkuilen. Een speciaal getraind team, voorzien van de benodigde kennis om met deze kenmerken en valkuilen om te gaan, zal de kritisch zieke patiënt veiliger vervoeren. 9 99