ZUID HOLLAND. Derde Ronde Toetsing Primaire Waterkeringen. provincie. M. Hovestad. Dijkringgebied 22 - Eiland van Dordrecht

Vergelijkbare documenten
provincie ZUID HOLLAND Derde Ronde Toetsing Primaire Waterkeringen Dijkringgebied 19 - Rozenburg M. Hovestad januari Provincie Zuid-Holland

ZUID HOLLAND. Derde Ronde Toetsing Primaire Waterkeringen. provincie. Dijkringgebied 25 - Goeree-Overflakkee. M. Hovestad

ZUID HOLLAND. Derde Ronde Toetsing Primaire Waterkeringen. provincie. Verbondende Waterkering 9 -Europoortkering II en Hartelkering. M.

ZUID HOLLAND. Derde Ronde Toetsing Primaire Waterkeringen. provincie. Verbondende Waterkering 11 - Haringvlietdam. M. Hovestad

Verlengde Derde Toetsronde Primaire Waterkeringen LRT3+ P. Goessen, R. Mom. 29 oktober Definitief. Ingenieursbureau, cluster Onderzoek.

Veiligheidsoordeel beheersgebied Hollandse Delta. Resultaten verlengde 3 e toetsronde Primaire Waterkeringen

ZUID HOLLAND. provincie. 5 -minuten versie voor Provinciale Staten. 12 januari 2011 Beek

Addendum op het Voorschrift Toetsen op Veiligheid 2006 m.b.t. primaire waterkeringen van de categorie c

Digitaal Rapportageformat. Uitwerking van paragraaf van Katern 3, Presentatie van de Veiligheid, uit het VTV 2006 (blz. 87)

Primaire waterkeringen getoetst. Landelijke Rapportage Toetsing 2006

Derde toets primaire waterkeringen. Landelijke toets

Samenvattende notitie Toetsing primaire waterkering

Verlengde derde toets primaire waterkeringen

Samenvatting Derde Toetsing primaire waterkeringen Delfland ( )

Niet Digit beschikbaar. Integrale rapportage verlengde. weergave activiteiten verlengde derde toetsronde

Opleidingen Nieuwe Normering Waterveiligheid. 2016/17 digitaal cursus naslagwerk 2016/17 totaal

Handelingsperspectief hoge gronden en waterveiligheid

Errata Vuistregels voor beheerdersoordeel bij de toetsing van Niet-Waterkerende Objecten (NWO s)

Katern 5 Dijken en dammen

Voorschrift Toetsen op Veiligheid

Uitvoeringsbesluit regionale waterkeringen West-Nederland 2014

Hydraulische randvoorwaarden voor categorie c-keringen

Veiligheid primaire waterkeringen,

Beoordeling Indirecte faalmechanismen

Primaire waterkeringen getoetst

Hydraulische randvoorwaarden categorie c-keringen Achtergrondrapport Wieringermeerdijk (dijkring 13)

SAMENVATTEND RAPPORT VERLENGDE DERDE TOETSRONDE WETTERSKIP FRYSLAN

Assetmanagement bij waterkeringen

Eindrapportage 3 e toetsronde primaire waterkeringen dijkring 7 (inclusief de Kadoelersluis)

Document: Addendum ToetsRap versie Afgedrukt: 4 juli 2012 memorandum

Toets op Veiligheid 2011

ZUID HOLLAND. Derde Ronde Toetsing Primaire Waterkeringen. provincie. Dijkringgebied 14 - Zuid-Holland. M. Hovestad

Beoordelen met nieuwe normen. Astrid Labrujère (RWS-WVL)

Rapportage beoordeling traject 15_3

Beoordeling veiligheid primaire waterkeringen Normtraject 20-3 Geervliet-Hekelingen

ij'. Ministerie van Verkeer en Waterstaat Rijkswaterstaat .~ \~

LEIDRAAD TOETSEN OP VEILIGHEID REGIONALE WATERKERINGEN

Leidraad Kunstwerken in regionale waterkeringen

Opleidingen Nieuwe Normering Waterveiligheid

DERDE TOETSING DIJKRING 14 TRAJECT GEKANALISEERDE HOLLANDSE IJSSEL

PROVINCIAAL BLAD. Gelet op artikel 2.4 van de Waterwet en artikel 4.1 van de Wet ruimtelijke ordening;

De ondergrond in de 4 e toetsronde

De veiligheid van de primaire waterkeringen in Nederland. Voorschrift Toetsen op Veiligheid voor de tweede toetsronde (VTV)

Opleidingen Nieuwe Normering Waterveiligheid. 2016/17 digitaal cursus naslagwerk 2016/17 totaal

Gelezen het voorstel van gedeputeerde staten van Zuid-Holland van 21 november 2017, kenmerk PZH ;

De veiligheid van de primaire waterkeringen in Nederland

Pipingonderzoek WTI2017

PUNT NR. 9 VAN DE AGENDA VAN DE VERGADERING VAN HET ALGEMEEN BESTUUR D.D. 19 december 2013.

DERDE TOETSRONDE DIJKRINGGEBIED 15 LEKDIJK VREESWIJK-SCHOONHOVEN

Opleidingen Nieuwe Normering Waterveiligheid. 2016/17 digitaal cursus naslagwerk 2016/17 totaal

Type voorbeeld Het voorbeeld gaat in op het gebruik van de resultaten uit de assemblagetool bij het rapporteren.

Opleidingen Nieuwe Normering Waterveiligheid. 2016/17 digitaal cursus naslagwerk 2016/17 totaal

Toetsing Regionale keringen en databeheer

Gelezen het voorstel van het college van gedeputeerde staten van Flevoland MPV/ /A;

Op de voorstellen van gedeputeerde staten van Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht en Gelderland;

DERDE TOETSING DIJKRING 44 TRAJECT LEKDIJK, AMERONGEN-LEKKANAAL

Projectoverstijgende verkenning van innovatieve dijkverbeteringsoplossingen voor de waddenzeedijken. Hiermee kunnen we noodzakelijke verbeteringen

Opleidingen Nieuwe Normering Waterveiligheid

Hydraulische randvoorwaarden categorie c-keringen

Toetsing regionale keringen Hoogheemraadschap van Delfland

STOWA. NWO bebouwing op regionale keringen

Opleidingen Nieuwe Normering Waterveiligheid. 2016/17 digitaal cursus naslagwerk 2016/17 totaal

Verbetering Waterkering Waalkade Nijmegen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Hydraulische Randvoorwaarden 2011concept

Achterlandstudie Maeslantkering

LEIDRAAD TOETSEN OP VEILIGHEID REGIONALE WATERKERINGEN

Urk (1/2) Inventarisatie buitendijkse regionale waterkeringen. T. Blaakmeer-Kruidhof

: Zomerbedverlaging Beneden IJssel : Onderzoek invloed inrichting uiterwaard op veiligheid primaire waterkering

Stabiliteit Lekdijk nabij 't Waal

Maximacentrale (5) Inventarisatie buitendijkse regionale waterkeringen. T. Blaakmeer-Kruidhof

Samenvatting. Toetsing veiligheid. Diefdijklinie

Inleiding De waterkeringen langs de Maas, in beheer bij het waterschap, zijn in 2006 onder de werking van de Wet op de waterkeringen gebracht.

Opleidingen Nieuwe Normering Waterveiligheid. 2016/17 digitaal cursus naslagwerk 2016/17 totaal

LEIDRAAD TOETSEN OP VEILIGHEID REGIONALE WATERKERINGEN

Nieuwe normen voor dijken, leidingen en samenwerking

INVESTERINGSVOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

Lid Gedeputeerde Staten

24 Piping bij kunstwerken. DEEL A: Informatie verkregen van de indiener. Dit deel is een feitelijke weergave van de verkregen informatie.

Opleidingen Nieuwe Normering Waterveiligheid

Opleidingen Nieuwe Normering Waterveiligheid. 2016/17 digitaal cursus naslagwerk 2016/17 totaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op de artikelen 2.3, eerste lid, en 2.12, vierde lid, van de Waterwet;

DIJKRINGVERBINDENDE WATERKERING HOLLANDSCHE IJSSELKERING

Beleidsregels waterkeringen Waterschap Rijn en IJssel

PLANBESCHRIJVING HOLLAREPOLDER, JOANNA-MARIAPOLDER PZDT-R ONTW. VERBETERING STEENBEKLEDING

5.19 Bouwwerken in de kern- en beschermingszone van een waterkering

Deltawerken. Watersnood. Dijkversterking Dorpsstraat Capelle aan den IJssel. Bewonersavond Capelle aan den IJssel Woensdag 29 augustus 2012

HaskoningDHV Nederland B.V. MEMO

Dijkversterking Capelle aan den IJssel

Leggerdocument sluis Sint Andries

Veiligheidsoordeel Grebbedijk dijktraject Eerste beoordeling primaire waterkeringen

Leidingen in Waterstaatswerken

Veilig achter duin en dijk Hoogwaterbeschermingsprogramma

0mx. Eerste Beoordeling Primaire Keringen Overstromingskans. Veiligheidsoordeel. Dijktraject 43-3 Sterke dijken schoon water. Waterschap Rivierenland

SAMENVATTING PLANBESCHRIJVING BRUINISSEPOLDER, VLUCHTHAVEN ZIJPE, STOOFPOLDER TOT BRUINISSE PZDT-R ONTW. VERBETERING STEENBEKLEDING

INVESTERINGSVOORSTEL AAN HET COLLEGE VAN DIJKGRAAF EN HEEMRADEN

Aanpak: Punten om op te letten of om op te controleren bij het gebruik van de assemblagetool.

DIJKRINGVERBINDENDE WATERKERING EUROPOORT/HARTELKERING. Kenmerk :A3 2

Achtergrondrapport, deel 1 Dijkringgebieden

Achtergrond POV. Deelstudie Opbarsten MACRO ST ABILITEIT. Auteur: Gijs Hoffmans Datum: 2 september Versie: 1

Vollenhoverkanaaldijk. Vollenhovermeerdijk Kadoelermeerdijk

Transcriptie:

provincie ZUID HOLLAND Derde Ronde Toetsing Primaire Waterkeringen Dijkringgebied 22 - Eiland van Dordrecht M. Hovestad januari 201 1 Provincie Zuid-Holland

Inhoudsopgave VOORWOORD... 4 LEESWIJZER... 5 SAMENVATTING... 6 BESCHRIJVING VAN HET DIJKRINGGEBIED... 6 RESULTAATOETSING... 6 CONCLUSIE... 7 1 BESCHRIJVING DIJKRING... 8 1.1 BESCHRIJVING KERINGEN... 8 1.2 HYDRAULISCHE BELASTINGEN... 9 1.3 TERUGBLIK TWEEDE TOETSRONDE (2001-2006)... 9 2 ACTUELE ONTWIKKELINGEN... l1 2.1 TOETSING RIVIERBED... 11 3 WATERSTAATKUNDIGE BEOORDELING... 13 3.1 WERKWIJZE TOETSING DERDE RONDE... 13 3.2 WATERSTAATKUNDIGE BEOORDELING ALGEMEEN... 14 3.3 BEOORDELING PRIMAIRE KERINGEN... 15 3.3. I Hoogte (HT)... I5 3.3.2 PipingenHeave(STPH)... 15 3.3.3 Stabiliteit Binnenwaarts (STBI)... 15 3.3.4 Stabiliteit Buitenwaarts (STBU)... I5 3.3.5 Microstabiliteit (STMI)... 15 3.3.6 Stabiliteit Bekleding (STBK)... 1 6 3.3.7 Stabiliteit Voorland (STVL)... 16 3.3.8 Waterkerende Kunstwerken... 17 3.3.9 Niet- Waterkerende Objecten (NWO)... 18 3.4 EINDOORDEEL... 18 3.5 ERVARINGEN MET HET TOETSEN... 19 3.6 GEVOERD BEHEER... 21 3.7 OVERLEG MET BEHEERDERS... 21 4 PLAN VAN AANPAK... 22 5 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN... 23 5.1 CONCLUSIE VAN DE TOETSING... 23 5.2 NADERE BESCHOUWING TOETSRESULTAAT... 23 5.3 AANBEVELINGEN... 23 BIJLAGE A. AFKORTINGEN... 24 2 Derde Ronde Toetsing Primaire Waterkeringen

AFKORTINGEN TOETSSPOREN... 24 AFKORTINGEN... 24 OVERIGE BIJLAGE B - LITERATUUROVERZICHT... 25 3 Derde Ronde Toetsing Primaire Waterkeringen

Voorwoord Overeenkomstig de Waterwet, die de voormalige Wet op de Waterkering vervangt, brengen de beheerders van de primaire waterkeringen iedere vijf jaar' een verslag uit aan Gedeputeede Staten over de algemene waterstaatkundige toestand van de waterkeringen. Op basis van deze rapportages brengen Gedeputeerde Staten verslag uit aan de Minister van Infrastructuur en Milieu. In de Watennret is is voor ieder dijkringgebied een veiligheidsnorm aangegeven, als gemiddelde overschrijdingskans per jaar van de hoogste hoogwaterstand waarop de primaire waterkering moet zijn berekend, mede gelet op de overige voor het waterkerend vermogen bepalende factoren. Nieuw in deze toetsronde is dat nu ook de waterkeringen die niet bestemd zijn voor de directe kering van buitenwater, de zogenaamde categorie c-keringen, zijn getoetst. Voor dijkring 22 is deze norm vastgesteld op 112.000 per jaar. Op basis van de rapportages van de beheerder van het dijkringgebied Eiland van Dordrecht (dijkring 22) brengt de provincie Zuid-Holland met dit rapport verslag uit aan de Minister van Infrastructuur en Milieu. Dit rapport over het dijkringgebied 22 omvat met de rapportages over de andere dijkringgebieden en dijkringverbindingen, het algemene deel en de samenvatting de totale rapportage van de provincie Zuid-Holland. ' De huidige toetsronde wordt nog afgerond als vijîjaarlijkse cyclus, zoals dit in de Wet op de Waterkering vastgelegd was. Met ingang van de vierde ronde zal dit elke zes jaar zijn. conform de Waterwet. 4 Derde Ronde Toetsing Primaire Waterkeringen

Leeswijzer De rapportage aan de Minister over de veiligheid van de dijkringgebieden in de provincie Zuid- Holland (of de gebieden die voor een deel in Zuid-Holland zijn gelegen) is onderverdeeld in een aantal katernen. In de algemene samenvatting wordt van alle dijkringgebieden en dijkringverbindingen waarover de provincie Zuid-Holland rapporteert, de gehele toetsing beknopt samengevat. Daarnaast bevat het katern "Algemeenn alle algemene zaken die te maken hebben met die te maken hebben met de toetsing of raakvlakken hiermee hebben. Vervolgens wordt per katern over een dijkringgebied gerapporteerd. Dit katern gaat in op de veiligheid van het dijknnggebied 22, Eilan van Dordrecht, waarbij voor de indeling de volgorde is aangehouden zoals die met de andere provincies in het IPO is afgesproken. 5 Derde Ronde Toetsing Primaire Waterkeringen

Samenvatting Beschrijving van het dijkringgebied De primaire waterkeringen rond het Eiland van Dordrecht zijn in beheer bij het Waterschap Hollandse Delta. Ze beschemen een een gebied van circa 5.000 ha. Het dijkringgebied ligt geheel in de provincie Zuid-Holland. Het dijkringgebied grenst aan de noordoostzijde aan de Beneden-Memede, aan de zuidoostzijde aan de Nieuwe Memede aan de zuidzijde aan het Hollandsch Diep, aan de westzijde aan de Dordtsche Kil en aan de noordwestzijde aan het Wantij. De primaire waterkeringen van dit dijkringgebied vallen allemaal onder categorie a (direct buitenwaterkerend). - q - - 4 l. -f'd &i,.l,* z z;; g,fh#pz --- i '.. d #* De primaire waterkering is 37,l kilometer lang. De toelaatbare overschrijdingsfrequentie van het hoogste hoogwater waarop de primaire waterkeringen van het Eiland van Dordrecht moeten zijn berekend, is vastgesteld op 112.000 keer per jaar. Resultaat toetsing Het resultaat van de toetsing is voor de waterkeringen in onderstaande tabel samengevat: 6 Derde Ronde Toetsing Primaire Waterkeringen

waterkeringen, rapportage conform VN: momentopname 15-1-201 1 Hieruit volgt dat bijna van de keringen de score "voldoet aan de normn krijgt, ruim een kwart "voldoet niet aan de norm" scoort en voor bijna een kwart nader onderzoek nodig is. Bij dit toetsresultaat moet echter direct opgemerkt worden dat in deze dijkring 143 kilometer waterkering in voorbereiding of uitvoering is, maar dat op grond van een uitspraak van de Helpdesk Water deze trajecten zijn gerapporteerd met hun score van de tweede ronde. Zouden deze trajecten weggelaten worden, dan is het aantal kilometers waterkering dat niet voldoet aan de norm slechts 0,s kilometer, terwijl het aantal kilometers "nader onderzoek" reduceert tot 4,O kilometer. Voor de kunstwerken I~rocentueel (alle keringen) [%l 1 22 1 50,O 1 0,O 1 50,O 1 100,O 1 Voor veel kunstwerken is nader onderzoek nodig wegens ontbrekende gegevens. Conclusie Het eindoordeel voor de gehele dijkring is per definitie gelijk aan het slechtste resultaat van elk van de deelsporen en luidt derhalve: voldoet niet aan de norm. 7 Derde Ronde Toetsing Primaire Waterkeringen

1 Beschrijving dijkring Diikringgebied 22: Eiland van Dordrecht De waterkeringen ronde de Hoeksche Waard hebben één beheerder: Waterschap Hollandse Delta Handelsweg 100 2988 DC Ridderkerk Postbus 41 03 2980 GC Ridderkerk Het Eiland van Dordrecht ligt geheel in de provincie Zuid-Holland. Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland brengen verslag uit aan de staatssecretaris. 1.l Beschrijving keringen De primaire waterkeringen rond de Hoeksche Waard zijn alle in beheer bij het Waterschap Hollandse Delta. Ze beschermen een gebied van circa 5.000 ha. Het dijkringgebied ligt geheel in de provincie Zuid-Holland. De waterkeringen liggen aan de noordoostzijde aan de Beneden-Mewede, aan de zuidoostzijde aan de Nieuwe Mewede aan de zuidzijde aan het Hollandsch Diep, aan de westzijde aan de Dordtsche Kil en aan de noordwestzijde aan het Wantij. Al deze keringen behoren tot de categorie a (direct buitenwaterkerend). 8 Derde Ronde Toetsing Primaire Waterkeringen

De primaire waterkering is 37,l kilometer lang, geheel van de categorie a. De toelaatbare overschrijdingsfrequentie van het hoogste hoogwater waarop de primaire keringen van de Hoeksche Waard moeten zijn berekend, is vastgesteld op 112.000 per jaar. 1.2 Hydraulische belastingen Het Eiland van Dordrechtmaakt deel uit van het benedenrivierengebied waar de getijden op zee invloed hebben op de waterstand door opstuwing van het rivierwater. De maatgevende belasting op de primaire waterkering is bepaald bij een combinatie van hoge rivierafvoeren en opstuwing door een stormvloed op zee. De afsluiting van de waterkeringen in het Haringvliet en de Nieuwe Waterweg is hierbij in rekening gebracht. 1.3 Terugblik tweede toetsronde (2001-2006) Ter referentie staan in de onderstaande tabel de resultaten van de tweede ronde toetsing, zoals deze uiteindelijk zijn weergegeven in de Landelijke Rapportage Toetsing 2006. 9 Derde Ronde Toetsing Primaire Waterkeringen

oelsingscriterium per type Bij het lezen van dezl- --bel dienen enkele belangrijke kanttekeningen gemaakt te worden: e Bij de beschouwing van waterkeringen is er altijd sprake van voortschrijdend inzicht. Dit heeft onder andere te maken met nieuwe toetsmethodieken en maatgevende waterstanden. De resultaten zijn daarom ook niet één-op-één te vergelijken met de resultaten van de derde ronde. e In de rapportage van dijkring 22 werd in de tweede ronde vaak als eindscore 'onvoldoenden gegeven. Dit werd veelal veroorzaakt door de score op de bekleding, met name de..... grasbekleding. 10 Derde Ronde Toetsing Primaire Waterkeringen

2 Actuele ontwikkelingen Diverse trajecten van de dijken rondom het Eiland van Dordrecht zitten momenteel in de planvormingsfase voor een dijkversterking. Deze trajecten zijn in de tweede ronde afgekeurd maar zullen pas na de peildatum van de derde ronde woden versterkt. Omdat de maatgevende omstandigheden en toetsregels niet zijn gewijzigd, kan in deze ronde voor deze trajecten het oordeel uit de tweede ronde overgenomen worden: onvoldoende op de mechanismen waarop zij indertijd afgekeurd waren. Op een aantal plaatsen heeft de beheerder echter een afwijkend beheerdersoordeel gegeven. De trajecten die in planvoorbereiding zijn, ziijn: Van km I Tot km I~aam (cluster) 5,020 16,300 1 21,100 I~iland van Dordrecht Oost 22,800 8,600 29,000 Eiland van Dordrecht Oost Eiland van Dordrecht West lopmerking Het waterschap zelf onderscheidt meerdere trajecten binnen dit gebied Het waterschap zelf onderscheidt meerdere trajecten binnen dit gebied I In totaal gaat het bij deze trajecten om 14,6 kilometer waterkering. Echter, van deze trajecten zijn bij een herbeschouwing in het najaar van 2010 diverse strekkingen van het versterkingsprogramma gehaald. Daarmee moesten deze trajecten formeel opnieuw getoetst worden. Het waterschap heeft daarom een aanvullend document gemaakt, waarin deze trajecten nader beschouwd worden. Voor een volledige, formele toetsing was het op dat moment echter te laat; het oordeel over deze trajecten hangt daarmee sterk op een beheerdersoordeel. Het gaat om meest korte trajecten (enkele honderden meters per stuk), met een totale lengte van 3,8 kilometer. Daar waar van toepassing zal deze rapportage nader op deze stukken ingaan. Voorts zijn er langs de Dordtsche Kil werkzaamheden gaande ter voorkoming van zettingsvloeiing. Dit speelt op het traject van km 22,300 tot km 23,800 en diverse trajecten die samenvallen met bovengenoemde dijkversterkingstrajecten. Deze werkzaamheden zullen voor peildatum niet volledig zijn afgerond, dus in deze rappportage worden deze trajecten nog beoordeeld alsof ze nog niet versterkt zijn. 2.1 Toetsing rivierbed Een nieuw onderdeel in de Waterwet ten opzichte van de voormalige Wet op de waterkering is dat de beheerder van het rivierbed een verslag dient uit te brengen over de mate waarin wordt voldaan aan de voor deze wateren opgestelde legger, mede in het licht van de hoogwaterstanden. In de Wet op de Waterkering bestond deze leggerplicht nog niet; bij de invoering van de Waterwet is een overgangsperiode van drie jaar bepaald, waarin deze legger opgesteld moet worden. In de praktijk betekent dit dat deze legger er in 2012 moet zijn, op grond waarvan er in deze toetsronde nog niet formeel gerapporteerd kan worden aan de hand van de legger. De invoeringswet bepaalt echter ook dat zonder legger de rivierbeheerder een oordeel kan geven over het rivierbed. Rijkswaterstaat heeft daarom de Rapportage toetsing grote rivieren I I Derde Ronde Toetsing Primaire Waterkeringen

opgesteld, waarin 'informeel en op praktische wijze" een beeld wordt geschetst van het rivierbed en de invloed daarvan op de maatgevende hoogwaterstanden. Voor de veiligheid van de waterkeringen is van belang dat de ligging van de rivierbodem geen nadelige invloed heeft op de vigerende toetspeilen. In het grootste deel van het gebied waarover de provincie Zuid-Holland rapporteert, worden de waterstanden vooral bepaald of mede bepaald door waterstanden op zee, waarvoor de ligging van het rivierbed van ondergeschikt belang is. Alleen in het uiterste oosten van het gebied kunnen invloeden vanuit het rivierbed doorwerken in de waterstanden; dit kan veroorzaakt worden door de ligging van het zomerbed en de uiterwaarden, alsmede door de vegetatie in de uiterwaarden. Het effect in dit gebied blijkt echter hooguit enkele centimeters te bedragen. De conclusie is dan ook dat de invloed van het rivierbed op de waterpeilen binnen de gebieden waarover de provincie Zuid-Holland rapporteert nergens substantieel is. Zoals ook in het rapport aangegeven zal bij de volgende toetsronde er de beschikking zijn over de vereiste leggers, zodat er dan daadwerkelijk aan de leggers getoetst kan worden. De rapportage concentreert zich op de invloed van het rivierbed op de maatgevende hoogwaterstanden. De provincie Zuid-Holland merkt hierbij echter wel op dat het rivierbed ook een directe invloed kan hebben op de stabiliteit van de waterkeringen, via de stabiliteit van het voorland. Dit is in de rapportage niet beschouwd. Het is de provincie Zuid-Holland echter bekend dat uitschuring van het rivierbed in het verleden op enkele plaatsen tot problemen heeft geleid met de stabiliteit van de waterkeringen. Het strekt naar mening van de provincie Zuid-Holland daarom tot aanbeveling om deze koppeling tussen rivierbed en stabiliteit van de waterkering in de vierde toetsronde ook te beschouwen in de rapportage over het rivierbed. 12 Derde Ronde Toetsing Primaire Waterkeringen

3 Waterstaatkundige beoordeling 3.1 Werkwijze toetsing derde ronde De totale waterkering rond dijkring 22 is 37,l kilometer lang en zijn geheel van de categorie a. De toetsing is uitgevoerd conform het wettelijk toetsinstrumentarium (WTI), bestaande uit het Voorschrift Toetsen op Veiligheid 2006 (VTV2006) en de Hydraulische Randvoorwaarden 2006 (HR2006). Het Voorschrift Toetsen op Veiligheid voor Categorie c-keringen (VTV-c) is voor deze keringen niet van toepassing. Elk deel van de waterkering krijgt in deze rapportage in beginsel vier scores: Technisch Oordeel Beheerdersoordeel Veiligheidsoordeel Provinciaal Oordeel Het Technisch Oordeel is de score voor de waterkering die volgt uit het toepassen van de toetsregels uit het WTI. Het Beheerdersoordeel is het eigen oordeel van de beheerder van de waterkering over de veiligheid van de betreffende waterkering. Over het algemeen zal het Beheerdersoordeel het Technisch Oordeel volgen, maar de beheerder heeft de mogelijkheid om gemotiveerd af te wijken van het Technische Oordeel. Het Veiligheidsoordeel is de eindscore die de beheerder geeft aan de betreffende kering, gebaseerd op een afweging tussen het Technische Oordeel en het Beheerdersoordeel. Als het Beheerdersoordeel niet overeenkomt met het Technische Oordeel, dan moet de beheerder motiveren welke score gebruikt wordt voor het Veiligheidsoordeel. Het Provinciaal Oordeel zal over het algemeen gelijk zijn aan het Veiligheidsoordeel van de beheerder, maar de provincie heeft de mogelijkheid om gemotiveerd af te wijken van het Veiligheidsoordeel van de beheerder. Schematisch ziet dit er als volgt uit: 13 Derde Ronde Toetsing Primaire Waterkeringen

Waterkeringbeheerder f r \ Technisch Beheerders- Oordeel Oordeel L J L J f Veiligheids- Oordeel Provincie Provinciaal Oordeel Naast de voorschriften in het WTI is er gebruik gemaakt van diverse addenda. Voor de beoordeling van de Niet-Waterkerende Objecten is voorts veelal gebruik gemaakt van de Vuistregels voor Niet-Waterkerende Objecten (kortweg: de Vuistregels). Gebruik van de Vuistregels is geen formeel vastgestelde toetsmethode als volgens het WTI. Het gebruik van de Vuistregels is door de Inspectie Verkeer en Waterstaat goedgekeurd, maar dan alleen voor gebruik in het Beheerdersoordeel. Waterstaatkundige beoordeling algemeen Dit hoofdstuk behandelt de resultaten van de waterstaatkundige beoordeling van de waterkeringen in dijkring 22, Eiland van Dordrecht, in de derde toetsronde 2006-201 1. In de deze toetsronde zullen de toetsresultaten voor het eerst grotendeels digitaal worden gerapporteerd en verwerkt. Hiervoor is door het Rijk de webapplicatie "Toetsrap" opgezet. Dit is een GIS-systeem, waarvan de data en veiligheidsoordelen in eerste instantie door de waterkeringbeheerders worden ingevoerd. Hierna geeft de provincie een oordeel en tot slot geeft het Rijk een oordeel. Doordat de data via dit systeem op uniforme wijze verwerkt zullen worden, is het niet nodig dat er een uitgebreide rapportage door de provincie wordt gemaakt, waarin alle gegevens verzameld worden. Deze rapportage zal zich daarom beperken tot de volgende punten: - een kort algemeen beeld - dijktrajecten die van de beheerder het veiligheidsoordeel "onvoldoende" of 'nader onderzoek nodig" krijgen - dijktrajecten waar de beheerder via het beheerdersoordeel een ten opzichte van het technisch oordeel afwijkend veiligheidsoordeel heeft gegeven - dijktrajecten waar de provincie afwijkt van het veiligheidsoordeel van de beheerder - bijzondere gevallen en aandachtspunten. Deze punten worden per toetsspoor behandeld. Tot slot wordt er een totaaloordeel gegeven. 14 Derde Ronde Toetsing Primaire Waterkeringen

3.3 Beoordeling primaire keringen 3.3.1 Hoogte (HT) Van de 37,l kilometer waterkering voldoet 22,7 kilometer aan de norm; voor 14,7 kilometer is nader onderzoek nodig. De volgende bijzonderheden zijn op te merken: Nader onderzoek: op het traject km 15,900 tot 16,000 alsmede het traject km 36,110 tot 36,160 is de methodische score "nader onderzoek nodig". De beheerder geeft als beheerdersoordeel wel "voldoet aan de norm", maar gebruikt dit niet in het veiligheidsoordeel, zodat dit "nader onderzoek nodig" blijft. Nader onderzoek: de verschillende trajecten met de score "nader onderzoek nodign hebben deze score alle gekregen op basis van de score uit de tweede ronde. Voor al deze trajecten geldt dat er een dijkversterking in voorbereiding of uitvoering is, waardoor er geen nieuwe toetsing van deze trajecten is gedaan. 3.3.2 Piping en Heave (STPH) Van de 37,l kilometer waterkering voldoet 33,6 kilometer aan de norm; 3,5 kilometer voldoet niet aan de norm. De volgende bijzonderheid is op te merken: Onvoldoende: twee trajecten (km 7,500 tot 8,600 en km 16,300 tot 18,700) hebben de score "voldoet niet aan de normn gekregen op basis van de score uit de tweede ronde. Voor deze trajecten geldt dat er een dijkversterking in voorbereiding of uitvoering is, waardoor er geen nieuwe toetsing van deze trajecten is gedaan. 3.3.3 Stabiliteit Binnenwaarts (STBI) Van de 37,l kilometer waterkering voldoet 30,9 kilometer aan de norm; 6,2 kilometer voldoet niet aan de norm. De volgende bijzonderheid is op te merken: Onvoldoende: vijf trajecten met de score "voldoet niet aan de norm" hebben deze score alle gekregen op basis van de score uit de tweede ronde. Voor al deze trajecten geldt dat er een dijkversterking in voorbereiding of uitvoering is, waardoor er geen nieuwe toetsing van deze trajecten is gedaan. 3.3.4 Stabiliteit Buitenwaarts (STBU) Van de 37,l kilometer waterkering voldoet 34,9 kilometer aan de norm; voor 2,2 kilometer is nader onderzoek nodig. De volgende bijzonderheid is op te merken: Nader onderzoek nodig: op het traject km 34,350 tot 36,540 is de methodische score 'nader onderzoek nodig". De beheerder geeft als beheerdersoordeel wel "voldoet aan de normn, maar gebruikt dit niet in het veiligheidsoordeel, zodat dit "nader onderzoek nodig" blijft. 3.3.5 Microstablliteit (STMI) Van de 37,l kilometer waterkering voldoet 36,8 kilometer aan de norm; voor 0,3 kilometer is nader onderzoek nodig. De volgende bijzonderheid is op te merken: 15 Derde Ronde Toetsing Primaire Waterkeringen

Afwijkend beheerdersoordeel: op het traject km 31,500 tot 31,800 is de methodische score "voldoet aan de norm". De beheerder constateert op dit traject echter dat er veelvuldig natte plekken en plassen op het binnentalud en de binnenberm voorkomen, die niet veroorzaakt wordt door neerslag maar door uittredend water uit het dijklichaam. Op dit traject bevindt zich momenteel een bentonietwand in de kering ten behoeve van een camering. Bij deze sanering is gebleken dat het onttrekkingssysteem aangepast moet worden; waarschijnlijk zal deze aanpassing het probleem van uittredend water ook oplossen. De beheerder geeft het beheerdersoordeel 'voldoet niet aan de normn, maar het veiligheidsoordeel "nader onderzoek nodign. De provincie gaat mee in dit oordeel. 3.3.6 Stabiliteit Bekleding (STBK) In dijkring 22 komen grasbekleding en steenbekleding voor, echter niet op elk traject komt elk type bekleding voor. Op trajecten waar een bepaald type niet van toepassing is heeft de beheerder om praktische redenen de score "voldoet aan de normn gegeven. Voor de grasbekleding voldoet 22,3 kilometer aan de norm en voor 14,8 kilometer is nader onderzoek nodig. Voor de steenbekleding voldoet 21,6 kilometer aan de norm en voor 156 kilometer is nader onderzoek nodig. De volgende bijzonderheden zijn op te merken: Nader onderzoek: tussen km 13,150 en km 13,350 is de methodische score voor de grasbekleding 'nader onderzoek nodign. De beheerder geeft als beheerdersoordeel wel "voldoet aan de norm", maar gebruikt dit niet in het veiligheidsoordeel, zodat dit "nader onderzoek nodig" blijft. Nader onderzoek: op de trajecten km 1,450 tot km 1,750 en km 1,850 tot km 2,050 is de methodische score voor de steenbekleding 'nader onderzoek nodig". De beheerder geeft als beheerdersoordeel wel "voldoet aan de normn, maar gebruikt dit niet in het veiligheidsoordeel, zodat dit "nader onderzoek nodig" blijft. m Nader onderzoek nodig: op de trajecten km 2,500 tot km 2,800 en km 4,850 tot km 5,020 is de methodische score voor de steenbekleding "nader onderzoek nodign. De beheerder constateert dat de bekleding in slechte staat verkeert en geeft daarom als beheerdersoordeel "voldoet niet aan de norm", maar gebruikt dit niet in het veiligheidsoordeel, zodat dit "nader onderzoek nodig" blijft. Nader onderzoek: op drie trajecten met het oordeel "nader onderzoek nodig" voor de zowel de gras- als de steenbekleding, gezamenlijke lengte van 14,6 kilometer, geldt dat ze deze score hebben gekregen op basis van de score uit de tweede ronde. Voor al deze trajecten is er een dijkversterking in voorbereiding of uitvoering, waardoor er geen nieuwe toetsing van deze trajecten is gedaan. 3.3.7 Stabiliteit Voorland (STVL) Van de 37,1 kilometer waterkering voldoet 30,6 kilometer aan de norm; 6,3 kilometer voldoet niet aan de norm en voor 0,2 kilometer is nader onderzoek nodig. De volgende bijzonderheden zijn op te merken: m Nader onderzoek nodig: het traject tussen km 21,800 en km 22,000 is in deze ronde niet nader onderzocht, daarom blijft het technische oordeel 'nader onderzoek nodign. Echter het aanliggende traject van km 22,000 tot km 22,800 is wel onderzocht en krijgt 16 Derde Ronde Toetsing Primaire Waterkeringen

technisch de score "voldoet aan de norm". Op het traject km 21,800 tot km 22,000 is de geometrie veel gunstiger dan op de representatieve secties van het traject km 22,000 tot km 22,800. De beheerder concludeert daarom in het beheerdersoordeel dat dit traject voldoet aan de norm, maar laat in het veiligheidsoordeel de technische score staan, dus "nader onderzoek nodign. Onvoldoende: op diverse trajecten met een totale lengte van 6,3 kilometer is de score op het spoor STVL "nader onderzoek nodig" of 'onvoldoenden. De beheerder geeft op deze trajecten het beheerders- en veiligheidsoordeel "voldoet niet aan de norm". Op al deze trajecten zijn echter dijkversterkingen in uitvoering, de werken ten behoeve van de voorkoming van zettingsvloeiing in de Dordtsche Kil daarbij inbegrepen. 3.3.8 Waterkerende Kunstwerken In de dijkring liggen 14 waterkerende kunstwerken. Van deze kunstwerken hebben er zeven het oordeel "voldoet aan de norm" gekregen. Voor de overige zeven kunstwerken is nader onderzoek nodig. De volgende bijzonderheden zijn op te merken: Nader onderzoek nodig: voor alle kunstwerken die in bovenstaande tabel "nader onderzoek nodig" hebben gekregen geldt dat ze dit oordeel hebben gekregen op basis van het technische oordeel op een of meer toetssporen, doorgaans wegens gebrek aan gegevens. Uit gesprekken met de beheerders concludeert de het waterschap in het beheerdersoordeel dat er de kunstwerken in goede staat zijn en er geen problemen bekend zijn. Op basis hiervan is het beheerdersoordeel voor deze kunstwerken 'voldoet aan de norm". In het veiligheidsoordeel neemt het waterschap echter het technische oordeel over, dus 'nader onderzoek noodzakelijk". Bijzondere situatie: de keerklepstuwen Leuvebrug en Wijnhaven liggen buiten de waterkering en zijn bedoeld om de waterstand in de Voorstraathaven te reguleren, vooral in geval van snel dalend water, en hebben dus geen direct waterkerende functie. Daarom zijn ze niet beoordeeld als waterkerend kunstwerk, maar hebben ze alleen een beheerdersoordeel gekregen, in beide gevallen "voldoet aan de norm". Dit 17 Derde Ronde Toetsing Primaire Waterkeringen

beheerdersoordeel is ook gebruikt in het veiligheidsoordeel. De provincie gaat mee in dit oordeel. 3.3.9 Niet-Waterkerende Objecten (NWO) De rapportage vindt plaats in aantallen objecten, niet in kilometers waterkering. Veelal is het met het huidige toetsinstrumentarium niet mogelijk om tot een methodisch oordeel te komen (behoudens uitzonderingen die hierna zijn aangegeven). De technische beoordeling levert daarom formeel het oordeel "nader onderzoek nodig" op. De veiligheidsbeoordeling hangt daarmee sterk op het beheerdersoordeel, waarvoor veelal gebruik is gemaakt van de 'Vuistregelsn voor niet-waterkerende objecten. Uizondering hierop is de toetsing van de kabels en leidingen. De beheerder heeft voor die teotsing de beheerders aangesproken op hun plicht aan te tonen dat de leiding veilig is, conform de regels in de NEN 3650-serie. De toetsing volgens deze regels is een technisch oordeel. Bebouwing In totaal zijn er in deze dijkring 2555 objecten geïnventariseerd die binnen de invloedszone van de waterkering liggen. Op basis van de vuistregels krijgen 1844 objecten het oordeel 'voldoet aan de norm". Dit oordeel wordt ook gebruikt voor het veiligheidsoordeel, de provincie gaat mee in dit orodeel. De overige 71 1 objecten krijgen op basis van de vuistregels de score "onvoldoende"; in deze gevallen neemt de beheerder het technische oordeel over in het veiligheidsoordeel, dus 'nader onderzoek nodign. Bearoeiing In totaal zijn er in deze dijkring 471 bomen of boomgroepen geïnventariseerd die binnen de invloedszone van de waterkering liggen. Op basis van de vuistregels krijgen 423 bomenlboomgroepen het oordeel 'voldoet aan de normn. Dit oordeel wordt ook gebruikt voor het veiligheidsoordeel, de provincie gaat mee in dit orodeel. De overige 48 bomenlboomgroepen krijgen op basis van de vuistregels de score "onvoldoenden; in deze gevallen neemt de beheerder het technische oordeel over in het veiligheidsoordeel, dus 'nader onderzoek nodign. Kabels en leidinaen In totaal zijn er in deze dijkring 279 kilometer kabels en leidingen ge'lnventariseerd die binnen de invloedszone van de waterkering liggen. Op basis van de regels uit de NEN 3650-serie hebben 252 kilometer kabels en leidingen het oordeel 'voldoet aan de norm" gekregen. Voor de overige 26 kilometer kabels en leidingen is nader onderzoek nodig. 3.4 Eindoordeel Van de 37,l kilometer waterkering in dijkring 22 (Eiland van Dordrecht) voldoet 18,1 kilometer aan de norm, 10,5 kilometer voldoet niet aan de norm en voor 8,5 kilometer is nader onderzoek nodig. In onderstaande tabel zijn de resultaten samengevat. 18 Derde Ronde Toetsing Primaire waterkeringen

waterkeringen, rapportage conform VN: momentopname 15-1-201 1 Bij dit toetsresultaat moet echter direct opgemerkt worden dat in deze dijkring 14,6 kilometer waterkering in voorbereiding of uitvoering is, maar dat op grond van een uitspraak van de Helpdesk Water deze trajecten zijn gerapporteerd met hun score van de tweede ronde. Zouden deze trajecten weggelaten worden, dan is het aantal kilometers waterkering dat niet voldoet aan de norm slechts 0,5 kilometer, temijl het aantal kilometers "nader onderzoek" reduceert tot 4,O kilometer. Voor de kunstwerken is het resultaat als weergegeven in onderstaande tabel: kunstwerken, rapportage conform VN: momentopname 15-1-201 1 Hiernaast is er sprake van grote aantallen Niet-Waterkerende Objecten in de kering. Voor het grootste deel voldoen deze aan de norm, gebaseerd op de Vuistregels of de NEN 3650. Deze objecten worden door de beheerders in kaartvorm in Toetsrap gerapporteerd. Het eindoordeel voor de gehele dijkring is per definitie gelijk aan het slechtste resultaat van elk van de deelsporen en luidt derhalve: voldoet niet aan de norm. 3.5 Ervaringen met het toetsen De beheerder merkt op dat het toetsinstrumentarium pas laat beschikbaar is gekomen. In combiantie met het bestuurlijke vaststellingstraject had dit als gevolg dat er maar een beperkte tijd overbleef voor de daadwerkelijke toetsing. In zijn algemeenheid wordt opgemerkt dat alle toetssporen een evenredige bijdrage leveren aan het veiligheidsoordeel van een waterkering, bijvoorbeeld in geval van grasbekleding en 1 Q Derde Ronde Toetsing Primaire Waterkeringen

macrostabiliteit binnenwaarts. Het Waterschap vindt dit vanuit het oogpunt van verbetermaatregelen onjuist. Het digitale rapportageformat is een grote verbetering, maar de gebruiksvriendelijkheid van de toepassing Toetsrap moet verbeterd worden. Het sluis niet goed aan op bestaande GISsystemen, waardoor het invoeren van de gegevens veel tijd kost. Het definitieve format voor de rapportage van NWO's in Toetsrap kwam veel te laat, pas na de datum waarop de waterschappen moesten rapporteren aan de provincies. Over hoe omgegaan meot worden met afgekeurde Niet-Waterkerende Objecten bestaan vragen. Het gaat om puntobjecten, maar door afkeuring moet daardoor een hele sectie afgekeurd worden, een onwenselijke situatie. Het is niet duidelijk over welke lengte een dijksectie in een dergelijk geval afgekeurd moet worden. Er dient in de voglende toetsronde aandacht te zijn voor de rapportage van Niet-Waterkerende Objecten in het algemeen. Bijzondere aandacht is volgens het Waterschap vereist voor de ledingen. Het Waterschap heeft de beheerders van ledingen zelf de toetsing laten uitvoeren. Het kan voorkomen dat een beheerder de leiding goedkeurt, maar het bijbehorende dijkvak kan dan toch op "nader onderzoek nodig" worden gezet door een andere leiding in hetzelfde dijkvak. Leidingbeheerders kunnen daarop aangesproken worden door derden. Verder gebeurt het dat Iedingbeheerders wel willen toetsen, maar de ligging van hun leiding geheim willen houden of dat het gegeven dat een leiding is afgekeurd als gevoelige informatie wordt beschouwd en de beheerder dus niet genoemd wil worden. Het Waterschap is van mening dat dergelijke punten specifieke aandacht verdienen in het VTV. In de hoogtetoets laat de gebruiksvriendelijkheid van Hydra-B te wensen over doordat veel acties handmatig moeten worden uitgevoerd. Ook het selecteren van uitvoerlocaties kost te veel tijd. Verbetering van de gebruiksvreindelijkheid is dus gewenst. Verder wordt aangetekend dat droogvallende gebieden zeer veel invloed hebben op de berekende HR en hoogtetoetsing. Tot slot is geconstateerd dat een voorliggende kering reducerend kan werken op de hydraulische belastingen in het tegenoverliggende gebied. In de toets voor Piping en Heave (STPH) zijn geen problemen geconstateerd, maar er wordt wel opgemerkt dat het onlangs uitgekomen ENW-rapport wel aanleiding geeft tot twijfel over het veiligheidsoordeel op dit spoor. Over het toetsspoor Bekleding (STBK) in zijn algemeenheid geldt dat dit niet goed toepasbaar is voor bebouwde keringen. De grastoets kwam vaak tot de beoordeling van de kwaliteit van de grasmat als "slecht" of "matig". In de toets van de steenbekleding kan met het toetsinstrumentarium voor steentype 28,2 Lessnische Steen niet tot een oordeel gekomen worden. Bij de NWO's is het VN voor zowel bebouwing als begroeiing moeilijk toepasbaar, waardoor men veel gebruik heeft gemaakt van de Vuistregels. Echter, deze geven wel aan of de objecten van invloed zijn op de veiligheid, maar een echt veiligheidsoordeel kan hiermee nog niet gegeven worden. Voor de toetsing van kabels en leidingen heeíi men de beheerders benaderd en heeft 20 Derde Ronde Toetsing Primaire Waterkeringen

hen de toetsing laten uitvoeren, waarna de resutlaten door een onafhankelijke expert zijn beoordeeld. De leidingbeheerders waren bereid mee te werken, maar er wordt vanuit de leidingbeheerders wel opgemerkt dat er veel overheidsinstanties zijn die om gegevens vragen en verzoeken dit vanuit de overheid meer structuur te geven. Voor de toetsing van de kunstwerken ontbraken veel gegevens, maar een methodiek om aan deze gegevens te komen is niet voorhanden. Het wordt aanbevolen hier in de volgende ronde aandacht aan te besteden om het percentage nader te onderzoekn kunstwerken naar beneden te brengen. Verder is de methodiek op het spoor Betrouwbaarheid Sluising (BS) niet toepasbaar voor kunstwerken die achter de waterkering staan maar de waterkering kruisen door middel van een leiding. Volgens de methodiek moeten deze alle afgekeurd worden, wat niet terecht is. Het waterschap concludeert dat het VN op veel sporen goed toepasbaar is en een betrouwbaar veiligheidsoordeel oplevert, maar dat met name de toetsing van Niet-Waterkerende Objecten ontoereikend is. 3.6 Gevoerd beheer In 2006 heeft het Waterschap het "Beleidsplan Waterkeringen" vastgesteld. Dit plan geeft een basis voor specifieke beleidsregels, die nader ingevuld kunnen worden al naargelang de situatie. Beleidsplan en beleidsregels samen vormen de basis voor de vergunningsverlening. Na het verlenen van vergunningen wordt gecontroleerd of deze worden nageleefd. Het Waterschap is verantwoordelijk voor dagelijks onderhoud, zoals maaien van dijkgraslanden, beheer en onderhoud van hevels en gemalen en het herstellen van schade aan bekledingen. Als deze werkzaamheden om praktische redenen worden uitgevoerd door andere partijen zijn hierover bestuurlijke afspraken gemaakt. Regelmatig worden inspecties uitgevoerd, waarbij aangesloten wordt bij de landelijke werkgroep inspecties. 3.7 Overleg met beheerders Gedurende het toetsproces is er regelmatig overleg geweest tussen de provincie en alle beheerder over de voortgang van de toetsing. Dit betrof enerzijds algemene overleggen over de voortgang in het algemeen, waarbij de waterkeringbeheerder en de provincie betrokken waren. Daarnaast waren er in kleiner comité specifiek inhoudelijke overleggen over individuele dijkringen en toetssporen. Al deze overleggen werden door zowel waterkeringbeheerder als provincie als nuttig en constructief ervaren. Opmerkingen van de provincie zijn naar tevredenheid in de rapportages verwerkt. Daar waar de toetsing problemen opleverde (bijvoorbeeld bij de toetsing van de nietwaterkerende objecten), werd er goed samengewerkt, waarbij het waterschap een actieve bijdrage leverde. 21 Derde Ronde Toetsing Primaire Waterkeringen

4 Plan van aanpak In dit hoofdstuk worden per beheerder de plannen van aanpak besproken voor de waterkeringen die in deze toetsing "voldoet niet aan de norm" of "nader onderzoek nodig" gescoord hebben. 4.1 Plan van Aanpak Waterkeringbeheerder Uit de toetsresultaten zijn een aantal maatregelen af te leiden die in de organisatie worden doorgevoerd, zoals een aangepaste inspectiestrategie en het opnemen van afgekeurde dijkvakken in het calamiteitenplan. Voor de afgekeurde dijkvakkenzal worden aangesloten bij het draaiboek voor het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBPJ). Het doel is om in 2012 de verbeterplannen uitgewerkt te hebben in termen van scope, raming en planning. Voor de Niet-Waterkerende Objecten zal een nadere inventarisatie plaatsvinden om de gegevens compleet te maken. Ook naar het functioneren van de kwelschermen bij kunstwerken zal nader onderzoek plaatsvinden. Voor alle onderdelen waarop de toetsscore "nader onderzoek noodzakelijk" is, zal het waterschap voor 15 september 201 1 een plan van aanpak opstellen. 4.2 Plan van Aanpak Provincie De provincies blijven staan voor de tijdige uitvoering van de verbetering van waterkeringen en een volledige toetsing. Voor het lopende Hoogwaterbeschermingsprogramma zullen de provincies toezien op een tijdige uitvoering van de dijkversterkingen, dat wil zeggen: afronding in 2015. Voor de strekkingen die in deze ronde zijn afgekeurd, zullen de provincies er bij de beheerders op aandringen dat er zo snel mogelijk een plan van aanpak gemaakt moet worden. Voor zover de beheerders zelf nog geen data aangegeven hebben, wordt er daarbij naar gestreefd dat dit in 201 1 gebeurt. Eenzelfde scenario geldt voor de strekkingen die in deze toetsronde nog geen oordeel konden krijgen, waarbij het uitgangspunt is dat deze toetsingen in de vierde ronde volledig uitgevoerd worden. 22 Derde Ronde Toetsing Primaire Waterkeringen

5 Conclusies en Aanbevelingen Conclusie van de Toetsing Uit hoofdstuk 3 is naar voren gekomen dat het waterkeringstelsel rond dijkring 22 niet voldoet aan de norm. Over een lengte van 10,5 kilometer hebben de waterkeringen de score "voldoet niet aan de norm" gekregen, waarvan echter al 10,O kilometer in voorbereiding of uitvoering is, zodat er 0,5 kilometer waterkering nieuw is afgekeurd. Voor 8,5 kilometer is nader onderzoek nodig, waarvan 4,6 kilometer al in voorbereiding of uitvoering is, zodat 4,O kilometer van deze score nieuw is. Bij de kunstwerken is de score voor zeven van de 14 objecten "voldoet aan de norm"; voor de overige zeven objecten is nader onderzoek nodig. Nadere beschouwing toetsresultaat De provincies zijn van mening dat de resultaten zoals nu gerapporteerd geen juist beeld geven van de dijkversterkingsopgave voor de komende jaren. Op dit moment bevinden zich grote dijkstrekkingen in de voorbereiding of uitvoering van een versterking, maar zijn op peildatum nog niet versterkt. In deze rapportage zijn zij geschaard onder "nader onderzoek nodig of niet getoetst". Hoewel deze manier van rapporteren dus wel een beeld geeft van de staat van de waterkeringen op peildatum (waarmee het wel nuttig is in bijvoorbeeld calamiteitensituaties), is er op deze manier geen goed overzicht van de nieuwe dijkversterkingsopgave, doordat lopende versterkingen (of voorbereidingen) en nieuwe informatie over waterkeringen die niet aan de norm voldoen op deze manier op een hoop gegooid worden. Aanbevelingen Het is in deze toetsronde gebleken dat het toetsinstrumentarium nog niet op alle sporen aan de verwachtingen voldoet. In het bijzonder de toetsing van de Niet-Waterkerende Objecten blijkt nog erg moeilijk te verlopen, waarbij de beheerders via de Vuistregels vaak op het Beheerdersoordeel teruggegrepen hebben. Het verzamelen van data en de uitvoering van de toetsing van de NWO's blijkt vaak moeilijk en erg kostbaar door de grote hoeveelheden objecten. Omdat er geen goed beeld bestaat van de daadwerkelijke invloed van veel objecten op de veiligheid van de waterkering, is het de vraag of de toetsing hiervan zijn doel daarmee niet voorbij schiet. Een prioritering van NWO's geschoeid op de filosofie van de Vuistregels zou, mits goed uitgevoerd, de last voor de beheerders fors kunnen verlichten. Het gebruiksgemak van Hydra-B en de webapplicatie Toetsrap laat te wensen over. Veel acties moeten handmatig worden uitgeveord waardoor het werken hiermee te veel tijd kost. Tot slot moet opgemerkt worden dat de huidige manier van rapporteren (waarbij dijkvakken die in voorbereiding of uitvoering zijn met hun score uit de vorige ronde gerapporteerd worden) geen goed beeld geeft van de nieuwe versterkingsopgave. De provincie wil ervoor pleiten dit in de volgende ronde van elkaar te scheiden. 23 Derde Ronde Toetsing Primaire Waterkeringen

Bijlage A - Afkortingen Afkortingen toetssporen Toetssporen algemeen HT Hoogte ST Stabiliteit (algemeen) STPH Piping en Heave STBI Macrostabiliteit Binnenwaarts STBU Macrostabiliteit Buitenwaarts STMI Microstabiliteit STBK Stabiliteit Bekleding STVL Stabiliteit Voorland NWO Niet-Waterkerende Objecten BWC Bijzondere Waterkerende Constructies Specifiek voor duinen DA Duinafslag WE Winderosie Specifiek voor kunstwerken STCG Stabiliteit van Constructie en Grondlichaam STCO Sterkte van (waterkerende) Constructieonderdelen BS Betrouwbaarheid Sluiting Overige afkortingen HR Hydraulische Randvoonvaarden 2006 HR-c Hydraulische Randvoorwaarden voor primaire waterkeringen categorie c HWBP Hoogwaterbeschermingsprogramma IPO Interprovinciaal Overleg VN Voorschrift Toetsen op Veiligheid 2006 VN-c Voorschrift Toetsen op Veiligheid voor primaire waterkeringen categorie c VVTI Wettelijk Toetsinstrumentarium 24 Derde Ronde Toetsing Primaire Waterkeringen

Bijlage B - Literatuuroverzicht Voorschrift Toetsen op Veiligheid Primaire Waterkeringen 2006, Ministerie van Verkeer en Waterstaat, September 2007 Addendum op het Voorschrift Toetsen op Veiligheid 2006 m.b.t. Primaire Waterkeringen van de Categorie c, Ministerie van Verkeer en Waterstaat, ongedateerd Hydraulische Randvootwaarden 2006 voor het toetsen van primaire waterkeringen, Ministerie van Verkeer en Waterstaat, september 2007 Hydraulische Randvootwaarden Primaire Waterkeringen Categorie c voor de derde toetsronde 2006-201 1, Ministerie van Verkeer en Waterstaat, ongedateerd Draaiboek Toetsen Primaire Waterkeringen derde toetsronde, Ministerie van Verkeer en Waterstaat, augustus 2007 Vuistregels voor het beheerdersoordeel bij de toetsing van niet-waterkerende objecten, Provincie Zuid-Holland, mei 2009 Veiligheidstoetsing 3e ronde, Veiligheidsoordeel dijkring 22 Eiland van Dordrecht, Waterschap Hollandse Delta, augustius 201 0 Veiligheidstoetsing 3" ronde, Toetsoordeel dijkring 22 Eiland van Dordrecht, Waterschap Hollandse Delta, augustus 201 0 Rapportage Toetsing Grote Rivieren, Rijkswaterstaat, september 2010 25 Derde Ronde Toetsing Primaire Waterkeringen