Vlaak 12, 8321 RV Urk, Tel: 0527 684141 Fax: 0527 684166 Email: visned@visned.nl Website: www.visned.nl Aan: de leden van VisNed, Urk, 26 april 2013. Bijeenkomst WGNSSK. Vanaf volgende week woensdag 1 mei as. komen de biologen van de Demersale Werkgroep Noordzee en Skagerrak van ICES in Kopenhagen bij elkaar om informatie in de modellen te stoppen die moeten leiden tot het advies voor de TAC s voor 2014. Afgelopen vrijdag zijn we door IMARES bijgepraat over de informatie over tong en schol Noordzee die vanuit Nederland ingebracht zal worden. Hoewel de informatie nog zeer voorlopig is en er ook geen definitieve conclusies getrokken kunnen worden is er wel een globaal beeld vast te stellen: Tong Noordzee: De totale aanvoer in 2012 op de Noordzee lag op 11.500 ton met een TAC van 14.000 ton en vangstmogelijkheden van bijna 16.000 ton dankzij de 10 % flexibiliteits-vo. Het paaibestand wordt geschat op 38.000 ton. De visserijsterfte (dat is F) voor tong staat op 0,25 terwijl Fmsy in de range van 0,2 0,25 op F 0,22 staat, dus de F ligt nog iets te hoog volgens msy. De wetenschap vindt het tongbestand op de Noordzee stabiel met een paaibestand rond de 40.000 ton en ook met een paar gemiddeld redelijke jaarklassen in het verschiet. Het advies 2014 zal volgens het managementplan vastgesteld worden en omdat de F nog wel naar beneden moet zal de TAC ook nog naar beneden gaan. Schol Noordzee: De aanvoer in 2012 lag in Europa op ongeveer 80 % (in Nederland op 95 %) van de TAC. De F ligt op 0,22; dat is iets beneden Fmsy. Het paaibestand is nog steeds stijgende. Afhandelijk van de keuze die gemaakt wordt in management of volgens het beheerplan (F 0,3) of volgens Fmsy (is 0,25) zal de TAC voor volgend jaar gelijk blijven dan wel verder kunnen stijgen binnen de range van max. 15 % volgens het beheerplan. Ook gaat ICES op verzoek van Brussel verder met de advisering over de zogenaamde Data Limited Stocks; bestanden waarvan onvoldoende wetenschappelijke informatie beschikbaar is. In dit verband kan genoemd worden: tarbot, griet, schar, bot, rode poon, mul, zeebaars etc. Voor bestanden waarvoor een volledige toestandsbeoordeling beschikbaar is (zoals tong, schol, kabeljauw, wijting etc.) worden zgn. kwantitatieve adviezen (TAC s in kgs) uitgebracht. Voor Data Limited Stocks zgn. kwalitatieve adviezen: vangsten mogen niet toenemen, visserijsterfte moet dalen etc. maar de beheerders vragen ook hier steeds meer om kwantitatieve adviezen. Echter, er is binnen ICES een systeem ontwikkeld dat indien er onvoldoende gegevens beschikbaar zijn een schema moet worden toegepast, leidend tot een vangstadvies, waarbij een vangstvermindering kan worden vastgesteld tussen 20 36 %. Dit met als uitgangspunt: bij onvoldoende gegevens moeten we extra voorzichtig zijn en eerder het voorzorgsprincipe toepassen. 1
Over deze werkwijze van ICES en de gevolgen voor de sector hebben we een pittige discussie gevoerd. Met deze handelswijze laat ICES, dat onafhankelijk wetenschappelijk adviezen uit moet brengen, zich gebruiken door politici en beheerders. Het gaat niet meer om de inhoud van het beleid, het gaat om het proces. Met steeds meer kwantitatieve vangst- adviezen, ook voor vissoorten die (onvermijdelijk) worden bij gevangen, wordt het voor de visserij steeds moeilijker, vooral in het licht van de aanstaande aanlandplicht voor alle (bij)vangst. Ook is van belang om te weten of het een doelsoort of een bijvangstsoort betreft, de (on)mogelijkheden van het beheer is hiervan afhankelijk. In het kader van de Discardsban is het reëel dat soorten zoals schar of tarbot zogenaamde choke-species kunnen worden. Dan maken we alles knellend en als zo n soort is volgevist moet alle visserij gestaakt worden. Inzet van de sector is om te kijken naar de overall-situatie en bij platvis alleen te sturen op tong en schol en voor de bijvangstsoorten uitsluitend toe te zien dat deze normaal mee kunnen liften. Als de F bij tong en schol naar beneden gaat, zal dat toch ook gelden voor de geassocieerde soorten zoals tarbot, schar etc. Tenslotte: Er vindt een studie plaats om Schol Noordzee en Schol Skagerrak aan elkaar te linken. Uit allerlei wetenschappelijke informatie blijkt dat schol NZ en schol SK zeer nauw verweven zijn. Vorige week was hierover in Kopenhagen een bijeenkomst van DTU Aqua-DK met de Focusgroep van de NSRAC, waarbij namens IMARES Aukje Coers en namens VisNed Geert Meun aanwezig waren. Doel is te komen tot een gezamenlijke toestandsbeoordeling met daarvan een vast percentage voor Het Skagerrak, bijvoorbeeld gebaseerd op de laatste 5 jaar was dat 13 %. Managementregels worden zo toegepast dat Schol Noordzee altijd op 100 % wordt bepaald, dit is van belang voor de verdeling van de TAC s volgens de relatieve stabiliteit. NLD heeft van schol in de Noordzee 36 % en van schol in Het Skagerrak 15 %, en daarom is het belangrijk dat schol Noordzee altijd volledig wordt toegekend. MSC ontwikkelingen. De ontwikkelingen van het MSC-keurmerk gaan in volle vaart vooruit. Het keurmerk kent een enorme groei en de MSC-organisatie ook. We zien daarbij dat MSC enerzijds dient voor de onafhankelijke borging van onze duurzame visserij, maar anderzijds ook voor de verkopers van vis en visproducten een belangrijk marketinginstrument is. Dat heeft het gevaar dat tussen deze twee functies geen evenwicht meer is. Daarom hebben wereldwijd 27 duurzame visserijen, waaronder onze twinrig/flyshoot-visserij, hun krachten gebundeld om gezamenlijk met de MSC te overleggen. Dat gebeurde afgelopen week in Brussel. Door de groei van de MSC lijkt ook de complexiteit van certificering toe te nemen en juist dan is het goed om als visserijen de krachten te bundelen om gezamenlijk een professioneel antwoord te geven op vragen die gesteld worden. Ook overlegden we in Brussel over onze visserijen (o.a. boomkor) waarvoor het certificeringstraject nog niet begonnen is. We concludeerden dat we hier nu snel de vervolgstappen kunnen gaan zetten. Want één ding is ons wel duidelijk geworden dat in de markten met de meeste koopkracht, en daar moeten wij onze dure vissoorten toch aan de consument zien te verkopen, de vraag naar duurzaamheids- certificering alleen maar verder zal toenemen. Beurs ESE in Brussel. Elk jaar weer wordt eind april in Brussel een visbeurs opgebouwd die enkele tienduizenden vierkante meters beslaat. Van over de hele wereld komen kopers van vis naar Brussel en proberen de verkopers op innovatieve manier hun product te presenteren. En tussen al die enorme paviljoens van landen als Noorwegen, Ierland, China, Canada, Alaska, Australië, Chili, Italië, Spanje en nog heel veel meer, staat ook het Oranje eiland van de Holland stand. De voor ons zo belangrijke verkopers van platvis presenteren hier hun producten om o.a. aan kopers van platvis te vertellen hoe uitstekend het gaat met de bestanden in de Noordzee en dat de stabiele quota in de komende jaren alleen nog maar zullen groeien. Zo hebben ze een kans om marktterrein dat verloren is gegaan weer terug te winnen. Tegelijkertijd was tijdens deze enorme beurs te zien hoe groot de concurrentie is en hoe relatief bescheiden van omvang onze visserijen zijn. Een andere 2
belangrijke functie van zo n beurs is die van ontmoetingspunt en daarbij vervulde de Hollandborrel een belangrijke functie, want niet alleen was het voor veel bezoekers het moment van afronding van een vermoeiende beursdag, maar ook konden we er bijvoorbeeld even napraten met de voor ons zo belangrijke Nederlandse vertegenwoordigers in Brussel bij de Europese Commissie. Die vermaledijde aanlandplicht. Toen afgelopen woensdag het VisNed bestuur vergaderde, stond de aanlandplicht wederom nadrukkelijk op de agenda. Daar concludeerden we nadrukkelijk nogmaals dat het draagvlak voor deze maatregel nihil is. De onuitvoerbaarheid van het maatregelenpakket en het ontbreken van nut en noodzaak voor een teruggooiverbod zijn daarvan de oorzaak. Tegelijkertijd spraken we in diezelfde vergadering ook over het voortgaande onderzoek naar de overlevingskansen van bijvangst en de voortgang in het werken met scheidingspanelen om zo ongewenste bijvangst te verminderen. Dat zijn twee hoopvolle trajecten, die echter heel veel tijd, inspanning en geld vergen. Diezelfde dag bezochten Jaap Hennekeij en Pim Visser de hoogste leiding van het ministerie van EZ om deze boodschap van ontbrekend draagvlak op de vloot helder over te brengen. Daarbij sluiten we onze ogen tegelijkertijd niet voor de politieke realiteit en de maatschappelijke verhoudingen. Immers in bijvoorbeeld het Europees Parlement is wel met een verhouding van 500 tegen 200 stemmen voor een strenge aanlandplicht gestemd. Maar we hebben het Ministerie wel aangesproken op de toezegging dat een aanlandplicht het sluitstuk is in een proces en niet het begin. Die insteek is vanuit het ministerie nadrukkelijk bevestigd, zoals de staatssecretaris ook al in de Tweede Kamer had gedaan. Om hieraan goede invulling te kunnen geven, is vanuit het ministerie aan ons om een aanzienlijke hoeveelheid aanvullende informatie gevraagd, die gebruikt kan worden om alle rek en ruimte die er nog is op te zoeken. Onze eerdere notitie waarin we de problematiek heel helder afgepeld hebben is daarbij de leidraad geweest. In die notitie geven wij helder aan dat wij onoverkomelijke problemen zien op het gebied van quota, logistiek en kosten. Bovendien kan en mag het niet zo zijn dat aan ongewenste bijvangst de overlevingskans ontnomen wordt. Dat gaat zo radicaal in tegen het gevoel van de visserman dat onbegrijpelijke regelgeving niet op draagvlak kan rekenen. Tegelijkertijd kunnen we het als sector niet voor onze verantwoordelijkheid nemen om met onze rug naar de politieke realiteit te gaan staan. Dan wordt immers regelgeving doorgevoerd zonder dat we aan tafel zitten. Wij kiezen dus nadrukkelijk voor een twee-sporen beleid: onbegrijpelijke en onnuttige regelgeving mag er niet komen, maar als sector nemen we tegelijk onze verantwoor-delijkheid door voluit in te zetten op innovatieve ontwikkelingen die ongewenste bijvangst verminderen en die de overlevingskansen van in zee terug gezette vis vergroten. Wij spreken beleidsmakers en politici er op aan om de sector toch vooral niet met een stok te slaan, maar te stimuleren tot innovatie. Geld kan nu eenmaal maar één keer uitgegeven worden en het is beter om dat aan innovatie te doen dan aan het doodmaken van vis met een aanzienlijke overlevingskans. Gevolgen weegverplichting. Het Ministerie van EZ heeft geconstateerd dat er ongeveer 80 kotters zijn die vis aanlanden maar deze niet in de haven van aanlanding verkopen. Voor het vervoeren van vis(producten) is een ontheffing nodig van het Ministerie, echter tot op heden hebben nog maar enkele schepen deze ontheffing aangevraagd. Het Ministerie heeft daarom vorige week brieven verstuurd naar de ondernemers waarvan uit het VIRIS-systeem is gebleken dat deze hun vis elders verkopen. Hierin wijst zij op de verplichting om een ontheffing aan te vragen op straffe van overtredingspunten. De ontheffing wordt toegekend voor gecertificeerde weegschalen die voldoen aan de eisen (CE-markering, zwarte M in groen vlak, ID-nr keurings instantie). De meeste kotters zullen een weeginstallatie hebben die is aangeschaft met de subsidieronde uit 2011. Dit zijn goedgekeurde weegschalen waarvoor alleen nog een ontheffing hoeft te worden aangevraagd. Schepen die voor die tijd al een weeginstallatie aan boord hadden, hebben dus kans dat dit een niet goedgekeurd systeem betreft. Zij staan nu voor de keus om een nieuw systeem 3
aan te schaffen of te verkopen in de haven van aanlanding. Tijdens de subsidieronde in 2011 was niet duidelijk of schepen die al een systeem hadden over een bepaald certificering moesten beschikken. Omdat de subsidie max. 40% van de aanschaf tot een bedrag van 4000,- bedroeg, hebben sommige schepen geen nieuw systeem gekocht. Nu blijkt pas dat bepaalde systemen niet zijn/worden goedgekeurd en moeten zij alsnog een ander, duur weegsysteem aanschaffen. Eigenlijk zou hier alsnog subsidie voor moeten komen. VisNed zal de mogelijkheden hiertoe onderzoeken. De ontheffing dient voor 1 juni te worden aangevraagd. Let op bij het invullen van het aanvraagformulier, dat dit volledig en correct wordt ingevuld. Ga eventueel bij uw leverancier langs voor de juiste gegevens. Niet goed, of onvolledig ingevulde formulieren worden geretourneerd door het Ministerie. VisNed Begroting en heffing. Bij het vaststellen van de VisNed-begroting voor het jaar 2013, werd niet alleen de contributie vastgesteld, maar spraken we ook af dat we aanvullende inkomsten zouden verwerven ten behoeve van specifieke doelen. Die doelen zijn voorlichting, onderwijs en onderzoek. Het daadwerkelijk in rekening brengen van deze heffingen door de PO s hebben we laten afhangen van de besluitvorming rondom de herstart van het Visburo. Nu dat gebeurd is, zijn die heffingen per 1 april daadwerkelijk ingesteld. De bestemmingen van deze gelden zijn onder andere onze bijdrage aan het Visburo, onze bijdrage in (deels gesubsidieerde) onderzoeksprojecten zoals bedrijfssurvey, selectiviteit in netten en discards overleving, het aanvragen van een NB-wetvergunning voor de garnalenvisserij en het up-to-date houden van het lesmateriaal op de visserijscholen. Deze heffing bedraagt 0,13% en daarvan is 47% voor voorlichting, 47% voor onderzoek en 6% voor onderwijs. De heffingen die dit jaar nog door het Productschap Vis voor onderzoek en onderwijs opgelegd zijn, worden niet meer besteed, maar vloeien, samen met de overige overschotten op bestemmingsheffingen uit vorige jaren, in 2014 terug naar de sector. Koninklijke onderscheiding voor Ben Daalder. Zoals het veel mensen vandaag, de vrijdag voor de inhuldigings-dag, overkwam, werd ook oud-federatievoorzitter Ben Daalder met een smoes naar het gemeentehuis gelokt waar hij verrast werd met de mededeling dat het Hare Majesteit behaagt had om hem een koninklijke onderscheiding toe te kennen voor al het werk wat hij in zijn lange carrière uit maatschap- pelijke betrokkenheid gedaan had. Vooral in de visserij, maar ook op zijn eiland Texel. Burgemeester Gieskes speldde hem de versierselen op behorende bij de onderscheiding van Ridder in de Orde van Oranje Nassau. In een korte toespraak feliciteerde ook VisNed-voorzitter Jaap Hennekeij Ben van harte met deze voluit verdiende onderscheiding en riep daarbij in herinnering dat Ben zich nog steeds inzet voor de sector, onder andere als betrokken waarnemer bij onderzoeksreizen met de Tridens. Vanuit VisNed zijn wij er trots op dat de langjarige inzet van Ben voor de visserijsector, die hem zo na aan het hart ligt, bekroond wordt met deze welverdiende onderscheiding. RTC s april 2013. Hieronder treft u aan de coördinaten van de voor mei 2013 ingestelde RTC s die van toepassing zijn voor Nederlandse schepen opererend met bordentrawl, twinrig en fly shoot en voor Engelse vaartuigen in dezelfde categorieën alsmede boomkor. Een kaartje van de gebieden is te vinden op onze website www.visned.nl 31F2-a RTC 343 IVC 51 30.000'N 2 00.000'E 39F4-e RTC 347 IVB 55 22.500'N 4 00.000'E 51 30.000'N 2 15.000'E 55 22.500'N 4 15.000'E 51 22.500'N 2 15.000'E 55 15.000'N 4 15.000'E 51 22.500'N 2 00.000'E 55 15.000'N 4 00.000'E 4
37F2-p RTC 344 IVB 53 00.000'N 2 45.000'E 37F2-o RTC 348 IVB 54 07.500'N 2 30.000'E 52 52.500'N 2 45.000'E 54 07.500'N 2 45.000'E 52 52.500'N 3 00.000'E 54 00.000'N 2 45.000'E 53 00.000'N 3 00.000'E 54 00.000'N 2 30.000'E 37F3-i RTC 345 IVB 53 30.000'N 3 15.000'E 36F3-e RTC 349 IVB 53 52.500'N 3 00.000'E 53 22.500'N 3 15.000'E 53 52.500'N 3 15.000'E 53 22.500'N 3 30.000'E 53 45.000'N 3 15.000'E 53 30.000'N 3 30.000'E 53 45.000'N 3 00.000'E 38E9-a RTC 346 IVB 55 00.000'N 01 00.000'W 40F5-c RTC 350 IVB 56 00.000'N 5 30.000'E 55 00.000'N 00 45.000'W 56 00.000'N 5 45.000'E 54 52.500'N 00 45.000'W 55 52.500'N 5 45.000'E 54 52.500'N 01 00.000'W 55 52.500'N 5 30.000'E VIRIS-overzicht. Hieronder treft u aan het overzicht betreffende de benutting van de belangrijkste quota in 2013. Peildatum is 18 april 2013. Er kan vanuit gegaan worden dat de vangsten tot en met week 14 verwerkt zijn. Ter vergelijking de benutting van de quota per 19 april 2012, dus in feite dezelfde periode. 2012 (19-04-2012) 2013 (18-04-2013) Quotum: Vangst: Uitputting: Quotum: Vangst: Uitputting: Tong 11.462 2.119 18% 10.511 2.470 23% Schol 32.262 6.331 20% 35.086 8.044 23% Kabeljauw 2.580 637 25% 2.540 394 16% Wijting 788 149 19% 912 181 20% Tarbot/Griet 2.579 575 22% 2.540 730 29% Schar/bot 11.421 1.638 14% 11.421 1.689 15% Tongschar 743 87 12% 793 61 8% Langoustines 990 75 8% 817 50 6% Rog / Vleet 230 62 27% 189 107 57% In bovenstaand overzicht zijn de definitieve quota weergegeven, die administratief verwerkt zijn door Brussel en het ministerie van EZ. PO-maatregelen. Rog: Sinds 18 maart jl. is de maximaal aan te voeren hoeveelheid per vaartuig per week of reis langer dan 7 dagen vastgesteld op 250 kg doodgewicht. De minimum maat is 55 cm. Aanvoer van rog kleiner dan 55 cm en/of meer dan 250 kg is verboden en de PO s hebben een extra heffing van 3,00 per kg ingesteld voor overtredingen. Tarbot en griet: Voor beide soorten geldt een minimum maat van 27 cm; bij aanvoer van kleiner dan 27 cm wordt een extra heffing van 3,00 per kg toegepast. 5
Sluitingen. De quota voor Kabeljauw (VIId) en Rog in Het Kanaal zijn volledig benut; aanvoer is inmiddels verboden. Met vriendelijke groet, Coöp. Kottervisserij Nederland (VisNed), Geert / Pim. 6