Vlaak 12, 8321 RV Urk Tel: Website: Urk, 8 mei 2015.

Transcriptie

1 Vlaak 12, 8321 RV Urk Tel: Fax: Aan: de leden van VisNed, Website: Urk, 8 mei Aanlandplicht kottervloot. De besluitvorming over de invulling van de Aanlandplicht komt langzamerhand in een kritieke fase. Zoals eerder gemeld vindt overleg hierover plaats op regionale basis wat bijvoorbeeld betekent dat over de implementatie van de Aanlandplicht voor de Noordzee overlegd wordt in de zgn. Scheveningengroep, dat is een samenwerkingsverband van alle EU-lidstaten met vangstrechten op de Noordzee. Binnen de Scheveningengroep worden verschillende niveaus gehanteerd: de technische groep, het overleg van beleidsambtenaren maar ook de politieke leiding van Noordzeelidstaten kennen hun overlegrondes. En dergelijke overlegstructuren kent men ook voor de Noordwestelijke wateren en ook voor de Zuidwestelijk wateren van de EU. De Aanlandplicht voor de demersale vloten moet op 1 januari 2016 van kracht worden, zo is in het GVB-akkoord vastgelegd (en dan schijnt het in beton gegoten te zijn!) en gezien alle procedures die doorlopen moeten worden is het noodzakelijk dat rond 1 juni as. het Discardsplan van de Scheveningengroep bij de Europese Commissie wordt ingediend, anders komt men in tijdnood. In eerdere nieuwsbrieven hebben wij informatie gegeven over de invulling van de Aanlandplicht op de Noordzee, dat er gewerkt wordt aan een fasering en tevens ook aan uitzonderingen. De fasering betekent dat op 1 januari as. de Aanlandplicht alleen gaat gelden voor de doelsoorten wat o.a. betekent voor boomkor 80 mm tong, voor boomkor 120 mm schol, voor twinrig 80 mm Noorse kreeft en twinrig 100/120 mm schol en voor de rondvissers kabeljauw. Daarnaast is een aanvraag ingediend om tong kleiner dan 19 cm terug te mogen gooien (zgn. aanvraag voor de minimus). Met staatssecretaris Dijksma zijn we bezig om een gezamenlijk document op te stellen waarin zaken vastgelegd worden hoe wij de toekomst van de Aanlandplicht zien, waarbij invulling wordt gegeven aan het begrip: maximale rek en ruimte. Naast bovengenoemde fasering worden ook doelstellingen vastgelegd voor het verminderen van discards en het verbeteren van de overleving. Hierbij gaat het wel om realistische doelstellingen. Verder worden afspraken vastgelegd hoe wij de Aanlandplicht zien per 1 januari 2019 wanneer deze moet gaan gelden voor alle soorten waarvoor vangstlimieten zijn vastgelegd. Ook hierbij geldt dat we moeten kiezen voor een werkwijze die uitvoerbaar is. Daarom zullen wij bijvoorbeeld de periode 1 januari januari 2019 gebruiken om meerdere uitzonderingen te bepleiten, o.a. op basis van overleving. Aan het document wordt de laatste hand gelegd, binnenkort wordt dit naar de Tweede Kamer gestuurd en zal het dienen als uitgangspunt van beleid en wordt het stuk ingebracht in het Europese besluitvormingsproces. 1

2 Projecten Aanlandplicht. Op dit moment lopen er diverse projecten rond de aanstaande Aanlandplicht waarbij inzichtelijk moet worden op welke wijze de begrippen vermijden, selectiviteit en overleving het beste ingevuld kunnen worden. De meeste projecten lopen via de CVO en gaan over netinnovaties in de vorm van scheidingspanelen en/of het gebruik van een onder- en bovenzak en het wijzigen van de verwerking aan boord om de overleving te verbeteren. Afgelopen woensdag werd een dag georganiseerd waarbij alle projectleiders de stand van zaken en resultaten presenteerden van de verschillende projecten. Er wordt zeker vooruitgang geboekt maar er moet ook vastgesteld worden dat het op enig moment ontzettend moeilijk is vervolgstappen te zetten zonder marktwaardige vis te verliezen, kortom economische impact. Bij het onderdeel overleving was het niet gemakkelijk om tot een zgn. 0-meting te komen maar dit is uiteindelijk wel gelukt en nu worden aan boord van 3 kotters proefnemingen gedaan om deze te verbeteren. Daarbij worden wijzigingen doorgevoerd met andere opvangbakken, waterstromen, andere verwerkingsprocedures etc. Er vinden niet alleen onder de CVO projecten plaats, maar ook in België en in Nederland door andere groepen van ondernemers. Afgelopen woensdag is afgesproken om de werkzaamheden in de verschillende projecten beter op elkaar af te stemmen om bepaalde werkzaamheden die dubbel gedaan worden te voorkomen. PAP-schol. Binnen het PAP-comité-schol wordt onder de CVO nog steeds gewerkt met een productie- en afzetstrategie voor de vissoort schol. Via de eigen PO worden de leden daarover op de hoogte gehouden. Eerder is overleg geweest om niet alleen te kijken naar de aanvoerkant, zeg maar de productie, maar ook naar de afzet. En in dit verband is onlangs een consumentenonderzoek gedaan in de belangrijkste afzetmarkt voor schol: Italië. Dit onderzoek is gedaan door Mark Goedhart, die daarbij dankbaar gebruik maakte van zijn netwerk en contacten uit zijn tijd als Unileverdirecteur. Uit het onderzoek, waarbij de insteek was: wat vertellen consumenten ons over schol? zijn diverse positieve signalen en bruikbare informatie gekomen. Zo heeft schol in Italië een duidelijke groep fans die meerdere keren per maand schol op het menu hebben staan. Deze vinden schol gezond, goed van smaak (niet te vissig) en een goede prijskwaliteitverhouding. De groep kopers is jong en er zit zeker nog potentie in om het marktaandeel te vergroten, waarbij het logisch lijkt om hierbij gebruik te maken van moderne communicatiemiddelen. Binnen de CVO wordt binnenkort hierover verder van gedachten gewisseld en een verdere strategie / plan van aanpak ontwikkeld. Voornemen uitbreiding beschermde zone Belgische kustwateren. De Belgische overheid probeert de uitbreiding van 3 naar 4.5 mijl uit de kust van de zone waarbinnen niet door schepen groter dan 70 BT mag worden gevist er bij de andere landen door te krijgen. Eerder heeft België de zone binnen de 3-mijl al tot verboden gebied verklaard voor de > 70 BT-kotters, wat de NL-Eurokotters hard raakte. Deze nieuwe uitbreiding lijkt sterk op een ordinaire discriminatiemaatregel tegen Nederlandse schepen in het voordeel van de eigen vloot, waar nog geen enkele ecologische onderbouwing voor is gegeven. Terwijl het wel als natuurmaatregel wordt verkocht. Er is onlangs een nieuw document geproduceerd waarin de langverwachte ecologische onderbouwing van onder meer deze maatregel zou worden geleverd. Maar nu blijkt dat het nieuwe verhaal nog steeds geen fatsoenlijke ecologische onderbouwing bevat. Daarmee wordt het trucje nu wel erg doorzichtig. Vorige week vond in Brussel een bespreking plaats tussen de Belgische overheid en de overheden van de andere betrokken landen waar dit stuk werd gepresenteerd. Daar zijn vanuit verschillende landen kritische vragen gesteld over de onderbouwing van het maatregelenpakket. Het is nu de grote vraag wat de Belgen met dit pakket gaan doen. Wij hebben in dit dossier een goede samenwerking met het ministerie van EZ. 2

3 Ontwikkelingen North Norfolkbanken. Op 15 mei vindt in Londen overleg plaats met de Britse overheid over het Natura 2000 gebied North Norfolk Sandbanks and Saturn Reef, op het noordelijke deel van de Engelse Banken, waarbij VisNed aanwezig zal zijn. Dat de maatregelen hier de visserij gaan raken is duidelijk. Daarom is de afgelopen periode vanuit de sector intensief gezocht naar plekken in het gebied waar de schade voor de visserij het minst blijft, maar waarmee toch aan de Britse eisen kan worden voldaan. Hierbij had Texel het voortouw en zijn Urk en Delta Zuid betrokken. In Saint Malo hebben wij deze week tijdens een andere bijeenkomst de Britse ambtenaren informeel gesproken en dat helpt om de gebieden zo strak mogelijk te omlijnen. We denken nu de minst problematische locaties gevonden te hebben en hiermee gaan we in Londen het overleg tegemoet. SAN-routering Zeeland en Belgische kust. VisNed is lid van de Scheepvaart Adviesgroep Nederland (SAN) waarin wij op nautisch en maritiem gebied samenwerken met onder andere de havenbedrijven van Rotterdam en Amsterdam, de koopvaardijsector, het Watersportverbond, en de Kustwacht. Deze groep komt twee tot drie keer per jaar samen. In de laatste vergadering kwam onder meer de scheepvaartroutering voor de kust van Zeeland en België aan de orde. Hier komen problematische knooppunten naar voren, onder andere veroorzaakt door de ontwikkeling van het windgebied Borssele en door veranderingen in het Belgische gebied. Rijkswaterstaat is van plan om de hele verkeerssituatie voor de Zeeuwse Kust in één keer aan te gaan passen, en dit zal nog enige tijd in beslag nemen. De Belgische overheid maakt vanwege ruimtegebrek echter veel haast en gaat mogelijk nog dit jaar bij de IMO haar wijzigingen indienen. Verder is in de bijeenkomst door Rijkswaterstaat uitleg gegeven over de uitkomsten van verkeersveiligheidsstudies voor eventuele doorvaart door windgebied Borssele. Er wordt nog altijd gewerkt met vrije doorvaart voor schepen tot maximaal 24 m lengte. Wat ons betreft is deze grens niet gefundeerd en hier wordt in andere trajecten nog overleg over gevoerd. Daarnaast geven de veiligheidsstudies geen bezwaar tegen het openhouden van een oost-west corridor voor schepen tot 45 m lengte. Brancheorganisatie garnalen. Vanuit VisNed en de NVB zijn we al langere tijd bezig om het ketenoverleg in de garnalensector opnieuw en nader vorm te geven. Na het verdwijnen van PVis is hier een blinde vlek ontstaan. Onze gesprekspartners daarbij zijn de Vebega (garnalenhandelaren) en de garnalenafslagen. Het borgen van de kwaliteit en daardoor het verzekeren van de voedselveiligheid is het speerpunt van de discussies. Om hierover met elkaar goede afspraken te maken, die op alle aspecten (zeker juridisch) standhouden, ook bij de overheid, gaan we een officiële Brancheorganisatie oprichten. Die zal officiële Haagse en Brusselse erkenning gaan krijgen. In de komende periode wordt gewerkt aan concepten voor statuten en huishoudelijk reglement. We streven ernaar de officiële oprichting nog voor de zomer gerealiseerd te hebben. Tegelijkertijd praten we ook over de controle en handhaving bij het garnalen zeven. Nu duidelijk wordt hoe de werkwijze van de NVWA er uit komt te zien, krijgen we het gevoel dat die niet goed meer aansluiten op de praktijk. Op welke manier we die controle keten-breed invulling willen en zullen gaan geven is nog onderwerp van bespreking, maar ook hier willen we voor de zomer afspraken over maken. Subsidieregeling Investeringen Garnalenvisserij. Vorige week, 1 mei 2015, is door het ministerie van Economische Zaken de investeringsregeling open gesteld voor garnalenvissers. Deze regeling biedt mogelijkheden voor subsidie op de investering in koelsystemen, de black box (voor plaatsbepaling) en zaken aan dek zoals de kookketel en automatische spoelsorteermachine. Van de totale investering kan de garnalenvisser voor dergelijke zaken tot maximaal 40% voor subsidie in aanmerking komen. de exacte eisen zijn bekend gemaakt en deze zijn hier te lezen. De aanvragen moeten voor 12 juni

4 zijn ingediend bij de RVO. De VisNed-PO s kunnen deze aanvraag voor hun leden-garnalenvissers gratis verzorgen, daartoe moet de PO c.q. VisNed wel gemachtigd worden. Vandaar hebben de VisNed-PO s vorige week een aanvraag ingediend bij de RVO voor het toesturen van een machtigingsformulier naar het adres van de schipper-eigenaar. Als het goed is hebben de betreffende leden dit formulier inmiddels ontvangen. Hiermee is het mogelijk om de eigen PO te machtigen de subsidieaanvraag in te dienen. Als u het zelf wilt doen hoeft u deze machtiging niet in te vullen. Wilt u de van de RVO ontvangen verklaring ondertekend bezorgen bij uw PO, dan zullen we het invullen en opsturen voor de verdere afwikkeling van de subsidie aanvraag. Vanaf de garnalenvloot worden de nodige vragen gesteld over de verplichting om over te gaan tot de aanschaf van een Blackbox voor plaatsbepaling (en later eventueel de uitbreiding met de verplichting om het motorvermogen te registreren). Er wordt op gewezen dat vissersschepen al de beschikking hebben over VMS en AIS en moet er nu een 3 e systeem bij? Wij kunnen deze opmerkingen begrijpen maar hieraan is in feite niets te doen omdat deze voorwaarde in de afgegeven Nb-wet-vergunning is opgenomen. Alle garnalenvissers deze in Nb-wetgebieden willen blijven vissen, dienen voor het einde van het jaar uitgerust te zijn met een Blackbox. Wij wijzen tenslotte op het volgende: Aanvragen moeten voor 12 juni as. voorzien van offertes worden ingediend. Er mag voor de subsidietoekenning geen bestelling geplaatst zijn en/of met de werkzaamheden zijn begonnen. Het hele traject van aanvragen, toekennen, bestellen, installeren en betalen moet voor 31 december 2015 zijn afgerond. Natura 2000 seminar. Afgelopen week namen wij, op uitnodiging van de Europese Commissie, deel aan een Natura 2000 seminar in Frankrijk. Daar werd gesproken over een verdere uitrol van de Natura 2000 regelgeving op zee. Het was opvallend dat onder de deelnemers het aantal visserijvertegenwoordigers heel beperkt was. Vanuit VisNed waren Pim Visser en Wouter van Broekhoven aanwezig. Het lukte ons om in de diverse werkgroepen nadrukkelijk te melden dat het voor iedereen, die denkt er over te gaan, gemakkelijk praten is over het ontnemen van visgronden aan vissers. Die mensen vergeten vaak hoe ernstig dit visserijbedrijven en visserijfamilies in het hart raakt. Voor ons als belangenbehartigers betekent het concreet dat we in de komende periode te maken krijgen met Natura 2000 maatregelen in Nederland, in België, in Frankrijk, in Duitsland, in het Verenigd Koninkrijk en ook in Denemarken. In al deze processen moeten en zullen we gezamenlijk optrekken met onze Europese zusterorganisaties. Die maatregelen voor al deze gebieden zullen verschillende groepen van onze vissers allemaal, maar op een verschillende manier, raken. Tijdens dit seminar is het ons goed gelukt om beter inzicht te krijgen in de procedures en tevens internationale contacten aan te boren of te verstevigen wat ons in al die processen die gaan komen van nut kan zijn. Handhavingsactie door ILT Enkele weken geleden nam ook de visserijsector voor het eerst deel aan het nuttige OOORoverleg tussen de zeevaartsectoren en IL&T. We kregen daaruit terug gekoppeld dat opgetreden gaat worden/wordt tegen vissersvaartuigen die beschikken over een certificaat en dat in een breder plan o.a. inspecties uitgevoerd zullen gaan worden naar naleving van veiligheidsvoorschriften (Arbo etc). Het gaat dus om Arbovoorschriften en specifieke veiligheidsvoorschriften voor de zeevisserij, zoals de verplichting om elke maand ten minste één keer een alarm- en brandrol te oefenen en al je veiligheidsmiddelen aan boord steeds op orde te hebben en dat deze gebruikt kunnen worden door bemanningsleden die daarvoor voldoende getraind zijn (bijvoorbeeld door het volgen van een door IL&T erkende basisveiligheidstraining zeevisvaart).daarom brengen we de noodzaak van certificering en het naleven van veiligheidsvoorschriften wederom nadrukkelijk onder uw aandacht. 4

5 Puls seminar. Afgelopen week overlegden we op het Ministerie van Economische Zaken over de invulling van een internationale workshop over pulsvisserij. Die wordt op 18 juni in IJmuiden gehouden, onder auspiciën van de Stuurgroep puls. Er worden wetenschappers, visserijvertegenwoordigers, overheden en controle-instanties vanuit de Noordzeelanden uitgenodigd om kennis te nemen van de laatste stand van zaken in het pulsdossier op de aspecten techniek, economie, wetenschap, controle en handhaving. Nog steeds blijkt, ook in al onze internationale contacten, dat de kennis over pulsvisserij heel beperkt is. Tegelijk zien we dat het aantal tegenstanders groeit. Daarom halen we in het kader van de Stuurgroep alles uit de kast om zoveel mogelijk feitelijke informatie met zoveel mogelijk mensen te delen. 22 ste Conferentie voor visserij-economen. Van 27 tot 30 april vond de 22 ste conferentie van de Europese Vereniging van de visserij Economen (EAFE) plaats te Salerno, Italië. De conferentie was bedoeld om bij te dragen aan de nog steeds lopende discussies omtrent de herziening van het gemeenschappelijk visserijbeleid en richtte zich dan ook op nieuwe vraagstukken binnen het hervormde gemeenschappelijk visserijbeleid. Nadruk van de conferentie lag op de uitvoering van het beleid en de sociaaleconomische gevolgen voor de sector. De conferentie was bedoeld als een platform om recente economische en beleidsontwikkelingen in de visserij en aquacultuur te presenteren en om de discussie tussen onderzoekers, beleidsmakers en andere belanghebbenden in de visserijsector te bevorderen. De conferentie had ook een aparte sessie gewijd aan de aanlandplicht waaraan we actief deel hebben genomen door middel van twee presentaties. Het LEI heeft het CVOaanlandplichtproject Best Practices gepresenteerd, waarbij een eerste overzicht van de sociaaleconomische consequenties voor de Nederlandse kottervloot aan bod kwamen. Ook hebben we van deze gelegenheid gebruik gemaakt om meer bekendheid aan de pulsvisserij te geven door onderzoek naar de economische implicaties van de aanlandplicht voor de boomkor en pulsvisserij te presenteren. Beide presentaties werden erg goed ontvangen en zorgde zowel tijdens als na de sessie voor interessante discussies over de leefbaarheid en veiligheid van de bemanning aan boord en natuurlijk ook over de selectiviteit en werking van de puls. Daarnaast werd er een interessant onderzoek van de Deense Technische Universiteit gepresenteerd waarbij vissers uitgedaagd werden en de vrijheid kregen, zelf hun tuig te ontwikkelen en aan te passen zodat ze de waarde van de vangst optimaliseren en tegelijkertijd discards proberen te verminderen. De testen van de verschillende tuigen werden gedaan met versoepelde technische maatregelen. Resultaten moeten aantonen dat visserijbeheer meer een resultaatgerichte aanpak moet hanteren en af moet stappen van de vastgestelde technische voorschriften die ontwikkelingen in de visserij vaak belemmeren. VIRIS-overzicht Hieronder het overzicht 2015 betreffende de benutting van de belangrijkste quota. Peildatum is 7 mei 2015; dit zal betekenen dat het de aanvoer betreft tot en met week 17 van dit jaar. In het overzicht is niet verwerkt de 10 % tong die meegenomen wordt uit 2014; dit zal ongeveer 980 ton tong zijn. Ter vergelijking ook het overzicht van de benutting van de quota per 8 mei 2014, waarbij wel de opmerking geplaatst moet worden dat er voor de soorten schol en wijting (voorlopige (lage) quota waren vastgesteld omdat er nog geen overeenkomst tussen de EU en Noorwegen was gesloten. 5

6 ( ) ( ) Vissoort: Quotum: Vangst: Uitputting: Quotum: Vangst: Uitputting: Tong % % Schol % % Kabeljauw % % Wijting % % Tarbot/Griet % % Schar/bot % % Tongschar % % Langoustines % % Rog % % PO-maatregelen. Ook voor 2015 hebben alle Nederlandse PO s in CVO-verband een aantal PO-maatregelen genomen om de benutting van een aantal nationale quota zo duurzaam mogelijk te laten plaatsvinden en om vroegtijdige sluiting van het krappe quotum proberen te voorkomen. Deze maatregelen zijn: Rog: De maximaal aan te voeren hoeveelheid per vaartuig per week of reis langer dan 7 dagen is door de PO s vastgesteld op 100 kg doodgewicht. De minimum maat is 55 cm. Aanvoer van rog kleiner dan 55 cm en/of meer dan 100 kg is verboden en de PO s hebben een extra heffing van 3,00 per kg ingesteld voor overtredingen. Tarbot, griet: voor deze soorten geldt een minimum aanvoermaat van 27 cm; bij aanvoer kleiner dan 27 cm wordt een extra heffing van 3,00 per kg toegepast. Tongschar: voor tongschar geldt een minimum maat van 25 cm waarbij de tongschar van cm moet worden gesorteerd in een aparte klasse: tongschar IIIb of tongschar IV. Noorse kreeft: Voor de Noorse kreeft is de aanvoer en verhandeling van meer dan 35 stuks per kilogram door leden van PO verboden. Verder: max. 10% kreeftstaartjes per aanlanding. Sluitingen: 27 april 2015: Kabeljauw in het Oostelijk Engels Kanaal (COD/07D). Met vriendelijke groet, Coöp. Kottervisserij Nederland (VisNed), Geert / Pim. 6