Agenda voor opiniërend en besluitvormend algemeen bestuur op respectievelijk 15 september en 13 oktober Bepaling primus bij hoofdelijke stemming

Vergelijkbare documenten
Officiële uitgave van het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Brabantse Delta.

Onderwerp: Wijziging Gemeenschappelijke regeling Het Waterschapshuis (GR HWH)

Gemeenschappelijke regeling voor het toezicht op het openbaar primair en speciaal onderwijs.

De colleges van de gemeenten Lisse, Noordwijk en Teylingen, een ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft;

Gemeenschappelijke regeling voor het toezicht op het openbaar. primair en speciaal onderwijs te Bodegraven, Gouda, Reeuwijk en Waddinxveen.

PROVINCIAAL BLAD. Mandaatbesluit OD NZKG 2015 provincie Utrecht en de bijlage

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING MUSKUSRATTENBESTRIJDING NOORD- BRABANT

: 11IT Barcode : aanvraag uitvoeringskrediet voor de projecten 557 en 559, revisie awppompen en elektrische aandrijvingen

Gemeenschappelijke orgaan openbaar primair onderwijs Noord Groningen

64-1 GEMEENSCHAPPELIJK REGELING REGIONAAL ONDERWIJSBELEID WALCHEREN

Gemeenschappelijke Regeling Openbaar Lichaam OV-bureau van de gemeente Groningen en de provincies Groningen en Drenthe

Gemeenschappelijk orgaan

Het college van gedeputeerde staten van Utrecht;

Gemeenschappelijke Regeling Samenwerkingsverband Noord-Nederland

De burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Boxtel;

MANDAAT- EN MACHTIGINGSBESLUIT HANDHAVING GEMEENTE VELSEN

gelezen het voorstel van de portefeuillehouder Bestuurlijke zaken, calamiteiten, handhaving en externe contacten;

Bekendmaking Legesverordening waterschap Brabantse Delta

agendapunt 3.b.18 Aan College van Dijkgraaf en Hoogheemraden GR AQUON Datum 21 augustus 2012 CTL/MCTL Bijlagen 6 Zaaknummer 28220

Reglement van orde voor de vergaderingen van het algemeen bestuur van de Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland

Bijlage D Raads- en statenvoorstel 1 en besluit GR RUD LN

Officiële bekendmakingen waterschap Brabantse Delta

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING REGIONAAL HISTORISCH CENTRUM RIJNSTREEK EN LOPIKERWAARD

Eindrapportage toekomstbestendigheid DBFO-contract. 23 mei Vergaderdatum. Kenmerk VV : B.06. Agendapunt

Besluitenlijst dagelijks bestuur 15 maart 2016

Gemeenschappelijke regeling Sallcon

Gemeenschappelijke Regeling. Samenwerkingsverband Noord-Nederland

P r o v i n c i e F l e v o l a n d

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Zijn in het voorstel één of meer van de volgende aspecten van toepassing?

Afdeling 3.4A Informatie over samenhangende besluiten

Behandeld door de heer G.J. Ambachtsheer Afdeling Toezicht en Handhaving

AGENDAPUNT 3.8 ONTWERP. Onderwerp: Wijziging Gemeenschappelijke Regeling Het Waterschapshuis Nummer: Voorstel

Agendapunt Het Algemeen Bestuur van de BWB 5

De dagelijkse besturen van de waterschappen Noorderzijlvest, Hunze en Aa s en Wetterskip Fryslân,

ALGEMENE VOORWAARDEN HENDRIKS ASBESTSANERING B.V.

Ingevolge artikel 95 van de Waterschapswet rechtsgeldig vertegenwoordigd door hun voorzitter

Sector: I. Nr. : 90.8

Yara Sluiskil B.V. Postbus AA Sluiskil W-MWP170002/ Datum: 13 juni 2017

Ieder voor zover zij daartoe bevoegd zijn,

Delfland beschikt over een actuele verordening Bijdrage fractiekosten Delfland 2019.

Inspraakverordening Wetterskip Fryslân

gelezen het voorstel van het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Wedeka bedrijven van 5 november 2015;

Openbaar lichaam PlusTeam. Reglement van Orde van het Algemeen Bestuur

Provinciaal blad van Noord-Brabant

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING SOCIALE RECHERCHE IJSSEL-VECHTSTREEK

Officiële bekendmakingen waterschap Brabantse Delta

Mandaatbesluit. Overwegende,

PROVINCIAAL BLAD. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking in het Provinciaal Blad en werkt terug tot en met 1 januari 2019.

is een samenwerkingsverband van Waterschap Peel en Maasvallei en Waterschap Roer en Overmaas ISO 9001 ISO OHSAS 18001

BOVENGEMEENTELIJKE SAMENWERKING ICT ZUNDERT EN OOSTERHOUT

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel

Reglement voor de vaste adviescommissies van Wetterskip Fryslân

Datum : 14 september 2004 Nummer PS : PS2004WEM07 Dienst/sector : WEM/Water Commissie : WEM Registratienummer : 2004WEM003832i

Reglement van orde voor de vergaderingen van de vaste adviescommissies van Wetterskip Fryslân (op basis van artikel 5 lid 4 RvO AB)

Hamerstuk AGENDAPUNT 5. Onderwerp: Instemmen met wijziging gemeenschappelijke regeling BghU Nummer: Voorstel

AGENDAPUNT 10 ONTWERP. Onderwerp: Instemmen met wijziging gemeenschappelijke regeling BghU Nummer: Voorstel

PROVINCIAAL BLAD. Mandaatbesluit Gedeputeerde Staten van Limburg aan Directeur RUD Zuid-Limburg

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Gemeente Den Haag BSD/ RIS

De gemeenschappelijke regeling Natuur- en recreatieschap Zuidwestelijke Delta wordt als volgt gewijzigd:

Ondermandaatbesluit Directeur RUD Zuid-Limburg bevoegdheden. burgemeester en wethouders en burgemeester van de gemeente Roermond mei 2014.

Verordening Wmo-raad

CVDR. Nr. CVDR601483_1

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

Samenwerkingsovereenkomst cliëntenraad BovenIJ Ziekenhuis

Agendapunt het Algemeen Bestuur van de BWB 5. Vaststelling jaarverslag en jaarrekening 2015 BWB 15 april 2016

VERGADERDATUM STUKDATUM AFDELING NAAM STELLER. 19 november november 2014 Bedrijfsbureau/Heffen S.Stiphout/M.Vliegenthart

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

RAADSVOORSTEL Agendanummer 9.7. Onderwerp: Jaarverslag 2007 van de Regionale Milieudienst West-Brabant

Mandaatbesluit. B e s l u i t e n vast te stellen het navolgende mandaatbesluit:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Reglementen en verordeningen - Verordening rechtsbescherming

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. voor de activiteit milieuneutraal veranderen. Rockwool B.V.

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING NOORDELIJKE REKENKAMER 2013

op voordracht van dijkgraaf en hoogheemraden van Schieland en de Krimpenerwaard van 31 oktober 2006;

BESTUURSCONVENANT PROVINCIE OVERIJSSEL GEMEENTE STEENWIJKERLAND TER UITVOERING VAN HET PROVINCIAAL MEERJARENPROGRAMMA LANDELIJK GEBIED OVERIJSSEL

Skal-Reglement bezwaar

Besluitenlijst dagelijks bestuur 25 augustus 2015

agendapunt H.09 Aan Verenigde Vergadering ONTWERPBEGROTING 2016 EN JAARREKENING 2014 VAN GR SLIBVERWERKING 2009

Subsidieverordening Waterschap Vallei en Veluwe 2013

Hierbij delen wij u mede, dat de door u gevraagde vergunning ingevolge de Scheepvaartverkeerswet is verleend.

Raadsbesluit Reg. nr :

Met vriendelijke groet, namens burgemeester en wethouders,

AGENDAPUNT 3.6 ONTWERP. Onderwerp: Wijziging belastingverordeningen voor 2015 Nummer: Voorstel

Gemeente Heumen Procedureverordening tegemoetkoming in planschade, gemeente Heumen 2008

gelet op artikel 1 van de Wet gemeenschappelijke regelingen en artikel 49 van de Gemeenschappelijke Regeling Recreatieschap Nederrijn, Lek en Waal;

Kaderverordening subsidies provincie Groningen Hoofdstuk 1: Begripsbepalingen en algemene bepalingen

Gemeenschappelijke regeling toezicht openbaar onderwijs gemeenten Bergen, Boxmeer, Cuijk, Gennep, Grave, Mill en Sint Hubert 2015

De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Oldenzaal en Hengelo (hierna gezamenlijk te noemen: deelnemende gemeenten) ;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Gemeenschappelijke regeling samenwerking belastingen Amstelland- Meerlanden

agendapunt H.05 Aan Verenigde Vergadering

agendapunt 04.B.09 Aan Commissie Gezond, schoon en gezuiverd water ONTWERPBEGROTING 2016 EN JAARREKENING 2014 VAN GR SLIBVERWERKING 2009

Omgevingsvergunning activiteiten bouwen. EENDENKROOSVIJVER De Torenhoeve, Zeebiesweg 33 Biddinghuizen

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING REGIONAAL BUDGETBEHEER INGEVOLGE BESLUIT WONINGGEBONDEN SUBSIDIES VOOR DE REGIO ZEEUWSCH-VLAANDEREN 2006

Gelet op de artikel 25 van de Wet gemeenschappelijke regelingen en artikel 19 van de BESLUIT

Transcriptie:

Zaaknr. : 10.ZK21558 Kenmerk : 10IT008031 Barcode : 10IT008031 Agenda voor opiniërend en besluitvormend algemeen bestuur op respectievelijk 15 september en 13 oktober 2010 Aanvang : 19.30 uur Plaats : Complex Bouvigne, kapel Voorzitter : J. Vos Portefeuillehouder Onderwerp Opmerkingen 1. Opening Mondeling Spreekrecht Bepaling primus bij hoofdelijke stemming 2. Notulen* en besluitenlijst Notulen en besluitenlijst van de vergaderingen van het algemeen bestuur van 21 juli en 15 september 2010 Besluit: het algemeen bestuur stelt de notulen en de besluitenlijsten vast. 10IT008104 en 10IT008024 (notulen en besluitenlijst 15 september is nazending) 3. Nota s ter besluitvorming 3.a. Schots Subsidieverordening waterschap Brabantse Delta Het waterschap verstrekt subsidies. In de Algemene wet bestuursrecht is voorgeschreven dat subsidies, die niet van incidentele aard zijn, gebaseerd moeten zijn op een wettelijk voorschrift, de zogenaamde subsidieverordening. In deze nota is voorgesteld een subsidieverordening vast te stellen voor door het waterschap te verstrekken subsidies. Vooralsnog betreft het subsidies voor de aanpak van emissies uit diffuse bronnen. Uitbreiding van de subsidieverordening in de toekomst met andere subsidies is mogelijk. Besluit: Het algemeen bestuur stelt de Subsidieverordening waterschap Brabantse Delta (inclusief bijbehorende toelichting) vast. 10IT005686 3.b. Schots Aanvraag uitvoeringskrediet slibindikking rwzi Rijen Op rwzi Rijen wordt het eigen slib en dat van een aantal omliggende kleine zuiveringen verwerkt op een sterk verouderde en storingsgevoelige installatie. Voortkomend uit het besluit om op de rwzi Nieuwveer een nieuwe slibverwerking te bouwen en de vervolgstudie naar de toekomst voor de slibverwerking op de rwzi Rijen, is besloten om het ingedikte slib van de rwzi Rijen op rwzi Nieuwveer te behandelen. Daarom zal de slibverwerking op de rwzi Rijen worden gerenoveerd en omgebouwd. De uitvoering zal plaatsvinden middels een innovatieve aanbestedingvorm (de bouworganisatie is design & construct). Middels deze adviesnota wordt uitvoeringskrediet aangevraagd voor de realisatie van deze ombouw. Besluit: Het AB stemt in met de realisatie van project 10IT004639

Portefeuillehouder Onderwerp slibindikking rwzi Rijen en stelt hiervoor uitvoeringskrediet ter beschikking ten bedrage van 2.600.000,-. Het AB neemt ter kennisgeving aan dat dit project middels een geïntegreerde contractvorm (namelijk design & construct) wordt gerealiseerd. Opmerkingen 3.c. Schots Gemeenschappelijke Regeling waterschap De Dommel en waterschap Brabantse Delta In de huidige gemeenschappelijke regeling tussen De Dommel en Brabantse Delta uit 2005 is bepaald dat vijfjaarlijks, met ingang van 1 januari 2010, een evaluatie plaatsvindt van het tarief dat over en weer wordt betaald voor het zuiveren van het gebiedsoverschrijdend afvalwater. Daarnaast is door nieuwe en gewijzigde wetten aanpassing van de gemeenschappelijke regeling noodzakelijk. De regeling gaat over het zuiveren van gebiedsoverschrijdend afvalwater en de onderlinge rolverdeling hierbij. Dit laatste betreft met name het houden van toezicht, het geven van adviezen bij milieuvergunningen van de gemeente en provincie en het opleggen van heffing. Besluit: het algemeen bestuur stemt in met het wijzigen door het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling uit 2005 tot de Gemeenschappelijke regeling Waterschap De Dommel en waterschap Brabantse Delta 2010. 3.d. Schots Begroting Het Waterschapshuis Per 1 januari 2011 wijzigt Het Waterschapshuis (HWH) van een stichting in een gemeenschappelijke regeling (GR). Het bestuur van Het Waterschapshuis biedt u haar begroting 2011 aan. Deze begroting zal worden goedgekeurd door het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling. U wordt in de gelegenheid gesteld uw zienswijze aan HWH kenbaar te maken. De totale HWH begroting 2011 bedraagt 23.061.958,- (exploitatielasten en investeringsuitgaven). Daarvan dient Brabantse Delta een bedrag van 1.535.885,- bij te dragen. Daarvan heeft 907.885,= betrekking op de directe bijdrage in de exploitatiekosten en 628.000,- aan investeringsbijdrage voor het belastingsysteem Tax-i. Besluit: Het AB stemt in met de diverse zienswijzen op de programmabegroting 2011 van Het Waterschapshuis. 10IT008053 10IT009097 3.e. Kallen, van der Aanvraag uitvoeringskrediet aankoopplan Gat van den Ham 10IT005941 Het waterschap heeft in het verleden de coördinerende rol opgenomen voor het aankoopplan Gat van den Ham. Het waterschap kon via coördinatie en voorfinanciering van kavelruil de noodzakelijke grondverwerving voor haar doelen grotendeels realiseren. Voor deze voorfinanciering is gebruik gemaakt van het krediet voor strategische en anticiperende grondaankopen. De voorfinanciering drukt dusdanig zwaar op het beschikbare krediet voor strategische en anticiperende grondaankopen, dat er thans vrijwel geen ruimte meer is voor grondaankoop ten behoeve van waterschapsdoelen elders in het waterschapsgebied. Om deze reden is in de kadernota van 2011-2015 een investeringproject opgenomen ten behoeve van de aankoopplan Gat van den Ham. Door een administratieve verschuiving van de gronden en hieraan gekoppelde waarde naar het krediet aankoopplan Gat van den Ham, komt er weer ruimte voor strategische en anticiperende grondaankopen. Besluit: Het AB stelt een krediet van 2.000.000,- beschikbaar voor het aankoopplan Gat van den Ham. * Redactionele opmerkingen met betrekking tot de notulen kunt u tot 24 uur voor aanvang van de vergadering kenbaar maken bij de concernstaf -2-

Portefeuillehouder Onderwerp Opmerkingen 3.f. Kallen, van der Aanvraag aanvullend uitvoeringskrediet Natte Natuurparel Zonzeel Tijdens de uitvoering van het bestek Herstel natte natuurparel Zonzeel zijn meerkosten ontstaan. De redenen voor het meerwerk zijn besteks- en scopewijzigingen. Voor de wijzigingen is geen schriftelijke opdracht verleend door het waterschap, waardoor een onrechtmatigheid is ontstaan. Gevraagd wordt aanvullend krediet te verlenen om de geconstateerde gebreken te kunnen herstellen. Besluit: Het AB stemt in met het beschikbaar stellen van 215.000,-- aanvullend uitvoeringskrediet voor de afronding van het werk herstel natte natuurparel Zonzeel. 10IT008035 3.g. Hieltjes Aanvraag uitvoeringskrediet Ecologische Verbindingszones Woensdrecht DLG heeft in opdracht van gemeente Woensdrecht in januari 2009 een visie geschreven voor de EVZ's binnen de gemeentegrens. De gemeente is nu voornemens de eerste 3,3 kilometer van deze Ecologische Verbindingszones te realiseren (Ecologische Verbindingszone Overberg en Ecologische Verbindingszone Eiland) en vraagt het waterschap om een financiële bijdrage. Geadviseerd wordt hiervoor een bruto uitvoeringskrediet van 225.000,- beschikbaar te stellen conform de reguliere kostenverdeling (40/60%). Hiervan kan 50% als subsidie teruggevorderd worden via de tweede bestuursovereenkomst. Besluit: Het algemeen bestuur stemt in met de toekenning van een uitvoeringskrediet van 225.000,- als cofinanciering voor de realisatie van 3,3 kilometer Ecologische Verbindingszone binnen gemeente Woensdrecht. 3.h. Hieltjes Aanvraag uitvoeringskrediet hydraulische maatregelen Brabantse Wal Op 10 november 2009 heeft het waterschap samen met provincie, Evides, Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, gemeente Woensdrecht en ZLTO het convenant Brabantse Wal ondertekend. Het convenant heeft als doel de verdrogingbestrijding van het gehele Natura 2000 gebied de Brabantse Wal. Specifiek doel is het hydrologische en ecologisch herstel van de Groote en Kleine Meer. De bijlage van het convenant geeft het bijhorende maatregelenpakket. Belangrijkste maatregel is de reductie van de waterwinning door Evides maar ook het project Jagersrust dat getrokken wordt door het waterschap is hier een prominent onderdeel van. Daarnaast zijn er andere maatregelen waar het waterschap aan bijdraagt in de vorm van kennis en/of uitvoering van maatregelen. Het waterschap heeft toegezegd een inbreng te leveren aan de hiervoor benodigde planvoorbereiding. Dit betreft een inbreng van expertise en gebiedskennis over een periode van 2010 tot 2015 en het bijdragen aan de monitoring van het oppervlaktewater zoals het inrichten van 3 à 4 afvoer- en waterstandmeetpunten en het uitvoeren van aanvullende waterkwaliteitsmetingen. Daarnaast worden enkele (kleine) inrichtingsmaatregelen om water vast te houden uitgevoerd. Besluit: Het AB stemt in met het beschikbaar stellen van het uitvoeringskrediet van 170.000,- voor genoemde maatregelen om uitvoering te geven aan het ondertekende convenant. 10IT005486 10IT005697 * Redactionele opmerkingen met betrekking tot de notulen kunt u tot 24 uur voor aanvang van de vergadering kenbaar maken bij de concernstaf -3-

Portefeuille- Onderwerp houder 3.i. Coppens Aanvraag uitvoeringskrediet Spuisluis Vierlingh, revisie hydrauliek Spuisluis Vierlingh in de monding van de Mark en Dintel wordt hydraulisch bediend. De hydraulische onderdelen moeten gereviseerd worden om de bediening en bedrijfszekerheid in stand te houden. Omdat de omvang van de revisie groter is dan destijds voorzien, is AB besluitvorming noodzakelijk. Besluit: Het AB stemt in met: - uitvoering project 8467, revisiewerkzaamheden aan het hydraulische systeem van spuisluis Vierlingh - de scopewijziging van het project door revisie van het gehele hydraulische systeem in plaats van alleen de revisie van de hefcilinders; - beschikbaarstelling van een uitvoeringskrediet van 290.000,-. 3.j. Vos Verkoop Hoofdstraat 49 s-gavenmoer Naar aanleiding van de reorganisatie "Structuur volgt processen" heeft onder andere het regiokantoor aan de Hoofdstraat 49 te 's-gravenmoer geen functie meer binnen het waterschap en kan het kantoor worden afgestoten middels een openbare verkoop. De verkoop is middels een meervoudig onderhandse procedure aanbesteed aan Van de Water Bedrijfsmakelaars BV. Via hun bemiddeling is overeenstemming bereikt. Besluit: Het AB stemt in met de verkoop van het voormalig regiokantoor Oost, gelegen aan de Hoofdstraat 49 te s-gravenmoer (5109 AB) en kadastraal bekend gemeente s-gravenmoer, sectie B, nummers 2445 en 2908, groot 52 are en 35 centiare, voor de totale koopsom van 825.000,- k.k. en oplevering eind september 2010. 3.k. Vos Vaststellen verordening schadevergoeding Op 22 december 2009 is de Waterwet van kracht geworden. De Waterwet bevat de enige juridische grondslag voor verzoeken om schadevergoeding (voorheen werd gesproken van nadeelcompensatie), waardoor onze huidige nadeelcompensatieverordeningen niet meer juist zijn. Wel biedt de Waterwet de mogelijkheid om een procedureverordening vast te stellen, op basis waarvan verzoeken om schadevergoeding worden behandeld. Daarom heeft het dagelijks bestuur op 6 april jl. het ontwerp Verordening schadevergoeding vastgesteld en ter inzage gelegd. Er zijn geen zienswijzen ingebracht. Wel is de ontwerp Verordening vanwege een formeel-juridische reden op één onderdeel aangepast. Tevens zijn enkele redactiefouten hersteld. De ontwerp Verordening is daarmee gereed om door het AB te worden vastgesteld. Besluit: Het algemeen bestuur stemt in met het vaststellen van de Verordening schadevergoeding conform bijgevoegd AB-besluit. Opmerkingen 10IT004654 10IT008855 10IT005611 3.l. Vos Uitvoeringsprogramma Zuidwestelijke Delta 2010-2015+ 10IT006368 Het Uitvoeringsprogramma Zuidwestelijke Delta 2010-2015+ bevat deltabrede en deelgebiedspecifieke programma s gericht op waarborgen van een klimaatbestendig veilige, een economisch vitale en een ecologisch veerkrachtige delta. Het waterschap heeft actief bijgedragen aan de totstandkoming van het programma waardoor de eigen speerpunten er goed in zijn verwerkt. Advies is om als partner deel te nemen aan twee gebiedsprogramma s en het samenwerkingsprotocol voor * Redactionele opmerkingen met betrekking tot de notulen kunt u tot 24 uur voor aanvang van de vergadering kenbaar maken bij de concernstaf -4-

Portefeuillehouder Onderwerp uitvoering te ondertekenen. Besluit: Het AB stemt in met de randvoorwaarden voor het opstellen van het samenwerkingsprotocol voor uitvoering van het Uitvoeringsprogramma Zuidwestelijke Delta 2010-2015+, en geeft het DB toestemming om het protocol samen met de andere partners vorm te geven en te ondertekenen. Opmerkingen 3.m. Vos Communicatievisie 2010 De vernieuwing van het staande communicatiebeleid richt zich op een stevige regie op de communicatie van het waterschap met zijn klanten en de verbetering van de profilering van het waterschap. De voorstellen voor verbeteracties resulteren in een gestructureerde aanpak en invulling van vijf geprioriteerde uitvoeringsvoorstellen. Wel dient er aandacht te zijn voor de haalbaarheid van de inzet van personeel, middelen en activiteiten op communicatie waarbij gewenste resultaten en de realiseerbaarheid uitgangspunten zijn. Besluit: Het AB stemt in met het voorstel om het strategisch communicatiebeleid bij te stellen conform het voorstel in de nota Communicatievisie 2010 Solide en betrouwbaar voortbouwen. 3.n. Vos Parkeren op en om Bouvigne De notitie 'parkeren op en om Bouvigne' beoogt een beeld te geven van de situatie rondom het parkeren bij Bouvigne en de acties die het waterschap neemt om het autogebruik te verminderen en het parkeergedrag aan te passen. De notitie is gemaakt naar aanleiding van een verzoek van de fractie AWP en van vragen die zijn gesteld door verschillende fracties uit het algemeen bestuur. Besluit:Het AB neemt kennis van de notitie Parkeren op en om Bouvigne. 4. Mededelingen (te behandelen op 13 oktober 2010) 4.a. Coppens Afhandeling klacht maaien aardakker Molenplaat Bergen op Zoom 4.b. Schots Terugkoppeling projectgroep budgetbeheer Besluit: het AB neemt de mededelingen voor kennisgeving aan. 5. Ingekomen stukken (te behandelen op 13 oktober 2010) 5.a. Vos Correspondentie fractie Vrienden Markdal Buitenplaats Bouvigne en antwoord dagelijks bestuur inzake Knipselkrant en niet opgenomen artikel 5.b. Vos Correspondentie fractie Vrienden Markdal Buitenplaats Bouvigne en antwoord dagelijks bestuur inzake Parkeren Bouvigne 5.c. Vos Beantwoording vragen naar aanleiding van het ter kennisname gezonden reglement van orde en het onderzoeksprotocol van de rekenkamercommissie. 10IT006407 10IT010000 10IT008280 10IT009079 10IN021118, 10IN022093 en 10UT008773 10IN021891, 10IN021984 en 10UT008728 10IN021586 * Redactionele opmerkingen met betrekking tot de notulen kunt u tot 24 uur voor aanvang van de vergadering kenbaar maken bij de concernstaf -5-

5.d. Schots Jaarrekening en jaarverslag 2009 Delta Waterlab (het complete verslag ligt ter inzage bij de concernstaf en wordt geplaatst op extranet) 5.e. Vos Kamervragen + antwoorden kantoorkosten nieuwbouw waterschappen 5.f. Vos Email fractie Algemene Waterschapspartij Parkeren kantoor waterschap Brabantse Delta en antwoord dagelijks bestuur 5.g. Vos Brief IVN Mark & Donge Natuurjubileumwandelprijsvraag en antwoord dagelijks bestuur 5.h. Vos Email fractie Vrienden Markdal Buitenplaats Bouvigne Verlichting tuinen en fietsenstalling en antwoord dagelijks bestuur 5.i. Schots Brief rekenkamercommissie waterschap Brabantse Delta Het gekozen onderzoeksbureau en onderzoeksopdracht van de rekenkamercommissie 5.j. Coppens Vragen IVN over voortoets in relatie tot peilbesluit Steenbergen Brabantse Wal en antwoord dagelijks bestuur Besluit: het AB neemt de ingekomen stukken voor kennisgeving aan. 10IN019828 10IN021952 10IN022273 en 10UT009002 10IN022460 en 10UT009009 10IN022902 en 10UT009256 10IN022297 10IN022042, 10IT009895, 10UT008874 en 10UT009380 6. Stand van zaken Actie Storm 6.a. Vos Consequenties spoedwet Doelmatig waterbeheer voor de begroting 2011 Besluit: het AB neemt de mededeling voor kennisgeving aan. 10IT010262 7. Rondvraag 8. Sluiting Breda, 9 september 2010 * Redactionele opmerkingen met betrekking tot de notulen kunt u tot 24 uur voor aanvang van de vergadering kenbaar maken bij de concernstaf -6-

Adviesnota aan het algemeen bestuur Zaaknummer : 10.ZK21582 Kenmerk : 10IT008053 Barcode : 10IT008053 Onderwerp : wijziging gemeenschappelijke regeling De Dommel, Brabantse Delta Sector en afdeling : Middelen, afdeling juridische zaken & vastgoed Datum behandeling : 13 oktober 2010 Agendapunt : 3c Ter inzage bij de concernstaf : -- Bijlage(n) : - Gemeenschappelijke regeling Waterschap De Dommel en waterschap Brabantse Delta 2010 (10IT008121) - Besluit tot wijziging van de gemeenschappelijke regeling uit 2005 tot de Gemeenschappelijke regeling Waterschap De Dommel en waterschap Brabantse Delta 2010 (10IT008284) Aan het algemeen bestuur Aanleiding In 2005 hebben de waterschappen De Dommel en Brabantse Delta een gemeenschappelijke regeling getroffen voor het zuiveren van gebiedsoverschrijdend afvalwater. Kern van de regeling is dat: - De Dommel het in de gemeente Tilburg vrijkomende afvalwater, binnen het beheersgebied van Brabantse Delta, zuivert; - Brabantse Delta het in de gemeenten Baarle-Nassau en Loon op Zand vrijkomende afvalwater, binnen het beheersgebied van De Dommel, zuivert; - hier een financiële vergoeding tegenover staat. In de huidige gemeenschappelijke regeling tussen De Dommel en Brabantse Delta uit 2005 is bepaald dat vijfjaarlijks, met ingang van 1 januari 2010, een evaluatie plaatsvindt van het tarief dat over en weer wordt betaald voor het zuiveren van het gebiedsoverschrijdend afvalwater. Daarnaast is door nieuwe en gewijzigde wetten aanpassing van de gemeenschappelijke regeling noodzakelijk. Zo heeft de inwerkingtreding van de Waterwet ervoor gezorgd dat het verlenen van vergunningen voor het lozen op riolering (de zogeheten indirecte lozingen) niet langer een taak is van waterschappen maar van gemeenten of de provincie. Aanpassing van de regeling is hierdoor ook noodzakelijk. Tezamen met deze noodzakelijke aanpassingen is de regeling gecompleteerd met afspraken tussen de waterschappen over hun rolverdeling op het gebied van toezicht, advies en handhaving. Vanwege het feit dat bedrijven in het ene waterschap zijn gelegen maar hun afvalwater wordt gezuiverd in het andere waterschap brengt namelijk met zich mee dat beide waterschappen hier een rol hebben. Bestuurlijke besluitvorming Zoals de Wet gemeenschappelijke regelingen voorschrijft wordt deze nota voorgelegd aan beide algemene besturen (beide op 13 oktober). Indien deze instemmen met de gewijzigde regeling, kunnen de dagelijkse besturen besluiten de gemeenschappelijke regeling te wijzigen. Vraagstelling Kan het algemeen bestuur instemmen met het wijzigen door het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling uit 2005 tot de Gemeenschappelijke regeling Waterschap De Dommel en waterschap Brabantse Delta 2010? Strategie Gemeenschappelijke regeling Artikel 50 Wet gemeenschappelijke regelingen opent impliciet de mogelijkheid voor waterschappen tot het aangaan van een lichte gemeenschappelijke regeling. De bepaling luidt: - algemene besturen, de dagelijkse besturen en de voorzitters van twee of meer waterschappen kunnen afzonderlijk of tezamen, ieder voor zover zij voor het eigen waterschap bevoegd zijn, een gemeenschappelijke regeling treffen ter behartiging van een of meer bepaalde belangen van die waterschappen; - de dagelijkse besturen en de voorzitters van waterschappen gaan niet over tot het treffen van een AB-leden kunnen feitelijke en technische vragen tot maandagochtend 09.00 uur voorafgaand aan de opiniërende vergadering stellen aan de secretaris: h.van.stokkom@brabantsedelta.nl of via EXTRANET: Vraag het de secretaris.

regeling dan na verkregen toestemming van de algemene besturen van de waterschappen. De toestemming kan slechts worden onthouden wegens strijd met het recht of het algemeen belang. - onder het treffen van een regeling wordt in dit artikel mede verstaan het wijzigen van, het toetreden tot, en het uittreden uit een regeling. Bij een lichte gemeenschappelijke regeling wordt geen openbaar lichaam in het leven geroepen, noch een bestuursorgaan. Voor een lichte gemeenschappelijke regeling wordt veelal gekozen indien het gaat om de behartiging van een gezamenlijk belang door middel van feitelijk handelen. Indien er bestuursbevoegdheden moeten worden overgedragen naar een gemeenschappelijke regeling, is een lichte gemeenschappelijke regeling niet geschikt. Omdat er ter zake van het zuiveren van beheersgebiedoverschrijdend afvalwater geen bestuursbevoegdheden worden overgedragen maar het gaat om het behartigen van een gezamenlijk belang (doelmatige behandeling van afvalwater en de optimale benutting van de rioolwaterzuiveringen) door feitelijk handelen, is in dit kader een lichte gemeenschappelijke regeling op zijn plaats. Mede-exploitatie van de zuivering In de verordening zuiveringsheffing is bepaald dat een zuiveringstechnisch werk in beheer moet zijn van het waterschap dat de heffing oplegt. In de gemeenschappelijke regeling is daarom opgenomen dat, voor zover er onvoldoende juridische basis is voor de heffings- en invorderingsbevoegdheid, het ene waterschap het andere waterschap mede-exploitatie van de zuivering verleend. Met deze constructie kan binnen het eigen beheersgebied heffing worden opgelegd voor lozingen die buiten het beheersgebied worden gezuiverd. De mede-exploitatie schept overigens geen andere verplichtingen. Financiële vergoeding: van 85% naar 100% In de te wijzigen regeling staat dat beide waterschappen 85% van het tarief van waterschap De Dommel betalen. Deze afspraak was ingegeven door het feit dat daarmee de kosten voor het actieve zuiveringsbeheer werden gedekt die 85% van het totale tarief uitmaakte. Dit tarief bestond uit zowel de kosten voor actief als passief zuiveren. Tot het actieve zuiveringsbeheer behoren de kosten van transport, zuiveren en indikken. Het passieve zuiveringsbeheer houdt verband met het opleggen van een heffing, het houden van toezicht, enz. Per 1 januari 2009 is een gewijzigde belastingsystematiek in werking getreden waarmee het passieve zuiveringsdeel van de zuiveringsheffing is overgeheveld naar de watersysteemheffing. Vanaf 1 januari 2009 was het dan ook logischer geweest als beide waterschapen 100% zouden betalen van het geldende zuiveringstarief. Voor 2009 is echter nog afgesproken om te rekenen met 85% van het tarief van De Dommel. Omdat door waterschap De Dommel meer ve s worden gezuiverd voor Brabantse Delta dan andersom (gemiddeld 76.700 versus 1.300) is dit voordelig geweest voor Brabantse Delta. Vanaf de ingangsdatum van de te wijzigen gemeenschappelijke regeling, zijnde 1 januari 2010, gaan beide waterschappen 100% betalen van het dan geldende zuiveringstarief. Op deze manier betaalt Brabantse Delta het tarief van De Dommel voor het zuiveren van het afvalwater uit Tilburg-West. Andersom betaalt De Dommel het tarief van Brabantse Delta voor het zuiveren van afvalwater uit Baarle-Nassau en Loon op Zand. Wanneer voor Brabantse Delta wordt gekeken naar de inkomsten uit de heffing en de afdracht aan De Dommel dan blijkt dat het saldo positief blijft. De overgang van 85% naar 100% is ambtelijk voorbereid en met een overleg tussen beide secretarisdirecteuren afgerond. Omdat tussen waterschap De Dommel en Aa en Maas ook een dergelijke regeling is getroffen is er zodoende Brabantbrede uniformiteit. Voor een schematische weergave van de financiële consequenties voor Brabantse Delta wordt verwezen naar het kopje Financiële gevolgen. Met de financiële gevolgen is rekening gehouden in de MARAP 2010 (2) en de begroting 2011. Overige afspraken In de regeling zijn ook afspraken gemaakt over, onder andere, het adviesrecht bij vergunningverlening, het houden van toezicht op lozingen op het riool, het houden van heffingstoezicht en het sluiten van dienstverleningsovereenkomsten. Toezichtscontroles (op lozingen en voor de heffing) worden afgestemd en gezamenlijk uitgevoerd. Ook dit hebben beide secretaris-directeuren met elkaar afgestemd. Integraal waterbeheer (watersysteembeheer en zuiveringsbeheer in één hand) en eenduidigheid qua belastingheffing voor burger en bedrijf en één gezicht qua advisering (Waterwet) richting andere overheden zijn daarbij leidraad geweest. Op deze wijze wordt in de gemeenschappelijke regeling een zo duidelijk mogelijke en eenduidige rollenscheiding bewerkstelligd. Externe toetsing Voor de goede orde is de gemeenschappelijke regeling ter toetsing voorgelegd aan een belastingadvieskantoor. Hun opmerkingen zijn verwerkt. Mocht daarnaast, lopende de bestuurlijke besluitvorming, nog blijken dat ten behoeve van de leesbaarheid tekstuele wijzigingen gewenst zijn dan zullen deze nog worden verwerkt. -2-

Beoordeling Financiële gevolgen Ja, namelijk de betaling van Brabantse Delta aan De Dommel kent het volgende verloop (uitgaande van een gemiddeld aantal ve s over de jaren 2008 t/m 2010 van 88.000): 2008 2009 2010 Aantal ve s 88.000 88.000 88.000 Tarief De Dommel 47,16 42,24 43,20 percentage 85% Eigenlijk 100% maar afgesproken 85% Te betalen aan De Dommel 3.527.568,-- 3.159.552,-- (= 85% conform overleg) 100% 3.801.600,-- 3.717.120,-- (= 100%) voordelig verschil: 557.568,-- Saldo inkomsten uit heffing Brabantse Delta minus afdracht aan De Dommel: 2008 2009 2010 Inkomsten uit heffing: 4.356.000 (88.000 ve x 49,50) 4.092.000 (88.000 ve x 46,50) 4.136.000 (88.000 ve x 47,--) Te betalen aan De Dommel 3.527.568,-- 3.159.552,-- 3.801.600,-- Positief Saldo 828.432,-- 932.448,-- 334.400,-- Uitgaande van een gemiddeld aantal ve s van 1.300 over de jaren 2008 t/m 2010, van toepassing zijnde tarieven en de afgesproken percentages, kent de betaling van De Dommel aan Brabantse Delta het volgende verloop: 2008 2009 2010 Te betalen aan Brabantse Delta 52.117,-- 46.670,-- 61.100,-- Juridische gevolgen De gewijzigde gemeenschappelijke regeling dient op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen opgenomen te worden in een provinciaal register zodat de regeling voor een ieder kenbaar is. De regeling zal daarom aan de provincie Noord-Brabant worden toegezonden met het verzoek deze in het register op te nemen. Tegen het besluit tot wijziging van de regeling kan bezwaar worden gemaakt door belanghebbenden. Belanghebbenden zijn in dit geval de deelnemende waterschappen. Personele gevolgen In de gewijzigde regeling worden de afspraken die nu al golden of in gang waren gezet m.b.t. ondermeer het adviesrecht bij vergunningverlening, het houden van toezicht en het sluiten van dienstverleningsovereenkomsten geformaliseerd. Het betreft een lichte verschuiving van personele inzet van waterschap Brabantse Delta naar De Dommel. Overig niet van toepassing -3-

Communicatieparagraaf Met de betrokken bedrijven zal actief gecommuniceerd worden om ervoor te zorgen dat de rollenscheiding tussen de waterschappen duidelijk is. Advies: het algemeen bestuur stemt in met het wijzigen door het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling uit 2005 tot de Gemeenschappelijke regeling Waterschap De Dommel en waterschap Brabantse Delta 2010. Het dagelijks bestuur, De dijkgraaf De secretaris-directeur J.A.M. Vos ir. H.T.C. van Stokkom -4-

Gemeenschappelijke regeling Waterschap De Dommel en waterschap Brabantse Delta Het dagelijks bestuur van Waterschap De Dommel en waterschap Brabantse Delta Overwegende dat: - Waterschap De Dommel afvalwater zuivert dat door de gemeente Tilburg wordt ingezameld en vrijkomt in het gebied van waterschap Brabantse Delta en waterschap Brabantse Delta afvalwater zuivert dat door de gemeenten Baarle Nassau en Loon op Zand wordt ingezameld en vrijkomt in het gebied van waterschap De Dommel; - Zij daartoe per 1 januari 2005 een gemeenschappelijke regeling zijn aangegaan ter behartiging van hun belangen; - Ten gevolge van de Wet modernisering waterschapsbestel met ingang van 1 januari 2009 het heffingsstelsel in de waterschapsbelastingen ingrijpend is gewijzigd, waardoor in de huidige Gemeenschappelijke regeling onjuiste verwijzingen naar wet en regelgeving zijn opgenomen; - Het huidige vergoedingspercentage opgenomen in artikel 6 tweede lid van de Gemeenschappelijke regeling na vijf jaar wordt geëvalueerd zoals overeengekomen in de Gemeenschappelijke Regeling - Met het van kracht worden van de Waterwet, in plaats van het waterschap de gemeente of provincie bevoegd gezag voor indirecte lozingen van afwater is geworden en de waterschappen het wenselijk vinden een onderlinge taakverdeling vast te leggen betreffende de wettelijke adviesrol bij milieuvergunningen en het toezicht op de heffing; - Door deze wetswijzigingen de Gemeenschappelijke regeling Waterschap De Dommel en waterschap Brabantse Delta aanpassing behoeft; BESLUITEN: de Gemeenschappelijke regeling Waterschap De Dommel en waterschap Brabantse Delta te wijzigen, waarna deze luidt als volgt: Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: a. De Dommel: Waterschap De Dommel; b. Brabantse Delta: waterschap Brabantse Delta; c. Reglement De Dommel: Reglement voor het Waterschap de Dommel 2008, bekendgemaakt op 26 maart 2008 in het provinciaal blad voor Noord-Brabant met nr. 50/08; d. Reglement Brabantse Delta: Reglement voor het waterschap Brabantse Delta 2008, bekendgemaakt op 26 maart 2008 in het provinciaal blad voor Noord-Brabant met nr. 49/08; e. Beheersgebied van Waterschap de Dommel: het gebied van Waterschap de Dommel zoals is opgenomen in het provinciale Reglement voor het Waterschap de Dommel 2008; f. Beheersgebied van waterschap Brabantse Delta: het gebied van waterschap Brabantse Delta zoals opgenomen in het provinciale Reglement voor het waterschap Brabantse Delta; g. Afvalwater 1: het afvalwater dat door de gemeente Tilburg wordt ingezameld en dat vrijkomt in het gebied van waterschap Brabantse Delta; h. Afvalwater 2: het afvalwater dat door de gemeenten Baarle Nassau en Loon op Zand wordt ingezameld en dat vrijkomt in het gebied in beheer bij De Dommel; i. Rwzi 1: de rioolwaterzuiveringsinstallatie Tilburg-Noord; j. Rwzi 2: de rioolwaterzuiveringsinstallatie Baarle Nassau en Kaatsheuvel; k. Partijen bij de overeenkomst: Waterschap De Dommel en waterschap Brabantse Delta gezamenlijk; l. Heffingstarief: het door Waterschap De Dommel, onderscheidenlijk waterschap Brabantse Delta op grond van artikel 122d van de Waterschapswet in enig jaar bij verordening vastgestelde tarief per vervuilingseenheid. m. Indirecte lozing: lozing op rioolstelsels, vuilwaterriolen, hemelwaterriolen en ontwateringstelsels n. Rechtstreekse lozing: lozing op een rwzi

Artikel 2 Doelbepaling Met deze regeling wordt beoogd te voorzien in: a. de doelmatige behandeling van het afvalwater 1 en 2 en; b. de optimale benutting van de beschikbare verwerkingscapaciteit op rwzi 1 en 2; c. een onderlinge verdeling van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden in de Beheersgebieden. Hoofdstuk 2 Verdeling taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden en vergoeding Artikel 3 Zuiveren van beheersgebiedoverschrijdend afvalwater door De Dommel 1. De Dommel behandelt ten behoeve van Brabantse Delta het afvalwater 1 en transporteert dit daartoe vanaf het tussen de gemeente Tilburg en De Dommel overeengekomen overnamepunt naar de rwzi 1. 2. De Dommel is gerechtigd om voor het transport van het afvalwater 1 vanaf het overnamepunt met de gemeente Tilburg de nodige overeenkomsten te sluiten. 3. De wijze van regeling van transport en behandeling van afvalwater 1 ontslaat Brabantse Delta van enigerlei aansprakelijkheid voor schade welke als gevolg van dat transport of die behandeling mocht ontstaan. 4. De behandeling van het afvalwater 1 op de rwzi 1 geschiedt onder exploitatie van Waterschap De Dommel als bedoeld in artikel 3.4, eerste lid van de Waterwet. 5. De behandeling van het afvalwater 1 op rwzi 1 geschiedt onder mede-exploitatie van Brabantse Delta. 6. Brabantse Delta is bevoegd tot heffing en invordering van zuiveringsheffing met betrekking tot afvalwater 1. Artikel 4, Zuiveren van beheersgebiedoverschrijdend afvalwater door Brabantse Delta 1. Brabantse Delta behandelt ten behoeve van De Dommel het afvalwater 2 en transporteert dit daartoe vanaf het tussen de gemeente Baarle Nassau onderscheidenlijk de gemeente Loon op Zand met Brabantse Delta overeengekomen overnamepunt naar de rwzi 2. 2. Brabantse Delta is gerechtigd om voor het transport van het afvalwater 2 vanaf het overnamepunt met de gemeente Loon op Zand de nodige overeenkomsten te sluiten. 3. De wijze van regeling van transport en behandeling van afvalwater 2 ontslaat De Dommel van enigerlei aansprakelijkheid voor schade welke als gevolg van dat transport of die behandeling mocht ontstaan. 4. De behandeling van het afvalwater 2 op de rwzi 2 geschiedt onder exploitatie van Brabantse Delta als bedoeld in artikel 3.4, eerste lid van de Waterwet. 5. De behandeling van het afvalwater 2 of rwzi 2 geschiedt onder mede-exploitatie van De Dommel. 6. De Dommel is bevoegd tot heffing en invordering van zuiveringsheffing met betrekking tot het afvalwater 2. Artikel 5 Tarieven en vergoeding 1. Voor het verrichten van de in artikel 3 omschreven werkzaamheden is door Brabantse Delta aan de Dommel een vergoeding verschuldigd zijnde het aantal vervuilingseenheden vermenigvuldigd met het geldende zuiveringstarief van De Dommel 2. Voor het verrichten van de in artikel 4 omschreven werkzaamheden is door De Dommel aan Brabantse Delta een vergoeding verschuldigd zijnde het aantal vervuilingseenheden vermenigvuldigd met het geldende zuiveringstarief van Brabantse Delta. 3. Het aantal vervuilingseenheden is gelijk aan het aantal door partijen in het specifieke gebied te heffen vervuilingseenheden voor lozingen van afvalwater op de riolering van de gemeente Tilburg c.q. gemeente Baarle Nassau onderscheidenlijk de gemeente Loon op Zand. 4. Vijfjaarlijks, met ingang van 1 januari 2015, zal een evaluatie van de vergoeding, aan de hand van objectief vaststaande gegevens plaatsvinden. Artikel 6 Termijn van betaling 1. De in artikel 5 onder 1 bedoelde vergoeding wordt door Brabantse Delta aan De Dommel per 1 juli van het lopende kalenderjaar voldaan, gelijk De Dommel aan Brabantse Delta de in artikel 5 onder 2 bedoelde vergoeding per 1 juli van het lopende kalenderjaar voldoet, in de vorm van

een voorschot ter grootte van het definitieve bedrag van het voorgaande jaar, met onderlinge eindafrekening in de eerste maand van het nieuwe kalenderjaar. 2. Het werkelijke aantal aangevoerde vervuilingseenheden wordt bepaald aan de hand van alle in het voorafgaande jaar in het bedoelde gebied opgelegde aanslagen, zo nodig rekening houdend met de naar tijdsevenredigheid opgelegde aanslagen. Artikel 7 Gezamenlijke verantwoordelijkheid ten aanzien van het zuiveringsbeheer Partijen bij deze overeenkomst verplichten zich jegens elkaar tot een zodanige taakuitoefening van het waterkwaliteitsbeheer, dat de in deze gemeenschappelijke regeling omschreven samenwerkingsdoelstelling zo goed mogelijk wordt gerealiseerd. Indien blijkt dat, ondanks deze wederzijdse inspanning, de samenwerkingsdoelstelling niet of onvoldoende wordt gerealiseerd, zal onverwijld onderling overleg plaatsvinden om in de situatie te voorzien. Partijen verplichten zich alsdan de noodzakelijk blijkende (beheers)maatregelen te nemen. Artikel 8 Verdeling taken en werkafspraken De in het vorige artikel genoemde verantwoordelijkheid komt met betrekking tot inrichtingen die belastingplichtig zijn voor de zuiveringsheffing en die indirect of rechtstreeks lozen op een rwzi in beheer bij het andere waterschap, als volgt de desbetreffende waterschappen toe: 1. Heffingstoezicht indirecte en rechtstreekse lozingen a. Het heffingstoezicht op bedrijven die indirect of rechtstreeks lozen op rwzi 1 komt, op grond van artikel 122d Waterschapswet en de in enig jaar door Brabantse Delta vastgestelde verordening zuiveringsheffing dan wel artikel 3 lid 6 van deze overeenkomst, toe aan Brabantse Delta. b. Het heffingstoezicht op bedrijven die indirect of rechtstreeks lozen op rwzi 2 komt, op grond van artikel 122d Waterschapswet en de in enig jaar door De Dommel vastgestelde verordening zuiveringsheffing dan wel artikel 4 lid 6 van deze overeenkomst, toe aan De Dommel. 2. Adviesrecht indirecte lozingen Het adviesrecht indirecte lozingen komt op basis van artikel 2.26 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (of nog voor 1-10-2010 artikel 2.25a van de Invoeringswet Waterwet) met betrekking tot de desbetreffende bedrijven die lozen op rwzi 1 toe aan De Dommel en voor de desbetreffende bedrijven die lozen op rwzi 2 toe aan Brabantse Delta. 3. Toezichthoudende bevoegdheden bij indirecte en rechtstreekse lozingen a. Het toezicht op basis van artikel 5.10, derde lid Wabo, (of nog voor 1-10-2010 artikel 18,4, derde lid Wet Milieubeheer) komt met betrekking tot de desbetreffende bedrijven die indirect of rechtstreeks lozen op rwzi 1 toe aan De Dommel. b. Het toezicht op basis van artikel 5.10, derde lid Wabo, (of nog voor 1-10-2010 artikel 18,4, derde lid Wet Milieubeheer) komt met betrekking tot de desbetreffende bedrijven die indirect of rechtstreeks lozen op rwzi 2 toe aan Brabantse Delta. 4. Dienstverleningsovereenkomst met gemeente of provincie a. De Dommel is bevoegd met betrekking tot de hiervoor genoemde bevoegdheden ten aanzien van indirecte lozingen een dienstverleningsovereenkomst met de gemeente Tilburg dan wel de provincie Noord Brabant aan te gaan. b. Brabantse Delta is bevoegd met betrekking tot de hiervoor genoemde bevoegdheden ten aanzien van indirecte lozingen een dienstverleningsovereenkomst met de gemeente Loon op Zand en Baarle Nassau dan wel de provincie Noord Brabant aan te gaan. 5. Verzoek repressieve handhaving indirecte en rechtstreekse lozingen Het verzoek aan gemeente of provincie om handhavend op te treden, waaronder mede valt het verzoek om een beschikking te geven tot oplegging van een last onder bestuursdwang, oplegging van een last onder dwangsom of intrekking van een vergunning of ontheffing op basis van artikel 5.20 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (of nog voor 1-10-2010 artikel 2.25b van de Invoeringswet Waterwet) komt met betrekking tot de desbetreffende bedrijven die indirect of rechtstreeks lozen op rwzi 1 toe aan De Dommel en de desbetreffende bedrijven die indirect of rechtstreeks lozen op rwzi 2 toe aan Brabantse Delta. 6. Onderlinge afstemming a. Het maken van onderlinge werkafspraken waaronder de afstemming van bedrijfsbezoeken vindt minimaal eenmaal per jaar plaats b. Wanneer ongewone voorvallen, waaronder calamiteiten, zich voordoen die de doelmatige behandeling van het afvalwater 1 en 2 nadelig kunnen beïnvloeden dan

treden De Dommel en Brabantse Delta zo spoedig mogelijk met elkaar in overleg om afstemming plaats te laten vinden over te nemen maatregelen. c. De afstemming genoemd omdat a. en b. wordt gecoördineerd door de procesmanager van het proces Vergunningverlening en de procesmanager Toezicht en Handhaving van de Dommel en het afdelingshoofd Handhaving en de Teamleider team industrie en gemeenten van waterschap Brabantse Delta Hoofdstuk 3 Organisatie en beheer Artikel 9 Commissie van Overleg 1. Er zal een Commissie van Overleg zijn waarvoor de dagelijkse besturen een lid en een vervangend lid aanwijzen. 2. De leden van de commissie kiezen in onderling overleg een voorzitter. 3. De leden van de commissie kunnen zich ter vergadering laten bijstaan door een of meer ambtelijke adviseurs. 4. Als secretaris fungeert een door het dagelijks bestuur van partijen aan de wijzen ambtenaar. 5. De commissie vergadert zo vaak als een lid dat nodig oordeelt. 6. De commissie dient het dagelijks bestuur van partijen van advies en kan voorstellen doen omtrent aangelegenheden betreffende de uitvoering van deze regeling. Hoofdstuk 4 Wijziging, opheffing, toetreding en uittreding Artikel 10 1. De regeling wordt aangegaan voor onbepaalde tijd en kan slechts worden gewijzigd of opgeheven, gehoord de Commissie van Overleg, bij eensluidend besluit van de dagelijks besturen van beide betrokken waterschappen. 2. Indien een van de partijen deze regeling wenst te wijzigen of op te heffen, wordt hieromtrent overleg gevoerd in de Commissie van Overleg. Indien partijen, na ter zake door de Commissie van Overleg uitgebracht advies, niet tot overeenstemming geraken, wordt de ontstane situatie aangemerkt als een geschil in de zin van artikel 28 van de Wet gemeenschappelijke regelingen en als zodanig ter beslissing aan Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant voorgelegd. Artikel 11 Uittreding c.q. toetreding 1. Indien een van de partijen besluit uit te treden uit deze regeling dient zij dit gemotiveerd aan de Commissie van Overleg voor te leggen. Met het uittreden van een der partijen eindigt deze regeling. 2. De toetreding van een deelnemer dient door de Commissie van Overleg te worden voorgelegd aan de dagelijkse besturen van de Waterschappen. Artikel 12 Onvoorziene omstandigheden 1. Onvoorziene omstandigheden die met zich brengen dat ongewijzigde uitvoering van overeenkomst naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet meer verlangd kan worden, kunnen leiden tot (gedeeltelijke) wijziging of (gedeeltelijke) ontbinding van de overeenkomst. 2. De partij bij de overeenkomst aan wiens zijde een omstandigheid als bedoeld in het eerste lid opkomt, is gehouden de andere partij bij de overeenkomst daarvan onmiddellijk schriftelijk in kennis te stellen en voorafgaand aan een eventuele (gedeeltelijke) wijziging of (gedeeltelijke) ontbinding met die andere partij in overleg te treden teneinde de ontstane situatie en de consequenties te bespreken en zo mogelijk in onderling overleg op te lossen. Hoofdstuk 5 Slotbepalingen Artikel 13 Aansprakelijkheid Indien als gevolg van handelen of nalaten van een van de partijen bij deze overeenkomst schade aan eigendommen van derden mocht ontstaan is de partij aan wiens handelen of nalaten deze schade te wijten is voor deze schade aansprakelijk.

Artikel 14 Verstrekken van informatie a. Partijen verplichten zich tijdig alle informatie te verstrekken die nodig is om de afspraken in deze regeling juist en volledig te kunnen nakomen. b. Tot de onderwerpen waarover informatie wordt verstrekt worden in ieder geval gerekend te sluiten afhaakcontracten, studies ten behoeve van de optimalisatie van afvalwatersystemen (OAS) en ontwikkelingen op het gebied van belastingsamenwerking. Artikel 15 Betrachten van geheimhouding Partijen staan er voor in dat alle van de andere partij ontvangen informatie van vertrouwelijke aard, vertrouwelijk behandeld zal worden. Informatie zal in ieder geval als vertrouwelijk worden beschouwd indien deze door een der partijen als zodanig is aangeduid of indien de wederpartij redelijkerwijze de vertrouwelijkheid van de informatie moest begrijpen. Artikel 16 Toepasselijk recht 1. Op de overeenkomst en op nadere overeenkomsten die het gevolg zijn van deze overeenkomst is het Nederlands recht van toepassing. 2. Partijen zijn van oordeel dat de bepalingen van deze overeenkomst in overeenstemming zijn met de huidige internationale en EG-wet en regelgeving. Mocht in het kader van dwingende internationale en EG-wet en regelgeving aanpassen dan wel beëindiging van de overeenkomst noodzakelijk worden, dan zijn partijen verplicht hierover ten spoedigste in overleg te treden, teneinde een dergelijke aanpassing door te voeren dan wel tot beëindiging van de overeenkomst over te gaan, conform de eisen die vanuit internationale en EG-wet- en regelgeving hieraan worden gesteld. Artikel 17 Inwerkingtreding en aanhaling 1. Deze wijzigingen treden met terugwerkende kracht in werking met ingang van 1 januari 2010. 2. Na wijziging kan deze regeling worden aangehaald onder de titel: Gemeenschappelijke regeling Waterschap De Dommel en Waterschap Brabantse Delta 2010. De AB s hebben bij besluiten van XXXX (Waterschap de Dommel) en 13 oktober 2010 (waterschap Brabantse Delta) toestemming verleend als bedoeld in art. 50, derde lid, Wet gemeenschappelijke regelingen. Breda, Boxtel, De Dijkgraaf De Watergraaf J.A.M. Vos mr. drs. P.C.G. Glas De Secretaris-Directeur, De Secretaris-Directeur Ir. H.T.C. van Stokkom drs. R.E. Viergever

Zaaknr. : Kenmerk : 10IT008284 Barcode : *10IT008284* Het dagelijks bestuur van waterschap Brabantse Delta; gelezen het advies over de wijziging van de gemeenschappelijke regeling Waterschap De Dommel en Waterschap Brabantse Delta van 7 september 2010, nummer 10IT008053; gelet op hoofdstuk III van de Wet gemeenschappelijke regelingen; gelet op de op grond van artikel 50, tweede lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen op 13 oktober 2010 verkregen toestemming van het algemeen bestuur; B E S L U I T : de Gemeenschappelijke regeling Waterschap De Dommel en Waterschap Brabantse Delta 2005 te wijzigen in de Gemeenschappelijke regeling Waterschap De Dommel en waterschap Brabantse Delta 2010 zoals uitgewerkt in bijgaande gemeenschappelijke regeling Aldus vastgesteld in de vergadering van het dagelijks bestuur van 2 november 2010, De dijkgraaf De secretaris-directeur J.A.M. Vos ir. H.T.C. van Stokkom Tegen dit besluit kan door belanghebbenden bezwaar worden gemaakt. Hiervoor wordt verwezen naar het bijgevoegde informatieblad.

Informatieblad Als u het niet eens bent met dit besluit kunt u, als u belanghebbende bent, daartegen bezwaar maken. Zonder een verzoek om voorlopige voorziening treedt het besluit echter gewoon in werking. Een voorlopige voorziening is vragen om uitstel van een bepaalde maatregel (Het begrip voorlopige voorziening staat in artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht). In dit informatieblad vindt u informatie over hoe u bezwaar kunt maken en/of voorlopige voorziening aan kunt vragen. De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift bedraagt zes weken (Zie ook artikel 6:8 van de Algemene wet bestuursrecht). Inhoud Voor een bezwaarschrift en een verzoek om voorlopige voorziening geldt dat het door u ondertekend moet zijn, en tenminste moet bevatten: - uw naam en adres, - de datum, - een omschrijving van het besluit waartegen het is gericht, - waarom u het niet eens bent met het besluit. (De volledige tekst is te vinden in artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht) Voor een verzoek om voorlopige voorziening geldt verder nog dat: - ook een bezwaarschrift moet zijn ingediend, en - een kopie van het bezwaarschrift moet zijn bijgevoegd, en - indien mogelijk een kopie van het besluit waartegen het is gericht moet zijn bijgevoegd. (De volledige tekst is te vinden in de artikelen 8:81 en 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht) Het behandelen van een verzoek om voorlopige voorziening kost geld (Hierover staat meer in artikel 8:82 van de Algemene wet bestuursrecht). Bezwaar Een bezwaarschrift moet worden gericht aan het dagelijks bestuur van waterschap Brabantse Delta, Postbus 5520, 4801 DZ Breda. Voorlopige voorziening Een voorlopige voorziening moet worden gericht aan de voorzieningenrechter van de Rechtbank te Breda, Postbus 90.110, 4800 RA Breda. -2-

Adviesnota aan het algemeen bestuur Zaaknummer : 10B0333 Kenmerk : 10IT009097 Barcode : 10IT009097 Onderwerp : begroting Het Waterschapshuis 2011 Sector en afdeling : financien/ict, afdeling ICT Datum behandeling : 13 oktober 2010 Agendapunt : 3d Ter inzage bij de concernstaf : programmabegroting 2011 Het Waterschapshuis (10IN019674) Bijlage(n) : begroting Aan het algemeen bestuur Aanleiding en context Het dagelijks bestuur a.i. van Het Waterschapshuis (HWH) heeft haar ontwerpbegroting voor 2011 toegezonden. 2011 zal het eerste volledige begrotingsjaar zijn waarin HWH als een Gemeenschappelijke regeling (GR) zal functioneren. Deze begroting zal zodoende worden goedgekeurd door het Algemeen Bestuur van de gemeenschappelijke regeling. In het kader van doel- en rechtmatigheid, waar HWH als GR aan moet voldoen, is deze begroting opgesteld conform de eisen van het Besluit Begroting Verantwoording voor waterschappen (BBV). Het dagelijks bestuur a.i. van het Waterschapshuis verzoekt u uw zienswijze op deze ontwerpbegroting bij haar kenbaar te maken. HWH ontvangt deze zienswijze bij voorkeur uiterlijk 1 oktober 2011. De ontwerpbegroting inclusief de ontvangen zienswijzen worden op 28 oktober a.s. aan het algemeen bestuur van de GR HWH ter vaststelling aangeboden. Omdat het voor een aantal waterschappen, in verband met de vergaderdatum van het algemeen bestuur, niet mogelijk is voor 1 oktober te reageren, worden op 21 oktober 2011 de laatste ingekomen zienswijzen aan het algemeen bestuur verzonden. Bestuurlijke besluitvorming Op 15 juni jl. heeft het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht de Gemeenschappelijke regeling Het Waterschapshuis (GR HWH) goedgekeurd en gepubliceerd. Na bekendmaking van de regeling door de 26 deelnemende waterschappen (waaronder Brabantse Delta), is de GR HWH op 1 juli jl. in werking getreden. Op diezelfde datum is de constituerende vergadering van het algemeen bestuur van de Gemeenschappelijke regeling gehouden. Vraagstelling Kunt u instemmen met de ontwerpbegroting 2011 van Het Waterschapshuis? Toelichting begroting en bijdrage waterschap Brabantse Delta De begroting van het HWH is in drie programma s verdeeld, te weten het programma Werkvelden, waarbij een werkveld wordt gedefinieerd als een verzameling van projecten en activiteiten binnen een hoofdthema, het programma Faciliterende diensten en het programma Bedrijfsvoering. In deze programma s wordt beschreven wat HWH wil bereiken, wat ze daarvoor gaan doen, wat het gaat kosten en wat de risico s zijn. Het totale begrotingsbedrag en het aandeel daarin van Brabantse Delta is opgenomen in de bijlage. Op basis van de begroting van HWH wordt bepaald wat de bijdrage is van de deelnemers. Dit heeft enerzijds betrekking op directie bijdrage in de exploitatielasten van HWH en daarnaast heeft dit betrekking op investeringsbijdrage (Tax-i). AB-leden kunnen feitelijke en technische vragen tot maandagochtend 09.00 uur voorafgaand aan de opiniërende vergadering stellen aan de secretaris: h.van.stokkom@brabantsedelta.nl of via EXTRANET: Vraag het de secretaris.

1. Werkvelden Per werkveld is onderstaand een toelichting gegeven op met name de prestaties in 2011 en de risico s. 1.1. IRIS IRIS is de gemeenschappelijke ICT-applicatie voor de verwerking en uitwisseling van met name geografische informatie voor de primaire processen van de waterschappen. Prestaties voor 2011: Compact en beheersbaar IRIS tegen gereduceerde kosten; Versterken van de gemeenschappelijke uniforme gegevensinfrastructuur; Ontsluiting informatie van derden en aan derden; Aanbesteding beheer en mogelijke transitie naar andere beheerder IRIS afronden; Roadmap Toekomst werkveld IRIS uitvoeren; Functioneel beheer per bedrijfsfunctie verder versterken. Risico s: Geen gemeenschappelijke besluitvorming van waterschappen; Onmogelijkheid om gegevensverzamelingen van de waterschappen onderling te standaardiseren; Indien ontsluiting van informatie van en aan derden niet kan worden gerealiseerd, bijvoorbeeld indien de Overheidsdatabase (ODB) niet (tijdig) wordt gerealiseerd of aansluitingen ten behoeve van INSPIREverplichtingen (harmoniseren en openbaar maken ruimtelijke gegevens) vertragen, kan niet worden voldaan aan wettelijke verplichtingen. Zienswijze bestuur WBD: Brabantse Delta heeft in de voorbereiding van de roadmap Toekomst werkveld IRIS al haar zorgen (samen met een aantal andere waterschappen) kenbaar gemaakt over de kosten van IRIS. Ze heeft daarbij aangegeven dat het IRIS van de toekomst er een dient te zijn met lagere kosten. Samenwerking zou dat ieder geval moet opleveren. 1.2. E-overheid Het werkveld e-overheid beslaat een uitgebreid gebied van activiteiten die er voor moeten zorgen dat burgers en bedrijven makkelijker met de overheid kunnen communiceren en transacties kunnen uitvoeren. Vanaf 2003 zijn waterschappen, samen met het rijk, provincies en gemeenten in dit proces betrokken. Prestaties voor 2011: Realisatie en implementatie van het Omgevingsloket Water; Bepalen toekomst van het Content Management Systeem-Waterschapsnet (bedoeld voor de internet-en intranetwebsite van de waterschappen); De reeds in 2010 ingezette afstemming en kennisdeling met waterschappen verder uitbouwen. Risico s: De kosten opgedeeld in een exploitatiebegroting en een investeringsbegroting. Voor wat betreft de risico s m.b.t. de exploitatiebegroting betekent dat wanneer onderdelen uit de exploitatie worden geschrapt dit niet alleen gevolgen heeft voor de kwaliteit en de continuïteit van het product, maar dat ook lopende afspraken met leveranciers kunnen worden geraakt. Dat kan leiden tot juridische procedures. Daarnaast zal het leiden tot minder werk aan de beheerskant van de producten. Ten aanzien van de investeringsbegroting betekent het schrappen van het investeringsproject Een modern flexibel internet front office voor HWH dat er een beperkte overcapaciteit kan optreden in de personele sfeer en dat het reeds gedane voorwerk voor niets is geweest. Los daarvan betekent het schrappen van zaken uit de begroting verlies van kennis, waardoor de samenhang de kwaliteit in kennisdeling ook minder wordt. Zienswijze bestuur WBD: De afgelopen jaren hebben de waterschappen met de andere bestuurslagen een aantal convenanten en formele samenwerkingsafspraken opgesteld om de (elektronische) dienstverlening naar bedrijven en burgers te verbeteren. Het is een goede zaak blijvend bij die samenwerkingsverbanden betrokken te blijven. -2-

1.3. Architectuur & Standaarden Architectuur en Standaarden (A&S) zijn hulpmiddelen voor de waterschappen om twee doelen te bereiken: de informatievoorziening van de waterschappen verbeteren en de ICT-kosten onder controle houden. De informatievoorziening moet flexibel worden ingericht om goed aan te kunnen blijven sluiten op de veranderende bedrijfsdoelstellingen en interne en externe informatiebehoefte. Dit kan door de informatievoorziening beter te structureren en minder complex te maken waardoor de ICT ook beheersbaarder en minder kostbaar wordt. Voorwaarde is dat de bedrijfsprocessen en de gegevenshuishouding van de waterschappen gestandaardiseerd worden Prestaties voor 2011: De waterschappen dienen naar elkaar toe te groeien, qua wijze van taakuitoefening en qua inrichting van de informatievoorziening. Architectuur en standaarden zijn daarbij stuurmiddelen die beslissers en managers beter in staat stellen veranderingen te coördineren. De Overheidsdatabase (ODB) en de Enterprise Service Bus (ESB) zijn twee belangrijke fundamenten voor een gemeenschappelijke duurzame informatievoorziening. De ODB wordt de centrale gestandaardiseerde gegevensbron voor alle informatie die moet worden uitgewisseld en gedeeld. De ESB wordt het transportmiddel voor de uitwisseling van de informatie tussen systemen van de waterschappen maar ook tussen de waterschappen, ketenpartners, burgers en bedrijven. Gezamenlijke inkoop van Oracle Technologie. Tussen HWH en Oracle is in mei 2008 een contract afgesloten met een looptijd tot 1 januari 2013. Risico s: De vrijblijvendheid in de samenwerking. De lange termijndoelstellingen kunnen alleen worden bereikt als de waterschappen bereid zijn om een deel van hun zelfstandigheid op te geven en zich te conformeren aan de gezamenlijke standaarden en de consequenties hiervan formeel aanvaarden. Om de langere termijndoelstellingen van het werken onder architectuur te bereiken wordt er op de korte termijn in projecten een extra inspanning en investering gevraagd. Naast een extra investering in tijd en geld vraagt dit ook een heldere taak- en verantwoordelijkheidsverdeling tussen projectleiders en architecten. Het werken onder architectuur en het gebruik van standaarden kan niet bottom-up worden gerealiseerd. Dit betekent dat de directies en besturen van de waterschappen de IT-governance, de aansturing van de informatievoorziening, in handen moeten nemen, het ambitieniveau en de kaders en richtlijnen moeten vaststellen. Zienswijze bestuur WBD: Standaardisatie en werken onder architectuur vormen op zich een goede basis om gezamenlijk informatiesystemen te (laten) ontwikkelen, te implementeren en te gebruiken. Gezien de ervaringen tot nu toe (Tax-i, IRIS) wordt geadviseerd daarbij uit te gaan van eenvoud en bewezen technologie. 1.4. Belastingen Vanaf 2007 wordt er door de waterschappen gezamenlijk gewerkt aan een standaard oplossing voor het heffen en innen van belastingen voor waterschappen en gemeenten en de waterfacturatie (Tax-i). Het project bestaat uit drie onderdelen: perceel 1: Universeel Belasting Systeem (UBS), perceel 2: Enterprise Service Bus (ESB) en perceel 3 Overheidsdatabase (ODB). Prestaties voor 2011: Vanaf 2011 zal er, twee jaar na de geplande datum, gestart worden met het inrichten van de informatievoorziening bij de waterschappen op basis van de ODB en daarop UBS (Belastingen) 1. Waterschap Brabantse Delta en de belastingsamenwerking Lococensus zullen als eerste hiertoe overgaan. Nu het niet meer mogelijk is het systeem per begin 2011 voor Brabantse Delta operationeel te hebben zal de inrichting nu niet meer alleen voor het waterschap gebeuren, maar voor de GR van de belastingsamenwerking. Risico s: Indien het systeem (inclusief de ODB) er niet gaat komen betekent dat voor de waterschappen een miljoenen schade en imagoschade op het gebied van een moderne samenwerkende overheid. Verder stagneert de ontwikkeling van de gestandaardiseerde inrichting van de informatievoorziening van de waterschappen. Tegelijkertijd zal er een nieuwe aanbesteding gestart moeten worden waar (mogelijk minder door geleerde lessen) dezelfde risico's qua planning en kosten zich opnieuw zullen presenteren. Ook de positie van de waterschappen naar de gemeenten in de ketensamenwerking op gegevensbeheer en belastingen zal hierdoor beïnvloed worden. Op het moment van maken van deze begroting zijn de kosten voor stoppen ingeschat op 9 miljoen euro eenmalig en 200.000,- structureel per jaar in verband met aanwezige formatie binnen Het Waterschapshuis. 1 Stand van zaken per 8 juli 2010-3-

Naast de kosten voor 'stoppen' hebben een aantal waterschappen (waaronder Brabantse Delta) bij HWH gemeld dat zij schade hebben als gevolg van de vertraagde oplevering. Het bestuur van de stichting HWH heeft besloten dat deze schades weliswaar relevant zijn maar niet het doel van het project, de oplevering van een werkend systeem, mag belemmeren. Omdat de leverancier na de ingebrekestelling met een nieuwe planning komt wil HWH in de 2e helft van 2010 met voorstellen komen over de wijze waarop met deze schade kan worden omgegaan. Vervolgens zal een eventuele uitwerking van die voorstellen in 2011 plaatsvinden. Omdat de waterschappen in gezamenlijkheid nog een standpunt moeten innemen over welke zaken als schade aangemerkt kunnen worden en wat daarna de procedure gaat worden is het effect op de begroting in dit stadium niet vast te stellen. Zienswijze bestuur WBD: Het nieuwe belastingsysteem dient op korte termijn werkend opgeleverd te worden. Zeker voor Brabantse Delta is dat van groot belang om de samenwerking met de gemeenten in haar gebied tot een succes te laten worden. Tevens dient HWH op korte termijn te komen met een concreet voorstel over hoe om te gaan met de geleden en mogelijk nog te lijden schades. 1.5. Actueel Hoogtebestand Nederland Het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) is een meerjarenprogramma dat in samenwerking tussen Rijkswaterstaat en de Waterschappen wordt uitgevoerd. Dit project is een onderdeel van een vijf jaarlijkse actualiseringcyclus waarmee in 2008 is gestart. Er zijn twee aan elkaar gerelateerde projecten die samen zorg dragen voor de realisatie van het AHN-2. Het eerste project betreft de feitelijke inwinning van de hoogtegegevens. Het tweede project omvat de controle van deze inwinning op volledigheid en kwaliteit. Het resultaat van beide projecten samen is een gecontroleerd AHN-2 voor Nederland welke in 2013 gereed moet zijn. Prestaties: De inwinning en controle van het AHN2011 en AHN2012 worden via een meerjarige aanbesteding op de markt gezet; De bestanden van het AHN2O09 zijn beschikbaar voor de participanten en derden. Risico s: Een risico betreft de inwinning van het zogenaamde CTR-gebied rondom de luchthaven Schiphol. Dit gebied staat onder invloed van de vliegbewegingen van het plaatselijke luchtverkeer. Het CTR-gebied beslaat delen van de gebieden van Rijnland, Waternet en Hollands Noorderkwartier en heeft ongeveer een omvang van 60.000 hectare. De AHN-organisatie is in overleg met de waterschappen over een oplossing voor dit probleem evenals de (financiële) gevolgen van het mogelijk niet beschikbaar hebben van een deel van het AHN-2. Zienswijze bestuur WBD: Eens met het AHN-programma. 2. Faciliterende diensten Ten opzichte van de begroting 2010 is er voor gekozen de diensten die Het Waterschapshuis aanbiedt in het kader van het vergadercentrum te Amersfoort, de post Aanloopkosten en de kassiersfunctie die HWH bekleedt in een apart hoofdstuk te beschrijven. Onderstaand zijn deze posten toegelicht. 2.1. Vergadercentrum Met de toenemende samenwerking van HWH met de waterschappen en tussen de waterschappen onderling nam ook de behoefte aan ruimte, in praktische zin, voor overleg toe. Er is afgewogen hoe er, met een slimmere aanpak en gebruikmakend van de middelen die in de werkvelden waren opgenomen t.b.v. vergaderingen, vergadermogelijkheden geboden konden worden aan de waterschappen. Ook de behoefte en belangstelling van STOWA en de Unie van Waterschappen is geïnventariseerd. Naast de eigen huisvesting heeft HWH in hetzelfde gebouw in Amersfoort vervolgens een aantal vergaderzalen gerealiseerd die door de waterschappen, Unie van Waterschappen, STOWA en Het Waterschapshuis zelf per maart 2010 in gebruik genomen zijn. Om te voorkomen dat er administratieve lasten ontstaan die niet in verhouding staan tot de totale kosten van het vergadercentrum, is ervoor gekozen de kosten voor het vergadercentrum volledig op te nemen in de begroting van HWH. Prestaties: Het beoogde resultaat is het beschikbaar stellen van vergaderruimte voor bovengenoemde partijen, te weten de waterschappen, de Unie van Waterschappen, de STOWA en HWH zelf. Risico s: Een toekomstig risico kan zijn dat er zo veel boekingen gedaan worden dat er met regelmaat onvoldoende ruimte is voor bepaalde vergaderingen en er keuzes gemaakt moeten worden in wie er wel en niet kan vergaderen in het vergadercentrum. Het vergadercentrum wordt in eerste instantie gehuurd voor een periode van 2 jaar (2010-2011). Eventuele risico's zijn daardoor geminimaliseerd. Zienswijze bestuur WBD: Eens met aanpak. -4-

2.2. Aanloopkosten De post Aanloopkosten betreft projecten/ activiteiten waar vanuit de waterschappen een bijdrage wordt verwacht, welke niet mee zijn/ konden worden genomen in de reguliere begrotingscyclus. Prestaties: Initiatieven waar door de waterschappen in gezamenlijkheid gevraagd wordt om een eerste start te kunnen geven. Ondersteuning vanuit aanloopkosten gebeurt voor maximaal 2 jaar. Risico s: Het budget zou overvraagd kunnen worden. In dat geval zal HWH de waterschappen informeren. Zienswijze bestuur WBD: Aanbevolen wordt de aanloopkosten per project of activiteit te beperken tot een maximaal bedrag (bijvoorbeeld 50.000,=) en jaarlijks niet meer voor te financieren dan het begrote bedrag uit de begroting (voor 2011 100.000,=). 2.3. Kassiersfunctie De kassiersfunctie betreft een faciliterende rol ten behoeve van de waterschappen in de positie van HWH als samenwerkingsorganisatie. Verzoeken om HWH de rol van 'kassier' te geven komen doorgaans via de Unie van Waterschappen. Met de UVW is afgesproken dat dergelijke verzoeken altijd als verzoek om uitvoering aan het bestuur van HWH gericht zullen worden. Het HWH bestuur zal een dergelijk verzoek, voorzien van een uitvoeringstoets, dan in behandeling nemen. Prestaties: HWH voert geen regie en uitvoer op onderstaande activiteiten/ projecten. Het betreft bij de kassiersfunctie slechts het innen van de bijdragen. Vervolgens wordt het betreffende totaalbedrag overgemaakt aan de partij waar HWH de functie van kassier voor bekleedt. Risico s: In de loop van 2010 wordt een besluit genomen omtrent het al dan niet opgaan van de Informatie Desk standaarden Water (IDsW) in het Informatiehuis Water (IHW) en de financiering ervan. In deze begroting wordt vooralsnog rekening gehouden met de IDsW bijdrage uit 2010. Indien IDsW opgaat in het Informatiehuis Water zal het bedrag voor IDsW overgaan naar IHW. Zienswijze bestuur WBD: In de begroting van HWH ontbreekt een bedrag van 90.257,= voor Oraclesoftware ten behoeve van het informatiesysteem GAS. Deze software is via het HWH-contract met Oracle aangeschaft. Voor het overige eens met de aanpak van de kassiersfunctie. 3. Bedrijfsvoering Programma drie van deze begroting betreft de bedrijfsvoering van Het Waterschapshuis. In dit programma zijn de ondersteunende bedrijfsfuncties beschreven: Organisatie, Financiën, IT, Personeel, Administratie, Communicatie, Huisvesting en Onvoorzien. 3.1. Organisatie Prestaties: Voor 2011 zijn een drietal doelen voor de organisatie gesteld: consolidatie van de GR, robuust maken van de organisatie die het bureau van de GR ondersteunt en faciliteert en het robuust en toekomstvast maken van de administratieve organisatie, zodat kan worden voldaan aan de eisen van doelmatigheid en rechtmatigheid. Risico s: Voor de consolidatie van de organisatie zijn extra middelen nodig. Indien HWH niet in staat is om de gevraagde medewerkers te kunnen huren, zal de werking en de groei naar een goed werkende GR belemmerd worden. -5-

3.2. Financiën Het doel is om in 2011 een goed functionerende inkooporganisatie te opereren en middels business cases d risico s van nieuwe projecten inzichtelijk en daarmee beheersbaar te krijgen. Prestaties: Borging op rechtmatigheid en sturing op doelmatigheid bij het inkopen en contractmanagement; De business cases dienen een antwoord te geven op het rendement van een voorgesteld project en/of programma, zowel kwantitatief als kwalitatief. Risico s: Bij onvoldoende borging van rechtmatigheid en doelmatigheid kunnen risico's worden gelopen ten aanzien van juridische conflicten, financiën en imago; Mocht een business case niet leiden tot een programma/ project dan heeft dit uitputting van het budget tot gevolg. 3.3. IT Prestaties: Het beheer en onderhoud van infrastructuur, hard- en software voorzieningen. Van een incident gedreven manier van beheren en oplossen van ICT problematieken naar een situatie toe werken waar problemen voorkomen dan wel op een standaard manier kunnen worden verholpen. Risico s: Vervanging en back-up huidige ICT beheerder is beperkt. Dit risico wordt deels ondervangen door in 2010 al een doortimmerd ICT plan op deze terreinen op te stellen waarmee in geval van afwezigheid toch opgetreden kan worden om storingen te kunnen verhelpen. 3.4. Personeel Medio 2010 beschikte HWH over 28 medewerkers (27,17 fte), exclusief de dienstverleningsovereenkomst met Waterschap De Dommel, waarin de financiële administratie, P&O en de salarisadministratie zijn ondergebracht. Prestaties: Voor 2011 gelden de volgende resultaten: Te streven naar personeel dat qua motivatie en competenties is toegerust op de eisen van de opdrachtgevers; De kosten voor het personeel zo laag mogelijk te houden; Te streven naar detachering voor inhuur op de markt; Te streven naar zoveel mogelijk tijdelijke contracten; Uren van medewerkers zoveel mogelijk door te belasten naar de werkvelden; Beheersing van de vervoerskosten. Risico s: Doordat bij het opstellen van deze begroting, zo vroeg in 2010, bestaat nog niet een vastomlijnd beeld van de werkelijke gevraagde werkzaamheden in 2011. De beheersing van dit risico kan gevonden worden in de besluitvorming in het bestuur van HWH. 3.5. Administratie In voorgaande jaren is de financiële administratie extern ingekocht middels een dienstverlenings - overeenkomst. In 2010 is de stap gezet naar Inkoop (zie paragraaf 1.3 Financiën) en financiële administratie in eigen beheer. In 2011 zal het verschaffen van inzicht in de financiën en net afleggen van verantwoording over het gevoerde financiële beleid zodoende vanuit 'eigen huis' plaatsvinden. Prestaties: Het voeren van een adequate boekhouding met een interne en een externe component; Een beoogd resultaat is tevens dat er vanuit de administratie voldaan zal moeten worden aan de voorschriften die de transitie van stichting naar Gemeenschappelijke regeling met zich mee heeft gebracht. Risico s: De financiële administratie heeft in het verleden met onderbezetting te maken gehad, waardoor er een achterstand is ontstaan. Deze achterstand is weggewerkt in de voorbereiding voorafgaand aan de transitie van stichting naar Gemeenschappelijke Regeling, maar het is van groot belang dat er niet opnieuw een achterstand ontstaat. -6-

3.6. Communicatie Communicatie wordt door Het Waterschapshuis gezien als een essentiële randvoorwaarde om samenwerking tussen de waterschappen te stroomlijnen en te intensiveren. Er wordt naar gestreefd om de bestuurders, directies en werknemers van de waterschappen en hun samenwerkingsinitiatieven tijdig en juist te informeren over interne- en externe zaken die spelen op het terrein van Het Waterschapshuis en de informatievoorziening in het bijzonder. Prestaties: Bovengenoemde doelgroepen adequaat en tijdig voorzien van relevante informatie over Het Waterschapshuis, projecten van Het Waterschapshuis en externe omgevingsfactoren die een rol spelen op het terrein van de informatievoorziening. Risico s: Onvoldoende aansluiten bij behoefte aan informatie. 3.7. Huisvesting Prestaties: Beheer locatie Amersfoort op orde houden en daar waar gewenst flexibiliteit toe passen in noodzaak voor meer werkplekken. Risico s: Te weinig werkplekken. 3.8. Onvoorzien Verplichting vanuit GR om post onvoorzien op te nemen, waarbij 1% een gangbaar percentage is (bron: Deloitte accountants B.V.). Zienswijze bestuur WBD: In het onderdeel personeel van het programma Bedrijfsvoering is bij de risico s aangegeven dat er onzekerheid bestaat over de werkelijk benodigde personele inzet in 2011. Brabantse Delta gaat er van uit dat de personeelskosten in 2011 niet het begrote bedrag te boven zullen gaan. 4. Diverse items 4.1. Kostentoerekening De kosten die HWH aan de deelnemende waterschappen doorbelast kunnen niet eenduidig worden toegewezen aan watersysteembeheer, zuiveringsbeheer of wegenbeheer. 4.2. Weerstandsvermogen Het Waterschapshuis wordt gefinancierd door de waterschappen. In het eerste kwartaal van het betreffende jaar worden voorschotten op basis van de begroting in rekening gebracht. Na het opmaken van de jaarrekening kan vervolgens een verrekening plaatsvinden op basis van de gerealiseerde kosten. In de transitie van stichting naar GR is besloten geen reserves mee te nemen naar de gemeenschappelijke regeling. Overschotten zullen worden terugbetaald aan de waterschappen. Binnen de begroting 2011 is er weinig ruimte om eventuele tegenvallers op te vangen. Doordat de begroting van Het Waterschapshuis voorafgaand aan de begrotingen van de waterschappen opgesteld dient te worden, is het slechts zeer beperkt mogelijk in te spelen op ontwikkelingen in het jaar voorafgaand aan het te begroten jaar. De kosten die Het Waterschapshuis maakt zijn grotendeels goed te ramen. Zaken als huisvesting, personeel en andere bedrijfsvoeringsposten zijn jaarlijks terugkerende kosten. Binnen de bedrijfsvoering is een budget van 1% van de totale omvang van de bedrijfsvoering opgenomen als onvoorzien. Indien er hoge onverwachte uitgaven gedaan dienen te worden, zal altijd eerst toestemming worden gevraagd van het HWH bestuur. Het Waterschapshuis doet ook aan voorfinanciering, zoals het Belastingenproject. Bij onvoldoende commitment van de waterschappen loopt Het Waterschapshuis een risico de reeds gedane uitgaven niet te kunnen innen bij de waterschappen. Ook is er sprake van financiële schademeldingen als gevolg van uitloop van het project. In de begroting van Belastingen wordt hier dieper op in gegaan. Het Waterschapshuis heeft onvoldoende weerstandscapaciteit om deze schade te kunnen financieren. Tenslotte spelen ook de huidige contracten met Oracle een rol ten aanzien van het weerstandsvermogen van HWH. Deze contracten hebben een looptijd t/m 2013 en zijn namens de waterschappen afgesloten door HWH met Oracle. Een tweetal waterschappen heeft aangegeven (deels) niet mee te betalen, waardoor HWH een financieel risico loopt. Een maatregel die voorgesteld wordt is om de -7-

overschotten uit de realisatie van 2007, 2008 en 2009 te gebruiken om dit risico te verkleinen. Het Waterschapshuis zal de waterschappen zo goed mogelijk betrekken bij en informeren over de voortgang van projecten waarbij voorfinanciering plaatsvindt. Tevens zal strenger worden toegezien op de formele verbintenis van waterschappen aan dergelijke projecten. De gemeenschappelijke regeling biedt daar goede handvatten voor. Voorstellen om formele verbintenissen aan te gaan zullen altijd voorzien zijn van een advies van de programmaraad, waarin alle waterschappen op secretaris-directeur niveau zijn vertegenwoordigd. Vervolgens zal dit voorstel en advies worden besproken in het bestuur van Het Waterschapshuis, dat vervolgens de directeur de opdracht kan geven om de verbintenis aan te gaan. Het bestuur zal dit niet doen voordat zij een formeel bericht van ieder waterschap dat voornemens is om deel te nemen heeft ontvangen. Vervolgens zal HWH met ieder waterschap een contract afsluiten waarin het mandaat, de doelen, de wijze van financiering en de uitvoering van het project zijn vastgelegd. 4.3. Treasury De paragraaf betreffende de financiering bevat de beleidsvoornemens ten aanzien van het risicobeheer van de financieringsportefeuille. Een van de onderdelen van het risicobeheer betreft het opstellen van een treasurystatuut voor HWH, gebaseerd op een nieuw model van de UvW dat ten tijde van het opstellen van deze begroting in voorbereiding was. 4.4. Begroting/jaarrekening Aan de gemeenschappelijke regeling Het Waterschapshuis nemen alle waterschappen deel. Op basis van de vastgestelde begroting wordt aan alle waterschappen vooraf een voorschot in rekening gebracht. Bij de vaststelling van de jaarrekening wordt de definitieve bijdrage per waterschap vastgesteld. Zo spoedig mogelijk daarna vindt de afrekening met de waterschappen plaats. 4.5. Leningenportefeuille HWH heeft een (met garantie van waterschappen) maximum kredietlimiet in rekening courant bij de Nederlandsche Waterschapsbank (NWB) van 15.6 miljoen euro. De hoogte van de limiet ligt iets lager dan de door de waterschappen afgegeven garanties, vanwege het feit dat enkele waterschappen beperkende voorwaarden hebben gesteld inzake de duur. De garanties van deze waterschappen kunnen door de NWB zodoende niet meer geaccepteerd worden. De rente in rekening courant bedraagt op dit moment 0,5 % en beweegt met de marktrente. Ten tijde van het opstellen van deze begroting worden met de NWB nieuwe voorwaarden voor een kredietlimiet voor de GR HWH besproken. Beoordeling Financiële gevolgen Ja, namelijk in totaal 1.535.885,=. Daarvan is 282.250,= begroot op product 610 (GI), 115.957,= op product 7000 (Heffingen), 509.678,= op product 440 (ICT). Het betreft de bijdrage in de exploitatielasten van HWH. Daarnaast is 628.000,= opgenomen aan investeringsbijdrage van Tax-i welke ten laste komt van project 7525 (Belastingen). Met deze bedragen was rekening gehouden in de kadernota. De begroting van HWH voor directe exploitatielasten is ten opzichte van 2010 met bijna 4 % gestegen en laat met een totaal van 20 mln. een behoorlijke omvang zien (de overige 3 mln. zijn investeringsbijdragen). Bedacht dient echter te worden dat de kosten van zelfstandige ontwikkeling hoger zouden liggen dan binnen de samenwerking. Volume speelt daarbij een belangrijke rol. Door bijvoorbeeld de gezamenlijke inkoop, via HWH, van Oracle licenties heeft dit geleid tot ongeveer 85% korting. Als waterschap alleen hadden we het volume om deze korting te krijgen nooit gehaald. Ook het gezamenlijk oppakken van de onderwerpen met betrekking tot e-overheid levert besparingen. Het is niet alleen goedkoper maar ontzorgt de waterschappen ook deels. Regelmatig komen allerlei onderwerpen mbt e-government aan de orde, denk aan Andere Overheid en nu het NUP. Als we alle onderwerpen uit deze plannen volledig zelf zouden moeten oppakken, uitwerken en informatiesystemen zouden moeten ontwikkelen dan zou dit vele fte's per jaar extra kosten. Door HWH hierin het voortouw te laten nemen en actief deel te nemen aan de werkgroepen van HWH en de coördinatie van het ontwikkelen van producten bij HWH te leggen scheelt dit aanzienlijk in inspanning en kosten. Een ander voorbeeld van (kosten)effectiviteit is het werkveld Architectuur en Standaarden. Uniformering en standaardisaties van de bedrijfsprocessen en de gegevenshuishouding van waterschappen kan feitelijk alleen in een (sector)dekkende samenwerking worden gerealiseerd. Hiermee wordt de informatievoorziening meer gestructureerd en minder complex. Door het samen ontwikkelen van de Overheidsdatabase, waar alle basisregistraties samenkomen hebben we een prachtig product dat door alle waterschappen wordt omarmd en ons laat voldoen aan de wettelijke eisen die gesteld zijn in het -8-

gebruik van basisregistraties. Tevens beperkt deze oplossingen ons in het aantal dure maatwerkkoppelingen tussen informatiesystemen. De materiedeskundigen van ons waterschap hebben veel inspanningen geleverd en zo ook veel invloed gehad op de tot stand komen van dit maatwerkproduct. Ook op het gebied van AHN wordt kostenverhoging voorkomen. Door in gezamenlijkheid aan te besteden met niet alleen de waterschappen maar ook RWS blijven de kosten op het niveau wat het nu is. Bovendien voorkomt het dat elk waterschap zelf 1x per 5 jaar moet aanbesteden en dan ook nog eens de kosten van invliegen, projectorganisatie en verwerken van de gegevens alleen moet betalen. Juridische gevolgen niet van toepassing Personele gevolgen niet van toepassing Overig Niet van toepassing Communicatieparagraaf Niet van toepassing. Advies Het AB stemt in met de diverse zienswijzen op de programmabegroting 2011 van Het Waterschapshuis. Het dagelijks bestuur, De dijkgraaf De secretaris-directeur J.A.M. Vos ir. H.T.C. van Stokkom -9-

Bijlage. Begroting Het Waterschapshuis 2011 en aandeel WBD Exploitatie Exploitatie Product- WBD 2011 begroting Programma Onderwerpen HWH 2011 Detail Sub-totaal WBD 2010 2011 1. Werkvelden IRIS 3.833.179 153.977 142.729 Basisbegroting (7 van 13 modules) 136.506 GI (610) Bedrijfsfunctiebegroting (NIEUW) 17.471 GI (610) E-overheid 2.954.409 117.120 144.810 Vervanging huidig CMS Waterschapsnet 7.000 ICT (440) Kennisdeling/info-uitwisseling 8.806 ICT (440) Beheer Waterschapsnet 29.873 ICT (440) Aanbesteding hostingplatform 4.100 ICT (440) Aanbesteding statistieken 5.433 ICT (440) Publicatie Vergunningen 2.046 ICT (440) Omgevingsloket Online Water 17.783 ICT (440) Inspire 3.843 ICT (440) Beheer Waterschapsloket 4.142 ICT (440) Beheer IMI (Intenet Markt Information) 641 ICT (440) Beheer Electronische aangifte bedrijven - Beheer Electronische formulieren 2.895 ICT (440) Beheer Antwoord 2.609 ICT (440) Beheer Mijn Overheid 6.087 ICT (440) Beheer Decentrale Regelgeving 2.083 ICT (440) Beheer Bekendmakingen 1.818 ICT (440) Beheer Muskus&Beverrattenbestrijding 2.434 ICT (440) Beheer &onderhoud Waterschapsgrenzen 427 ICT (440) Geoportaal 7.500 ICT (440) Zoeken&Vinden/Thesaurus 5.000 ICT (440) Diwanet 2.600 ICT (440) Architectuur&Standaarden 5.688.055 242.907 Basis 29.039 24.889 ICT (440) Beheer&onderhoud ODB/ESB 106.762 81.543 ICT (440) Oracle Tech ULA contract 107.106 115.600 ICT (440)

Begroting Het Waterschapshuis 2011 en aandeel WBD Belastingen 4.459.924 743.957 Oracle Apps contracten 49.957 49.957 Heffingen (7000) Operationele kosten 66.000 71.986 Heffingen (7000) Investeringen instappende waterschappen 628.000 105.000 Project (7525) AHN 1.951.998 95.888 95.888 95.888 GI (610) 2. Faciliterende diensten 2.069.000 9.309 - Vergadercentrum 5.039 ICT (440) Aanloopkosten 4.270 ICT (440) Kassiersfunctie 82.812 Basisregistratie Topografie 32.385 GI (610) Basisregistratie BAG 11.402 ICT (440) IDsW 15.673 16.888 ICT (440) Mijn Overheid.nl 21.352 ICT (440) Aquokit 2.000 ICT (440) Oracle contract t.b.v. GAS * ICT (440) 3. Bedrijfsvoering 2.105.500 89.915 89.915 92.983 ICT (440) Totaal 23.062.065 1.535.885 1.535.885 942.273 * = ten onrechte niet in begroting HWH opgenomen. Bedrag 90.257,=. -2-

Adviesnota aan het algemeen bestuur Zaaknummer : 10.B0280 Kenmerk : 10IT006368 Barcode : 10IT006368 Onderwerp : uitvoeringsprogramma Zuidwestelijke Delta 2010-2015+ Sector en afdeling : watersystemen, beleid Datum behandeling : 13 oktober 2010 Agendapunt : 3l Ter inzage bij de concernstaf : uitvoeringsprogramma Zuidwestelijke Delta 2010-2015 (10IN012449) Bijlage(n) : brief aan stuurgroep Zuidwestelijke Delta (10UT004147) Aan het algemeen bestuur Aanleiding In 2003 heeft de toenmalige Deltaraad de integrale visie op de deltawateren Delta in Zicht vastgesteld. De visie is vervolgens uitgewerkt in het Deltamemorandum, de beleidagenda Kracht van de Delta en provinciale structuurvisies. In 2009 en 2010 heeft de Stuurgroep Zuidwestelijke Delta (de opvolger van de Deltaraad) de eerdere afspraken vertaald naar activiteiten, deltabrede thema s en gebiedsgerichte deelprogramma s. Deze zijn beschreven in het Ontwerp-uitvoeringsprogramma Zuidwestelijke Delta 2010-2015+, dat informeel ter inzage heeft gelegen van 1 april tot 1 juli 2010. In opdracht van de stuurgroep zijn de zienswijzen verwerkt in het definitieve Uitvoeringsprogramma dat in de stuurgroepvergadering van 28 oktober 2010 zal worden vastgesteld. Voor de uitvoering zal een samenwerkingsprotocol worden ondertekend door alle deelnemende partners (lees: intentieverklaring voor uitvoering). Aan de leden van de stuurgroep is gevraagd om het uitvoeringsprogramma en het samenwerkingsprotocol ter goedkeuring voor te leggen aan de bestuurlijke achterban. Context De Stuurgroep Zuidwestelijke Delta werkt aan projecten en activiteiten die voor de periode 2010 tot eind 2015 noodzakelijk worden geacht om te voldoen aan de doelstellingen uit het Nationaal Water Plan. De projecten en activiteiten zijn uitgewerkt in het Uitvoeringsprogramma Zuidwestelijke Delta 2010-2015+ in de vorm van deltabrede thema s en specifieke gebiedsprogramma s. Doel van het uitvoeringsprogramma is het waarborgen van een klimaatbestendige en veilige, economisch vitale en ecologisch veerkrachtige delta. Het uitvoeringsprogramma kan worden beschouwd als eerste stap van het Nationaal Deltaprogramma (= uitwerking van de adviezen van de Commissie Veerman uit 2008) voor het deelgebied zuidwestelijke delta. Het Nationaal Deltaprogramma zich richt op de lange termijn (van 2050 tot 2100). Acties en maatregelen uit het uitvoeringsprogramma zijn gericht op de korte termijn (tot 2015) en mogen niet strijdig zijn met de lange termijn doelstellingen (lees: geen spijt of altijd goed maatregelen). Hiervoor zal een zogeheten robuustheidtoets worden uitgevoerd. De stuurgroep heeft een programmabureau de opdracht gegeven om uitvoering van het uitvoeringsprogramma te coördineren en de onderlinge samenhang van deltabrede en gebiedsgerichte projecten en activiteiten te waarborgen. Tevens werkt het programmabureau aan activiteiten voor invulling van de lange termijn van het Nationaal deltaprogramma. Rijk en regio zijn samen verantwoordelijk voor een tijdige en adequate uitvoering en financiering van de korte termijn acties. Hiervoor zal een samenwerkingsprotocol worden ondertekend door alle partners van de stuurgroep. Het waterschap is een van de partners in de stuurgroep. Naast de Stuurgroep Zuidwestelijke Delta neemt het waterschap ook deel aan de Stuurgroep Delta Maas. Binnen die stuurgroep gaat de aandacht vooral uit naar veiligheidsvraagstukken in relatie tot het rivierdeel van de Maas. Het zwaartepunt van de inzet van het waterschap concentreert zich op de zuidwestelijke delta, omdat de meeste speerpunten van het waterschap betrekking hebben dit deelgebied. Zo maakt het Volkerak-Zoommeer hier onderdeel van uit. Omdat het Nationaal Deltaprogramma verschillende deelgebieden betreft en een aantal thema s (bijvoorbeeld zoetwatervoorziening) van belang is voor meerdere deelgebieden, is het belangrijk dat het waterschap de landelijke ontwikkelingen op de voet volgt. De dijkgraaf maakt daarom deel uit van het Bestuurlijk Kernteam Deltaprogramma van de Unie van Waterschappen. AB-leden kunnen feitelijke en technische vragen tot maandagochtend 09.00 uur voorafgaand aan de opiniërende vergadering stellen aan de secretaris: h.van.stokkom@brabantsedelta.nl of via EXTRANET: Vraag het de secretaris.

Bestuurlijke besluitvorming In het najaar van 2008 heeft de Stuurgroep Zuidwestelijke Delta, in aanwezigheid van de Staatssecretaris Water, het plan van aanpak vastgesteld voor opstellen van een uitvoeringsprogramma. Daarnaast heeft het Rijk de stuurgroep opdracht gegeven voor het opstellen van een advies over een alternatieve zoetwatervoorziening in relatie tot het plan om het Volkerak-Zoommeer te verzilten. Dit advies (Zoet water Zuidwestelijke Delta. Een voorstel voor regionale zoetwatervoorziening.) is verschenen in juni 2009 (en te downloaden op www.zwdelta.nl). Het dagelijks bestuur heeft de zienswijze van het waterschap op het Ontwerp-MER Planstudie Waterkwaliteit Volkerak-Zoommeer geformuleerd op 23 maart 2010 (adviesnota 10IT003259). Belangrijke speerpunten en aandachtspunten zijn kenbaar gemaakt aan Rijkswaterstaat Zeeland in het kader van de informele consultatieronde (brief 10IT0001637). De formele inspraakprocedure volgt naar verwachting in 2011 zodra de definitieve MER samen met het Ontwerp-Besluit zal worden gepubliceerd. Op 18 mei 2010 heeft het dagelijks bestuur het Ontwerp-uitvoeringsprogramma Zuidwestelijke Delta 2010-2015+ besproken en de zienswijze geformuleerd in het kader van de informele consultatieronde (bijlage 1; brief 10UT004147). Het dagelijks bestuur onderschrijft de doelstelling en opzet van het Uitvoeringsprogramma en wil als partner, vanuit haar kerntaken, een actieve bijdrage leveren aan de realisatie. Het Ontwerp-uitvoeringsprogramma is te downloaden op www.zwdelta.nl) In de vergadering van 28 oktober 2010 bespreekt de Stuurgroep Zuidwestelijke Delta het definitieve uitvoeringsprogramma met het doel deze vast te stellen en afspraken voor de uitvoering bestuurlijk te verankeren in een samenwerkingsprotocol. Voor het ondertekenen van het protocol is instemming van het algemeen bestuur nodig. Vraagstelling Kan het algemeen bestuur instemmen met het doel en de opzet van het Uitvoeringsprogramma Zuidwestelijke Delta 2010-2015+ en de bijdrage van het waterschap aan de uitvoering ervan? De bijdrage van het waterschap (en andere partners) zal worden verankerd in een samenwerkingsprotocol. Het Uitvoeringsprogramma richt zich op het uitvoeren van activiteiten en projecten voor het realiseren en waarborgen van een klimaatbestendige en veilige, economisch vitale en ecologisch veerkrachtige delta. Dat betekent: Veilig: voldoende beschermd tegen overstromingen, ook wanneer de verwachte klimaatverandering meer water brengt en meer droogtes veroorzaakt. Veerkrachtig: een gezond watermilieu en ruimte voor de belangrijkste schoonheid van de delta, de overgangen tussen zoet en zout en tussen nat en droog. Vitaal: gebieden met goede voorzieningen en een eigen, herkenbare identiteit, die samen de basis vormen voor een aantrekkelijke leefomgeving en sterk regionale economie. Het betreft een gezamenlijke verantwoordelijkheid van Rijk en regio. Het programma bevat deltabrede en gebiedsgerichte programma s. Strategie Het waterschap heeft actief bijgedragen aan het opstellen van het uitvoeringsprogramma. Hierbij zijn de speerpunten van het waterschap continu onder de aandacht gebracht. De speerpunten/inzet kunnen als volgt worden samengevat: 1. Als het voor een structurele verbetering van watersysteemkwaliteit noodzakelijk wordt geacht om een watersysteem te verzilten (bijvoorbeeld Volkerak-Zoommeer), dan zullen eerst een alternatieve zoetwatervoorziening en anti-verziltingsmaatregelen moeten worden gegarandeerd. Het waterschap levert beschikbare expertise voor besluitvormingsvoorbereidende (varianten)studies. Aanvoer van extra zoetwater van buiten het beheergebied (Hollandsch Diep en/of buitenpand Wilhelminakanaal) mag geen afbreuk doen aan het realiseren van de Kaderrichtlijn Water doelstellingen (waterkwaliteit, ecologie, vismigratie) van de waterlichamen binnen het beheergebied en mag het risico op verspreiden van de bruinrotbacterie niet vergroten. 2. Voor Markiezaatsmeer en Binnenschelde zet het waterschap (in samenwerking met andere partners) in op een gefaseerd, structureel herstel van de watersysteemkwaliteit volgens de spelregels van de Kaderrichtlijn Water. Deze spelregels zijn: tenminste geen verslechtering van de kwaliteit tot eind 2015 en doelbereik (Goed Ecologisch Potentieel) uiterlijk in 2027 (waar mogelijk eerder). Een structureel herstel van beide systemen vraagt om ingrijpende maatregelen waarvan de kosten niet alleen door het waterschap te dragen zijn. De maatregelen die nodig zijn, zijn voor een belangrijk deel het gevolg van negatieve bijwerkingen van de aanleg van de deltawerken. Voor het Markiezaat vormen de watercondities voor de Natura 2000 doelstellingen een belangrijk onderdeel van de opgave. Een deel van de Binnenschelde valt onder de Europese Zwemwaterrichtlijn. -2-

3. Het waterschap zet zich samen met andere partijen in op duurzaam en efficiënt gebruik van beschikbaar zoetwater. Zo kan water uit de Brabantse Wal beter worden benut voor kwalitatief hoogwaardig gebruik. Ook wordt verkend hoe effluentwater van rioolwaterzuiveringsinstallaties (met name rwzi Bath) kan worden benut voor hergebruik. 4. Inzet van het Volkerak-Zoommeer voor waterberging in extreme afvoersituaties mag geen negatieve gevolgen hebben voor de veiligheid tegen overstromingen en de wateroverlast in het beheergebied van het waterschap. 5. Om te kunnen anticiperen op klimaatverandering zet het waterschap waar mogelijk in op multifunctioneel gebruik van de krekenstelsels (de watermachine gedachte ). Onderzocht wordt of, en zo ja, waar en hoe ecologisch herstel, waterberging en watervoorziening (voor bijvoorbeeld droge periodes) kan worden gecombineerd. 6. Het waterschap pleit voor het kostenefficiënt inrichten van overlegstructuren. Waar mogelijk benutten van bestaande structuren in plaats van het oprichten van nieuwe structuren. In de deltabrede programma s ligt de nadruk sterk op de samenhang tussen de rijkswateren. Het waterschap volgt de ontwikkelingen binnen deze programma s nauwgezet voor wat betreft de relaties met de regionale watersystemen. De inzet van het waterschap concentreert zich vooral op twee gebiedsprogramma s die van direct belang zijn voor het realiseren van de speerpunten, namelijk Volkerak, West-Brabant en Oost Flakkee enerzijds en Bergen op Zoom aan Zee anderzijds (zie Tabel 1). Tabel 1: Voor het waterschap relevante gebiedsprogramma s van het uitvoeringsprogramma Gebiedsprogramma Volkerak, West Brabant en Oost Flakkee Veilig: Volkerak-Zoommeer inzetten voor waterberging. Verbeteren opvang en afvoer van water in krekengebied. Veerkrachtig: Toelaten zout water en beperkt getij in Volkerak-Zoommeer. Vitaal: Alternatieven voor zoetwatervoorziening realiseren. Ontwikkelingsplan voor gebruiksfuncties bij een zout Volkerak-Zoommeer. Volkerak en Grevelingen verbinden. Verbeteren opvang en afvoer van water in krekengebied en waar mogelijk ecologisch herstel. Gebiedsprogramma Bergen op Zoom aan Zee Veilig: Volkerak-Zoommeer inzetten voor waterberging. Veerkrachtig: Toelaten zout water en beperkt getij in Volkerak-Zoommeer. Aansluiten Binnenschelde op Zoommeer en/of Oosterschelde. Herstel waterkwaliteit en ecologie Markiezaatsmeer en Binnenschelde. Vitaal: Benutten van ontwikkelingsruimte zout Volkerak-Zoommeer als aanjager voor dit gebiedsprogramma. Gebruik zoet water uit de Brabantse Wal. Let op: Het Uitvoeringsprogramma gaat uit van het verzilten van het Volkerak-Zoommeer. Het besluit hiervoor is nog niet genomen (gepland voor 2012). Als niet wordt besloten tot verzilting, ontstaat er een nieuwe uitgangssituatie en zal de inhoud van de gebiedsprogramma s opnieuw worden bekeken. Gebiedsprogramma Volkerak, West-Brabant en Oost-Flakkee De provincie Noord-Brabant is trekker van dit programma. Rijkswaterstaat Zeeland (initiatiefnemer van planstudie waterkwaliteit Volkerak-Zoommeer) en de provincie financieren de variantenstudie voor een alternatieve zoetwatervoorziening. Het waterschap voert deze uit. Binnen het gebiedsprogramma is het waterschap trekker van een verkenning voor multifunctioneel gebruik van de krekenstelsel in West Brabant. Het gaat hierbij om verbeteren van de opvang en afvoer van water in het krekengebied, waar mogelijk in combinatie met ecologisch herstel. Tenslotte levert het waterschap expertise voor het in beeld brengen van gevolgen van en verkennen van mitigerende maatregelen voor noodberging op het Volkerak-Zoommeer. Gebiedsprogramma Bergen op Zoom aan Zee De gemeente Bergen op Zoom is trekker van dit gebiedsprogramma. In de huidige situatie is het waterbeheer van de Binnenschelde direct gekoppeld aan dat van het Volkerak-Zoommeer. Jaarlijks wordt water vanuit het Zoommeer ingelaten om de Binnenschelde in de zomermaanden op peil te houden. De kwaliteit van de Binnenschelde is ontoereikend tot slecht. Indien door het Rijk besloten wordt het Volkerak- Zoommeer te verzilten, kan niet langer zoet water worden ingelaten. Het inlaten van zout water, mits voldoende nutriëntenarm, en in combinatie met voldoende doorstroming en verversing kan ook voor de Binnenschelde een structurele impuls geven aan verbetering van de waterkwaliteit. Hier liggen meekoppel kansen voor de gemeente Bergen op Zoom (wonen, werken en recreëren aan het water). In dit gebiedsprogramma worden kansen en risico s voor aansluiting van de Binnenschelde op een zout Volkerak- Zoommeer nader verkend. -3-

Voor het Markiezaatmeer is er geen directe koppeling met het Volkerak-Zoommeer. Voor dit waterlichaam zullen kansen en risico s van aansluiten op een zout Volkerak-Zoommeer onderzocht. Dit is een van de acties uit het ontwerp-beheerplan Natura 2000, waarvoor de provincie Noord-Brabant bevoegd gezag is. Naast zoutwater opties worden zoetwater opties verkend. Het waterschap levert expertise voor de verkenningen. Het waterschap levert ook expertise voor verkenning van mogelijkheden voor een kostenefficiënt gebruik van zoet water uit de Brabantse Wal en hergebruik van mogelijkheden voor benutting van effluent van de rwzi Bath. Andere deelnemers aan het gebiedsprogramma zijn: gemeente Bergen op Zoom, provincie Noord- Brabant, Rijkswaterstaat Zeeland, provincie Zeeland en Stichting t Brabants Landschap. Het samenwerkingsprotocol zal het karakter hebben van een intentieverklaring. Het waterschap stelt de volgende randvoorwaarden voor ondertekening van het samenwerkingsprotocol: Het waterschap is partner (geen trekker) en levert bijdragen vanuit de kerntaken (veiligheid, watervoorziening, waterkwaliteit). Het waterschap kan wel trekker zijn van onderdelen binnen de twee gebiedsprogramma s waar het als partner aan zal deelnemen (Volkerak, West-Brabant en Oost-flakkee en Bergen op Zoom aan Zee. Voor Binnenschelde en Markiezaatsmeer worden zowel kansrijk geachte zoete als zoute varianten nader verkend met het oog op een structurele verbetering van de watersysteemkwaliteit. De beoogde verbetering van de watersysteemkwaliteit is gericht op het gefaseerd realiseren van de KRW en Natura 2000 doelen (waar mogelijk in 2015, uiterlijk in 2027). De bijdragen van het waterschap betreffen het samen met andere partners verkennen van mogelijke oplossingsrichtingen. Over financiering van eventuele maatregelen die eruit voort kunnen vloeien zullen nieuwe afspraken moeten worden gemaakt met de deelnemende partners. Voorgestelde maatregelen zullen haalbaar en betaalbaar en robuust moeten zijn voor wat betreft veiligheid, waterkwaliteit en watervoorziening. Het samenwerkingsprotocol zal naar verwachting in december 2010 gereedkomen ter ondertekening. Beoordeling Financiële gevolgen De financiële en personele bijdragen van het waterschap aan het Uitvoeringsprogramma Zuidwestelijke Delta maken onderdeel uit van de bestaande meerjarenbegroting. Zo is voor 2011 en 2012 40.000,- per jaar opgenomen voor de bijdrage van het waterschap aan de werkingskosten van het Programmabureau Zuidwestelijke Delta. Ook de waterschappen Hollandse Delta en Scheldestromen i.o. leveren deze jaarlijkse bijdrage. Voorts is er een bestaand investeringsproject (IP 6311) gericht op een variantenstudie en maatregelen voor de Binnenschelde. Vanuit dit project kan ook een bijdrage worden geleverd aan de variantenstudie voor het Markiezaatsmeer. De kosten van de variantenstudies voor een alternatieve zoetwatervoorziening (in het kader van de planstudie waterkwaliteit Volkerak-Zoommeer) worden grotendeels gedragen door Rijkswaterstaat Zeeland en de provincie Noord-Brabant. Rijkswaterstaat Zeeland neemt het leeuwendeel van de kosten voor studies naar noodberging voor zij rekening. Voor de Stuurgroep Delta Maas zal vanaf 2011 een jaarlijkse bijdrage voor de werkingskosten worden gevraagd. De hoogte van de bijdrage is nog niet bekend, maar zal naar verwachting passen binnen de meerjarenbegroting. Financiering van eventuele toekomstige maatregelen die uit de verkenningen als wenselijk, haalbaar en betaalbaar naar voren zullen komen, is nog niet voorzien in de bestaande meerjarenbegroting. Voorstellen hiervoor zullen t.z.t. aan het bestuur worden voorgelegd. Juridische gevolgen niet van toepassing Personele gevolgen Het waterschap (net als collega waterschappen) levert 0,6 fte per jaar voor activiteiten van het programmabureau (inhoud, strategie en communicatie). Dit is exclusief de inzet voor de twee gebiedsprogramma s. Voor de beide gebiedsprogramma s wordt respectievelijk 0,5 fte per jaar ingezet. De inzet wordt volledig gepleegd vanuit de bestaande formatie. In additionele inzet van personeel in het kader van studies en verkenningen voor het Nationaal Deltaprogramma is niet voorzien binnen de huidige formatie. Zodra de plannen van het Rijk hiervoor concreter worden ingevuld zal worden beoordeeld in hoeverre hiervoor extra inzet van het waterschap noodzakelijk wordt geacht. Eventuele voorstellen hiervoor zullen aan het bestuur worden voorgelegd. Overig niet van toepassing -4-

* MVO gevolgen MVO aspect: Score: De actie gaat verder dan de wettelijke verplichtingen en kerntaken van het waterschap: 0 De actie kan wel betrekking hebben op het uitvoeren van kerntaken, maar onderscheidt zich dan van het reguliere werk doordat er in de wijze van uitvoering extra aandacht is voor de aspecten People, Planet en Profit: Door de samenhangende aanpak van veilig, veerkrachtig en vitaal kan het waterschap door een proactieve inzet voor het uitvoeringsprogramma bijdragen aan duurzame ontwikkeling, beheer en gebruik van de delta. De actie kenmerkt zich door vernieuwende en/of grensverleggende aspecten, gericht op één of meer van de drie P's: Het daadwerkelijk over de eigen beheersgrenzen samenwerken in gebiedsallianties mag als vernieuwend worden aangemerkt. De actie leent zich om er buiten de organisatie over te communiceren zodat ook andere partijen er van kunnen leren en het waterschap verantwoording aflegt over gemaakte keuzes: Aanpak door middel van gebiedsallianties verdient navolging. 2 1 1 MVO score: * ** *** **** Totaalscore van de 4 aspecten 4 Communicatieparagraaf Het proces rondom het uitvoeringsprogramma Zuidwestelijke Delta 2010-2015+ is complex met diverse regionale en landelijke spelers. De Stuurgroep Zuidwestelijke Delta heeft daarom een communicatie- en participatiestrategie ontwikkeld waarbij ruimte is ingebouwd voor periodieke gesprekken met verschillende maatschappelijke sectoren. Daarnaast verzorgt het programmabureau op verzoek presentaties voor bijvoorbeeld waterschapsbesturen. Het waterschap neemt deel aan de werkgroep die het communicatie- en participatietraject begeleid. Gemeenten zijn vertegenwoordigd in de Adviesgroep (met maatschappelijke sectoren en natuur- en milieuorganisaties) waarvan de voorzitter deelneemt aan de stuurgroepvergaderingen. Advies Het AB stemt in met de randvoorwaarden voor het opstellen van het samenwerkingsprotocol voor uitvoering van het Uitvoeringsprogramma Zuidwestelijke Delta 2010-2015+, en geeft het DB toestemming om het protocol samen met de andere partners vorm te geven en te ondertekenen. Het dagelijks bestuur, De dijkgraaf De secretaris-directeur J.A.M. Vos ir. H.T.C. van Stokkom -5-

Adviesnota aan het algemeen bestuur Zaaknummer : 10.ZK21558 Kenmerk : 10IT010000 Barcode : 10IT010000 Onderwerp : parkeren op en om Bouvigne Sector en afdeling : concernstaf/communicatie Datum behandeling : 13 oktober 2010 Agendapunt : 3n Ter inzage bij de concernstaf : -- Bijlage(n) : e-mail met verzoek agendering onderwerp parkeren voor AB (10IN022986) Aan het algemeen bestuur Aanleiding Door de fractie Algemene Waterschapspartij (AWP) zijn zorgen geuit over de negatieve publiciteit rondom het waterschap door berichten in de media over parkeren. De fractie wil graag een bijdrage leveren aan een positievere beeldvorming en heeft het dagelijks bestuur gevraagd een notitie over parkeren te maken. Daarnaast is door de fracties PvdA, Water Natuurlijk en Vrienden van het Markdal en Buitenplaats Bouvigne (VMBB)uit het algemeen bestuur gevraagd het onderwerp parkeren te agenderen voor de opiniërende vergadering van het algemeen bestuur op 15 september 2010. De fracties verzoeken het dagelijks bestuur het algemeen bestuur te informeren over het parkeren op en om Bouvigne en de maatregelen die het bestuur neemt om de openbare ruimte zo min mogelijk te belasten. Deze notitie beantwoordt het doel van het door de fracties Water Natuurlijk, PvdA en VMBB geformuleerde conceptbesluit en gaat daarbij nog verder. Context In de plannen voor de nieuwbouw op het Hof van Bouvigne is parkeren steeds een belangrijk onderdeel geweest. Nadat verschillende alternatieven zoals een parkeergarage niet mogelijk bleken, zijn er uiteindelijk aan de zuidzijde van het pand parkeerplaatsen gerealiseerd en kan het waterschap gebruik maken van het terrein bij restaurant Bouvigne Paradijs. Daarnaast is er openbare parkeergelegenheid langs de Bouvignedreef en de Bouvignelaan. Inmiddels is het nieuwe kantoor op Bouvigne drie maanden in gebruik en is er een eerste beeld hoe de medewerkers en bezoekers reizen en parkeren. Om helderheid te verschaffen in de werkelijke situatie en om aan te geven welke acties het waterschap heeft ondernomen en nog gaat ondernemen om de openbare ruimte zo min mogelijk te belasten, is deze notitie Parkeren op en om Bouvigne opgesteld. Bestuurlijke besluitvorming In 2004 heeft het algemeen bestuur besloten om het nieuwe kantoor van het waterschap te vestigen op Bouvigne. In 2006 heeft het algemeen bestuur de bijgestelde plannen voor het pand goedgekeurd. Door de gemeente Breda is in 2008 een bouwvergunning afgegeven. Hierin stond beschreven aan welke eisen op het gebied van parkeren de omgeving van de nieuwbouw moest voldoen. Vraagstelling Wat zijn de afspraken die over parkeren zijn gemaakt en welke maatregelen neemt het dagelijks bestuur om de openbare ruimte zo min mogelijk te belasten? AB-leden kunnen feitelijke en technische vragen tot maandagochtend 09.00 uur voorafgaand aan de opiniërende vergadering stellen aan de secretaris: h.van.stokkom@brabantsedelta.nl of via EXTRANET: Vraag het de secretaris.

Strategie Deze notitie geeft om te beginnen een overzicht van de formele kant van het parkeren. Wat zijn de cijfers en wat is er afgesproken. Vervolgens gaat deze notitie in op de acties die het waterschap onderneemt om de openbare ruimte zo min mogelijk te belasten. De elementen die aan bod komen zijn: beschikbare parkeerplaatsen; bezoekers van het waterschap; acties tot nog toe; beeldvorming; komende acties, waaronder het vervoersplan; overige maatregelen om de openbare ruimte zo min mogelijk te belasten. Beschikbare parkeerplaatsen Het waterschap heeft in totaal zo n 200 parkeerplaatsen beschikbaar. Aan de zuidzijde zijn er 118 en aan de noordzijde, deels op eigen grond, zijn er 70 à 90 parkeerplaatsen ter beschikking. Deze laatste zijn in gemeenschappelijk gebruik met restaurant Bouvigne Paradijs. Het programma van eisen voor de nieuwbouw omvatte in 2004 135 parkeerplaatsen. Bij de door het algemeen bestuur geaccordeerde gewijzigde plannen in 2006 is dit bijgesteld naar 118. Voor de nieuwbouw legde de gemeente Breda indertijd een parkeernorm op van 104 parkeerplaatsen op eigen terrein. De parkeernorm die de gemeente Breda heeft gehanteerd is gebaseerd op de Aanbevelingen voor verkeersvoorzieningen binnen de bebouwde kom van het Centrum voor regelgeving en Onderzoek in de Grond-, Water- en Wegenbouw (CROW). De door het CROW ontwikkelde en door de gemeente Breda overgenomen parkeernormen zijn met name bedoeld om een objectief en toetsbaar cijfer vast te stellen. Voor kantoren zonder baliefunctie zoals Bouvigne geldt een parkeernorm van 1,2 parkeerplaats per 100 m 2 bruto vloeroppervlak. Bij de bepaling van de parkeernorm is er uitgegaan van 5% bezoekers en daarom diende bij Bouvigne in 104 parkeerplaatsen te worden voorzien. Een parkeernorm veronderstelt dat de overige voertuigen aan de openbare weg geparkeerd worden. Bezoekers van het waterschap Net zo min als op Bergschot heeft het hoofdkantoor een baliefunctie in de zin van de door de gemeente Breda gestelde parkeernorm. Anders dan op Bergschot vervoegen belastingplichtigen zich nu bij het belastingkantoor aan de Druivenstraat met vragen en opmerkingen of voor betalingen. Aanvragen voor ontheffingen/vergunningen kunnen worden gedownload via de website en digitaal of per post worden ingediend. De daarop genomen besluiten zelf worden per post verstuurd naar de aanvrager. Aanvragers voor ontheffingen hoeven daarvoor niet naar het hoofdkantoor te komen. Bezoekers die komen hebben meestal een vergadering of een afspraak met een medewerker of een bestuurder. Daarnaast komen er leveranciers voor bijvoorbeeld facilitaire zaken zoals de catering of de bouw. En natuurlijk zijn er bezoekers voor de tuinen. Vanaf 1 oktober 2010 is het kasteel ook een officiële trouwlocatie van de gemeente Breda. Acties tot nog toe De parkeernorm van de gemeente Breda verplicht om minimaal 104 parkeerplaatsen aan te leggen op eigen terrein. Omdat het waterschap zich bewust is van haar maatschappelijke positie en zich verantwoordelijk voelt om in het kader van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen de openbare ruimte zo min mogelijk te belasten, zijn er verschillende extra inspanningen gedaan. Door 118 parkeerplaatsen te realiseren heeft het waterschap meer gedaan dan verplicht was. Daarnaast zijn er afspraken gemaakt met de uitbater van het restaurant Bouvigne Paradijs om de parkeerplaats rondom het restaurant zo goed mogelijk in te zetten. Hier zijn 70 à 90 plaatsen beschikbaar. Medewerkers van het waterschap en eventueel bezoekers van het Mastbos parkeren er overdag. s Avonds is het gedeelte dat in eigendom is van het waterschap beschikbaar voor de restaurantgasten. In totaal zijn er op de twee parkeerterreinen zo n 200 parkeerplaatsen beschikbaar voor de 350 medewerkers die in het pand werken en voor de bezoekers. Vanaf het moment dat de plannen voor de nieuwbouw op Bouvigne concreet werden, is door het waterschap aangegeven dat zij meer wil doen dan de regelgeving voorschrijft en dat de organisatie actief wil meedenken en meehelpen om het parkeren in de openbare ruimte, met name het Mastbos, te verminderen. Zo is er aangeboden om buiten kantooruren beide parkeerterreinen ter beschikking te stellen aan bezoekers van het bos. -2-

Het is toegestaan om te parkeren aan de openbare weg. Het waterschap kan daarom bezoekers of personeelsleden niet verbieden om in de Bouvignedreef te parkeren. Wel is er door het management aan de medewerkers al voorafgaand aan de verhuizing dringend verzocht bij voorrang beide parkeerterreinen te benutten en pas als deze volledig bezet zijn, langs de openbare weg te parkeren in de Bouvignedreef en Bouvignelaan. In de praktijk blijkt men bij die keuze in de Bouvignedreef te parkeren en niet in de Bouvignelaan. Toen bleek dat er inderdaad geparkeerd werd op de Bouvignedreef is op verzoek van Staatsbosbeheer afgesproken om dat in ieder geval pas na de speelweide (150 m vanaf de Bouvignelaan) te doen. De secretaris-directeur heeft zowel in juli als in augustus aan alle medewerkers een oproep gedaan om niet te parkeren aan het begin van de Bouvignedreef. Om de gedragslijn goed tussen de oren te krijgen zal hierover ook de komende tijd nog geregeld worden gecommuniceerd met de medewerkers. Medewerkers die toch vooraan de Bouvignedreef parkeren, worden individueel aangesproken op hun parkeergedrag. Beeldvorming De formele lijn zoals hierboven beschreven is altijd door het waterschap gevolgd en gecommuniceerd. Sommige mensen uit de omgeving van het Mastbos ervaren auto s in het Mastbos als hinderlijk en zien het als verstoring van de omgeving. Enkele van hen zien het echt als parkeeroverlast. Dat was al het geval voordat het gefuseerde waterschap 2004 haar intrek nam op Bouvigne. In de afgelopen maanden is er in de pers het beeld gecreëerd dat er vanwege de twee aanwezige parkeerterreinen niet in het Mastbos langs de Bouvignedreef zou hoeven te worden geparkeerd. Dit beeld lijkt voor buitenstaanders zelfs de realiteit lijkt te zijn. Hierdoor wordt het imago van het waterschap negatief uitvergroot. Komende acties 1. Het vervoersplan Naast de verschillende acties die het waterschap tot nog toe al heeft ondernomen, wil het dagelijks bestuur mede vanuit oogpunt van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) en om gehoor te geven aan negatieve gevoelens vanuit de omgeving, een extra bijdrage leveren door het inzetten van ondermeer een vervoers- en mobiliteitsplan. In het vervoersplan wordt ingezet op het bevorderen van het fietsen/carpoolen en het temperen van het aantal autoritten van medewerkers van en naar Bouvigne. Hiertoe is een onderzoek gedaan naar de woonplaats en vervoerwijze van medewerkers. Ook is gekeken geïnventariseerd wat medewerkers kan overhalen om een andere vervoerwijze te kiezen. Het vervoersplan is op 7 september 2010 goedgekeurd door het dagelijks bestuur en bevat de volgende maatregelen: 1. Bevorderen van fietsen Dit gebeurt door het aanspreken van medewerkers die tot 10 kilometer van hun werk af wonen en door het verstrekken van een fietskilometervergoeding. Ook worden mogelijkheden geboden een fiets via het werk aan te schaffen en wordt de toegankelijkheid van het pand via de fietsenstalling vergroot. In de fietsenstalling worden voorzieningen gemaakt om bijvoorbeeld regenkleding te laten drogen. 2. Bevorderen van carpoolen In het onderzoek dat de basis vormt van het vervoersplan is aan de medewerkers gevraagd waar zij wonen. Het waterschap gaat potentiële carpoolers actief benaderen en carpoolplaatsen inrichten. 3. Verbeteren van lokaal openbaar vervoer In overleg treden met het vervoerbedrijf of de busdienst kan worden geïntensiveerd, nagaan wat mogelijkheden zijn van een eigen busdienst naar het NS-station en samen met andere organisaties in de buurt zoals Den Hey-Acker om te kijken of er gezamenlijk naar verbetering van openbaar vervoer kan worden gewerkt. 4. Telewerken en inzet van roosters De nieuwe CAO kent vanaf 2011 een 36-urige werkweek. Het waterschap gaat stimuleren om 4 x 9 (in plaats van 5 dagen) te werken en hierin een spreiding gedurende de week aan te brengen. Daarnaast zal in samenspraak met de OR een telewerkregeling worden ontwikkeld. -3-

5. Terugdringen van parkeerterreingebruik door externen In de afgelopen maanden is er door bedrijven nog veel gewerkt in en om het pand. De bedrijfswagens gebruiken een deel van de parkeerplaatsen. De werkzaamheden zijn voor het overgrote deel afgerond zodat er minder bedrijfswagens staan. Daarnaast zet het waterschap zich in om het aantal inhuurkrachten te verminderen en worden externen actief geïnformeerd over het parkeerbeleid. Ook worden zij als dat kan aangesproken op hun parkeergedrag. 6. Achteringang openstellen De achteringang van het pand, naast de fietsenstalling, wordt opengesteld voor ondermeer fietsers zodat zij overdag gemakkelijker en sneller het pand in en uit kunnen gaan. 7. Realiseren van een motorstalling Motoren worden nu in parkeervakken geplaatst. Bij de fietsenstalling wordt nu een aparte motorstalling gerealiseerd. 2. Overige maatregelen om de openbare ruimte zo min mogelijk te belasten Bezoekers komen over het algemeen per auto naar Bouvigne. Op de website van het waterschap staat een routebeschrijving en slechts summiere informatie over het openbaar vervoer. Dit wordt aangepast en bezoekers worden opgeroepen gebruik te maken van andere wijzen van vervoer zoals de bus of de fiets. Ook wordt gekeken op welke andere manieren kan worden gecommuniceerd over waar kan worden geparkeerd en hoe bezoekers op een andere manier dan met de auto naar Bouvigne kunnen komen. Beoordeling Financiële gevolgen Voor uitvoering van de acties uit het vervoersplan is 75.000 begroot. Juridische gevolgen Deze zijn nog niet bekend en zijn afhankelijk van de precieze uitwerking van de regelingen zoals deze in het vervoersplan zijn opgenomen. Personele gevolgen Nog niet in beeld omdat zij afhankelijk zijn van de uitwerking van het vervoersplan. Overig niet van toepassing MVO gevolgen MVO aspect: De actie gaat verder dan de wettelijke verplichtingen en kerntaken van het waterschap: Door de acties die eerder zijn genomen en die nog worden ondernomen om het parkeren op en om Bouvigne te regelen, waaronder het terugdringen van het autogebruik door medewerkers en bezoekers gaat verder dan de wettelijke verplichting. De actie kan wel betrekking hebben op het uitvoeren van kerntaken, maar onderscheidt zich dan van het reguliere werk doordat er in de wijze van uitvoering extra aandacht is voor de aspecten People, Planet en Profit: De acties die het waterschap neemt zijn hebben positieve effecten op het milieu, door het terugdringen van autogebruik, en op de gezondheid van de medewerkers. De actie kenmerkt zich door vernieuwende en/of grensverleggende aspecten, gericht op één of meer van de drie P's: Het vervoersplan kijkt in zeer brede zin naar milieuvriendelijke vervoersmogelijkheden en naar manieren om het aantal autoritten te verminderen (planet). De actie leent zich om er buiten de organisatie over te communiceren zodat ook andere 1 partijen er van kunnen leren en het waterschap verantwoording aflegt over gemaakte keuzes: De elementen uit de notitie kunnen gebruikt worden voor communicatie richting externen en een vervoersplan is ook een in te zetten instrument voor andere organisaties die met een zelfde vraagstukken zitten. Totaalscore van de 4 aspecten 6 MVO score: * ** *** **** Score: 2 2 1-4-

Communicatieparagraaf Het waterschap heeft sinds 2004 een consequente en consistente beleidslijn gevolgd die overeenkwam met bovengeschetst beleid van de gemeente Breda. Vanuit het waterschap is steeds ingezet op communicatie vanuit de formele kant van de zaak, zoals de parkeernorm en aantallen parkeerplaatsen. Het waterschap is in de afgelopen maanden over dit onderwerp een aantal keer in de pers geweest. Dit heeft helaas geleid tot negatieve beeldvorming. Het dagelijks bestuur vindt dat jammer en kijkt op welke wijze de beeldvorming kan worden verbeterd. Tot nog toe is bewust voor gekozen om niet actief naar buiten toe te communiceren over parkeren. Met deze notitie en de communicatie rondom de opening van het pand hoopt het dagelijks bestuur de beeldvorming te verbeteren. De notitie zit bij de stukken voor de vergadering van het opiniërend algemeen bestuur van 15 september 2010 en wordt daarmee openbaar. Advies Het AB neemt kennis van de notitie Parkeren op en om Bouvigne. Het dagelijks bestuur, De dijkgraaf De secretaris-directeur J.A.M. Vos ir. H.T.C. van Stokkom -5-

Verzoek agendering agendapunt vergadering algemeen bestuur 15 september 2010 Bijlage bij notitie Parkeren op en om Bouvigne Corsanummer 10IN022986 -----Oorspronkelijk bericht----- Van: Paul van den Berg [mailto:phmberg@xs4all.nl] Verzonden: maandag 30 augustus 2010 12:36 Aan: Vos, Joseph; Stokkom, Hein van; Merks, Anton CC: 'Frans Jackson'; 'Flip Aertssen'; 'j.a. van riet'; 'Nol Verdaasdonk'; 'Nol Verdaasdonk' Onderwerp: Bericht aan de voorzitter DB: Verzoek om onderwerp op agenda AB vergadering te zetten Geachte voorzitter, De hieronder genoemde fracties van het Algemeen Bestuur verzoeken de voorzitter van het Dagelijks Bestuur om het onderwerp "Aanpak parkeeroverlast door waterschap rond Buitenplaats Bouvigne" tijdig ter bespreking op de agenda van de AB vergadering van 15 september 2010 te plaatsen. Wij nodigen het DB uit om in de vergadering van 15 september a.s. (of zoveel eerder als mogelijk) het AB te informeren over de wijze waarop het DB dit probleem op de kortst mogelijke termijn denkt op te gaan lossen. Aandachtspunten daarbij zijn : Ø De ontwikkeling van de parkeeroverlast door autogebruik van en naar het Waterschapskantoor Bouvigne. Ø De al door het DB genomen maatregelen om parkeeroverlast in de omgeving te voorkomen en zo mogelijk de resultaten hiervan. Ø Kennis te nemen van het "vervoerplan" (zoals verzocht door het vorige AB) en de mogelijke verbeterpunten. Ø Eventuele aanvullende maatregelen van het DB om parkeeroverlast rondom het Waterschapskantoor te voorkomen. Conceptbesluit: Het Algemeen Bestuur van het waterschap vraagt het Dagelijks Bestuur op de kortst mogelijke termijn de parkeeroverlast op een adequate manier duurzaam op te lossen (al dan niet met gebruikmaking van een "vervoersplan"). Wij hopen op een vruchtbare discussie teneinde zo spoedig mogelijk een duurzame oplossing voor de ontstane parkeerproblematiek te bewerkstelligen. Ondersteund door: Fractie Vrienden Markdal Buitenplaats Bouvigne Fractie PvdA Fractie Water Natuurlijk

Zaaknr. : 10.ZK21558/10.B0313 Kenmerk : 10IT008280 Barcode : *10IT008280* afhandeling klacht maaien aardaker Molenplaat Bergen op Zoom Mededeling voor het algemeen bestuur van 13 oktober 2010; agendapunt 4a Tijdens de vergadering van het algemeen bestuur op 21 juli 2010 werd gevraagd naar de stand van zaken omtrent de klacht over het maaien van de beschermde aardaker op de Molenplaat in Bergen op Zoom. Over het maaien verschenen korte artikelen in BNDeStem op 15 juli 2010 en 16 juli 2010. Het gemaaide stuk grond valt onder de verantwoordelijkheid van het waterschap. Het deel waar de aardaker op stond is tijdens de eerste maaironde van de keringen gemaaid. Op 27 juli zijn medewerkers van het waterschap naar de Molenplaat geweest, waar zij een afspraak hadden met de heer Bentvelzen. De heer Bentvelzen was degene die de aardaker had gezien en de klacht indiende over het maaien. Hij heeft de locatie aangewezen waar hij de aardaker gezien had. Aan de heer Bentvelzen is uitgelegd hoe het waterschap te werk gegaan is. Dat staat in het vervolg van deze mededeling ook uitgewerkt. Daarnaast is met de heer Bentvelzen afgesproken dat het waterschap volgend jaar, nu de locatie goed in beeld is, de aardaker op die locatie ook zal sparen, mits de primaire functie van de waterkering niet in het geding komt. Want veiligheid blijft altijd voorop staan. Het waterschap loopt voor het maaien zo goed mogelijk de keringen na om te kijken of er beschermde planten voorkomen. Dat is ook voor de Molenplaat gedaan. Helaas is op deze locatie de aardaker over het hoofd gezien. Wel zijn enkele andere locaties op de Molenplaat, waar ook aardaker staat, gespaard. Daarnaast zijn ook locaties waar de bijenorchis staat op de Molenplaat gespaard. Het waterschap doet zoveel mogelijk om beschermde soorten te sparen. Voorafgaand aan de eerste maaibeurt is een bijeenkomst gehouden voor de mensen die het maaiwerk uitvoeren (de aannemer) en de medewerkers van het waterschap die het maaiwerk begeleiden. Daarbij zijn ook de beschermde plantensoorten aan de orde gekomen die mogelijk op de keringen voor kunnen komen, waaronder de aardaker. De medewerkers hebben toen informatie gekregen met plaatjes van deze soorten, zodat ze deze soorten ook kunnen herkennen in het veld en kunnen sparen. Deze werkwijze is zoals beschreven in de handleiding ecologisch maaien. Ondanks deze voorbereiding is de aardaker op een deel van de Molenplaat helaas toch over het hoofd gezien. Er zit wel verschil in zwaarte van bescherming van soorten. Zo is bijvoorbeeld de bijenorchis een zogenaamde tabel 2 soort; deze is zwaarder beschermd dan ondermeer de aardaker, een tabel 1 soort. Formeel hoeft het waterschap conform de gedragscode Flora- en faunawet bij het reguliere beheer en onderhoud alleen rekening te houden met tabel 2 en 3 soorten. Dus strikt genomen had het waterschap de aardaker niet hoeven sparen. Dit streeft het waterschap wel na wel omdat tabel 1 soorten tenslotte ook beschermd zijn daar deze soorten in aantallen afnemen of in sommige gebieden in Nederland zeldzaam zijn. In het kader van de biodiversiteit is het gewenst om ook deze soorten te sparen, en dat doet het waterschap dan ook voor zover mogelijk, dit als "extra" bovenop de gedragscode.

Zaaknr. : Kenmerk : 10IT009079 Barcode : *10IT009079* terugkoppeling projectgroep budgetbeheer Mededeling voor het algemeen bestuur van 13 oktober 2010; agendapunt 4b In het DB van 6 april 2010 is ingestemd om een compacte projectgroep aan de slag te laten gaan met de problematiek rondom budgetbeheer. Aanleiding hiervoor was het grote verschil in resultaat tussen de jaarrekening 2009 en de prognoses afgegeven bij de marap 3-2009. De opdracht van de werkgroep was om het proces van budgetbeheer te beoordelen op het vlak van zowel de techniek, het proces, de rollen en de gedrags- en cultuuraspecten. In het MT van 20 april 2010 is het plan van aanpak van de projectgroep nader besproken. Er is voor gekozen om interviews te houden met de belangrijke actoren in het proces van budgetbeheer. In de maand mei zijn een 17-tal interviews afgenomen met doorsneden van budgethouders, beleidsveldbeheerders en overige betrokkenen. Deze open interviews zijn afgenomen via een standaard vragenlijst en nagenoeg letterlijk uitgewerkt. Vervolgens zijn de uitwerkingen naast elkaar gelegd en is door codering, het zoeken naar woorden/uitspraken/meningen die frequent voorkomen, een gezamenlijke lijn uit de interviews gehaald. Op 22 juni 2010 heeft het MT ingestemd met de eerste conclusies en aanbevelingen van de projectgroep, voortkomend uit de interviews. Tevens heeft het MT de projectgroep opdracht gegeven het vervolg plan van aanpak verder op te stellen en te coördineren. In het MT van 19 juli gevolgd door het DB van 27 juli is dit vervolgplan ingediend en besproken. In dit vervolgplan zijn de negen belangrijkste conclusies/aanbevelingen uit het onderzoek opgesomd. Aan iedere conclusie is een hoofdactor gekoppeld, die verantwoordelijk is voor de uitwerking en de implementatie van het betreffende punt binnen de aangegeven tijdsplanning. Onderdeel hiervan maakt uit het concreet benoemen van de te bereiken resultaten. De negen punten zijn: 1. Gedrags- en cultuuraspecten Doel : Het onder de aandacht brengen van de geconstateerde gedrags- en cultuuraspecten in het algemeen en het op gang brengen van de interactie tussen de diverse actoren in het proces budgetbeheer in het bijzonder. Planning : juli 2010 tot en met februari 2011 (oplevering jaarrekening 2010) 2. Detail planning P&C-cyclus Doel : Het opstellen van een detailplanning en het overdragen van deze planning aan de verantwoordelijke partijen. Planning : juli 2010 tot en met november 2010 3. Kennis en kunde van de actoren in het proces Budgetbeheer. Doel : Het opzetten van een intern bijscholingstraject en het opnemen van inwerkprogramma s in het opleidingsbeleid. Planning : Het opstellen van een plan en intern bijscholingstraject in 2010 en het maken van concrete individuele afspraken in de planningsgesprekken van 2011 (integreren in opleidingsbeleid). 4. Rol en taakverdeling in de driehoek FEZ, bedrijfskundige en concerncontroller. Doel : Het beschrijven en op elkaar afstemmen van de diverse rollen (FEZ, bedrijfskundige, en concerncontroller) en het verder invullen van de rol van FEZ. Planning : juli 2010 tot en met november 2010 5. Vereenvoudiging en verduidelijking van de indirecte kosten Doel : Het maken van onderlinge afspraken omtrent het analyseren van de indirecte lasten en het communiceren van afwijkingen + het vereenvoudigen van de complexe interne doorbelastingstructuur. Planning : juli 2010 gereed eind 2010, hiervan is fase 1 reeds afgerond en vindt zijn beslag in begroting 2011

6. Formatiebeheer Doel : Het verkrijgen van duidelijkheid rondom formatiebeheer, zodanig dat afdelingshoofden altijd op de hoogte zijn van de formatiekosten en de beschikbare financiële middelen ten behoeve van de inhuur van personeel. Planning : juli 2010 tot en met november 2010 7. De urenmarkt en het schrijven van uren Doel : Het opstellen van de spelregels rondom het maken en evalueren van afspraken omtrent de ureninzet + het evalueren van de mate van detail van het tijdschrijven. Planning : juli 2010 eind 2010 8. Het koppelen van financiële cijfers aan doelrealisaties Doel : Het verder uitwerken van de koppeling van financiële cijfers aan doelrealisaties. Planning : juli 2010 2011 9. Ontwikkeling van de marap als stuurinstrument Doel : Het ontwikkelen van de marap als stuurinstrument Planning : juli 2010 mei 2011 De negen belangrijkste conclusies/aanbevelingen uit de interviews worden de komende maanden verder uitgewerkt. De projectgroep organiseert hiervoor in de maand augustus sessies met de hoofdactoren om de opdrachten uit te zetten. Hierbij wordt de nodige achtergrond en detailinformatie verstrekt. Vervolgens wordt de hoofdactoren gevraagd hun eigen werkgroep te formeren. Hierbij zal aangehaakt worden bij het intensieve opleidings- en verandertraject dat in september 2010 start in het kader van het GAS-project. Daarbij is er sowieso een sterke koppeling met de invoering van het GAS-systeem als het gaat om systeemknelpunten. In overleg met de projectgroep GAS wordt gezocht naar de meest effectieve oplossingen. De projectgroep zal één keer in de zes weken met de hoofdactoren bij elkaar te komen om de voortgang te bespreken. De rol van de projectgroep zal bestaan uit het coördineren, bewaken van de voortgang en rapporteren van de vorderingen richting MT en DB. Daarnaast is door het DB besloten om het vervolg plan van aanpak aan te bieden aan de accountant voor een externe toets. Deze externe toetsing zou complementair moeten zijn op het werk van de projectgroep en een oordeel geven of dit een goede en afdoende aanpak is om te komen tot een structurele verbetering van het budgetbeheer en -prognose binnen onze organisatie. -2-

Agendapunt 5a

Ingekomen email Agendapunt 5b Beste Hein, Graag ontvangt onze fractie per post een plattegrond (tekening) van het EIGEN parkeerterrein van ons waterschap bij restaurant Bouvigne Paradijs. In deze plattegrond zien wij graag duidelijk de 70 parkeerplaatsen ingetekend. Het gaat ons alleen om de EIGEN grond van het waterschap, niet om de overige grond (van derden) van het gehele parkeerterrein bij Bouvigne Paradijs. Graag zien wij op de gevraagde tekening de precieze afmetingen van het EIGEN terrein vermeld, alsmede de precieze afmetingen van de 70 parkeervakken. Omdat in een recente AB-vergadering nogmaals door het DB is bevestigd dat de 70 parkeerplaatsen zijn op EIGEN terrrein bij Bouvigne Paradijs, nemen wij aan dat de gevraagde informatie zonder moeite snel beschikbaar kan zijn. Hartelijk dank en vriendelijke groeten, Namens Fractie Vrienden Markdal Buitenplaats Bouvigne Paul van den Berg, AB

Van: Stokkom, Hein van Verzonden: maandag 26 juli 2010 11:00 Aan: 'phmberg@xs4ll.nl' CC: Geelen, Paul van; Driesen, Nicole Onderwerp: Plattegrond van parkeerterrein Paradijs Geachte heer Van den Berg, beste Paul, Inderdaad is deze informatie zonder al te veel moeite snel beschikbaar. Om u snel van dienst te kunnen zijn, antwoord ik per mail. Het parkeerterrein aan de noordzijde van Landgoed Bouvigne is qua eigendom deels in handen van het waterschap. De grootte van dit gedeelte is voldoende om er 70 auto's op te parkeren. Het overige deel van het parkeerterrein is eigendom van Restaurant Bouvigne Paradijs. Er zijn afspraken gemaakt met de eigenaar/uitbater van Restaurant Bouvigne Paradijs over het gebruik van het gehele parkeerterrein. Deze recent nog bevestigde, afspraken zijn dat het waterschap een groter deel van het parkeerterrein mag gebruiken dan het eigen eigendomsgedeelte betreft. Dat geldt ook andersom voor de gasten van het restaurant. Dit levert in de regel geen problemen op omdat de perioden waarin restaurantgasten (eind van de dag, 's avonds, weekend) en waterschapsmedewerkers (overdag) het terrein willen gebruiken, niet gelijk vallen. Om deze redenen is het eigendomsdeel van het waterschap van het parkeerterrein ter plaatse niet aangegeven Ook daarom zijn de parkeerplaatsen op het terrein niet gemarkeerd, dan wel op een tekening ingetekend. Ik acht het toesturen van een tekening van het parkeerterrein sec daarom niets aan informatie toevoegen. Met vriendelijke groet, Hein van Stokkom secretaris-directeur

Van: Stokkom, Hein van [mailto:h.van.stokkom@brabantsedelta.nl] Verzonden: maandag 26 juli 2010 11:09 Aan: Paul van den Berg (E-mail) Onderwerp: FW: Plattegrond van parkeerterrein Paradijs Geachte heer Van den Berg, beste Paul, Sorry, er stond een foutje in het e-adres. Hierbij alsnog. Met vriendelijke groet, Hein van Stokkom secretaris-directeur

Van: Paul van den Berg [mailto:phmberg@xs4all.nl] Verzonden: maandag 26 juli 2010 11:59 Aan: Stokkom, Hein van Onderwerp: RE: Plattegrond van parkeerterrein Paradijs Geachte heer Van Stokkom, beste Hein, Dank voor je toelichting. Je schrijft ons: "Om deze redenen is het eigendomsdeel van het waterschap van het parkeerterrein ter plaatse niet aangegeven. Ook daarom zijn de parkeerplaatsen op het terrein niet gemarkeerd, dan wel op een tekening ingetekend. Ik acht het toesturen van een tekening van het parkeerterrein sec daarom niets aan informatie toevoegen." Bovengenoemde constatering doet niet af aan het feit dat het waterschap heeft aangegeven dat het waterschap aan de Noordzijde (naast Bouvigne Paradijs) beschikt over 70 parkeerplaatsen op eigen terrein van het waterschap. Dat willen we, los van je bovengenoemde constatering (die we voor jouw rekening houden), goed kunnen controleren. Nogmaals verzoeken we je daarom om een tekening van het eigen noordelijke parkeerterrein, met daarin de 70 parkeerplaatsen ingetekend. Zoals gevraagd met precieze afmetingen van het eigen terrein en afmetingen van de 70 parkeerplaatsen. Onze fractie meent dat het aan ons toesturen van een tekening van "het parkeerterrein sec" (jouw woorden) voor ons juist wel van grote waarde is, om een juist beeld te krijgen van het aantal parkeerplaatsen op eigen terrein van het waterschap. Anders hadden we je deze informatie uiteraard niet gevraagd. Wij menen dat het waterschap ons zonder enige terughoudendheid in de gelegenheid moet stellen om dit te kunnen controleren. We zien de gevraagde gedetailleerde tekening daarom graag tegemoet. Nogmaals stellen wij, omdat het waterschap zo precies weet dat er op dit eigen terrein ruimte is 70 parkeerplaatsen, dat dit zeker al eerder berekend is en op tekening is gezet. Daarom kan en mag het opleveren van deze tekening het waterschap nauwelijks enige moeite kosten. We danken je bij voorbaat hartelijk en zien de tekening graag spoedig tegemoet. Met vriendelijke groeten, Namens Fractie Vrienden Markdal Buitenplaats Bouvigne Paul van den Berg

Van: Stokkom, Hein van Verzonden: maandag 26 juli 2010 16:46 Aan: 'Paul van den Berg' CC: Geelen, Paul van Onderwerp: RE: Plattegrond van parkeerterrein Paradijs Geachte heer Van den Berg, beste Paul, Je reageerde eind deze ochtend op mijn eerdere antwoord. Of iets voor jou en je fractie van grote waarde is of niet, kun je alleen maar zelf bepalen. Daar treed ik niet in. Ik stuur je hierbij dan ook een voor jouw doel gemaakte kaart van het parkeerterrein sec met daarop het eigendom van het waterschap ingetekend. Omdat het parkeerterrein een halfverharding kent en verder in het kader van het project nieuwbouw Bouvigne niet ingericht is, zijn er geen tekeningen van vervaardigd. Ik kan je die dan ook niet sturen. De vermeende zekerheid dat dit al eerder berekend is en op tekening gezet, laat ik voor jouw rekening. De oppervlakte van het kadastrale perceel is 2086 m2. Als je daar de rand beplanting vanaf trekt, houd je tussen de 1400 en 1500 m2 parkeerruimte over. Dit is volgens de gangbare normen voldoende voor 70 parkeerplaatsen indien aan weerszijden van een verkeersgedeelte wordt geparkeerd (hetgeen in dit geval aan de orde is); dan geldt 20 m2 ruimtebeslag per parkeerplaats. Deze berekening vormt dan ook de basis voor de uitspraak dat er op het parkeerterrein aan de Noordzijde 70 parkeerplaatsen zijn. Ik reken dan niet de parkeerplaatsen mee die door onze medewerkers gebruikt kunnen worden op het terrein dat in eigendom is van de eigenaar/uitbater van het restaurant Bouvigne Paradijs. Met vriendelijke groet, Hein van Stokkom secretaris-directeur

Van: Stokkom, Hein van [mailto:h.van.stokkom@brabantsedelta.nl] Verzonden: maandag 26 juli 2010 17:41 Aan: Paul van den Berg (E-mail) Onderwerp: FW: Plattegrond van parkeerterrein Paradijs Ik heb de bijlage via www.send2deliver.com gestuurd.

Van: Paul van den Berg [mailto:phmberg@xs4all.nl] Verzonden: dinsdag 27 juli 2010 10:00 Aan: Stokkom, Hein van Onderwerp: Nogmaals verzoek om tekening met parkeerplaatsen Geachte heer Van Stokkom, beste Hein, Dank voor je bericht. We hebben geen bestand ontvangen via www.send2deliver.com. We verzoeken vriendelijk de tekening per post aan ons op te sturen. Over je onderstaande bericht het volgende: We vragen je nogmaals om een tekening van de eigen grond waterschap (Noordzijde Bouvigne) met daarin de 70 eigen parkeerplaatsen getekend. Met duidelijke afmetingen van grond en parkeervakken. Je onderstaande uitleg is voor ons niet voldoende om goede controle uit te kunnen voeren. Je spreekt immers van niet 100% te meten feiten. We willen weten hoe groot dan die rand beplanting precies is. En je bent daarnaast onduidelijk over de beschikbare parkeerruimte, is die nu 1400 of 1500m2 of er ergens tussen in. Op deze manier kunnen wij dit niet 100% controleren. De enige manier om aan te tonen dat dit eigen terrein inderdaad 70 autoparkeerplaatsen heeft, is het door het waterschap opleveren van een tekening met daarin de parkeerplaatsen ingetekend. Het niet in de eerste instantie correct en juist antwoorden op vragen van onze fractie door het waterschap is symptomatisch aan het worden. Het kost onze fractie erg veel tijd om elke keer opnieuw onze zeer duidelijke vragen te stellen en het moet het waterschap ook elke keer heel veel tijd kosten om met niet gevraagde antwoorden terug te komen bij onze fractie. Het lijkt er op dat het waterschap er erg veel moeite mee heeft om gewoon aantoonbaar en meetbaar, dus controleerbaar te bewijzen dat de eigen grond aan de Noordzijde ook daadwerkelijk beschikt over 70 parkeerplaatsen op eigen grond van het waterschap. Tijdens de rondvraag van de AB vergadering van 29 juni jl. heeft de dijkgraaf nogmaals krachtig bevestigd dat het waterschap op eigen grond van het waterschap aan de Noordzijde van Bouvigne 70 autoparkeerplaatsen heeft. Wij willen deze krachtige uitspraak graag goed kunnen controleren en het waterschap dient dan ook zonder enige terughoudenheid de gevraagde 100% meetbare informatie op te leveren. Je uitleg waarop de voornoemde uitspraak van de dijkgraaf is gebaseerd, is niet afdoende omdat je in je uitleg geen precieze afmetingen noemt (zie onze opmerkingen over 1400-1500 m2 hierboven). Wij menen dat de krachtige uitspraak van de dijkgraaf zonder meer met harde feiten (een tekening met ingetekende parkeerplaatsen) moet kunnen worden onderbouwd. Het is volledig legitiem dat onze fractie hierom vraagt. Het waterschap heeft wel degelijk tekeningen geproduceerd van het noordelijke eigen terrein en parkeerplaatsen. In hoeverre deze tekeningen de werkelijkheid weergeven, leggen wij ter beantwoording aan je voor. Graag je reactie daarop. Wij sturen deze tekening als bijlage mee. Je uitspraak dat er van de Noordzijde geen tekeningen zijn van de parkeerplaatsen, is dus niet juist. Het spijt ons je te moeten informeren dat wij, in geval we de gevraagde tekening met daarin de 70 parkeerplaatsen ingetekend, incl. afmetingen, deze week niet ontvangen, we ons genoodzaakt zien de informatie (onder vermelding van onze mislukte pogingen bij het management van het waterschap) op te vragen bij het Dagelijks Bestuur en dat wij de media hierover eveneens zullen inlichten. Nogmaals, we vertrouwen er op dat je ons in staat stelt de voornoemde krachtige uitspraak van de dijkgraaf voor 100% te kunnen controleren. We danken je daar bij voorbaat voor. Hartelijke groeten, Namens Fractie Vrienden Markdal Buitenplaats Bouvigne Paul van den Berg

Van: Stokkom, Hein van [mailto:h.van.stokkom@brabantsedelta.nl] Verzonden: woensdag 28 juli 2010 9:07 Aan: Paul van den Berg CC: Merks, Anton; Lauwerijssen, Janneke Onderwerp: RE: Nogmaals verzoek om tekening met parkeerplaatsen Geachte heer Van den Berg, beste Paul, Ik heb kennis genomen van je mailbericht van gisteren, 27 juli 2010, 10.00 uur. Ik zal de tekening (parkeerterrein sec) bedoeld in mijn eerdere mail per post bij je laten bezorgen. Het spijt mij je reactie te moeten lezen. Ik heb op je vragen tot nu toe zo goed mogelijk antwoord proberen te geven. Blijkbaar stelt je dat niet tevreden. Maar als materiaal waar je om vraagt er niet is, kan ik je dat ook niet toesturen. De tekening die je in je laatste mail zelf meestuurt dateert blijkbaar uit de periode van Bouvigne I (oude ontwerp met behoud van Marckhoeve) en is qua situering en vormgeving van het noordelijke parkeerterrein niet serieus te nemen. Ik heb mij op deze situatie beraden en vervolgens besloten onze mailwisseling inclusief jouw vragen ter behandeling door te sturen aan het dagelijks bestuur. Je zult na de zomervakantie antwoord van het DB ontvangen. De eerstvolgende vergadering van het DB is overigens begin september. Je kunt daarna een antwoordbrief verwachten. Ik wens je een fijne zomervakantie toe. Met vriendelijke groet, Hein van Stokkom secretaris-directeur

Van: Paul van den Berg [mailto:phmberg@xs4all.nl] Verzonden: woensdag 28 juli 2010 11:02 Aan: 'Stokkom, Hein van' Onderwerp: Diversen en andere vraag over noordelijk parkeerterrein Geachte heer Van Stokkom, beste Hein, Dank voor je bericht. In reactie hierop het volgende. We begrijpen van je dat het materiaal waarom we vragen er blijkbaar niet is. We stellen anderzijds dat als het waterschap met stelligheid beweerd dat er op eigen terrein van het waterschap aan de noordzijde 70 parkeerplaatsen zijn, het waterschap dit ook goed moet kunnen aantonen, zodat dit voor ons goed controleerbaar is. Aantonen kan alleen met een ordentelijke tekening van de situatie ter plaatse, met weergave van de 70 parkeerplaatsen. De oppervlakte van het terrein zegt immers niet genoeg, om een goede controle te kunnen doen. Want in dit noordelijke oppervlak is sprake van ingangen en doorgangen en bosschages, dit heeft effect op het aantal en de situering van parkeerplaatsen. Het is dan ook niet meer dan logisch dat onze fractie vraagt om deze tekening te produceren en ons aan te tonen dat de uitspraak van het waterschap klopt. Wij vragen ons af wat het waterschap weerhoudt om deze tekening te maken. Het is eenvoudig. Het waterschap weet wat de afmetingen zijn van de parkeerplaatsen, het waterschap kent het oppervlak van het terrein, het waterschap weet waar doorgangen, ingangen en bosschages zijn. Door het eenvoudig intekenen van de 70 parkeerplaatsen op een tekening, kan het waterschap (blijkbaar) aantonen dat de uitspraak van het waterschap over de 70 parkeerplaatsen terecht is. Totdat het harde bewijs is geleverd dat het eigen terrein van het waterschap aan de Noordzijde inderdaad 70 parkeerplaatsen kan bevatten, staat de deze uitspraak ter discussie en kan deze uitspraak vooralsnog niet als bewezen aangenomen worden. Het bevreemdt ons dat je stelt dat de aan jou toegestuurde tekening (oude ontwerp met behoud van Marckhoeve) qua situering en vormgeving van het noordelijke parkeerterrein niet serieus te nemen is. Het is opmerkelijk dat toentertijd dus tekeningen zijn vervaardigd die gewoonweg niet de waarheid hebben weergegeven. Waarom zijn er toentertijd in opdracht van het waterschap tekeningen gemaakt, waarvan duidelijk is dat deze bezijden de waarheid waren? Waarom heeft het waterschap hier niet ingegrepen? Waarom zijn die tekeningen niet naar waarheid gemaakt? Graag je antwoord hierop. Deze vraag horen wij graag beantwoord door jou of een van je medewerkers, niet door het Dagelijks Bestuur. Je stuurt de vragen door aan het Dagelijks Bestuur. Dank daarvoor. Mogen wij je vragen de vragen bij het Dagelijks Bestuur aan te melden als officiële schriftelijke vragen van onze fractie en deze te laten vergezellen door alle correspondentie tussen ons tot op heden? Los van bovenstaande vragen sturen wij je de volgende vragen: We sturen je als bijlage nog een tekening toe van het noordelijke deel. We vragen je om ons aan te geven wat de precieze lengte is van delen A en B, zijn zoals aangegeven op de tekening. Deze vraag horen wij graag beantwoord door jou of een van je medewerkers, niet door het Dagelijks Bestuur. Heden ontvingen we van een omwonende van het Mastbos een foto die om ongeveer 10.30 uur heden is gemaakt. Het betreft een bedrijfswagen (kenteken 8-VHV-89) van het waterschap recht voor het speelbos. Zeker niet geparkeerd na 150 vanaf de Bouvignelaan. Op het moment dat de bedrijfsauto daar stond, waren er plekken beschikbaar op het noordelijke parkeerterrein (al dan niet op eigen grond van het waterschap). Hiermee is aangetoond dat 1. werknemers niet eens proberen hun auto te parkeren op de noordelijke parkeerplaats 2. Werknemers bij gebrek aan eigen parkeerplaatsen (noord en zuid) geen enkel gehoor geven aan de oproep van het waterschap om auto's pas na 150 vanaf de Bouvignelaan op de Bouvignedreef te parkeren. Graag vernemen wij uitleg van het waterschap over deze gang van zaken. Voor de duidelijkheid: wij spreken werknemers nergens op aan. Dat is niet aan ons en dat is ook niet onze bedoeling. Wij leggen dit voor aan het waterschap. De reactie horen wij graag van jou of een van je medewerkers, niet van het Dagelijks Bestuur. De foto sturen we in een apart e-mail bericht aan je toe.

Gelieve deze laatste twee vragen (en je reactie) wel ter informatie ook voor te leggen aan het Dagelijks Bestuur. Waarvoor onze dank. Hartelijke groeten, Namens de Fractie Vrienden Markdal Buitenplaats Bouvigne Paul van den Berg

Van: Paul van den Berg [mailto:phmberg@xs4all.nl] Verzonden: woensdag 4 augustus 2010 10:26 Aan: Stokkom, Hein van Onderwerp: FW: Diversen en andere vraag over noordelijk parkeerterrein Geachte heer Van Stokkom, beste Hein, Inmiddels een week geleden stuurden wij je onderstaand bericht toe. Graag ontvangen wij een reactie van het waterschap op het gedeelte vanaf Los van bovenstaande vragen sturen wij je de volgende vragen:. Wij danken je bij voorbaat hartelijk voor je reactie. Hartelijke groeten, Namens de Fractie Vrienden Markdal Buitenplaats Bouvigne Paul van den Berg

Van: Stokkom, Hein van [mailto:h.van.stokkom@brabantsedelta.nl] Verzonden: maandag 9 augustus 2010 12:53 Aan: Paul van den Berg CC: Vos, Joseph; Merks, Anton Onderwerp: RE: Diversen en andere vraag over noordelijk parkeerterrein Geachte heer Van den Berg, beste Paul, Ik reageer hiermee op je (herhaald) verzoek. Een opmerking vooraf. Je geeft in detail aan hoe ik mijn werk moet doen en wie ik waarover, wanneer moet informeren. Ik meen echter heel wel in staat te zijn dat zelf te bepalen. Door andere prioriteiten heeft mijn antwoord helaas even op zich laten wachten. Je stelt 2 aanvullende vragen/verzoeken: 1) We sturen je als bijlage nog een tekening toe van het noordelijke deel. We vragen je om ons aan te geven wat de precieze lengte is van delen A en B, zijn zoals aangegeven op de tekening. Antwoord: Lengte A = 82,5 meter en lengte B = 92 meter. 2) Heden ontvingen we van een omwonende van het Mastbos een foto die om ongeveer 10.30 uur heden is gemaakt. Het betreft een bedrijfswagen (kenteken 8-VHV-89) van het waterschap recht voor het speelbos. Zeker niet geparkeerd na 150 vanaf de Bouvignelaan. Antwoord: Dit is juist. Ik heb de betreffende medewerker opgedragen zijn dienstauto te verwijderen. Hij heeft dit direct daarna gedaan en mij zijn excuses aangeboden. Hij heeft ook zijn collega's geïnformeerd. Tot zover. Met vriendelijke groet, Hein van Stokkom secretaris-directeur

Van: Paul van den Berg [phmberg@xs4all.nl] Verzonden: maandag 16 augustus 2010 11:41 Aan: Stokkom, Hein van CC: Vos, Joseph Onderwerp: Bericht aan de heer van Stokkom, alsmede officiele schriftelijke vragen aan DB Geachte heer Van Stokkom, beste Hein, (Tevens in casu schriftelijke vragen aan DB: Geachte voorzitter,) We betreuren het dat je het gevoel hebt dat wij jou in detail aan geven hoe jij je werk moet doen. Daar is uiteraard geen enkele sprake van. Wel is het zo dat onze fractie, in het kader van haar controlerende functie, aan het waterschap mag vragen zaken aantoonbaar te maken (te bewijzen). Omdat je in casu van de noordelijke parkeerplaats, het voor ons niet 100% controleerbaar maakt dat het waterschap hier inderdaad 70 parkeerplaatsen op eigen grond van het waterschap heeft, hebben wij je als suggestie gevraagd om deze parkeerplaatsen in te tekenen op de terreintekening. Wellicht heeft het waterschap iets aan deze suggestie. Naar onze mening is met de hedendaagse digitale technieken het intekenen van deze parkeerplaatsen op de noordelijke parkeerplaats-tekening een fluitje van een cent. Het is uiteraard jouw keus om deze suggestie naast je neer te leggen. Om te vermijden dat je het gevoel hebt dat wij jou werk zouden opleggen, lijkt het ons verstandig om onze vragen over de bewijsvoering van de 70 parkeerplaatsen voor te leggen aan het Dagelijks Bestuur. Aan hen is het om onze controlerende functie 100% mogelijk te maken. Feitelijk heb je onze eerdere vragen al aan het DB voorgelegd, als officiële schriftelijke vragen. Daarvoor danken we je. Voorst stellen we vast dat je een aantal vragen uit ons e-mail-bericht van 28 juli jl. aan jou niet beantwoord. Wij verzoeken het DB de door de heer Van Stokkom niet beantwoorde vragen alsnog te beantwoorden. Daarnaast leggen wij het DB enige aanvullende vragen voor. Voor het gemak van het DB noemen wij hier de niet beantwoorde vragen (voor details zie ons bericht van 28 juli jl. aan de heer Van Stokkom): Wat weerhoudt het waterschap er van om de 70 parkeerplaatsen in tekenen in de noordelijke parkeerplaats-tekening? Het is eenvoudig. Het waterschap weet wat de afmetingen zijn van de parkeerplaatsen, het waterschap kent het oppervlak van het terrein, het waterschap weet waar doorgangen, ingangen en bosschages zijn. Door het eenvoudig intekenen van de 70 parkeerplaatsen op een tekening, kan het waterschap (blijkbaar) aantonen dat de uitspraak van het waterschap over de 70 parkeerplaatsen terecht is. Totdat het harde bewijs is geleverd dat het eigen terrein van het waterschap aan de Noordzijde inderdaad 70 parkeerplaatsen kan bevatten, staat de deze uitspraak ter discussie en kan deze uitspraak vooralsnog niet als bewezen aangenomen worden. Het bevreemdt ons dat je stelt dat de aan jou toegestuurde tekening (oude ontwerp met behoud van Marckhoeve) qua situering en vormgeving van het noordelijke parkeerterrein niet serieus te nemen is. Het is opmerkelijk dat toentertijd dus tekeningen zijn vervaardigd die gewoonweg niet de waarheid hebben weergegeven. Waarom zijn er toentertijd in opdracht van het waterschap tekeningen gemaakt, waarvan duidelijk is dat deze bezijden de waarheid waren? Waarom heeft het waterschap hier niet ingegrepen? Waarom zijn die tekeningen niet naar waarheid gemaakt? Op het moment dat de bedrijfsauto daar stond, waren er plekken beschikbaar op het noordelijke parkeerterrein (al dan niet op eigen grond van het waterschap). Hiermee is aangetoond dat 1. werknemers niet eens proberen hun auto te parkeren op de noordelijke parkeerplaats 2. Werknemers bij gebrek aan eigen parkeerplaatsen (noord en zuid) geen enkel gehoor geven aan de oproep van het waterschap om auto's pas na 150 vanaf de Bouvignelaan op de Bouvignedreef te parkeren. Graag vernemen wij uitleg van het waterschap over deze gang van zaken.

Aanvullende vragen: Hoe en wanneer heeft u het verzoek aan medewerkers gecommuniceerd dat zij hun (dienst)auto pas na 150 meter op de Bouvignedreef kunnen/dienen te parkeren, indien er geen eigen parkeerplaatsen van het waterschap meer beschikbaar zijn? Hoe luidde de tekst van dat verzoek precies? Wat is de reden dat medewerkers na uw verzoek hun (dienst)auto s aantoonbaar parkeren op de Bouvignedreef, binnen 150 meter vanaf de Bouvignelaan? Wat is de reden dat medewerkers aantoonbaar geen gehoor geven aan het verzoek van het waterschap om auto's pas na 150 vanaf de Bouvignelaan op de Bouvignedreef te parkeren? Wat is de reden dat medewerkers aantoonbaar niet eens proberen hun auto te parkeren op de eigen parkeerplaatsen van het waterschap? Hoe komt het dat een van de medewerkers blijkbaar zijn medewerkers moest informeren over het feit dat zij (dienst)auto s pas na 150 meter op de Bouvignedreef kunne/moeten parkeren, zij waren toch immers bekend met uw verzoek? Wat is de reden dat medewerkers blijkbaar niet bekend waren met uw verzoek en wat gaat u hier structureel aan doen? Als medewerkers achteraf excuses maken aan de directie van het waterschap omdat zij (dienst)auto s parkeren op de Bouvignedreef, binnen 150 meter vanaf de Bouvignelaan, zijn zij blijkbaar wel degelijk op de hoogte van uw verzoek, maar geven zij hier blijkbaar geen gehoor aan. Wat denkt u dat de reden is dat medewerkers geen gehoor geven aan uw verzoek, terwijl zij het verzoek blijkbaar wel degelijk kennen? Hoe regelt het waterschap dat bezoekers van het waterschap, bij gebrek aan eigen parkeermogelijkheden op eigen grond van het waterschap, hun auto pas parkeren na 150 meter op de Bouvignedreef? Tot onze spijt stellen wij wederom vast dat het niet of niet volledig antwoorden op vragen van onze fractie door het waterschap symptomatisch is. Het kost onze fractie erg veel tijd om elke keer opnieuw onze zeer duidelijke vragen te stellen en het moet het waterschap ook elke keer heel veel tijd kosten om met niet gevraagde antwoorden terug te komen bij onze fractie. Wij verzoeken het DB dan ook zich te beperken tot het volledig beantwoorden van al onze vragen. Waarvoor onze dank. Wij danken bij voorbaat hartelijk voor de reactie. Hartelijke groeten, Namens de Fractie Vrienden Markdal Buitenplaats Bouvigne Paul van den Berg

Van: Paul van den Berg [mailto:phmberg@xs4all.nl] Verzonden: dinsdag 17 augustus 2010 15:50 Aan: Vos, Joseph Onderwerp: Schriftelijke vragen voor het DB Geachte voorzitter, Wij betreuren het dat wij ons opnieuw tot u moeten wenden met opmerkingen en schriftelijke vragen over het parkeren van (bedrijfs)auto's ten behoeve van de kantoorfunctie van BD op de Bouvignedreef. Heden ontvingen wij wederom een foto van een van de bedrijfsauto's van BD vandaag om ongeveer 14.00 uur geparkeerd ter hoogte van de speelweide op de Bouvignedreef (Excuus voor de slechte kwaliteit van de foto, maar de foto spreekt verder voor zich). Wij achten dit zeer zorgelijk om de volgende redenen: Per e-mail berichte de heer Van Stokkom ons op 9 augustus jl. dat de collega's met bedrijfsauto's inmiddels zijn geïnformeerd over het feit dat zij niet dienen te parkeren op de eerste 150 meter van de Bouvignedreef. Dit heeft aantoonbaar geen effect gehad. De maker van de foto heeft ook met de chauffeur van de betreffende bedrijfsauto gesproken. Een alleraardigste man. Hij gaf aan: 1. Dat hij niet wist dat het waterschap medewerkers heeft verzocht hier niet te parkeren. 2. Dat hij zijn auto niet kwijt kon op de zuidelijke eigen parkeerplaats van het waterschap. 3. Dat hij niet bekend was met de noordelijke eigen parkeerplaats van het waterschap (waar op dat moment parkeerplaatsen beschikbaar waren). 4. Dat hij met zekerheid wist dat bijna alle overige auto's die op dat moment binnen de 150 meter van de Bouvignedreef geparkeerd stonden allemaal van medewerkers van het waterschap waren. 5. Dat hij zich excuseerde voor het feit dat hij niet op de hoogte was van de (herhaalde) verzoek(en) van het waterschap (Voor de duidelijkheid: wij spreken werknemers van BD nergens op aan. Dat is niet aan ons en dat is ook niet onze bedoeling.). Op dit moment is het bouwvakvakantie. Dit betekent dat bouw gerelateerd parkeren op de eigen parkeerplaatsen van het waterschap verwaarloosbaar is. Tevens kan met zekerheid aangenomen worden dat er ook veel medewerkers van het waterschap op vakantie zijn. Aantoonbaar is dat zelfs op deze momenten het waterschap over onvoldoende parkeerplaatsen beschikt op eigen terrein van het waterschap. Hiermee is aangetoond dat uw garanties dat er op het eigen terrein van het waterschap voldoende parkeerplaatsen zijn voor medewerkers en bezoekers van geen enkele waarde zijn. Tevens is aangetoond dat het waterschap hiermee een ernstige inschattingsfout heeft gemaakt. Tot onze spijt mag er met zekerheid van uit gegaan worden dat na de vakantieperiode het "dumpen" van auto's door/namens/ten behoeve van de kantoorfunctie van het waterschap alleen maar erger zal worden. Wij achten het in het kader van de MVO gedachte van het waterschap (Planet!) onacceptabel dat een publiek orgaan als ons waterschap veroorzaker is van parkeren ten behoeve van een kantoorfunctie midden in de beschermde natuur van het Mastbos. Wij stellen vast dat het waterschap zichzelf hiermee ten schande en volstrekt ongeloofwaardig maakt en hier haar maatschappelijke verantwoordelijkheid niet heeft genomen. Deze constateringen staan uiteraard los van het feit dat BD voldoet aan de gemeentelijke parkeernorm. U heeft immers geheel ten onrechte altijd vol gehouden dat u (geheel los van deze voornoemde parkeernorm) gegarandeerd voldoende parkeerplaatsen voor medewerkers en bezoekers heeft op eigen terrein van het waterschap. Hierover stellen wij u de volgende vragen: 1. Hoe is het mogelijk dat medewerkers blijkbaar niet (eens) op de hoogte zijn van het bestaan van de noordelijke parkeerplaats? 2. Hoe is het mogelijk dat medewerkers blijkbaar niet (eens) op de hoogte zijn van uw verzoek om te parkeren op de zuidelijke eigen/de noordelijke eigen parkeerplaatsen of pas na 150 meter op de Bouvignedreef? Overigens: In geval u zou vinden dat het stellen van vragen over het "dumpen" van auto's door/namens/ten behoeve van de kantoorfunctie van het waterschap in het Mastbos symptomatisch wordt, geven wij u op voorhand aan dat het volhardend "dumpen" van

auto's door/namens/ten behoeve van de kantoorfunctie van het waterschap nu bewijsbaar symptomatische vormen heeft aangenomen. Wij zien uw antwoorden met interesse tegemoet, waarvoor onze dank. Namens Fractie Vrienden Markdal Buitenplaats Bouvigne Paul van den Berg, AB

Van: Stokkom, Hein van [mailto:h.van.stokkom@brabantsedelta.nl] Verzonden: dinsdag 17 augustus 2010 16:57 Aan: Paul van den Berg (E-mail) CC: Sutarzewicz, Eefje; Merks, Anton Onderwerp: RE: Schriftelijke vragen voor het DB Geachte heer Van den Berg, beste Paul, Ik kreeg je mailbericht van vandaag vanwege de vakantie van de dijkgraaf doorgestuurd door Eefje, zijn secretaresse. De door u gestelde vragen zullen meegenomen worden in het antwoord dat het DB u na de eerstvolgende DB-vergadering zal toesturen op uw eerdere vragen over het onderwerp parkeren in en om Bouvigne. Met vriendelijke groet, Hein van Stokkom secretaris-directeur

Van: Paul van den Berg [mailto:phmberg@xs4all.nl] Verzonden: dinsdag 17 augustus 2010 17:09 Aan: Stokkom, Hein van Onderwerp: RE: Schriftelijke vragen voor het DB Geachte heer Van Stokkom, beste Hein, Dank! Een fijne avond toegewenst. Hartelijke groeten, Paul, AB

Van: Paul van den Berg [mailto:phmberg@xs4all.nl] Verzonden: maandag 30 augustus 2010 18:28 Aan: Vos, Joseph Onderwerp: Schriftelijke vragen aan Dagelijks Bestuur Geachte heer Vos, Op 8 mei 2008 heeft u per brief (uw kenmerk 08u004030) aan de gemeente Breda (Adviescommissie Bezwaarschriften) gemeld: "U zult begrijpen dat het bezoek van circa 20 personen verspreid over de verschillende dagen en tijdstippen van de week geen aanleiding kan zijn om aan het hoofdkantoor van het waterschap een baliefunctie toe te kennen". Naar aanleiding van deze uitspraak stelt onze fractie u de volgende vragen: Zijn vanaf de opening van de nieuwbouw alle bezoekers (niet zijnde medewerkers waterschap) geregistreerd? (Wij nemen overigens aan van wel, omdat het in verband met de veiligheid verplicht is om inzichtelijk te maken wie er in het nieuwbouwkantoor aanwezig zijn, in geval van calamiteiten). Indien deze registratie niet heeft plaats gevonden, vernemen wij graag waarom de registratie niet (al dan niet gedeeltelijk) heeft plaatsgevonden. Graag vernemen wij hoeveel bezoekers er per week zijn geweest, vanaf de opening van de nieuwbouw. Graag ontvangen wij een overzicht per week tot en met 10 september a.s. (wij vragen u niet om namen van de bezoekers). Wij verzoeken u de registratiegegevens van bezoekers van de nieuwbouw vanaf de opening van de nieuwbouw te bewaren, om mogelijk op een later tijdstip te kunnen bespreken (gericht op aantallen, niet op personen). In geval u meent dat er bezoekers zijn geweest in verband met de bouwafronding van de nieuwbouw (gebouw en tuinen), dan vernemen wij ook graag de aantallen van deze bezoekers. Wij verzoeken u deze aantallen te verrekenen met het aantallenoverzicht van alle bezoekers (verrekend per week). Wij zien uw reactie met belangstelling tegemoet en verblijven, u bij voorbaat dankend, Hoogachtend, Fractie Vrienden Markdal Buitenplaats Bouvigne Paul van den Berg, AB

Van: Paul van den Berg [mailto:phmberg@xs4all.nl] Verzonden: dinsdag 31 augustus 2010 12:36 Aan: Vos, Joseph Onderwerp: Schriftelijke vragen aan het Dagelijks Bestuur Geachte heer Vos, Heden werd ons door omwonenden van het Mastbos telefonisch het volgende gemeld: Vandaag om 12.00 uur was het noordelijke parkeerterrein op eigen grond van het waterschap geheel vol. In het totaal stonden hier 54 auto's. Op het noordelijke parkeerplaats waren om 12.00 uur nog wel parkeerplaatsen vrij, maar dan wel op grond niet in eigendom van het waterschap (globaal: aan de voorzijde het restaurant dus). Op de Bouvignedreef op de eerste 150 meter stonden om 12.00 uur weer een aantal auto's, waaronder auto's van het bedrijf "Tot Maandag" en het bedrijf "Document Professionals" (of een variant daarop). Om 12.00 uur was het zuidelijke parkeerterrein geheel vol. Op verzoek van de voornoemde omwonenden stellen wij u de volgende vragen (ook in navolging van eerder door ons gestelde vragen): 1. Uw noordelijke parkeerterrein op eigen grond blijkt geheel vol te zijn met 54 auto's. U heeft ten overstaan van het algemeen bestuur aangegeven dat dit noordelijke parkeerterrein op eigen grond 70 parkeerplaatsen telt. Op basis van welke controleerbare feiten is uw expliciete uitspraak gebaseerd dat dit noordelijke parkeerterrein op eigen grond 70 parkeerplaatsen telt? Hoe kunt u dit aantal van 70 parkeerplaatsen aantoonbaar bewijzen? Hoe verklaart u dit hierboven geconstateerde verschil in aantal geparkeerde auto's, van bijna 23%? Wat voor maatregelen stelt u hier voor? 2. Hoe komt het dat o.a. auto's van uw onderaannemers/gedetacheerden/leveranciers op de eerste 150 meter van de Bouvignedreef geparkeerd staan, terwijl er op het noordelijke parkeerterrein nog plaatsen beschikbaar zijn (op terrein niet in eigendom van het waterschap)? Zijn onderaannemers/gedetacheerden/leveranciers etc. op de hoogte van uw verzoek om pas te parkeren na 150 meter op de Bouvignedreef? Zo neen, waarom niet? Zo ja, waarom geven deze onderaannemers/gedetacheerden/leveranciers etc. dan geen gehoor aan uw verzoek? Welke maatregelen gaat u nemen zodat ook deze groep gehoor geeft aan uw verzoek (en uiteraard ook in de eerste instantie parkeert op het zuidelijke en noordelijke parkeerterrein)? Wij zien uw reactie met belangstelling tegemoet en verblijven, u bij voorbaat dankend, Hoogachtend, Fractie Vrienden Markdal Buitenplaats Bouvigne Paul van den Berg, AB

Agendapunt 10IN021586..tse Delta Water kleurt h 5c leven Waterschap Brabantse Delta Postbus 5520 4801 DZ BREDA Uw schrijven van Uw Kenmerk Zaaknummer Ons Kenmerk Barcode Behandeld door Doorkiesnummer Datum Verzenddatum 10IT008267 mevrouw M van Kollenburg 076 564 18 35 10 augustus 2010 1 0 AUG. 2010 Onderwerp: beantwoording vragen Geachte heer, mevrouw, Tijdens de vergadering van het algemeen bestuur op 21 juli 2010 zijn vijf vragen gesteld naar aanleiding van het ter kennisname gezonden reglement van orde en het onderzoeksprotocol van de rekenkamercommissie. Hierna volgt een opsomming van deze vragen met daaronder het antwoord van de commissie. 1. Het reglement van orde. Moet hierin niet de doelstelling van iets genoemd worden? Staat deze er expliciet genoeg in? De doelstelling / taak van de rekenkamercommisie is door het algemeen bestuur vastgesteld in de Verordening rekenkamercommissie waterschap Brabantse Delta (artikel 2). Zie overigens artikel 1 van het Reglement van Orde Rekenkamercommissie waterschap Brabantse Delta (nader aan te geven als Reglement). 2. Er wordt steeds 'derden' vermeld in het reglement van orde. Moet dit niet 'anderen' zijn? Het gebruik van het woord "derden" in juridische zin is zeer algemeen aanvaard en bekend. Denk hierbij bijvoorbeeld aan "derden-belanghebbenden" bij bezwaar- en beroepmogelijkheden. Zowel het reglement als het protocol zijn juridische instrumenten. Voor het woord "anderen" geldt de algemene juridische aanvaarding en bekendheid niet. Dit leidt mogelijk tot verwarring. Het woord "derden" komt overigens niet voor in het Reglement. Wei in het Protocol. Indien vraagsteller bedoeld heeft aan te geven dat het gebruik in het Protocol aan de orde is, dan geldt het antwoord gegeven in de eerste zin. 3. Past een keer per maand vergaderen binnen de financiele kaders die daarvoor gesteld zijn? Het reglement stelt: "de vergaderingen van de rekenkamercommissie vinden in de regel maandelijks plaats". Dus niet per definitie elke maand. Bovendien wordt het budget bewaakt zodat niet buiten het haar beschikbaar gestelde budget wordt getreden. 4. De rekenkamer kan zelf onderzoeken gaan doen waaraan mensen uit het AB aan dee! kunnen nemen en daar zou een aparte financiele regeling voor bestaan. Kunt u daar iets meer over zeggen? De woorden "zou bestaan" duidt op een suggestie. Onderzoeken door "mensen uit het ab" is bij de rekenkamercommissie onbekend. Mogelijk dat de vindplaats kan worden medegedeeld. Indien bedoeld wordt te verwijzen naar de 2 interne leden, tevens AB-leden, van de rekenkamercommissie bestaat daarvoor geen financiele regeling. Er is enkel een besluit door het algemeen bestuur vastgesteld voor een financiele vergoeding voor de externe leden. Terzijde wordt opgemerkt dat los van het onderzoek, de vergaderingen en onderwerpen Waterschap Brabantse Delta Postbus 5520, 4801 DZ Breda T 076 564 10 00 F 076 564 10 11 E info@brabantsedelta.nl I www.brabantsedelta.nl Bankrekening 63.67.59.202

veel tijd vragen van alle leden van de commissie. Zoals u bekend ontvangen de interne leden van de rekenkamercommisie geen vergoeding voor de intensieve werkzaamheden van de rekenkamercommisie. 5. Het lijkt erop dat commissieleden zichzelf een vergoeding toekennen vanwege inhoudelijk onderzoek. Dit lijkt niet helemaal te kloppen met de Verordening rekenkamercommissie WBD. In artikel 2 van het door het algemeen bestuur vastgestelde " Besluit vergoedingen externe leden rekenkamercommissie Brabantse Delta" is bepaald dat wanneer de externe leden zelf onderzoek doen zij hiervoor een vergoeding per uur ontvangen van 25% van het presentiegeld per vergadering. Voor het overige wordt verwezen naar het antwoord op vraag 4. Van deze mogelijkheid is tot op heden overigens geen gebruik gemaakt. Er is tot op heden ook niet gesproken om van deze mogelijkheid gebruik te maken. Overigens zou ook hier de laatste zin van het antwoord bij vraag 4 gelden. Hoogachtend, Namens de rekenkamercommissie waterschap Brabantse Delta, Voorzitter mr. CM

10IN019828 Delta waterlab Agendapunt 5d ONTVANGEA 10 JUL! 2010 Waterschap Brabantse Delta t.a.v. Dagelijks bestuur Postbus 5520 4801 DZ Breda Breda, 14 juli 2010 Geacht Dagelijks Bestuur van Waterschap Brabantse Delta, Hierbij deel ik u mede dat de jaarrekening 2009 in de vergadering van het algemeen bestuur op 18 juni 2010 is goedgekeurd. In de gemeenschappelijke regeling (artikel 31 lid 3) is afgesproken dat het algemeen bestuur hiervan mededeling doet onder toezending van een exemplaar van de jaarrekening 2009. In de bijlage treft U een exemplaar van de jaarrekening 2009 aan. Het totaaloverzicht van de bijdragen per deelnemer ziet er als volgt uit: Waterschap Brabantse Delta Waterschap Hollandse Delta Hoogheemraadschap Delfland Chemisch 1.990.726 3.472.402 1.332.827 Hydrobiologisch 372.790 1.233.166 Totaal C 2.363.516 C 4.705.569 1.332.827 Betaalde voorschot 2.518.841 4.714.372 978.002 Nog te verrekenen C 155.325 (nog te betalen aan waterschap) C 8.804 (nog te betalen aan waterschap) - C 354.825 (nog te betalen door hoogheemraadschap) / Binnen 8 weken na deze mededeling zal de definitieve afrekening naar de financiele administratie yan uw waterschap worden verzonden. Hoogachtend, Algemeen bestuur Voorzitter Delta Waterlab - Postbus 9433-4801 LK Breda

a 1 > Retouradres: Postbus 20901, 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG 1 Agendapunt 5e Datum 10 augustus 2010 Onderwerp Kamervragen Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070 351 61 71 F 070 351 78 95 Contactpersoon - T - Ons kenmerk VenW/DGW-2010/1043 Geachte voorzitter, Uw kenmerk - Bijlage(n) - Hierbij doe ik u de antwoorden toekomen op de schriftelijke vragen die door het lid Schouw (D66) op 22 juli 2010 zijn gesteld aan de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties over de kantoorkosten van een aantal waterschappen. Omdat de waterschappen onder mijn beleidsverantwoordelijkheid vallen, beantwoord ik de gestelde vragen, mede namens de staatssecretaris. 1 Wat is uw reactie op de bevindingen over de kosten van kantoorpanden van een aantal waterschappen zoals gepresenteerd in het nieuws van RTL4 op zaterdag 17 juli jl.? 1 Ik heb kennis genomen van deze berichten. 2 Kunt u aangegeven of de daarin gepresenteerde gegevens over bouwkosten, kunst en de openingskosten juist zijn, en zo niet, wat de daadwerkelijke kosten zijn? 2 De gebruikte gegevens heeft RTLnieuws gepubliceerd op zijn website. Deze gegevens zijn door de waterschappen zelf aangeleverd. 3 Is de bewering van de directeur van het EIB dat de kosten per vierkante meter van de genoemde nieuwbouw van waterschappen goed vergelijkbaar zijn met de kosten van een kantoorlocatie op de Zuidas in Amsterdam correct? Zo ja, onderschrijft u dan de stelling dat deze situatie onwenselijk is, en dat hier spoedig verandering in moet komen? 3 Het Ecomomisch Instituut voor de Bouwnijverheid (EIB) heeft een vergelijking willen maken tussen de bouwkosten van gebouwen op de Zuidas en van de vijf aangehaalde waterschapskantoren. Bij een dergelijke vergelijking gaat het om de zuivere bouwkosten per m 2. Vele kostenposten, waaronder de grondkosten die op de Zuidas aanzienlijk hoger zijn, vallen hier niet onder. Het is dus geen vergelijking tussen de werkelijke totale kosten van gebouwen. Bij de vergelijking die het EIB heeft willen maken, is een aantal nuanceringen te plaatsen. Zo is met de beschikbare gegevens van de kosten van de vijf waterschapskantoren niet duidelijk of inderdaad alleen de zuivere bouwkosten zijn gebruikt voor de vergelijking. Daarnaast is moeilijk te bepalen waarmee vergeleken moet worden. Zo liggen de bouwkosten van overheidsgebouwen over het algemeen hoger dan bij commerciële kantoorgebouwen Pagina 1 van 2

waarmee het EIB heeft vergeleken. Een overheidsinstelling maakt niet alleen een bedrijfseconomische maar ook een maatschappelijke afweging. Dit kan ertoe leiden dat andere keuzes worden gemaakt bijvoorbeeld ten aanzien van het duurzaamheidskarakter of over een renovatie ter behoud van een historisch pand. Of dit in de onderzochte gevallen al dan niet wenselijk is, is ter beoordeling aan het bestuur van het waterschap. 4 Welke concrete maatregelen kunt u in dat geval nemen, en welke maatregelen bent u in dat geval voornemens te nemen? Datum 4 De verantwoordelijkheid voor het huisvestingsbeleid ligt bij het dagelijks bestuur van de waterschappen. Dit dagelijks bestuur legt over de besteding van de middelen verantwoording af aan het democratisch gekozen algemeen bestuur. De provincie is toezichthouder. Ons kenmerk VenW/DGW-2010/1043 Hoogachtend, DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT, ir. Camiel Eurlings Pagina 2 van 2

Registratienummer 10IN022273 Agendapunt 5f Van: Ruud van den Broek [ruudvandenbroek@gmail.com] Verzonden: maandag 23 augustus 2010 12:35 Aan: Stokkom, Hein van Onderwerp: notitie " parkeren kantoor WBD " Geachte leden van het dagelijks bestuur, in de pers wordt mbt het parkeren bij het kantoor WBD voortdurend het beeld gecreeerd dat door het aantal beschikbare parkeerplaatsen bij het kantoor en bij het Japanse Restaurant er sprake zou zijn van voldoende parkeergelegenheid. In deze gedachtengang zou geen gebruik gemaakt hoeven te worden van de openbare parkeergelegenheid in Het Mastbosch langs de Bouvignedreef.De interpretatie van het begrip " voldoende " is hierbij cruciaal! De beeldvorming wordt dermate frequent gevoed dat voornoemde gedachtengang zelfs realiteit lijkt te zijn. De fractie AWP constateert dat hierdoor het imago van het waterschap brabantse delta sterk negatief uitvergroot wordt. Hiertegen verzoekt het AWP extra actie te ondernemen. Enerzijds intern richting het algemeen bestuur en de medewerkers en anderzijds extern richting de ingelanden van WBD. AWP stelt voor in een korte notitie " parkeren kantoor WBD " aan te geven : - op welke wijze de gemeente Breda middels de zogeheten " parkeernorm " het aantal te realiseren parkeerplaatsen heeft vastgesteld. - wat de consequentie is van het middels de parkeernorm vastgesteld aantal parkeerplaatsen bij het kantoor voor het parkeren van de overige voertuigen. Meer in het bijzonder dat medewerkers of klanten van WBD uiteraard het recht hebben gebruik te maken van openbare parkeergelegenheden. - welke maatregelen WBD vanuit haar maatschappelijke verantwoordelijkheid neemt en nog neemt om de parkeerdruk in het Mastbosch te verlichten. ( deal met Japans Restaurant, personeelsbeleid vwb spreiding partimers over de werkweek / stimuleren gebruik openbaar vervoer / fiets en bevorderen thuiswerken eea iom de CAO-bepalingen terzake en de uit de functie voortvloeiende mogelijkheden ) De notitie kan tzt ter kennisname naar het AB en voor de externe doelgroepen op de website geplaats worden. AWP beoogt met dit verzoek een bijdrage te leveren aan het doorbreken van de spiraal van imago-beschadigingen. Namens de fractie AWP ruud van den broek fractie-voorzitter

Agendapunt 5g

Van: Paul van den Berg [mailto:phmberg@xs4all.nl] Verzonden: donderdag 2 september 2010 10:53 Aan: Vos, Joseph Onderwerp: Schriftelijke vragen aan het Dagelijks Bestuur Agendapunt 5h Geachte voorzitter, Het Dagelijks Bestuur is bekend met de mening van onze fractie, dat wij een waterschapskantoor op Bouvigne om meerdere redenen niet passend vinden. De fractie CDA heeft meermaals gevraagd of onze fractie inzake Bouvigne nu toch eens over haar eigen schaduw zou kunnen stappen. Wij geven u aan dat onze fractie zeker wel over haar eigen schaduw stapt, maar dat het voor onze fractie daarentegen onmogelijk is om over de enorme donkere schaduw van het nieuwbouwkantoor op Bouvigne te stappen. Figuurlijk, maar ook letterlijk. Daarover stellen wij u graag de volgende vragen: Vergaderingen in de avond In het rapport Waterschap Brabantse Delta Locatiekeuze definitieve huisvesting van 24 mei 2004 staat in Eisen aan gebouw en omgeving: Bij de inrichting van de parkeervoorziening dient de nodige aandacht te worden besteed aan sociale veiligheid (verlichting e.d.). Op 1 september jl. was ondergetekende van onze fractie per fiets naar de AB vergadering van 19.30 uur. Na afloop van de vergadering was de omgeving van en de fietsenstalling zelf volledig donker. Er was geen aldaar geen enkele verlichting. Hierdoor was het zeer moeilijk de weg naar en in de fietsenstalling te vinden en was er daardoor een sociaal onveilige situatie. Hierdoor wordt door het waterschap in ieder geval zeker niet uitgenodigd en gestimuleerd om per fiets naar het waterschapskantoor te komen. Het lijkt eerder op ontmoedigingsbeleid! Wij stellen u hierover de volgende vragen: Waarom verlicht het waterschap de route naar de fietsenstalling slechts zeer beperkt? Waarom verlicht het waterschap de fietsenstalling geheel niet in de avond? Hoe geeft het zeer slecht verlichten van de route naar de fietsenstalling en het niet verlichten van de fietsenstalling invulling aan de door het waterschap vereiste sociale veiligheid? Welke passende maatregelen stelt u vanaf wanneer voor? Daarnaast constateren wij dat de route vanaf de Kapel naar de achteringang van het kantoor te donker is. De uitgang (trap) van de Kapel is vanuit de Kapel een volledig donker gat, waar de trap nauwelijks te onderscheiden is. Bij vertrek na de voornoemde vergadering hebben meerdere bestuurders en medewerkers van het waterschap hier opmerkingen over gemaakt. Hetzelfde geldt voor de route door de tuin. Deze is veel te donker en slechts met moeite kan men hier zijn weg vinden. Veiligheid en sociale veiligheid is hier ver te zoeken. Waarom verlicht het waterschap de trap en de tuinen van het waterschap niet afdoende? Hoe geeft de voornoemde slechte verlichting invulling aan de door het waterschap vereiste sociale veiligheid? Welke passende maatregelen stelt u vanaf wanneer voor? Graag benadrukken wij dat wij feitelijk tegenstander zijn van het verlichten van (de tuinen van) Bouvigne in de avonduren. Maar nu het waterschap hier kantoor houdt, menen wij dat deugdelijke verlichting in het kader van (sociale) veiligheid een onontkoombare vereiste is. Dit alles uiteraard binnen het budget "huisvesting". Wij danken u voor uw aandacht en verblijven in afwachting van uw (re)actie, Hoogachtend, Fractie Vrienden Markdal Buitenplaats Bouvigne

10IN022297 araoahtse Delta INGEKOMEM I h AUS. 201 Water kleurt Agendapunt het leven 5i Dagelijks en algemeen bestuur waterschap Brabantse Delta Bergschot 69 4817 PA BREDA I'IMI'-I'M-I'I'II'I'-'IIIM Uw schrijven van Uw kenmerk Zaaknummer Ons kenmerk Barcode Behandeld door Doorkiesnummer Datum Verzenddatum 10.ZK19690 10UT008801 mevrouw D. Jansen 076 564 15 02 3 aufliistus.2010 2i * te Onderwerp: het gekozen onderzoeksbureau en onderzoeksopdracht van de rekenkamercommissie Geachte heer, mevrouw, In het kader van haar taak van het toetsen van het door het waterschap Brabantse Delta gevoerde bestuur en beleid voert de rekenkamercommissie onderzoek uit. Hiertoe kan gebruik worden gemaakt van een extern onderzoeksbureau. Er zal van deze mogelijkheid gebruik gemaakt gaan worden. De rekenkamercommissie wenst u thans tussentijds - derhalve naast het in artikel 7, derde lid, van de Verordening rekenkamercommissie waterschap Brabantse Delta vastgelegde informatiemoment - te informeren over de vastgestelde onderzoeksopdracht en het gekozen onderzoeksbureau. De onderzoeksopdracht De rekenkamercommissie van het waterschap Brabantse Delta wil een onderzoek uit laten voeren naar de besluitvorming, kaderstelling, risicoanalyse, beheersing en informatievoorziening aan het dagelijks en algemeen bestuur bij de uitvoering van grote projecten. Doel van het onderzoek is inzicht te krijgen in de wijze waarop het proces van ontwikkeling en realisatie van grote projecten bij het waterschap is ingericht. Daarbij gaat het met name om de vraag of het algemeen bestuur voldoende in staat is dergelijk grote projecten binnen de beoogde kaders te sturen en zij haar controlerende rol goed kan invullen. Beoogd wordt om op basis van een analyse het algemeen bestuur praktisch toepasbare handvatten te bieden bij de invulling van haar kaderstellende en controlerende rol. Via onderzoek naar de doelmatigheid van de organisatie en de doeltreffendheid van het gevoerde beleid bij projecten wil de rekenkamercommissie komen tot aanbevelingen voor verbetering. Naast beleidsmatig inzicht, bestaat er bij de rekenkamercommissie behoefte om inzicht te krijgen in de uitvoeringspraktijk en de effectiviteit van projecten ten opzichte van de oorspronkelijke doelstelling. De rekenkamercommissie zal daarom enkele specifieke projecten onder de loep nemen. Uit het bovenstaande volgt een tweeledig doel van het onderzoek dat als volgt is geformuleerd: 1. Inzicht verkrijgen in de doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid van beleid dat op projectbasis wordt uitgevoerd, zodat waar nodig gekomen kan worden tot conclusies en aanbevelingen voor verbetering. 2. Meer diepgaand inzicht verkrijgen in de uitvoering van projecten in de praktijk aan de hand van (een viertal) voorbeelden, zodat waar nodig gekomen kan worden tot aanbevelingen (procedureel en inhoudelijk) voor verbetering. De onderzoeksperiode is vastgesteld van 2007 tot en met heden. Waterschap Brabantse Delta Postbus 5520, 4801 DZ Breda T 076 56<f 10 00 F 076 56<f 10 11 E info@brabantsedelta.nl I www.brabantsedelta.nl Bankrekening 63.67.59.202

In het kader van de doelstelling van het onderzoek staat een aantal vragen centraal: 1. Op welke wijze heeft het waterschap Brabantse Delta een opzet en/of beleid vormgegeven voor de aanpak van projecten? 2. Is er sprake van een eenduidig beleid, een bepaald systeem en/of vastgestelde procedures? 3. Op welke wijze is het beleid ten aanzien van projecten binnen het waterschap Brabantse Delta georganiseerd? Hoe wordt uitvoering gegeven aan de organisatie van projecten? 4. Op welke wijze wordt uitvoering gegeven aan projecten? Meer populair:"hoe gaat het in de praktijk?" 5. Op welke wijze wordt het dagelijks en algemeen bestuur betrokken bij de start, uitvoering en afsluiting van projecten? 6. Op welke wijze worden projecten geevalueerd en hoe wordt de effectiviteit ten opzichte van de oorspronkelijke doelstelling gemeten? Aan de hand van een eerste onderzoek zal de rekenkamercommissie vervolgens een keuze maken uit vier specifieke projecten teneinde deze nader en dieper te onderzoeken. Het onderzoeksbureau Conform de aanbestedingsregels van waterschap Brabantse Delta heeft de rekenkamercommissie drie onderzoeksbureaus gevraagd naar aanleiding van deze onderzoeksopdracht een offerte uit te brengen. In de vergadering van 22 juli 2010 heeft de commissie besloten om PricewaterhouseCoopers de opdracht te gunnen. Vertrouwende u hiermee voldoende te hebben ge'i'nformeerd. Hoogachtend, Namens de rekenkamercommissie waterschap Brabantse Delta, Ambtelijk secretaris Jansen-Jonkers -2-

Agendapunt 5j Registratienummer: 10IN022042 From: Wim de Haan[SMTP:IVNGROENEZOOM@GMAIL.COM] Sent: Thursday, August 12, 2010 4:46:01 PM To: Dielissen, JHC Cc: l.c.a.withagen@home.nl; jemvdaa@planet.nl; ahaagh@home.nl; nverdaasdonk@kpnplanet.nl; dejongstabel@casema.nl; j.a.van.riet@hccnet.nl; remco_schreuders@hotmail.com; wjhdeboer@home.nl; Kallen, LH van der; jslenders@casema.nl; w-spierings@hetnet.nl; aafmwijnen47@hetnet.nl; info@aqqu.nl; m.hage@hetnet.nl; Hieltjes, HB; fjackson@casema.nl; aertssenpha@planet.nl; ruudvandenbroek@gmail.com; phmberg@xs4all.nl; angelique.pijnenburg@gmail.com; Coppens, CAA; jjm.vdheijden@hetnet.nl; ajc.vanlaerhoven@home.nl; rini@bovensluis.nl; hanskocx@ziggo.nl; fvnoord@ziggo.nl; Schots, ThJJM; tbj.vanderveer@planet.nl Subject: reactie op inspraak peilbesluit Steenbergen - Brabantse Wal Auto forwarded by a Rule Geachte mevrouw Dielissen. Met enige verbazing heb ik de antwoorden in uw brief van 4 augustus j.l., die aan mij was toegezegd in de vergadering van het Algemeen bestuur van 21 juli j.l., gelezen. Met name uw antwoord m.b.t. het punt van de noodzaak om een voortoets uit te oefenen acht ik zeer onbevredigend. In reactie op onze zienswijze dat een voortoets op grond van de Natuurbeschermingswet moet worden uitgevoerd gaf het dagelijks bestuur in de reactienota aan dat deze belangen nog niet konden worden meegewogen omdat tijdens het opstellen van de peilenplannen nog niet was gestart met het opstellen van de beheerplannen voor de Natura-2000 gebieden. Omdat de beheerplannen inmiddels in ontwikkeling zijn kan (aldus de antwoordnota) naar verwachting een voortoets worden uitgevoerd. Ook na mijn inspreken op 21 juli werd aan dit standpunt vastgehouden. In uw brief geeft u nu aan dat er wèl al een voortoets heeft plaats gevonden en dat in het peilenplan 'rekening is gehouden met' de natuurdoelen voor zover deze al bekend waren. Enig inzicht daarin verschaft u overigens niet. Verder stelt u zich op het standpunt dat de provincie in die procedure geen rol heeft. Dat laatste ben ik niet met u eens. Ik verwijs u daarvoor naar bijgevoegd schema dat is geplaatst op de website van de provincie Noord-Brabant. Hieruit blijkt, zoals eerder door mij gesteld, dat het bevoegd gezag (i.c. de provincie) een oordeel moet geven over de resultaten van de voortoets. Graag ontvang ik uiterlijk een week voordat de termijn waarbinnen ik beroep in kan stellen bij de sector bestuursrecht van de rechtbank in Breda verloopt, de rapportage over de door u uitgevoerde voortoets toegezonden op het adres Lobenpolder 7, 4617 MP te Bergen op Zoom met c.c. naar Benegora en de Brabantse Milieufederatie. Ik ben overigens ook zeer benieuwd naar een logische verklaring voor het gewijzigde standpunt van het dagelijks bestuur in deze. Met vriendelijke gret, IVN Groene Zoom, mede namens de Brabamtse Milieufederatie en

Registratienummer: 10UT008874 Van: Lauwerijssen, Janneke Verzonden: maandag 23 augustus 2010 12:20 Aan: 'phmberg@xs4all.nl' Onderwerp: reactie schriftelijke vragen aan DB, betreffende inspraak peilbesluit Steenbergen - Brabantse Wal Geachte heer Van den Berg, Naar aanleiding van uw verzoek stuur ik u de brief van het waterschap aan de IVN als reactie op het inspreken tijdens de vergadering van het algemeen bestuur op 21 juli 2010. De antwoorden aan de heer De Haan zullen in de vergadering van het dagelijks bestuur van 7 september 2010 worden besproken. Meteen daarna zullen wij de heer de Haan schriftelijk informeren. Uw vragen komen op hoofdlijnen overeen met de vragen van de heer de Haan. Een afschrift van de brief aan de heer de Haan zullen wij naar u sturen. Wij vertrouwen erop dat die brief ook uw vragen beantwoordt. De vragen en antwoorden zullen zoals gebruikelijk ook op extranet worden geplaatst en geagendeerd voor de vergadering van het algemeen bestuur. Met vriendelijke groet, waterschap Brabantse Delta drs. A.J.A. (Janneke) Lauwerijssen Bestuursmedewerker j.lauwerijssen@brabantsedelta.nl

Van: Paul van den Berg [mailto:phmberg@xs4all.nl] Verzonden: maandag 16 augustus 2010 14:18 Aan: Dielissen, JHC; Vos, Joseph CC: l.c.a.withagen@home.nl; jemvdaa@planet.nl; ahaagh@home.nl; nverdaasdonk@kpnplanet.nl; dejongstabel@casema.nl; j.a.van.riet@hccnet.nl; remco_schreuders@hotmail.com; wjhdeboer@home.nl; Kallen, LH van der; jslenders@casema.nl; w-spierings@hetnet.nl; aafmwijnen47@hetnet.nl; info@aqqu.nl; m.hage@hetnet.nl; Hieltjes, HB; fjackson@casema.nl; aertssenpha@planet.nl; ruudvandenbroek@gmail.com; angelique.pijnenburg@gmail.com; Coppens, CAA; jjm.vdheijden@hetnet.nl; ajc.vanlaerhoven@home.nl; rini@bovensluis.nl; hanskocx@ziggo.nl; fvnoord@ziggo.nl; Schots, ThJJM; tbj.vanderveer@planet.nl; 'Wim de Haan' Onderwerp: Schriftelijke vragen aan DB, betreffende inspraak peilbesluit Steenbergen - Brabantse Wal Geachte voorzitter, Graag ontvangt onze fractie per omgaande de hieronder genoemde brief van 4 augustus jl. Tevens leggen wij u graag de volgende schriftelijke vragen voor: Waarom en op basis waarvan meent u dat de provincie in onderhavige procedure geen rol heeft? U geeft blijkbaar aan dat er een voortoets heeft plaatsgevonden. Kunt u aan de hand van het door de heer De Haan aan u aangeleverde schema aangeven welke stappen (met welke resultaten op welk moment) u in deze kwestie heeft doorlopen? In geval er geen voortoets heeft plaats gevonden, vernemen wij graag een toelichting op naar verwachting. Wij horen graag een inhoudelijke toelichting op de achtergronden van het door u genoemde naar verwachting. Waar is deze verwachting precies van afhankelijk? Tevens ontvangen wij graag per omgaande een afschrift van de door IVN Groene Zoom gevraagde rapportage en de gevraagde verklaring over uw vermeende gewijzigde standpunt. Wij danken u hartelijk voor uw medewerking en verblijven, in afwachting van uw antwoorden, Met vriendelijke groeten, Namens Fractie Vrienden Markdal Buitenplaats Bouvigne Paul van den Berg, AB