Opdracht Talking Point Leerkrachtenbundel

Vergelijkbare documenten
Maak je eigen folder! Leerkrachtenbundel

Eindtermen Nederlands algemeen secundair onderwijs (derde graad)

Voor alle leraren Nederlands. 'Vergelijkend schema', eindtermen vaardigheden van de 3 graden: tekstsoorten, procedures/strategieën en attitudes.

Eindtermen tweede graad ASO

Maak je eigen audioguide! Leerkrachtenbundel

Bijlage 9. Eindtermen Nederlands van de derde graad tso

1 Luisteren (koppeling Spreken/gesprekken voeren)

1 Luisteren. 2 Spreken/gesprekken voeren. Bijlage 6. Eindtermen Nederlands van de derde graad aso

Luister- en kijkvaardigheid in de lessen Nederlands

Vakoverschrijdende eindtermen/ontwikkelingsdoelen globaal voor het secundair onderwijs

DOELSTELLINGEN EN VOET VAN COUDENBERG TOT KUNSTBERG

2.3 Literatuur Schriftelijke vaardigheden Lezen LES GODVERDOMSE DAGEN OP EEN GODVERDOMSE BOL LEERPLAN ALGEMEEN:

DOELSTELLINGEN EN VOET BUURTAMBASSADEURS

EINDTERMEN 3DE GRAAD SECUNDAIR ONDERWIJS

DOELSTELLINGEN EN VOET BUURTAMBASSADEURS

WAAROM ETEN WE WAT WE ETEN? EINDTERMEN EN LEERPLANNEN

1 Luisteren (koppeling Spreken/gesprekken voeren)

BEOOGDE LEERDOELEN EN EINDTERMEN

Algemene doelen en de link met de vakoverschrijdende eindtermen vind je in de handleiding bij dit lespakket.

De laatste show. 2 e graad aso LUISTEREN - Schema publiek/verwerkingsniveau

BIJLAGEN: dossier doe je mee of zeg je nee?

STAM op schoolmaat. eindtermen secundair onderwijs

DOELSTELLINGEN EN VOET VAN COUDENBERG TOT KUNSTBERG

Lokaliseren situeren van plaatsen op een landkaart (in een beperkt of ruim kader).

Raamwerk met betrekking tot de talige behoeften en taaldoelen

MODERNE VREEMDE TALEN - ASO DUITS Het voorliggende pakket eindtermen beantwoordt aan de decretale situatie waarbij in de basisvorming in de derde

Uitwerking kerndoel 3 Nederlandse taal

DOELSTELLINGEN EN VOET VAN COUDENBERG TOT KUNSTBERG

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

Eindtermen Nederlands lager onderwijs

Gezien het bovenstaande zijn kunstvakken direct of indirect betrokken bij het nastreven van vakoverschrijdende

OVERZICHT MODULES PAV

EINDTERMENTABEL OVERZICHT. Flos en Bros werkboekjes. x x. x x x x x. x x x. Werkboekje blz e Leerjaar 6 e Leerjaar

LEGO MINDSTORMS EEN INLEIDING TOT PROGRAMMEREN COSMODROME POORT NATIONAAL PARK HOGE KEMPEN GENK

LEGO MINDSTORMS EEN INLEIDING TOT PROGRAMMEREN COSMODROME POORT NATIONAAL PARK HOGE KEMPEN GENK

DOELSTELLINGEN EN VOET BUURTAMBASSADEURS

~ 1 ~ selecteren. (LPD 1,8,27) (LPD 13,22,23,27)

De auto s van de toekomst Handleiding leerkracht

Geschiedenis en VOET

Kruistabel ter inspiratie voor het opmaken van een jaarplan Duits voor de derde graad Moderne Talen

SPACE MISSION COSMODROME POORT NATIONAAL PARK HOGE KEMPEN GENK

- Les met de opdracht + evaluatiecriteria Alledaagse mysteries

Duur: 1 lesuur. Doelstellingen: De weergegeven doelstellingen baseren zich op de eindtermen van het leerplan secundair onderwijs (D:2003/0279/001).

Onderwijskundige doelen

WORKSHOP. NAAM ORGANISATIE Integratiedienst Leuven - Wereldkleur TITEL WORKSHOP Liedjes en dans in Swahili (Oost-Afrika) Type ASO TSO BSO KSO

WORKSHOP. Type ASO TSO BSO KSO

WISKUNDIGE TAALVAARDIGHEDEN

6 november Leerlijnen Evaluatie: basis - verdieping

DE BAAN OP! Een interessant bedrijf kiezen. Inhoud. Doelgroep. Vakgebied. Materialen. Doelen STERKE SCHAKELS


ID bijdrage: Logo talenwebsite: wel niet

Groot gelijk?! Gelijke onderwijskansen in Vlaanderen 23 november 2004

Leerplan OVSG. Verbondenheid door middel van rituelen tijdens speciale gelegenheden. Jenthé Adriaens, Elise Buts & Sharis Vertommen

DOELSTELLINGEN LESPAKKET OVERAL DNA

eindtermen basisonderwijs

Zelfevaluatieformulier

Deze les voor Saved by the bell (lager onderwijs) voldoet aan meerdere eindtermen. Een aantal eindtermen zijn gebundeld in onderstaande lijst.

Realiseren van VOET in Geschiedenis: leren leren I II III Leren leren

Maak betekenisvolle onderwerpen bespreekbaar Individuele docententraining DAG 3 PPOZO Marije Fris trainer & masterclassdocent St.

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

Competenties. van de rondleider in kunst en -historische musea. De competenties zijn verdeeld over vier hoofdcategorieën.

Overzicht bereikte eindtermen eerste graad met aanvullende leermethode Taalboost 1

DOELSTELLINGEN BUURT IN ZICHT

Klimaat: een thema in het Vlaams onderwijs?

Jaarplan Jaarplan PAV 5dejaar

AANSLUITING BIJ VAKKEN & VAKOVERSCHRIJDENDE EINDTERMEN (VOETen)

Leerlijn Samenwerken SingaporeNext

AANSLUITING BIJ VAKKEN & VAKOVERSCHRIJDENDE EINDTERMEN (VOETen)

MAGDA? REGELS OP SCHOOL EN DE WERKVLOER. Magda op school? Inhoud. Doelgroep. Vakgebied. materialen. Doelen STERKE SCHAKELS

WORKSHOP. Type ASO TSO BSO KSO

Museum De Buitenplaats Kijken is een kunst

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

Nederlands TSO - KSO. derde graad 2014/1032/1//D LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS. eerste en tweede leerjaar. (vervangt 2004/080)

Letterenhuis. Inspiratie OVERAL! MET ISH AIT HAMOU ALS AMBASSADEUR INSPIRATIE. Workshop voor 3de graad TSO/BSO. Info voor de leerkracht

Wereldoriëntatie. Beginsituatie: Leerlingen hebben verschillende technische beroepen besproken of hebben een bezoek gebracht aan de

Nederlands. Mondeling onderwijs

Type 1: De Docent TEST LEERKRACHTSTIJL LAGER. Centrum voor Taal en Onderwijs MIJN PROFIEL

Secundair onderwijs - Tweede graad ASO/KSO/TSO - Natuurwetenschappen - Vakgebonden eindtermen

Interactieve rondleiding SO

LESSENSERIE 4: CKV-NL Recensie schrijven Lesplannen

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

A. Creëer een positief, veilig en rijk leerklimaat door

HOUT EN BOUW. Activerende werkvormen? De leraar doet er toe.

primair onderwijs groep 4 en 8 samen Mijn verhaal van Brabant docentenhandleiding

Drents Museum. Wat als de stoel van meneer Rietveld kon praten? Groep 3 Thema-overzicht

Webquest Europese Unie groep 3

Wat stelt de doorlichting vast? Enkele voorbeelden:

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

Friese taal en cultuur VWO. Syllabus centraal examen 2010

GELOVEN IN DE WERELD LESBRIEF VOORTGEZET ONDERWIJS TOT ZIENS IN 0NS MUSEUM! GELOVEN IN DE WERELD PAG > 1

Een nieuw licht op afvalbeheer

A. Creëer een positief, veilig en rijk leerklimaat door

INHOUD DE TIJDSWINKEL. groep 3-4 HOE MENSEN IN VERSCHILLENDE TIJDEN LEVEN

MAGDA? REGELS OP SCHOOL EN DE WERKVLOER. Magda op de werkvloer? Inhoud. Doelgroep. Vakgebied. Materialen. Doelen STERKE SCHAKELS

Taalvaardigheid Preventie en remediëring. -betrokkenheid verhogende werkvormen creëren -een maximale -herformuleren de lln het probleem

Beroepsgerichte Vorming, opleiding handel en administratie of Project Algemene Vakken

WERK AAN DE WINKEL Hoe vind je een job?

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

Transcriptie:

Opdracht Talking Point Leerkrachtenbundel Doelgroep: Dit is een opdracht die voor elke leerling of cursist geschikt is. In het bijzonder voor anderstaligen (NT1, NT2, OKAN, inburgeringsgroepen) is dit een interessante opdracht omdat ze heel taalstimulerend is. Er is een verklarende lijst van moeilijke woorden opgenomen. Type opdracht: Deze groepsopdracht vindt plaats in het museum. Het startpunt is geen vraag, maar een stelling of discussiepunt over een museumobject, ook wel Talking Point genoemd. Bij de Talking Points is vrije associatie belangrijk. Er is geen voorkennis vereist. De leerlingen zoeken het museumobject op in het museum en voeren discussie met hun groepje over het Talking Point. De stellingen kunnen provocerend zijn, om discussie uit te lokken. Vervolgens komen de leerlingen weer bijeen en geven een samenvatting van hun discussie en vertellen hun verhaal. De leerkracht is dan gespreksleider en vult aan met de feitelijke informatie die op de infokaarten staat. Doel van de opdracht: De leerlingen worden vanuit hun eigen beleving en ervaring geprikkeld om te kijken om vervolgens hun mening te geven als reactie op een mening die ze voorgeschoteld krijgen. Een Talking Point bevordert de dialoog, zowel tussen de leerlingen onderling als tussen toeschouwer en kunstvoorwerp. De leerlingen/cursisten gaan in gesprek en komen samen tot een betekenis. De centrale vraag is niet wat is het? maar wel wat betekent dit voor mij/ons?. Ze worden uitgedaagd om stelling in te nemen en hun eigen mening te vormen. Vanuit die mening komen ze tot betekenis. Duur: afhankelijk van de duur van het museumbezoek (ca. 1,5 uur) Aansluiting bij schoolvak: Nederlands, Geschiedenis, Esthetica, PAV, NT1, NT2, OKAN Beschrijving van de opdracht: (suggestie van uitwerking) De leerlingen worden ingedeeld in groepjes van max. 4 leerlingen. In deze opdracht komen 5 museumobjecten aan bod: een kunstkabinet (een kabinet gemaakt in Antwerpen in de 16 de eeuw), de Biblia Polyglotta (een bijbel met vertalingen in verschillende talen uit de 16 de eeuw), de twee oudste drukpersen ter wereld (uit het begin van de 17 de eeuw), een hemelglobe en het schilderij Labore et Constantia. Per museumobject zijn er 5 kaarten met daarop telkens één Talking Point (stelling). De leerlingen en bespreken een aantal museumobjecten a.d.h.v. de kaarten met stellingen. De leerkracht bepaalt of hij/zij één kaart per keer geeft en vervolgens de leerlingen naar een ander object laat gaan óf dat hij/zij deze allemaal tegelijk aan de leerlingen geeft. Zo bepaalt de leerkracht of de groepjes 1

alle stellingen/talking Points moeten bespreken die bij de objecten horen of slechts één stelling per kunstobject. Als hij ze bv. allemaal tegelijk geeft bespreken de leerlingen de 5 verschillende stellingen bij één object. Maar de leerkracht kan er ook voor kiezen dat de verschillende groepjes slechts één stelling per object bespreken. Op die manier bespreekt elk groepje een andere stelling, of een ander object, aan de hand van één stelling. Bij de evaluatie worden alle besproken Talking Points bij de verschillende museumobjecten betrokken in een open gesprek. De leerlingen vertellen hierbij wat hun eigen standpunten zijn bij de stellingen bij de diverse museumobjecten. De leerkracht vindt aanvullende informatie op de infokaarten van de objecten. Eventueel kan bij deze opdracht gewerkt worden met een rolverdeling per groepje (zie: rollenkaarten). De leerkracht kan er ook voor kiezen om met de hele groep voor een museumobject te gaan staan om samen het Talking Point te bespreken. Zo ontstaat een discussie binnen de groep. Let op: dit werkt alleen echt goed bij een kleine groep van max 6/8 leerlingen. In het document Extra Talking Points zijn nog meer Talking Points opgenomen. Dat wil zeggen stellingen die niet voorkomen in de opdracht Talking Points. Overzicht van de documenten die bij de opdracht horen: - Deze leerkrachtenbundel - 5 Infokaarten met informatie bij de museumobjecten voor de leerkracht - 25 Talking Points bij de 5 museumobjecten voor de leerlingen - Rollenkaarten (evt. te gebruiken voor secundair onderwijs) - Extra Talking Points Materiaal per groepje: -Plan van het museum verkrijgbaar bij balie -Klembord met papier om indien nodig de meningen kort op samen te vatten -Potlood -Per museumobject: 5 kaarten met daarop het museumobject, de zaal en de stellingen (Talking Points)> (per groepje 1 kaart met 1 stelling) -Evt. Papier met rolverdeling (uitleg van de rollen) (per groepje 1) Materiaal voor de leerkracht: -Deze bundel -5 Infokaarten met meer informatie over de museumobjecten en alle Talking Points/stellingen Leerdoelen: 1. De leerlingen kunnen in groep discussiëren over verschillende stellingen bij een museumobject. 2. De leerlingen kunnen hun mening verwoorden over een stelling bij een museumobject in een klein groepje. 3. De leerlingen kunnen aan de klasgroep vertellen wat hun mening is over een stelling bij een museumobject. 2

4. De leerlingen leren 5 museumobjecten kennen en kunnen vertellen wat voor object het is. 5. De leerlingen hebben een open en respectvolle houding ten opzichte van de museumcollectie. Overzicht van de opdrachten: Introductie: 1. De leerkracht bespreekt nog even de museumregels. (zie document museumregels ) 2. De leerkracht geeft een heel korte introductie over het museum. (Voor literatuur zie onder.) Groepsopdracht: 3. De leerkracht legt de opdracht (en eventueel de bedoeling van de rolverdeling) uit en geeft elk groepje een kaart met daarop het Talking Point, de titel van het object en het zaalnummer. De leerlingen zoeken de objecten op in het museum en discussiëren daarbij. De leerkracht kiest of hij/zij meteen alle Talking Points geeft of slechts één. 4. De leerkracht vertelt dat de leerlingen over twintig minuten tot een half uur weer moeten verzamelen. 5. De leerkracht geeft een verzamelpunt aan in het museum waar de leerlingen naar kunnen terugkeren als ze een Talking Point of alle Talking Points die zij hebben gekregen hebben besproken. Klassikale terugkoppeling: 6. De groep wandelt in zijn geheel door het museum. (De verslaggever van) elk groepje brengt verslag uit van hun Talking Point bij het kunstvoorwerp en geeft een samenvatting van de discussie. 7. De leerkracht geeft antwoord op eventuele vragen en geeft indien nodig aanvullende informatie. Klassikale eindbespreking: 8. Tot slot is er een eindbespreking waarbij de leerlingen wordt gevraagd wat ze vonden van het museumbezoek en wat hen is opgevallen. Wat vonden ze mooi of interessant en wat juist niet en waarom? Instructies voor leerkracht: A: Talking Point 1. Verdeel de groep in groepjes van vier. 2. (Evt.: Laat de groepjes de rollen verdelen die aangegeven en uitgelegd staan op de rollenkaarten. Begin bij de rollen die bovenaan staan. Als er niet genoeg groepsleden zijn voor het aantal rollen is dat niet erg.) 3. Geef een verzamelpunt en tijdstip waar de leerlingen na de bespreking van de Talking Points naar terug moeten keren. Spreek af wat ze moeten doen (hoeveel Talking Points en hoeveel objecten ze in die tijd moeten bespreken). Spreek af dat ze daarna verslag moeten doen voor de groep. 3

4. De leerlingen gaan naar hun Talking Point en discussiëren met de groep over hun stelling. Ze zoeken het object op dat is aangegeven op hun kaartje in het museum. B: Samenvatting van discussie met groepje 1. De leerlingen keren terug naar het verzamelpunt 2. (De verslaggever van) elk groepje vertelt welke stelling zij hadden, wat zij daarvan vonden en waarom, tijdens een wandeling door het museum. Richtlijnen voor het gesprek voor de leerkracht: a. Welk object (=voorwerp in het museum) hebben jullie? Wat is het? b. Welke stelling/talking Point hebben jullie besproken? c. Waren jullie het als groepje over het algemeen eens of oneens met de stellingen/talking Points? d. Waarom waren jullie het eens of oneens over de stelling? e. Wat viel jullie op aan de objecten? f. Vinden jullie het een interessant object? g. Wat vragen jullie je nog af over het object? C: Eindbespreking 1. Wat vonden jullie van het museumbezoek? 2. Wat is jullie opgevallen? 3. Wat vond je mooi/interessant of juist niet? Eindtermen: Vakken: Nederlands, PAV, Okan, NT 1, NT2, VOETen In deze bundel zijn de volgende eindtermen opgenomen: - Eindtermen van het vak Nederlands (eerste graad), tweede graad aso, derde graad aso, tweede graad tso - Eindtermen PAV: bso, derde graad - VOETen Eindtermen Nederlands Eerste Graad: Bron: http://www.ond.vlaanderen.be/curriculum/secundaironderwijs/eerste-graad/vakgebonden/astroom/nederlands/eindtermen.htm 2. De leerlingen kunnen luisteren naar de volgende tekstsoorten voor leeftijdgenoten (verwerkingsniveau: beoordelen):uitspraken in een discussie; oproepen en uitnodigingen tot een activiteit; mondeling aangeboden ontspannende teksten; reclameboodschappen in de media. 4*. De leerlingen ontwikkelen binnen gepaste communicatiesituaties een bereidheid om: 4

te luisteren; een ander te laten uitspreken; een onbevooroordeelde luisterhouding aan te nemen; te reflecteren over hun eigen luisterhouding; het beluisterde te toetsen aan eigen kennis en inzichten. 6. De leerlingen kunnen aan een gedachtewisseling in de klas deelnemen, daarin een standpunt onder woorden brengen en toelichten (verwerkingsniveau: beoordelen). 8*. De leerlingen ontwikkelen binnen gepaste communicatiesituaties (zie eindtermen 5 en 6) een bereidheid om: Algemeen Nederlands te spreken; een kritische houding aan te nemen tegenover hun eigen communicatiegedrag. Eindtermen Nederlands Tweede Graad aso: Bron: http://www.ond.vlaanderen.be/curriculum/secundaironderwijs/tweede-graad/aso/vakgebonden/nederlands/eindtermen.htm 4. De leerlingen kunnen op beoordelend niveau luisteren naar tekstsoorten bestemd voor onbekende leeftijdgenoten. Het betreft tekstsoorten zoals activerende boodschappen, standpunten/meningen in probleemoplossende discussies. 7*. De leerlingen zijn binnen de gepaste communicatiesituaties bereid om: te luisteren; een onbevooroordeelde luisterhouding aan te nemen; een ander te laten uitspreken; te reflecteren op hun eigen luisterhouding; het beluisterde te toetsen aan eigen kennis en inzichten. 13. De leerlingen kunnen bij de planning en uitvoering van en bij de reflectie op de spreektaken: hun spreek- en gespreksdoel(en) bepalen; hun publiek beschrijven; naargelang van hun spreek-, gespreksdoel(en) en publiek: gericht informatie selecteren en in een duidelijke vorm verwoorden; bijkomende info vragen; hun taalgebruik aanpassen; inhoudelijke en functionele relaties tussen tekstonderdelen vaststellen en verwoorden; visuele informatie gebruiken, non-verbaal gedrag observeren en verwoorden. gespreksconventies hanteren om gesprekken te beginnen, te onderbreken, gaande te houden en af te sluiten; argumenten herkennen en aanbrengen; adequaat reageren op de inbreng van gesprekspartner(s). 14*. De leerlingen zijn binnen de gepaste communicatiesituaties bereid om: te spreken; 5

Algemeen Nederlands te spreken; een kritische houding aan te nemen tegenover hun eigen spreek- en gespreksgedrag. Eindtermen Nederlands Derde Graad aso: Bron: http://www.ond.vlaanderen.be/curriculum/secundaironderwijs/derde-graad/aso/vakgebonden/nederlands/eindtermen.htm 4. Bij de planning, uitvoering van en bij de reflectie op de luistertaken kunnen de leerlingen: hun luisterdoel(en) bepalen; het (de) tekstdoel(en) vaststellen; hun voorkennis inzetten; onderwerp en hoofdgedachte identificeren; gericht informatie selecteren en ordenen; bijkomende informatie vragen; inhoudelijke en functionele relaties tussen tekstonderdelen vaststellen; de functie van bijgeleverde visuele informatie vaststellen (koppeling kijken); het taalgebruik van de spreker inschatten; aandacht tonen voor het non-verbale gedrag van de gesprekspartner/spreker. 6*. De leerlingen zijn bereid om: te luisteren; een onbevooroordeelde luisterhouding aan te nemen; een ander te laten uitspreken; te reflecteren over hun eigen luisterhouding; het beluisterde te toetsen aan eigen kennis en inzichten. 9. De leerlingen kunnen op beoordelend niveau aan een onbekend publiek: inlichtingen vragen, aanvragen doen, klachten/bezwaren formuleren (rechtstreeks of door middel van de telefoon); standpunten/meningen of oplossingen voor problemen uiteenzetten en motiveren in een gedachtewisseling, discussie, (werk)vergadering; gevoelens in een gepast register uitdrukken en persoonlijke ervaringen presenteren; activerende boodschappen formuleren. 10. Bij de planning, uitvoering van en bij de reflectie op de spreektaken/gesprekstaken kunnen de leerlingen: hun eigen spreek- en gespreksdoel(en) bepalen; zich een beeld vormen van hun publiek; hun voorkennis inzetten; naargelang van de spreek-, gespreksdoel(en) en publiek: gericht informatie selecteren en in een duidelijke vorm verwoorden; bijkomende info vragen; hun taalgebruik aanpassen; inhoudelijke en functionele relaties tussen tekstonderdelen vaststellen en verwoorden; 6

visuele informatie gebruiken; non-verbaal gedrag inschatten en inzetten; gespreksconventies hanteren om gesprekken te beginnen, te onderbreken, gaande te houden en af te sluiten; argumenten herkennen en aanbrengen; adequaat reageren op de inbreng van gesprekspartner(s). 11. De leerlingen zijn binnen de gepaste communicatiesituaties bereid om: te spreken; algemeen Nederlands te spreken; een kritische houding aan te nemen tegenover hun eigen spreek- en gespreksgedrag. Eindtermen Nederlands tweede graad tso: Bron: http://www.ond.vlaanderen.be/curriculum/secundair-onderwijs/tweedegraad/tso/vakgebonden/nederlands/eindtermen-nederlands-2egraad-tso-2012.pdf 1. De leerlingen kunnen op structurerend niveau luisteren naar uiteenzettingen, probleemstellingen door een bekende volwassene m.b.t. een leerstofonderdeel bestemd voor bekende leeftijdgenoten. 5. De leerlingen kunnen bij de planning en uitvoering van en bij de reflectie op de luistertaken: hun luisterdoel(en) bepalen; het (de) tekstdoel(en) vaststellen; hun voorkennis inzetten; onderwerp en hoofdgedachte(n) identificeren; gericht informatie selecteren en ordenen; inhoudelijke en functionele relaties tussen tekstonderdelen vaststellen; de functie van bijgeleverde visuele informatie vaststellen; het taalgebruik van de spreker inschatten; aandacht tonen voor het non-verbale gedrag van de gesprekspartner/spreker. 6 De leerlingen kunnen een luisterstrategie kiezen naargelang van luisterdoel(en) en tekstsoort en ze toepassen (oriënterend, zoekend, globaal en intensief). 7* De leerlingen zijn binnen de gepaste communicatiesituaties bereid om: te luisteren; een onbevooroordeelde luisterhouding aan te nemen; een ander te laten uitspreken; te reflecteren op hun eigen luisterhouding; het beluisterde te toetsen aan eigen kennis en inzichten. aan een bekende volwassene vragen stellen en antwoorden formuleren m.b.t. leerstofonderdelen in schoolvakken; ten aanzien van een bekende volwassene: 7

de informatie presenteren die ze in het kader van een bepaalde opdracht hebben verzameld; gevoelens uitdrukken, persoonlijke ervaringen en interesses presenteren. 11. De leerlingen kunnen op beoordelend niveau voor bekende leeftijdgenoten hun standpunten/meningen of hun oplossingswijzen voor problemen in een gedachtewisseling uiteenzetten en motiveren. 13. De leerlingen kunnen bij de planning en uitvoering van en bij de reflectie op de spreektaken: hun spreek- en gespreksdoel(en) bepalen; hun publiek beschrijven; hun voorkennis inzetten; naargelang van de spreek-, gespreksdoel(en) en publiek: gericht informatie selecteren en in een duidelijke vorm verwoorden; bijkomende info vragen; hun taalgebruik aanpassen; inhoudelijke en functionele relaties tussen tekstonderdelen vaststellen en verwoorden; visuele informatie gebruiken; non-verbaal gedrag observeren en verwoorden; gespreksconventies hanteren om gesprekken te beginnen, te onderbreken, gaande te houden en af te sluiten; argumenten herkennen en aanbrengen; adequaat reageren op de inbreng van gesprekspartner(s). 14*. De leerlingen zijn binnen de gepaste communicatiesituaties bereid om: te spreken; Algemeen Nederlands te spreken; een kritische houding aan te nemen tegenover hun eigen spreek- en gespreksgedrag. 35*. De leerlingen zijn bereid om op hun niveau: bewust te reflecteren op taalgebruik en taalsysteem; van de verworven inzichten gebruik te maken bij verbale en non-verbale communicatie. 36*. Bij het reflecteren op verbale en non-verbale communicatie tonen de leerlingen interesse in en respect voor de persoon van de ander, en voor de eigen en andermans cultuur. 37. Met het oog op doeltreffende communicatie kunnen de leerlingen op hun niveau in voor hen relevante taalgebruikssituaties bewust reflecteren op een aantal aspecten van het taalgebruik. Eindtermen Project Algemene Vakken, derde graad bso: 8

Bron: http://www.ond.vlaanderen.be/curriculum/secundair-onderwijs/derdegraad/bso/vakgebonden/eerste-en-tweede-leerjaar/project-algemenevorming/eindtermen.htm De leerlingen kunnen: 1. uit mondelinge en schriftelijke informatie de essentie halen. 2. over die informatie reflecteren en ze evalueren. 4. mondeling argumenteren. 6. zich mondeling duidelijk uiten. 11. relevante informatie in concrete situaties vinden, selecteren en gebruiken. 16. kunnen bij groepsopdrachten overleggen en actief deelnemen in teamverband instructies uitvoeren reflecteren en bijsturen 17. zien in op grond van de actualiteit en eigen ervaringen: dat er een verband bestaat tussen verleden, heden en toekomst dat er culturele verschillen zijn in het dagelijks leven van mensen Vakoverschrijdende Eindtermen en ontwikkelingsdoelen (VOETen) Bron VOETen: http://www.ond.vlaanderen.be/curriculum/secundaironderwijs/vakoverschrijdend/ Context 7: Socioculturele samenleving 1. De leerlingen beschrijven de dynamiek in leef- en omgangsgewoonten, opinies, waarden en normen in eigen en andere sociale en culturele groepen. 6. De leerlingen gaan actief om met de cultuur en kunst die hen omringen. 7. De leerlingen illustreren de wederzijdse beïnvloeding van kunst, cultuur en techniek, politiek, economie, wetenschappen en levensbeschouwing. Literatuur en websites: Over het gebouw en de tuin van Museum Plantin-Moretus: http://www.museumplantinmoretus.be/museum_plantinmoretus_nl/plantinmoretu snl/museum-mpm-nl/museum-mpm-nl-huis-en-tuin.html Over de bedrijfsleiders en bewoners (Christoffel Plantijn en de Moretussen): http://www.museumplantinmoretus.be/museum_plantinmoretus_nl/plantinmoretu snl/museum-mpm-nl/plantin-en-de-moretussen.html Over de boekdrukkunst: 9

http://www.museumplantinmoretus.be/museum_plantinmoretus_nl/plantinmoretu snl/museum-mpm-nl/museum-mpm-nl-boekdrukkunst/uitvinding.html Over de collectie: http://www.museumplantinmoretus.be/museum_plantinmoretus_nl/plantinmoretu snl/plantinmoretusnl-collectie/plantinmoretusnl-collectie-virtuelerondleiding.html Francine De Nave, Bezoekersgids Museum Plantin-Moretus. Boekdrukken en uitgeven vóór 1800, Antwerpen 2002. Patrick De Rynck, Museum Plantin-Moretus Prentenkabinet, Antwerpen, 2009. Bron Rollenkaarten: http://www.steunpuntgok.be/secundair_onderwijs/materiaal/lesmateriaal/ bronnenboek/index.aspx 10