Stein. , no. Agendapunt Bijlagen. Reactie op MER en POL-Grensmaas

Vergelijkbare documenten
De Commissie Grondgebiedzaken hoofdlijnen voorontwerp - bestemmingsplan Grensmaas

Doelstellingen Grensmaas

Ontwikkelingen ontwerp Koeweide/Trierveld. Overleg 12 maart 2019 Klankbordgroep Koeweide - Trierveld

Startnotitie. m.e.r. Grensmaas 2002

Partiële herziening POL-aanvulling Grensmaas (2010), tevens partiële herziening van POL2006. Inhoud.

Dijkversterking Maasband

Grensmaasproject Locatie Urmond

Dijkversterking Meers

Herstart locatie Bosscherveld

Nota van Beantwoording Zienswijzen. Ontwerpbestemmingsplan. Ruimte voor de Grecht

Voorstellen aan de raad van de gemeente Wester-Koggenland jaar 2006 VoorsteInr.: Agendapunt: Vergadering: 8 juni 2006

Raadsvoorstel. Agendapunt nr.:

ONTWERP-PROJECTPLAN WATERWET ex art. 5.4 Waterwet

Dijkversterking Obbicht

Kadewerkzaamheden Grevenbicht

Gemeente Bergen Datum besluit Datum verzending: Nummer

Besluit tot coördinatie procedures Ressen/Bouwmarkt

Nota van zienswijzen Aanvragen omgevingsvergunning 1 e fase voor de activiteit gebruik Nuenen-West bouwveld A (artikel 2.12, lid 1, onderdeel a, onder

Delegatie en mandaat in verband met de nieuwe Wet ruimtelijke ordening

MAA? HORST A/D. gemeente Bestemmingsplan Tienrayseweg Horst raadsvoorstel. onderwerp vaststellen bestemmingsplan Tienrayseweg Horst


Notitie. Beleid ten behoeve van. Ontheffingen in het kader van de Wet ruimtelijke ordening

Voorstel aan de Gemeenteraad

Vergaderdatum Gemeenteblad 2011 / Agendapunt. Aan de Raad

Samenvatting. Inleiding

Inleiding. Partijen. Inhoud overeenkomst

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe

Ontgrondingenwet en Omgevingsverordening Limburg

Raadsvoorstel Agendanr. :

Opgesteld door ing. A.M. Rodenbach, Recreatie Noord-Holland NV, d.d. 21 januari 2013

U*>/-W) (2*) Exploitatiemaatschappij L'Ortye Stein BV. MER inrichting dekgrondberging Meers van het Grensmaasproject. maart 2001

BESTEMMINGSPLAN GRENSMAAS

GEMEENTE BOEKEL. Onderwerp : Compensatie N605 en LOG en uitbreiding Peellandschapspark Voskuilenheuvel

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Bij dit besluit behoort het rapport: Akoestisch onderzoek weg- en railverkeer Hoog Dalem, herziening winkeleiland, SAB d.d. 5 oktober 2015.

Ruimtelijke ordening. Ruimtelijke Ordening

Gemeente Achtkarspelen Projectbesluit Veranderen erf bij de woning Skieppedrifte 5 te Drogeham Ruimtelijke onderbouwing

Aan de raad AGENDAPUNT 3. Doetinchem, 27 januari 2010 ALDUS BESLOTEN 4 FEBRUARI Oostelijke randweg; afronding mer-procedure

Aan de raad AGENDAPUNT NR. 4. Doetinchem, 14 februari 2018 ALDUS VASTGESTELD 22 FEBRUARI 2018

Ruimtelijke onderbouwing Leveroyseweg 14, Heythuysen

Aan de Gemeenteraad. Raad. Onderwerp : Vervangende nieuwbouw van een vrijstaande woning op het perceel Boelenswei 76 te Boelenslaan.

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel

De Minister van Economische. Zaken en. De Minister van Infrastructuur en Milieu. Overwegende dat:

Projectbesluit Watermolendijk 3 Eelde

Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn

N.v.t. Nee (art. 5) Natuur. Riet en Ruigte. Stadsweide Roermond. Maaien. Waterstaat Stroomvoerend rivierbed. Nee (art. 9) N.v.t. Natuur. Nee (art.

Op onderstaande luchtfoto is de locatie aangeduid met een rode omcirkeling.

Ontheffingenbeleid hogere waardeprocedure Wet geluidhinder Gemeente Oirschot

VASTGESTELD Wijzigingsplan bestemmingsplan Halfweg Hee Hoofdweg, ten westen van de Richel

Waterveiligheid in Limburg Succesvol realiseren met maatwerk en tempo

Zienswijzenrapport. 1 e Herziening Zeelandsedijk 28-30a te Volkel. NL.IMRO.0856.BPZlndsedyk2830a01-ON01

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing

Van Grensmaas naar Rivierpark Maasvallei 6 Gemeenten, Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer

E.G.M. van den Boom / juli 2017

Ontwerpbestemmingsplan

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel: 2015/62

BESLUIT ONTGRONDINGENWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel: 2013/65

Beleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat

Toelichting behorende bij het raadsbesluit exploitatieplan Trade Port Noord, gemeente Venlo, 8 e herziening

Oosterhout, maart 2010

Projectplan verdrogingsbestrijding Empese en Tondense Heide D e f i n i t i e f

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Consortium Grensmaas B.V. te Sittard-Geleen. Zaaknummer:

gelet op het bepaalde in artikel lid 1, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht juncto artikel 6.5, lid 3 van het Besluit omgevingsrecht;

F. Buijserd Burgemeester

Vaststelling bestemmingsplan Buitengebied Hof van Twente, herziening Enterweg 13

Provinciaal blad van Noord-Brabant

RAADSVOORSTEL. Nummer Onderwerp: Vaststellen bestemmingsplan 'Parapluherziening Buitengebied Bunnik'

Vaststelling bestemmingsplan 'Gastransportleiding' gemeente Peel en Maas / gemeente Venlo

aan: de gemeenteraad van Noordoostpolder initiatiefvoorstel van de fractie ChristenUnie - SGP datum: 13 mei 2008 OP HET WATER WONEN IN EMMELOORD

College van Burgemeester en Wethouders Gemeente Leudal Postbus ZG Heythuysen. Geacht College,

ONDERWERP: Vaststellen bestemmingsplan 'Kemperbergerweg 723A'

: beslissing op bezwaarschrift afwijzing verzoek inpassingsplan Lage Weide, gemeente Utrecht. Besluit pag. 4. Toelichting pag. 5

Openbare raadsbijeenkomst 13 januari 2009

Nota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens

Bestemmingsplan Buitengebied Grubbenvorst

Vaststellingsbesluit. bestemmingsplan "Kleine Kernen Zuid 2010" (vastgesteld) 113

Ruimtelijke onderbouwing. Aanleg carpoolvoorziening Noorderhogeweg Drachten

GEMEENTE OLDEBROEK. Samenvatting

Project Mainportontwikkeling Rotterdam Procedurewijzer

(ontwerp) ruimtelijke onderbouwing afwijking BP Akenveenweg 1 Tynaarlo

Beleidsregels vaststellen hogere waarde Wet geluidhinder Gemeente Edam-Volendam

BIJLAGE 3: Toetsingskader

Bomenbeleidsplan Sliedrecht

Beleidsregels t.b.v. het nemen van besluiten inzake hogere geluidsgrenswaarden als bedoeld in hoofdstuk VIIIA van de Wet Geluidhinder

Toelichting op het bestemmingsplan Geluidzone industrieterrein Werkendam

Maascollege. Waterstanden in de Maas, verleden, heden, toekomst

RAADSVOORSTEL Rv. nr..: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.:

NOT a 12 september 2013 Water Bij elke ruimtelijke ontwikkeling is het opstellen van een waterparagraaf verplicht gesteld, mede in relatie

Oplegnotitie (Vaststelling bestemmingsplan Landgoed Brunssheim.) Gemeenteblad nr. 2010/71

FODI Federatie van Oppervlakte Delfstoffenwinnende Industrieën

gemeente BrjnSSIPITI

Ontwerp-structuurvisie, vastgesteld door Gedeputeerde Staten op

Gelet op het collegebesluit van 22 januari 2019, gelet op de Wet ruimtelijke ordening en het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht;

categorie / agendanr. B. en W. Ontwikkeling

Bestek DSW/08-05 Gemeenschappelijke Maas Rivierkundige ingrepen Zuidelijke Sector te Lanaken en Maasmechelen

Omgevingswerkgroep Dijkversterking Thorn-Wessem

Gemeente Houten Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening

Raadsvoorstel vaststellen bestemmingsplan 'De Utrecht' Datum voorstel: 4 februari 2014 Vergaderdatum: 25 februari 2014 Registratienr.

Toelichting. Bestemmingsplan. 'Geluidzone industrieterrein Sliedrecht' Gemeente Dordrecht Fase: vaststelling - 1 -

Transcriptie:

Stein Gemeenteblad, no. Agendapunt Bijlagen Aan Betreft Afdeling A De Raad Reactie op MER en POL-Grensmaas Inleiding Op 31 januari 2003 hebben wij ontvangen het concept MER Grensmaas en de POL- Grensmaas met het verzoek om een voorlopig standpunt kenbaar te maken, vooruitlopend op officiële tervisielegging van de planstukken vanaf 7 april 2003. Naar aanleiding hiervan merken wij het volgende op. Zoals bekend heeft de Provincie Limburg in de loop van 2001 en in overleg met de regio een alternatief plan ontwikkeld, het zogenaamde Eindplan Grensmaas. Uitgangspunt was het creëren van een zo milieuvriendelijk mogelijk ontwerp waarvoor draagvlak is, dat voldoet aan de doelstellingen en haalbaar is binnen de financiële randvoorwaarde. Op 21 december 2001 hebben Provinciale Staten het Eindplan Grensmaas vastgesteld. Ook de gemeenteraad heeft op 20 december 2001 (Gemeenteblad Afd A. 2001, no. 142, agendapunt 5) gereageerd op het Eindplan Grensmaas. Voorts heeft ons College bij brief van 16 juli 2002 ingesproken op de Startnotitie Grensmaas. Voorliggende MER en POL- Grensmaas is de vertaling van het Eindplan. Voor de beeldvorming en de inzichtelijkheid van het project hebben wij globaal de belangrijkste achtergronden, doelstellingen en uitgangspunten van het MER en de POL- Grensmaas alsmede het Voorkeursalternatief voor u op een rij gezet. Doelstellingen Het Grensmaasproject heeft drie doelstellingen die in onderlinge samenhang gerealiseerd moeten worden: Beperking van de wateroverlast, gericht op het bereiken van een beschermingsniveau van 1/250 voor de door kades beschermde gebiedsdelen; Grootschalige natuurontwikkeling en ecologisch herstel van de rivier (nieuwe natuur van minimaal 1000 ha); Winning van minimaal 35 miljoen ton grind voor de nationale behoefte. Alle maatregelen die nodig zijn voor het bereiken van het beschermingsniveau van 1/250 dienen voor eind 2017 afgerond te zijn. Eindoplevering van het gehele project is voorzien in 2022. De grindwinning staat ten dienste van de hoogwaterbescherming en de natuurontwikkeling. Dat betekent dat de opbrengsten uit de grindwinning ten goede komen aan het project. Met de opbrengsten moeten ook de kosten voor grondaankopen, de ontgravings - en verwerkingswerkzaamheden en realisatie van de civiele werken gedekt worden. Budgetneutraliteit is een harde randvoorwaarde voor het project. Relatie MER Grensmaas en POL-Grensmaas Het MER Grensmaas 2003 is een zogenaamde locatie-mer. Dit betekent dat voor de vergunningenfase nog diverse Inrichtings-MER-en worden opgesteld.

In voorliggend MER worden de milieueffecten van het Eindplan Grensmaas (inclusief Proefproject Meers) oftewel het Voorkeursalternatief 2003 gepresenteerd zodat een zorgvuldig besluit over het plan kan worden genomen. Het MER vormt dus het onderliggend document van het POL-Grensmaas en geeft de belangrijke verantwoording en onderbouwing van de keuzes die in het POL worden gemaakt. Het POL-Grensmaas beschrijft de nieuwe ruimtelijke structuur van het Grensmaasgebied, de doorwerking van het geformuleerde beleid en de visie op het toekomstige beheer. Het besluit tot vaststelling van het POL-Grensmaas is verder m.e.r.-plichtig omdat: a) de winning van oppervlaktedelfstoffen en de locaties samen meer dan 100 ha omvatten; b) locaties worden aangewezen voor de berging van dekgrond; c) een tijdelijke haven wordt aangelegd (bij Geulle aan de Maas). Status en procedure POL-Grensmaas Status Het POL-Grensmaas is een aanvulling op en deels uitwerking van het POL 2001. Beide documenten vormen een integraal plan voor het omgevingsbeleid. Dit houdt in dat in het POL- Grensmaas een afstemming heeft plaatsgevonden van de beleidsvelden ruimtelijke ordening, milieu, waterhuishouding, grondstoffen en verkeer en vervoer. Om de gewenste nieuwe ruimtelijke structuur te kunnen realiseren moet een aantal met elkaar samenhangende besluiten worden genomen. Het POL-Grensmaas vormt het beleidskader voor de volgende vervolgbesluiten: herziening van bestemmingsplannen; verlenen van vergunningen en ontheffingen. Daarnaast zijn voor de inrichting en het beheer van het toekomstig natuurgebied alsmede het cultuurlandschap nog aan de orde de vaststelling van een: landinrichtingsplan; natuurgebiedsplan en beheerplan. Procedure Het POL-Grensmaas doorloopt de procedure van de streekplanherziening (art 4a WRO) omdat de gewenste ingrepen niet in overeenstemming zijn met het geldend ruimtelijk beleid voor het Grensmaasgebied. Dit betekent dat Provinciale Staten het bevoegd gezag zijn tot planvaststelling. Concrete beleidsbeslissingen en beroepsmogelijkheid Het voorliggend POL geeft de toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen op hoofdlijnen aan. Verder zijn bepaalde onderdelen aangeduid als concrete beleidsbeslissing (hierna afgekort CBB). In het POL-Grensmaas is als CBB is opgenomen de winplaatsen (dat zijn de te vergraven gebieden: stroomgeulverbreding, weerdverlaging, dekgrondberging, verwijderen deklaag en/of aan te vullen gebieden). Een CBB is een volledig afgewogen, definitieve en uitvoerbare beslissing ten aanzien van een bepaald aspect van de ruimtelijke ontwikkeling van een bepaald gebied. Met volledig afgewogen wordt bedoeld dat bij de beslissing rekening is gehouden met alle betrokken belangen. De onderdelen van het POL die de status van een CBB hebben zijn bindend voor zowel de provincie als voor gemeenten. Gevolg is dat bij een bestemmingsplanherziening geen zienswijzen kunnen worden ingediend tegen een onderdeel dat zijn grondslag vindt in een CBB. Alleen CBB's die met de vaststelling van het POL- Grensmaas worden genomen zijn vatbaar voor beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Verschillen Voorkeursalternatief 2003 en Voorkeursaanpak 1998 (pag 88ev) 2

De belangrijkste verschillen met de Voorkeursaanpak uit 1998 zijn: minder rivierverruiming (- 250 ha): in de VKA was op een aantal locaties sprake van overruimte in het beschermingsniveau, dat wil zeggen er werd meer verruimd dan noodzakelijk was om aan de 1/250 jaar doelstelling te voldoen; grotere dekgrondbergingen (+ 100 ha): er moet meer materiaal worden geborgen. In de VKA was geen rekening gehouden met restspecie en stoorlagen (zoals onverkoopbare kleilagen) die in het grind voorkomen; kern-mantelmodel vervallen. Uitgangspunt om de dekgrond gescheiden te bergen d.w.z het plaatsen van de verontreinigde dekgrond in het midden van de berging met daaromheen een mantel van schonere dekgrond, is verlaten; verhogen van het insteekniveau (is gemiddelde bodemhoogte van de geul) ter beperking van verdrogingseffecten en verbetering van de ecologie); Vervallen van civiele werken (enkele leidingen worden niet verplaatst). Tot slot heeft aanpassing van het ontwerp plaatsgevonden in verband met verkregen nieuwe bodem- en meetgegevens, computermodellen, nieuwe inzichten en overleg met streek etc. In het hierna volgende worden de ingrepen per locatie beschreven. Een en ander is gevisualiseerd op bijgevoegde plankaarten nrs. 5 t/m 10. Locatie Aan de Maas De locatie ligt deels op het grondgebied van Stein (de Maasbeemden). Ingrepen Op de locatie Aan de Maas de volgende ingrepen gepleegd: een smalle stroomgeulverbreding langs de oever van de Maas, over de hele lengte van de locatie; een zeer smalle weerdverlaging tussen de stroomgeulverbreding en de dekgrondberging; een forse, ondergrondse dekgrondberging. De dekgrondberging wordt direct naast de rivierverruiming aangelegd en wordt gemiddeld 2,1 meter beneden bestaand maaiveld opgeleverd waardoor deze aansluit op de rivierverbreding. De afgravings- en verwerkingsduur bedraagt maximaal 3 jaar. Locatie Meers Ingrepen Op de locatie Meers worden de volgende ingrepen uitgevoerd: stroomgeulverbreding langs de gehele lengte van de locatie; aansluitend een brede weerdverlaging; een forse dekgrondberging waarin ook de dekgrond en restspecie uit de locaties Maasband en Urmond wordt geborgen. Op de locatie Meers blijft sprake van een tekort aan bergingscapaciteit voor dekgrond. Oplossing is gevonden in het ophogen van het oude ontgrindingsgebied ten noorden van de dekgrondberging alsmede het ophogen van de dekgrondberging zelf met ca. 0,60 cm. 3

De afgravings- en verwerkingsduur bedraagt maximaal 12 jaar. Locatie Maasband Ingrepen Voor de locatie Maasband zijn de volgende ingrepen voorzien: aanleg van een nevengeul ten oosten van Maasband; aanwijzen van onvergraven natuur rondom Maasband. De aanleg van een nevengeul is noodzakelijk voor het behalen van het beschermingsniveau omdat aan de rivierzijde van het dorp geen ruimte aanwezig is voor rivierverbreding. De nevengeul wordt zo hoog aangelegd dat hij overwegend tijdens de wintermaanden meestroomt (ca. 100 dagen per jaar). De oevers van de nevengeul worden in plateaus aangelegd waardoor de overgang naar het diepste punt van de nevengeul geleidelijk aan plaatsvindt. Hiermee wordt getracht het "eilandgevoel" voor de bewoners enigszins te verminderen. Een brug verbindt het dorp Maasband met het gebied ten oosten van de nevengeul. De afgravingsduur bedraagt maximaal 3 jaar. Locatie Urmond Ingrepen De locatie Urmond bevat de volgende ingrepen: stroomgeulverbreding in een noordelijk en zuidelijk deel; een smalle strook weerdverlaging tegen de stroomgeulverbreding aan; aanwijzing van een strook onvergraven natuurgebied die de twee delen van de stroomgeulverbreding met elkaar verbindt; sanering van de puntverontreiniging in de uiterwaard. Als gevolg van het dunne grindpakket en de fijne, makkelijk verspoelbare zanden die hier onder het grind liggen is stroomgeulverbreding op een aantal plaatsen niet mogelijk omdat anders het fijne zand aan de oppervlakte komt te liggen waardoor onbeheersbare erosie kan optreden. Daardoor is het gebied is als het ware in twee delen opgeknipt. De afgravingsduur bedraagt maximaal 2 jaar. Locatie Nattenhoven Ingrepen Op de locatie Nattenhoven vinden de volgende ingrepen plaats: langs de Maasoever wordt in een smalle strook de rivier verruimd, middels een schuin talud (weerdverlaging); ten westen van de Bergerstraat wordt een smalle dekgrondberging in de vorm van een scherm aangelegd; de rest van de locatie ten westen van de Bergerstraat wordt aangewezen als onvergraven natuurgebied. 4

Het knijpen van de rivierverruiming heeft tot gevolg dat in de locatie Nattenhoven het beschermingsniveau niet geheel wordt gehaald. De kades zullen hier in meer of mindere mate moeten worden opgehoogd. De aanleg van een dekgrondberging is noodzakelijk om mogelijke verdrogingseffecten bij de bronnen van de Kingbeek te voorkomen. De dekgrondberging wordt gemiddeld op ca. 1,6 meter beneden maaiveld afgewerkt. De afgravingsduur bedraagt maximaal 2 jaar. Hoofdlijnen Voorkeursalternatief 2003 Rivierverbreding De rivier wordt verbreed door de volgende maatregelen. 1. Stroomgeulverbreding 2. Weerdverlaging 3. Nevengeulen Bij stroomgeulverbreding wordt de rivier verbreed van enkele tientallen meters tot lokaal ruim 700 meter. De oevers worden daarbij 3 tot 7 meter verlaagd. Door deze afgraving dalen de rivierstanden bij hoogwaters. De weerdverlaging vindt plaats aansluitend aan de stroomgeulverbreding en bestaat uit het afgraven van de oever in een aflopend talud. De breedte van de weerdverlaging bepaalt de helling van het talud. Op plaatsen waar geen ruimte is voor verbreding wordt een nevengeul aangelegd. Dit is het geval op de locaties Maasband en Vissersweert. De diepte van de nevengeulen zijn dusdanig gekozen dat zij gemiddeld 100 dagen per jaar meestromen. Voor aanleg van de nevengeulen worden huidige kades verlegd en vervangen door ringkades. De dorpen blijven bereikbaar door een vaste brug. De stroomgeulverbreding, weerdverlaging en nevengeulen leveren een belangrijke bijdrage aan de hoogwaterdoelstelling en natuurontwikkeling. Dekgrondbergingen Alle grond die vrijkomt wordt (ongescheiden) geborgen in een aantal dekgrondbergingen. Dit zijn diepe grindwinningen. In Stein worden op de locaties Nattenhoven, Meers en Aan de Maas dekgrondbergingen aangelegd. De dekgrondbergingen hebben drie functies 1. winning van grind; 2. berging van alle niet vermarktbare, gebiedseigen grond; 3. tegengaan van verdrogingseffecten in het achterland. Ongeveer 60% van de totale hoeveelheid vrijkomend grind is afkomstig uit de dekgrondbergingen. De diepte van de bergingen varieert van 7 meter (bij Nattenhoven) tot ca. 16 meter (bij Koeweide). Bij bepaling van de afwerkhoogte van de dekgrondbergingen wordt rekening gehouden met de toekomstige functie van de dekgrondbergingen. Op basis van een aantal criteria (pag. 70 Concept-MER)is per dekgrondberging de maximale maaiveldverlaging en verhoging bepaald. Vanwege de landschappelijke inpasbaarheid mogen ze nooit lager dan 2,5 meter beneden het omringende maaiveld worden afgewerkt. Ze worden zodanig afgewerkt dat ze pas vanaf 1500 m3/s overstromen met het oog op meerwaarde voor de natuurontwikkeling. Alle dekgrondbergingen in Stein krijgen de eindbestemming Natuur. Hoogwaterbescherming Al deze maatregelen leiden tot een gemiddelde waterstandsdaling van 31 cm. Uitvoering van de Vlaamse Boertienlocaties leidt tot een verlaging van gemiddeld 52 cm. 5

Oppervlaktes maatregelen Met het maatregelenpakket is een oppervlak gemoeid van 1289 ha. Hiervan wordt 1250 ha ingericht als natuurgebied. 37 ha gaat terug naar de landbouw. Locatie sgv wvl dgb on av Totaal A.d.Maas 27,9 8,6 49,7 16,5 102,7 Meers 22,5 10 30,7 20,4 8,4 92,1 Proefpr 9 20,1 5,8 34,9 Maasband 11,1 15,7 16,4 43,3 Urmond 15,9 9,4 28,5 53,4 Nattenh 19 13,5 26,3 58,8 Totaal 86,4 82,8 99,7 108,1 8,4 385 afg. Bandbreedte in ontgravingsdiepte Het voorkeursalternatief biedt nog op één onderdeel speelruimte. Het betreft de ontgravingsdiepte. Hier is een bandbreedte van plus of min 0,5 meter. Deze bandbreedte geeft de mogelijkheid om zowel de natuurdoelstelling als de hoogwaterdoelstelling en de uitvoeringsmethodiek van het project te optimaliseren binnen het kader van de budgetneutraliteit. Randvoorwaarde is dat na de rivierverruiming onder de stroomgeulverbreding en weerdverlaging nog een laag van minimaal 2 meter toutvenant aanwezig moet zijn, anders ontstaan onbeheersbare erosie-processen (pag 97 concept-mer). Hinder In het Eindplan Grensmaas zijn de geluidnormen opgenomen. In dit MER is vanuit akoestisch oogpunt vastgesteld dat het Eindplan Grensmaas op hoofdlijnen binnen de geluidnormen gerealiseerd kan worden. Uitgangspunt is dat minimaal aan het wettelijke kader voldaan moet worden en waar mogelijk strengere eisen aan de geluidhinder worden gesteld (voorkeursgrenswaarde 50, maximaal 60 db(a). Puntverontreinigingen De puntverontreinigingen die zich in de te vergraven gebieden bevinden worden gesaneerd. Voor Stein gaat het om de vliegasdeponie in de uiterwaard ten oosten van Oud-Urmond. Voor deze sanering zal een bodemonderzoek en saneringsplan worden opgesteld. Voor puntverontreinigingen die niet worden gesaneerd (de slikvijvers bij Urmond) en die in een gevoelige positie zijn voor erosie worden beschermende maatregelen genomen tegen erosie en uitspoeling van verontreinigde stoffen. Brug Maasband Door aanleg van de nevengeul bij Maasband moet voor de bereikbaarheid van het dorp een brug worden aangelegd. Het gaat her om een brug met twee rijstroken en een apart fiets/voetpad. Onder de brug wordt een drempel aangelegd ter voorkoming van te diepe geulvorming in de nevengeul. Uitvoering Het uitvoeringsplan omschrijft de gangbare uitvoeringsmethode met vermelding van de tijdplanning. De precieze uitvoeringsmethode per locatie wordt geregeld in het kader van de vergunningenaanvragen. Het MER gaat alleen in op de mogelijke uitvoeringsmethoden. In beginsel zijn twee opties mogelijk, droge of natte verwerking van het toutvenant. Droge verwerking betekent verwerking door een installatie die gestationeerd is op het land. De natte verwerking gebeurt via een drijvende installatie. In Meers is droge verwerking voor de hand 6

liggend gelet op aanwezigheid bestaande verwerkingsinstallatie van L'Ortye. Aan de Maas is natte verwerking de meest reële optie (aanleg by-passhaven). Streefbeeld Rivierpark Door uitvoering van het Voorkeursalternatief ontstaat een natuurgebied waarin de Maas op een zo natuurlijke mogelijke wijze haar functies kan vervullen. Door uitvoering van de ingrepen heeft de rivier ruimte om eilanden, zand- en grindbanken en nevengeulen te vormen. Door rivierverruiming treden erosie- en sedimentatieprocessen op. De beeklopen maken volledig onderdeel uit van dit systeem en vormen belangrijke ecologische schakels met de omgeving. Door o.a. de grondopstuwende werking van de dekgrondbergingen zijn er grondwaterafhankelijke ecotopen zoals kwelgeulen en kwelmoerassen en bronzones aanwezig. Het ontstaan van vele nieuw rivierbiotopen, de toename van het zelfreinigend vermogen en de verbetering van de zuurstofhuishouding leiden tot een grotere ecologische kwaliteit van de rivier zelf. Het gebied wordt opengesteld voor het publiek en krijgt een extensieve recreatieve functie (wandelen, fietsen e.d.). De infrastructuur wordt afgestemd op extensief verkeer. Landinrichting Landinrichting komt aan de orde binnen in het resterende cultuurlandschap(het onvergraven gebied). Omdat sprake is van een functieverandering van meer dan 500 ha is landinrichting m.e.r.-plichtig. Er wordt een raamplan voor het totale gebied opgesteld. Vervolgens vindt uitwerking plaats per deelgebied afhankelijk van de volgorde van de grindwinning. Behalve het scheppen van een goede landbouwstructuur wordt voorzien in een noord-zuidverbinding voor extensieve recreatie (het Groene Snoer), natuurontwikkeling, aanleg dorpsbosjes, herstl kleinschaligheid. Per deelgebied wordt bekeken welke herinrichting zal worden ingezet. Reactie van Stein op hoofdlijnen Gezien de complexiteit van het Grensmaasproject komt het ons wenselijk voor de gemeentelijke reactie te beperken tot een aantal hoofdthema's. Nog openstaande en nieuwe vraagpunten en detailopmerkingen hebben wij op een bijlage vermeld welke deel uitmaakt van het te nemen raadsbesluit. De hoofdthema s hebben betrekking op: 1. Meer rivierverruiming 2. Positie landbouw 3. Natuurontwikkeling en natuurbeheer 4. Sanering puntverontreinigingen 5. Hinder en cumulatie 6. Winzone Meers Meer rivierverruiming Aanpassing ontwerp locaties Meers en Maasband De geplande nevengeul met civieltechnische werken (w.o. oeververdedigingen en brug) blijft grote onveiligheidsgevoelens oproepen. De ligging op een eiland isoleert het gehucht bij hoogwaters van de andere nabijgelegen kernen. Als zich calamiteiten voordoen is er slechts één ontsluiting (de nieuwe brug) voor bewoners en hulpdiensten. Wij zijn van oordeel dat de geplande nevengeul met de daaraan verbonden werken niet passen binnen het principe van de Levende Grensmaas. Bovendien maken wij uit de MER op dat de grindopbrengst uit de locatie Maasband verhoudingsgewijs beperkt te noemen is in relatie tot gehele Grensmaasgebied (1,33 Mton op een totaal van 53.10 Mton). 7

Wij achten het dan ook noodzakelijk dat, in afwijking van het voorstel, gezamenlijke ingrepen aan weerszijden van de Grensmaas worden gepleegd zodat meer bewegingsvrijheid voor de rivier ontstaat. Wij vragen om een tweeledige en versnelde aanpak van: 1. Het Vlaams Voorkeursalternatief, te weten natuurontwikkeling via verlaging van oevers en aanleg nevengeulen in combinatie met 2. Rivierverruiming op de locatie Kotem (met Nederlandse overheidsfinanciering). Uitvoering van deze gezamenlijke, grensoverschrijdende aanpak: Doet meer recht aan het karakter van de Maas als grensrivier Leidt tot beperking van de wateroverlast aan beide zijden van de rivier Biedt kansen voor meer natuurontwikkeling Leidt tot een meer evenwichtige inrichting van de Grensmaasvallei Voorkomt allerlei civieltechnische werken en kapitaalvernietiging Op deze wijze wordt een grotere waterstandsdaling bereikt en is de nevengeul bij Maasband, naar onze mening, overbodig. Bovendien zijn de toekomstige stroomsnelheden in de rivier ter hoogte van Meers beheersbaar. Wij betreuren het dat aan de Steinse reactie voor meer rivierverruiming tot nog toe geen gehoor is gegeven. Aangezien de resultaten van het cumulatief onderzoek binnenkort bekend worden, wordt er bij de projectorganisatie op aangedrongen in overleg te treden met de Belgische overheid om te komen tot versnelde vaststelling van de Grensoverschrijdende Ruimtelijke Structuurvisie met actieplannen. Aanpassing ontwerp Nattenhoven In het POL is aangegeven dat het beschermingsniveau In Nattenhoven waarschijnlijk niet gehaald wordt en dat hier de kades in meer of mindere mate verhoogd moeten worden. Op de eerste plaats zijn wij van oordeel dat expliciet duidelijkheid moet worden verschaft omtrent het beschermingsniveau. De bewoners mogen niet in het ongewisse worden gelaten omtrent het al of niet bereiken van de veiligheid. Aangezien op de locatie Nattenhoven volgens het MER geen gebruik kan worden worden gemaakt van de bandbreedte in de ontgravingsdiepte wordt er op aangedrongen de rivierverruiming bij Nattenhoven te vergroten tot wat maximaal mogelijk is zodat de waterstanden verder dalen. Op de tweede plaats betwijfelen wij of de kwaliteit en de fundatie van deze kades voldoende is voor verdere verhoging. Verhoging van kades (Nattenhoven) blijft voor ons het allerlaatste middel bij het bereiken van hoogwaterbescherming zulks vanwege negatieve visuele en landschapsaspecten alsmede schijnveiligheid (zogenaamd "badkuipeffect"). Positie landbouw Wij hebben al in de vorige procedure van 1998 kenbaar gemaakt dat vóór de vaststelling van het bestemmingsplan Grensmaas duidelijkheid moet worden verschaft omtrent de positie van 8

de Steinse landbouwers die in het Maasdal een volwaardig bedrijf uitoefenen. Tevens moeten marktconforme prijzen betaald worden. Uit de stukken maken wij op dat het Consortium de gronden gaat aankopen en als minnelijke verwerving niet lukt de overheid de gronden onteigent op kosten van het bedrijfsleven. Wij vinden het noodzakelijk dat met de daarvoor in aanmerking komende landbouwers spoedig in overleg wordt getreden. Melkveebedrijven die een flink deel van hun landbouwgronden rondom hun huiskavel verliezen moeten uitgekocht worden omdat anders de bedrijfsgebouwen geen economische waarde hebben. Dit betekent dat het initiatief van de overheid c.q. de projectorganisatie De Maaswerken moet uitgaan en niet omgekeerd, te weten dat de agrarische ondernemers in deze de beslissingen moeten nemen of ze stoppen of doorgaan (zie POL-Grensmaas, pagina 77). Het is zeer onzorgvuldig landbouwers jarenlang in onzekerheid te laten verkeren. In de periode vanaf 1998 tot heden hadden er al lang voorstellen op tafel moeten liggen. Stein huldigt als vast standpunt dat vóór de vaststelling van het bestemmingsplan Grensmaas elk volwaardig bedrijf moet weten waar het aan toe is. Blijven of wijken. Natuurontwikkeling en natuurbeheer Agrarisch natuurbeheer Het principe van natuurontwikkeling blijft voor ons een belangrijk item. Naast een goede regeling voor het natuurbeheer van het Grensmaasgebied wordt verzocht alsnog concrete invulling te geven aan agrarisch natuurbeheer mede ook ter tegemoetkoming aan de diverse inspraakreacties van de Steinse agrariërs op de MER van 1998 (draagvlakvergroting). droogval Hemelbeek In onze reactie op de MER van 1998 hebben wij aangegeven dat het Elsloërbos en het Bunderbos grote binding hebben met het grondwater. Op pagina 112 van het hoofdrapport is vermeld dat de meeste beken die in de Maas uitmonden veel water verliezen door infiltratie in het grindpakket. Door toename van de infiltratie bestaat de kans op droogval van de Hemelbeek. Negatieve ecologische effecten op de vegetatie (m.n. beekfauna) en amfibieënpopulaties in 't Brook en het zuidelijk deel van het Bunderbos (grondwater gevoelige natuurgebieden) zijn onaanvaardbaar voor Stein. Bovendien zijn het Elsloërbos en het Bunderbos onlangs aangewezen tot Habitatrichtlijngebied. Rechtsgevolg hiervan is dat de natuurwaarden toereikend beschermd en beheerd moeten worden. De ingrepen in het Grensmaasgebied, als zijnde nieuwe ontwikkelingen, kunnen echter leiden tot een conflictsituatie met de Habitatrichtlijn (de zogenaamde externe werking). Wij vragen ons af of wel compenserende beheersmaatregelen getroffen kunnen worden en zo ja, welke?. In het MER wordt voorts geen aandacht besteed aan de hoge verdrogingsgevoeligheid van het bronmoeras t Brook en Ziepe en daling van de grondwaterstand (zie MER 1998). Ook wordt niets meer vermeld over de verdrogingseffecten in de onderrand van de hellingbossen tussen Elsloo en Bunde. Aanpassing ontwerp Aan de Maas Als gevolg van de realisering van het Grensmaasproject kan door drukverschil de stabiliteit van het Julianakanaal in gevaar worden gebracht. Om dit probleem te voorkomen zou een deel van de dekgrondberging bovengronds kunnen worden geborgen waardoor zich een hellingbos zou kunnen ontwikkelen. Bijkomend voordeel is ontlasting van recreatiedruk op kasteelpark Elsloo. Randvoorwaarde is wel dat er geen nadelige effecten voor o.m. de waterhuishouding optreden. 9

Sanering verontreinigde locaties Urmond Uit een oogpunt van milieuhygiëne blijven wij aandringen op een gelijktijdige sanering van zowel de vliegasdeponie als de noordelijke en zuidelijke slikvijvers van DSM, gelegen ten westen van Oud-Urmond. In deze slikvijvers is namelijk chemisch afval opgeslagen dat zwaarder verontreinigd is dan het vliegas. Wij vinden het noodzakelijk de totale sanering en de gevolgen voor het milieu inclusief woonomgeving (waaronder uitloogeffecten van o.a. benzeen) in het MER op te nemen. De uitvoering kan dan nog altijd in een afzonderlijk traject, dus buiten het Grensmaasproject om, uitgevoerd worden. Hinder en cumulatie van hinder Geluidmeting bestaande situatie Uitgangspunt is dat de werkzaamheden moeten worden uitgevoerd binnen de vastgestelde normen. Een en ander betekent dat in de (subjectieve) belevingswaarde van personen niettemin toch sprake kan zijn van geluidhinder (in meer of mindere mate). Met het oog hierop wordt verzocht de huidige situatie van het Maasdal in beeld te brengen door een meting te verrichten naar het huidige achtergrondgeluidniveau. Alleen op deze wijze kan via de vergelijkingstheorie geanticipeerd worden op de toekomstige geluidsituatie. Afstemming uitvoering Grensmaas met Maasroute Ontgraving en verwerking op vijf winlocaties van Stein zal ongetwijfeld leiden tot een belasting voor het woon- en leefmilieu met name in het Maasdal van Stein. Het woonmilieu kan nog zwaarder onder druk komen te staan als op enig moment min of meer gelijktijdig de Maasroute (verbetering scheepvaartroute Julinanakanaal) en Graetheide in ontwikkeling worden gebracht. Met nadruk dringen wij aan op: a) logistieke afstemming voor wat betreft de uitvoeringsvolgorde van de Grensmaas en de Maasroute; b) Een zodanige afstemming van de uitvoeringsplanning dat cumulatie van hinder zoveel mogelijk beperkt wordt. Compensatie In het vorig streekplan Grensmaas is ernaar gestreefd om samen met de gemeenten de aantrekkelijkheid van de openbare ruimtes in het Grensmaasgebied te verbeteren voor zowel de recreanten van elders als voor de eigen inwoners. Ook in dit POL wordt hetzelfde standpunt ingenomen. Wij achten het nodig met betrokken partijen een convenant aan te gaan waarin in elk geval aandacht wordt gevraagd voor de kwaliteitsaspecten van de leefomgeving in het Maasdal van Stein. Een en ander moet worden opgevat als compensatie voor overlast die jarenlang gaat plaatsvinden. Winzone Meers (geluidgevoelig gebied) Volgens de plankaart vallen de woningen van de Weerterhof binnen het gebied van een winzone. Dit betekent dat ter plaatse van deze monumentale bebouwing ontgrondingen mogelijk zijn. Hiertegen hebben wij bezwaren omdat ontgraving en inklinking van de bodem ter plekke volgens onze opvatting ertoe kan leiden dat de Weerterhof overstromingsgevoelig wordt en niet meer bereikbaar is voor hulpdiensten ingeval van calamiteiten. Verder wordt er op gewezen dat in 1998 (inspraakronde bestemmingsplan en Streekplan Grensmaas) het standpunt is ingenomen dat deze woningen buiten het reservegebied van de kleiberging zouden komen te liggen. Tevens was afgesproken dat ter plaatse een nieuwe toegangsweg zou worden aangelegd. Ook zouden de effecten op de grondwaterstand en op mogelijk verzakkingsgevaar van deze woningcluster nader bekeken worden. Verzocht wordt tot nakoming van de gemaakte afspraken. 10

Juridische aspecten Tot slot vragen wij bijzondere aandacht voor juridische afbakening van de: - Concrete Beleidsbeslissingen (voldoen deze aan de criteria gelet op standpunt Stein inzake alternatief voor nevengeul), - de uitvoeringsduur van het Grensmaasproject (2017) in relatie tot de planperiode van het bestemmingsplan (10 jaar), - de economische uitvoerbaarheid (w.o. aankoop onvergraven natuur in relatie tot ontbreken rijksmiddelen), - de planschaderegeling en uitvoeringsschade èn met name de afwenteling daarvan op het bedrijfsleven (Consortium Grensmaas). Samenvattende conclusie: De gemeenteraad van Stein blijft de hoogste prioriteit toekennen aan het realiseren van voldoende hoogwaterbescherming c.q. het behalen van de veiligheidsdoelstelling. Uitgangspunt hierbij is grindwinning ten dienste van veiligheid. Stein blijft dan ook inzetten op meer rivierverruiming als ruggengraat voor het bereiken van de meeste waterstandsdaling. Verdere Planning 7 april 2003 tervisielegging MER en ontwerp POL-Grensmaas gedurende vier weken; 3 oktober 2003 vaststelling POL Grensmaas door Provinciale Staten; 3 oktober 2003 concept-vergunningenaanvragen; De planning van het uitvoeringsplan gaat er vanuit dat in 2005 begonnen kan worden. Voorstel Naar aanleiding van het vorenstaande stellen wij Uw Raad voor de gemeentelijke standpunten ten aanzien van het MER en het POL Grensmaas ter kennis te brengen van Gedeputeerde Staten met het verzoek om de plannen aan te passen en tevens antwoord te geven op de vraagpunten en/of detailopmerkingen zoals mede opgenomen in de bijlage welke deel uitmaakt van het raadsbesluit. De op deze zaak betrekking stukken liggen voor u ter inzage. Burgemeester en Wethouders van Stein, De Secretaris, De Burgemeester, Dict: EC 11