Scholencompetitie VO - Zaalvoetbal

Vergelijkbare documenten
Achtergrond Samenvatting Doelgroep: Einddoelgroep is alle scholieren binnen het VO; jongens en meisjes van 12 tot 18 jaar.

Titel interventie. Werkblad beschrijving interventie. Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad. Voor meer informatie en contact

Titel interventie. Werkblad beschrijving interventie. Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad

Titel interventie. Werkblad beschrijving interventie. Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad. Werkblad, versie mei 2015

Titel interventie. Werkblad beschrijving interventie. Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad. Werkblad, versie mei 2015

Achtergrond Samenvatting Doelgroep: Einddoelgroep is alle studenten binnen het MBO; jongens en meisjes van 15 tot 21 jaar.

Kennismaken met hockey in het Voortgezet Onderwijs Organisatie: KNHB Contactpersoon: mevrouw Kara Meijer Contactpersoon 2: Erkenningen:

Verenigingen en welzijnswerk voor ouderen Organisatie: NOC*NSF Contactpersoon: Diederik Meijntjes Contactpersoon 2: Diederik Meijntjes Erkenningen:

Sportfrissel Organisatie: Sport Fryslân Contactpersoon: heer Erwin Bloeming Contactpersoon 2: Erkenningen: Sport- en beweegaanbod

KNVB Schoolvoetbal. Stappenplan KNVB Schoolvoetbal is er voor iedereen

Dit aanbod is uitstekend te combineren met Mijnzwemcoach.nl of andere interventies uit de menukaart zoals Fiets fit!, Start2run.

RESULTATEN ZAALVOETBAL 2011/2012 UITVOERING MASTERPLAN REGIOVERGADERING NAJAAR 2012 RESULTATEN ZAALVOETBAL RESULTATEN ZAALVOETBAL

Sport- en beweegaanbod

Jeugdzaalvoetbal. Meer voetbal per m2

Kennismaken met hockey in het basisonderwijs Organisatie: KNHB Contactpersoon: mevrouw Kara Meijer Contactpersoon 2: Erkenningen:

Sport2U Organisatie: Stade Advies Contactpersoon: Contactpersoon 2: Erkenningen: Sport- en beweegaanbod

START. Werkblad beschrijving interventie. Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad. Werkblad, versie mei 2015

REGIOVERGADERING VOORJAAR 2012 KNVB ZAALVOETBAL

CHESS Het stappenplan

BEWEGEN IN NEDERLAND

Hardloopprogramma Run to The Start stimuleert bewegen en lidmaatschap bij de atletiekvereniging Tessa Magnée en Cindy Veenhof

subsidieaanvraagformulier Projectgegevens

Handleiding Slowpitch Softbal

Sport- en beweegaanbod

Bewegen in Nederland

Fit en Gezond in Overijssel 2016

Bewegen in Nederland

ARBITRAGE BELEIDSPLAN

Informatie bijeenkomst Sport in de Buurt

Leusden. Auteur: Stichting Sportkanjers Wim van t Westeinde Datum: Versie: Sportkanjerclub Leusden versie 1

Effectief Actief interventie beschrijving GB bijlage Menukaart Sportimpuls 2016 Samen Sportief in Beweging

cvv FIT Boys Voetbaltechnisch Beleidsplan

De opleiding tot topsporter en het waterpolo opleidingscentrum

Twee jaar Sportimpuls, en dan? Borging van lokale sport- en beweeg initiatieven

BEWEGEN IN NEDERLAND

Elke stap telt. Werkblad beschrijving interventie voor Goed Beschreven. t.b.v. Menukaart Sportimpuls

BEWEGEN IN NEDERLAND

Werving en behoud van Meidenvoetbal

Handleiding. Hoe gebruik je deze verenigingsbox?

Factsheet Sportparticipatie in Utrecht

G-voetbal. Werkblad beschrijving interventie voor Goed Beschreven. t.b.v. Menukaart Sportimpuls

Wat kunnen de programma's 'Sport, Bewegen in de Buurt' en 'Veilig Sportklimaat' voor uw vereniging betekenen? Peet Mercus en Jan Minkhorst, NOC*NSF

Sport- en beweegaanbod

Sport- en beweegaanbod

Project ABC Actief Betrokken Club

Een voorbeeld van een schoolprogramma gericht op preventie van overgewicht in Nederland: het DOiT programma

ACTIEF VOOR Sportorganisaties Maatschappelijke organisaties Onderwijs Overheden KANSEN EN SUCCESSEN VAN DE SPORTIMPULS

Actieve Gymles voor Meisjes Organisatie: Fontys Sporthogeschool Contactpersoon: Contactpersoon 2: Erkenningen: Sport- en beweegaanbod

Schoolsportvereniging

Sport- en beweeg interventie beschrijving GB bijlage Menukaart Sportimpuls 2018

Richtlijnen Sportplan 2017 schoolsportcoördinator V.O.

Sport- en beweegaanbod

Nieuwsbrief Continental 7x7 35/45+ voetbal District Zuid II

Nationaal Sportonderzoek

Sport- en beweeg interventie beschrijving GB bijlage Menukaart Sportimpuls 2018

HAND LEIDING Hoe gebruik je deze verenigingsbox?

Sportaanbod Ouders van Jonge Kinderen Handleiding voor organisaties

Sport- en beweegaanbod

Driejarig Uitvoeringsplan afdeling Jeugd sv Enter Periode 1 januari 2012 tm 31 december 2014

Vragenlijst themacertificaat Bewegen en sport Voortgezet onderwijs

Bijlage Menukaart Kinderen sportief op gewicht (KSG) 2014 B-Fit 2-4 Doelgroep 0-4 jarigen

Sportdeelname van jongeren met gedragsproblemen

Bijlage kosten Menukaart Kinderen sportief op gewicht (KSG)

Factsheet. Bewegen en sporten. Gelderland-Zuid. Onderzoek onder volwassenen en ouderen

Stichting jeugdijshockey Tilburg Trappers

DIOS Zaalvoetbal- scholencompetitie

(Jeugd-) Beleidsplan Voetbalvereniging Neerlandia 31

1. Buurtsportcoach Sport en Zorg, 0.4 fte

Speech gegeven door de Voorzitter tijdens de Informatie avond.

Technisch Beleidsplan ST Beilen/Fit Boys

School & Voetbal. voetbal in het basisonderwijs. Voor de groepen 3/4, 5/6 en 7/8

Technisch Beleidsplan ST Beilen/Fit Boys 2018

Het gaf mij veel energie om een eigen evenement te organiseren.

Effectief Actief interventie beschrijving GB bijlage Menukaart Sportimpuls 2013 MSI

Dit is een beknopte weergave van het arbitrageplan. Klik hier voor de volledige versie.

Informatiebrochure voor verenigingen. Doe mee en word in 2013 ook aanbieder van Start Handboogsport!

De combinatiefunctionaris in Zwartewaterland: niet alleen de verbindende factor, vooral ook een verbindende actor!

Jongerenparticipatie in en door de sport. Niet betrokken, dus vertrokken (Johan Stekelenburg, voorzitter Jeugd in Beweging)

De basisvragen waaraan scholen voor 100% moeten voldoen zijn opgenomen in de vier pijlers en zijn vetgedrukt.

Dit subsidieaanvraagformulier is een voorbeeld en kan behulpzaam zijn bij het invullen van uw subsidieaanvraag voor Guppiesport.

Kosten en uren Menukaart Kinderen sportief op gewicht (KSG)

Schoolsportvereniging Organisatie: Rotterdam Sportsupport Contactpersoon: mevrouw Laura van Velzen Contactpersoon 2: Erkenningen: Goed beschreven

Kennismaken met de zwemsport

TOOLKIT HOE ORGANISEER IK EEN ACTIVITEIT? SPORTWEKEN

Kosten en uren Menukaart Kinderen sportief op gewicht (KSG)

Diversiteit Loont?! Factsheet Middelbaar Beroepsonderwijs

Sociaal Vitaal test medewerkers Provinciale Sportorganisatie en 60 uur 40 uur

ZAALVOETBALSYMPOSIUM VOORJAAR 2012 KNVB ZAALVOETBAL

RAPPORTAGE RESULTATEN 0-METING 19 OKTOBER 17 NOVEMBER 2015

Lesprogramma s voor pedagogische inzet van vechtsport in het onderwijs

Evaluatie Pilotfase concepten Sport en Bewegen in de Buurt

Inhoud. (Bewegings)onderwijs: trends. Actieve en gezonde leefstijl: trends. Jeugdsport: trends

Sport & Gezondheid. Arnhem, Juli 2012

Zwanger Workout Organisatie: Mom in Balance Contactpersoon: mevrouw Esther van Diepen Contactpersoon 2: Erkenningen: Goed beschreven

Duurzaam investeren? Zet in op wat werkt! maak kennis met erkende interventies uit de praktijk

Projectformat Aangepast sporten. Projectgroep 1. Annemiek Dirksen Marco Hendriks Rashida de Vries Lyanca Verrijp

Vignet Bewegen en sport, po

Jeugd Opleidingsplan SV Lycurgus

v.v. Kloetinge cursusaanbod Seizoen

Handleiding Join the Table

Transcriptie:

Scholencompetitie VO - Zaalvoetbal Werkblad beschrijving interventie voor Goed Beschreven t.b.v. Menukaart Sportimpuls Originele versie: maart 2013, versie 1.0 Versie MSI: januari 2014 Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad LET OP velden met de aanduiding MSI, zijn verplicht voor het aanmelden voor de Menukaart Sportimpuls Voor meer informatie: http://www.sportindebuurt.nl/ menukaart@nisb.nl Oktober 2013, versie MSI

Colofon Ontwikkelaar/licentiehouder van de interventie Naam KNVB Adres Woudenbergseweg 56 Postcode 3700 AM Plaats ZEIST E-mail info@knvb.nl Telefoon 0343-499572 Fax Website www.knvbzaalvoetbal.nl (van de interventie) Contactpersoon Vul hier de eerste contactpersoon voor de interventie in, wanneer deze afwijkt van de ontwikkelaar of licentiehouder Naam Adres Postcode Plaats E-mail Telefoon Fax Willem Bos Postbus 515 3700AM Zeist Willem.bos@knvb.nl 06-12266391 nvt Tweede contactpersoon Vul hier de tweede contactpersoon voor de interventie in Naam Adres Postcode Plaats E-mail Telefoon Fax Marius Privee Postbus 515 3700AM Zeist Marius.privee@knvb.nl 06-12076397 nvt Referentie in verband met publicatie Naam auteur Titel interventie Databank(en) Plaats, instituut Datum Het Werkblad moet een samenvatting van de beschikbare schriftelijke informatie zijn en geeft informatie over de interventie die van belang is voor de beoordeling van de kwaliteit en randvoorwaarden van de interventie. Daarnaast is de informatie bedoeld voor bezoekers van de databank(en) van de samenwerkende organisaties. Het Werkblad is een invulformulier, geordend naar onderwerp (doelgroep, doel enzovoort). De onderwerpen volgen de criteria voor beoordeling. Kijk in de handleiding die bij dit werkblad hoort ter ondersteuning bij het invullen van dit werkblad. Dit is een gezamenlijk werkblad van de volgende organisaties 2

Inhoud Colofon... 2 Samenvatting MSI... 4 Uitgebreide beschrijving... 5 1. Probleemomschrijving MSI... 5 2. Beschrijving interventie... 6 3. Samenhang (Facultatief)... 11 4. Uitvoering... 11 5. Evaluatie van praktijkervaringen... 14 6. Aangehaalde literatuur... 16 3

Samenvatting MSI Eén A-4tje, maximaal 400 woorden Schrijf hier een korte pakkende beschrijving van de interventie en neem hier in ieder geval de volgende onderdelen in op: Doelgroep, doel en aanpak van de activiteiten. Doelgroep: Einddoelgroep zijn alle scholieren binnen het VO; jongens en meisjes van 12 tot 18 jaar. Doel: VO leerlingen sporten structureel meer door deelname aan de scholencompetitie VO zaalvoetbal. Zij profiteren hierdoor meer van de positieve effecten van sporten en bewegen. Aanpak: De sportdeelname van jeugd van 12 17 jaar blijft achter bij het landelijk gemiddelde. Onder allochtone jongeren en leerlingen van het VMBO is deze deelname nog lager. Bovendien is de sportuitval onder jongeren vanaf 12 jaar groot. Dit is jammer, omdat jongeren die tijdens de adolescentie sporten en bewegen, dit vaak tot op latere leeftijd blijven doen (NOC*NSF, 2011). Inactieve jongeren profiteren niet van de positieve effecten die sporten en bewegen kunnen hebben op de fysieke, psychische en sociale gezondheid. In antwoord op de achterstand in sportdeelname en de grote uitval van jeugdigen vanaf 12 jaar, heeft de KNVB de interventie Scholencompetitie VO Zaalvoetbal ontwikkeld. In 2012 hebben 90 scholen met 300 teams totaal bestaand uit 2400 leerlingen aan de scholencompetitie deelgenomen. De competitie is bedoeld voor zowel jongens als meisjes die via de vereniging de eer van hun school verdedigen. Jongeren die minder bewegen dan gemiddeld en nog niet lid zijn kunnen via school kennismaken met zaalvoetbal en via de scholencompetitie mogelijk doorstromen naar een structureel verenigingslidmaatschap. Voor zaalvoetbal is gekozen omdat dit goed aansluit op school en zeer populair is onder allochtone jongeren. Fasering De totale duur van de interventie is 17 maanden. Fase 1: Voorbereiding (april-september, 5 maanden) Het initiatief ligt bij de vereniging, welke begint met de competitie. In deze fase wordt de stuurgroep en werkgroep samengesteld die VO instellingen benaderen. Fase 2: Uitvoering (oktober-april, 7 maanden) In deze fase worden begeleiders en deelnemers geworven, wordt de competitie voorbereid en uitgevoerd in een najaar- en voorjaarsreeks bestaande uit een wekelijkse speelronde. Fase 3: Continuering (april-september, 5 maanden) Hierin wordt geëvalueerd en bijgesteld. Organisatie: Gedurende de looptijd van de competitie werken vereniging, gemeente, welzijnsorganisatie en scholen samen. De interventie wordt uitgevoerd door een stuurgroep die de interventie op hoofdlijnen vorm geeft. De uitvoering van de interventie is in handen van een werkgroep (vereniging, scholen, buurtsportcoach). Tijdens de competitie worden modules/cursussen georganiseerd voor kader, begeleiding, leerlingen, ouders en overige geïnteresseerde betrokkenen bij de competitie. Zij worden opgeleid tot: organisator, begeleider, trainer of scheidsrechter. De vereniging wordt in de uitvoering ondersteund door een KNVB-medewerker zaalvoetbal uit het district. Implementatie: Er is een pakket beschikbaar dat door verenigingen gebruikt wordt om de interventie op te starten en uit te voeren. In dit pakket zitten onder andere een handleiding en digitale promotiemiddelen. Hiernaast is een 4

lespakket beschikbaar dat ingezet wordt door vakdocenten om voetballessen te verzorgen tijdens de gymuren op school. Uitgebreide beschrijving 1. Probleemomschrijving MSI Probleem Voor welk probleem, thema of risico is de interventie ontwikkeld? Omschrijf aard en ernst van het probleem Gebruik hiervoor maximaal 400 woorden. Beschrijf ook de spreiding (hoe vaak komt het probleem voor en bij wie) en de mogelijke gevolgen (immaterieel en materieel) als er nu niet wordt ingegrepen. Probleem Het percentage jeugdigen dat de Nederlandse Norm Gezond Bewegen (NNGB) haalt is 17,8%, zonder duidelijk positieve of negatieve trend. Het aantal volwassen Nederlanders dat volgens eigen zeggen aan de NNGB voldoet, is een stuk hoger en sinds 2006 redelijk stabiel, het schommelt rond de 59% (TNO, 2013). De sociaaleconomische status (SES), etnische achtergrond en demografische kenmerken, zoals leeftijd en geslacht hangen samen met het beweeggedrag (Chorus & Hildebrandt, 2010; Hendriksen et al., 2010a; Wendel-Vos & Frenken, 2010). Van de jeugd zijn vooral de 12-17-jarigen, de niet-sporters en degenen van niet-nederlandse herkomst minder actief (De Vries et al., 2010c). De grootste groep jongeren die inactief is bevindt zich in de lagere opleidingsniveaus. Van de 12 tot 17-jarigen, bewegen de vmbo-ers het minst (NSIB, datum onbekend). Er is de sport veel aan gelegen om jongeren aan het sporten te houden. Het blijkt namelijk dat jongeren die tijdens de adolescentie blijven sporten, dit ook als twintiger en dertiger blijven doen. Sport krijgt een vaste plek in hun programma en vaak blijft dat zo tot op hoge leeftijd (NOC*NSF, 2011). Daarnaast is binding een belangrijke sociale factor om te gaan en blijven sporten. Voetbal (waaronder zaalvoetbal) is, omdat het een teamsport is, een sport met een ontzettend hoge binding en zorgt dus voor een langdurige sportparticipatie (NOC*NSF, 2011). Oorzaken Voor veel jongeren zijn er verscheidene oorzaken die het sporten belemmeren of zorgen voor uitval. De belangrijkste reden om af te haken verschilt sterk per leeftijd. Jongeren in de leeftijd van 12-23 jaar geven als belangrijkste reden aan dat sport moeilijk is te combineren met school, studie en/of werk. Daarnaast is sport niet meer zo leuk (of andere zaken zijn nog leuker) (NOC*NSF, 2012). Daarnaast kunnen kosten een grote rol spelen in de sportparticipatie. Via een scholencompetitie zijn jongeren gemakkelijk te bereiken en ligt de drempel laag. Daarnaast zijn de kosten van een scholencompetitie in vergelijking met een regulier lidmaatschap laag, vaak legt een school bij in de kosten wat zelfs kan resulteren in gratis deelname. Gevolgen en oplossing De kans op het krijgen van ziekten en aandoeningen en de uiteindelijke sterfte daaraan neemt af naarmate iemand meer uren per week actief is (PAGAC, 2008). Matig intensieve lichamelijke activiteit, zoals fietsen of stevig wandelen, heeft al een gunstig effect op de gezondheid, mits deze regelmatig wordt verricht. Intensieve lichamelijke activiteit, zoals zaalvoetbal, bevordert bovendien de conditie van hart en longen, ofwel de cardiorespiratoire fitheid (Monninkhof et al., 2007;Cavill et al., 2006;KWF, 2005c; Wendel-Vos et al., 2004). Matig intensief bewegen verbetert daarnaast de leerprestatie van kinderen. Kinderen die regelmatig bewegen winnen aan zelfvertrouwen en zijn fitter. Verder zijn sport en spel goed voor het ontwikkelen van sociale vaardigheden, en schoolresultaten verbeteren bij goede afwisseling van beweeg- en leertijd (Vervoorn e.a., 2011). Daarnaast hebben mensen die in team- of verenigingsverband sporten of bewegen vergeleken met mensen die individuele vormen van lichamelijke activiteit beoefenen, vaker een verbeterde psychische en sociale gezondheid (Eime et al., 2013). Als laatste is zaalvoetbal een sport die de jeugd aanspreekt (Motivation, 2011) en is zeker onder allochtone jongeren mateloos populair. 5

Het aanbieden van een structureel zaalvoetbalaanbod voor jongeren kan dus een positieve invloed hebben op de gezondheid en op het beweeggedrag op latere leeftijd. Een gezonde jongere, heeft ook meer kans een gezonde volwassene te worden. 2. Beschrijving interventie Het werkblad is ook geschikt voor een samenvattende beschrijving van complexe of samengestelde interventies. Dit zijn interventies die uit twee of meer afzonderlijke onderdelen bestaan. Denk aan interventies met aparte onderdelen voor verschillende doelgroepen, zoals een leefstijlinterventie die zowel gericht is op de community als de school als de individuele docent. Of aan interventies met verschillende modules die bij een doelgroep op maat worden toegepast. Naarmate er meer onderdelen zijn is het aan te bevelen de structuur visueel weer te geven in een schema. Dit geldt met name voor de subdoelen en voor de aanpak van de interventie. Zie verder bij de betreffende paragrafen hieronder. 2.1 Doelgroep MSI Wat is de uiteindelijke doelgroep van de interventie? Einddoelgroep zijn alle scholieren binnen het VO; jongens en meisjes van 12 tot 18 jaar, zowel voetballers als niet-voetballers. Subdoelgroep: 1. Leerlingen op het VMBO: er is speciaal aandacht voor leerlingen in dit schooltype omdat deze groep een nog grotere beweegachterstand heeft. 2. Leerlingen in het VO zijn te verdelen naar geslacht. Bij de uitvoering van de interventie spelen jongens en meisjes in aparte competities. Zijn er intermediaire doelgroepen? Zo ja, welke? Voor de organisatie van de competitie is de betrokkenheid van andere intermediaire doelgroepen gewenst, namelijk: 1. Vereniging: a. Spelers, ter ondersteuning en voor promotie van de competitie, bijvoorbeeld voor het geven van een introductieclinic om potentiële deelnemers te enthousiasmeren; b. Bestuur, voor de beleidsmatige inbedding; c. Technisch kader, om activiteiten te begeleiden. Dit betekent bijvoorbeeld het begeleiden van activiteiten, verzorgen van voetballessen via de module Wij Krijgen Voetballes en begeleiden van scheidsrechters en coaches in de praktijk. 2. VO-scholen: a. Docenten, het onder de aandacht brengen van de competitie en het verzorgen van voetballessen; b. Directie van de school, het implementeren van de competitie binnen de schoolorganisatie; c. Leerlingen Lichamelijke Opvoeding 2 (LO2) en Bewegen, Sport en Maatschappij (BSM): deze leerlingen helpen de competitie mede organiseren en worden hiervoor binnen hun reguliere vakkenpakket opgeleid. Deze leerlingen worden begeleid door de vereniging of buurtsportcoach. Dit houdt onder andere in: i. Volgen van een opleiding voor scheidsrechter en begeleider; ii. Scheidsrechter zijn in de competitie; iii. Begeleiden van teams van de competitie; iv. Organiseren en leiden van het speelmoment/wedstrijdronde; d. Leerlingen, zie onder kopje doelgroep, participeren in de organisatie en nemen deel aan de competitie. 3. Welzijnsorganisaties/gemeente: Om de koppeling te maken met buurtsportcoaches. De 6

buurtsportcoach vormt een belangrijke verbinding tussen scholen en vereniging. De buurtsportcoaches kunnen bij de KNVB opleidingen volgen om de competitie beter te begeleiden. 4. Gemeentes: Gebruik van het lokale netwerk op het gebied van het onderwijslandschap en potentiële doelgroepen. Bovendien heeft de gemeente vaak een rol als subsidiënt en facilitator. Selectie van doelgroepen De scholencompetitie is toegankelijk voor alle leerlingen van de school. Hierbij kunnen ook alle scholen in het voortgezet onderwijs meedoen. Een scholencompetitie wordt geïnitieerd vanuit een vereniging en ontstaat in samenwerking met de school of welzijnswerk. Bij deze organisaties werken personen die goed zicht hebben op welke jongeren het meeste baat hebben bij deelname. Vanwege beperkte beschikbaarheid van accommodatie is het aantal deelnemers soms aan een maximum gebonden. De scholencompetitie VO Zaalvoetbal is niet geschikt voor het speciaal onderwijs. 2.2 Doel MSI Hoofddoel VO leerlingen sporten structureel meer door deelname aan de scholencompetitie VO zaalvoetbal. Zij profiteren hierdoor meer van de positieve effecten van sporten en bewegen. Subdoelen Wat zijn de subdoelen van de interventie? Indien van toepassing: koppel de subdoelen aan de betreffende (intermediaire) doelgroepen, bijvoorbeeld in een schema. De interventie bestaat met name uit de organisatie van de competitie door de intermediaire doelgroepen. Om de interventie tot een goed resultaat te brengen zijn er dan ook voor de intermediaire doelgroepen subdoelstellen gesteld. 1. Vereniging: a. meer jeugdleden nemen deel aan de (organisatie van) zaalvoetbalactiviteiten; b. meer bestuurders weten hoe zij de scholencompetitie gestructureerd kunnen organiseren en dit kunnen inbedden in het beleid van de vereniging, c. meer kaderleden weten hoe zij een team goed kunnen begeleiden, bijvoorbeeld door het behalen van Jeugd Zaalvoetballeider (JZVL). 2. VO scholen: a. Meer scholen integreren de scholencompetitie VO Zaalvoetbal structureel in beleid en activiteiten; b. Meer LO-docenten beschikken over de kennis en vaardigheden om voetballes te geven; c. Meer leerlingen op VO scholen beschikken over kennis en vaardigheden om een scholencompetitie te helpen organiseren. 3. Welzijnsorganisaties: meer buurtsportcoaches beschikken over de kennis en vaardigheden om de scholencompetitie te helpen begeleiden; 4. Gemeentes: gemeenten zijn actief betrokken bij en ondersteunen de uitvoering van de scholencompetitie VO Zaalvoetbal. 2.3 Aanpak MSI 7

Opzet van de interventie Het opzetten van de interventie bestaat uit verschillende fases, de voorbereiding, de uitvoering en de evaluatie. De totale duur van de interventie is 17 maanden, waarbij gestreefd wordt om de fases plaats te laten vinden in onderstaande maanden om zo te zorgen voor een competitie met een najaaren voorjaarsreeks. N.B. Faseaanduiding correspondeert met de gehanteerde fasering in de handleiding. Deze fasering wordt voor alle interventies jeugdzaalvoetbal van de KNVB gebruikt. Het initiatief voor het organiseren van de scholencompetitie ligt bij de vereniging. Zaalvoetbalverenigingen worden via verschillende wegen op de hoogte gebracht van de mogelijkheid om een scholencompetitie zaalvoetbal op te zetten en te organiseren. Vervolgens geven zij bij de KNVB aan dat zij een scholencompetitie willen organiseren en worden hierin ondersteund. Op dit moment wordt ook al het eerste contact met scholen gelegd. Fase 1: Voorbereiding (april-september, 5 maanden) Fase een bestaat uit twee onderdelen: Fase 1A: Stuurgroep samenstellen welke zorgt voor het opzetten, de procesbewaking en coördinatie. Deze stuurgroep komt minimaal 2 keer per jaar gedurende het seizoen samen, daarnaast zijn er nog informele momenten. De stuurgroep stelt de werkgroep samen welke regelmatig (minimaal 1x in de maand) samenkomt. Fase 1B: VO instellingen benaderen (directie/vakdocenten) voor deelname. Fase 2: Uitvoering (oktober-april, 7 maanden) Fase 2A: Werven begeleiders en deelnemers doormiddel van verschillende wervingsactiviteiten zoals bijvoorbeeld informatiebijeenkomsten voor begeleiders en kennismakingsactiviteiten op school voor deelnemers. Fase 2B: Competitie voorbereiden (maken van de teamindeling, de speelschema s, bepaling speeldata en locaties door werkgroep) Fase 2C: Competitie uitvoeren. Idealiter start de competitie in oktober (na de herfstvakantie) en afloop in april. De competitie kent een najaar- en voorjaarsreeks (herindeling op speelsterkte/geslacht). Het competitieaanbod bestaat uit minimaal 20 wedstrijden/trainingen van 50 minuten bewegen. Fase 3: Continuering (april-september, 5 maanden) De competitie wordt afgesloten met de uitvoering van een evaluatie. Binnen de stuurgroep wordt teruggekeken op de competitie. De verbeteringen worden in een document vastgelegd. Locatie en uitvoerders De interventie wordt uitgevoerd in een sporthal door de vereniging en de intermediaire doelgroepen, te weten: 1. VO onderwijsinstellingen 2. Welzijnsorganisaties, sportbond en bedrijven 3. Gemeenten 4. Afhankelijk van de lokale situatie kunnen andere organisaties, zoals ALO s, MBO Sport en Bewegen, woningbouw en lokale partijen aansluiten bij de totstandkoming en uitvoering van de scholencompetitie. Deze organisaties werken samen in de stuurgroep die de scholencompetitie VO Zaalvoetbal op hoofdlijnen aanstuurt. De scholen, de buurtsportcoach en de vereniging formeren een werkgroep die verantwoordelijk is voor de wekelijkse gang van zaken van de competitie. Het kan mogelijk zijn dat er door omstandigheden andere uitvoerders in deze werkgroep plaats nemen. Voor meer informatie over deze samenwerking zie hieronder bij Inhoud van de interventie. Inhoud van de interventie Welke concrete activiteiten worden uitgevoerd en eventueel in welke volgorde? 8

Indien van toepassing per onderdeel samenvatten. Bij interventies op maat: geef aan wat op basis van welke criteria wanneer wordt uitgevoerd. Fase 1: Voorbereiding Fase 1A: Stuurgroep samenstellen bestaande uit organisaties die betrokken zijn bij de competitie. De vereniging wordt bij het samenstellen van de stuurgroep ondersteund door een medewerker organisatie zaalvoetbal vanuit het desbetreffend district. De stuurgroep komt minimaal twee keer gedurende het seizoen/schooljaar bij elkaar en draagt zorg voor de algemene aansturing en centrale coördinatie en kwaliteit van de scholencompetitie. Naast deze stuurgroep wordt een werkgroep geformeerd die zich bezighoudt met de uitvoering van de interventie. Deze werkgroep bestaat uit de vereniging, scholen en buurtsportcoach en komt met regelmaat bij elkaar. Fase 1B: VO-instellingen benaderen (directie/lo-docenten) om deel te nemen aan de scholencompetitie. Leden van de stuurgroep presenteren (film/presentatie) op onderwijsinstellingen over de mogelijkheden van de scholencompetitie. De school positioneert zich door deelname aan de interventie beter in zijn omgeving. Fase 2: Uitvoering Fase 2A: Werven begeleiders en deelnemers: De werkgroep organiseert voor de vakdocenten een bijeenkomst waarin het lespakket Wij Krijgen Voetballes centraal staat en de vakdocent kennis kennis wordt verschaft over zaalvoetbal binnen het onderwijs. De werkgroep organiseert wervingsactiviteiten voor meisjes en jongens op de scholen, waarbij rolmodellen van het zaalvoetbal een belangrijke rol spelen. Het kan ook voorkomen dat vakdocenten de teams direct aanmelden voor deelname aan de scholencompetitie. Benaderen en enthousiasmeren van deelnemers geschiedt door de werkgroep doormiddel van clinics op de scholen door genoemde promotieteams, sociale media, posters/flyers, lokale pers en anderszins. Daarnaast werft de werkgroep begeleiders voor de organisatie en uitvoering van de competitie die modules volgen zoals, Jeugdzaalvoetballeider (JZVL) en Basisopleiding Scheidsrechter (BOS). Deze begeleiders komen uit de doelgroep leerlingen LO2 en BSM, ouders, verenigingen en docenten. Fase 2B: Competitie voorbereiden: Dit bestaat uit het maken van de teamindeling, de speelschema s, het bepaling speeldata en locaties. Dit zal volledig worden gefaciliteerd door de KNVB, natuurlijk in overleg met de werkgroep. De scholen spelen tegen elkaar in een competitie. Er is geen sprake van een gemengde competitie, jongens en meisjes spelen apart. In overleg met de scholen wordt een speeldag bepaald. In de meeste gevallen blijkt de vrijdagmiddag na school een goed moment. De keuze voor een sporthal hangt af van de beschikbaarheid en wordt bepaald op basis van de meest gunstige ligging ten opzichte van de deelnemende scholen. Fase 2C: Competitie uitvoeren: De competitie bestaat uit wekelijkse wedstrijden/trainingen (minimaal 20 x) van 50 minuten. De competitie kent een najaar- en voorjaarsreeks (herindeling op speelsterkte/geslacht). De teams zorgen dat zij iedere week aanwezig zijn, ieder team heeft begeleiding op de speeldagen. De werkgroep stelt scheidsrechters aan. Een zaalcoördinator (aangesteld door de werkgroep) zorgt ervoor dat de uitslagen gecorrespondeerd worden en informeert de werkgroep over de voortgang. Goede communicatie is een belangrijke succesfactor. De communicatie tussen alle partijen binnen de organisatie moet optimaal zijn. Daarnaast moet er richting deelnemers en hun ouders sprake zijn van goede informatievoorziening (als extra wordt vaak gebruik gemaakt van sociale media en de uitslagen van de competitie worden getoond op de site knvbzaalvoetbal.nl). De scholieren worden als lid geregistreerd bij de club als deelnemer aan de scholencompetitie. Daarvoor betalen zij een geringe contributie (ca. 25-50% van de reguliere contributie, een bedrag van ca. 25-75 euro) om de overstap naar regulier lidmaatschap in de toekomst niet te groot te maken. Scholieren kunnen gedurende hun opleiding deelnemen aan de scholencompetitie, daarna is het de bedoeling dat zij ander zaalvoetbalaanbod van de club afnemen. Om dit te stimuleren is het belangrijk om gedurende de scholencompetitie (informeel) contact te hebben met deelnemers en desgevraagd informatie te geven. In de ideale situatie kunnen leerlingen uit de bovenbouw die mee hebben gedaan aan de deskundigheidsbevordering, dit in deze fase bij de onderbouw al in de praktijk brengen. Tijdens de competitie worden leermodules, cursussen georganiseerd bij de zaalvoetbalverenigingen 9

ter deskundigheidsbevordering van de intermediaire doelgroep (begeleiding, leerlingen LO2 en BSM, overige), maar ook om alvast kennis te maken met de verenigingen. De cursussen betreffen JZVL, die in vier bijeenkomsten wordt gedoceerd. Belangrijkste thema s hierbinnen zijn: spelregelkennis en begeleiding van een jeugdteam. En BOS, het leiden van wedstrijden op basisniveau. Docenten vanuit sportbond bieden i.s.m. vereniging op school of op gewenste locatie de benodigde modules aan. Einddoel is de deelnemers basiskennis van het zaalvoetbal, scheidsrechters zaal bij te brengen en actief te laten participeren in de uitvoering van de competitie. Fase 3: Continuering De competitie wordt afgesloten met de uitvoering van een evaluatie bij de stuur- en werkgroep. Hierin wordt teruggekeken op de competitie en de resultaten worden in een document vastgelegd. Het houden van een tevredenheidonderzoek is wenselijk maar niet verplicht. Idealiter wordt de interventie het volgend jaar weer opnieuw uitgevoerd met een nieuwe groep leerlingen en stromen leerlingen door naar de reguliere jeugdcompetities binnen hun regio. Dit wordt bemoedigd doordat de leerlingen bij deelname aan de scholencompetitie een speciaal lidmaatschap hebben bij de vereniging. De vereniging benadert de deelnemers in deze fase actief om dit speciale lidmaatschap om te zetten in een regulier lidmaatschap. In deze fase wordt gestimuleerd dat de competitie een onderdeel gaat vormen van het beleid van de school. Start van de competitie is in oktober (na de herfstvakantie) en eindigt in mei. Per deelnemer is het een aanbod van meer dan 20 momenten met steeds 50 minuten bewegen. 2.4 Ontwikkelgeschiedenis Betrokkenheid doelgroep Was de doelgroep betrokken bij de ontwikkeling van de interventie, en op welke manier? De doelgroep is niet betrokken geweest bij het ontwikkelen van deze interventie specifiek. Echter is er wel rekening gehouden met de uitkomsten van een kwalitatief onderzoek gedaan door Motivation. Dit was naar de beleving van zaalvoetbal onder jongens van 14-20 jaar om zaalvoetbal producten op de doelgroep te kunnen afstemmen. Een scholencompetitie is een van de concepten die aan de jongeren is voorgelegd. Hieruit is gebleken dat de scholencompetitie een van de concepten is die de jongeren het meest aanspreekt. Wat de jongeren leuk vonden aan een scholencompetitie is het sociale element: de behoefte om samen met vrienden of bekenden te kunnen voetballen. Daarnaast is er een onderscheidt gemaakt in positieve en negatieve elementen uit de scholencompetitie (Motivation, 2011). 2.5 Vergelijkbare interventies In Nederland uitgevoerd Worden in Nederland vergelijkbare interventies uitgevoerd, zo ver bekend? Welke? Zijn deze opgenomen in één van de databanken met (potentieel) effectieve interventies? Vergelijkbare interventies op de menukaart Sportimpuls zijn Zaalvoetbal op het MBO en College Streetball. Overeenkomsten en verschillen Wat zijn de belangrijkste overeenkomsten en verschillen (puntsgewijs)? Zaalvoetbal op het MBO Overeenkomst: 10

Het doel, namelijk leerlingen structureel meer aan het sporten krijgen. Zij profiteren hierdoor meer van de positieve effecten van sporten en bewegen. De aanpak en fasering waarbij een onderscheid is in voorbereiding, uitvoering en continuering. Het sporttype: zaalvoetbal. De wedstrijdvorm die gespeeld wordt namelijk een competitie. Verschillen: Het schooltype, MBO opleidingen in plaats van het Voortgezet Onderwijs. Hierbij is het belangrijk dat de competitie in het VO lokaal is en de reisafstanden klein, terwijl bij MBO instellingen dit al flink groter is. Leeftijd doelgroep, de beleveniswereld van 12-18 jarigen is anders dan die van 16-25 jarigen. De laatste groep wil graag in de avond spelen waarna er een sociaal element als een borrel aan vast gekoppeld is (Motivation, 2011). Voor scholieren is juist de aansluiting een belangrijke reden om mee te doen. College Streetball Overeenkomst: Het doel, namelijk leerlingen stimuleren om te bewegen en te sporten. De locatie waar deelnemers geworven worden, namelijk een schoolsetting. Een interventie waarbij toegewerkt wordt naar een wedstrijdvorm (toernooi). Verschillen: Een andere sport, namelijk basketball/streetball in plaats van zaalvoetbal. Het schooltype, MBO opleidingen in plaats van het Voortgezet Onderwijs. De opbouw, bij College Streetball is er eerst een kennismaking, waarna er vervolgens trainingen aangeboden worden en er naar toe gewerkt wordt om wedstrijden te spelen. Het type wedstrijden, namelijk een toernooi in plaats van een competitie. Facilitatie, het College Streetball wordt volledig ingebed bij clubs terwijl bij de scholencompetitie VO veel intermediaire doelgroepen betrokken zijn. Toegevoegde waarde Wat is de toegevoegde waarde van deze interventie? De toegevoegde waarde van de scholencompetitie VO is dat deze interventie zich richt op een competitie tussen scholen, iets waar leerlingen zich mee verbonden voelen. In deze competitie heeft het sociale aspect een zeer grote toegevoegde waarde, leerlingen kunnen zelf een team samenstellen en de eer van hun school hooghouden, wat voor deze leeftijdsgroep zeer belangrijk is. 3. Samenhang (Facultatief) Beschrijf in maximaal 250 woorden hoe de aanpak aansluit bij de aanleiding, het doel en de doelgroep. Anders gezegd: hoe leidt deze aanpak bij deze situatie en/of dit probleem tot het beoogde doel bij deze doelgroep. 4. Uitvoering Materialen MSI De volgende materialen zijn beschikbaar voor de uitvoering van de scholencompetitie VO: 11

De handleiding Scholencompetitie zaalvoetbal voortgezet onderwijs is beschikbaar als onderdeel van de starterskit jeugdzaalvoetbal (zie bijlage). Deze handleiding neemt de vereniging stap voor stap mee in het proces de scholencompetitie te organiseren en bevat zowel een hardcopy component, als een USB stick met handige documenten, o.a. promotiemateriaal als bijvoorbeeld flyers, posters, certificaten en pamfletten. In de handleiding zijn drie fasen te onderscheiden: o Voorbereiding: een vereniging krijgt hierin uitleg hoe een scholencompetitie op te zetten en welke externe partners zij hierbij moeten betrekken; o Uitvoering: stapsgewijze beschrijving hoe de interventie op operationeel gebied uitgevoerd moet worden; o Continuering: hierin wordt beschreven hoe de competitie geëvalueerd moet worden, en eventueel verbeterd kan worden. In de handleiding wordt ook uitgelegd hoe verschillende doelgroepen benaderd kunnen worden en wat belangrijke beweegredenen zijn voor verschillende doelgroepen om deel te nemen. Evaluatieformulieren: een vereniging voert een onderzoek uit onder deelnemers en betrokkenen met als doel de interventie continu te verbeteren; KNVB module Wij Krijgen Voetballes voor het VO. Met dit lespakket, dat is ontwikkeld voor scholen, kunnen docenten LO voetballessen verzorgen op school. Het lespakket bevat leskaarten die direct in de les kunnen worden ingezet en waarmee introductielessen worden gegeven. Type organisatie Welk(e) soort(en) organisatie(s) kan /kunnen de interventie uitvoeren? De interventie Scholencompetitie VO Zaalvoetbal is bedoeld voor zaalvoetbalverenigingen die graag de jeugd meer aan het sporten willen krijgen, een centrale rol in de buurt willen spelen en potentiële nieuwe leden willen werven. Hierbij is het belangrijk dat er contact is met scholen om deelnemers te werven. Opleiding en competenties Welke opleiding /training en specifieke competenties van de uitvoerders zijn vereist? Er worden geen specifieke eisen gesteld aan de stuurgroep, werkgroep, trainers en begeleiders, wel wordt deelname aan de opleiding JZVL (jeugdzaalvoetballeider) gestimuleerd voor trainers en begeleiders. De scheidsrechter heeft minimaal de Basisopleiding Scheidsrechter (BOS) afgerond. De organisatie stimuleert en werft deelnemers voor het volgen van een BOS-opleiding, dit kunnen bijvoorbeeld ouders, docenten, leerlingen, studenten of vrijwilligers van de vereniging zijn. Kwaliteitsbewaking Hoe wordt de kwaliteit van de interventie bewaakt? Gedurende de eerste 17 maanden is er ondersteuning vanuit de KNVB, vervolgens is de handleiding toereikend genoeg om de kwalitatief goed uit te voeren. Na implementatie is de vereniging verantwoordelijk voor de borging en kwaliteitsbewaking en draagt de KNVB zorg voor de organisatie van de competitie (reguliere werkzaamheden). De KNVB is wel altijd te raadplegen voor vragen en advies. In de handleiding wordt geadviseerd om jaarlijks te evalueren met zowel de stuurgroep als de werkgroep. Randvoorwaarden Wat zijn de organisatorische en contextuele randvoorwaarden voor een goede uitvoering van de interventie? 12

1. Binnen de intermediaire partijen dient er voldoende draagvlak te zijn om een stuurgroep en werkgroep op te richten en tijd en energie te stoppen in de samenwerking met verschillende partijen. Dit draagvlak wordt gecreëerd doormiddel van oriënterende gesprekken. 2. Bij de scholen dient er voldoende draagvlak te zijn om de interventie (op school en in de competitie) te begeleiden en uit te voeren en voldoende teams te leveren en begeleiden. Dit draagvlak wordt onderzocht/gecreëerd op het moment dat de scholen benaderd worden. 3. In de gemeente moet voldoende ruimte zijn in sporthallen op een geschikt tijdstip om de competitie te organiseren. Overdraagbaarheid en/of implementatie MSI De interventie is beschreven in een handleiding waarin stapsgewijs staat hoe de interventie uitgevoerd moet worden. De handleiding is toereikend voor een vereniging om de interventie, na 17 maanden ondersteuning van de KNVB, zelfstandig uit te voeren. De KNVB medewerker (medewerker organisatie zaalvoetbal) is verantwoordelijk voor de overdracht van de interventie aan de lokale organisatoren (werkgroep). Daarnaast kan hij/zij de opgedane kennis overdragen aan andere verenigingen en onderwijsinstellingen in zijn district. Na implementatie is de vereniging verantwoordelijk voor de borging en kwaliteitsbewaking en draagt de KNVB zorg voor de organisatie van de competitie (reguliere werkzaamheden). Er worden geen specifieke eisen gesteld aan trainers en begeleiders, wel wordt deelname aan de opleiding JZVL (jeugdzaalvoetballeider) gestimuleerd. De scheidsrechter heeft minimaal de BOS opleiding afgerond. De organisatie stimuleert en werft deelnemers voor het volgen van een BOS opleiding. Kosten Wat zijn de kosten van de interventie? Denk ook aan de uren voor voorbereiding en evaluatie. Zie hiervoor de bijlage bij het werkblad Goed Beschreven. 13

5. Evaluatie van praktijkervaringen Onderzoek en resultaten Is er een evaluatie geweest van de praktijkervaringen met de interventie bij de uitvoerders en de doelgroepen en wat zijn daarvan de meest relevante uitkomsten? Beschrijf het bereik, de succes- en verbeterpunten en geef indien van toepassing aan of er na de evaluatie punten in de interventie zijn aangepast. Beschrijf hoe de evaluatie is opgezet en neem hier de respons en de respondenten in mee. Bij twee competities is een evaluatie uitgevoerd, de School Futsal League in Eindhoven (CFE) en de Scholencompetitie in Haarlemmermeer (SV DIOS). In Eindhoven was dit doormiddel van een interview met een organisator, in Haarlemmermeer doormiddel van vragenlijsten afgenomen bij de 5 personen van de organisatie en 2 docenten. Daarnaast zijn er een aantal deelnemers geïnterviewd en gevraagd naar hun ervaring. Beide competitie waren verschillend in organisatie en grootte. In Eindhoven was het aantal teams dat deelnam groot (17) en de organisatie klein (4 man), in Haarlemmermeer was dit tegenovergesteld, 5 teams en 4 verschillende partijen van 2 (soms 1 iemand) personen die de organisatie op zich namen. Beide competities werden als zeer positief ervaren. Een probleem waar CFE tegenaan liep was de begeleiding van de teams, in het tweede competitiejaar is dit opgelost door van het Summa college (MBO Sport en Beweging) studenten de begeleiding te laten verzorgen. Een kort overzicht van de succes- en verbeterpunten volgt hieronder. Voor de uitgebreide evaluatie zie de bijgevoegde Procesevaluatie. Succesfactoren organisatoren Goede professionele organisatie/samenwerking, hierdoor gaat de kwaliteit omhoog en dit zorgt voor binding en deelname van leerlingen Goede KNVB-scheidsrechter Sportiviteit/Respect Jongeren samen laten sporten/sociale aspect Positieve kant ervaren van schoolparticipatie, omdat jongeren de kans krijgen om te ontwikkelen tot een saamhorige groep Interactie tussen scholen (en leerlingen onderling) Fanatisme Verrijking van het onderwijs Motivatie van de scholen voor deelname, vanwege de lage drempel Locatie en bereikbaarheid Subsidie, vanwege de kosten per speler Bewegen en lekker voetballen Enthousiasme bij de spelers elke speelronde, heeft geleid tot het aanmelden van een scholenteam bij DIOS Nieuw Vennep, dit is een van de pijlers waarvoor de scholencompetitie onder meer is opgezet. Goed competitieprogramma Zichtbaarheid Facebook en media Leider Summa college Appgroepen summa leiders met team dat zij begeleiden Plezier Clinics profs Aantal aanmeldingen 2 e jaar groots (wel op het laatste moment), zelfs een stop moeten doen Verbeterpunten organisatoren Één iemand betalen voor coördinatie Contact scholen/directeuren Doorstroom naar vereniging door talenten, en eventueel geïnteresseerden naar verenigingen In één sportzaal spelen 14

Financiële plaatje als subsidie ophoudt, omdat dit de continuïteit in gevaar kan brengen. Dit zou kunnen verbeteren door meer sponsoren, lagere kosten KNVB en de gemeente (zaalhuur) Registratie leden/evaluatie meerder malen per jaar Trainingen CFE lopen niet Het wachten tussen de wedstrijden door (leerlingen zijn ongeduldig tegenwoordig), oplossing hiervoor zou kunnen zijn een wedstrijd van 2x20 min per keer spelen. Vervoer (dit vereist ouderparticipatie) Afwezigheid van ploegen Soms verliest het spelgenot het van de winmentaliteit (iets wat vaak bij voetbal voorkomt), dit komt door het verschil tussen succes en faalervaring. Dit zou voorkomen kunnen worden door meer teams in een competitie zodat er ook teams zijn met minder echte voetballers (vriendenteams) Contact deelnemers Een gevarieerd programma aanbieden wanneer de competitie klein is Ervaring deelnemers Competitief is gaaf en leuk Fijn om op vrijdagavond lekker uit te blazen met voetbal Anders dan veldvoetbal Soms leuker dan veldvoetbal, omdat het gaat om tikken en het is veel sneller Meer kleine regeltjes aan verbonden die er niet in veldvoetbal zijn Samen spelen Moeten veel passen naar elkaar om zo te kunnen winnen Geleerd om altijd mond dicht te houden naar de scheidsrechter Geleerd dat er niet uitgefilpt moet worden als er een goal tegen wordt gemaakt, maar gewoon rustig gebleven moet worden Praktijkvoorbeeld (Facultatief) Beschrijf, indien beschikbaar, in max. 600 woorden een praktijkvoorbeeld van de uitvoering van de interventie. De scholencompetitie Haarlemmermeer wordt georganiseerd door SV DIOS, SportService Haarlemmermeer en de KNVB. Het initiatief voor de scholencompetitie lag bij SV DIOS, dit is al eerder begonnen met het opzetten van een zaalvoetbaltak bij deze vereniging. Om te zorgen dat ook de jeugd kon zaalvoetballen bleek het opzetten van een scholencompetitie het beste concept. Hiervoor is er contact geweest met de KNVB en SportService Haarlemmermeer. De competitie ligt grotendeels in handen van SportService Haarlemmermeer en zij hebben dan ook het contact gezocht met verschillende scholen in de regio. Omdat SportService Haarlemmermeer via andere projecten al contact had met verscheidene scholen was het contact snel gelegd en waren er snel enthousiaste teams te v inden. Aan deze competitie doen in 2013-2014 5 teams van 3 verschillende scholen mee (Hoofdvaart, Herbert Visser en Kaj Munk) hiermee is het een kleine competitie en is seizoen 2013-2014 het tweede seizoen dat de competitie georganiseerd wordt. Alle wedstrijden werden eenmaal per drie weken gespeeld in Sporthal De Estafette. De eerste helft van de competitie liep van 1 november tot 24 januari. De tweede helft liep van 7 februari tot en met 11 april, waarbij 11 april de finale dag was. De finaledag was extra aandacht aan besteed en kwam topscheidsrechter Serdar Gözübüyük een openingspraatje houden en de aftrap doen. De organisatie en samenwerking verliep in Haarlemmermeer vlekkeloos wat zorgde voor veel plezier bij zowel de organisatoren als de deelnemers. Het plezier bij de deelnemers is zelfs zo groot dat er vanuit een school komend seizoen een regulier team samengesteld gaat worden die in de reguliere competitie gaan spelen. 15

6. Aangehaalde literatuur Maak een alfabetische lijst van alle in deze beschrijving aangehaalde literatuur, en gebruik hiervoor de APA-normen (met kleine letters). Cavill N, Kahlmeier S, Racioppi S.Physical activity and health in Europe: evidence for action. Copenhagen: WHO, 2006. Chorus A, Hildebrandt V.Bewegen in Nederland: de volwassen bevolking. In: Hildebrandt VH, Chorus AMJ, Stubbe JH (Red.). Trendrapport Bewegen en gezondheid 2008/2009. Leiden: TNO, 2010. Eime RM, Young JA, Harvey JT, Charity MJ, Payne WR (2013). A systematic review of the psychological and social benefits of participation in sport for adults: informing development of a conceptual model of health through sport. International Journal of Behavioral Nutrition and Physical Activity, 10:135 http://www.ijbnpa.org/content/10/1/135 Hendriksen I, Bernaards C, Hildebrandt V. Lichamelijke inactiviteit en sedentair gedrag in de Nederlandse bevolking. In:: Hildebrandt VH, Chorus AMJ, Stubbe JH (Red.). Trendrapport Bewegen en gezondheid 2008/2009. Leiden: TNO, 2010a. Hildebrandt V.H., Bernaards C.M., Stubbe J.H., Trendrapport Beweging en Gezondheid 2010/2011. Leiden: TNO, 2013. KWF Kankerbestrijding. De rol van lichaamsbeweging bij preventie van kanker. Van Signaleringscommissie Kanker van KWF Kankerbestrijding. Den Haag: KWF Kankerbestrijding,2005c. Monninkhof EM, Elias SG, Vlems FA, Tweel I van der, Schuit AJ, Voskuil DW, et al.physical activity and breast cancer: a systematic review. Epidemiology, 2007; 18(1): 137-157. Motivation. Welk beeld hebben jongeren van zaalvoetbal?. Door: Eigenfeld M. and Lobstein M. Amsterdam, Juli 2011. NSIB. Vmbo in beweging. http://www.nisb.nl/doen/tools-en-instrumenten/vormgeven-sport-enbeweegbeleid-in-scholen.html, datum onbekend. NOC*NSF. Boeien en Binden. Door: Peerdeman A., van Wegen E., Laarman R., November 2011. NOC*NSF. Sportersmonitor 2012. Door: Hendriksen T. en Hoogwerf I., 2012. PAGAC, Physical Activity Guidelines Advisory Committee (2008). Physical Activity Guidelines Advisory Committee Report. Washington, DC: Department of Health and Human Services. Vervoorn, C., A.S. Singh, C. Visscher Bewegen = beter leren : de effecten van beweging op leerprestaties van kinderen, Hogeschool van Amsterdam/ VUmc/ Rijksuniversiteit Groningen, 2011: 2 p. ill. De Vries S, Chorus A, Verheijden M.Bewegen in Nederland: jeugdigen van 4-17 jaar. In: Hildebrandt VH, Chorus AMJ, Stubbe JH (Red.). Trendrapport Bewegen en gezondheid 2008/2009. Leiden: TNO, 2010c. Wendel-Vos W, Frenken F.Bewegen in Nederland: de CBS-cijfers 2001-2009. In: Hildebrandt VH, Chorus AMJ, Stubbe JH (Red.). Trendrapport Bewegen en gezondheid 2008/2009. Leiden: TNO, 2010. Wendel-Vos GC, Schuit AJ, Feskens EJ, Boshuizen HC, Verschuren WM, Saris WH, et al. Physical activity and stroke. A meta-analysis of observational data. Int J Epidemiol, 2004; 33(4): 787-98. 16