VERSLAG Marktconsultatie Vervoersysteem Noordoost Fryslân Deel 2: vervoercapaciteit Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 Mobiliteitsbureau Noordoost Fryslân (Gemeenten Achtkarspelen, Dantumadiel, Dongeradeel, Ferwerderadiel, Kollumerland c.a., en Tytsjerksteradiel en provincie Fryslân) 19 juli 2017
Inhoud 1. Aanleiding... 3 Gevolgde procedure... 3 2. AMvB Wmo: prijs-kwaliteit... 4 3. Ondergrens prijs... 5 Uitgangspunten ondergrens... 5 4. Vragen aan de markt... 6 5. Resultaat marktconsultatie... 6 Reacties van vervoerders... 6 Gesprek met AIM... 6 Voorstel ondergrens... 6 Bijlage 1. Bijlage 2. Bijlage 3. Ondergrens kostenelementen marktconsultatie Overzicht reacties marktconsultatie geanonimiseerd en op hoofdlijnen Toelichting vastgestelde ondergrens vaste kosten en vaste prijs variabele kosten 19 juli 2017 VERSLAG Marktconsultatie vervoer Noordoost Fryslân 2 van 6
1. Aanleiding De gemeenten Achtkarspelen, Dantumadiel, Dongeradeel, Ferwerderadiel, Kollumerland c.a. en Tytsjerksteradiel en provincie Fryslân werken samen bij de aanbesteding van het kleinschalig (doelgroepen) vervoer in Noordoost Fryslân. Hiervoor hebben zij de Bedrijfsvoeringsorganisatie Mobiliteitsbureau Noordoost Fryslân opgericht. Het Mobiliteitsbureau is opdrachtgever bij deze aanbesteding. De regio wil het vervoer anders organiseren om te komen tot een toekomstvast en samenhangend vervoersysteem. Leefbaarheid door bereikbaarheid is het doel. Onderdeel van dit nieuwe vervoersysteem is dat het aannemen en plannen van de ritten straks wordt verzorgd door een ander bedrijf dan de bedrijven die de ritten daadwerkelijk rijden. Dit aannemen, plannen en toedelen van de ritten noemen wij de operationele regie op het vervoer. Dit wordt uitgevoerd door een mobiliteitscentrale. De aanbestedingsprocedure hiervoor is afgerond. De huidige aanbesteding ziet op het daadwerkelijk rijden van de ritten voor het Wmo-vervoer, het leerlingenvervoer en het Opstappervervoer (kleinschalig openbaar vervoer). Ter voorbereiding van deze aanbesteding is onder andere met marktpartijen van gedachten gewisseld over het onderdeel prijs. Dit document is het verslag van deze marktconsultatie. Gevolgde procedure Voor de marktconsultatie is een marktconsultatiedocument opgesteld. Hierin is de nieuwe Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) voor de Wmo toegelicht en de intentie van de regio om in het kader van deze AMvB te werken met een ondergrens voor het inschrijftarief bij de komende aanbesteding. Vervoerders zijn gevraagd om uiterlijk 12 juli 2017 hun beantwoording van de vragen schriftelijk aan te leveren. Vijf vervoerders hebben op dit verzoek gereageerd. Daarnaast is op 12 juli 2017 gesproken met het AanbestedingsInstituut Mobiliteit (AIM) over de marktconsultatie en de reacties van de vervoerders daarop. De marktconsultatie heeft input geleverd voor het bepalen van de ondergrens voor het inschrijftarief die door de colleges van B&W van de gemeenten is vastgesteld in lijn met de AMvB en de daarop door de raden aangepaste Wmo-verordening, vooraf aan de publicatie van de aanbestedingsstukken. 19 juli 2017 VERSLAG Marktconsultatie vervoer Noordoost Fryslân 3 van 6
2. AMvB Wmo: prijs-kwaliteit Per 1 juni 2017 is het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 gewijzigd door een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB), met als doel een goede verhouding tussen de prijs en de kwaliteit van geleverde diensten te bereiken. Deze wijziging is ook relevant voor de aanbesteding van het vervoer in Noordoost Fryslân. Het Uitvoeringsbesluit bepaalt dat er een reële prijs gerealiseerd moet worden. Daartoe zijn verschillende mogelijkheden. Wij hebben het voornemen om aan te besteden op basis van de beste prijs-kwaliteitverhouding en daarbij een ondergrens aan de prijs te stellen. Op die manier willen wij tot een reële prijs voor het vervoer komen, en bovendien voorkomen dat er te lage inschrijvingen worden gedaan, met alle mogelijke negatieve effecten die dat met zich mee brengt, zoals onder meer beschreven in het rapport De vloek van de winnende taxi. 19 juli 2017 VERSLAG Marktconsultatie vervoer Noordoost Fryslân 4 van 6
3. Ondergrens prijs Om te werken met een ondergrens moet deze worden vastgesteld, rekening houdend met de in de door de raden in Wmo-verordening vastgestelde kostenelementen. De raden van de gemeenten hebben de kostenelementen overgenomen zoals genoemd in het Uitvoeringsbesluit: a. de kosten van de beroepskracht; b. redelijke overheadkosten; c. kosten voor niet productieve uren van de beroepskrachten als gevolg van verlof, ziekte, scholing, werkoverleg; d. reis en opleidingskosten; e. indexatie van de reële prijs voor het leveren van een dienst; en f. overige kosten als gevolg van door de gemeente gestelde verplichtingen voor aanbieders waaronder rapportageverplichtingen en administratieve verplichtingen. Uitgangspunten ondergrens In het marktconsultatiedocument zijn de volgende uitgangspunten benoemd voor het bepalen van de ondergrens van de verschillende kosten: 1. Kosten per voertuigtype per uur (vergoeding op basis van beschikbaarheid); 2. Voertuigen voldoen aan TX-keur en Euro 6 norm; 3. Onderscheid vaste kosten per uur en variabele kosten per kilometer; 4. Het betreft een ondergrens zoals bedoeld in de het Uitvoeringsbesluit Wmo, met de daarin genoemde kostenelementen; 5. Het Uitvoeringsbesluit Wmo geeft aan dat ondergrens van de kosten reëel moet zijn, maar niet alle vervoerders hoeven hiervoor te kunnen rijden; kosten zijn immers bedrijfsspecifiek. Punt 1 is als volgt toegelicht, naar aanleiding van de vraag of de vergoeding straks ook per voertuigtype is: 6. Vervoerders krijgen een vergoeding op basis van hun inschrijftarief per voertuigtype (per uur, per perceel). Naast het inschrijftarief zal de vervoerder een vaste kilometervergoeding per voertuigtype ontvangen voor de variabele kosten (zie kostenelement 4). Aanvullend, naar aanleiding van een vraag of qua aard en omvang uitgaan kan worden van het vorige Programma van Eisen, is aangegeven dat: 7. Qua aard en omvang kan worden uitgegaan van de herziene versie van het PVE van 9 februari 2017 (Bijlage D: Programma van Eisen Europese aanbesteding vervoersysteem Noordoost Fryslân, deel 2: vervoercapaciteit). En daarbij ook van de uitgangspunten 1 t/m 5. 8. Aanvullend is opgemerkt dat wij voornemens zijn de contracten eind december 2022 te laten eindigen. In bijlage 1 treft u de ondergrens van de voor de aan te besteden opdracht relevante kostenposten aan, zoals benoemd in het marktconsultatiedocument. Daarbij is een uitsplitsing gemaakt naar de uit te vragen voertuigtypen. In de benoemde kostenposten hebben wij rekening gehouden met alle elementen die in het Uitvoeringsbesluit Wmo zijn genoemd. 19 juli 2017 VERSLAG Marktconsultatie vervoer Noordoost Fryslân 5 van 6
4. Vragen aan de markt De vragen die wij hebben gesteld in de marktconsultatie zijn als volgt: 1a. Is de kostenopbouw voor de ondergrens volledig: mist u onderdelen? 1b. Zo ja, welke mist u en kunt u aangeven wat volgens u de ondergrens van de kosten hiervan is en dit toelichten in het bijgevoegde format? 2a. Vindt u de ondergrens van de verschillende kosten: Goed? Te laag? Te hoog? 2b. Indien te laag of te hoog, van welke onderdelen vindt u dit en kunt u aangeven wat volgens u de ondergrens is en dit toelichten in het bijgevoegde format? 3. Heeft u nog opmerkingen, ideeën of adviezen voor ons met betrekking tot het bepalen van de ondergrens van de prijs, die niet bij de vragen aan de orde zijn gekomen? 5. Resultaat marktconsultatie Reacties van vervoerders De tabel in bijlage 2 geeft een overzicht van de reacties van de vervoerders op de vragen in het marktconsultatiedocument, geanonimiseerd en op hoofdlijnen. Tevens is de reactie van het Mobiliteitsbureau opgenomen. Gesprek met AIM Op 12 juli is met het AIM gesproken over deze marktconsultatie en de reacties van de vervoerders (op hoofdlijnen en geanonimiseerd). Het AIM heeft meegedacht en enkele adviezen meegegeven hoe met bepaalde kostenonderdelen om te gaan. Zie bijlage 2. Voorstel ondergrens Naar aanleiding van de marktconsultatie en het gesprek met het AIM is een voorstel opgesteld voor een ondergrens voor de vaste voertuigkosten, en een vaste prijs voor de variabele kilometerkosten, dat ter besluitvorming is voorgelegd aan de colleges van B&W van de gemeenten. Alle colleges zijn akkoord met het voorstel, dat vervolgens is verwerkt in de aanbestedingsdocumenten voor de komende aanbesteding. In bijlage 3 is het voorstel toegelicht, met een nadere onderbouwing van de ondergrens voor de inschrijfprijs en vaste prijs voor de variabele voertuigkosten. 19 juli 2017 VERSLAG Marktconsultatie vervoer Noordoost Fryslân 6 van 6
Bijlage 1 marktconsultatie - Ondergrens kostenelementen aanbesteding vervoer Noordoost Conform Wmo-verordening en AMvB-Wmo Nb. De vergoeding wordt geindexeerd op basis van de NEA-index TOELICHTING KOSTENELEMENT 1: CHAUFFEUR Vast personeel Flexibel personeel Loonschaal CAO Hoogste (trede12) Laagste (trede 2) aanname: vast personeel in hoogste CAO schaal en flexibel personeel in laagste schaal (parttime) Loonkosten chauffeur inclusief sociale lasten per loonschaal 18,45 14,89 gebaseerd op fictieve loonstrookgegevens Werkbare dagen 260 130 vast = fulltime en flexibel = parttime 20 uur Niet productieve dagen per jaar 35 15 verlof conform CAO = 25 dgn 5 ziektedgn 5 overige bij fulltime bij partime makkelijker in te plannen, dus iets minder dan de helft van fulltime Kosten niet productieve uren 2,48 1,72 Reis- en opleidingskosten 0,37 0,30 2% van loonkosten inclusief sociale lasten Subtotaal 21,30 16,91 Basisvervoercapaciteit Piekvervoer Taxi Hoge taxibus Rolstoelbus Taxibus % vast personeel ingezet bij dit voertuigtype 60% 60% 75% 50% inschatting % vast personeel % flexibel personeel ingezet bij dit voertuigtype 40% 40% 25% 50% inschatting % flexibel personeel Loonkosten chauffeur inclusief sociale lasten per voertuigtype 19,54 19,54 20,20 19,10 % vast * hoogste loonschaal en % flexibel * laagste loonschaal KOSTENELEMENT 2: VASTE VOERTUIGKOSTEN Aanschafprijs 20.000,00 35.000,00 48.000,00 20.000,00 Conform CROW-publicatie hoge taxibus is inschatting Restwaarde 4.000,00 5.000,00 6.000,00 4.000,00 Conform CROW-publicatie hoge taxibus is inschatting Levensduur 6 8 8 6 Taxi en taxibus obv CROW-publicatie hoge taxibus en rolstoelbus obv Panteiarapport ingebracht in kort geding Afschrijving per jaar 2.666,67 3.750,00 5.250,00 2.666,67 Berekening conform CROW-publicatie Rentepercentage 4% 4% 4% 4% Percentage aangepast aan Panteia rapport Rentekosten per jaar 480,00 800,00 1.080,00 480,00 Berekening conform CROW-publicatie Assurantie per jaar 500,00 750,00 1.000,00 500,00 Aangepast aan Panteia rapport ingebracht in kort geding (afgerond) Totale vaste voertuigkosten per jaar 3.646,67 5.300,00 7.330,00 3.646,67 Inzeturen per jaar 3000 3000 3000 2000 Conform CROW-publicatie inzet breder dan deze opdracht voor taxibus aangepast: alleen ingezet bij piekvervoer, maar wel uitgaande van andere inzet bij vervoerd Vaste voertuigkosten per uur 1,22 1,77 2,44 1,82 KOSTENELEMENT 3: REDELIJKE OVERHEADKOSTEN 1,04 1,07 1,13 1,05 5% van loonkosten inclusief sociale lasten + vaste voertuigkosten KOSTENELEMENT 4: VARIABELE VOERTUIGKOSTEN Verbruik (kilometers per liter) 18 12 9 15 Inschatting o.b.v. diverse bronnen Brandstofkosten per liter 1,00 1,00 1,00 1,00 Brandstofkosten per kilometer 0,06 0,08 0,11 0,07 Onderhoud en schade 0,03 0,05 0,06 0,04 Inschatting o.b.v. diverse bronnen Variabel voertuigkosten per kilometer 0,09 0,13 0,17 0,11 obv Panteia rapport ingebracht in kort geding Taxi en taxibus conform Panteiarapport ingebracht bij kort geding Rolstoelbus conform CROW-publicatie 19 juli 2017 BIJLAGE 1 ONDERGRENS KOSTENELEMENTEN Marktconsultatie vervoer Noordoost Fryslân 1 van 2
19 juli 2017 BIJLAGE 1 ONDERGRENS KOSTENELEMENTEN Marktconsultatie vervoer Noordoost Fryslân 2 van 2
Bijlage 2 overzicht reacties Onderwerp Vervoerders AIM Reactie Mobiliteitsbureau Mist u onderdelen? Investeringen mbt communicatie met centrale (BCT ed). Kosten boordcomputers. Verliesuren voor chauffeurs vanwege tanken, wassen en aanrijden naar startlocatie. - Bij de aanschafwaarde gaan wij uit van een compleet voertuig inclusief BCT en dergelijke. Gezien de opmerking van een van de vervoerders dat aanschafwaarde van de voertuigen te hoog zijn, lijkt ons dit reëel. Vindt u de ondergrens van de verschillende onderdelen goed, te laag of te hoog? Chauffeurskosten Vaste onderhoudskosten per voertuig (APK, TX-keur, BCT, kleine schades, schoonmaakkosten) Toeslag toegankelijke taxibus en rolstoelbus. Te laag. Enkele te laag en enkele punten te hoog. Prima als ondergrens. Werkgeverslasten te hoog ingeschat. Sociale lasten te laag. 20,5% sociale verzekeringen 10,4 % pensioenopbouw 0,25% Sociaal Fonds Nieuwe CAO: flexibel / oproeppersoneel gelijk in trede 12. Laagste schaal 2 bestaat per 1-1-2018 niet meer. Schalen worden afgebouwd. Vanaf 2021 schaal 8 laagste schaal. De laagste loonschalen zijn verdwenen waardoor de loonkosten gemiddeld zullen stijgen. Bij inzet van vast personeel moet worden uitgegaan dat 75% gebeurt door reeds betrokken personeel, over te nemen door de nieuwe vervoerder. De overige 25% zou dan met flexibel gereden kunnen worden, maar dat is ook schaal 12 vanwege de nieuwe CAO. Flexpersoneel: als de opdrachtgever daarmee uitzendkrachten bedoeld, dan zijn deze kosten veel ingeschat. Bij niet productieve uren nemen we extra verliesuren op voor wassen, tanken ed. Onderhoud is opgenomen in de variabele voertuigkosten. In de nieuwe aanbesteding werken we niet meer met opslagen, maar met vergoedingen per voertuigtype. - De input uit de marktconsultatie heeft geleid tot een aangepaste (hogere) ondergrens. Wat wordt bedoeld met flexibel? CAO: slechts 15% van personeel mag niet onder werkingssfeer CAO vallen. Maar er is meer mogelijk als flexibel: uitzendbureaus die onder werkingssfeer CAO vallen. Daarnaast heb je contracten voor bepaalde tijd. OPOV geldt voor personeel in loondienst. 75% niet altijd in trede 12. Geldt niet voor uitzendkrachten en aflopende contracten. Nieuwe CAO: vanaf 1 januari geen aftopping meer (trede 10) voor geregeld vervoer: chauffeurs kunnen doorstromen in 2 jaar naar trede 12. In 4 jaar: indikking loonschalen. Er blijven 5 loonschalen over: 8, 9,10,11 en 12. Loonstijgingen zijn minimaal de komende 4 jaar (3*0% en 1*1%). Advies: onderverdeling vast en flexibel loslaten. Uitgaan van gemiddelde uurloon / loontrede. We volgen het advies van het AIM om de onderverdeling van vast en flexibel los te laten. Per voertuigtype gaan we straks uit van een gemiddeld uurloon. De sociale lasten zijn daarbij gebaseerd op: 20,5% sociale verzekeringen 10,4 % pensioenopbouw 0,25% Sociaal Fonds 19 juli 2017 BIJLAGE 2 OVERZICHT REACTIES Marktconsultatie vervoer Noordoost Fryslân 1 van 4
Onderwerp Vervoerders AIM Reactie Mobiliteitsbureau Vaste voertuigkosten Redelijke overheadkosten Variabele voertuigkosten Aanschafprijzen voertuigen te hoog ingeschat. Te lage aanschafwaardes. Restwaarde te hoog, bij hoge kilometerstand. Afschrijvingstermijnen langer dan contract voorzien. Assurantiën te laag. Assurantiën per jaar verkeerd overgenomen uit Panteia-rapport. Inzeturen te hoog omdat geen zekerheid wordt geboden omtrent inzettijden. Inzeturen piek te hoog => 1676 schoolvervoer + eigen inzet. Inzeturen Wmo van 3000 per jaar is te hoog. Eigen inzet is niet mogelijk. 75% van vervoer vindt plaats in de spitsen, hiervoor zal vervoerder andere voertuigen moeten inzetten. Inzeturen te laag. LLV max. 800. Wmo gemiddeld max 2000. Overheadkosten te laag. 10% voor overhead, winst en risico is normaal. 5 % is direct toe te rekenen aan Operational planner en Accountmanager. Overhead dient ook berekend te worden over de variabele kosten. Brandstofprijs te hoog. Verbruik voertuigen te laag. Taxi; 1:18 versus 1:15 Taxibus: 1:15 versus 1: 11 Toegankelijke taxibus: 1:12 versus 1:10 Inzeturen: welke garanties kunnen worden gegeven versus het ondernemersrisico. Landelijke cijfers vertalen naar lokale situatie. Wat is in Noordoost reëel als ondergrens? Wat weet de opdrachtgever wat er mogelijk is naast de opdracht? Nagevraagd. 5% overhead is aan de magere kant maar als ondergrens voor te stellen, nu vervoer en centrale zijn gescheiden. Advies: nadenken over het opnemen van winstmarge ook al gaat het om ondergrens. Bij de aanschafwaarde gaan wij uit van een compleet voertuig inclusief BCT en dergelijke. Gezien de opmerking van een van de vervoerders dat aanschafwaarde van de voertuigen te hoog zijn ingeschat, lijkt ons dit reëel. Assurantiën zijn verkeerd opgenomen, dat passen we aan. De inzeturen stellen we iets naar beneden bij. Uitgangspunt blijft dat het gaat om het bepalen van de ondergrens van de vaste voertuigkosten en dat de vervoerder de vrijheid heeft buiten deze opdracht de voertuigen in te zetten. In het programma van eisen geven we meer inzicht in de verdeling over de percelen en de gemiddelde te verwachten inzetduur. Opgehoogd van 5% naar 6% ter compensatie dat het alleen over de vaste kosten gaat en niet over de variabele kosten. Op advies van het AIM een kostenelement winst van 2% toegevoegd. Gezien de tegenstrijdige reacties, zijn de variabele kosten gelaten zoals opgenomen. 19 juli 2017 BIJLAGE 2 OVERZICHT REACTIES Marktconsultatie vervoer Noordoost Fryslân 2 van 4
Onderwerp Vervoerders AIM Reactie Mobiliteitsbureau Heeft u nog opmerkingen, ideeën of adviezen? Bij voorkeur geen ondergrens, maar iedere inschrijver zijn/haar prijs laten onderbouwen. Noemen van een ondergrens verleidt inschrijvers tot een race to the bottom. De nieuwe ondergrens is lager en zal leiden tot lagere inschrijvingen. Hiermee komt taxisector nog verder onder druk. Voorkeur voor reële variabele vergoeding per voertuigtype op basis van de werkelijke kosten zoals uit de marktconsultatie naar voren komt. Hierdoor kan het inzettarief op de reële vaste kosten worden vastgesteld zonder dat er correctie plaats moet vinden, op basis van een vaste variabele vergoeding van 0,15. Advies: verzoek vervoerders om kostenspecificatie uit te splitsen naar onderdelen. Format gebruiken. Wij zijn van mening dat het stellen van een ondergrens (als een van de opties uit de AMvB) te lage inschrijvingen voorkomt. Vergoeding wordt een inschrijftarief per uur per voertuigtype gebaseerd op de vaste kosten. En daarnaast een vaste vergoeding voor de variabele kosten per kilometer uitgesplitst per voertuigtype. Dit is een andere tariefstructuur dan voorheen. Door te kiezen voor dezelfde tariefstructuur, zijn de winnende vervoerders van de vorige aanbesteding in het nadeel. Verzoek om meer zekerheid/garantie qua inzeturen en inzettijden per perceel, om de vaste kosten beter te kunnen inschatten van voertuigen en personeel. In het programma van eisen geven we meer inzicht in de verdeling over de percelen en de gemiddelde te verwachten inzetduur. 19 juli 2017 BIJLAGE 2 OVERZICHT REACTIES Marktconsultatie vervoer Noordoost Fryslân 3 van 4
19 juli 2017 BIJLAGE 2 OVERZICHT REACTIES Marktconsultatie vervoer Noordoost Fryslân 4 van 4
Bijlage 3 Toelichting ondergrens vaste kosten en vaste prijs variabele kosten De colleges van B&W hebben voor deze aanbesteding in lijn met de door de raden vastgestelde Wmo-verordening, de ondergrens voor de vaste kosten vastgesteld, per inzetuur per voertuigtype. En een vaste prijs voor de variabele kosten per kilometer, per voertuigtype. Ondergrens vaste kosten en vaste prijs variabele kosten aanbesteding vervoer Noordoost Conform Wmo-verordening en AMvB-Wmo Nb. De vergoeding wordt geindexeerd op basis van de NEA-index KOSTENELEMENT 1: CHAUFFEUR Loonschaal CAO Trede 12 Trede 5 Gemiddeld Uurloon 13,09 11,40 12,25 Vakantietoeslag 0,98 8,00% Loonkosten 13,22 Sociale verzekeringen 2,71 20,50% Pensioenopbouw 1,38 10,40% Sociaal Fonds 0,03 0,25% Werkgeverslasten 4,12 Basiscapaciteit Piekcapaciteit Loonkosten chauffeur inclusief sociale lasten 17,34 17,34 Werkbare dagen 261 130 Niet productieve dagen per jaar 36 15 Verliesuren (in dagen per jaar) 10 5 Kosten niet productieve uren 3,06 2,67 Reis- en opleidingskosten (2%) 0,35 0,35 Subtotaal 20,75 20,36 Basisvervoercapaciteit Piekvervoer Taxi Hoge taxibus Rolstoelbus Taxibus Loonkosten chauffeur totaal per voertuigtype 20,75 20,75 20,75 20,36 KOSTENELEMENT 2: VASTE VOERTUIGKOSTEN Aanschafprijs voertuig en BCT 20.000,00 35.000,00 48.000,00 20.000,00 Restwaarde 4.000,00 5.000,00 6.000,00 4.000,00 Levensduur 6 8 8 6 Afschrijving per jaar 2.666,67 3.750,00 5.250,00 2.666,67 Rentepercentage 4% 4% 4% 4% Rentekosten per jaar 480,00 800,00 1.080,00 480,00 Assurantie per jaar 900,00 1.000,00 1.100,00 900,00 Totale vaste voertuigkosten per jaar 4.046,67 5.550,00 7.430,00 4.046,67 Inzeturen per jaar 2700 2700 2700 1600 Vaste voertuigkosten per uur 1,50 2,06 2,75 2,53 KOSTENELEMENT 3: REDELIJKE OVERHEADKOSTEN (6%) 1,33 1,37 1,41 1,37 KOSTENELEMENT 4: WINST (2%) 0,44 0,44 0,44 0,43 KOSTENELEMENT 5: OVERIGE KOSTEN - - - - TOTAAL VASTE KOSTEN VERVOER 24,02 24,61 25,35 24,70 ONDERGRENS INSCHRIJFPRIJS 24,00 24,60 25,40 24,70 KOSTENELEMENT 6: VARIABELE VOERTUIGKOSTEN Verbruik (kilometers per liter) 18 12 9 15 Brandstofkosten per liter 1,00 1,00 1,00 1,00 Brandstofkosten per kilometer 0,06 0,08 0,11 0,07 Onderhoud en schade 0,03 0,05 0,06 0,04 Variabel voertuigkosten per kilometer 0,09 0,13 0,17 0,11 VASTE VERGOEDING KILOMETERKOSTEN 0,09 0,13 0,17 0,11 19 juli 2017 BIJLAGE 3 TOELICHTING VASTGESTELDE ONDERGRENS vervoer Noordoost Fryslân
Samengevat Indexatie vindt jaarlijks plaats op basis van de NEA-index. Nadere toelichting De ondergrens voor de vaste kosten en de vaste prijs voor de variabele kosten voor deze aanbesteding zijn tot stand gekomen op basis van diverse bronnen. Waaronder de CROW-uitgave inzicht in de kosten van kleinschalig vraagafhankelijk vervoer, het Panteia-rapport kostprijsberekening bij Aanbesteding Doelgroepenvervoer Noordoost Friesland, de input uit de marktconsultatie en diverse gesprekken, waaronder die met het AIM. Uitgangspunt bij het bepalen van de ondergrens is dat deze reëel moet zijn, maar niet alle vervoerders hoeven hiervoor te kunnen rijden: kosten zijn immers bedrijfsspecifiek. Als vervoerders onder deze ondergrens inschrijven voor deze aanbesteding, worden ze uitgesloten. Kostenelement 1: chauffeur Om de ondergrens van de kosten van de chauffeur te bepalen is op suggestie van het AIM een gemiddeld uurloon bepaald van 12,25, rekening houdend met de nieuwe CAO als gevolg waarvan de laagste schalen de komende jaren verdwijnen. Het is het gemiddelde van de hoogste trede 12 en trede 5. Dit uurloon ligt tussen schaal 8 en 9 in. Daarbij komen de vakantietoeslag en werkgeverslasten. Conform de kostenelementen uit de Wmo-verordening is vervolgens rekening gehouden met de kosten van niet productieve uren. Daarbij zijn ook verliesuren meegenomen vanwege bijvoorbeeld wassen, tanken en aanrijden naar de startlocatie. En 2% reis- en opleidingskosten. Voor de basisvervoercapaciteit is uitgegaan van fulltimebanen en voor de piekvervoercapaciteit van parttimebanen. Dit leidt tot werkgeverslasten voor het leveren van een chauffeur voor de basisvervoercapaciteit van 20,75 per uur en voor de piekvervoercapaciteit van 20,36 per uur. Kostenelement 2: vaste voertuigkosten Voor het bepalen van de ondergrens van de vaste voertuigkosten is grotendeels gebruik gemaakt van de eerdergenoemde CROW-uitgave en het Panteia-rapport. Uitganspunt is dat de voertuigen waar mogelijk ook buiten deze opdracht kunnen worden ingezet. Naast dit uitgangspunt is rekening gehouden met de verschillende opmerkingen die zijn geplaatst in de marktconsultatie. Voor de voertuigen die worden uitgevraagd voor de basiscapaciteit is gerekend met 2700 inzeturen, binnen en buiten het vervoersysteem. Ervaringen in een regio met hetzelfde vervoersysteem als dat wij in Noordoost realiseren, leidt tot dit aantal ingeroosterde inzeturen gebaseerd op de gemiddelde inzet per voertuig in de basisvervoercapaciteit. 19 juli 2017 BIJLAGE 3 TOELICHTING VASTGESTELDE ONDERGRENS vervoer Noordoost Fryslân
De voertuigen voor de piekvervoercapaciteit hebben vaste inzettijden en kortere diensten dan voor de basisvervoercapaciteit. De mogelijkheden om voertuigen in te zetten voor andere opdrachten buiten het vervoersysteem is daarmee groter bij de basisvervoercapaciteit. De taxibussen kunnen bijvoorbeeld ingezet worden voor horecavervoer of Schipholvervoer. Een vervoerder die andere inzet weet te realiseren heeft meer inzeturen voor de voertuigen en daarmee lagere vaste voertuigkosten. Dit leidt tot het uitgangspunt dat bij deze voertuigen is gerekend met een groter aandeel van de inzeturen buiten de opdracht, binnen het totaalaantal inzeturen van een voertuig. Om die reden zijn de inzeturen ten behoeve van het bepalen van de ondergrens op 1600 gezet. Een aantal dat is ingebracht in de marktconsultatie. De vaste voertuigkosten variëren per voertuigtype. Kostenelement 3: redelijke overheadkosten De redelijke overheadkosten zijn als ondergrens vastgesteld op 6% over de vaste kosten van chauffeur en voertuig. Naar aanleiding van de input van de marktconsultatie zijn deze opgehoogd van 5% naar 6% ter compensatie dat de variabele voertuigkosten niet worden meegenomen. Kostenelement 4: winst Op advies van het AIM is een winstmarge van 2% over de vaste kosten van chauffeur en voertuig opgenomen. Kostenelement 5: overige kosten De overige kosten zijn bij het bepalen van de ondergrens op nul gezet. Dit zouden bijvoorbeeld extra s kunnen zijn die worden aangeboden bij de inschrijving. Kostenelement 6: variabele voertuigkosten Voor de variabele voertuigkosten is een inschatting van de kostenonderdelen gemaakt op basis van diverse bronnen. De variabele voertuigkosten per kilometer, per voertuigtype komen deels overeen met de eerdergenoemde CROW-uitgave en deels met het Panteia-rapport. Besloten is om de variabele voertuigkosten te vergoeden via een vaste prijs per inzetkilometer en deze buiten beschouwing te laten voor de ondergrens. Vergoeding Voor een nadere toelichting op de vergoeding aan de vervoerders voor het leveren van voertuigen en chauffeur voor het vervoer in het nieuwe vervoersysteem in Noordoost Fryslân: zie hoofdstuk 7.1 van het programma van eisen. 19 juli 2017 BIJLAGE 3 TOELICHTING VASTGESTELDE ONDERGRENS vervoer Noordoost Fryslân