Drenotube drainage: beschrijving systeem DRENOTUBE is een geocomposiet (samenstelling van verschillende materialen) ter vervanging van de klassieke Franse drainage. Ze bestaat uit 4 elementen. 1. Een golvende dubbelwandige geperforeerde buis die dient voor de afvoer van water. De binnenwand is glad, voor een betere afvoer van het water en het sediment. De buitendiameter is 110mm en de binnendiameter is 90mm. 2. Vergrote geëxtrudeerde polystyreendeeltjes. Door de specifieke vorm van de deeltjes hebben zij een grote waterdoorlaatbaarheid rond de afvoerbuis. Deze deeltjes vervangen het grind bij de klassieke drainage. 3. Een geotextielfilter voorkomt verstopping van de drainage door kleine deeltjes zand. 4. Een geëxtrudeerd net van hogedrukpolyethyleen. Die heeft tot doel de voorgaande materialen samen te houden. Belangrijk om weten is ook dat het volledige DRENOTUBE systeem vervaardigd wordt uit gerecycleerde grondstoffen. Ook bij verwijdering kan het materiaal volledig gerecycleerd worden.
DRENOTUBE heeft een hydraulische en mechanische opbouw die het mogelijk maakt om onder de grond geplaatst te worden en bestand te zijn tegen de druk die hierdoor ontstaat. Toch levert DRENOTUBE een zeer goede drainage van de grond en is het niet onderhevig aan slijtage aangezien het geen rottende elementen bevat. Voordelen van Drenotube tegenover klassieke drainage Ondergrondse drainage baseert zich op de zogenoemde Franse drainage die bestaat uit een golvende buis omringd door kiezel en een geotextielfilterdoek. De aanleg van een klassieke Franse ondergrondse drainage gebeurt als volgt: 1. Een gleuf graven. Die is meestal 40 cm breed en 1 m diep. De afmetingen van de gleuf zijn wel afhankelijk van het ontwerp. 2. Het geotextiel goed plaatsen. Dat kan enkel als er aan de buitenkant bovenaan de gleuf een systeem zit dat het doek vasthoudt (dat gebeurt meestal met keien). Voor dit werk heeft men een team nodig. 3. De eerste laag grind plaatsen om te voorkomen dat de buis rechtstreeks aansluit tegen het zand. 4. De drainagebuis plaatsen met een groep mensen. 5. De 2de laag grind plaatsen. Die moet in totaal een dikte bereiken van 30 tot 50 cm. 6. Daarna het geotextiel dichtvouwen over het grind. 7. De gleuf dichten met aarde en aandrukken met een vibrerende drukrol. Dit zijn de 7 grote stappen bij het plaatsen van een klassieke Franse drainage. De plaatsing en uitvoering van de drainage vraagt toch enig vakmanschap om over de volledige lengte van de drainage een goede kwaliteit aan te houden.
Het gebruik van DRENOTUBE drainage levert een grote tijdswinst, nl. waar de klassieke methode alles doet in 7 stappen doet u het met DRENOTUBE in 3 stappen: 1. Uitgraven van de gleuf net zoals bij de klassieke drainage. 2. DRENOTUBE buizen plaatsen en onderling verbinden met de koppelhoes. 3. De gleuf aandichten met de uitgegraven grond. Naast de grote tijdwinst is er ook het voordeel dat een industrieel vervaardigd product met zich meebrengt en dat is de constante kwaliteit over heel de lengte van het traject. Plannen en ontwerpen van een drainage Om een goede drainage te plaatsen met DRENOTUBE is het raadzaam de volgende stappen te volgen: 1) Het verloop van de drainage. De helling van de drainage bepaalt de snelheid waarmee het water in de buis stroomt. De snelheid moet enerzijds zo zijn dat ze een goede evacuatie van het water waarborgt en anderzijds hoog genoeg zijn om de buis binnenin zuiver te houden. Het water mag wel niet te snel stromen om erosieschade aan de centrale afvoerbuis te vermijden. Om de optimale hellingshoek te bepalen maken we gebruik van de Manning formule. s = Hydraulisch verloop in m/m V = Snelheid van het afgevoerde water in m/s n = Manning coëfficiënt A = Doorsnede van de buis in m2 P = Vochtomtrek in m Het doel is de hellingshoek van de drainagebuis bepalen waarbij het water een minimale snelheid heeft van 0,2 m/s. en een maximale snelheid van 0,5 m/s. Dat betekent dat bij de berekening in de buissectie die vol was bij een normale stroming maar de helft van de buis benut wordt.
De Manning coëfficiënt gaat samen met de ruwheid van de binnenkant van de afvoerbuis. Hoe ruwer de binnenkant van de buis, hoe groter de Manning coëfficiënt wordt. Meestal is de Manning coëfficiënt voor een geribde plastic buis 0,017 0,018. Voor gladde oppervlakten van de buis wordt uitgegaan van 0,01. De DRENOTUBE binnenbuis is glad maar groefjes verhogen de grofheid waardoor we niet kunnen spreken van een zuiver glad vlak. Hoe dan ook, voor DRENOTUBE werd de Manning coëfficiënt bepaald op 0,025. Rekening houdend met het voorgaande is bij een stoming in een volle sectie en de zekerheid van een minimumsnelheid van 0,2 m/s een minimale helling nodig van 1 % (=10 mm/10 m). Om een vloei te krijgen die onder de maximale snelheid van 0,5 m/s ligt, mag de hellingshoek niet groter zijn dan 2,5 % of 25 mm/10 m. Wij kunnen er dus van uitgaan dat, ongeacht de hoogte van de waterstand, de hellingshoek tussen de 10 en 25 mm/10 m moet liggen. Door de snelheid van het water onder deze hoek voorkomen wij een ophoping van zandkorreltjes aan de binnenkant van de buis en erosie door de beweging van het zand. 2) De afstand tussen drainagebuizen. De afstand tussen de drainagebuizen wordt bepaald door: Doorlaatbaarheid van het zand. Niveau van de grondwaterspiegel. Diepte van de ondoordringbare geologische formatie (grondlaag). Hier gaan wij gebruikmaken van de Hooghoudt formule. In deze formule wordt uitgegaan van een stabiele grondwaterspiegel en een homogene doordringbaarheid van het zand onder en boven de drainagebuizen. L = Afstand tussen twee drainagebuizen in m. Ƙ = Doorlaatbaarheid van het zand uitgedrukt in m/d Q = Drainagecoëfficiënt (m/d)
Tekening: Parameters b en d bepalen de afstand tussen de drainages De parameter wordt bepaald door de diepte van de ondoordringbare laag. De drainagecoëfficiënt komt overeen met de hoeveelheid water die dagelijks moet verwijderd worden door drainage. Dat is de hoeveelheid regen die op het veld kan vallen en de maximale tijd dat de wortels in het water mogen staan. U moet ervan uitgaan dat deze ligt tussen 0,01 m/d en 01 m/d. Van de formule uit kunnen wij stellen dat de afstand tussen de drainagebuizen groter wordt als: De doorlaatbaarheid van de grond toeneemt. De diepte van de drainage groter wordt. De diepte van de ondoordringbare laag groter wordt. Algemeen kunnen wij dus stellen dat de buizen op volgende afstand geplaatst mogen worden: Tabel: Afstand tussen de drainages afhankelijk van de ondergrond Bodem Afstand tussen de buizen (m) Klei 10 17 1,00 1,15 Klei-kalk 13 23 1,00 1,15 Kalk 20 33 1,15 1,30 Diepte van de buizen (m)
Plaatsingsbepaling van de drainage Hiervoor is er geen formule. Ze hangt af van het veld waarin de drainage geplaatst wordt. Zo kunt u kiezen uit: Een parallel systeem. Dubbelhoofdsysteem. Visgraadsysteem. Mixsysteem van visgraad en dubbelhoofdsysteem. Gelokaliseerd systeem.
Plaatsingsverloop van de drainage 1. Een topografisch model opmaken van het gebied waar de drainage geplaatst wordt. 2. Het grondwaterniveau en de karakteristieken van de watervoerende laag bepalen. 3. Het pad uitzetten dat de drainagebuis volgt. 4. De drainagegleuf uitgraven. Het startpunt (hoogste punt) van de drainage moet een minimum hebben van 60 cm diepte en een breedte van 40 cm. 5. De DRENOTUBE buis plaatsen. 6. Het geocomposiet bedekken met het uitgegraven zand van de gleuf.