Kustlaboratorium omgeving Burghsluis. Monitoring gewassenschade in percelen in en rond plangebied. Opname 2011 (1).

Vergelijkbare documenten
Onderzoek naar gewassenschade in het landbouwgebied grenzend aan het Veerse Meer Opname 2006 (1).

Onderzoek naar gewassenschade in het landbouwgebied grenzend aan het Veerse Meer Opname 2007 (2).

Onderzoek naar gewassenschade in het landbouwgebied grenzend aan het Veerse Meer Opname 2009 (4).

Onderzoek naar gewassenschade in het landbouwgebied grenzend aan het Veerse Meer Opname 2008 (3).

Onderzoek naar gewassenschade in het landbouwgebied grenzend aan het Veerse Meer Opname 2012 (7).

Onderzoek naar gewassenschade in het landbouwgebied grenzend aan het Veerse Meer Opname 2010 (5).

Onderzoek naar gewassenschade in het landbouwgebied grenzend aan het Veerse Meer Opname 2013 (8).

AGROWA. BodemAdviesbureau Grond & Water. Veerse Meer. Evaluatie monitoring gewasschade Middelburg, juni 2015.

Notitie / Memo. HaskoningDHV Nederland B.V. Water. Nora Koppert en Henk Kolkman Jasper Jansen Datum: 23 december 2016

Nederlandse droogteperiodes vanaf 1906 in beeld Bart Vreeken, Logboekweer.nl

RISICOSIGNALERING Droogte

NADERE UITWERKING MONITORING LANDBOUW Januari 08

- Op de terugweg hiervan kwamen ze op één punt bijeen, Utrecht. ( auto s)

Middelburg Polder Tempelpolder. Polder Reeuwijk. Reeuwijk. Polder Bloemendaal. Reeuwijksche Plassen. Gouda

Bijlage 1. Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek

Actueel Waterbericht Week 3 Jaar 2015

Gevolgen van de slechte weersomstandigheden in de herfst van 1974 voor g rond en gewas

Naar een klimaatbestendige bodem

Bodem en Water, de basis

Projectnummer: C /LB. Opgesteld door: Tristan Bergsma. Ons kenmerk: :0.2. Kopieën aan: Cees-Jan de Rooi (gd)

Watertoets De Cuyp, Enkhuizen

grondwater doorgrond wat kunt u doen tegen grondwateroverlast?

Gevolgen van klimaatverandering voor de landbouw

werkdocument -,p.- rljksdienst voor de ijsselmeerpolders rnlntsterle van verkeer en waterstaat ~eideperiode van de graskavels door Ing. P.J.

c.c. De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu Mevrouw S.A.M. Dijksma Postbus EX Den Haag Bilthoven, 29 augustus 2016

Nadere informatie. Weersverwachting

Bestuurlijke samenvatting. Laatste onderzoeksresultaten De Groote Meer op de Brabantse Wal

Kennisdocument bodembeheer

DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw

Vragen en antwoorden Aanpak Agniesebuurt

Limburg Waterproof Klimaat, water en landbouw

Boerenexperiment No 4 aanvulling

Veerse Meer Metingen grondwaterstanden Landbouw

Peilgestuurde drainage

Analyse van N_min in de bodem van maïspercelen Vruchtbare Kringloop Achterhoek/Liemers

Open en gesloten WKO systemen. Open systemen

Vergelijking van het Nieuw Limburgs Peil met het Waterbeheerplan van waterschap Peel en Maasvallei

Regenwateropvang op perceel en in de wijk. Wat werkt (niet)

Extra CaseQuest 1 Watergebruik in het Middellandse Zeegebied

Waterbericht van Anita, zomer 2018.

BODEMBEWERKING BIJ SUIKERBIETEN WELKE KIEZEN?

: SAB Prinses Margrietlaan Best Betreft : Watertoets ontwikkeling Prinses Margrietlaan nabij nr. 24

Huidige situatie en verwachtingen voor rivierafvoeren, (water)temperaturen en grondwater

Teelthandleiding. 3.1 vroeg of laat zaaien

Landbouwkundig belang van een goede waterhuishouding Everhard van Essen Jan van Berkum

Klimaateffectschetsboek West-en Oost-Vlaanderen NATHALIE ERBOUT ZWEVEGEM, 5 DECEMBER 2014

Achtergrondartikel grondwatermeetnetten

Pilots zoetwatervoorziening: van concept naar uitvoering

Update Geohydrologisch onderzoek wegenproject N381 Drachten Drentse grens

Potenties voor vegetaties van Natte duinvalleien in het plangebied Hanenplas

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds en uitrijden drijfmest en vloeibaar zuiveringsslib 2016.

Aardrijkskunde samenvatting H2: Klimaat: is een beschrijving van het gemiddelde weer over een periode van 30 jaar.

Droogte in de stad Geohydrologie, civiele techniek en bouwkunde verbonden

Resultaten meerjarenproef: bewerking van de ploegzool bij nietkerende grondbewerking (NKG)

Thema 3: Klimaat en water

BEMESTING WINTERTARWE (Tekst uit LCG-Brochure Granen Oogst 2009)

5. Verdamping 1 91/ dag Maand Jan feb Mrt Apr Mei Jun Jul Aug Sep Okt Nov Dec

Ondergrondse zoetwateropslag in de NLse polders

Dienst Landbouw Voorlichting (teruggaand tot voor 1900) Aequator Groen & Ruimte bv 3

Kernboodschap: Waterbeheerders houden rekening met aanhoudende droogte

Droogte monitoring. Coen Ritsema, Klaas Oostindie, Jan Wesseling

Bestrijding van slakken in wintertarwe, 2004

Vergelijk resultaten van twee modelstudies voor de polder Quarles van Ufford

Het beste tijdstip om grasland te vernieuwen

Kavelpaspoort. Cluster 5: Son en Breugel - De Peel- Hooijdonk. Pilot Natuurlijk Ondernemen. 2,952 ha

2/14/2018. Vermijden zode beschadiging. Beperken rijschade grasland. Praktijkschool Bodem Flevoland. Veel percelen vaak rijsporen

Verslag broedseizoen. van. Werkgroep Weidevogelbescherming Zuidoost-Brabant

DE BANEN NAAR EEN HOGER PEIL

De positieve kant van onkruid Boomkwekerij Hans Puijk - Vlamings

De Zaai- & PootGroep geeft voor 2018 aan voor de werkcoördinatoren wanneer de diverse gewassen dienen te worden gezaaid, gepoot of geplant.

Gemeente Amsterdam T.a.v. H. de Vries Team Leefomgeving, Ruimte & Duurzaamheid. Weesperplein XA Amsterdam

Onderzoek hoge grondwaterstanden regio zuid Kennemerland afgerond.

Droogtemonitor (update)

Watertekort en wateroverschot op hetzelfde bedrijf

PUBLIEKSVRIENDELIJKE SAMENVATTING INZICHT IN BODEM EN WATER LANGBROEKERWETERING

Ontwikkeling en beheer van natuurgraslanden in Utrecht: Nat schraalland

Komende en volgende week blijft het warm en vrijwel droog. De neerslag zal onvoldoende zijn om het neerslagtekort niet verder op te laten lopen.

Agrometeorologische Berichten Situatie op 30 april 2019

Vroege bloemverdroging bij narcis cultivar Bridal Crown

Verwachtingen voor afvoeren, neerslag en temperaturen in de zomer van maart 2011 Nummer LCW Droogtebericht

Landgoed Heijbroeck. Waterparagraaf. Datum : 11 juni Bureau van Nierop, Landgoed Heijbroeck, Waterparagraaf 1

Waterhuishouding en riolering Groot Zonnehoeve

Bestrijding van slakken in graszaad, 2004

Greppel plas dras op Texel. Resultaten van een driejarig experiment

Verslag bewonersavond 24 november 2016

memo gemeente Lingewaard, Dion Steenbergen , hoofdlijnen mitigatieplan kleine wolfsmelk Houtakker II, Bemmel

HOOFDSTUK 4. Grondwater

BODEMOPBOUW EN INFILTRATIECAPACITEIT VLASSTRAAT/BRIMWEG, SOMEREN

Bijlage VIII - Land- en tuinbouw Provincie Noord-Brabant

Beverdam in de Scheide

CGM/ Aanbieding onderzoeksrapport: "Crop volunteers and climate change"

Fysische eigenschappen

Toepassing van onderwaterdrains in stad en land: mogelijkheden en kansen

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, augustus 2008

Komende en volgende week blijft het warm en vrijwel droog. De neerslag zal onvoldoende zijn om het neerslagtekort niet verder op te laten lopen.

Memo Amsterdam, 20 juni 2016

Klimaat in de 21 e eeuw

Evaluatie Gladheidbestrijding

Waterparagraaf Melkveebedrijf M.C.M. Sieben, Witte Plakdijk 6 Ospel

Extra WKC bericht. Situatie: Aanhoudende droogte. Datum:

Transcriptie:

AGROWA BodemAdviesbureau Grond & Water www.agrowa.nl Howlin Wolfstraat 38, 4337 WP Middelburg Tel. 0118-594707 Kustlaboratorium omgeving Burghsluis. Monitoring gewassenschade in percelen in en rond plangebied. Opname 2011 (1). Zwanebloem (Daleboutsweg) G.Pleijter Middelburg, november 2011.

Kustlaboratorium omgeving Burghsluis. Monitoring gewassenschade in percelen in en rond plangebied. Opname 2011 (1) Opdrachtgever: Dienst Landelijk Gebied Zeeland, Piet Heinstraat 77b, 4461 GL Goes. AGROWA, Bodemonderzoek&Adviesbureau Grond & Water, Howlin' Wolfstraat 38, 4337 WP Middelburg. Tel. 0118 594707; email Info@agrowa.nl Website www.agrowa.nl Samenstelling rapport: G. Pleijter AGROWA aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit het gebruik van de resultaten van dit onderzoek of de toepassing van de adviezen

Inhoud Voorwoord 1. Opdracht 5 2. Probleemstelling 5 3. Achtergrond project 5 4. Werkwijze 6 6. Weer en gewasgroei 6 7. Opname bodemgebruik en schatting opbrengstderving 8 Figuren 1. Ligging van de onderzochte locaties 1 t/m 5 4 2. Neerslag Haamstede en verdamping Wilheminadorp januari - augustus 2011 7 3. Neerslagsom van de maanden juni, juli en augustus 2011 8 Kaarten met met opbrengstderving: Kaart 1 Steurweg-Meeldijk Kaart 2 Meeldijk-Daleboutsweg. Kaart 3 Meeldijk-Groenlandsweg Kaart 4 Cauersweg-Groenlandsweg Kaart 5 Westenschouwen

Woord vooraf In opdracht van de Dienst Landelijk Gebied Zeeland te Goes, doet AGROWA Adviesbureau voor Grond & Water, Middelburg onderzoek mogelijk naar extra kwelschade die zou kunnen ontstaan na realisatie van het Kustlaboratorium. Dit onderzoek omvat het monitoren van landbouwgewassen in percelen rond en in het plangebied gedurende een aantal jaren. In eerste instantie wordt als referentie de situatie vóór de ingreep vastgelegd (0-stuatie). Daarna wordt de ontwikkeling in de landbouwpercelen na de realisatie van het natuurgebied nog enkele jaren gevolgd. Dit is het eerste verslag van het seizoen 2011. Het onderzoek is uitgevoerd door G. Pleijter; een commissie van deskundige (deels voormalige) grondgebruikers heeft tot taak de opbrengstderving te schatten. De commissie van deskundigen bestaat uit de volgende leden: W. Kuiper, Ouwerkerk N. van de Have, Kerkwerve K. van Langeraad, Dreischor J.C. Uijl, Zierikzee

Figuur 1. Ligging en indeling van het onderzochte landbouwgebied 4

1. Opdracht In opdracht van de Dienst Landelijk Gebied regio Zuid heeft AGROWA, Adviesbureau Grond & Water te Middelburg onderzoek verricht naar opbrengstderving in percelen rond en in het toekomstige Kustlaboratorium. 2. Probleemstelling Nabij Burghsluis aan de zuidwest kust van Schouwen wordt in het kader van het Kustlaboratorium een zoute polder gerealiseerd, vergelijkbaar met de traditionele inlaag. De vorming van de nieuwe zoutte polder kan invloed hebben op het niveau, de fluctuatie en de kwaliteit (zoutgehalte) van het grondwater in de omliggende landbouwpercelen. Met name de lagere delen zijn gevoelig voor een verhoogde (ook geringe) kweldruk. Hierdoor kan extra schade optreden door opbrengstvermindering. Op voorhand zijn deze effecten op de gewassen niet geheel uit te sluiten. Voor de moderne landbouw is een voldoende diepe ontwateringsituatie een eerste vereiste. Grondgebruikers besteden daarom in het algemeen veel aandacht aan onderhoud van de drainage. Natte gronden beperken niet alleen de groei van de gewassen maar ook de gewassenkeuze, bewerkbaarheid en berijdbaarheid. Bij veranderingen van hydrologische omstandigheden in de directe omgeving als een nieuw natuurgebied zijn landbouwers geneigd om dit kritisch en ook wel argwanend te volgen. Het idee is dat de kweldruk op hun percelen zal toenemen en daarmee de vernatting en verzilting met een grotere kans op schade. Eventuele schade wordt al gauw terecht of niet in verband gebracht met de nieuw ontstane zoutte polder. 3. Achtergrond project Kwel is grondwater dat onder druk uit de grond komt. In het algemeen ontstaat kwel door een ondergrondse waterstroom van een hoger gelegen gebied naar een lager gelegen gebied. Zeer waarschijnlijk wordt het onderzoeksgebied gevoed door een zoette en een zoutte kwelstroom. In het aangrenzende hoger gelegen duinengebied komt wegzijging voor. Het grondwater stroomt van hieruit naar de lager gelegen polder, waar het als kwel het lokale grond- en oppervlaktewater beïnvloedt. Een tweede, zoutte kwelstroom is afkomstig van de Oosterschelde. Door drukverschillen stroomt zoutwater via de ondergrond het onderzoeksgebied binnen. In een kwelsituatie is de waterbeweging opwaarts en stijgt het grondwater. Kwelwater is herkenbaar aan de bruinachtige roestige kleur en "olie"vlekken. De mate waarop kwel optreedt hangt o.a. samen met de hydraulische doorlatendheid van de ondergrond die verband houdt de bodemkundige opbouw en de ontwateringsituatie (o.a. drainage). Lichte gronden hebben b.v. een grotere doorlatendheid dan gronden met zware kleilagen en/of veen. Verder wordt de kwelstroom beïnvloed door de relatieve hoogteligging. In de landbouwgebieden wordt door ontwatering overtollig regenwater en kwel water o.a. via drainage afgevoerd. In percelen met plekken waar de gewasgroei achter blijf of zelfs geheel achterwege is zoute kwel één van de mogelijke oorzaken. Andere fysische oorzaken kunnen zijn: verdichting van de bovengrond (slemp en 5

structuurbederf), onvoldoende diepe ontwatering (te nat), storing in het bodemprofiel (slecht doorlatende laag) en vochttekort (verdroging). Verder kan aanzienlijke schade optreden door vraat van vogels. 4 Werkwijze Gedurende het groeiseizoen zijn vanaf april tot september is de gewassengroei gevolgd. In eerste instantie zijn aan het begin van het seizoen plekken met groeiachterstand op kaart vastgelegd. Vervolgens zijn in de loop van de zomermaanden de percelen enkele malen bezocht. Aan de hand van deze bevindingen heeft een commissie de opbrengstderving geschat in klassen volgens onderstaande indeling. Geschatte opbrengstderving in klassen Klasse opbrengstderving omschrijving in % (A) 50 100 geen of weinig opbrengst geringe grasgroei en/of slechte kwaliteit (B) 25 50 duidelijk zichtbare groeiachterstand van akkerbouwgewassen. (C) < 10-25 geringe zichtbare opbrengstderving (D) < 10 geen zichtbare opbrengstderving 5 Weer en gewasgroei De weersomstandigheden zijn van belang voor de hydrologische situatie in een perceel. De hoeveelheid neerslag en de verdeling ervan over het groeiseizoen bepalen in sterke mate de vochtvoorziening. Maar ook in de aanloop naar het seizoen speelt het weer een belangrijke rol. Te nat in het voorjaar betekent dat er later gezaaid en gepoot kan worden. Voor de wintergewassen zijn de omstandigheden tijdens de grondbewerking en zaaien in de herfst niet onbelangrijk voor een goede start van de plant. Ook het weer in de winter bepaalt in grote mate hoe het gewas de winter doorkomt. In natte winters raken ingesloten laagtes gevuld met oppervlakte water waardoor het gewas verstikt. Afhankelijk van hoogteligging en bodemopbouw heeft ook langdurige droogte een negatieve weerslag op de groei van gewassen. Het ene jaar is het andere niet daarom volgt een beknopt overzicht van het weersverloop in 2011. De zomer van 2011 geldt als zeer nat. Het zeer natte karakter van 2011 is het gevolg van de extreem natte zomermaanden juli en augustus. In tegenstelling met het voorjaar dat juist buitengewoon droog en zonnig was. Ook de aanloop naar de winter 2010/2011 was buitengewoon nat. Daardoor vond het klaar maken van de grond (ploegen) voor de wintertarwe onder ongunstige omstandigheden plaats. Ook kon in veel gevallen pas laat worden gezaaid. Op de natte herfst volgde een winter die met december (2010) erg koud inzette. In Zeeland viel er halverwege deze maand een dik pak sneeuw. In januari was de kou verdwenen maar was het extreem nat met 100 mm (normaal ruim 65 mm) neerslag (tabel). Ook in februari viel er veel meer regen. 6

Het winterse weer in december met vorst en sneeuw (uitwinteren) en het natte weer in januari had een negatief effect op de wintergewassen. In afgesloten laagtes bleef lang water staan waardoor schade ontstond. Ook op enkele andere plekken heeft het gewas geleden onder de wateroverlast. Dit gold met name voor percelen met luzerne en ook voor sommige percelen met tarwe. Na de deels koude en natte winter volgde een zonnig en droog voorjaar. Alle drie maanden maart, april en mei waren zeer droog. In maart viel slechts 12 mm tegen 58 mm normaal, in april 16 mm tegen 41 en in mei werd ook slechts 15 mm afgetapt in plaatst van de normale hoeveelheid van 53 mm. Een groot voordeel was dat door de gunstige weersomstandigheden het zaaien en poten van de zomergewassen zeer voorspoedig verliep. Door de droge weersomstandigheden was er wel een probleem met de opkomst van sommige gewassen. Dit gold met name voor de zwaardere gronden. Het zaad van b.v. suikerbieten en maïs bleef plaatselijk tussen de droge kluiten liggen, ander zaad werd juist wel bevochtigd. Daardoor was er op sommige percelen een ongelijke opkomst met groeiverschillen die het hele seizoen zichtbaar bleven. De eerste helft van juni was nog aan de droge kant. De forse hoeveelheid regen die er tussen 16 20 juni viel was dan ook zeer welkom. Tabel Neerslag Haamstede en verdamping Wilhelminadorp januari augustus 2011 Neerslag mm Haamstede 2011 normaal januari 101 66 februari 79 50 maart 12 58 Verdamping mm Wilhelminadorp april 16 41 85 mei 15 53 105 juni 67 62 96 juli 150 71 84 augustus 98 74 74 In de maanden juli en augustus schoot de balans naar de andere kant uit met ca. 100 mm méér regen dan normaal. Kenmerkend voor het verloop van de zomer van 2011 was het grillige en wisselvallige karakter van het weer met zware buien. Leek het aanvankelijk door het zonnige warme voorjaar een vroege oogst te worden, door de nattigheid van juli en augustus werd het oogsten juist sterk vertraagd. 7

Figuur 3 Neerslagsom in de maanden juni, juli en augustus 2011(KNMI) Neerslagtekort Gedurende het groeiseizoen overtreft de verdamping de neerslag, we spreken van een neerslagtekort. In het voorjaar liep door het droge weer het neerslagtekort snel op. Juist ook omdat het zonnig en warm was verdampten gewassen in een hoog tempo veel water. Aan het begin van de zomer (juni) was het verdampingsoverschot tot maar liefst 160 mm opgelopen. meer verdampt dan er regen was gevallen. Half juni werd het maximale verdampingsoverschot bereikt van 190 mm. Overigens ook het vorig jaar was er een groot neerslagtekort. Met dit verschil dat de 190 mm tekort toen pas in augustus werd bereikt. Ondanks het grote neerslagtekort zijn nauwelijks of geen zichtbare droogteverschijnselen in de gewassen waargenomen. Dit betekent dat het tekort aan hemelwater werd gecompenseerd door bodemwater. Dit betreft het profielwater en het grondwater. Door aanvoer van kwelwater daalde het grondwater aanzienlijk minder dan wanneer er sprake zou zijn geweest van een wegzijgingssituatie. 6 Opname bodemgebruik en schatting van opbrengstderving Het bodemgebruik en de opbrengstderving in 2011 is weergegeven op kaart 1 5. Kaart 1 Steurweg-Meeldijk. In het perceel met graszaadteelt vormen de aangegeven plekken ingesloten laagtes waar langdurig water op het land stond. Het perceel met tarwe aan de noordkant had veel schade in de lagere delen, mogelijk als gevolg van structuurbederf. In het perceel aan de zuidkant was de oorzaak van de schadeplekken onduidelijk. Kaart 2 Meeldijk-Daleboutsweg. Opvallend is het perceel met tarwe aan de noordkant met een zeer schraal gewas. Waarschijnlijk een gevolg van de slechte weersomstandigheden in herfst en zomer. Verspreid over de andere percelen opbrengstderving in afgesloten laagtes. Kaart 3 Meeldijk-Groenlandsweg De opbrengstderving in het perceel tarwe hield verband met de structuur van de bovengrond. De plekken in de uien en spinazie zijn mogelijk het gevolg van slemp aan het oppervlak (korstvorming). 8

Kaart 4 Cauersweg-Groenlandsweg Het perceel met tarwe aan de Kraaijensteinweg heeft in het midden een dun begroeide plek. Waarschijnlijk als gevolg van structuurbederf ontstaan bij het bewerken in de herfst 2010. Het maïsperceel had mogelijk last van het droge voorjaar. Hierdoor was de opkomst zeer onregelmatig. Vanaf half juni toen het vochtiger werd, zijn de verschillen enigszins bijgetrokken, toch is de achterstand in groei niet geheel ingelopen. Opmerkelijk is dat een aanliggend maïsperceel veel minder onder het droge voorjaar heeft geleden. Het tijdstip van zaaien zou hierbij een rol kunnen spelen. Het grasland aan de Daleboutsweg is nieuw ingezaaid. De plekken met opbrengstderving zijn het gevolg van beschadigingen van de grasmat door werkzaamheden. Kaart 5 Westenschouwen Opvallend veel percelen met luzerne. Het westelijk gelegen perceel heeft vrijwel over de hele lengte een flinke opbrengstdepressie. Het is niet duidelijk waaraan deze te wijten is. Op de ander percelen zijn weliswaar ook kale plekken waargenomen, echter deze beperken zich tot de kopakker. Aanvankelijk waren er grote groeiverschillen in het bietenperceel. Na de regen van half juni verbeterde de situatie en zijn de verschillen aanzienlijk verminderd. De plekken in het uienperceel zijn afgesloten laagtes waar door wateroverlast structuurbederf ontstond. 9

Kaart 1 Steurweg-Meeldijk, aangepaste schaal. 10

Kaart 2. Meeldijk- Daleboutsweg, schaal aangepast 11

Kaart 3 Meeldijk-Groenlandsweg, schaal aangepast 12

Kaart 4. Cauersweg-Groenlandsweg, schaal aangepast 13

Kaart 5 Westenschouwen, schaal aangepast 14

15

AGROWA, Middelburg Monitoring Kustlaboratorium 1