De Zee. James Jan Uit mijn ooghoek zie ik hoe ze haar behoedzaam op een brancard leggen. Boven mij cirkelen geluidloos de meeuwen met grote, gele snavels en waakzame ogen. Als het laken even opwaait zie ik hoe wit haar gezicht is. "Heb je alles "? vraagt Bo als ze haar gezicht in de spiegel inspecteert. Terwijl ik naar haar kijk woelt mijn hand door de spullen in de strandtas. Ik som de dingen op die we mee zouden nemen. Alles zit er in. Ik kijk vaak naar mijn zus als ze voor de spiegel staat. Meestal merkt ze het niet. Soms vraagt ze me om hulp bij haar BH of ze zegt dat ik in haar licht sta. Ze flirt met haar spiegelbeeld flirt, geniet van haar glimlach, haar oogopslag. Soms praat ze tegen zich zelf. Meestal doet ze dan het kleine meisje dat lieve woordjes brabbelt. Als het beeld in de grote lange spiegel haar niet bevalt, scheldt ze het uit en maakt snuivende boksbewegingen. Het fascineert en ergert me. Alsof ik door andere ogen naar mezelf kijk. Dat dikke rode haar, die lichtblauwe ogen die verrukt de wereld inkijken, de blanke huid, haar neus die als een Griekse god ėėn doorlopende lijn met het voorhoofd vormt. Volgens mijn vader ben ik anders maar net zo mooi als zij. Hij zegt het alleen net iets te vaak. Als ik in de spiegel kijk zijn er momenten dat ik op haar lijk wat echter nooit lang duurt. We zijn allebei klein, hebben sproeten en hetzelfde kastanjerode haar. Maar mijn ogen kijken naar binnen. Bo zegt dat er angst en boosheid in zit. En dat ik eens wat vriendelijker moet kijken omdat de mensen van me schrikken. Als ik mijn haren op zijn Bo s probeer te kammen, springt het álle kanten op Dan moet ik op de
grond gaan liggen om mijn kwaadheid kwijt te raken. Meestal lukt dat niet en blijf ik met mijn vuisten op de grond slaan tot ik niet meer kan. " Ja, we hebben alles. Laten we gaan " zeg ik en loop richting deur.. " Nog even "zegt ze en bekijkt zich van opzij, streelt over haar borsten die precies zo groot zijn als de mijne,. Twee uur later lopen we het station van Zandvoort uit. Boven ons hoofd dansen zilvermeeuwen op de wind en in de verte vliegen aalscholvers In formatie laag over het zeeoppervlak. Ik snuif de zilte lucht diep in en voel de wind aan mijn haren rukken. Het is lang geleden dat ik de zee zag, die vandaag blauw-grijs is, met veel wit erin, en een branding die van ver komt. Een zuidwester jaagt het water op en slaat de golven met doffe klappen op het strand, een spoor van wit schuim achterlatend. " De zee, oh de zee.", zucht ik,"als ik later dood ga wil ik bij de zee zijn. In een huis op de duinen met uitzicht op het strand.. Bo kijkt me aan. Ze trekt een diepe rimpel tussen haar ogen.. "Ja hoor, en als het moment daar is loop je zeker de zee in, doei, wat ben je toch een griezel!" Ze versnelt geërgerd haar pas en slaat met haar tas naar de meeuwen die ons al die tijd gevolgd zijn en nu vlak boven onze hoofden een oorlog uitvechten. "Daar wil ik naar toe!" roept Bo. Ze wijst naar een plek op het strand waar ze strandstoelen verhuren. Bo heeft als eerste haar badpak aan en rent naar de zee die tegen haar opspat. Even blijft ze staan, kijkt triomfantelijk om, wenkt en duikt in een aanrollende golf. Ik loop naar de vloedlijn, maak mijn badpak behoedzaam nat en loop langzaam het koude water in.
Ik kijk waar Bo gebleven is. Waar ze zoeven nog zwom zie ik nu en oude heer met luchtband. Ik speur de zee af en voel opeens een hand om mijn enkels klauwen die mij met kracht achterover trekt. Als ik hoestend boven kom hoor Ik een raar geluid in mijn hoofd. Het klinkt als een machine die kapot gaat. Staal op staal. "Nu jij" roept ze lachend terwijl ze het water uit haar haren schudt. Ik duik, zoek in het grijze zee naar haar benen en trek haar met een ruk omver. Als ze onder water is blijf ik met beide handen haar enkels omklemmen, trek haar aan haar voeten omhoog en druk haar daarna rechtstandig naar beneden. Bo vecht, trapt, krabt. Maar ik laat haar niet los. Gedachteloos kijk ik naar de opstijgende luchtbellen en luister naar de hamers in mijn hoofd. Staal op staal. Ik hoor haar gesmoord geschreeuw als ze even boven water komt maar duw haar met al mijn kracht weer terug terwijl haar maaiende handen naar mijn benen zoeken. De oude heer met luchtband knikt mij vriendelijk toe als hij ons zwemmend passeert. Een Duitser achter mij gooit een bal naar zijn zoontje en prijst hem uitbundig voor zijn vangkunst. Langzaam worden de bewegingen onder mij trager. Nog eenmaal voel ik haar nagels langs mijn scheenbeen schrapen. Als ze niet meer beweegt laat ik haar los en kijk naar de schaduw onder mij die veel groter lijkt dan Bo was. Ik ga op mijn rug liggen en drijf langzaam weg. Een vliegtuigje met sleep vliegt over. Ik probeer de tekst te lezen maar de letters dansen in de touwen en wapperen ongelezen verder. Als ik het strand oploop hoor ik iemand om hulp roepen. Mensen hollen en wijzen naar de zee. Ik laat me met gesloten ogen voorover in het zand vallen en voel de boosheid in golven door mijn lichaam trekken. "Je hebt er om gevraagd Bo, je hebt er zò vaak om gevraagd" zeg ik zacht terwijl ik me op mijn rug draai
en met beide handen een kuil onder mij graaf. Met het zand bedek ik mijn lichaam, stamp het met vlakke handen aan en sluit mijn ogen. Jan James j.james4@chello.nl Maart 2015
Gebruiksvoorwaarden Het werk van schrijvers en dichters op Nederland Schrijft mag gratis worden gelezen en/of gedownload voor eigen gebruik. Iedere verspreiding, openbaarmaking, verveelvoudiging of bewerking is niet toegestaan.