Mt.11:16-30, -1 Rheden, 9 juli 2017 Lezing: Mattheüs 11:16-30 & Exodus 20:1-18 Tekst: "Komt tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt, en ik zal u rust geven". Lieve Mensen, Gemeente van Christus, 1. In de Evangelielezing van vanmorgen komen we twee verschillende kanten van Jezus tegen. Om te beginnen horen we, dat Jezus de steden, waarin Hij de meeste tekenen had laten zien, verwijten maakt, omdat ze zich niet bekeren. Jezus is boos, teleurgesteld, lijkt het, omdat het zo anders gaat dan Hij gehoopt had. Hij geeft daar duidelijk stem aan. Alleen hier in het Evangelie komen we deze heftigheid van Jezus tegen. Ik ben blij, dat Mattheüs deze reactie van Jezus heeft laten staan, dat hij die achteraf niet heeft geschrapt, bijvoorbeeld omdat boosheid eigenlijk niet zou mogen. 2. Er zit ook een gevaarlijke kant aan boosheid, zeker als die te lang is opgespaard. Maar het uiten ervan kan ook helpen. Al vind ik het altijd best lastig om als ontvanger goed met de boosheid van een ander om te gaan.
Mt.11:16-30, -2 De boosheid heeft hier bij Jezus te maken met zijn gevoel van teleurstelling en onmacht. Precies dat zijn ook bij ons vaak de wortels van boosheid. Jezus heeft in zijn onderwijs en in zijn tekenen het beste gegeven dat Hij voor mensen heeft, het beste dat God heeft, maar er verandert niets: mensen kijken ernaar, en gaan gewoon weer verder, hun eigen weg. Dat is soms om wanhopig van te worden: als je anderen iets kostbaars of dringends te geven hebt, en mensen laten dat onaangeraakt liggen. Teleurstelling en onmacht beìde kunnen je dan soms overspoelen. Ik ken dat ook wel een beetje, als vader, als pastor en als predikant. Evangelie & kerk hebben zo veel goeds te bieden, maar voor velen zijn we uit het zicht geraakt, anderen zijn afgehaakt. En zo, versta ik het, geeft Jezus hier stem aan zijn boosheid. Ik maak nooit mensen mee bij wie boosheid blijft, behalve, wanneer ze die niet mogen of durven uiten. Na boosheid dient zich, als het is uitgewoed, altijd weer iets anders aan. Boosheid kan helpen om ergens doorheen te breken, zo niet bij de ander, maar in elk geval bij jezelf. Boosheid of het uitspreken van teleurstelling kunnen ruimte geven
Mt.11:16-30, -3 om opnieuw naar jezelf en anderen te kijken, of om je verwachtingen bij te stellen. 3. Ik durf niet te zeggen dat dat bij Jezus ook zo ging, maar, meteen na zijn heftige uitbarsting, wordt er wel een heel andere kant van Jezus zichtbaar: die van inkeer, van gebed, en verbondenheid met de Vader. In zijn toewending tot de Vader spreekt Jezus dan o.a. een weten uit dat de dingen van het Koninkrijk voor wijzen en verstandigen verborgen blijven, maar aan de eenvoudigen, aan de kinderkens geopenbaard zullen worden. Wie zijn die wijzen en verstandigen, wie de eenvoudigen, de kinderkens? De bijbeluitleggers houden het er op dat met de wijzen en verstandigen spottend bedoeld zullen worden mensen die het allemaal zo goed weten - in het bijzonder bepaalde groepen onder de toenmalige Farizeeërs en schriftgeleerden. Het zijn zij die de mensen een niet-passend juk opleggen. Biddend wordt het Jezus opnieuw duidelijk dat Hij niet voor hen is gekomen, maar voor de kinderkens. Dat zijn de eenvoudigen, de kleinen, de armen van geest. Het is de schare van voortgejaagden en afgematten, hen die zijn als schapen zonder herder, hen die doorgaans veracht werden
Mt.11:16-30, -4 door de zogenaamde wijzen en verstandigen. Biddend komt Jezus weer tot zichzelf, verstaat Hij, door de teleurstellingen heen, opnieuw zijn roeping. En zo eindigt het stukje van vanmorgen met de bevestiging van die roeping: Komt tot mij, allen die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven. Neemt míjn juk op u en leert van Mij, want Ik ben zachtmoedig en nederig van hart en gij zult rust vinden voor uw zielen; want mijn juk is zacht en mijn last is licht. 4. Elders in het Evangelie komen de woordjes last en belasten nog een keer voor, in deze zin: Wee u, wetgeleerden, want gij belast de mensen met lasten, zwaar om te dragen... Last en belasten staan voor het vele eisen stellen aan mensen. Zo werd er in bepaalde kringen met de Thora omgegaan, als een veelheid van eisen, waar mensen aan moesten voldoen, zonder welke ze niet zouden deugen. Vele eisen.. Ik moet dan ook aan ons denken. Er worden in deze tijd vele eisen aan ons gesteld. Die eisen komen niet zozeer vanuit de kerk, zeker niet vanuit deze kerk, maar meer vanuit de samenleving, vanuit onszelf? Waar precies de motor ervan zit
Mt.11:16-30, -5 weet ik ook niet. Jutten we onszelf op? Zijn het stille of uitgesproken wenken uit onze omgeving? Is het onze eigen grenzeloosheid met de eindeloze keuzemogelijkheden, waarbij we ons innerlijke kompas kwijt zijn om echt te durven kiezen? Er zijn steeds meer impulsen én er moet steeds meer gepresteerd worden, in en buitenshuis. Je moet creatief zijn en sportief, op de hoogte van het wereldgebeuren, vriendenrelaties onderhouden, goed met emoties omgaan, een efficiënte en gezellige huishouding voeren. Ik maak mij soms zorgen om zo veel dat moet, thuis en op het werk, het meest bij jonge gezinnen, maar ook bij ouderen. En van wie moeten ze zoveel presteren om mee te tellen? Doen we mee in deze vaart omdat we bang zijn dat we er zonder dat niet mogen zijn? En zelfs als we rust, vakantie krijgen, dan nog stellen we eisen, dan moet er nog van alles en nog wat gezien en meegemaakt worden. En wie niet mee kunnen komen, tellen die nog, ouderen en zieken, mensen die overspannen raakten, want wat hebben zij nu nog te bieden? Regelmaat, rust, het simpele vertoef, die niet te verwaarlozen burgerlijke truttigheid, het mág eigenlijk niet!
Mt.11:16-30, -6 5. Als ik het vers van vanmorgen goed hoor, dan wil Jezus het juk en de lasten, alle eisen van zijn dagen, kapot breken. Hij maakt duidelijk dat het onzin is, dat je pas wat zou voorstellen als je eerst aan zo veel eisen voldoet, en dat het helemaal van de gekke is, als je je verbeeldt dat je dán pas wat bent! Komt tot mij, allen die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven. Jezus verbindt zich met al diegenen die niet aan al die eisen kunnen voldoen, en zich vermoeid en belast voelen. Hij zegt met zo veel woorden dat Hij die eisen níet eerst stelt aan een mens, maar dat je er, om te beginnen, mag zijn zoals je bént: Jij, jij mag er zijn! De Thora, waarvan de Tien Leefregels de samenvatting zijn, is er juist om mensen van het juk van de veelheid te bevrijden, níet om het leven te verzwaren, maar juist om het lichter te maken. Het is geen last - laat je ook niet wijsmaken dat het een last zou zijn - want het is juist een juk, een hulp, een innerlijk kompas, om het leven beter te kunnen dragen. Neem een juk van Mij, zegt Jezus.
Mt.11:16-30, -7 Een juk, dan moet ik altijd denken aan dat oude versje over die twee emmertjes water halen, aan zo'n houten juk. Als je een juk hebt dat te groot of te klein is, een juk dat niet bij je past, dan is dat extra hard en zwaar. Terwijl de bedoeling van een juk juist is om dingen gemakkelijker te kunnen dragen. Een juk moet je helpen, moet je last verlichten. Jezus zegt: mijn juk is zacht. Jezus wil een passend juk en een lichte last voor mensen. Jij, zoals jij bent, wórdt bemind, in al je kwetsbaarheid en mislukking en kracht, zonder voorwaarden vooraf, wát de zogenaamde wijzen en verstandigen, ook menen. Leert van Mij, zegt Jezus, want Ik ben zachtmoedig en nederig van hart, terwijl Hij ook boos kon worden.. 6. Het gaat niet om de veelheid, de vele eisen, maar om het ene, om, zo zou ik het nu zeggen, in alles wat je onderneemt, God te verheerlijken. Alles biedt een kans om Gods lof te bezingen, elke activiteit, welke het ook is, kan door de aandacht ervoor geheiligd worden. Alles wat het waard is om gedaan te worden, is het waard om op jouw wijze goed gedaan te worden. Het heilige of het bijzondere
Mt.11:16-30, -8 schuilt niet in de veelheid van al die eisen en keuzen, maar in de aandacht voor wat er gedaan moet worden, opdat in het gewone God wordt verheerlijkt en wij worden bevrijd. Ik hoop dat je je in deze zomertijd kunt laten verkwikken door deze woorden van Jezus, thuis, aan bed gekluisterd, als dingen anders gaan dan je hoopte, maar ook als je er op uit gaat, gezond en wel op vakantie, als je echt niet hoeft te presteren. Vroeger hing deze oude tekst nog wel eens ergens, maar we zijn hem kwijt geraakt, we hebben hem in onze ijver verdonkeremaand. Misschien moesten we hem in ere herstellen, als een weldadig tegengif in onze overprikkelde samenleving, die op deze wijze de essentie van het leven wat dreigt kwijt te raken. Komt tot mij, allen die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven. AMEN. IETS OVER DEZE KERKDIENST In de Evangelielezing van vanmorgen komen we twee verschillende kanten van Jezus tegen. Om te beginnen horen we, dat Jezus de steden,
Mt.11:16-30, -9 waarin Hij de meeste tekenen had laten zien, verwijten maakt, omdat ze zich niet bekeren. Jezus is boos, teleurgesteld, omdat het zo anders gaat dan Hij gehoopt had. Meteen daarna wordt er een heel andere kant van Jezus zichtbaar: die van inkeer, van gebed, een intense verbondenheid met de Vader. Het uiten van de boosheid brengt hem terug naar God en zijn roeping: Komt tot mij, allen die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven. En hiernaast lezen we de tien leefregels uit Exodus, die ook beogen om rust te geven temidden van alle dilemma s en chaos die het leven soms is. Ik wil U voorgaan in het gebed om ontferming, waarna we als glorialied zingen: 978 KYRIEGEBED. O God, temidden van alle onrust in onszelf en om ons heen zoeken we U, een woord, een wenk, een lied, een hand op onze schouder,
Mt.11:16-30, -10 een moment van rust, troost, uitzicht in de veelheid en chaos van ons leven. Zo roepen wij samen: O Vader we bidden voor allen die moe en belast zijn, die niet weten waar ze het zoeken moeten, geen plek hebben om te schuilen. We bidden voor hen die zich mislukt voelen in wat ze begonnen, in wat ze hoopten, in wat ze wilden. Zo roepen wij samen: We bidden voor hen die zich voortgejaagd voelen, altijd onrust in hun hart, die zich niet kunnen voorstellen dat ze, zoals ze zijn, met hun kracht en onvermogen, met hun kwetsbare liefde, werkelijk van waarde zijn voor U en mensen. O God, geef ons de innerlijke rust om onszelf en anderen op onze weg te zien en te aanvaarden. Zo roepen wij samen: Amen.