HERAANLEG VAN EEN SPEELPLAATS EN AANPASSING VAN RIOLERING - JENAPLANSCHOOL DE KLEURDOOS, ONDERWIJSSTRAAT 8-10, 9050 LEDEBERG TDG/2016/023/LVC/INV/3016

Vergelijkbare documenten
BIJZONDER BESTEK LEVERING VERDUISTERINGSSCHERMEN VOOR DE EUROPESE SCHOOL MOL OPEN AANBESTEDING (NEGOTIATED PROCEDURE)

BIJZONDER BESTEK WERKEN OOSTENDE SYNTRA WEST - NIEUWBOUW HOTELSCHOOL OPEN AANBESTEDING. GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap

BIJZONDER BESTEK NR. 351

dossier SGR1/AP/0071/2016/004 lot Ruwbouwwerken ontwerp aanleg parkings bouwheer Scholengroep 1 Antwerpen 00. ALGEMENE BEPALINGEN

bestek nummer: blad nummer 1/5

OFFERTEFORMULIER. AANLEG VAN HET VICTORIA REGIAPARK IN GENTBRUGGE/GENT Besteknummer GD 09/2016. open aanbesteding

BIJLAGE A : OFFERTEFORMULIER

BRANDCOMPARTIMENTERINGSWERKEN BIJLOKE MUZIEKCENTRUM BOU/2017/012-ID 4159 VEREENVOUDIGDE ONDERHANDELINGSPROCEDURE MET BEKENDMAKING

BS DE OCTOPUS DRONGENSESTEENWEG 146 GENT: RENOVATIE SANITAIR BLOK BOU/2016/053-ID2975 OPEN AANBESTEDING

OVERHEIDSOPDRACHT VAN WERKEN. VERNIEUWEN HOUTEN BUITENSCHRIJNWERK EN VOCHTWERINGSWERKEN VAN GEBOUW G3 en deel G2 OP DE BIJLOKESITE BOU/2016/038-ID2934

BIJZONDER BESTEK DIENSTEN SCHILDER WERKZAAMHEDEN VOOR DE EUROPESE SCHOOL MOL OPEN OFFERTEAANVRAAG. Europese School Europawijk Mol

OVERHEIDSOPDRACHT VAN WERKEN PLAATSEN VAN DAKISOLATIE EN RENOVEREN VAN PLATTE DAKEN KERKDREEF 9, 9051 SINT-DENIJS-WESTREM BOU/2016/058-ID 3000

BIJZONDER BESTEK DIENSTEN PSYCHO-THERAPEUTISCHE BEGLEIDING VOOR DE EUROPESE SCHOOL MOL NEGOTIATED PROCEDURE. Europese School Europawijk Mol

FORMULIER KANDIDATUUR KWALIFICATIE AANNEMER : LEVEREN &

BIJZONDER BESTEK WERKEN NAZARETH BS "SCHOOL VAN MORGEN" - NIEUWBOUWUITBREIDING 6 KLASSEN OPEN AANBESTEDING. GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap

PLAATSEN VAN TWEE EVACUATIETRAPPEN, CLW GENT: CENTRUM VOOR LEREN EN WERKEN, WITTEMOLENSTRAAT 9, 9040 SINT-AMANDSBERG TDG/2016/013/KV/INV/2947

De Vlaamse Waterweg NV

BIJZONDER BESTEK OVERHEIDSOPDRACHT VAN WERKEN STOOKPLAATSRENOVATIES VIP SCHOOL BOU/2015/067-ID 2714 OPEN AANBESTEDING

Bericht tot aankondiging DIENSTEN AANSTELLING VAN EEN UITZENDKANTOOR VOOR VERZORGENDEN EN POETSHULPEN

Document met betrekking tot de selectiecriteria voor opdracht DE/288/2008. " Vervanging van het actief netwerk "

DEEL F: Indeling offertedossier

ELECTRABELGEBOUW, F. Rooseveltlaan 1, 9000 GENT RENOVATIE VAN DE KANTOREN BOU/2016/030-ID 2894 OPEN AANBESTEDING

Document met betrekking tot de selectiecriteria voor opdracht DE/287/2008. "Dagelijkse schoonmaak van een kantoorgebouw"

VRAGENLIJST BIJ DE KANDIDATUURSTELLING. EAN15AD Bancaire lening 2015

België-Antwerpen: Bouwwerkzaamheden 2017/S Aankondiging van een opdracht. Werken

Selectiedocument met het oog op de oproep tot kandidaatstelling inzake bestek CD000345

SELECTIELEIDRAAD VERZEKERINGEN VLAAMS WONINGFONDS

OVERHEIDSOPDRACHT VAN WERKEN VERNIEUWEN GEVELS EN DAKEN VAN VIP-SCHOOL TOREN VAN BABEL, BARGIEKAAI 1, 9000 GENT BOU/2015/018-ID 2535 OPEN AANBESTEDING

MAATSCHAPPIJ VOOR INTERCOMMUNAAL VERVOER TE BRUSSEL

BESCHRIJVEND DOCUMENT. 43E/LOG/overname laurieren/vw-ms ), AFWIJKINGEN VAN DE ALGEMENE UITVOERINGSREGELS

KB KB Wet KB AUR KB AAV Nieuw. Artikel 1, 1, lid 2, 27, 1, lid 2 en 53, 1, lid 2

BIJLAGE: OFFERTEFORMULIER

DAKRENOVATIE RESERVERUIMTE STEDELIJK MUSEUM VOOR ACTUELE KUNST, Jan Hoetplein 1, 9000 Gent BOU/2016/013-ID 2854 OPEN AANBESTEDING

DEEL III: OFFERTEFORMULIER. : Diverse gebouwen van de Vlaamse Overheid in Vlaanderen en in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Openbare aanbesteding IRT Project Levering van 86 Microsoft Office licenties

De Vennootschap (Handelsnaam of benaming, rechtsvorm, nationaliteit, zetel) :

BIJZONDER BESTEK OVERHEIDSOPDRACHT VAN WERKEN

INTERNAAT MARIAVREUGDE BORGLOON RENOVATIE VAN 22 KAMERS EN GANG

GESCHIKTMAKINGSWERKEN

Bijzonder Bestek nr Raamovereenkomst voor de signalisatie voor blinden en slechtzienden in verschillende stations van het net

DEEL III: OFFERTEFORMULIER

VRAGENLIJST BIJ DE KANDIDATUURSTELLING. EAN15AD181 Aankoop utilitaire voertuigen

DOSSIER: hsreno02 lot 4 elektr. GDR-architecten bvba tel. 09/ info@gdr-architecten.be DATUM:31/01/2012

Aankopen van van elektrische voertuigen. Opening offertes op 06/09/2016 om 10:45 uur

Project : VTS-site Collegestraat en O.L.V. plein 9100 Sint-Niklaas Bijzonder bestek nr. : Perceel nr. : Bouwrijp maken en strippen van het gebouw

Agentschap Wegen en Verkeer Afdeling Expertise Verkeer en Telematica. Bestek 1M3D8N/15/06

GESCHIKTMAKINGSWERKEN

Aanleg fietspad te Lochristi langs spoorlijn Gent-Antwerpen

OFFERTEFORMULIER Perceel 1

BESCHRIJVEND DOCUMENT. 43B/LOG/overname politiemobiel/vw-ms ), AFWIJKINGEN VAN DE ALGEMENE UITVOERINGSREGELS

Deel F: Indeling offertedossier

Hoofdstuk I Algemene bepalingen 1. Afdeling I Inleidende bepaling 1. Afdeling II Definities en toepassing belasting over de toegevoegde waarde

Plaatsen van vuilroosters, zandvang en aanpassing constructie op de onbevaarbare waterlopen van 2 de categorie in de Provincie Antwerpen

V LOT A - Brandbeveiligings- en Elektriciteitswerken 30/06/2016. Tweebrugenstraat GENT OFFERTEFORMULIER. Hoedanigheid of beroep:..

BIJZONDER BESTEK VOOR DE OVERHEIDSOPDRACHT VOOR DIENSTEN MET ALS VOORWERP

Daenshuis Uitbreiding en verbouwing van een WGC Offerteformulier Blz.: O. 1 van 6. Sinte Annalaan 41 bus Aalst

AGION V.O Bestek nr Tweebruggenstraat GENT OFFERTEFORMULIER

Overheidsopdracht CDC Het ter beschikking stellen van een digitaal wegennetwerk van België die geolokalisatie en navigatie mogelijk maakt

België-Hasselt: Dienstverlening op het gebied van architectuur en dergelijke 2016/S Aankondiging van een opdracht.

België-Knokke-Heist: Terreinvoertuigen 2015/S Aankondiging van een opdracht. Leveringen

p r o v i n c i e Limburg

AGION V.O Bestek nr RENOVATIE BUITENSCHRIJNWERK OFFERTEFORMULIER

BIJZONDER BESTEK VM/B 97

BESTEK N 17/02 VOOR EEN OPDRACHT VOOR DIENSTEN MET ALS VOORWERP

DEEL III: OFFERTEFORMULIER

OPDRACHTGEVEND BESTUUR : VZW Katholiek Basisonderwijs H. Hart Winterslag-Genk Margarethalaan Genk

Directie Infrastructuur van het Openbaar Vervoer C.C.N. Vooruitgangstraat,80 (bus 1) 1035 BRUSSEL 1. Bijzonder Bestek nr. 1438

Nieuwe regelgeving: plaatsing. Veronique Libbrecht Gent

Procedure toewijzing concessie café OC Kasterlee en dienstverlening aan OC Kasterlee

DEEL V: OFFERTEFORMULIER

VRAGENLIJST BIJ DE KANDIDATUURSTELLING EAN12AD091 TRANSPORT DC

Selectiedocument met het oog op de oproep tot kandidaatstelling inzake bestek CDG Onthaalbalie Bellevue 1 B-9050 Ledeberg (Gent)

ZOO ZB book Page XI Wednesday, December 5, :40 PM Wet van 15 mei Wet van 4 maart

OPEN OFFERTEAANVRAAG BESTEKNUMMER DRG 11

Lidstaten - Leveringsopdracht - Aankondiging van een opdracht - Openbare procedure

BESTEK TL A a n b e s t e d e n d e o v e r h e i d. G e m e e n t e Z e d e l g e m. B e n a m i n g v a n d e d i e n s t

Lidstaten - Leveringsopdracht - Aankondiging van een opdracht - Openbare procedure. B-Hasselt: Brandstoffen 2010/S

Provincieweg Aalst-Oudenaarde N46 Rooien van hoogstammen vanaf kmpt 17,2 tot 20,3 te Zottegem en te Zwalm

BIJLAGE A: OFFERTEFORMULIER PRIJSOFFERTE VOOR DE OPDRACHT MET ALS VOORWERP BUSVERVOER VOOR KLASUITLENINGEN, SCHOOLVOORSTELLINGEN EN SCHOOLZWEMMEN

België-Brussel: Back-up- of recoverysoftware 2015/S Aankondiging van een opdracht. Leveringen

Lidstaten - Dienstenovereenkomst - Aankondiging van een opdracht - Procedure van gunning via onderhandelingen

DEEL I OVERSCHOUWEN VAN DE OVERHEIDSOPDRACHTEN REGLEMENTERING DE PRINCIPES EN DE TOEPASSELIJKE REGELS

België-Brussel: Virusbeschermingssoftware 2014/S Aankondiging van een opdracht. Leveringen

BIJZONDER BESTEK LENING 2014A De Watergroep

Driesstraat Bornem OFFERTEFORMULIER

KATHOLIEKE BASISSCHOOL VAN ZEMST VZW

BESTEK. FED_2013_OPS_OPZB_medische diensten. Overeenkomst tot het verlenen van medische diensten ten voordele van de medische coördinaitie van Fedasil

Bijlage aan aankondiging van opdracht NICC /2011/DIR/A8 Selectiecriteria

B-Brussel: Onderhoud van datanetwerkuitrusting 2012/S Aankondiging van een opdracht. Diensten

België-Brussel: Software voor documentenbeheer 2015/S Aankondiging van een opdracht. Leveringen

BESCHRIJVEND DOCUMENT C/LOG/overname opligger/vw-ms AFWIJKINGEN VAN DE ALGEMENE UITVOERINGSREGELS

BESTEK WERKEN VERNIEUWEN VLOERENOPBOUW GEBOUW AB BREDE SCHOOL NIEUWLAND NIEUWLAND 198 TE 1000 BRUSSEL

DEEL III OPMETING DER WERKEN

Vernieuwen verlichting parking Sint-Michiels MB 12/2016. PROCEDURE : open aanbesteding

Woord vooraf 3. Inleiding 15. HOOFDSTUK 1. Algemene bepalingen 17. Afdeling 1. Inleidende bepaling 17. Art. 1: omzetting richtlijn 17

BIEDINGSFORMULIER. Artikel 1. Voorwerp. Artikel 2. Geldigheid biedingen

OPDRACHT VAN AANNEMING VAN WERKEN. Inrichting stookplaats en aanpassingen i.f.v. legionella-wetgeving. openbare aanbesteding

BIJZONDER BESTEK NR. 1431

Modelbepalingen erkenning van onderaannemers

OFFERTEFORMULIER. Leveren en plaatse afstandsbewaking op technische infrastructuur waterlopen 2 de categorie

Transcriptie:

BIJZONDER BESTEK OVERHEIDSOPDRACHT VAN WERKEN HERAANLEG VAN EEN SPEELPLAATS EN AANPASSING VAN RIOLERING - JENAPLANSCHOOL DE KLEURDOOS, ONDERWIJSSTRAAT 8-10, 9050 LEDEBERG TDG/2016/023/LVC/INV/3016 OPEN AANBESTEDING Opmerking: voor deze opdracht moeten de offertes verplicht elektronisch ingediend worden via de e-tendering applicatie Aanbestedende overheid Wijze van prijsvaststelling Opening van de offertes stermijn Vereiste erkenning van aannemers (categorie en klasse) Auteur van het opdrachtdocumenten/ontwerper Plaatsbezoek : Stad Gent : gemengde opdracht :zie bericht van publicatie : 75 werkdagen : G (Grondwerken), Klasse 3 : Coppens & Coen bvba, Boudewijnlaan 133 te 9300 Aalst : vereist (zie bijlage B attest van plaatsbezoek) Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 1

Inhoudsopgave I. PLAATSINGSREGELS VAN TOEPASSING OP DEZE OPDRACHT... 10 I.1 BESCHRIJVING VAN DE OPDRACHT... 10 I.2 IDENTITEIT VAN DE OPDRACHTGEVER... 10 I.3 WIJZE VAN GUNNEN... 10 I.4 PRIJS... 11 I.5 TOEGANGSRECHT EN KWALITATIEVE SELECTIE... 13 I.6 VORM EN INHOUD VAN DE OFFERTE... 15 I.7 INDIENEN VAN DE OFFERTE... 17 I.8 OPENING VAN DE OFFERTES... 18 I.9 VERBINTENISTERMIJN... 18 I.10 GUNNINGSCRITERIA... 18 I.11 VARIANTEN EN OPTIES... 18 I.12 KEUZE VAN OFFERTE... 18 II. UITVOERINGSREGELS VAN TOEPASSING OP DEZE OPDRACHT... 20 II.1 LEIDEND AMBTENAAR (ART. 11 KB UITVOERING)... 20 II.2 AANSPRAKELIJKHEID EN VERZEKERINGEN (ART. 24 EN 84 KB UITVOERING)... 20 II.3 PLANNEN, DOCUMENTEN EN VOORWAARDEN (ART. 34 36 KB UITVOERING)... 22 II.4 BORGTOCHT EN VRIJGAVE BORGTOCHT (ART. 25 33 KB UITVOERING)... 22 II.5 ONDERAANNEMERS (ART. 12-15 KB UITVOERING)... 22 II.6 CONTROLEMIDDELEN KEURING (ART. 39 43 EN 83 KB UITVOERING)... 23 II.7 UITVOERINGSTERMIJN (ART. 76 KB UITVOERING)... 23 II.8 INTELLECTUELE RECHTEN (ART. 19 23 KB UITVOERING)... 23 II.9 BETALINGEN (ART. 66 72 EN 95 KB UITVOERING)... 24 II.10 RECHTSVORDERINGEN (ART. 73 KB UITVOERING)... 26 II.11 WAARBORGTERMIJN EN VERPLICHTING VAN DE AANNEMER TOT DE DEFINITIEVE OPLEVERING (ART. 65 EN 92 KB UITVOERING)... 26 II.12 VOORLOPIGE OPLEVERING (ART. 64, 91 EN 92 KB UITVOERING)... 27 II.13 DEFINITIEVE OPLEVERING (ART. 64, 91 EN 92 KB UITVOERING)... 27 II.14 ACTIEMIDDELEN VAN DE AANBESTEDENDE OVERHEID ART. 44 51 EN 85 87 KB UITVOERING)... 27 II.15 VERBREKING (ART. 61-63 KB UITVOERING)... 28 II.16 DAGBOEK DER WERKEN (ART. 83 KB UITVOERING)... 28 II.17 BIJZONDERE VOORWAARDEN INZAKE NON-DISCRIMINATIE... 28 II.18 BIJZONDERE UITVOERINGSVOORWAARDEN CHAIN OF CUSTODY VAN EEN DUURZAAMHEIDSLABEL... 29 II.19 TER BESCHIKKING STELLEN VAN GRONDEN OF LOKALEN (ART. 77 KB UITVOERING)... 29 II.20 ILLEGAAL VERBLIJVENDE ONDERDANEN... 30 II.21 LOON VERSCHULDIGD AAN WERKNEMERS... 31 III. TECHNISCHE BEPALINGEN... 32 INHOUDSTAFEL... 33 00. ALGEMENE BEPALINGEN... 40 00.10. PROJECTGEGEVENS... 40 00.20. ONTWERPTEAM... 40 00.21. ontwerpteam - architecturaal ontwerp... 40 00.24. ontwerpteam - veiligheidscoördinatie... 40 00.30. DOCUMENTEN... 40 00.31. documenten - architectuur... 40 Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 2

00.34. documenten - veiligheidscoördinatie... 40 00.36. documenten - diepsonderingsverslag... 41 00.37. documenten - verslag milieutechnisch bodemonderzoek... 41 00.38. documenten - asbestinventaris... 41 01. AANNEMINGSMODALITEITEN... 42 01.00. AANNEMINGSMODALITEITEN - ALGEMEEN... 42 01.02. aannemingsmodaliteiten voorafgaand plaatsbezoek PM... 42 01.03. aannemingsmodaliteiten burgerlijke aansprakelijkheid PM... 42 01.04. aannemingsmodaliteiten volledigheid van inschrijving PM... 43 01.05. aannemingsmodaliteiten onderaanneming PM... 43 01.06. aannemingsmodaliteiten verrekeningen PM... 43 01.07. aannemingsmodaliteiten keuringsattesten PM... 43 01.08. aannemingsmodaliteiten materialenlijst PM... 44 01.10. PLAATSBESCHRIJVINGEN ALGEMEEN... 45 01.11. plaatsbeschrijvingen aangrenzende constructies... 46 01.14. plaatsbeschrijvingen wegenis en voetpaden... 46 01.15. plaatsbeschrijvingen beplanting... 46 01.20. WERFCOÖRDINATIE ALGEMEEN... 47 01.21. werfcoördinatie planning van de werken PM... 47 01.22. werfcoördinatie werfleiding en controle PM... 47 01.23. werfcoördinatie werfvergaderingen PM... 47 01.24. werfcoördinatie uitzetten bouwwerken PM... 48 01.30. WERFCONDITIES ALGEMEEN... 48 01.31. werfcondities orde en netheid PM... 48 01.32. werfcondities geluids- en stofhinder PM... 49 01.40. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN ALGEMEEN PM... 49 02. BOUWPLAATSVOORZIENINGEN... 51 02.00. BOUWPLAATSVOORZIENINGEN - ALGEMEEN... 51 02.10. BESCHERMINGSWERKEN ALGEMEEN... 51 02.12. beschermingswerken - beplantingen... 51 02.15. beschermingswerken bestaande gebouwdelen PM... 53 02.20. OPRUIMING BEPLANTINGEN ALGEMEEN... 53 02.21. opruiming beplantingen bomen PM... 53 02.22. opruiming beplantingen struiken en hagen PM... 54 02.40. VOORLOPIGE OMHEINING ALGEMEEN... 54 02.50. AANKONDIGING WERF ALGEMEEN... 55 02.51. aankondiging werf - werfbord PM... 55 02.60. WERFLOKALEN ALGEMEEN... 56 02.61. werflokalen berging van materieel en bouwmaterialen PM... 56 02.63. werflokalen personeelslokaal PM... 57 02.64. werflokalen sanitaire voorzieningen PM... 57 02.80. ARBEIDSMIDDELEN ALGEMEEN... 57 02.82. arbeidsmiddelen hijsen en heffen van lasten/torenkraaninstallatie TP... 57 02.83. arbeidsmiddelen hijsen en heffen van lasten/torenkraangebruik derden VH uur... 58 02.90. TIJDELIJKE LOKALEN - ALGEMEEN... 58 02.91. tijdelijke lokalen - sanitaire voorzieningen FH mnd... 58 02.92. tijdelijke lokalen - sanitaire voorzieningen VH week... 59 03. AFBRAAKWERKEN... 60 03.00. AFBRAAKWERKEN ALGEMEEN... 60 Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 3

03.01. afbraakwerken asbestverwijdering... 61 03.20. AFBRAAK RUWBOUWELEMENTEN - ALGEMEEN... 62 03.21. afbraak ruwbouwelementen muren... 62 03.50. AFBRAAK BINNENAFWERKING - ALGEMEEN... 64 03.58. afbraak binnenafwerking vast meubilair... 64 10. GRONDWERKEN... 65 10.00. GRONDWERKEN - ALGEMEEN... 65 10.10. VOORAFGAANDE AFGRAVING VAN HET TERREIN - ALGEMEEN... 67 10.12. voorafgaande afgraving terrein - afgraven teelaarde FH m²... 67 10.13. voorafgaande afgraving terrein - machinale nivellering VH m³... 67 10.40. GRONDVERZET - ALGEMEEN... 68 10.41. grondverzet - projectopvolging TP... 69 10.43. grondverzet - afvoer uitgegraven bodem... 69 10.70. AANVULLINGEN ALGEMEEN... 70 10.71. aanvullingen - wederaanvullingen... 70 10.72. aanvullingen - ophoging terrein... 73 17. ONDERGRONDSE LEIDINGEN... 74 17.00. ONDERGRONDSE LEIDINGEN - ALGEMEEN... 74 17.10. RIOOLBUIZEN - ALGEMEEN... 74 17.12. rioolbuizen kunststof... 76 17.30. TOEZICHTPUTTEN - ALGEMEEN... 78 17.34. toezichtsputten - kunststof... 78 17.40. ONTVANGTOESTELLEN - ALGEMEEN... 79 17.42. ontvangtoestellen geulen... 79 17.50. PUTDEKSELS EN ROOSTERS - ALGEMEEN... 81 17.51. putdeksels en roosters - enkel deksel PM... 81 17.60. AFVALWATERBEHANDELING - ALGEMEEN... 81 17.61. afvalwaterbehandeling septische putten TP... 82 17.62. afvalwaterbehandeling - neutralisatie septic tank TP... 83 17.70. REGENWATERBEHANDELING - ALGEMEEN... 84 17.71. regenwaterbehandeling - regenwaterputten... 84 17.72. regenwaterbehandeling - hergebruik regenwater PM... 87 17.73. regenwaterbehandeling - voorfilter FH st... 87 17.74. regenwaterbehandeling - overloop en terugslagklep FH st... 88 17.75. regenwaterbehandeling infiltratievoorzieningen... 88 17.90. RIOOLRENOVATIE - ALGEMEEN... 89 17.91. rioolrenovatie - relining kousmethode VH m... 89 20. METSELWERK... 91 20.00. METSELWERKEN - ALGEMEEN... 91 20.01. metselwerken ter plaatse gemetst... 92 20.10. MATERIALEN ALGEMEEN... 93 20.11. materialen metselmortel... 93 20.40. DRAGENDE BINNENMUUR ALGEMEEN... 94 20.43. dragende binnenmuur betonsteen met gewone granulaten... 94 23. DORPELS, PLINTEN EN DEKSTENEN... 96 23.50. MUURDEKSTENEN - ALGEMEEN... 96 23.51. muurdekstenen - blauwe steen TP... 96 26. STRUCTUURELEMENTEN BETON... 98 Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 4

26.00. STRUCTUURELEMENTEN GEWAPEND BETON - ALGEMEEN... 98 26.01. algemeen stabiliteitsstudie PM... 98 26.10. MATERIALEN - ALGEMEEN... 98 26.11. materialen wapening... 98 26.12. materialen - beton... 99 26.30. PREFAB ELEMENTEN ALGEMEEN... 103 26.36. prefab elementen draagvloeren... 105 27. STRUCTUURELEMENTEN STAAL... 108 27.00. STRUCTUURELEMENTEN STAAL ALGEMEEN... 108 27.02. algemeen stabiliteitsstudie PM... 109 27.60. CORROSIEBESCHERMING ALGEMEEN... 109 27.62. corrosiebescherming thermisch verzinken PM... 109 27.90. INDUSTRIEROOSTERS - ALGEMEEN... 112 27.91. Industrieroosters - persrooster verzinkt FH m²... 112 27.92. Industrieroosters - draagstructuur VH kg... 113 60. SANITAIR LEIDINGNET... 114 60.10. AFVOERBUIZEN - ALGEMEEN... 114 60.12. afvoerbuizen - PE VH m... 118 62. SANITAIRE KRANEN & KLEPPEN... 120 62.70. REGENWATERPOMPEN - ALGEMEEN... 120 62.71. regenwaterpompen zelfaanzuigende hydrofoorgroep FH st... 120 72. ELEKTRICITEIT LICHTARMATUREN... 122 72.00. ELEKTRICITEIT LICHTARMATUREN - ALGEMEEN... 122 72.60. BUITENARMATUREN - ALGEMEEN... 123 72.61. buitenarmaturen - wandarmaturen LED opbouw VH st... 123 72.62. buitenarmaturen paalarmaturen LED VH st... 124 82. BUITENSCHILDERWERKEN... 125 82.00. BUITENSCHILDERWERKEN - ALGEMEEN... 125 82.60. BUITENSCHILDERWERKEN OP STEENACHTIGE ONDERGROND - ALGEMEEN... 127 82.61. buitenschilderwerken op steenachtige ondergrond - asbestcement FH st... 127 90. BUITENVERHARDINGEN... 129 90.00. BUITENVERHARDINGEN - ALGEMEEN... 129 90.10. FUNDERINGEN - ALGEMEEN... 129 90.11. funderingen - steenslag... 129 90.20. VERHARDINGEN - ALGEMEEN... 130 90.24. verhardingen gebakken straatstenen FH m²... 130 90.27. verhardingen dolomiet FH m²... 131 90.30. LIJNVORMIGE ELEMENTEN - ALGEMEEN... 132 90.31. lijnvormige elementen - boordstenen... 132 90.40. TUINAFBOORDINGEN - ALGEMEEN... 133 90.41. tuinafboordingen - hout VH m... 133 90.42. tuinafboordingen - kunststof VH m... 133 91. BUITENCONSTRUCTIES EN AFSLUITINGEN... 135 91.00. BUITENCONSTRUCTIES EN AFSLUITINGEN - ALGEMEEN... 135 91.30. TUINSCHERMEN - ALGEMEEN... 135 Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 5

91.32. tuinschermen - houtschermen FH m... 135 91.40. TUINHEKKEN - ALGEMEEN... 135 91.42. tuinhekken - hout FH st... 136 92. BUITENMEUBILAIR EN UITRUSTINGSELEMENTEN... 137 92.00. BUITENMEUBILAIR EN UITRUSTINGSELEMENTEN - ALGEMEEN... 137 92.20. VUILNISBAKKEN - ALGEMEEN... 137 92.22. vuilnisbakken - hout VH st... 137 92.30. FIETSREKKEN - ALGEMEEN... 137 92.35. fietsrekken - klemmen staal FH st... 137 92.50. ZITBANKEN - ALGEMEEN... 139 92.52. zitbanken zonder rugleuning/type 1 VH st... 139 92.53. zitbanken zonder rugleuning/type 2 VH st... 139 92.60. BOOMOMRANDINGEN - ALGEMEEN... 140 92.62. boomomrandingen - roosters gietijzer VH st... 140 92.80. PARKELEMENTEN - ALGEMEEN... 141 92.81. parkelementen - schuilhuisje hout/type 1 FH st... 141 92.82. parkelementen - schuilhuisje hout/type 2 FH st... 142 92.83. parkelementen - amfitheater FH st... 143 92.84. parkelementen - moestuinbak FH st... 144 92.85. parkelementen - insektenhotel FH st... 145 92.86. parkelementen - weerstation FH st... 145 92.90. SPEELELEMENTEN ALGEMEEN... 146 92.91. speelelementen - boksbal FH st... 146 92.92. speelelementen - spelprikkel FH st... 147 92.93. speelelementen - klankspel FH st... 147 92.94. speelelementen - handwaterpomp FH st... 148 92.95. speelelementen huisjes buitenkeuken FH st... 149 92.96. speelelementen - buitenkeukenunit FH st... 150 92.97. speelelementen - waterspeeltoestel FH st... 151 92.98. speelelementen - klimwand FH st... 152 92.99. speelelementen - speelstructuur FH st... 153 92.100. UITRUSTINGSELEMENTEN - ALGEMEEN... 154 92.110. uitrustingselementen - schoolbord FH st... 154 92.200. SPEELPLAATSINRICHITNG - ALGEMEEN... 155 92.210. speelplaatsinrichting/markeringen... 155 92.220. speelplaatsinrichting/diverse... 156 93. GROENAANLEG EN -ONDERHOUD... 157 93.00. GROENAANLEG EN ONDERHOUD - ALGEMEEN... 157 93.50. AANPLANTING HOUTACHTIGE VEGETATIES - ALGEMEEN... 157 93.60. HULPMIDDELEN GROENAANLEG - ALGEMEEN... 157 93.65. hulpmiddelen groenaanleg - haagsteun VH m... 157 93.66. hulpmiddelen groenaanleg klimplantensteun tegen muur FH m²... 158 93.67. hulpmiddelen groenaanleg klimplantensteun op palen FH m... 159 99. ADDENDA... 161 99.00. ADDENDA - ALGEMEEN... 161 99.10. ADDENDUM - ONVOORZIENBARE WERKEN TTB... 161 BIJLAGE A : OFFERTEFORMULIER... 173 BIJLAGE B : ATTEST VAN PLAATSBEZOEK... 181 Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 6

BIJLAGE C : SAMENVATTENDE OPMETING... 182 Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 7

Inlichtingen i.v.m. dit bestek kunnen verkregen worden bij: Naam: Contactpunt Overheidsopdrachten Adres: Botermarkt 1 te 9000 Gent Telefoon: 09 266 77 80 Fax: 09 266 73 79 Zijn van toepassing op onderhavige opdracht: - Volgende Wetten en besluiten: 1. Wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen. 2. Koninklijk Besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen. 3. Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen. 4. Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten. 5. Wet van 20 maart 1991 houdende regeling van de erkenning van aannemers van werken, het Koninklijk Besluit van 26 september 1991 tot vaststelling van bepaalde toepassingsmaatregelen van de Wet van 20 maart 1991 en het Ministerieel Besluit van 27 september 1991 tot nadere bepaling van de indeling van de werken volgens hun aard in categorieën en onder-categorieën met betrekking tot de erkenning van de aannemers, en latere wijzigingen. 6. Ministerieel besluit van 27 september 1991 tot nadere bepaling van de indeling van de werken volgens hun aard in categorieën en onder- categorieën met betrekking tot de erkenning van aannemers. 7. Wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk; en het Koninklijk Besluit van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen, en latere wijzigingen. 8. Het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming (ARAB), WelzijnsWet en Codex over het welzijn op het werk. 9. Wet van 11 februari 2013 tot vaststelling van sancties en maatregelen voor werkgevers van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen. - Omzendbrief van 18 december 2007 Overheidsopdrachten Tijdelijke of mobiele bouwplaatsen Veiligheids- en gezondheidsplan Praktische richtlijnen met betrekking tot de documenten die in toepassing van artikel 30, tweede lid, van het koninklijk besluit van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen bij de offerte moeten worden gevoegd. Alle latere aanvullingen en wijzigingen van voormelde wetten en besluiten, geldig op datum van bekendmaking of datum van uitnodiging tot indiening van een offerte, alsook de bepalingen van het bestek die aanvullingen en wijzigingen kunnen inhouden van voormelde wetten en besluiten en alle andere documenten waarnaar het bestek verwijst. - Volgende afwijkingen, aanvullingen en opmerkingen: o Artikel 106 1 van het KB van 15 juli 2011 De verbintenistermijn wordt van toepassing gemaakt. o Artikel 57 van het KB van 15 juli 2011 De verbintenistermijn wordt van 90 op 120 kalenderdagen gebracht. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 8

o Artikel 92 van het KB van 14 januari 2013 De termijn van oplevering wordt van 15 op 30 kalenderdagen gebracht. o Een boete van 5% op het gedeelte van het hout dat geen COC-label heeft, met een minimum van 250 EUR per overtreding. De reden hiervoor is dat sociale en ecologische duurzaamheid tot de belangrijke beleidsprioriteiten van de Stad behoort. Om deze afdwingbaar te maken en als dus bij te dragen aan en duurzamere samenleving worden de boetes verhoogd mbt het duurzaam karakter van hout - Volgende typebestekken, technische normen en specificaties : typebestekken : VL100 SB250 ; volgens technisch bestek nationale normen : volgens technisch bestek Europese technische goedkeuringen : volgens technisch bestek gemeenschappelijke technische specificaties : volgens technisch bestek - Onderhavig bestek en volgende bijlagen: de aankondiging van opdracht onderhavig bestek de bijhorende beschrijvende en samenvattende opmeting het bijhorende model van offerteformulier het veiligheids- en gezondheidsplan opgemaakt door V.E.T.O. & Partners, Houtemstraat 25-9860 Oosterzele met bijhorend inschrijvingsformulier het document Algemene voorschriften inzake Veiligheid, Gezondheid, Welzijn en Orde het technisch verslag opgesteld door een erkende bodemsaneringsdeskundige Excel document samenvattende opmetingsstaat Bijlage B attest van plaatsbezoek hierna vermelde plannen, opgemaakt door Coppens & Coen architecten, Boudewijnlaan 133 9300 Aalst: 1. 01/01 - Plan bestaande/nieuwe riolering en speelplaats + snede opstelling regenwaterzak Het document Algemene voorschriften inzake veiligheid, gezondheid, welzijn en orde bevat alle gebruikelijke voorschriften met betrekking tot de organisatie van de veiligheid op de bouwplaats en zijn integraal van toepassing op deze opdracht. Dit document kan geraadpleegd en gedownload worden op de site www.gent.be/overheidsopdrachten Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 9

I. PLAATSINGSREGELS VAN TOEPASSING OP DEZE OPDRACHT Dit eerste deel heeft betrekking op de regeling tot gunning van een overheidsopdracht tot de opdrachtnemer is aangesteld. De bepalingen die vervat zijn in dit deel, hebben betrekking op de Wet van 15 juni 2006 en het KB van 15 juli 2011 en latere wijzigingen. I.1 Beschrijving van de opdracht Voorwerp van deze werken: Heraanleg van een speelplaats en aanpassing van riolering - Jenaplanschool De Kleurdoos, Onderwijsstraat 8-10, 9050 Ledeberg. Plaats van uitvoering: Jenaplanschool De Kleurdoos/STIBO + Kinderdagverblijf De Kereltjes, Onderwijsstraat 8-10 te 9050 Ledeberg Deze opdracht omvat één perceel. Grondverzet De aannemer is verplicht de grondverzetwerken uit te voeren volgens het traceerbaarheidssysteem en procedures zoals omschreven in het Vlaams reglement over de bodemsanering en de bodembescherming van 14 december 2007. Voorafgaand aan de eigenlijke uitvoering van de grondverzetwerken zal de aannemer de bodembeheerrapporten en de vervoersdocumenten moeten aanvragen bij een erkende bodembeheerorganisatie. Op het ogenblik van de aanvang van de grondwerken verklaart de inschrijver dat deze grondverzetwerken zullen uitgevoerd worden door een aannemer aangesloten bij een erkende bodembeheerorganisatie. Dit bewijs dient voorgelegd te worden alvorens deze grondverzetwerken worden aangevangen. Na uitvoering van de grondverzetwerken en ten laatste bij de voorlopige oplevering van de werken maakt de inschrijver het definitief bodembeheerrapport over aan de opdrachtgever. Alle kosten die voortvloeien uit de contractuele verplichtingen zoals hierboven vermeld, vormen een aannemingslast en zitten vervat in de eenheidsprijzen. I.2 Identiteit van de opdrachtgever Stad Gent Botermarkt 1 9000 Gent I.3 Wijze van gunnen De opdracht wordt gegund bij wijze van de open aanbesteding. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 10

I.4 Prijs Prijsvaststelling De opdracht wordt beschouwd als een gemengde opdracht De gemengde opdracht is een opdracht waarbij de prijsvaststelling gebeurt volgens meerdere soorten bedoeld in de punten 4 tot 6 van artikel 2 van het KB van 15 juli 2011. De inschrijvers moeten voor het gunnen van de opdracht alle inlichtingen verstrekken om de aanbestedende overheid in staat te stellen de aangeboden prijzen te onderzoeken. De samenvattende opmeting kan bevatten: - Forfaitaire posten: posten met of zonder aanduiding van forfaitaire hoeveelheden (F.H.) tegen een globale prijs. - Posten tegen prijslijst (P.L.): posten met een opgave van vermoedelijke hoeveelheden (V.H.) waarvan alleen de eenheidsprijzen voor de prestaties forfaitair zijn. Door de eenheidsprijzen op de daadwerkelijk uitgevoerde en tegensprekelijk opgemeten hoeveelheid toe te passen, wordt het te betalen bedrag vastgesteld. - Posten tegen terugbetaling (TTB): de opdracht wordt betaald na onderzoek van de kostprijzen en de daarop als winst toegepaste verhogingen. De kostenbestanddelen mogen worden aangerekend als volgt: zie verder Aanvulling: Prijsopgave Er wordt een bedrag van... euro voorzien voor de T.T.B. (posten tegen terugbetaling) om in de loop van de uitvoering van de opdracht waar nodig op nieuwe elementen of vragen van het stadsbestuur te kunnen inspringen. Indien meerdere percelen toegewezen zijn aan één inschrijver kan dit bedrag over de percelen heen aangewend worden waar nodig. Voor de aanwending van deze middelen moet het bestuur eerst zijn schriftelijk akkoord geven. Het bedrag kan niet worden aangewend voor zaken die reeds werden opgenomen in de basisofferte. De uitgevoerde prestaties worden pas betaald na onderzoek en goedkeuring van de verantwoordingsstukken. De posten tegen terugbetaling worden als volgt berekend: - Werken in eigen beheer: De werken in eigen beheer worden uitgevoerd aan een prijs per manuur (arbeid in regie). Op de factuur voor materiaal van een derde leverancier mag een marge worden gerekend van 5% voor winst en algemene kosten; - Werken in onderaanneming: Voor de werken die gebeuren in onderaanneming dient de leverancier een factuur in. Op deze factuur mag een marge van 5% worden gerekend voor winst en algemene kosten. - Uitbreiding op het gamma die niet voorkomen in de standaard catalogus van de inschrijver: Voor uitbreiding op de aangeboden... (volgens de inventaris en/of catalogus van de inschrijver): bv.: extra signalisatie, extra toebehoren, maatwerk, enz.,... Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 11

Op deze factuur dient dezelfde korting gerekend te zijn t.o.v. het aangeboden basismodel & opties. De leverancier dient samen met de factuur de nodige verantwoordingsstukken in die de opdrachtgever toelaten de prestaties tegen terugbetaling te onderzoeken. Prijsbestanddelen De aannemer wordt geacht in zijn eenheidsprijzen en globale prijzen alle kosten, maatregelen en lasten die inherent zijn aan de uitvoering van de opdracht te hebben inbegrepen, met uitzondering van de belasting over de toegevoegde waarde. Zijn inzonderheid in de prijzen inbegrepen: alle heffingen welke de opdracht belasten; alle prestaties beschreven in de opdrachtdocumenten, uit te voeren volgens de regels van de kunst, met inbegrip van alle werkzaamheden die uit hun aard afhangen van of samenhangen met deze beschreven in de opdrachtdocumenten; de maatregelen opgelegd door de regelgeving inzake veiligheid en gezondheid van de werknemers bij de uitvoering van hun werk; alle werken en leveringen nodig om de grondafkalvingen en andere beschadigingen te voorkomen; het ongeschonden bewaren en het eventueel verplaatsen en terugplaatsen van kabels en leidingen waarop bij grond-, graaf- of baggerwerken kan worden gestuit; het verwijderen binnen de grenzen van de grond-, graaf- of baggerwerken die eventueel noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het werk, zoals voorzien in art. 19 KB plaatsing het vervoeren en wegbrengen van graafspecie; alle algemene, bijkomende en onderhoudskosten gedurende de uitvoerings- en waarborgtermijn; voor zover dit bestek een volledige beschrijving geeft van de (relevante delen van de) opdracht, de aankoopprijs en verschuldigde vergoedingen voor de gebruikslicenties voor de bestaande intellectuele eigendomsrechten nodig voor de uitvoering van de werken; voor zover de inschrijver zelf de beschrijving van de (relevante delen van de) opdracht moet geven op basis van dit bestek, de vergoeding verschuldigd aan de inschrijver voor het gebruik van een intellectueel eigendomsrecht waarvan hij titularis is of waarvoor ze van een derde een gebruikslicentie moeten verkrijgen voor welbepaalde prestaties; de keuring- en opleveringskosten zoals in voorkomend geval omschreven onder punt II.6 en II.13 van Deel 2. Alle kosten die voortvloeien uit wettelijke verplichtingen en uit de contractuele verplichtingen vormen een aannemingslast en de veiligheidsmaatregelen zitten vervat in de eenheidsprijzen. Er is (zijn) (een) aparte post(en) op het offerteformulier waarbij de inschrijvers een afzonderlijke prijs moeten opgeven in verband met alle bijkomende door het veiligheids- en gezondheidsplan bepaalde preventiemaatregelen en -middelen, inbegrepen de buitengewone individuele beschermingsmaatregelen en -middelen volgens art. 30 van het KB van 25 januari 2001. De algemene en financiële kosten alsmede de winst dienen, in verhouding tot hun belangrijkheid, te worden verdeeld over de onderscheiden posten. Prijsherziening Op deze overheidsopdracht is geen prijsherziening van toepassing. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 12

I.5 Toegangsrecht en kwalitatieve selectie De aannemer mag zich niet bevinden in één van de uitsluitingstoestanden van artikel 61, 1 en 2 KB Plaatsing. Door loutere deelname aan de procedure verklaart de kandidaat/inschrijver 1 zich niet te bevinden in één of meerdere van onderstaande uitsluitingstoestanden: Verplichte uitsluitingstoestanden: veroordeeld zijn door een in kracht van gewijsde gegaan vonnis voor: - deelname aan een criminele organisatie als bedoeld in artikel 324bis van het Strafwetboek; - omkoping als bedoeld in artikel 246 en 250 van het Strafwetboek; - fraude als bedoeld in artikel 1 van de overeenkomst aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap, goedgekeurd door de Wet van 17 februari 2002; - witwassen van geld als bedoeld in artikel 5 van de Wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financieel stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme. Facultatieve uitsluitingstoestanden: in staat van faillissement of van vereffening verkeren, zijn werkzaamheden hebben gestaakt of een gerechtelijke reorganisatie hebben ondergaan, of in een vergelijkbare toestand verkeren als gevolg een gelijkaardige procedure die bestaat in andere nationale reglementeringen; aangifte hebben gedaan van zijn faillissement of voor de inschrijver is een procedure van vereffening aanhangig is, een gerechtelijke reorganisatie ondergaan of in een gelijkaardige procedure bestaande in ander nationale reglementeringen; bij een in kracht van gewijsde gegane rechterlijke beslissing veroordeeld zijn voor een misdrijf dat de professionele integriteit aantast; bij zijn beroepsuitoefening een ernstige fout hebben begaan; niet voldaan hebben aan zijn verplichtingen inzake betaling van de bijdragen voor de sociale zekerheid, overeenkomstig de bepalingen van artikel 62; niet in orde zijn met betaling van de belastingen volgens de Belgische wetgeving of van het land waar de inschrijver gevestigd is, overeenkomstig de bepalingen van artikel 63; zich in ernstige mate schuldig hebben gemaakt aan het afleggen van valse verklaringen bij het verstrekken van inlichtingen, opeisbaar in het kader van de kwalitatieve selectie, of die deze inlichtingen niet heeft verstrekt. De aanbestedende overheid zal zelf via elektronische weg volgende documenten controleren: - het RSZ-attest in de zin van art. 62, 1 KB Plaatsing - het attest waaruit blijkt dat de inschrijver heeft voldaan aan de fiscale verplichtingen ten opzichte van de FOD Financiën in de zin van art. 63, 1 KB Plaatsing De kandidaat:inschrijver voegt wel volgende bewijsstukken bij zijn offerte: - voor kandidaten/inschrijvers die niet in België zijn gevestigd: een attest waaruit blijkt dat voldaan is aan de fiscale verplichtingen overeenkomstig de wettelijke bepalingen van het land van vestiging. - voor kandidaten/inschrijvers die personeel tewerkstellen dat niet onderworpen is aan de Belgische sociale zekerheid: een attest door de bevoegde overheid waarin bevestigd wordt dat 1 Dit geldt zowel voor natuurlijke personen als voor rechtspersonen en de bestuurder(s), zaakvoerder(s) of andere personeelsleden met enige vertegenwoordigings-,beslissings- of controlebevoegdheid binnen de rechtspersoon. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 13

hij volgens de rekening die ten laatste de uiterste indieningdatum van de offerte is opgemaakt, voldaan heeft aan de voorschriften inzake betaling van de bijdragen voor sociale zekerheid. De aanbestedende overheid behoudt zich het recht voor om, indien zij twijfels heeft over de toestand van de inschrijver, na indiening van de offertes bijkomende originele bewijsstukken betreffende bovenvermelde uitsluitingstoestanden op te vragen aan de inschrijver, of om inlichtingen te verzoeken bij de bevoegde binnenlandse of buitenlandse autoriteiten. Het offerteformulier moet vergezeld zijn van volgende stukken: Juridische situatie van de inschrijver (toegangsrecht) * In toepassing van artikel 62 van het KB van 15 juli 2011 dient de Belgische inschrijver geen rszattest bij zijn offerte te voegen. De aanbestedende overheid zal deze informatie zelf opvragen. * In navolging van art. 63 van het KB van 15 juli 2011 dient de Belgische inschrijver geen attest toe te voegen waaruit blijkt dat hij voldaan heeft aan zijn fiscale verplichtingen. De aanbestedende overheid zal deze informatie zelf opvragen. Economische en financiële draagkracht van de inschrijver (kwalitatieve selectie) nihil Technische bekwaamheid van de inschrijver (kwalitatieve selectie) nihil Vereiste erkenning van aannemers (categorie en klasse - de klasse wordt bepaald op het ogenblik van de gunning) G (Grondwerken), Klasse 3 Combinaties van kandidaten/inschrijvers zonder rechtspersoonlijkheid: Geen enkele partner van een (op te richten) combinatie zonder rechtspersoonlijkheid mag zich in één van de uitsluitingstoestanden in de zin van artikel 61 KB Plaatsing bevinden. Elke partner van de combinatie dient bijgevolg de vereiste stukken in te dienen. Het volstaat dat de partners van dergelijke combinatie samen aan de vereisten inzake financiële en economische draagkracht en technische of beroepsbekwaamheid voldoen. Beroep op de draagkracht van andere entiteiten: De kandidaat/inschrijver kan zich, om aan te tonen dat hij aan voormelde eisen inzake financiële en economische draagkracht en technische of beroepsbekwaamheid beantwoordt, ook beroepen op andere entiteiten, ongeacht de juridische aard van zijn band met die entiteiten (onderaannemers, verbonden ondernemingen, ). In dat geval voegt de kandidaat/inschrijver bij zijn offerte bovendien een schriftelijke verklaring van deze entiteiten, waarin zij zich ertoe verbinden om de kandidaat/inschrijver voor de uitvoering van de opdracht de noodzakelijke middelen ter beschikking te stellen. Door ondertekening van deze schriftelijke verklaring verklaren de entiteiten zich niet te bevinden in één of meerdere van de uitsluitingstoestanden zoals bepaald in artikel 61 1 en 2 KB Plaatsing. In voorkomend geval zal de aanbestedende overheid via elektronische weg nagaan of de entiteiten voldoen aan de RSZ- verplichtingen en fiscale verplichtingen ten opzichte van de FOD Financiën. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 14

I.6 Vorm en inhoud van de offerte Opmaak en ondertekening offerte en bijlagen (art. 80-82 KB Plaatsing) De inschrijver maakt zijn offerte op in het Nederlands De volledige offerte, met name het offertebiljet, desgevallend de samenvattende opmeting, alle verplichte bijlagen en alle andere al dan niet verplichte bijlagen die de inschrijver zelf heeft opgesteld, worden door de inschrijver of zijn gemachtigde elektronisch ondertekend. OPGELET : de inschrijver gebruikt verplicht het offerteformulier én, in voorkomend geval, de meetstaat in Excel-formaat, zoals door de aanbestedende overheid ter beschikking gesteld en gevoegd als bijlage bij het bestek. Hij dient deze elektronisch in via e-tendering (zie hierna). In voorkomend geval wordt de meetstaat verplicht ingediend in Excel-formaat (leesbaar in Microsoft Excel 2010) opdat de aanbestedende overheid deze digitaal kan inlezen. De inschrijver wordt erop gewezen dat zijn offerte, overgelegd via e-tendering, elektronisch ondertekend moet worden met een geldige elektronische handtekening. Deze elektronische handtekening moet uitgaan van een bevoegd persoon. De inschrijver voegt tevens de nodige documenten toe waaruit de bevoegdheid blijkt om de onderneming te binden (uittreksels van de statuten, uittreksels uit het Belgisch Staatsblad van benoemingen, volmacht ). Indien meerdere personen samen moeten optreden (gezamenlijke bevoegdheid, combinatie) moeten zij elk een geldige elektronische handtekening plaatsen ofwel moet uit de toegevoegde documenten de machtiging blijken om namens meerdere personen of ondernemingen de offerte elektronisch te ondertekenen. Een gescande handtekening is onvoldoende. Indien de inschrijver geen gebruik maakt van de door ons aangeleverde formulieren draagt hij de volle verantwoordelijkheid voor de volledige overeenstemming van de door hem aangewende documenten met het formulier. De prijzen worden in de offerte in euro opgegeven. Het totale bedrag van de offerte wordt voluit geschreven. Prijzen worden afgerond tot 2 cijfers na de komma. De inschrijver is verplicht in zijn offerte de aanslagvoet(en) van de BTW te vermelden. De inschrijver is verplicht in zijn offerte de sluitingsperiode(s) van zijn onderneming te vermelden. De offerte dient een inhoudstafel te bevatten, logisch gestructureerd en genummerd te zijn. Een inschrijver mag slechts één offerte per opdracht indienen. Voor de toepassing van deze regel wordt elke deelnemer aan een combinatie zonder rechtspersoonlijkheid beschouwd als een inschrijver. Door indiening van zijn offerte aanvaardt de inschrijver al de clausules van de opdrachtdocumenten en verzaakt hij aan alle andere voorwaarden, zoals zijn eigen verkoopsvoorwaarden, zelfs wanneer deze op een of andere bijlage van zijn offerte voorkomen. Er kan geen voorbehoud worden aanvaard in verband met eventuele wijzigingen van taksen, rechten of omrekeningskoersen van buitenlandse munten. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 15

Gegadigden worden verzocht om fouten of leemten, die zij ontdekken in de opdrachtdocumenten, zo spoedig mogelijk en uiterlijk 10 dagen vòòr de uiterste indieningsdatum van de offertes schriftelijk te melden aan de aanbestedende overheid. Plaatsbezoek Op straffe van nietigheid van zijn offerte, wordt de inschrijver verwacht een plaatsbezoek uit te voeren. De locatie is te bezoeken met uitzondering van de schoolvakanties. Afspraak te maken met de projectverantwoordelijke van de Dienst Onderhoud gebouwen Stad Gent: Contactgegevens : De heer Leo Van Cauter - tel. (09) 267 15 00. Email: leo.vancauter@stad.gent Voor technische vragen mag u zich richten tot overheidsopdrachten@stad.gent. De inschrijver dient het attest van plaatsbezoek (bijlage A) correct ingevuld toe te voegen aan zijn offerte. Verbeteringen van de hoeveelheden en leemten (art. 83, 2 KB Plaatsing) De inschrijver kan, rekening houdende met de opdrachtdocumenten, zijn beroepskennis of persoonlijke vaststellingen, verbeteringen doorvoeren voor: - fouten die hij ontdekt in de forfaitaire hoeveelheden - fouten die hij ontdekt in de vermoedelijke hoeveelheden, op voorwaarde dat de voorgestelde verbetering minstens vijfentwintig percent in meer of in min van de hoeveelheid van de post in kwestie bedraagt; - leemten in de samenvattende opmeting In voorkomend geval voegt de inschrijver bij zijn offerte een nota ter verantwoording van deze verbeteringen. Voorrangsregel (art. 85 KB Plaatsing) In geval van tegenspraak tussen de opdrachtdocumenten zowel wat de beschrijvende bepalingen als wat de hoeveelheden (forfaitaire of vermoedelijke) betreft, houdt de inschrijver zich aan volgende voorrangsorde: - plannen; - administratieve bepalingen; - technische bepalingen; - de samenvattende opmeting. Bij te voegen bescheiden De inschrijver moet bij zijn offerte volgende stukken voegen : - wat de selectie betreft: In voorkomend geval, attest in de zin van artikel 62 2 KB Plaatsing; in voorkomend geval, de andere documenten bedoeld onder het hoofdstuk kwalitatieve selectie (punt I.5 van de algemene bepalingen van dit bestek). Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 16

- wat de regelmatigheid betreft: wanneer de offerte door (een) volmachthouder(s)is ondertekend, documenten die het mandaat bewijzen; in toepassing van artikel 30 van het KB van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen, 1 een document dat verwijst naar het veiligheids- en gezondheidsplan waarin de inschrijver beschrijft op welk wijze hij het bouwwerk zal uitvoeren om rekening te houden met dit veiligheids- en gezondheidsplan; 2 een afzonderlijke prijsberekening in verband met de door het veiligheids- en gezondheidsplan bepaalde preventiemaatregelen en middelen, inbegrepen de buitengewone individuele beschermingsmaatregelen en middelen; - wat de gunning van de opdracht betreft: in voorkomend geval, de documenten bedoeld onder het hoofdstuk gunningscriteria (punt I.10 van de algemene bepalingen van dit bestek). Digitale versie van de meetstaat I.7 Indienen van de offerte Iedere offerte dient bij de aanbestedende overheid toe te komen ten laatste op de datum en uur vermeld in het bericht van publicatie. Offertes worden verplicht elektronisch ingediend via de e-tendering applicatie. Het indienen van een veiligheidskopie is niet toegestaan. Het is tevens niet toegestaan om: * naast de elektronische indiening ook een papieren offerte in te dienen; * om meer dan een (1) elektronische offerte in te dienen. De capaciteit voor het opladen van offertes of kandidaturen is gelimiteerd tot 80MB per document en 350MB per dossier. Boven deze grens is het niet mogelijk offertes of kandidaturen correct op te laden. Er zijn evenwel geen limieten in het aantal documenten en de types documenten. Als oplossing kunnen documenten opgeladen worden in een zip-file. De inschrijver is zelf verantwoordelijk voor het correct en volledig opladen van een unieke en enige offerte. De offertes, inschrijvers die niet aan voorgaande bepalingen voldoen worden niet weerhouden voor evaluatie en worden als onregelmatig aangeduid. De met elektronische middelen opgestelde offertes moeten in overeenstemming met artikel 52 van het KB Plaatsing worden opgesteld. De offertes worden opgemaakt in gangbare bestandsformaten bij voorbeeld PDF, MS Office, Open Office of gelijkwaardig. De offertes moeten worden ingediend via de e-tendering internetsite https://eten.publicprocurement.be die de naleving toelicht van de voorwaarden van artikel 52 van het KB Plaatsing. Meer informatie kan worden bekomen op de website http://www.publicprocurement.be of via de e-procurement helpdesk op het nummer +32 (0)2 790 52 00. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 17

I.8 Opening van de offertes De offertes worden geopend in openbare zitting op de datum en uur vermeld in het bericht van publicatie die plaatsvindt in de gebouwen van de Stad Gent, AC Portus, Keizer Karelstraat 1 te 9000 Gent I.9 Verbintenistermijn De termijn gedurende dewelke de inschrijver door zijn offerte gebonden blijft, bedraagt 120 kalenderdagen, te rekenen vanaf de uiterste datum voor ontvangst. I.10 Gunningscriteria Prijs is het enige gunningscriterium. De aanbestedende overheid kiest de laagste regelmatige offerte. I.11 Varianten en opties Varianten Varianten zijn alternatieve uitvoeringsmethodes die door de aanbestedende overheid worden opgelegd ( verplichte varianten ) of toegestaan ( facultatieve varianten ). Vrije varianten zijn suggesties vanwege de inschrijver aan de aanbestedende overheid met betrekking technische nieuwigheden of verbeteringen, die laatstgenoemde onbekend zijn. Vrije varianten worden niet toegestaan. Er zijn geen verplichte of facultatieve varianten voorzien. Opties Een optie is een bijkomend element dat niet strikt noodzakelijk is voor de uitvoering van de opdracht, dat hetzij op vraag van de aanbestedende overheid (verplichte optie), hetzij op initiatief van de inschrijver (vrije optie) wordt ingediend. Er zijn geen verplichte opties. I.12 Keuze van offerte De aanbestedende overheid kiest de laagste regelmatige offerte. Door de indiening van zijn offerte aanvaardt de inschrijver al de clausules van het bestek en verzaakt hij aan alle andere voorwaarden. Voor zover tijdens het onderzoek van de offerte door de aanbestedende overheid wordt vastgesteld dat er door de inschrijver voorwaarden zijn gevoegd Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 18

waardoor het onduidelijk is of de inschrijver zonder voorbehoud akkoord gaat met de voorwaarden van het bestek, behoudt de aanbestedende overheid zich het recht voor om de offerte als substantieel onregelmatig af te wijzen. De aanbestedende overheid verbetert de rekenfouten en de zuiver materiële fouten in de offertes, zonder dat zij voor niet-ontdekte fouten aansprakelijk is. Hiervoor kan de aanbestedende overheid aan de inschrijver vragen om binnen de door haar bepaalde termijn de draagwijdte van zijn offerte te verduidelijken of aan te vullen, zonder deze te wijzigen, teneinde de werkelijke bedoeling na te gaan. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 19

II. UITVOERINGSREGELS VAN TOEPASSING OP DEZE OPDRACHT Dit tweede deel regelt de procedure die betrekking heeft op de uitvoering van de opdracht. Voor zover er niet van afgeweken wordt, is het KB van 14 januari 2013 en latere wijzigingen tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken van toepassing. II.1 Leidend ambtenaar (art. 11 KB ) De leiding over de uitvoering van de werken zal gebeuren door de leidend ambtenaar: Naam: de heer Dirk Cuvelier Adres: Dienst Onderhoud Gebouwen, Sint-Salvatorstraat 16 te 9000 Gent Het toezicht op de uitvoering van de werken zal gebeuren door: Naam: de heer Leo Van Cauter Adres: Dienst Onderhoud Gebouwen, Sint-Salvatorstraat 16 te 9000 Gent Het mandaat van de leidend ambtenaar dekt enkel de opvolging van de werken tot en met de definitieve oplevering. Daaronder wordt verstaan: - de technische en administratieve opvolging van de werken tot en met de definitieve oplevering; - de keuring, zowel a priori als a posteriori; - het nazicht van de vorderingsstaten; - het opmaken van de processen-verbaal van vaststelling/ingebrekestelling; - het opmaken van de processen-verbaal van voorlopige en definitieve oplevering; - de controle op de werken. De leidend ambtenaar wordt in zijn/haar taak bijgestaan door de ontwerper. Onverminderd de bevoegdheid van de gemeenteraad, is en blijft voor het overige het college van burgemeester en schepenen bevoegd voor de uitvoering van de overheidsopdracht. II.2 Aansprakelijkheid en verzekeringen (art. 24 en 84 KB ) Aansprakelijkheid van de aannemer (art. 84 KB ) De aannemer is aansprakelijk voor alle werken die door hem of door zijn onderaannemers zijn uitgevoerd tot de definitieve oplevering van de werken. De aannemer is verantwoordelijk voor schade die hij of zijn onderaannemers door of tijdens de werken toebrengen aan gebouwen, meubilair, beplantingen, wegenis of aan derden, zowel aan hun persoon als aan hun goederen. Hij zal de toegebrachte schade onmiddellijk herstellen op zijn kosten. Bijkomend vrijwaart de aannemer de aanbestedende overheid voor eventuele vorderingen ingesteld op basis van artikel 544 van het Burgerlijk Wetboek (hinder uit nabuurschap). Vanaf de voorlopige oplevering en onverminderd de bijzondere waarborgverplichtingen bepaald in dit bestek, is de aannemer aansprakelijk voor de stevigheid van het bouwwerk en voor de goede Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 20

uitvoering van de werken, overeenkomstig de artikelen 1792 en 2270 van het Burgerlijk Wetboek (tienjarige aansprakelijkheid). Verzekeringen (art. 24 KB ) De opdrachtnemer sluit op eigen kosten volgende polissen af: Verzekering voor arbeidsongevallen De opdrachtnemer laat zijn werklieden en andere personeelsleden verzekeren tegen arbeidsongevallen. Verzekering voor burgerlijke aansprakelijkheid De verzekering beantwoordt aan volgende voorwaarden: Verzekerden: - de onderneming, de bedrijfsleider, de vennoten, de personeelsleden, alle medewerkers die deel uitmaken van de onderneming, ook alle aangestelden en onbezoldigden; - de onderaannemers en alle medewerkers die deel uitmaken van die onderaannemer. De aanbestedende overheid en haar afgevaardigden, de architect, de ingenieurs, de studiebureaus, de veiligheids- en gezondheidscoördinator en de EBP-verslaggever worden in elk geval als derden aanschouwd. Gewaarborgde risico s: 1. de burgerlijke aansprakelijkheid op grond van art. 1382 1386 van het Burgerlijk Wetboek voor lichamelijke en stoffelijke schade en onstoffelijke gevolgschade en voor de zuiver onstoffelijke schade (indien ze het gevolg is van een ongeval) aan derden; 2. de aansprakelijkheid op grond van art. 544 van het Burgerlijk Wetboek voor lichamelijke en stoffelijke schade en onstoffelijke gevolgschade en zuiver onstoffelijke schade (indien ze het gevolg is van een ongeval) aan derden (hinder uit nabuurschap); 3. de contractuele aansprakelijkheid in geval van samenloop ervan met voormelde extracontractuele of foutloze aansprakelijkheid. Verzekerd kapitaal en vrijstelling: De polis moet een voldoende dekking voorzien voor lichamelijke en stoffelijke schade in functie van de risico s verbonden aan onderhavige werken. Behoudens omstandigheden vreemd aan de uitvoering van de werken, zijn de bedragen die overeenstemmen met de vrijstelling ten laste van de opdrachtnemer. Uitgesloten en/of niet verzekerde risico s: Behoudens omstandigheden vreemd aan de uitvoering van de werken, zijn de uitgesloten en/of niet verzekerde risico s ten laste van de opdrachtnemer. Gemeenschappelijke bepalingen voor alle verzekeringen: Binnen de 30 kalenderdagen na de sluiting van de opdracht, toont de opdrachtnemer aan dat hij de vereiste verzekeringscontracten is aangegaan aan de hand van een attest waaruit de vereiste omvang van de gewaarborgde aansprakelijkheid blijkt. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 21

De opdrachtnemer legt dit attest over tijdens de uitvoering van de opdracht binnen een termijn van 15 kalenderdagen na ontvangst van het verzoek van de aanbestedende overheid. De polissen dienen een clausule te bevatten, die bepaalt dat elke schorsing, verbreking, opzegging of vervallenverklaring van het verzekeringscontract door de verzekeraar onmiddellijk per aangetekende zending ter kennis wordt gebracht van de aanbestedende overheid. De opdrachtnemer verbindt er zich toe op zijn kosten alle nodige maatregelen te nemen om de door de hierboven vermelde polissen gedekte risico s zo veel mogelijk te beperken. II.3 Plannen, documenten en voorwaarden (art. 34 36 KB ) De werken dienen in alle opzichten overeen te stemmen met de opdrachtdocumenten en de regels van de kunst. Plannen, documenten en voorwerpen opgemaakt door de aanbestedende overheid: Bovenop de opdrachtdocumenten, worden volgende documenten, voorwerpen of materieel ter beschikking gesteld van de opdrachtnemer: GEEN Na gebruik en uiterlijk op het einde van de opdracht, bezorgt de aannemer voormelde stukken terug aan de aanbestedende overheid. Detail- en werktekeningen opgemaakt door de opdrachtnemer: De opdrachtnemer maakt op eigen kosten alle detail- en werktekeningen of andere documenten op die hij nodig heeft om de uitvoering van de opdracht tot een goed einde te brengen. II.4 Borgtocht en vrijgave borgtocht (art. 25 33 KB ) Volgende borgtocht wordt gevraagd: 5% van het oorspronkelijk bedrag van de opdracht (excl. btw), afgerond naar het hogere tiental. De borg zal in 2 keer worden vrijgegeven, de eerste helft bij de voorlopige oplevering en de tweede helft bij de definitieve oplevering. De borgtocht moet gesteld worden binnen 30 kalenderdagen volgend op de dag van de sluiting van de opdracht bij aangetekende zending. Het bewijs van borgstelling moet verstuurd worden aan het adres van de aanbestedende overheid. Wanneer de opdrachtnemer de borgtocht niet stelt binnen de vermelde termijn, kan gehandeld worden overeenkomstig de mogelijkheden vermeld in artikel 29 van het KB van 14 januari 2013. Het verzoek van de opdrachtnemer om over te gaan tot de oplevering geldt als verzoek tot vrijgave van de borgtocht. II.5 Onderaannemers (art. 12-15 KB ) De aannemer blijft aansprakelijk ten opzichte van de aanbestedende overheid wanneer hij de uitvoering van zijn verbintenissen geheel of gedeeltelijk aan derden toevertrouwt. De aanbestedende overheid acht zich door geen enkele contractuele band met die derden verbonden. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 22

De opdrachtnemer dient aan de leidende ambtenaar het bewijs voor te leggen dat, op het ogenblik dat hij de uitvoering van een deel van de opdracht aan een onderaannemer toevertrouwt, deze voldoet, in verhouding tot het deel van de opdracht dat hij zal uitvoeren, aan de wetgeving houdende regeling van erkenning van de aannemers van werken (verplichte erkenning van zodra het bedrag der werken hoger ligt dan 75.000 euro excl. BTW voor werken in hoofdcategorie en hoger dan 50.000 euro excl. BTW voor werken in ondercategorie). Zolang de nodige gegevens met oog op de controle hiervan niet zijn overgemaakt aan de leidend ambtenaar en door deze zijn goedgekeurd, mag de onderaannemer de werken niet aanvatten. In elk geval blijft alleen de opdrachtnemer, wat de uitvoering van de opdracht betreft, aansprakelijk ten opzichte van de aanbestedende overheid. II.6 Controlemiddelen Keuring (art. 39 43 en 83 KB ) Draagwijdte van de controle en het toezicht De aanbestedende overheid kan met alle geëigende middelen overal toezicht laten houden of controle laten uitvoeren op de voorbereiding of de uitvoering van de prestaties. II.7 stermijn (art. 76 KB ) Termijn in dagen: 75 werkdagen De aannemer is verplicht de werken aan te vangen op de dag die hem wordt medegedeeld en deze regelmatig voort te zetten zodat zij volledig binnen de contractueel bedongen uitvoeringstermijn zullen voltooid zijn. II.8 Intellectuele rechten (art. 19 23 KB ) Gebruik van de resultaten De aanbestedende overheid verwerft het niet-exclusieve gebruiksrecht van alle resultaten van de intellectuele prestaties door de aannemer geleverd in uitvoering van onderhavige aanneming. Dit gebruiksrecht wordt definitief en onherroepelijk toegekend, zonder enige geografische beperking en zonder enige andere beperking in de tijd dan de beperkingen die voorzien zijn in de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten. Het niet exclusieve gebruiksrecht omvat het reproductie- en publicatierecht op alle mogelijke dragers en het distributierecht via alle mogelijke communicatiemiddelen. De overdracht van deze rechten wordt geacht te zijn inbegrepen in de offerteprijs; de aannemer kan geen aanspraak maken op enige bijkomende vergoeding. De aanbestedende overheid kan de gegevens evenwel slechts gebruiken; met oog op de leiding en het toezicht op de uitvoering van onderhavige aanneming; met oog op de instandhouding en het onderhoud van onderhavige werken; Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 23

voor volgende niet-commerciële doeleinden: publicitaire acties, informatieve activiteiten, onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. Onder voorbehoud van voormelde randvoorwaarden kan de aanbestedende overheid de resultaten ter beschikking stellen aan personeelsleden, aangestelden en alle derden die betrokken zijn bij de realisatie van onderhavige aanneming; aanwenden voor de toepassing van de reglementering inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie. Bij mededeling aan derden van de resultaten van de intellectuele prestaties van de aannemer in het kader van het aan Stad Gent toegekende gebruiksrecht, zal diens tussenkomst voor de opmaak van de documenten worden vermeld. Registraties De opdrachtnemer doet bij de aanbestedende overheid binnen de maand aangifte van alle aanvragen tot registratie van een intellectueel eigendomsrecht die hij in België of in het buitenland doet in verband met de creaties of uitvindingen die hij ontwikkeld of gebruikt heeft bij de uitvoering van de opdracht. Tegelijk met die aangifte, bezorgt hij de aanbestedende overheid een kopie van de schriftelijke akte waarin de terzake geldende wetgeving voorziet. Wederzijdse bijstand en waarborg De opdrachtnemer moet alle nodige maatregelen nemen om de rechten van de aanbestedende overheid te vrijwaren en moet zo nodig op eigen kosten de nodige formaliteiten vervullen om die rechten tegenstelbaar te maken aan derden en de aanbestedende overheid hierover informeren. Vanaf de eerste tekenen van een vordering van een derde tegen de opdrachtnemer of de aanbestedende overheid, geldt er een wederzijdse informatie- en bijstandsplicht. Onverminderd art. 17 KB Plaatsing en wat hierover is bepaald onder punt I.4 van Deel I van dit bestek (prijs), staat de opdrachtnemer of de aanbestedende overheid die de rechten van een derde niet heeft geëerbiedigd of die rechten niet aan zijn medecontractant heeft kenbaar gemaakt, borg voor elk verhaal dat een derde tegen deze medecontractant zou stellen. II.9 Betalingen (art. 66 72 en 95 KB ) De betaling van de opdracht gebeurt door middel van maandelijkse betalingen. De opdrachtnemer is verplicht een gedateerde en ondertekende schuldvordering over te maken die steunt op een gedetailleerde staat van de gerealiseerde werken, welke volgens hem de gevraagde betalingen rechtvaardigen. In geval van maandelijkse betalingen in mindering, maakt de opdrachtnemer een schuldvordering op de laatste werkdag van iedere maand of op de laatste werkdag van de aanneming voor wat betreft de betaling van het eindsaldo. Valt de aanvangsdatum der werken na de 15 de van de maand, dan wordt de eerste schuldvordering opgemaakt op het einde van de volgende maand. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 24

De opdrachtnemer gebruikt verplicht het door de aanbestedende overheid aangeleverde model van schuldvordering. Door de aanbestedende overheid goedgekeurde wijzigingen en bijkomende werken mogen in beeld gebracht worden in de vorderingsstaat. De posten tegen terugbetaling worden gerechtvaardigd volgens de voorwaarden van het punt I.4 van dit bestek. De tegen een globale of forfaitaire prijs uit te voeren posten mogen in rekening gebracht worden naargelang hun graad van voltooiing. Aangevoerde, al dan niet vooraf technische gekeurde materialen, grondstoffen en onderdelen worden niet voor betaling in aanmerking genomen vóór hun verwerking tenzij zij de volledige uitvoering van een post van de samenvattende opmeting omvatten. De betaling van prijsherzieningen in toepassing van artikel 20 KB Plaatsing en de bepalingen van onderhavig bestek gebeurt samen met de betaling van de staten van de werken waarop zij betrekking hebben. De facturatie van de BTW gebeurt overeenkomstig de geldende btw-wetgeving. Let wel, voor de werken in onroerende staat die vallen onder toepassing van het KB 1 art. 20 van het Besluit van 29 december 1992 wordt de btw voldaan door de medecontractant onder btw-nummer BE 0207 451 227. De schuldvorderingen worden verplicht per post verzonden aan of afgegeven ten stadhuize, gericht aan: Stad Gent Dienst Onderhoud Gebouwen p.a. Stadhuis, Botermarkt 1 9000 Gent De aanbestedende overheid beschikt over een verificatietermijn van dertig kalenderdagen vanaf de datum van ontvangst van de schuldvordering en de gedetailleerde staat van de gerealiseerde werken. Binnen deze termijn ziet zij de ingediende staat van de werken na en brengt er eventueel verbeteringen in aan. Er wordt een proces-verbaal opgemaakt met vermelding van de werken die voor betaling zijn aanvaard en het volgens haar verschuldigde bedrag. De opdrachtnemer wordt schriftelijk (per mail, fax of aangetekend schrijven) in kennis gesteld van dit proces-verbaal en wordt uitgenodigd om binnen de 5 kalenderdagen, een factuur in te dienen voor het vermelde bedrag. De facturen worden verplicht per post verzonden naar onderstaand adres: Stad Gent Dienst Onderhoud Gebouwen Factuurregistratie p.a. Stadhuis, Botermarkt 1 9000 Gent Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 25

De betaling van het aan de opdrachtnemer verschuldigde bedrag vindt plaats binnen de dertig kalenderdagen vanaf de datum van beëindiging van de hierboven bedoelde verificatie voor zover de aanbestedende overheid op dat ogenblik beschikt over een geldige factuur, alsook over de andere, eventueel vereiste documenten. In geval van overschrijding van de verificatietermijn, wordt de betalingstermijn verminderd naar rato van het aantal dagen overschrijding van de verificatietermijn. Omgekeerd wordt de betalingstermijn geschorst naar rato van het aantal dagen 1 overschrijding van de termijn van vijf dagen die door artikel 95, 2, tweede lid, 2 KB aan de aannemer wordt verleend om zijn factuur in te dienen; 2 dat nodig is om het antwoord van de aannemer te ontvangen, wanneer de aanbestedende overheid hem, in het kader van de hoofdelijke aansprakelijkheid, moet ondervragen over het werkelijke bedrag van zijn sociale of fiscale schuld als bedoeld in artikel 30bis, 4 en 30ter, 4, van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, respectievelijk artikel 403 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992. Overeenkomstig artikel 43 4 Wet Overheidsopdrachten wordt de overdracht of inpandgeving van de schuldvordering op geldige wijze ter kennis gebracht van de aanbestedende overheid door middel van een aangetekende zending gericht aan Stad Gent, Departement Financiën, p.a. Stadhuis, Botermarkt 1, 9000 Gent. II.10 Rechtsvorderingen (art. 73 KB ) Bij geschillen betreffende de uitvoering van de opdracht zijn de hoven en rechtbanken van het gerechtelijk arrondissement van Oost-Vlaanderen bevoegd. II.11 Waarborgtermijn en verplichting van de aannemer tot de definitieve oplevering (art. 65 en 92 KB ) De waarborgtermijn voor deze werken bedraagt 120 kalendermaanden De waarborgtermijn begint vanaf de dag van de voorlopige oplevering. De aannemer is voor de werken of voor het werk aansprakelijk tot de definitieve oplevering van de gezamenlijke werken. Gedurende de waarborgtermijn moet de aannemer aan het werk al de nodige werken uitvoeren om het in goede staat of in goede werking te herstellen of te houden. Bovendien is de aannemer verplicht de fouten en gebreken die behoorlijk werden vastgesteld als zijnde het gevolg van de uitvoering van de werken te verhelpen. De herstellingen worden uitgevoerd volgens de onderrichtingen van de leidend ambtenaar. De technische bepalingen verduidelijken de werken die door de aannemer dienen te worden uitgevoerd na de voorlopige oplevering. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 26

II.12 Voorlopige oplevering (art. 64, 91 en 92 KB ) Wanneer het bouwwerk op de daartoe vastgestelde datum wordt voltooid en voor zover de resultaten van de keuringen en van de voorgeschreven proeven gekend zijn, wordt binnen 30 dagen na bovengenoemde datum, naargelang het geval, een proces-verbaal van voorlopige oplevering of van weigering van oplevering opgemaakt. Wanneer het bouwwerk vóór of na die datum wordt voltooid, geeft de aannemer daarvan bij aangetekende zending kennis aan de leidend ambtenaar en vraagt terzelfdertijd de voorlopige oplevering. Binnen 30 dagen na de datum waarop het verzoek van de aannemer wordt ontvangen en voor zover de resultaten van de keuringen en van de voorgeschreven proeven zijn gekend, wordt een proces-verbaal van voorlopige oplevering of van weigering van oplevering opgemaakt. II.13 Definitieve oplevering (art. 64, 91 en 92 KB ) Binnen de 30 kalenderdagen vóór de dag waarop de waarborgtermijn verstrijkt, wordt naargelang het geval een proces-verbaal van definitieve oplevering of van weigering van oplevering opgemaakt. De opleveringskosten (reis- en verblijfskosten, vergoeding van keuringspersoneel, etc.) zijn ten laste van de opdrachtnemer. II.14 Actiemiddelen van de aanbestedende overheid art. 44 51 en 85 87 KB ) De aandacht van de opdrachtnemer wordt gevestigd op het feit dat hij zich in geval van een aantoonbare miskenning van de bijzondere uitvoeringsvoorwaarden inzake non-discriminatie (zie punt II.19 van dit bestek) blootstelt aan de middelen van optreden van de aanbestedende overheid in toepassing van art. 45 tot 49 en 85 tot 88 van het KB. In gebreke blijven en sancties (art. 44 KB ) De opdrachtnemer dient de bij proces-verbaal vastgestelde tekortkomingen onverwijld en in elk geval binnen de in het proces-verbaal vermelde termijn te herstellen. De opdrachtnemer kan bij ter post aangetekende zending aan de aanbestedende overheid, te verzenden binnen de 15 kalenderdagen volgend op de postdatum van het toezenden van het procesverbaal, zijn verweermiddelen doen gelden. Zijn stilzwijgen na die termijn geldt als een erkenning van de vastgestelde feiten. Straffen (art. 45 KB ) Volgende bijzondere straffen worden voorzien: Elke inbreuk waarvoor geen bijzondere straf is voorzien en waarvoor geen rechtvaardiging werd aanvaard of binnen de vereiste termijn werd verstrekt, geeft aanleiding tot een algemene straf: - die eenmalig is en 0,07% bedraagt van de oorspronkelijke aannemingssom. - die dagelijks is en 0,02% bedraagt van de oorspronkelijke aannemingssom per dag, indien de overtreding onmiddellijk behoort te worden hersteld. Deze laatste straf wordt toegepast vanaf de derde dag na de datum van de afgifte van de aangetekende zending waarmee het proces-verbaal aan de opdrachtnemer werd betekend, tot en Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 27

met de dag waarop aan de inbreuk door toedoen van de opdrachtnemer of de aanbestedende overheid zelf, een einde werd gesteld. Een boete van 5% op het gedeelte van het hout dat geen COC-label heeft, met een minimum van 250 EUR per overtreding. De reden hiervoor is dat sociale en ecologische duurzaamheid tot de belangrijke beleidsprioriteiten van de Stad behoort. Om deze afdwingbaar te maken en als dus bij te dragen aan en duurzamere samenleving worden de boetes verhoogd mbt het duurzaam karakter van hout De aanbestedende overheid is gerechtigd de straffen zoveel maal toe te passen als de inbreuk is gepleegd; er werknemers zijn op wie de inbreuk is gepleegd. De aanbestedende overheid is gerechtigd dit aantal malen ambtshalve vast te stellen, wanneer het door de schuld van de opdrachtnemer niet juist kan worden bepaald. Bij herhaling van een bepaalde inbreuk, eventueel op een andere plaats, wordt een straf toegepast gelijk aan de betreffende straf, vermenigvuldigd met het aantal malen dat de inbreuk werd vastgesteld. Vertragingsboetes (art. 46 KB ) De vertragingsboete wordt als forfaitaire vergoeding wegens vertraging in de uitvoering van de opdracht opgelegd. De boete wordt berekend door toepassing van de formule van art. 86 KB uitvoering. Deze boete is eisbaar zonder ingebrekestelling door het eenvoudig verstrijken van de uitvoeringstermijn zonder opstelling van een proces-verbaal en wordt van rechtswege toegepast voor het totaal aantal kalenderdagen vertraging. Onverminderd de toepassing van deze boetes, vrijwaart de opdrachtnemer de aanbestedende overheid, in voorkomend geval, tegen elke schadevergoeding die deze aan derden verschuldigd is op grond van zijn vertraging in de uitvoering van de opdracht. De boete is eveneens van toepassing op de in dit bestek bepaalde dwingende deeltermijnen. II.15 Verbreking (art. 61-63 KB ) De verbrekingsgronden gelden zowel voor de opdrachtnemer natuurlijke persoon als voor rechtspersonen en bestuurders, zaakvoerders of andere personeelsleden met enige vertegenwoordigings-, beslissings- of controlebevoegdheid binnen de rechtspersoon. II.16 Dagboek der werken (art. 83 KB ) De aanbestedende overheid heeft beslist om geen dagboek der werken bij te houden. II.17 Bijzondere voorwaarden inzake non-discriminatie De aannemer: Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 28

- duldt geen enkele vorm van discriminatie op grond van geslacht, nationaliteit, zogenaamd ras, huidskleur, afkomst, nationale of etnische afstamming, leeftijd, seksuele geaardheid, burgerlijke staat, geboorte, vermogen, geloof of levensbeschouwing, politieke overtuiging, taal, huidige of toekomstige gezondheidstoestand, handicap, fysieke of genetische eigenschap of sociale afkomst. - verbindt er zich toe toegankelijk te zijn voor iedereen. - verbindt zich ertoe elk discriminerend gedrag op de werkplaats te voorkomen en indien nodig te bestrijden en bestraffen. - leeft de wetten en reglementen die de toepassing van de non-discriminatie en gelijke kansen bevorderen en verdedigen na. - verbindt er zich toe onderhavige code eveneens ter kennis te brengen aan zijn onderaannemers en ervoor te zorgen dat ook zij die naleven in de bijdrage die zij leveren in de uitvoering van deze opdracht van werken. Bovenstaande clausule geldt zowel voor de aannemer natuurlijke persoon als voor de aannemer rechtspersoon en hun zaakvoerder(s), bestuurder(s) en andere personeelsleden met enige vertegenwoordigings-, beslissings- of controlebevoegdheid binnen de rechtspersoon. Indien de aanbestedende overheid kan aantonen dat de aannemer voormelde bepalingen niet naleeft bij de uitvoering van onderhavige overheidsopdracht, kan zij ten aanzien van de aannemer toepassing maken van art. 45 tot 49 en 85 tot 88 van het KB. II.18 Bijzondere uitvoeringsvoorwaarden Chain of Custody van een duurzaamheidslabel De Chain of Custody vermelding op een factuur betekent dat alle bedrijven in de handelsketen van zagerij tot fabrikant van eindproducten, in staat zijn de stroom FSC of anders gelabeld - gecertificeerde houtproducten te traceren, zowel administratief als fysiek. Elke schakel in de handelsketen van duurzaam geëxploiteerd hout moet een audit ondergaan, die moet garanderen dat gelabeld hout wel degelijk afkomstig is van gecertificeerde bossen. Deze keten wordt de Chain of Custody (COC) genoemd. Enkel bedrijven die een Chain of Custody certificaat hebben, mogen gelabelde producten verkopen. Op dit certificaat wordt een specifiek Chain of Custody-nummer vermeld. Elk bedrijf heeft zijn eigen nummer. De opdrachtnemer beschikt over Chain of Custody certificering omtrent de herkomst van het FSC of anders gelabeld hout. Bij ontbreken hieraan bewijst de opdrachtennemer dat zijn houtleverancier over een dergelijke certificering beschikt. II.19 Ter beschikking stellen van gronden of lokalen (art. 77 KB ) De aanbestedende overheid stelt onderstaande gronden, lokalen en toestellen ter beschikking van de aannemer: sanitair, mits naleving van de afspraken en richtlijnen van de onderwijsinstelling. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 29

II.20 Illegaal verblijvende onderdanen Wanneer de opdrachtnemer of onderaannemer het in artikel 49/2, vierde lid, van het Sociaal Strafwetboek bedoelde afschrift ontvangt waarmee zij ervan in kennis wordt gesteld dat zij een of meerdere illegaal verblijvende onderdanen van een derde land in België tewerkstelt, onthoudt deze onderneming zich ervan, met onmiddellijke ingang, de plaats van uitvoering van de opdracht nog verder te betreden of nog verder uitvoering aan de opdracht te geven, en wel tot de aanbestedende instantie een bevel in andere zin zou geven. Hetzelfde geldt wanneer de voormelde opdrachtnemer of onderaannemer ervan in kennis wordt gesteld: - ofwel door de opdrachtnemer of de aanbestedende instantie, dat zij de in artikel 49/2, eerste dan wel tweede lid, van het Sociaal Strafwetboek bedoelde kennisgeving heeft ontvangen die betrekking heeft op deze onderneming; - ofwel door middel van de in artikel 35/12 van de wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers bedoelde aanplakking, dat zij een of meerdere illegaal verblijvende onderdanen van een derde land in België tewerkstelt. De opdrachtnemer of onderaannemer is er bovendien toe gehouden een clausule op te nemen in de onderaannemingsovereenkomst die zij desgevallend zou sluiten, op grond waarvan: 1 de onderaannemer er zich van onthoudt de plaats van uitvoering van de opdracht nog verder te betreden of nog verder uitvoering aan de opdracht te geven, indien uit een in uitvoering van artikel 49/2 van het Sociaal Strafwetboek opgestelde kennisgeving blijkt dat deze onderaannemer een illegaal verblijvende onderdaan van een derde land tewerkstelt; 2 de niet-naleving van de onder 1 gestelde verplichting aanzien wordt als een ernstige tekortkoming in hoofde van de onderaannemer, ingevolge waarvan de onderneming is gemachtigd de overeenkomst te verbreken; 3 de onderaannemer ertoe is gehouden een soortgelijke clausule als onder 1 en 2 op te nemen in de onderaannemingsovereenkomsten en ervoor te zorgen dat dergelijke clausules ook in de verdere onderaannemingsovereenkomsten worden opgenomen. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 30

II.21 Loon verschuldigd aan werknemers Wanneer de opdrachtnemer of onderaannemer het in artikel 49/1, derde lid van het Sociaal Strafwetboek bedoelde afschrift ontvangt van kennisgeving waarmee hij ervan in kennis wordt gesteld dat hij een zwaarwichtige inbreuk heeft begaan op de verplichting zijn werknemers tijdig het loon te betalen waarop deze recht hebben, onthoudt hij zich ervan, met onmiddellijke ingang, de plaats van uitvoering van de opdracht nog verder te betreden of nog verder uitvoering aan de opdracht te geven, en wel tot hij het bewijs voorlegt aan de aanbestedende instantie dat de betrokken werknemers integraal zijn uitbetaald. Hetzelfde geldt wanneer de voormelde opdrachtnemer of onderaannemer ervan in kennis wordt gesteld: - ofwel, naargelang het geval, door de opdrachtnemer of de aanbestedende instantie, dat hij de in artikel 49/1, eerste lid, van het Sociaal Strafwetboek bedoelde kennisgeving heeft ontvangen die betrekking heeft op deze opdrachtnemer of onderaannemer; - ofwel door middel van de in artikel 35/4 van de wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers bedoelde aanplakking. De opdrachtnemer of onderaannemer is er bovendien toe gehouden een clausule op te nemen in de onderaannemingsovereenkomst die hij desgevallend zou sluiten, op grond waarvan: 1 de onderaannemer er zich van onthoudt de plaats van uitvoering van de opdracht nog verder te betreden of nog verder uitvoering aan de opdracht te geven, indien uit een in uitvoering van artikel 49/1 van het Sociaal Strafwetboek opgestelde kennisgeving blijkt dat deze onderaannemer op zwaarwichtige wijze tekortschiet in zijn verplichting het aan zijn werknemers verschuldigde loon tijdig uit te betalen; 2 de niet-naleving van de onder 1 gestelde verplichting aanzien wordt als een ernstige tekortkoming in hoofde van de onderaannemer, ingevolge waarvan de opdrachtnemer is gemachtigd de overeenkomst te verbreken; 3 de onderaannemer ertoe is gehouden een soortgelijke clausule als onder 1 en 2 op te nemen in de onderaannemingsovereenkomsten en ervoor te zorgen dat dergelijke clausules ook in de verder onderaannemingsovereenkomsten worden opgenomen. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 31

III. Technische bepalingen LASTENBOEK Kies een item. DOSSIERNR. PROJECT 1620 STAD GENT - LEDEBERG (BOU/2014/039-ID2319) HERAANLEG SPEELPLAATS Onderwijsstraat 8-10 9050 LEDEBERG (GENT) OPDRACHTGEVER STAD GENT ONTWERP Architectenassociatie COPPENS & COEN bvba Boudewijnlaan 133 9300 AALST T 053 77 23 13 info@coppens-coen.be STABILITEIT EPB & VENTILATIE VC VETO & partners Houtemstraat 25 9860 Oosterzele Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 32

INHOUDSTAFEL I. PLAATSINGSREGELS VAN TOEPASSING OP DEZE OPDRACHT... 10 I.1 BESCHRIJVING VAN DE OPDRACHT... 10 I.2 IDENTITEIT VAN DE OPDRACHTGEVER... 10 I.3 WIJZE VAN GUNNEN... 10 I.4 PRIJS... 11 I.5 TOEGANGSRECHT EN KWALITATIEVE SELECTIE... 13 I.6 VORM EN INHOUD VAN DE OFFERTE... 15 Verbeteringen van de hoeveelheden en leemten (art. 83, 2 KB Plaatsing)... 16 Voorrangsregel (art. 85 KB Plaatsing)... 16 I.7 INDIENEN VAN DE OFFERTE... 17 I.8 OPENING VAN DE OFFERTES... 18 I.9 VERBINTENISTERMIJN... 18 I.10 GUNNINGSCRITERIA... 18 I.11 VARIANTEN EN OPTIES... 18 I.12 KEUZE VAN OFFERTE... 18 II. UITVOERINGSREGELS VAN TOEPASSING OP DEZE OPDRACHT... 20 II.1 LEIDEND AMBTENAAR (ART. 11 KB UITVOERING)... 20 II.2 AANSPRAKELIJKHEID EN VERZEKERINGEN (ART. 24 EN 84 KB UITVOERING)... 20 II.3 PLANNEN, DOCUMENTEN EN VOORWAARDEN (ART. 34 36 KB UITVOERING)... 22 II.4 BORGTOCHT EN VRIJGAVE BORGTOCHT (ART. 25 33 KB UITVOERING)... 22 II.5 ONDERAANNEMERS (ART. 12-15 KB UITVOERING)... 22 II.6 CONTROLEMIDDELEN KEURING (ART. 39 43 EN 83 KB UITVOERING)... 23 Draagwijdte van de controle en het toezicht... 23 Voorafgaande keuring (art. 42 KB )...Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. A posteriori uitgevoerde keuring (art. 43 KB )...Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. II.7 UITVOERINGSTERMIJN (ART. 76 KB UITVOERING)... 23 II.8 INTELLECTUELE RECHTEN (ART. 19 23 KB UITVOERING)... 23 II.9 BETALINGEN (ART. 66 72 EN 95 KB UITVOERING)... 24 II.10 RECHTSVORDERINGEN (ART. 73 KB UITVOERING)... 26 II.11 WAARBORGTERMIJN EN VERPLICHTING VAN DE AANNEMER TOT DE DEFINITIEVE OPLEVERING (ART. 65 EN 92 KB UITVOERING)... 26 II.12 VOORLOPIGE OPLEVERING (ART. 64, 91 EN 92 KB UITVOERING)... 27 II.13 DEFINITIEVE OPLEVERING (ART. 64, 91 EN 92 KB UITVOERING)... 27 II.14 ACTIEMIDDELEN VAN DE AANBESTEDENDE OVERHEID ART. 44 51 EN 85 87 KB UITVOERING)... 27 In gebreke blijven en sancties (art. 44 KB )... 27 Straffen (art. 45 KB )... 27 Vertragingsboetes (art. 46 KB )... 28 II.15 VERBREKING (ART. 61-63 KB UITVOERING)... 28 II.16 DAGBOEK DER WERKEN (ART. 83 KB UITVOERING)... 28 II.17 BIJZONDERE VOORWAARDEN INZAKE NON-DISCRIMINATIE... 28 II.18 ALGEMENE ORGANISATIE VAN DE BOUWPLAATS (ART. 79 KB UITVOERING)...FOUT! BLADWIJZER NIET GEDEFINIEERD. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 33

II.19 TER BESCHIKKING STELLEN VAN GRONDEN OF LOKALEN (ART. 77 KB UITVOERING)...FOUT! BLADWIJZER NIET GEDEFINIEERD. II.20 ILLEGAAL VERBLIJVENDE ONDERDANEN... 30 II.21 LOON VERSCHULDIGD AAN WERKNEMERS... 31 III. TECHNISCHE BEPALINGEN... 32 INHOUDSTAFEL... 33 00. ALGEMENE BEPALINGEN... 40 00.10. PROJECTGEGEVENS... 40 00.20. ONTWERPTEAM... 40 00.21. ontwerpteam - architecturaal ontwerp... 40 00.24. ontwerpteam - veiligheidscoördinatie... 40 00.30. DOCUMENTEN... 40 00.31. documenten - architectuur... 40 00.34. documenten - veiligheidscoördinatie... 40 00.36. documenten - diepsonderingsverslag... 41 00.37. documenten - verslag milieutechnisch bodemonderzoek... 41 00.38. documenten - asbestinventaris... 41 01. AANNEMINGSMODALITEITEN... 42 01.00. AANNEMINGSMODALITEITEN - ALGEMEEN... 42 01.02. aannemingsmodaliteiten voorafgaand plaatsbezoek PM... 42 01.03. aannemingsmodaliteiten burgerlijke aansprakelijkheid PM... 42 01.04. aannemingsmodaliteiten volledigheid van inschrijving PM... 43 01.05. aannemingsmodaliteiten onderaanneming PM... 43 01.06. aannemingsmodaliteiten verrekeningen PM... 43 01.07. aannemingsmodaliteiten keuringsattesten PM... 43 01.08. aannemingsmodaliteiten materialenlijst PM... 44 01.10. PLAATSBESCHRIJVINGEN ALGEMEEN... 45 01.11. plaatsbeschrijvingen aangrenzende constructies... 46 01.11.10. plaatsbeschrijvingen aangrenzende constructies/bij aanvang van de werken PM... 46 01.11.20. plaatsbeschrijvingen aangrenzende constructies/staat van vergelijking PM... 46 01.14. plaatsbeschrijvingen wegenis en voetpaden... 46 01.14.10. plaatsbeschrijvingen wegenis en voetpaden bij aanvang van de werken PM... 46 01.14.20. plaatsbeschrijvingen wegenis en voetpaden/staat van vergelijking PM... 46 01.15. plaatsbeschrijvingen beplanting... 46 01.15.10. plaatsbeschrijvingen beplanting/bij aanvang van de werken PM... 46 01.15.20. plaatsbeschrijvingen beplanting/staat van vergelijking PM... 47 01.20. WERFCOÖRDINATIE ALGEMEEN... 47 01.21. werfcoördinatie planning van de werken PM... 47 01.22. werfcoördinatie werfleiding en controle PM... 47 01.23. werfcoördinatie werfvergaderingen PM... 47 01.24. werfcoördinatie uitzetten bouwwerken PM... 48 01.30. WERFCONDITIES ALGEMEEN... 48 01.31. werfcondities orde en netheid PM... 48 01.32. werfcondities geluids- en stofhinder PM... 49 01.40. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN ALGEMEEN PM... 49 02. BOUWPLAATSVOORZIENINGEN... 51 02.00. BOUWPLAATSVOORZIENINGEN - ALGEMEEN... 51 Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 34

02.10. BESCHERMINGSWERKEN ALGEMEEN... 51 02.12. beschermingswerken - beplantingen... 51 02.12.10. beschermingswerken beplantingen/bomen PM... 51 02.15. beschermingswerken bestaande gebouwdelen PM... 53 02.20. OPRUIMING BEPLANTINGEN ALGEMEEN... 53 02.21. opruiming beplantingen bomen PM... 53 02.22. opruiming beplantingen struiken en hagen PM... 54 02.40. VOORLOPIGE OMHEINING ALGEMEEN... 54 02.50. AANKONDIGING WERF ALGEMEEN... 55 02.51. aankondiging werf - werfbord PM... 55 02.60. WERFLOKALEN ALGEMEEN... 56 02.61. werflokalen berging van materieel en bouwmaterialen PM... 56 02.63. werflokalen personeelslokaal PM... 57 02.64. werflokalen sanitaire voorzieningen PM... 57 02.80. ARBEIDSMIDDELEN ALGEMEEN... 57 02.82. arbeidsmiddelen hijsen en heffen van lasten/torenkraaninstallatie TP... 57 02.83. arbeidsmiddelen hijsen en heffen van lasten/torenkraangebruik derden VH uur... 58 02.90. TIJDELIJKE LOKALEN - ALGEMEEN... 58 02.91. tijdelijke lokalen - sanitaire voorzieningen FH mnd... 58 02.92. tijdelijke lokalen - sanitaire voorzieningen VH week... 59 03. AFBRAAKWERKEN... 60 03.00. AFBRAAKWERKEN ALGEMEEN... 60 03.01. afbraakwerken asbestverwijdering... 61 03.20. AFBRAAK RUWBOUWELEMENTEN - ALGEMEEN... 62 03.21. afbraak ruwbouwelementen muren... 62 03.21.10. afbraak ruwbouwelementen muren/metselwerk TP... 62 03.50. AFBRAAK BINNENAFWERKING - ALGEMEEN... 64 03.58. afbraak binnenafwerking vast meubilair... 64 03.58.30. afbraak binnenafwerking vast meubilair/schoolborden TP... 64 10. GRONDWERKEN... 65 10.00. GRONDWERKEN - ALGEMEEN... 65 10.10. VOORAFGAANDE AFGRAVING VAN HET TERREIN - ALGEMEEN... 67 10.12. voorafgaande afgraving terrein - afgraven teelaarde FH m²... 67 10.13. voorafgaande afgraving terrein - machinale nivellering VH m³... 67 10.40. GRONDVERZET - ALGEMEEN... 68 10.41. grondverzet - projectopvolging TP... 69 10.43. grondverzet - afvoer uitgegraven bodem... 69 10.43.10. grondverzet afvoer uitgegraven bodem/naar bestemming voor gebruik... 69 10.43.11. grondverzet - afvoer uitgegraven bodem/naar bestemming voor gebruik kwaliteit vrij gebruik VH m3... 69 10.43.40. grondverzet - afvoer uitgegraven bodem/naar erkende stortplaats... 69 10.43.43. grondverzet afvoer naar erkende stortplaats klasse III VH m3... 69 10.70. AANVULLINGEN ALGEMEEN... 70 10.71. aanvullingen - wederaanvullingen... 70 10.71.30. aanvullingen wederaanvullingen/gestabiliseerd zand PM... 71 10.71.50. aanvullingen wederaanvullingen/natuursteenslag VH m³... 71 10.71.60. aanvullingen wederaanvullingen/boomschors FH m³... 71 10.71.70. aanvullingen wederaanvullingen/grind FH m³... 72 10.71.80. aanvullingen wederaanvullingen/zand FH m³... 72 10.72. aanvullingen - ophoging terrein... 73 Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 35

10.72.20. aanvullingen - ophoging terrein/aangevoerde grond FH m³... 73 17. ONDERGRONDSE LEIDINGEN... 74 17.00. ONDERGRONDSE LEIDINGEN - ALGEMEEN... 74 17.10. RIOOLBUIZEN - ALGEMEEN... 74 17.12. rioolbuizen kunststof... 76 17.12.30. rioolbuizen kunststof/pp... 76 17.12.31. rioolbuizen kunststof/pp diam 110 VH m... 77 17.12.32. rioolbuizen kunststof/pp diam 125 VH m... 77 17.12.34. rioolbuizen kunststof/pp diam 160 VH m... 77 17.12.36. rioolbuizen kunststof/pp diam 200 VH m... 77 17.30. TOEZICHTPUTTEN - ALGEMEEN... 78 17.34. toezichtsputten - kunststof... 78 17.34.20. toezichtputten kunststof/pe FH st... 78 17.40. ONTVANGTOESTELLEN - ALGEMEEN... 79 17.42. ontvangtoestellen geulen... 79 17.42.20. ontvangtoestellen - geulen/glasvezelbeton VH m... 80 17.42.40. ontvangtoestellen - zandvanger/glasvezelbeton VH st... 80 17.50. PUTDEKSELS EN ROOSTERS - ALGEMEEN... 81 17.51. putdeksels en roosters - enkel deksel PM... 81 17.60. AFVALWATERBEHANDELING - ALGEMEEN... 81 17.61. afvalwaterbehandeling septische putten TP... 82 17.62. afvalwaterbehandeling - neutralisatie septic tank TP... 83 17.70. REGENWATERBEHANDELING - ALGEMEEN... 84 17.71. regenwaterbehandeling - regenwaterputten... 84 17.71.20. regenwaterbehandeling - regenwaterputten/hdpe FH st... 85 17.71.50. regenwaterbehandeling regenwaterputten/waterzak EPDM TP... 86 17.71.60. regenwaterbehandeling regenwaterputten/beluchting TP... 87 17.72. regenwaterbehandeling - hergebruik regenwater PM... 87 17.73. regenwaterbehandeling - voorfilter FH st... 87 17.74. regenwaterbehandeling - overloop en terugslagklep FH st... 88 17.75. regenwaterbehandeling infiltratievoorzieningen... 88 17.75.20. regenwaterbehandeling infiltratievoorzieningen/infiltratieblokken TP... 88 17.90. RIOOLRENOVATIE - ALGEMEEN... 89 17.91. rioolrenovatie - relining kousmethode VH m... 89 20. METSELWERK... 91 20.00. METSELWERKEN - ALGEMEEN... 91 20.01. metselwerken ter plaatse gemetst... 92 20.10. MATERIALEN ALGEMEEN... 93 20.11. materialen metselmortel... 93 20.11.10. materialen metselmortel/voor algemene toepassing (G) PM... 93 20.40. DRAGENDE BINNENMUUR ALGEMEEN... 94 20.43. dragende binnenmuur betonsteen met gewone granulaten... 94 20.43.10. dragende binnenmuur betonsteen met gewone granulaten/dikte 14 cm FH m3 95 23. DORPELS, PLINTEN EN DEKSTENEN... 96 23.50. MUURDEKSTENEN - ALGEMEEN... 96 23.51. muurdekstenen - blauwe steen TP... 96 26. STRUCTUURELEMENTEN BETON... 98 26.00. STRUCTUURELEMENTEN GEWAPEND BETON - ALGEMEEN... 98 Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 36

26.01. algemeen stabiliteitsstudie PM... 98 26.10. MATERIALEN - ALGEMEEN... 98 26.11. materialen wapening... 98 26.11.10. materialen wapening/staven en netten... 98 26.11.12. materialen wapening/staven en netten - netten VH kg... 99 26.12. materialen - beton... 99 26.12.10. materialen beton/stortklaar beton... 99 26.12.11. materialen beton/stortklaar beton - met staaf- en netwapening PM... 101 26.12.30. materialen beton/architectonisch beton PM... 102 26.30. PREFAB ELEMENTEN ALGEMEEN... 103 26.36. prefab elementen draagvloeren... 105 26.36.40. prefab elementen draagvloeren/balken en vulblokken... 105 26.36.41. prefab elementen draagvloeren/balken en vulblokken vulblokken beton FH m2... 106 27. STRUCTUURELEMENTEN STAAL... 108 27.00. STRUCTUURELEMENTEN STAAL ALGEMEEN... 108 27.02. algemeen stabiliteitsstudie PM... 109 27.60. CORROSIEBESCHERMING ALGEMEEN... 109 27.62. corrosiebescherming thermisch verzinken PM... 109 27.90. INDUSTRIEROOSTERS - ALGEMEEN... 112 27.91. Industrieroosters - persrooster verzinkt FH m²... 112 27.92. Industrieroosters - draagstructuur VH kg... 113 60. SANITAIR LEIDINGNET... 114 60.10. AFVOERBUIZEN - ALGEMEEN... 114 60.12. afvoerbuizen - PE VH m... 118 62. SANITAIRE KRANEN & KLEPPEN... 120 62.70. REGENWATERPOMPEN - ALGEMEEN... 120 62.71. regenwaterpompen zelfaanzuigende hydrofoorgroep FH st... 120 72. ELEKTRICITEIT LICHTARMATUREN... 122 72.00. ELEKTRICITEIT LICHTARMATUREN - ALGEMEEN... 122 72.60. BUITENARMATUREN - ALGEMEEN... 123 72.61. buitenarmaturen - wandarmaturen LED opbouw VH st... 123 72.62. buitenarmaturen paalarmaturen LED VH st... 124 82. BUITENSCHILDERWERKEN... 125 82.00. BUITENSCHILDERWERKEN - ALGEMEEN... 125 82.60. BUITENSCHILDERWERKEN OP STEENACHTIGE ONDERGROND - ALGEMEEN... 127 82.61. buitenschilderwerken op steenachtige ondergrond - asbestcement FH st... 127 90. BUITENVERHARDINGEN... 129 90.00. BUITENVERHARDINGEN - ALGEMEEN... 129 90.10. FUNDERINGEN - ALGEMEEN... 129 90.11. funderingen - steenslag... 129 90.11.20. funderingen - steenslag/continue korrelverdeling zonder toevoegsels FH m²... 129 90.20. VERHARDINGEN - ALGEMEEN... 130 90.24. verhardingen gebakken straatstenen FH m²... 130 90.27. verhardingen dolomiet FH m²... 131 90.30. LIJNVORMIGE ELEMENTEN - ALGEMEEN... 132 Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 37

90.31. lijnvormige elementen - boordstenen... 132 90.31.10. lijnvormige elementen boordstenen/beton... 132 90.31.11. lijnvormige elementen boordstenen/beton prefab PM... 132 90.40. TUINAFBOORDINGEN - ALGEMEEN... 133 90.41. tuinafboordingen - hout VH m... 133 90.42. tuinafboordingen - kunststof VH m... 133 91. BUITENCONSTRUCTIES EN AFSLUITINGEN... 135 91.00. BUITENCONSTRUCTIES EN AFSLUITINGEN - ALGEMEEN... 135 91.30. TUINSCHERMEN - ALGEMEEN... 135 91.32. tuinschermen - houtschermen FH m... 135 91.40. TUINHEKKEN - ALGEMEEN... 135 91.42. tuinhekken - hout FH st... 136 92. BUITENMEUBILAIR EN UITRUSTINGSELEMENTEN... 137 92.00. BUITENMEUBILAIR EN UITRUSTINGSELEMENTEN - ALGEMEEN... 137 92.20. VUILNISBAKKEN - ALGEMEEN... 137 92.22. vuilnisbakken - hout VH st... 137 92.30. FIETSREKKEN - ALGEMEEN... 137 92.35. fietsrekken - klemmen staal FH st... 137 92.50. ZITBANKEN - ALGEMEEN... 139 92.52. zitbanken zonder rugleuning/type 1 VH st... 139 92.53. zitbanken zonder rugleuning/type 2 VH st... 139 92.60. BOOMOMRANDINGEN - ALGEMEEN... 140 92.62. boomomrandingen - roosters gietijzer VH st... 140 92.80. PARKELEMENTEN - ALGEMEEN... 141 92.81. parkelementen - schuilhuisje hout/type 1 FH st... 141 92.82. parkelementen - schuilhuisje hout/type 2 FH st... 142 92.83. parkelementen - amfitheater FH st... 143 92.84. parkelementen - moestuinbak FH st... 144 92.85. parkelementen - insektenhotel FH st... 145 92.86. parkelementen - weerstation FH st... 145 92.90. SPEELELEMENTEN ALGEMEEN... 146 92.91. speelelementen - boksbal FH st... 146 92.92. speelelementen - spelprikkel FH st... 147 92.93. speelelementen - klankspel FH st... 147 92.94. speelelementen - handwaterpomp FH st... 148 92.95. speelelementen huisjes buitenkeuken FH st... 149 92.96. speelelementen - buitenkeukenunit FH st... 150 92.97. speelelementen - waterspeeltoestel FH st... 151 92.98. speelelementen - klimwand FH st... 152 92.99. speelelementen - speelstructuur FH st... 153 92.100. UITRUSTINGSELEMENTEN - ALGEMEEN... 154 92.110. uitrustingselementen - schoolbord FH st... 154 92.200. SPEELPLAATSINRICHITNG - ALGEMEEN... 155 92.210. speelplaatsinrichting/markeringen... 155 92.211. speelplaatsinrichtingen/markeringen - hinkelbaan FH st... 155 92.212. speelplaatsinrichtingen/markeringen - twister FH st... 155 92.220. speelplaatsinrichting/diverse... 156 92.221. speelplaatsinrichting/diverse - speelbord FH st... 156 93. GROENAANLEG EN -ONDERHOUD... 157 Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 38

93.00. GROENAANLEG EN ONDERHOUD - ALGEMEEN... 157 93.50. AANPLANTING HOUTACHTIGE VEGETATIES - ALGEMEEN... 157 93.60. HULPMIDDELEN GROENAANLEG - ALGEMEEN... 157 93.65. hulpmiddelen groenaanleg - haagsteun VH m... 157 93.66. hulpmiddelen groenaanleg klimplantensteun tegen muur FH m²... 158 93.67. hulpmiddelen groenaanleg klimplantensteun op palen FH m... 159 99. ADDENDA... 161 99.00. ADDENDA - ALGEMEEN... 161 99.10. ADDENDUM - ONVOORZIENBARE WERKEN TTB... 161 Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 39

00. ALGEMENE BEPALINGEN 00.10. projectgegevens Het uit te voeren project betreft de herinrichting van een bestaande speelplaats, volgens het GRASprincipe (GRoene Avontuurlijke Schoolspeelplaatsen) en de aanpassing van de rioleringen i.f.v. het hemelwaterbeleid. BOUWPLAATS Jenaplanschool DE KLEURDOOS Onderwijsstraat 8-10 9050 Ledeberg (Gent) BOUWHEER STAD GENT Departement Facility Management Dienst Onderhoud Gebouwen (09) 267 15 00 Sint-Salvatorstraat 16 9000 GENT Projectleider: Dhr Leo Van Cauter (0478) 98 91 84 00.20. ontwerpteam 00.21. ontwerpteam - architecturaal ontwerp Het architecturaal ontwerp is opgemaakt door Coppens & Coen Architecten Arch. Luc Coen Boudewijnlaan 133-9300 Aalst 00.24. ontwerpteam - veiligheidscoördinatie De veiligheidscoördinatie is uitgevoerd door VETO & Partners n.v. Houtemstraat 25-9860 Oosterzele 00.30. documenten 00.31. documenten - architectuur PLANNENLIJST 1620/001 HERAANLEG SPEELPLAATS 00.34. documenten - veiligheidscoördinatie VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDPLAN Uitgevoerd door VETO&Partners nv, Houtemstraat 25 te 9860 Oosterzele Referentie: Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 40

00.36. documenten - diepsonderingsverslag Uitgevoerd door de firma BODEMKUNDIGE DIENST VAN BELGIE vzw, Willem De Croylaan 48 te 3001 Heverlee Referentie diepsonderingsverslag: 00.37. documenten - verslag milieutechnisch bodemonderzoek Uitgevoerd door de firma BODEMKUNDIGE DIENST VAN BELGIE vzw, Willem De Croylaan 48 te 3001 Heverlee Referentie verslag: 00.38. documenten - asbestinventaris Uitgevoerd door de firma IBEVE vzw Referentie verslag: 15004232 van 02/02/2016 Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 41

01. AANNEMINGSMODALITEITEN 01.00. aannemingsmodaliteiten - algemeen De voorschriften van dit hoofdstuk vormen een toelichting en/of aanvulling bij de wetgeving overheidsopdrachten. Aan alle hieraan verbonden verplichtingen en aansprakelijkheden wordt door onderhavige richtlijnen op geen enkele manier afbreuk gedaan. Meting De aard van alle artikels van dit hoofdstuk 01. Aannemingsmodaliteiten is Pro Memorie (PM), inbegrepen in het geheel van de aanneming. 01.02. aannemingsmodaliteiten voorafgaand plaatsbezoek PM Door het feit dat hij zijn offerte indient, erkent de inschrijver dat hij ter plaatse is geweest en zich op de hoogte heeft gesteld van de bestaande toestand van de bouwplaats, de ligging, de omgeving en de toegangswegen. Hierdoor wordt de inschrijver geacht zich volledig rekenschap te hebben gegeven van de omvang van de aanneming en de moeilijkheidsgraad van de uit te voeren werken, m.b.t. de algemene coördinatie van de werken de inrichting van de bouwplaats de gemeentelijke voorschriften en nutsleidingen de noodzakelijke veiligheidsvoorzieningen op de werf de mogelijkheden tot het aan- en afvoeren en het stockeren van bouwmaterialen het plaatsen van stellingen de opstelling van aangepast materieel (graafmachines, kranen, ) de eventuele voorafgaande sloop- en afbraakwerken en de afvoermogelijkheden de gebeurlijke aanbouw tegen en de bijhorende afwerkingen van scheidingsmuren of bestaande constructies,. Op straffe van nietigheid van zijn offerte, wordt de inschrijver verwacht een plaatsbezoek uit te voeren. De locatie is te bezoeken met uitzondering van de schoolvakanties. Het plaatsbezoek dient geattesteerd met een attest van plaatsbezoek (bijlage A) 01.03. aannemingsmodaliteiten burgerlijke aansprakelijkheid PM De aannemer is verantwoordelijk voor iedere schade die hij tijdens of door zijn werken zou toebrengen aan gebouwen, inboedel, beplanting, wegenis, nutsleidingen, e.d. of aan derden zowel aan hun persoon als aan hun goederen. Het betreft de extra contractuele aansprakelijkheid volgens artikel 1382 tot en met 1386 van het Burgerlijk Wetboek. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 42

01.04. aannemingsmodaliteiten volledigheid van inschrijving PM De opsomming van de prestaties in dit bestek moet als niet beperkend worden beschouwd. Door zijn inschrijving verplicht de aannemer zich ertoe in het kader van zijn forfaitaire prijs alle prestaties te leveren die behoren tot en/of in verband staan met de volledige en onberispelijke voltooiing van de werken, zoals die in het aannemingsdossier voorzien zijn. Bijkomende leveringen en prestaties die niet expliciet beschreven zijn in het bestek, detailplannen of uitvoeringsschema s, maar onontbeerlijk zijn voor een volledige en vakkundige uitvoering van de werken of technische installaties maken integraal deel uit van de overeenkomst en worden verondersteld te zijn opgenomen in de prijsbieding. Eventuele leemtes of opmerkingen moeten gemeld worden bij de inschrijving. Zo niet worden deze verondersteld te zijn inbegrepen in de offerte. De aannemer kan zich niet beroepen op onderschatting of misvatting van de beschreven werken om afwijkingen van het aannemingscontract te bedingen. 01.05. aannemingsmodaliteiten onderaanneming PM Niettegenstaande de aanbestedende overheid geen contractuele band heeft met de onderaannemers eist zij van de hoofdaannemer dat hij enkel werkt met onderaannemers die een erkenning hebben voor het deel van de opdracht dat zij zullen uitvoeren. Het bestek kan steeds bijkomende eisen opleggen inzake onderaannemers (zoals habilitatie, erkenningen, e.d.). 01.06. aannemingsmodaliteiten verrekeningen PM VERREKENINGEN TENGEVOLGE VAN VERMOEDELIJKE HOEVEELHEDEN - VA1 Alle hoeveelheden vermeld op de samenvattende opmeting zijn forfaitair, behalve de hoeveelheden die volgens de documenten tegen prijslijst worden uitgevoerd en die worden voorafgegaan of gevolgd door de vermelding VH of Vermoedelijke Hoeveelheid. Enkel die werken en artikels die uitdrukkelijk als vermoedelijke hoeveelheid zijn opgenomen in het bestek komen in aanmerking. Overschrijdingen van vermoedelijke hoeveelheden moeten voorafgaandelijk aangevraagd worden aan de opdrachtgever. Zij zullen na uitvoering verrekend worden op basis van de opgegeven eenheidsprijzen. De aannemer legt alle nuttige bewijzen voor om de juiste hoeveelheden te bepalen. De opmeting zal gebeuren op initiatief van de aannemer, op het ogenblik dat ze best controleerbaar zijn, in het bijzijn van de architect en/of een afgevaardigde van het Bestuur. VERREKENINGEN TENGEVOLGE VAN WIJZIGINGEN TIJDENS DE UITVOERING VAN DE WERKEN - VA2 Iedere wijziging, toevoeging of weglating van werken moet in principe worden vermeden. Indien toch noodzakelijk zijn zij het voorwerp van een verrekening-aanhangsel VA2. 01.07. aannemingsmodaliteiten keuringsattesten PM In dit bestek wordt voor verschillende materialen en/of systemen geëist dat zij beschikken over een merk van overeenkomstigheid BENOR of een doorlopende technische goedkeuring ATG of een gelijkwaardig keuringsattest. De producten waarvoor een merk van overeenkomstigheid BENOR of een technische goedkeuring ATG bestaat, of die het voorwerp uitmaken van een kwaliteitscontrole tijdens de fabricage door een door de overheid erkende onpartijdige instelling, worden vrijgesteld van de proeven voor voorafgaande technische keuring. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 43

De aanbestedende overheid behoudt zich nochtans het recht voor om, in geval van twijfel, op haar kosten tot een geheel of een gedeelte van de keuringsproeven over te gaan; de resultaten van deze proeven kunnen worden meegedeeld aan de instelling belast met het toekennen van het merk BENOR of ATG of met de kwaliteitscontrole van het desbetreffend product. Wanneer door de aannemer een partij zogenoemd (aan BENOR of ATG) gelijkwaardige producten voorgesteld wordt, toont de aannemer vooraf en op zijn kosten de gelijkwaardigheid aan met een gemotiveerde nota opgesteld in het Nederlands. Deze nota omvat alle stavingsstukken zoals auditrapporten, proefuitslagen,, opgemaakt door een officieel erkend onafhankelijk laboratorium. Indien de gelijkwaardigheid niet aanvaard wordt door de aanbestedende overheid zal deze overgaan tot een volledige partijkeuring ten laste van de aannemer. De betrokken producten mogen niet verwerkt worden voordat alle resultaten positief zijn. De aannemer heeft in dit geval nooit recht op schadevergoeding noch op termijnverlenging. 01.08. aannemingsmodaliteiten materialenlijst PM De aannemer legt op vraag van de architect of het Bestuur bij aanvang van de werken en/of minstens 15 dagen voor iedere levering of verwerking een lijst ter goedkeuring voor van alle te gebruiken materialen en systemen, samen met bijhorende representatieve stalen, kleurkaarten, technische fiches en eventueel voorgeschreven keuringsattesten. Wanneer dit gevraagd wordt, zal de aannemer de materialen, voor de aanvang van de werken, laten beproeven. Materialen De materialen worden zoveel mogelijk in recycleerbare verpakkingen geleverd. Het verpakkingsmateriaal wordt systematisch gesorteerd op de werf. Vlarem is van toepassing. De aannemer toont aan de hand van de veiligheidsfiche (Safety Data Sheet) of de technische fiche aan dat er bij de productie van de gebruikte materialen geen stoffen voorkomen die als schadelijk beschouwd worden door de Europese richtlijn 67/548/EEC. Afwerkingsmaterialen en -producten die in contact staan met de binnenomgeving van het gebouw mogen geen stoffen bevatten die kankerverwekkend (R40, R45, R49), mutageen (R46, R68), schadelijk of giftig voor de voortplanting (R60, R61, R62, R63) of toxisch (R23, R24, R25, R26, R27, R28) zijn. Hierbij wordt verwezen naar de Europese Verordening (EG) nr. 1272/2008. Duurzaam beheerd en gewonnen hout De Stad Gent vereist dat al het hout afkomstig is uit bossen die op duurzame wijze worden beheerd. Dit impliceert dat er geen kaalkap wordt gepleegd maar wel een selectieve kap, dat er bomen worden heraangeplant en dat men ervoor tracht te zorgen dat het ecosysteem in het bos niet wordt verstoord. Alle gebruikte hout dient gewonnen te zijn volgens criteria voor de validering van boscertificercingssystemen. Het hout moet onder andere voldoen aan onderstaande criteria Het hout moet afkomstig zijn uit verantwoord beheerde bossen en/of bijdragen aan een verantwoord beheer van bossen (bv door recyclage). Het product moet volledig vervaardigd zijn uit hout of vezels uit een verantwoord beheerd bos. Er moet rekening gehouden worden met de sociale aspecten van het bosbeheer. De rechten van inheemse gemeenschappen die in het bos wonen of van het bos afhankelijk zijn voor hun levensonderhoud worden erkend en gerespecteerd. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 44

Er moet rekening gehouden worden met de ecologische aspecten van het bosbeheer. Er wordt verantwoord omgesprongen met de fauna en de flora, de bodem en de waterhuishouding. Bossen met grote beschermingswaarde genieten bijkomende bescherming. De bossen waaruit het hout afkomstig is moeten economisch leefbaar zijn, ook op lange termijn. Bosbeheer moet in de eerste plaats de lokale economie versterken. Al het hout dat voorzien is van een FSC label voldoet aan de gestelde eisen van de Stad Gent, naast elke ander bewijs. Bijzondere uitvoeringsvoorwaarden Chain of Custody van een duurzaamheidslabel De Chain of Custody vermelding op een factuur betekent dat alle bedrijven in de handelsketen van zagerij tot fabrikant van eindproducten, in staat zijn de stroom FSC of anders gelabeld - gecertificeerde houtproducten te traceren, zowel administratief als fysiek. Elke schakel in de handelsketen van duurzaam geëxploiteerd hout moet een audit ondergaan, die moet garanderen dat gelabeld hout wel degelijk afkomstig is van gecertificeerde bossen. Deze keten wordt de Chain of Custody (COC) genoemd. Enkel bedrijven die een Chain of Custody certificaat hebben, mogen gelabelde producten verkopen. Op dit certificaat wordt een specifiek Chain of Custody-nummer vermeld. Elk bedrijf heeft zijn eigen nummer. De opdrachtnemer beschikt over Chain of Custody certificering omtrent de herkomst van het FSC of anders gelabeld hout. Bij ontbreken hieraan bewijst de opdrachtennemer dat zijn houtleverancier over een dergelijke certificering beschikt. Vooraan in het bestek vermeldt u bij de afwijkingen, aanvullingen en opmerkingen Een boete van 5% op het gedeelte van het hout dat geen COC-label heeft, met een minimum van 250 EUR per overtreding. De reden hiervoor is dat sociale en ecologische duurzaamheid tot de belangrijke beleidsprioriteiten van de Stad behoort. Om deze afdwingbaar te maken en als dus bij te dragen aan en duurzamere samenleving worden de boetes verhoogd mbt het duurzaam karakter van hout 01.10. plaatsbeschrijvingen algemeen De plaatsbeschrijvingen omvatten een volledige en nauwkeurige weergave van de toestand waarin eigendommen, zowel roerend als onroerend, zich bevinden op het ogenblik van het onderzoek. Dit betreft alle eigendommen en openbare domeinen die op een of andere wijze nadelige invloeden zouden kunnen ondergaan door de uitvoering van de werken. De tegensprekelijke plaatsbeschrijvingen en de vergelijkende beschrijvingen worden opgemaakt door een beëdigd onafhankelijk expert, aangesteld door de aannemer. Hij zal minstens veertien dagen op voorhand, door middel van een aangetekend schrijven, de eigenaar(s) van de te bezoeken panden de dag en het uur meedelen voor het plaatsbezoek. Hij zal hen in dit schrijven ook verzoeken om zich eventueel te laten bijstaan door een raadsman of deskundige om het tegensprekelijk karakter van de vaststellingen te verzekeren. Een kopie van dit schrijven wordt naar het Bestuur en de architect verstuurd. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 45

Voor de aanvang van de werken wordt een kopie van de door alle betrokken partijen ondertekende plaatsbeschrijving(en) aan alle betrokken partijen en het Bestuur overhandigd. Bij het einde van de werken wordt een tegensprekelijke staat van vergelijking opgemaakt met de vaststelling van de mogelijke schade t.o.v. de toestand vermeld in de plaatsbeschrijvingen bij de aanvang van de werken. De aannemer moet de vastgestelde beschadigingen herstellen of de schade vergoeden. Vóór de voorlopige oplevering overhandigt hij de opdrachtgever de schriftelijke verklaringen van de betrokken eigenaars dat ze ofwel geen schade hebben geleden ofwel dat de schade werd hersteld en/of vergoed. De plaatsbeschrijving zal bestaan uit een nauwkeurige tekstuele beschrijving een visualisering van de bestaande situatie d.m.v. foto s of video een ontvangstmelding en door de eigenaar(s) voor akkoord ondertekend exemplaar het eindrapport beslaat een geschreven tekst met vermelding van de wijzigingen t.o.v. de originele plaatsbeschrijving, aangevuld met foto s van de gebeurlijke schadegevallen. 01.11. plaatsbeschrijvingen aangrenzende constructies 01.11.10. plaatsbeschrijvingen aangrenzende constructies/bij aanvang van de werken PM Meting aard van de overeenkomst: Pro Memorie (PM). Inbegrepen in de aanneming. 01.11.20. plaatsbeschrijvingen aangrenzende constructies/staat van vergelijking PM Meting aard van de overeenkomst: Pro Memorie (PM). Inbegrepen in de aanneming. 01.14. plaatsbeschrijvingen wegenis en voetpaden De nodige plaatsbeschrijvingen van de openbare en/of private wegenis, inclusief de bestaande infrastructuur (riolering, putdeksels, verlichtingspalen, ) grenzend aan de werf en/of deel uitmakend van de werf. 01.14.10. plaatsbeschrijvingen wegenis en voetpaden bij aanvang van de werken PM Meting aard van de overeenkomst: Pro Memorie (PM). Inbegrepen in de aanneming. 01.14.20. plaatsbeschrijvingen wegenis en voetpaden/staat van vergelijking PM Meting aard van de overeenkomst: Pro Memorie (PM). Inbegrepen in de aanneming. 01.15. plaatsbeschrijvingen beplanting 01.15.10. plaatsbeschrijvingen beplanting/bij aanvang van de werken PM Meting aard van de overeenkomst: Pro Memorie (PM). Inbegrepen in de aanneming. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 46

01.15.20. plaatsbeschrijvingen beplanting/staat van vergelijking PM Meting aard van de overeenkomst: Pro Memorie (PM). Inbegrepen in de aanneming. 01.20. werfcoördinatie algemeen 01.21. werfcoördinatie planning van de werken PM Voor de aanvang van de werken moet een globale planning opgemaakt worden in samenspraak met de opdrachtgever, de architect, de betrokken studiebureau s en nutsmaatschappijen. Deze planning houdt rekening met de vastgelegde uitvoeringstermijnen door de verschillende onderaannemers. Eventuele opmerkingen zullen door de aannemer in een herziene versie worden verwerkt. Op regelmatige tijdstippen zal de planning worden geëvalueerd, i.f.v. de vordering van de werken, de vastgelegde uitvoeringstermijn en gebeurlijke termijnsverlengingen. 01.22. werfcoördinatie werfleiding en controle PM WERFLEIDING De aannemer neemt persoonlijk de leiding van en het toezicht op de werken op zich of wijst hiervoor een gemachtigde aan, die als werfverantwoordelijke instaat voor de goede uitvoering van de opdracht. De gemachtigde moet door het Bestuur worden erkend. Het Bestuur heeft steeds het recht om de gemachtigde te doen vervangen. WERFCONTROLE 0p de werf is steeds een kopie van het volledige aannemingsdossier aanwezig. De plannen worden op een afgesproken plaats opgehangen; hierop worden alle verbeteringen en aanpassingen aangeduid. Deze wijzigingen worden, na goedkeuring door de architect en/of opdrachtgever, in het dagboek der werken en/of de werfverslagen genoteerd. Het dagboek der werken en een kopie van alle werfverslagen moeten zich steeds op de bouwplaats bevinden in het werfkantoor. De aannemer stelt het nodige materieel, leveringen en personeel ter beschikking van het Bestuur en de controleorganen om al de door hen nuttig geachte controles uit te voeren. 01.23. werfcoördinatie werfvergaderingen PM Minstens eenmaal per werkweek vindt er een werfvergadering plaats. Er wordt in samenspraak tussen de opdrachtgever, de architect en de aannemer een bepaalde dag van de week en een vast uur afgesproken waarop de werfvergaderingen worden gehouden. Indien geen specifieke problemen in de werfvergadering worden besproken, mag de aannemer vertegenwoordigd zijn door een gemachtigde. Indien voorafgaandelijk gesignaleerd wordt dat op de werfvergadering een specifiek probleem zal worden besproken, moet de aannemer daarbij vertegenwoordigd zijn door een terzake bevoegd afgevaardigde. Eventueel bijkomende vergaderingen op uitnodiging van de architect zijn verplichtend voor de aannemer. In overleg tussen het Bestuur en de architect worden dag en uur bepaald. Van elke werfvergadering wordt door de architect een werfverslag opgemaakt waarin alle besproken punten worden opgenomen en dat aan alle betrokken personen wordt overhandigd of Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 47

toegestuurd. Deze verslagen zullen de waarde hebben van een aangetekende briefwisseling. Alle punten waarop geen bezwaar gemaakt is, worden als bekrachtigd beschouwd. 01.24. werfcoördinatie uitzetten bouwwerken PM Alle vereiste middelen en prestaties om de maten van de constructies correct vast te leggen, te visualiseren en de controle ervan door het Bestuur mogelijk te maken. Voor de aannemer begint met het uitzetten, verwittigt hij de architect hiervan minimum drie dagen op voorhand. Het uitzetten van de bouwwerken op het terrein gebeurt door het aanbrengen van voldoende referentiepunten en stevige merktekens. De waterpasmerktekens voor de afgewerkte vloerpeilen moeten op onuitwisbare wijze vastgelegd worden in overleg met de architect. Het niveau 0.00 is het peil van de afgewerkte vloerpas van de gelijkvloerse verdieping of zoals aangegeven op de plannen. Bij vastgestelde anomalieën op het terrein moet de aannemer zo nodig de afgeleverde bouwvergunning raadplegen en het Bestuur hiervan onmiddellijk op de hoogte stellen. Na het uitzetten nodigt de aannemer de architect en de opdrachtgever uit tot verificatie op het terrein en het eventueel aanbrengen van de nodige verbeteringen in het bijzijn van de aannemer of zijn gemachtigde. Het Bestuur moet zijn akkoord over de uitgezette maten noteren in het dagboek der werken. Pas dan kunnen de funderingswerken aangevat worden. 01.30. werfcondities algemeen 01.31. werfcondities orde en netheid PM De hoofdaannemer richt een nette en ordentelijke werf in en is gedurende de hele uitvoering van de werken verantwoordelijk voor het onderhoud en regelmatig opruimen ervan. TUSSENTIJDS OPRUIMEN & REINIGEN VAN DE BOUWPLAATS Tot aan de voorlopige oplevering staat de aannemer in voor: het wekelijks opruimen van de bouwplaats en reinigen van werflokalen, of telkens het opdrachtgevend Bestuur, architect of veiligheidscoördinator hierom verzoeken het regelmatig opruimen en verwijderen van de werf van alle puin, afval, overschotten van gebruikte materialen of afval van de door hem en/of zijn onderaannemers uitgevoerde werken. het treffen van alle maatregelen om de toegangswegen tot de werf (wegenis, riolen) proper te houden; alle door het gemeentebestuur opgelegde waarborgen betreffende het openbaar domein zijn daarbij ten laste van de aannemer. ALGEMENE SCHOONMAAK VOOR DE VOORLOPIGE OPLEVERING Bij het beëindigen van de werken en voor er tot de voorlopige oplevering kan worden overgegaan, moet de aannemer zorgen voor een grondige opkuis van de volledige werf, zowel buiten als binnen de gebouwen, door hem gebouwd, uitgerust of gebruikt tijdens de werken, ongeacht of de vervuiling door hemzelf of zijn onderaannemers werd veroorzaakt. Deze algemene opkuis omvat o.a. het weghalen van klevers, het wassen van alle schrijnwerk en beglazing, bevloeringen, vensterbanken, sanitaire toestellen,. De reinigingswerken gebeuren met aangepaste producten en waar vereist door gekwalificeerd personeel. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 48

Keuring De architect en het Bestuur behouden zich het recht voor om na schriftelijke aanmaning, en indien de aannemer hieraan geen gevolg heeft gegeven binnen de 8 dagen na ontvangst, de werf te laten opruimen door derden en de achtergelaten materialen te laten afvoeren. De kosten hiervoor worden onverminderd van de maandelijkse vorderingsstaat of eindafrekening van de aannemer afgehouden. 01.32. werfcondities geluids- en stofhinder PM GELUIDSHINDER De aannemer moet zijn machines en het aangewende materieel voorzien van alle geluiddempende middelen die de techniek hem ter beschikking stelt. In het bijzonder bij werkzaamheden in stedelijke omgevingen moet de geluidshinder tot een minimum beperkt worden, conform eventuele gemeentelijke voorschriften. Alle gebeurlijke klachten en/of boetes zijn ten laste van de aannemer. STOFHINDER Bij werken die gepaard gaan met opwaaiend stof, treft de aannemer de nodige maatregelen om de hinder voor de omgeving te beperken. De voorziene maatregelen kunnen bestaan uit het besproeien met water en/of het spannen van afschermende zeilen. Alle gebeurlijke klachten, schadeclaims en/of boetes zijn ten laste van de aannemer. 01.40. veiligheidsvoorschriften algemeen PM De aannemer neemt op zijn verantwoordelijkheid alle nodige organisatorische en technische maatregelen om gedurende het ganse verloop van de werken de veiligheid te verzekeren van zijn personeel en van alle op de werf toe te laten personen. Meting aard van de overeenkomst: Pro Memorie (PM). Inbegrepen in de eenheidsprijzen van alle respectievelijke uitvoeringsposten waarop het veiligheids- & gezondheidsplan betrekking heeft. Materialen en uitvoering Alle werken worden uitgevoerd overeenkomstig de voorschriften van: de Codex over het welzijn op het werk de welzijnswet van 04/08/1996 het KB van 25/01/2001 betreffende tijdelijke of mobiele bouwplaatsen, en haar wijzigingen de nog geldende voorschriften van het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming (ARAB) de diverse publicaties van het Nationaal Actiecomité voor de Veiligheid en hygiëne in het Bouwbedrijf (NAVB). De aannemer zal zich schikken naar de aanbevelingen van de veiligheidscoördinatorverwezenlijking en de richtlijnen van het veiligheids- & gezondheidsplan, zoals gevoegd bij het aanbestedingsdossier. Alle eventueel hieraan verbonden kosten zijn inbegrepen in de aanneming. Volgens het art.159 van het KB van 15/07/2011 inzake overheidsopdrachten is de opvraging van documenten zoals vermeld in punt 1 en punt 2 van art. 30 van het KB van 25/01/2001 (gewijzigd door het KB van 19/01/2005) facultatief. Aangezien het veiligheids- en gezondheidsplan voldoende nauwkeurig beschrijft op welke wijze het bouwwerk moet worden uitgevoerd, worden er door de coördinator-ontwerp geen bijkomende documenten opgevraagd aan de inschrijvers. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 49

Door het ondertekenen van het inschrijvingsbiljet van de VMSW bevestigt de inschrijver dat hij de werkmethode zal volgen die voortvloeit uit dit veiligheids- en gezondheidsplan. Personen die de veiligheidsvoorschriften overtreden, kunnen van de bouwplaats worden gestuurd. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 50

02. BOUWPLAATSVOORZIENINGEN 02.00. bouwplaatsvoorzieningen - algemeen De voorbereidende werkzaamheden voor de inrichting van de bouwplaats omvatten alle administratieve en organisatorische maatregelen en technische middelen om de werken volgens de bepalingen van het aanbestedingsdossier mogelijk te maken en dit overeenkomstig de omvang van de opdracht, de moeilijkheidsgraad en de eisen van veiligheid en hygiëne. Alle bedrijfsmiddelen, zoals materieel, energie, water, communicatiemiddelen, transport, e.d., alsook de (voorlopige) aansluiting aan de installaties van algemeen nut, de nodige vergunningen, vergoedingen of borgstellingen nodig voor de verwezenlijking van de aanneming zijn standaard inbegrepen in de eenheidsprijs. Dit geldt tevens voor alle deelaspecten van de inrichting van de werf, behalve indien de aanbestedingsdocumenten voor sommige van deze artikelen uitdrukkelijk een afzonderlijke post zouden voorzien. De inrichting en organisatie van de bouwplaats gebeurt voor de aanvang van de werken en volledig op kosten van de aannemer. De concrete planning hiervan wordt volledig overgelaten aan het initiatief en de verantwoordelijkheid van de aannemer, tenzij het bestek specifieke voorschriften oplegt. Het Bestuur kan steeds een schetsmatig voorstel van de geplande inrichting opvragen ter goedkeuring. 02.10. beschermingswerken algemeen 02.12. beschermingswerken - beplantingen 02.12.10. beschermingswerken beplantingen/bomen PM De aannemer moet de bestaande bomen waarvan de verwijdering niet uitdrukkelijk wordt voorzien, op afdoende wijze beschermen tegen ieder risico tot beschadiging of vernietiging. Meting aard van de overeenkomst: Pro Memorie (PM) De te behouden bomen worden beschermd, de bescherming wordt gedurende de ganse loop van de werken in stand gehouden. De beschermingshoogte is aangepast aan de kruinhoogte met een minimum van 1,80 m. De beschermingszijvlakken zijn tenminste 0,5 m breder dan de kruindiameter van de boom. Binnen deze zone mogen geen bouwactiviteiten plaatsvinden (graven, ophogen, bouwverkeer, opslag van materialen, ), behoudens de uitdrukkelijke toestemming van de opdrachtgever en architect. Na voltooiing worden de beschermingsmiddelen verwijderd en afgevoerd van de bouwplaats. De bomen die tijdens de beschermingsperiode toch beschadigd worden, zullen vervangen worden (soort en grootte zoals de beschadigde exemplaren) of vergoed worden op kosten van de aannemer. De schade zal berekend worden op basis van de Uniforme methode voor de waardebepaling van straat-, laan-, en parkbomen behorende tot het openbaar domein. Toepassing Bestaande bomen (7 stuks) zoals aangegeven op het plan en onderstaande foto s Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 51

Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 52

02.15. beschermingswerken bestaande gebouwdelen PM De aannemer zal de bestaande zes asbesthoudende pilasters en bloembakken beschermen om elke vorm van schade, ten gevolge van de bouwwerken, te voorkomen. De beschrijving van de mogelijke risico s zijn opgenomen in de asbestinventaris, pagina 29. Meting aard van de overeenkomst: Pro Memorie (PM) De aannemer neemt de nodige maatregelen zoals voorzien in de asbestinventaris. Werkmethode voor te leggen aan de veiligheidscoördinator-uitvoering en het bouwbestuur. Toepassing Asbesthoudende pilasters afdak speelplaats. 02.20. opruiming beplantingen algemeen 02.21. opruiming beplantingen bomen PM Overtollige bomen worden gerooid en van het bouwterrein verwijderd. Meting aard van de overeenkomst: Pro Memorie (PM) Na bescherming van de eventueel te behouden bomen, worden de op te ruimen bomen gerooid en verwijderd met inbegrip van de wortelkroon en de wortels. De ontstane kuilen worden gevuld met aan te voeren teelaarde Tenzij anders vermeld heeft de aannemer de vrije beschikking over de gerooide bomen. Toepassing Alle bomen op het terrein, behalve degene die opgenomen zijn als te bewaren (post 2.12.10) bomen. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 53

02.22. opruiming beplantingen struiken en hagen PM De overtollige struiken, hagen en overige aanplantingen worden opgeruimd en van het bouwterrein verwijderd. Meting aard van de overeenkomst: Pro Memorie (PM) Na bescherming van de eventueel te behouden struiken en hagen, worden de op te ruimen struiken en hagen verwijderd met inbegrip van de wortels en van de bouwplaats afgevoerd. Het verbranden of inkuilen op de bouwplaats is verboden. De ontstane kuilen worden gevuld met aan te voeren teelaarde Toepassing Alle beplanting over de volledige speelplaats en de voortuin aan de Onderwijsstraat. 02.40. voorlopige omheining algemeen De aannemer moet ervoor zorgen dat het betreden van de bouwplaats door derden wordt verhinderd. Meting aard van de overeenkomst: Pro Memorie (PM). Alle kosten zijn ten laste van de aanneming. De nodige borden, signalisatie, verlichting, overdekkingen, voetgangerspaden, taksen, enz. worden hierbij inbegrepen. Waar de bouwplaats grenst aan openbaar terrein plaatst de aannemer een voorlopige omheining en de nodige signalisatie, die voldoende doeltreffend is om onbevoegde personen te weren en de veiligheid van het verkeer te waarborgen. Indien nodig kan het Bestuur de aannemer vragen ook andere delen van de bouwplaats van een omheining te voorzien. De omheining wordt voldoende stevig uitgevoerd, onderhouden en zonodig hersteld. De hoogte van de voorlopige omheining bedraagt ten minste 1,80 m. De afsluiting is voorzien van de nodige afsluitbare toegangen. Sleutels van deze toegangen worden bezorgd aan de architect en het Bestuur. Inplanting, materiaal, afmetingen en uitrusting moeten in overeenstemming gebracht worden met de geldende gemeentelijke voorschriften. De aannemer doet de vereiste aanvragen en betaalt de verschuldigde taksen. Waar de omheining wordt aangebracht op het voetpad, moet de aannemer zorgen voor een veilige voetgangerszone met een minimale breedte van 0,80 m en voorzien van een stevige borstwering op 1,00 m hoogte. De omheining wordt op regelmatige afstanden voorzien van een bordje verboden de werf te betreden of dergelijke. De omheining blijft eigendom van de aannemer en wordt pas weggenomen na de voorlopige oplevering of na akkoord van het Bestuur. De aannemer is volledig verantwoordelijk voor alle gebeurlijke diefstallen en/of vandalisme. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 54

02.50. aankondiging werf algemeen De aannemer voorziet informatie over de werf voor voorbijgangers. De opstelling van de werfaankondiging zal gebeuren in samenspraak met het Bestuur en moet in overeenstemming zijn met alle wettelijke en/of gemeentelijke verordeningen. Indien de werf aan verschillende straten paalt, wordt in elke straat een werfaankondiging geplaatst. De werfaankondiging wordt in weersbestendige materialen uitgevoerd. De leesbaarheid van de informatie moet gedurende de volledige uitvoeringstermijn gegarandeerd zijn. De aannemer is verantwoordelijk voor de veilige opstelling, stabiliteit en verankering van het geheel, ook bij hevige regen en stormwinden. De onderkant van de werfaankondiging bevindt zich op een hoogte van min. 250 cm boven het plaatselijk niveau van het voetpad. De werfaankondiging wordt pas verwijderd mits uitdrukkelijke goedkeuring van het Bestuur en blijft eigendom van de opdrachtgever, ook na verwijdering. Na verwijdering wordt de inplantingsplaats in zijn oorspronkelijke staat hersteld. Behalve de vermelding van de hoofdaannemer en eventuele onderaannemers op de borden worden bijkomende reclamepanelen niet toegestaan, behoudens de uitdrukkelijke goedkeuring van het Bestuur. Iedere andere vorm van publiciteit is verboden en moet van de werf worden verwijderd. 02.51. aankondiging werf - werfbord PM De aankondiging van de werf gebeurt d.m.v. een werfbord. Meting aard van de overeenkomst: Pro memorie (PM) De te vermelden informatie en de richtlijnen voor de opmaak zijn bepaald door de Stad Gent.: Materialen Panelen : de stroken zijn vervaardigd uit watervaste multiplex of een gelijkwaardig weersbestendig materiaal (aluminium, kunststof ), kleur wit, afmetingen circa 200x20 cm, dikte minimum 1,8 cm. Draagconstructie : geschaafd hout, sectie: circa 7x17 cm of een stevige metaalconstructie Letters : drukletters van een eenvoudig, strak afgelijnd lettertype, d.m.v. weersbestendige zwarte letters aangebracht op een witte achtergrond, geschilderd of zelfklevend. De opstelling van de borden zal gebeuren in samenspraak met het Bestuur en dient in overeenstemming te zijn met alle wettelijke en/of gemeentelijke verordeningen. De strookvormige panelen worden aangebracht op een hoogte van minimum 250 cm (onderkant van het paneel) boven het plaatselijk niveau van het voetpad, steunend op twee pijlers. De verticale steunen worden stevig in de grond bevestigd en verstevigd met de nodige zijdelingse schoren. De draagstructuur, de fundering en de bevestiging van het paneel zijn berekend op een druk of trek, loodrecht op het paneel, van minimum 90 kg/m2; de panelen Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 55

worden met regelmatige tussenafstanden stevig op de draagconstructie bevestigd. De aannemer is verantwoordelijk voor de veilige opstelling van het geheel, ook bij hevige regen en stormwinden. De panelen worden pas verwijderd mits uitdrukkelijke goedkeuring van het Bestuur Na verwijdering wordt de inplantingsplaats in zijn oorspronkelijke staat hersteld. Keuring Behoudens de uniforme vermelding van de hoofdaannemer / eventuele onderaannemers op het aankondigingsbord worden bijkomende reclamepanelen niet toegestaan, behoudens de uitdrukkelijke goedkeuring van het Bestuur. Iedere andere vorm van publiciteit is verboden en dient van de werf te worden verwijderd. Werfbord / STAD GENT Bij betekening van de gunning zal door de opdrachtgever een detailplan van de lay-out van het volledige bord overeenkomstig de richtlijnen van de stad GENT en een klever met het logo van de stad Gent aan de aannemer worden overgemaakt. 02.60. werflokalen algemeen De aannemer voorziet de nodige werflokalen voor de volledige duur van de werken. De werken omvatten ook de aanleg, onderhoud, verwijdering en herstel van het grondoppervlak. Materialen Alle werflokalen zijn opgetrokken uit een degelijke en solide constructie en moeten volledig afsluitbaar zijn. De aannemer bezorgt het Bestuur voorafgaandelijk een schetsmatig overzicht van de inplanting van de werflokalen. De werflokalen zijn gemakkelijk bereikbaar en toegankelijk, worden netjes onderhouden tijdens hun volledige gebruiksduur en zijn wind-, stof- en waterdicht. Werflokalen die op de openbare weg moeten staan, moeten voldoen aan de geldende gemeentelijke en politiereglementen. 02.61. werflokalen berging van materieel en bouwmaterialen PM Materieel en bouwmaterialen gevoelig voor vocht moeten opgeslagen worden op een droge plaats. De aannemer voorziet hiervoor de nodige opslagruimten. Meting aard van de overeenkomst: Pro memorie (PM) De aannemer moet de bergruimten afsluiten, de gestapelde voorwerpen beschutten en ze beschermen tegen hitte, koude, vochtigheid en brandgevaar. De aannemer draagt zelf de volledige verantwoordelijkheid bij gebeurlijke diefstal van goederen. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 56

02.63. werflokalen personeelslokaal PM De aannemer moet zijn arbeiders lokalen ter beschikking stellen waar zij kunnen schuilen, hun kleding bergen, zich verzorgen en eten. Meting aard van de overeenkomst: Pro memorie (PM) De lokalen moeten overeenstemmen met de voorschriften van het ARAB en aanbevelingen van het NAVB. De keet moet behoorlijk verlicht zijn, in de winter behoorlijk verwarmd kunnen worden en voorzien zijn van aangepast meubilair. Deze bouwketen mogen niet gebruikt worden voor het opslaan van materialen en gereedschap. 02.64. werflokalen sanitaire voorzieningen PM De aannemer voorziet de nodige sanitaire voorzieningen met minimaal één (chemisch) toilet. Meting aard van de overeenkomst: Pro memorie (PM) Zij moeten overeenstemmen met de eisen van het ARAB inzake veiligheid en hygiëne. 02.80. arbeidsmiddelen algemeen 02.82. arbeidsmiddelen hijsen en heffen van lasten/torenkraaninstallatie TP De aannemer voorziet de hulpmiddelen voor het hijsen en heffen van lasten (kranen, hefplatformen, takels, ). Deze post omvat het voorzien van een geschikte torenkraan, opgesteld op de speelplaats, gedurende de uitvoering van de werken. Meting aard van de overeenkomst: Totale Prijs Het KB betreffende het gebruik van arbeidsmiddelen voor het hijsen of heffen van lasten (KB 04/05/1999 en eventuele aanvullingen, wijzigingen) is van toepassing. De giek van de werfkraan mag geen hinder veroorzaken of hinder ondervinden indien deze buiten de bouwplaats zwenkt. Alle noodzakelijke vergunningen, tijdelijke privatiseringen van het openbaar domein, keuringen, zijn ten laste van de aanneming. Het grondmechanisch onderzoek t.b.v. de fundering voor de torenkraan is toegevoegd aan het bestek. De kraanfundering, alsook de stabiliteitsberekeningen, maken deel uit van deze post. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 57

02.83. arbeidsmiddelen hijsen en heffen van lasten/torenkraangebruik derden VH uur Deze post omvat het gebruik, met bediening van de torenkraan (art 02.83), door een opgeleide arbeider van de aannemer voor transport van goederen van derden, aangesteld door de Bouwheer. Het gewicht van deze goederen is beperkt tot het hefvermogen van de kraan en dient te gebeuren tijdens de gewone werkuren. Meting meeteenheid: per uur aard van de overeenkomst: Vermoedelijke Hoeveelheid Het KB betreffende het gebruik van arbeidsmiddelen voor het hijsen of heffen van lasten (KB 04/05/1999 en eventuele aanvullingen, wijzigingen) is van toepassing. 02.90. tijdelijke lokalen - algemeen 02.91. tijdelijke lokalen - sanitaire voorzieningen FH mnd Post omvat het monteren en demonteren van een container met sanitaire voorzieningen voor een huurperiode van één maand. Huurverlenging, per week, volgens artikel 02.92. Meting meeteenheid: één maand meetcode: volledige installatie, gebruiksklaar opgesteld. aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH) Cabine geschikt voor buitenopstelling voorzien van minimaal: - 5 toiletten - 3 urinoirs - 3 wastafels - verlichting voorbeeld Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 58

Stroom- en watertoevoer vanuit bestaand gebouw en rioolaansluiting inbegrepen in onderhavige post. Afhankelijk van het hijsvermogen van de geplaatste torenkraan kan de aannemer eventueel kiezen voor het opstellen van meerdere sanitaire units. Toepassing Opstelling op speelplaats STIBO. 02.92. tijdelijke lokalen - sanitaire voorzieningen VH week Post omvat de huurverlenging van voornoemde huurcontainer met sanitaire voorzieningen. Meting meeteenheid: per week meetcode: huurverlenging per week. aard van de overeenkomst: Vermoedelijke Hoeveelheid Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 59

03. AFBRAAKWERKEN 03.00. afbraakwerken algemeen PLAATSBEZOEK De aannemer is verplicht om vóór het indienen van zijn offerte een plaatsbezoek te brengen aan de af te breken constructies om zich te vergewissen van de plaatselijke omstandigheden. Hij maakt hiervoor een afspraak bij de bouwheer zodat deze de aannemer toegang kan verlenen. PLANNING De aannemer legt minstens twee weken voor de aanvang van de afbraakwerken een werkplanning ter goedkeuring voor aan het Bestuur. De aannemer houdt rekening met eventuele aanpassingen die door het Bestuur gevraagd worden. De aannemer treft de nodige maatregelen bij slechte weersomstandigheden. VOORZORGSMAATREGELEN EN VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Het uitvoeren van de afbraak- en stutwerken gebeurt onder volledige verantwoordelijkheid van de aannemer. Hij neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om schade aan omliggende gebouwen, de openbare weg en nutsleidingen te voorkomen. De aannemer herstelt op zijn kosten alle schade die door de afbraakwerken wordt veroorzaakt. Ook eventuele kosten voor bijkomende werken, leveringen en testmetingen die door de netbeheerder uitgevoerd moeten worden om de schade te herstellen, zijn ten laste van de aannemer. De nodige beveiliging voor personen en de afscherming voor onbevoegde personen wordt voorzien. De aannemer neemt de nodige maatregelen om de verspreiding van stof te beperken. Bij gebruik van stellingen worden zeilen geplaatst. De werknemers die in deze afgeschermde zone werken, moeten geschikte werkkledij en persoonlijke beschermingsmiddelen dragen. Het puin van de afbraakwerken mag niet naar beneden gegooid worden, er moet gebruik gemaakt worden van stortkokers. De puincontainers moeten afgedekt worden om zo weinig mogelijk stof te doen opwaaien. Er worden bij de afbraak geschikte arbeidsmiddelen gebruikt zodat zo weinig mogelijk stof geproduceerd wordt. Er wordt een geschikte stofafzuiging voorzien op de machines. De richtlijnen van de Instructiefiches gebaseerd op de Nepsi-fiches opgemaakt door het NAVB worden opgevolgd. Wanneer de aannemer onverwacht materialen ontdekt waarvan hij vermoedt dat ze asbesthoudend zijn (en die niet opgenomen zijn in de asbestinventaris), verwittigt hij onmiddellijk de architect. Een staal van het materiaal wordt naar een erkend labo voor asbestonderzoek gestuurd. Indien het staal asbesthoudend blijkt te zijn, maakt de aannemer een verrekeningsvoorstel op voor de bijkomend te verwijderen asbesttoepassingen. De aannemer vangt de verwijderingwerkzaamheden pas aan na goedkeuring van de architect en bouwheer. De verwijdering gebeurt volgens artikel 03.01. De aannemer zorgt ervoor dat overtollig oppervlaktewater afgevoerd wordt. Bij nalatigheid hiervan kan hij kan onder geen beding overmacht inroepen. Massieven worden met geschikte middelen gesloopt. Voor het gebruik van explosieven moeten de nodige toelatingen bekomen worden en moet de bestaande reglementering nageleefd worden. Bij gedeeltelijke afbraakwerken binnen in gebouwen is het strikt verboden om compacte laders of compacte graafmachines te gebruiken, tenzij het Bestuur hiervoor schriftelijk toestemming geeft. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 60

De aannemer blijft echter volledig aansprakelijk bij gebeurlijke ongevallen of het berokkenen van schade. AFVOER VAN PUIN Alle in of rond de af te breken constructies achtergelaten inboedel, afval, sluikstorten, e.d. wordt voorafgaandelijk aan de afbraakwerken verzameld en reglementair gestort. Alle afbraakmaterialen worden na de afbraak eigendom van de aannemer en worden volgens vordering van de werken weggevoerd naar officieel erkende stortplaatsen of verwerkingscentra. De aannemer moet op verzoek van het Bestuur de bewijzen hiervan kunnen voorleggen. Het is verboden de openbare weg te belemmeren met de afbraakmaterialen. Onder geen beding worden afbraakmaterialen, puin, vuilnis of afval op de werf achtergelaten, ingegraven of verbrand. ARCHEOLOGIE Indien voorwerpen met een wetenschappelijke of een kunsthistorische waarde ontdekt worden tijdens de sloopwerken, het graafwerk of de verdere uitvoering van de werken, meldt de aannemer dit onmiddellijk aan het Bestuur. Deze voorwerpen worden automatisch eigendom van de bouwheer. De bouwheer heeft het recht om de aannemer bijzondere voorschriften op te leggen tot (voorlopige) vrijwaring, inventarisering, conservering of opruiming van de voorwerpen. 03.01. afbraakwerken asbestverwijdering Het KB 16/03/2006 betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico s van blootstelling aan asbest is van toepassing op de afbraakwerken van elementen die asbest bevatten. Een asbestinventaris van de af te breken gebouwen en/of gebouwdelen is opgemaakt ten laste van de bouwheer en is toegevoegd aan het aanbestedingsdossier. De verwijdering van asbesthoudende materialen is opgenomen in specifieke asbestverwijderingsartikels per toepassing verder in dit hoofdstuk. De aannemer verwijdert de asbesthoudende materialen volgens de in het KB toegelaten methode. In geval van twijfel over de toe te passen verwijderingsmethode neemt de aannemer vóór zijn inschrijving contact op met de regionale directie van het Toezicht op het Welzijn op het Werk om te bepalen welke methode voor de betreffende asbesttoepassing moet gebruikt worden. De aannemer bepaalt op basis hiervan zijn eenheidsprijs voor de asbestverwijdering. Verrekeningen hieromtrent worden niet aanvaard. De techniek van de eenvoudige handelingen die toegelaten is voor sommige hechtgebonden asbesttoepassingen kan door de aannemer zelf uitgevoerd worden. De richtlijnen van het WTCB hieromtrent worden gevolgd (zie o.a. artikel Ontmanteling van elementen uit asbestcement in buitenomstandigheden WTCB-dossiers Nr. 2/2008). De verwijdering van asbest d.m.v. de couveusezakmethode en de methode van de hermetisch gesloten zone mag enkel door een door de minister van werk erkende asbestverwijderingsfirma uitgevoerd worden. Een attest van de erkenning wordt voor de aanvang van de asbestverwijderingswerken voorgelegd aan de architect. Toepassing Uit de asbestinventaris zijn de fiches 16 en 18 van toepassing op deze aanneming. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 61

03.20. afbraak ruwbouwelementen - algemeen De werken omvatten: het aanbrengen van de nodige stellingen en/of ladders voor het bereiken van de gewenste plaatsen; het aanbrengen van de nodige beschermingen, met windvaste zeilen en dergelijke, tegen hemelwater; het treffen van de eventueel nodige veiligheidsmaatregelen aan de straatzijde volgens de geldende reglementeringen van de gemeente. Eventuele kosten hiervoor zijn ten laste van de aannemer; de eigenlijke afbraak van de ruwbouwelementen; het herstellen van de losgekomen en afbrokkelende te behouden constructiedelen met gelijkwaardige materialen volgens de instructies gegeven door het Bestuur; het wegnemen van de stellingen, ladders, schoren en stutten na akkoord van het Bestuur; het verwijderen van alle afvalmaterialen en puin naar erkende stortplaatsen of recyclagecentra. Indien de afbraakwerken een invloed kunnen hebben op de aanpalende gebouwen en de openbare weg maakt de aannemer voor de start van de afbraakwerken een plaatsbeschrijving op. De aannemer zorgt dat de niet te slopen gebouwelementen afdoende beschermd en niet beschadigd worden. Waar dragende delen van de bestaande ruwbouw weggebroken worden, zorgt de aannemer dat de stabiliteit van het volledige gebouw of de zone waarin de werken plaatsvinden niet in gevaar komen. Hiervoor gebruikt hij de nodige stellingen, beveiligingen, tijdelijke schoren, onderstuttingen en beschermingsmaatregelen. Er wordt uiterst omzichtig tewerk gegaan. Beschadigingen aan te behouden constructiedelen worden door de aannemer en op zijn kosten in hun oorspronkelijke toestand hersteld. 03.21. afbraak ruwbouwelementen muren De afbraak gebeurt met gepaste middelen zonder de te behouden constructies en/of afwerkingen te beschadigen. Elementen die deel uitmaken van de af te breken muren zoals lateien, dorpels, muurblokken, plinten, verankeringen, worden mee afgebroken. Wanneer de aannemer muren in zeer slechte staat ontdekt, die niet als af te breken staan opgetekend, waarschuwt hij de architect, die beslist of deze muren ook afgebroken moeten worden. 03.21.10. afbraak ruwbouwelementen muren/metselwerk TP (1) Afbraak en puinafvoer van de oude steunmuurtjes van de stookolietanks ; (2) Afbraak en puinafvoer van laag tuinmuurtje aan de Onderwijsstraat, tot 15 cm onder het voetpadpeil. Het af te voeren puin wordt niet afzonderlijk gemeten en is inbegrepen in onderhavig artikel. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 62

Meting meeteenheid: totale prijs aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid Toepassing Kelder, lokaalnr B-1.24. Tuinmuurtje Onderwijsstraat Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 63

03.50. afbraak binnenafwerking - algemeen 03.58. afbraak binnenafwerking vast meubilair 03.58.30. afbraak binnenafwerking vast meubilair/schoolborden TP Wegenemen en afvoeren van twee asbesthoudende wandschoolborden. Meting meeteenheid: Totale Prijs aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid Materiaal Gebonden asbest. Volgens asbestinventaris fiche 18, pagina 31. Toepassing Twee schoolborden onder het afdak van de speelkoer Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 64

10. GRONDWERKEN 10.00. grondwerken - algemeen Alle graafwerken noodzakelijk voor het verwezenlijken van de bouwputten en sleuven, alle wederaanvullingen rondom de gerealiseerde funderingen en/of kelders van de op te richten gebouwen. Behalve de in de volgende artikels beschreven werken, omvat de post grondwerken ook steeds: het nauwkeurig uitzetten en controleren van de uit te graven zones en peilen van de bouwputten en/of sleuven; het ter plaatse brengen en de installatie van het benodigde materieel, graafmachines, e.a.; het uitbreken en wegruimen van hindernissen of massieven met een volume kleiner dan 0,5 m3; de ongeschonden vrijwaring, de eventuele verlegging of terugplaatsing van aangetroffen kabels en leidingen; het droog houden van de bouwputten en sleuven ten gevolge van neerslag en/of grondwater (tenzij dit apart gemeten wordt onder artikel 10.60). AARD VAN HET TERREIN - GRONDONDERZOEK De aannemer wordt, door het feit van zijn inschrijving, geacht voorafgaandelijk kennis te hebben genomen van het terrein en de bodemgesteldheid, zodat dit geen aanleiding kan geven tot het indienen van verrekeningen, behalve de toegestane meerwerken voor onvoorziene omstandigheden en/of de afrekening van vermoedelijke hoeveelheden die expliciet in het bestek en de samenvattende opmeting worden vermeld. De opdrachtgever zal instaan voor het aanleveren van: de benodigde informatie omtrent de milieuhygiënische kwaliteit, die de aannemer in staat moet stellen om zijn prijszetting te maken, rekening houdend met de wetgeving m.b.t. het werken met uitgegraven bodem; het diepsonderingsverslag. Deze documenten worden als bijlage gevoegd bij de aanbestedingsdocumenten. De kosten voor deze grondonderzoeken vallen behoudens andere bepalingen ten laste van de bouwheer. WIJZE VAN UITVOERING - PLANNING Alle op het terrein achtergelaten inboedel, afval, sluikstorten, e.d. wordt voorafgaandelijk aan de werken verzameld en reglementair gestort. De graafwerken moeten, volgens de aard van het terrein en volgens noodwendigheid, machinaal of handmatig, uitgevoerd worden. Er worden geen verrekeningen toegestaan voor graafwerken die handmatig moeten uitgevoerd worden. Er wordt uitsluitend in droge bouwputten gewerkt. Indien artikel 10.60. betreffende bronbemalingen niet opgenomen is in dit bestek wordt deze automatisch beschouwd als een last van de aanneming, zonder recht op enige prijsverrekening. Mits alle voorschriften van dit bestek en de plannen nageleefd worden en mits geen schade wordt aangebracht aan werken in uitvoering en/of aan bestaande bouwwerken, wordt de uitvoeringswijze overgelaten aan het initiatief van de aannemer, die er de volle verantwoordelijkheid voor draagt. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 65

BESCHERMINGSMAATREGELEN De aannemer zal zich voor de aanvang van de graafwerken per aangetekend schrijven informeren bij de gemeente waar de ondergrondse leidingen lopen en of deze een risico kunnen inhouden bij de geplande werkzaamheden. Registratie en planaanvraag via het KLIP. De verplichtingen voor de aannemer, m.b.t. elektrische kabels worden verwoord in het AREI (artikel 192.02) en het ARAB (artikel 260bis). Bij schade aan een ondergrondse kabel tijdens de uitvoering van de werken zal de aannemer hiervoor aansprakelijk worden gesteld. De werkzaamheden mogen geen schade aanrichten aan de aan de gang zijnde werken of aan bestaande bouwwerken. De bodems van bouwputten en sleuven worden beschermd tegen elke schade door water of vorst. Iedere gebeurlijke schade valt ten laste van de aannemer. De aannemer treft alle nodige schikkingen om afkalvingen tijdens de uitvoering van de werken te vermijden. Indien de graafwerken de stabiliteit van bepaalde constructies in het gedrang kunnen brengen, verwittigt de aannemer onmiddellijk het bestuur. De graafwerken mogen pas weer aangevangen worden na het akkoord van het bestuur en na het eventueel nemen van maatregelen zoals het plaatsen van doeltreffende stutten, schoringen of onderschoeiingen. VERREKENINGEN De voorziene afmetingen en diepte van de funderingssleuven en/of bouwputten worden vermeld op de plannen, in het bestek en/of de gedetailleerde meetstaat. Er worden hieromtrent geen wijzigingen of verrekeningen toegestaan. De architect/stabiliteitsingenieur kan echter in elke fase van de uitgraving eisen sleuven en/of bouwputten dieper of minder diep uit te voeren dan het aanvankelijk voorgeschreven niveau vanwege de toestand van de blootgemaakte grond. Meer- of minwerken die hieruit voortspruiten, worden verrekend in de diepte (niet in de breedte) en aan de eenheidsprijs voorzien in de offerte. Zonder uitdrukkelijke goedkeuring van de architect/stabiliteitsingenieur is het verboden de uitgravingen dieper uit te voeren dan voorzien. Indien dit toch zou gebeuren en/of bouwputten door toedoen van de aannemer beschadigingen hebben ondergaan, heeft de architect het recht een bepaalde aanvulling op te leggen, waarbij de aannemer niet zal vergoed worden voor alle hieruit voortvloeiende bijkomende uit te voeren grond- en graafwerken, aanvullingen, funderings-, metsel- en andere werken. MASSIEVEN - ONVOORZIENE HINDERNISSEN Bij het uitvoeren van de grond- en graafwerken verwijdert de aannemer alle overtollige hindernissen (oude funderings- en metselwerkmassieven, oude rioleringsbuizen, rioleringsputten, en alle hindernissen zoals ingegraven puin, wortelstronken, ). Bij het vaststellen van bijzondere hindernissen of ernstige gebreken in de grond die de stabiliteit en/of het gebruik van de constructie nadelig kunnen beïnvloeden, zoals oude waterputten, slappe grondlagen of allerhande verontreinigingen, verwittigt de aannemer onmiddellijk de architect en/of de stabiliteitsingenieur, die verdere instructies zal geven voor het verwijderen van deze hindernissen, het oplossen of saneren van het gebrek. De werken voortvloeiend uit deze instructies worden achteraf verrekend na overeenkomst over de prijs. Indien de aannemer bij het graven van de bouwputten zou stoten op massieven of hindernissen, met een volume kleiner dan 0,5 m3, dan worden deze elementen verwijderd, zonder enige meerprijs. Veiligheid Toegangen tot de bodem van bouwputten worden behoorlijk aangelegd. Ze worden in goede staat onderhouden en moeten alle nodige veiligheid bieden. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 66

De opstelling van graafmachines gebeurt overeenkomstig de voorschriften van het ARAB, de aanbevelingen van het NAVB en het veiligheids- en gezondheidsplan. Indien de architect, stabiliteitsingenieur en/of veiligheidscoördinator-verwezenlijking dit zouden eisen, moet de aannemer waar nodig bijkomende veiligheidsmaatregelen nemen, aangepaste middelen gebruiken en/of zijn uitvoeringsplanning herzien. Hieromtrent zullen geen verrekeningen worden aanvaard. Keuring De aannemer verwittigt tijdig de architect en/of de ingenieur, om de uitgravingen te controleren en voert geen werken uit die een visuele controle door de architect/ingenieur zouden kunnen hinderen. De afmetingen van de bouwputten en sleuven moeten het daarbij mogelijk maken alle werken gemakkelijk uit te voeren en te controleren. De ontwerper en/of de ingenieur stabiliteit controleert de diepte, de bodem en de afmetingen van de putten en de sleuven, vooraleer de aannemer mag overgaan tot het betonstorten van de funderingen en het wederaanvullen. De toleranties in min of meer, op de peilen van een willekeurig profiel bedragen in grond maximaal 3 cm en in rotsachtige bodem maximaal 5 cm. 10.10. voorafgaande afgraving van het terrein - algemeen 10.12. voorafgaande afgraving terrein - afgraven teelaarde FH m² Wegnemen van de teelaarde op alle delen van het terrein waar de bouwwerken en eventuele verhardingen voorzien zijn, alsook waar de overtollige grond zal worden gestort. Als geen afzonderlijke ontzoding wordt voorgeschreven, mogen de aanwezige grassen en hun wortels samen met de teelaarde in één laag worden verwijderd. Meting meeteenheid: per m2 meetcode: netto af te graven oppervlakte. aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH) De teelaarde wordt manueel afgegraven over een dikte van 10 cm onder het bestaande maaiveld. De overtollige teelaarde wordt afgevoerd volgens artikel 10.43. Toepassing Fietsenstelplaats in voortuinstrook Onderwijsstraat 10.13. voorafgaande afgraving terrein - machinale nivellering VH m³ De machinale nivellering heeft betrekking op het verwezenlijken van de nieuwe profielen van het grondoppervlak onder de bestaande hoogtepeilen. Meting meeteenheid: per m3 meetcode: het volume wordt steeds gerekend in ongeroerde toestand. De afvoer van de uitgegraven grond wordt apart gemeten onder artikels 10.43. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 67

aard van de overeenkomst: Vermoedelijke Hoeveelheid (VH) Het terrein wordt eerst ontdaan van alle puin, afval en overtollige plantengroei die zich nog op het terrein zouden bevinden. Deze voorbereidende werken en de afvoer ervan buiten de bouwplaats zijn integraal inbegrepen in de eenheidsprijs. Alle behandelingen en vervoer worden voorzien als een last van de aanneming. Er wordt afgegraven tot 40 cm onder het huidig maaiveld (=betontegel). Ondergrond: inert materiaal, mechanisch te verwijderen. Het puin wordt afgevoerd volgens artikel 10.43. FOTO S PROEFLSLEUF Toepassing Bestaande verharding en onderfundering speelplaats 10.40. grondverzet - algemeen Voor het gebruik van uitgegraven bodem moet steeds voldaan zijn aan de bepalingen van hoofdstuk XIII van Vlarebo (het Vlaams Reglement betreffende de Bodemsanering en Bodembescherming); de van toepassing zijnde standaardprocedures en Codes van Goede Praktijk; de voorwaarden- en uitvoeringsbepalingen van het technisch verslag en de conformverklaring, die deel uitmaken van het bestek. Het grondverzet moet bovendien steeds uitgevoerd worden conform de traceerbaarheidsprocedure van een door de OVAM erkende bodembeheerorganisatie in het kader van hoofdstuk XIII van Vlarebo. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 68

10.41. grondverzet - projectopvolging TP De volledige projectopvolging (organisatorisch en administratief) in het kader van de grondverzetsregeling, nl. de verplichtingen omschreven in Hoofdstuk XIII van Vlarebo (melding start der werken, aanvraag grondverzet-toelatingen, bodembeheerrapporten, ); de traceerbaarheidsprocedure van een erkende bodembeheer-organisatie m.b.t. de door haar af te leveren documenten. Meting aard van de overeenkomst: Totale Prijs 10.43. grondverzet - afvoer uitgegraven bodem 10.43.10. grondverzet afvoer uitgegraven bodem/naar bestemming voor gebruik 10.43.11. grondverzet - afvoer uitgegraven bodem/naar bestemming voor gebruik kwaliteit vrij gebruik De afvoer van overtollige uitgegraven grond die voldoet aan de waarde voor vrij gebruik als bodem (bijlage V, Vlarebo). Meting meeteenheid: per m3 meetcode: het volume wordt bepaald volgens de theoretische hoeveelheid grond (volgens de meetcodes van artikel 10.20. t.e.m. 10.33) van deze kwaliteit die uitgegraven moest worden. Na uitgraving en stapeling is het volume van de af te voeren grond groter dan het theoretische volume. Dit meervolume kan niet verrekend worden. aard van de overeenkomst: Vermoedelijke Hoeveelheid (VH) Bestemming: keuze aannemer Toepassing Grond afkomstig van de rioleringselementen. VH m3 10.43.40. grondverzet - afvoer uitgegraven bodem/naar erkende stortplaats 10.43.43. grondverzet afvoer naar erkende stortplaats klasse III VH m3 Afvoer naar een vergunde stortplaats klasse III van overtollige uitgegraven grond die niet reinigbaar is. Meting meeteenheid: per m3 meetcode: het volume wordt bepaald volgens de theoretische hoeveelheid grond (volgens de meetcodes van artikel 10.20. t.e.m. 10.33.) van deze kwaliteit die uitgegraven moest worden. Na uitgraving en stapeling is het volume van de af te voeren grond groter dan het theoretische volume. Dit meervolume kan niet verrekend worden. aard van de overeenkomst: Vermoedelijke Hoeveelheid (VH) Toepassing Puin afkomstig van de afgraving van de speelplaats. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 69

10.70. aanvullingen algemeen 10.71. aanvullingen - wederaanvullingen De wederaanvullingen betreffen alle opvullingen van de zone rondom of tussen de gerealiseerde funderingen om de bouwzone terug onder profiel te brengen overeenkomstig de uitvoeringsplannen. Deze post omvat: het verwijderen van alle puin en afval uit de aan te vullen putten en oppervlakken; het leveren van het wederaanvullingsmateriaal en/of het geschikt maken van de uitgegraven grond of teelaarde als aanvullingsmateriaal; het spreiden van de aanvullingsmaterialen in correct opeenvolgende lagen; de verdichting (aandamming, walsen, ) van het aanvullingsmateriaal; Materialen In de voor wederaanvullingen gebruikte materialen mogen onder geen beding puin, afbraakmaterialen, graszoden, stronken, bevroren materiaal of andere afvalstoffen voorkomen. TIMING - UITVOERINGSMETHODE De wederaanvullingen worden pas uitgevoerd nadat de architect alle ondergrondse leidingen en constructies heeft gecontroleerd en zijn schriftelijke toelating in het werfboek of werfverslag heeft gegeven tot het starten van de aanvullingen. Aanvullingen tegen metselwerk of beton mogen slechts uitgevoerd worden nadat de waterdichte lagen, voorgeschreven bepleisteringen en/of bestrijkingen op de ondergrondse constructies uitgevoerd zijn, voldoende verhard zijn en ook de elementen waartegen ze aanleunen, een voldoende sterkte verkregen hebben. VOORBEREIDENDE WERKZAAMHEDEN De bodem wordt op de plaatsen die moeten worden aangevuld, gezuiverd van alle stoffen die de binding van de aangevoerde aarde aan de reeds aanwezige grond in het gedrang zouden kunnen brengen, zoals wortels, boomstronken, hagen en ander afval. SPREIDING - VERDICHTING De aanvullingen gebeuren volgens noodzaak handmatig of machinaal en tot op het vooropgesteld afwerkingspeil. Naargelang het aanvullingsmateriaal en het materieel worden de ophogingen daarbij met de meeste zorg uitgevoerd in horizontale lagen van maximaal 20 à 30 cm. Elke gespreide laag wordt afzonderlijk verdicht zodat de verdichting gelijkmatig is; Er moet gezorgd worden dat alle onvoldoende draagkrachtige delen, als gevolg van te losse pakking of door omwoeling, vervangen worden door een zandaanvulling. Deze werken en leveringen kunnen niet aangerekend worden indien zij het gevolg zijn van slechte uitvoeringsmethodes of van foutieve of te diepe uitgravingen. In dat geval blijven zij ten laste van de aannemer. Keuring De aannemer dient van alle gebruikte aanvulmaterialen een staal ter goedkeuring voor te leggen aan de leidende ambtenaar. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 70

10.71.30. aanvullingen wederaanvullingen/gestabiliseerd zand PM De wederaanvullingen worden uitgevoerd met gestabiliseerd zand. Meting meeteenheid: pro memorie, inbegrepen in de elementen Materiaal De bepalingen van SB 250 index IX-1 zijn van toepassing. Specificaties Samenstelling: 100 kg cement (CEM I 32,5) per m3 vochtig grof zand (volgens SB 250 - III.6.2.4 en NBN EN 13242). De aannemer bepaalt de samenstelling, ermee rekening houdend dat het mengsel aardvochtig moet zijn, d.w.z. dat de hoeveelheid water 6 tot 11% van de zandmassa bedraagt. De verwerking gebeurt overeenkomstig SB 250 - index IX-1, in aan te dammen lagen van maximaal 20 cm, volgens een nivelleringsplan. Toepassing rondom de ingegraven putten rondom de rioleringsbuizen 10.71.50. aanvullingen wederaanvullingen/natuursteenslag VH m³ De wederaanvullingen worden uitgevoerd met natuursteenslag. Meting meeteenheid: per m3 meetcode: Er wordt gerekend in aangedamde hoeveelheid, niet in geleverde hoeveelheid. aard van de overeenkomst: Vermoedelijke Hoeveelheid (VH) Materiaal Het steenslag en rolgrind beantwoordt aan het SB 250 index III-7.1.2. en bevat geen materialen waarvan de aard, de vorm, de afmeting of het gehalte het gebruik kunnen schaden, zoals: kleiklonters, steenkool, ligniet, cokes, as en sintel, schadelijke oplosbare of onoplosbare zouten, schiefer, granulaten die met een kleiachtige of krijtachtige film bedekt zijn, vorstgevoelig materiaal, enz. Afmetingen van de granulaten: doorval door de zeef van 80 mm = 100% doorval door de zeef van 0,063 mm 5% Toepassing Aanvulling onder zand- en grindaanvullingen. 10.71.60. aanvullingen wederaanvullingen/boomschors FH m³ Aanvullingen met sierschors, volgens aanduiding op plan en meetstaat Meting meeteenheid: per m3 Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 71

meetcode: Forfaitaire Hoeveelheid, het volume wordt bepaald volgens de theoretische hoeveelheid. Materiaal Boomschors afkomstig van de Pinus Sylvestris. Caliber: 20/40. Kleur: LICHTBRUIN. Het materiaal moet voldoen aan de veiligheidsnorm EN 1177 voor bodemmaterialen. Bij de levering van het materiaal moet een veiligheidsattest afgeleverd worden volgens EN 1177. Laagdikte: minimaal ca. 20cm, bij valhoogte tot 2m= 30 cm, bij valhoogte tot 3m= 40 cm Aanvullende specificaties Er wordt een beschermend non-woven geotextiel aangebracht (volgens SB 250 hoofdstuk 3-13.2.1) onder de schorslaag. Toepassing Volgens plan. 10.71.70. aanvullingen wederaanvullingen/grind FH m³ Aanvullingen met siergrind, volgens aanduiding op plan en/of meetstaat Meting meeteenheid: per m3 meetcode: Forfaitaire Hoeveelheid, het volume wordt bepaald volgens de theoretische hoeveelheid. Materiaal Siergrind, zandvrij Type: Moraine Caliber: 2/8 Herkomst: Duitsland Soort: kwartsgrind Tinten: bruin-grijs-wit gemengd Het materiaal moet voldoen aan de veiligheidsnorm EN 1177 voor bodemmaterialen. Bij de levering van het materiaal moet een veiligheidsattest afgeleverd worden (volgens EN 1177). Laagdikte: minimaal ca. 20cm, bij valhoogte tot 2m= 30 cm, bij valhoogte tot 3m= 40 cm Aanvullende specificaties Er wordt een beschermend geotextiel aangebracht (volgens SB 250 hoofdstuk 3-13.2.1) onder de grindlaag. Toepassing Aanvulling/ophoging volgens plan. 10.71.80. aanvullingen wederaanvullingen/zand FH m³ Aanvullingen met rivierzand, volgens aanduiding op plan en/of meetstaat Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 72

Meting meeteenheid: per m3 meetcode: Forfaitaire Hoeveelheid, het volume wordt bepaald volgens de theoretische hoeveelheid. Materiaal Zand: 100% zuiver fijn rivierzand Korrel: 0,2/2 Voorzien van CE-attest Laagdikte: minimaal ca. 30cm, bij valhoogte tot 3m= 40 cm Aanvullende specificaties Er wordt een beschermend non-woven geotextiel aangebracht (volgens SB 250 hoofdstuk 3-13.2.1) onder de zandlaag. Het materiaal moet voldoen aan de veiligheidsnorm EN 1177 voor bodemmaterialen. Bij de levering van het materiaal moet een veiligheidsattest afgeleverd worden (volgens EN 1177). Toepassing Aanvulling/ophoging volgens plan. 10.72. aanvullingen - ophoging terrein 10.72.20. aanvullingen - ophoging terrein/aangevoerde grond FH m³ De ophoging wordt uitgevoerd met aangevoerde grond. Meting meeteenheid: m3 meetcode: het volume wordt gerekend in verdichte toestand. In geval van berekening a.h.v. leveringsbonnen geldt: 1 ton aangevoerde grond 0,55 m3 aangedamd volume. aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid. Materiaal De grond bestemd voor de ophoging van het terrein wordt door de aannemer geleverd conform het bodemdecreet (Vlarebo Hoofdstuk XIII) en beantwoordt aan index III-4.2 (teelaarde) van het SB 250. Specificaties Grondsoort: teelaarde. Alle behandelingen en vervoer worden voorzien als een last van de aanneming. De aangevoerde grond moet in horizontale lagen aangebracht worden volgens een nivelleringsplan en lichtjes aangestampt. Iedere laag moet afzonderlijk worden verdicht waarbij de oorspronkelijke dikte van elke laag niet meer mag bedragen dan 30 cm. Toepassing Aanvullingen in de plantzones en onder de schorsaanvulling. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 73

17. ONDERGRONDSE LEIDINGEN 17.00. ondergrondse leidingen - algemeen Alle ingegraven elementen voor het verzamelen, behandelen en afvoeren naar de openbare riolering van huishoudelijk afvalwater, fecaal water en regenwater van een gebouw of gebouwencomplex. Materialen & De volgende normen zijn van toepassing: NBN EN 752 Buitenriolering NBN EN 476 - Algemene eisen voor rioleringsonderdelen NBN EN 1610 - Aanleg en testen van rioleringen en afvalwaterleidingen TV 200 - Sanitair Reglement - deel 1: Installaties voor de afvoer van afvalwater in gebouwen is van toepassing. Het rioleringssysteem voldoet aan de voorschriften van de rioolbeheerder. De aannemer wint de nodige inlichtingen in bij de plaatselijk rioolbeheerder. Het rioleringsschema (met vermelding van de types afvalwater, leidingdiameters, toestellen, e.a.) is opgenomen in het bestek. Bij ontbreken ervan, bij tegenstrijdigheden of bij ontbrekende gegevens licht de aannemer het bestuur hiervan tijdig in. Voorafgaand aan de werken zoekt de aannemer zelf alle noodzakelijke informatie i.v.m. de juiste ligging en peilen van de openbare riolering op en na goedkeuring door het bestuur, past hij het rioleringstracé hieraan aan. De riolen op het privé terrein zijn steeds opgevat als een gescheiden systeem (scheiding tussen regenwater en fecaal en huishoudelijk afvalwater). Het rioleringsnet wordt over zijn ganse lengte door verticale stijgbuisleidingen verlucht. De verluchtingsbuizen worden in overleg met het bestuur gepositioneerd. Toezichtstukken zijn te voorzien bij richtingsveranderingen. De graafwerken voor de sleuven van de ondergrondse leidingen worden beschreven onder artikel 10.33. Alle af te voeren grond die voortkomt uit graafwerken voor elementen in dit hoofdstuk wordt gemeten onder artikels 10.40. As-builtplannen: voor de voorlopige oplevering levert de aannemer aan het bestuur tekeningen van het rioleringsstelsel zoals het is uitgevoerd, met de exacte ligging en hoogtepeilen van de leidingen, toestellen, verzamelputten en aflopen. 17.10. rioolbuizen - algemeen Alle ondergrondse leidingen voor de afvoer van afvalwater en regenwater, afkomstig van leidingen, toestellen en putten. De werken omvatten: de leidingen, alle hulpstukken; de koppelstukken en verbindingen met de putten en toestellen; de muurdoorgangen en kokers; de dichtheidscontrole, de wederaanvullingen; Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 74

alle werken voor het voorlopig afvoeren van het oppervlaktewater; het ongeschonden bewaren van aanwezige kabels en leidingen; de as-built-plannen. Materialen en uitvoering ALGEMEEN Volgende normen zijn van toepassing: NBN EN 1295-1 - Statische berekening van ingegraven buisleidingen onder verschillende belastingsomstandigheden - Deel 1: Algemene eisen SB 250 - Index III-24 Buizen en hulpstukken voor riolering en afvoer van water BUIZEN - BOCHTSTUKKEN De rioolbuizen zijn bestand tegen corrosie, oplosmiddelen, wasmiddelen en temperaturen tot 90 C. Alle buizen en hulpstukken zijn onderling verenigbaar. Alle hulpstukken zijn voorzien in het gamma van de fabrikant. De diameters van de buizen stemmen overeen met de aanduidingen op de rioleringsplannen en/of worden afgestemd op de te verwachten maximum debieten. Elke richtingsverandering worden uitgevoerd met aangepaste bochtstukken. De aftakkingen van verticale en horizontale leidingen worden uitgevoerd onder hoeken van maximaal 45. Wanneer de hoek tussen twee op elkaar aan te sluiten leidingen meer bedraagt dan 45 zal de aansluiting gebeuren door twee opeenvolgende bochtstukken elk met een hoek kleiner dan 45. MONTAGE - VERBINDINGEN - AANSLUITINGEN Het montagewerk en de verbindingen worden uitgevoerd door daartoe opgeleide en bekwame vaklui. Er wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van rechte buizen uit één stuk. De plaatsing van buizen met vaste of losse moffen begint stroomafwaarts, met het mofeind stroomopwaarts gericht. Buizen worden haaks gezaagd, van bramen ontdaan en eventueel afgeschuind. Voor het samenvoegen van de buizen worden de mof en het spie-einde zorgvuldig gereinigd en verbonden volgens de voorschriften van de fabrikant. Alle beschadigde buizen worden vervangen. De aannemer verwezenlijkt alle aansluitingen op leidingen, toestellen en putten. De uiteinden van de afleiders, overlopen van putten enz. worden zorgvuldig met de afvoer verbonden en waar nodig waterdicht uitgewerkt. Ingeval van waterdruk worden de dichtingwerken uitgevoerd volgens een aan het bestuur ter goedkeuring voor te leggen detailtekening. Binnen het gebouw worden de buizen tot in het vlak van de onderste vloeren of kelderwanden gebracht waar ze eindigen met een mof. Tijdens de werken worden de moffen afgedekt met een beschermkap. Buiten het gebouw worden op analoge wijze de voorlopig openstaande buizen afgedekt zodat er geen vuilresten, grond e.d. in kunnen terechtkomen. Buizen, verticaal geplaatst of opgehangen, worden standaard voorzien van aangepaste bevestigingsmaterialen. De voorschriften van de fabrikant worden strikt nageleefd. De bevestigingswijze zal voldoende stevig zijn om het gewicht van de gevulde horizontale leidingen te dragen. De beugels mogen niet meer dan 200 cm uit elkaar staan en op maximum 30 cm aan weerszijden van elke verbinding. DOORVOEREN Geen enkele buisverbinding of koppeling mag in een muurdoorvoering aangebracht worden. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 75

De doorvoeren zijn zo voorzien dat zettingen de buis niet kunnen belasten. Bij doorgangen door muren of platen worden de leidingen vrij geplaatst. De nodige aanpassingswerken, het maken van gaten, het dichten van de openingen tussen de buizen en de gaten met een geschikt elastisch materiaal of een plastisch blijvende mortel, zijn inbegrepen. Doorgangen doorheen bouwdelen moeten na afwerking aan dezelfde prestaties (waterdichtheid, brandveiligheid, stabiliteit, luchtdichtheid, ) voldoen als de prestaties gesteld aan deze bouwdelen. Doorgangen doorheen balken mogen enkel gebeuren in overleg met het bestuur en de stabiliteitsingenieur. LEIDINGTRACE - HELLING Het leidingtracé wordt zorgvuldig uitgezet, volgens de aanduidingen op de riolerings- en/of grondplannen. De juiste peilen van de riolering zullen in aanwezigheid van het bestuur correct worden uitgepast in functie van de vereiste helling, het uitpassen vangt steeds aan bij het laagste punt. De rioleringsbuizen worden gelegd met een minimale en constante helling, waarbij de diameter van de buis in verhouding tot de helling en het af te voeren volume een minimale afwateringssnelheid van 0,60 m/sec. en een maximale snelheid van 2,50 m/sec. garanderen. Richtwaarden voor de helling: circa 0,5 cm/m voor regenwater, 1 cm/m voor vuil water en 2 cm/m voor fecaal water. BEDDING - AANVULLINGEN De buizen worden over hun ganse lengte ondersteund. Ter plaatse van de verbindingen van de buizen worden in het funderingsbed tijdelijke uitsparingen aangebracht die het mogelijk maken de verbindingen af te werken over de volledige omtrek van de buizen, de waterdichtheid ervan te controleren en de kragen of verbindingsstukken aan te brengen. Ofwel wordt een voorgevormde fundering toegepast, ofwel worden de buizen aan de zijkanten onder een hoek van 45 tot halve hoogte aangevuld. De aanvulling van de ingegraven riolering wordt pas uitgevoerd na goedkeuring door het bestuur en na het uitvoeren van de controleproeven op de waterdichtheid (zie keuring). Keuring Materialen met een BENOR merk, BUtgb of EUtgb- technische goedkeuring of gelijkwaardig genieten vrijstelling van voorafgaandelijke technische proeven. Deze vrijstelling slaat niet op de controle van de uitvoeringskwaliteit op de bouwplaats. Het rioleringsstelsel wordt vóór aanvulling onderworpen aan een waterdichtheidcontrole volgens SB250 Index III 7.1.3.4. 17.12. rioolbuizen kunststof 17.12.30. rioolbuizen kunststof/pp Rioolbuizen en hulpstukken uit PP. Materiaal De hulpstukken hebben dezelfde herkomst en wanddikte als de buis. De buizen zijn standaard voorzien van een gemonteerde steekmof. De leidingen met bijhorende koppelstukken en hulpstukken voldoen aan PTV 1003 en beschikken over het BENOR-keurmerk, een technische goedkeuring ATG of gelijkwaardig. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 76

Specificaties Markering PP AFVOER-EVACUATION - Producent diameter x dikte - fabricatiecode - BENOR De samenvoegingen van buizen en stukken gebeuren conform de voorschriften van de fabrikant. Diepte: minimum 60 cm onder de begane grond, doch in functie van vloeipeil bestaande afvoeren Helling: circa 2 cm/m (fecaal water) en 0,5 cm/m (regenwater). Bedding: natuurlijke grond/zandbed Heraanvulling: gestabiliseerd zand volgens art 10.71.30. 17.12.31. rioolbuizen kunststof/pp diam 110 VH m Meting meeteenheid: lm meetcode: netto te plaatsen lengte, gemeten volgens de aslijn en tot de binnenkant van de put of toestel. De leidingen, hulpstukken en toezichtstukken worden doorgemeten volgens aslijn. De hulpstukken worden niet gemeten en zijn begrepen in de eenheidsprijs. aard van de overeenkomst: Vermoedelijke Hoeveelheid 17.12.32. rioolbuizen kunststof/pp diam 125 VH m Meting meeteenheid: lm meetcode: netto te plaatsen lengte, gemeten volgens de aslijn en tot de binnenkant van de put of toestel. De leidingen, hulpstukken en toezichtstukken worden doorgemeten volgens aslijn. De hulpstukken worden niet gemeten en zijn begrepen in de eenheidsprijs. aard van de overeenkomst: Vermoedelijke Hoeveelheid 17.12.34. rioolbuizen kunststof/pp diam 160 VH m Meting meeteenheid: lm meetcode: netto te plaatsen lengte, gemeten volgens de aslijn en tot de binnenkant van de put of toestel. De leidingen, hulpstukken en toezichtstukken worden doorgemeten volgens aslijn. De hulpstukken worden niet gemeten en zijn begrepen in de eenheidsprijs. aard van de overeenkomst: Vermoedelijke Hoeveelheid 17.12.36. rioolbuizen kunststof/pp diam 200 VH m Meting meeteenheid: lm meetcode: netto te plaatsen lengte, gemeten volgens de aslijn en tot de binnenkant van de put of toestel. De leidingen, hulpstukken en toezichtstukken worden doorgemeten volgens aslijn. De hulpstukken worden niet gemeten en zijn begrepen in de eenheidsprijs. aard van de overeenkomst: Vermoedelijke Hoeveelheid Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 77

17.30. toezichtputten - algemeen Toezichtputten voor verzamelen van afvoeren en voor inspectie en reiniging, met inbegrip van alle graafwerken en aanvullingen, de aansluitingen van de rioleringsbuizen, het funderingsbeton, de opzetstukken en deksels, de ondergrondse afdekking, het metselwerk, de eventuele bepleistering en bestrijking. Materialen Onder een belasting van 60 kn mogen de elementen niet knikken, noch scheuren vertonen. De geprefabriceerde putten zijn voorzien van een fabrieksmerk, fabricagedatum en in voorkomend geval het keurmerk. Zie ook Index III-38 van het SB 250. De toezichtputten worden zorgvuldig ingegraven en voorzien van een aangepaste funderingsvoet. De funderingen reiken minstens 10 cm buiten de putwanden. In opgevoerde grond worden de putten zoveel mogelijk met het gebouw verbonden, door een uitkraging uit de funderingen of door betonzolen. De funderingsplaten worden uitgevoerd in schraal beton. De schachthoogte wordt zo bepaald dat het deksel circa 20 cm onder het maaiveld komt te liggen of in het vlak van het eventueel verhard oppervlak, de aanvulling gebeurt met zand. Een verdeelplaat verzekert de belastbaarheid en markeert de ligging. Keuring Volgens NBN EN 1253-2 - Afvoerputten voor gebouwen - Deel 2: Beproevingsmethoden. Er mag slechts overgegaan worden tot aanvulling nadat de volledig afgewerkte inspectieput werd gekeurd door het bestuur. 17.34. toezichtsputten - kunststof 17.34.20. toezichtputten kunststof/pe FH st Toezichtputten uit polyethyleen. Meting meeteenheid: per stuk aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH) Materiaal Toezichtputten uit polyethyleen volgens SB 250, hfdst III-36.1. Ze zijn vervaardigd zijn uit MDPE d.m.v. de rotatie-spuittechniek, of uit verschillende HDPE - basiselementen die met elkaar verbonden worden door middel van extrusielassen. De bodems zijn voorgevormd en geprofileerd in de vloeirichting van de buizen. Zij zijn voorzien van de geschikte inlaatstukken en zijn leverbaar en/of worden in de fabriek geprefabriceerd volgens de plaatsingsplannen te leveren door de aannemer. Voor de aansluitingen op PE-buizen worden aangepaste PE-buisstukken voorzien, volgens NBN EN 1401 en NBN 1329. Specificaties Type: enkelvoudig. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 78

Putdiameters: min. 630 mm. Wanddikte: minimum 8 mm. Putbodem: vlak. De bodems van de sifonputten zijn vlak en reiken minstens 100 mm onder de onderkant van de hoofdleiding. De aanvullingen rond de inspectieput worden uitgevoerd met gestabiliseerd zand. Aanvullende uitvoeringsvoorschriften De inspectieputten worden opgetrokken tot het maaiveld. Ze worden afgedekt met een klinkerdeksel, passend op de buisdiameter van de put. Het deksel is in de prijs inbegrepen. Toepassing Riolering regenwaterafvoer 17.40. ontvangtoestellen - algemeen Ontvangtoestellen buiten het gebouw, ingewerkt in de verharding, bestemd voor opvang van oppervlakte- en/of kuiswaters met inbegrip van de grondwerken en de fundering. Materialen Volgende normen zijn van toepassing: NBN B 54-101 - Gietijzeren onderdelen en toestellen voor het afvoeren van de waters van gebouwen - Algemene technische voorschriften NBN B 54-102 - Gietijzeren onderdelen en toestellen voor het opvangen en het afvoeren van de waters van gebouwen - Klokvormige waterslikkers met reukafsluiter NBN B 54-103 - Gietijzeren onderdelen en toestellen voor het opvangen en afvoeren van het water der gebouwen - Vierkante of rechthoekige controleluiken met enkel deksel met zichtbaar gietijzer NBN EN 1253-1 - Afvoerputten voor gebouwen - Deel 1: Eisen NBN EN 1253 - Afvoerputten voor gebouwen De afmetingen van de toestellen worden zo gekozen dat ze, rekening houdend met de fabricagetoleranties en zonder bijbewerking, kunnen geplaatst worden in een modulair oppervlak. De ontvangputten worden in de verharding ingewerkt op het gewenste peil en vastgezet met cementmortel. De prefab geulen worden aangezet op een fundering uit beton met sterkteklasse C25/30. Het samenvoegen van de prefab elementen gebeurt volgens de richtlijnen van de fabrikant met gepaste middelen om een waterdicht geheel te vormen. De aansluiting op de riolering of putten gebeurt met speciaal voor dit doel prefab elementen. 17.42. ontvangtoestellen geulen Geulen voor de afvoer van oppervlaktewater. Ze worden ingewerkt in de buitenverharding. Materiaal De geulen worden gevormd door een aaneenschakeling van afzonderlijke elementen en passtukken met roosters. De elementen worden voorzien van spie- en mofeind of van uitsparingen voor dichtingsstrippen. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 79

De goten zijn vorstbestendig en zijn bestand tegen grondzuren, minerale oliën, mazout, benzine en oplossingen van strooizouten. De porositeit is kleiner dan 0,5%. 17.42.20. ontvangtoestellen - geulen/glasvezelbeton VH m Geul uit beton gewapend met glasvezels. Meting meeteenheid: per lopende meter meetcode: netto uit te voeren lengte aard van de overeenkomst: Vermoedelijke Hoeveelheid Materiaal Het geullichaam is voorzien van een ingegoten L-vormig randafwerkingsprofiel uit thermisch verzinkt staal. Specificaties Binnensectie: 100 mm breed, voorzien van gebogen bodem zonder verval. Nuttige lengte van het geulelement: 100 cm De prefab geul wordt afgedekt met een mazenrooster 30/10 uit thermisch verzinkt staal beantwoordend aan de lastencategorie volgens NBN EN 124: B125 (lichte voertuigen) Het rooster wordt verankerd met een veiligheidsvergrendeling. De funderingslaag heeft een dikte van minimum 10 cm. De fundering steekt 10 cm uit op de wanden van de prefab geul. De zijkanten van de geul worden opgestort met een 10 cm brede betonlaag over de volledige geulhoogte aangepast aan de aangrenzende bevloering. Zool, ommantelingsbeton en goot vormen één geheel, ommantelingsbeton en omliggende betonvloer moeten van elkaar gescheiden zijn. De samenstelling van het beton wordt door de aannemer bepaald, sterkteklasse minstens C25/30.De aannemer treft de nodige maatregelen om het indrukken en opdrijven van de geulen te beletten. De bovenkant wordt vlak afgewerkt. De bovenzijde van het rooster ligt 3 à 5 mm lager dan het niveau van de aangrenzende bevloering. De voegen tussen de elementen worden gedicht met een speciale mortel of pasta met langdurige elasticiteit. De dilatatievoegen tussen de prefab geul en de vloer worden gevuld met een elastische kit op basis van polysulfide. 17.42.40. ontvangtoestellen - zandvanger/glasvezelbeton VH st De prefab geul van art. 17.42.20. wordt bij elke uitlaat voorzien van een aangepaste zandvanger met hevel, rooster en rioolaansluiting: diameter 100 mm. Meting meeteenheid: per stuk meetcode: netto uit te voeren hoeveelheid aard van de overeenkomst: Vermoedelijke Hoeveelheid Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 80

Materiaal Zie 17.42.20. Zandvanger met geïntegreerde lippendichting voor vloeistofdichte horizontale aansluiting, slipemmer uit kunststof. 17.50. putdeksels en roosters - algemeen Putranden te voorzien van een deksel of rooster, boven de voorziene (inspectie-, regenwater-, septische, ) putten van allerlei aard met inbegrip van de eventuele schilderwerken. Materialen De normen NBN 353-101 t.e.m. NBN 53-110 zijn van toepassing. De deksels van putten moeten kindveilig opgevat worden en mogen niet kunnen opgelicht worden (voldoende zwaar, beschermingsmechanisme, ). De putranden en/of omkaderingen uit beton worden in de verharding ingewerkt op het gewenste peil en vastgezet met een cementmortel. Toepassing 17.51. putdeksels en roosters - enkel deksel PM Enkelvoudig deksel met putrand Meting meeteenheid: pro memorie aard van de overeenkomst: inbegrepen in de post van de putten Materiaal Enkelvoudige deksels en bijhorende putranden, beantwoordend aan NBN B 54-101. Specificaties Materiaal: gietijzer volgens NBN B 53-101 - Rioleringsonderdelen uit gietijzer - Algemene technische voorschriften. Buitenafmetingen van de putrand: 600x600 mm. Belastingsklasse: A 15 (volgens NBN EN 124). Aanvullende specificaties Indien de deksel in de kleiklinkerverharding komen wordt gebruik gemaakt van een klinkerdeksel. Deksels worden ontroest, geschilderd met 1 laag roestwerende verf en afgeschilderd met 2 lagen verf op basis van alkydharsen. De kleur is te bepalen door de ontwerper. De oplegrand van de omkadering wordt afgedicht met vet. 17.60. afvalwaterbehandeling - algemeen De toestellen bestaan uit een kuip ingericht om stoffen, die meegevoerd worden of vermengd zijn met het afvalwater tegen te houden, af te scheiden of te behandelen. Zijn inbegrepen: de nodige uitgravingen en wederaanvullingen; Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 81

het voorbereiden van de ondergrond waarop of waarin de toestellen moeten worden geplaatst; het leveren en plaatsen van de prefab toestellen, met inbegrip van de aansluitingen; het aansluiten op de aanvoer- en afvoerleidingen; het leveren en plaatsen van de inspectieramen met reukdichte deksels; de aanvullingen rondom de putten met gestabiliseerd zand; het mangat en de putrand; het leveren en plaatsen van reukdichte en kindveilige deksels en hun inlegkaders. 17.61. afvalwaterbehandeling septische putten TP Leveren, plaatsen en in bedrijf stellen van een septische put, bestemd voor de opslag en behandeling van fecaliën. Meting meeteenheid: Totale Prijs aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH), met inbegrip van de grondwerken en wederaanvullingen (zie ook artikel 17.60). Materiaal De septische putten beantwoorden aan NBN EN 12566-1 en de minimum voorwaarden van omzendbrief P.I.C./EU3185 van het Ministerie van Volksgezondheid en gezin. Het systeem zorgt voor een anaërobe biologische zuivering van het afvalwater, waarbij de vaste stoffen grotendeels door bezinking of als drijflaag worden afgezonderd. De septische put beoogt op een natuurlijke wijze het water te zuiveren. De septictanks voldoen aan de plaatselijke bouwverordeningen. De afmetingen worden berekend volgens de hierboven vermelde omzendbrief. Er mogen slechts septische putten geleverd worden door fabrikanten die de verbintenis hebben aangegaan de minimale voorwaarden te eerbiedigen, waarvan sprake in voornoemde omzendbrief en wiens namen op geregelde tijdstippen door het Ministerie van Volksgezondheid worden gepubliceerd. Een septictank heeft een vloeibaarmakingsput en een verluchte zuiveringsput; deze kamers staan met elkaar in verbinding via doorstroomopeningen in de scheidingswand. De oppervlakte van de openingen bedraagt minstens 200 cm2. De waterdiepte bedraagt minstens 1 m, en de vrije hoogte tussen de waterspiegel en de afdekking bedraagt minstens 300 mm. Zij zijn ook voorzien van een bacteriefilter. Verzakking of opdrijven van de putten moet voorkomen worden. De verschillende bestanddelen van de put moeten goed bereikbaar zijn voor toezicht en/of ruiming. Op de septische putten staan vermeld: de nuttige inhoud, de handelsnaam, naam en adres van de fabrikant. De keuze van prefab toestellen houdt rekening met de buisdiameters waarop moet worden aangesloten. Specificaties De septictank is vervaardigd uit slagvast, hoge druk polyetheen (HDPE) Nuttige inhoud : minimaal 22.000 Liter Aard van het afvalwater: fecaal water. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 82

Vorm: cilindrisch Overloop: te voorzien van een ondergedompelde elleboog Mangaten: 2 stuks - binnenafmetingen min. 60x60 cm, tot op hoogte maaiveld met betonnen prefab-elementen. Putdeksels: inbegrepen in dit artikel. Belastingsklasse: A15 (volgens NBN EN 124). Het aanzetpeil, bodemniveau en topniveau van de putten worden bepaald in functie van de hellingen van het rioleringsstelsel en het niveau van de putdeksels, t.o.v. het maaiveld of de voorziene verharding. De aannemer controleert voorafgaandelijk de juiste plaats en het peil. De septische putten worden volkomen waterpas geplaatst op een bedding van gestabiliseerd zand. De nodige aansluitingen, de afmetingen en niveaus voor in- en uitgaande buizen worden door de aannemer bepaald, rekening houdend met de aan te houden hellingen en niveaus van buizen en putdeksels. De aan- en afvoerleidingen worden waterdicht aangesloten op de putten. De septische putten worden verlucht via de primaire sanitaire verluchting. Een mangat wordt voorzien om de toezichtdeksels tot op maaiveldniveau te brengen opgemetseld met volle baksteen (volgens NBN EN 771-1) en metselmortel categorie M15 (volgens NBN EN 998-2). Ofwel samengesteld uit prefab segmenten, behorende tot het systeem van de put. Het putdeksel wordt op het voorziene niveau geplaatst in een hiertoe voorzien kader, stevig verankerd in het metselwerk. Metalen kaders moeten roestvrij te zijn of voorzien te worden van een roestwerende bescherming. De aanslag van het vast kader en deksel is uitgevoerd met dubbele tand en groef en wordt ingevet om de reukdichtheid te verzekeren. Na het aansluiten van de leidingen, het stellen van de put en na controle door de architect worden de aanvullingen rond de put gelijkmatig en laagsgewijs (in lagen van 30 cm oorspronkelijke dikte) uitgevoerd met gestabiliseerd zand. Onmiddellijk na de plaatsing wordt de septische put gevuld met helder water. 17.62. afvalwaterbehandeling - neutralisatie septic tank TP Deze post omvat het neutraliseren van de bestaande septische put op de speelplaats. Het ruimen en reinigen van de put behoort niet tot onderhavige aanneming en wordt uitgevoerd door de diensten van de Stad Gent. Meting meeteenheid: Totale Prijs aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH), met inbegrip van de opvulling. Perforeren van de putbodem. Opvullen van de put met inert materiaal afkomstig van afbraakwerken speelplaats. Toepassing Bestaande septische put. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 83

17.70. regenwaterbehandeling - algemeen 17.71. regenwaterbehandeling - regenwaterputten Ondergrondse vergaarbakken voor regenwater, bestaande uit één of meerdere elementen. Inbegrepen: de uitgravingen (met eventueel verlagen van de grondwaterstand en afvoeren van het oppervlaktewater), de funderingen, het leveren en plaatsen van de regenwaterputten, de aansluitingen van de aanvoerleidingen en de overloop, de wederaanvullingen met gestabiliseerd zand, de voorziening van een overloop met sifon, de mangaten en de putranden, het leveren en plaatsen van reukdichte en kindveilige deksels en hun inlegkaders (indien niet opgenomen als een afzonderlijk artikel). Materialen De gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater van 5 juli 2013 is van toepassing. De materialen beantwoorden aan de voorschriften van TV 200 - Sanitair Reglement (WTCB) en moeten onderling verenigbaar zijn. Op de prefab regenwaterputten staat vermeld: handelsnaam, naam en adres van fabrikant en nuttige inhoud. De keuze van het toestel is in overeenstemming met de aan te sluiten buisdiameters. De put wordt voorzien van een overloop met geïntegreerde sifon. De put is bereikbaar voor toezicht en ruiming. Daarom wordt op elke eenheid een mangat opgemetseld of wordt de put opgehoogd met prefab elementen tot op het voorziene niveau van de putdeksels. UITGRAVING - FUNDERING - PEILEN Alle werken worden uitgevoerd in het droge. De afmetingen van de uitgravingen zijn zodanig dat een vlotte en onberispelijke plaatsing van de putten mogelijk is. De aannemer voert de nodige schorings- en stutwerken uit om inkalven van de uitgravingen te voorkomen. De architect zal de juiste plaats en de pas aangeven. Het aanzetpeil, bodemniveau en topniveau van de putten worden bepaald in functie van de hellingen van het rioleringsstelsel en het niveau van de putdeksels t.o.v. het maaiveld en/of de vloerafwerking en zodanig dat de putten op hun maximale capaciteit functioneren. De aannemer stelt zich op voorhand op de hoogte van het juiste peil van de rioleringen, voor het bepalen van de diepte en de aansluiting van de putten. De regenwaterputten worden volkomen waterpas geplaatst op een stabiele en egale ondergrond. De uitvoeringswijze moet zo zijn dat verzakking van de putten niet kan voorkomen. Om verzakking of omhoogdrijven te voorkomen worden de putten waar vereist aangezet op een funderingsplaat die circa 10 cm rond de put uitsteekt. Na de uitvoering worden de putten gevuld met zuiver waterindien dit nodig is om opdrijven te voorkomen. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 84

Het bovenvlak van de putten moet met minstens 30 cm grond (teelaarde) bedekt worden. De juiste niveaus worden aangegeven op de plannen of de uitvoering vastgelegd in samenspraak met het bestuur. AANSLUITINGEN - OVERLOOP & ONTLUCHTING De toevoerleidingen, overloop en aanzuigleiding worden waterdicht aangesloten op de put. De reuk- en waterdichte aansluiting van de PE-buis op de put wordt verzekerd door middel van een gefixeerde rubbermanchet. Zij dragen het BENOR-merk (of gelijkwaardig). In geval van aansluiting op een gemengde riolering, moet deze standaard voorzien worden van een terugslagklep (zie artikel 17.76). De afmetingen en de nodige aansluitingen voor in- en uitgaande leidingen worden op het as-builtleidingenschema weergegeven. Er wordt een ontluchtingsbuis voorzien in PE. Het verloop van de ontluchtingsbuis gebeurt volgens de aanwijzingen van het bestuur. MANGATEN PUTDEKSELS Een mangat wordt voorzien om de toezichtdeksels tot op vloerpas of maaiveldniveau te brengen: ofwel opgemetseld met volle baksteen (volgens NBN EN 771-1) en metselmortel categorie M15 (volgens NBN EN 998-2). De muurtjes worden langs binnen en buitenzijde uitgecementeerd. Om een waterdichte cementlaag te bekomen wordt aan het aanmaakwater een vochtwerend product toegevoegd dat de sterkte-eigenschappen van de cementpleister niet aantast en vrij is van organische stoffen en oliën. Na voldoende verharding wordt de cementlaag in aanraking met grond bestreken met 2 lagen vernis geactiveerd met steenkoolpek of bitumen (NBN B 46-101) à rato van minimum 200gr/ m2 en per laag; beide lagen verschillen van kleur. ofwel samengesteld uit prefab segmenten, behorende tot het systeem van de put. Het putdeksel wordt op het voorziene niveau geplaatst in een hiertoe voorzien kader stevig verankerd in het metselwerk. Metalen kaders moeten roestvrij zijn of voorzien van een roestwerende bescherming. Keuring Voor de oplevering wordt de put volledig gevuld met zuiver water ter controle van de algemene waterdichtheid. Bij de voorlopige oplevering zullen de regenwaterputten volledig gezuiverd zijn. 17.71.20. regenwaterbehandeling - regenwaterputten/hdpe FH st Lage prefab polyethyleen regenwaterput. Meting meeteenheid: per stuk meetcode: netto hoeveelheid aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH) Materiaal De regenwaterputten zijn vervaardigd uit slagvast polyethyleen (HDPE). Specificaties Nuttige inhoud: ca. 1500 liter. Type: enkelvoudig samengesteld. Vorm: rechthoekig. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 85

Benaderende afmetingen: 190(l) x 150(b) x 100(h) cm Overloop naar infiltratiebekken. Mangat: minimum opening Ø 45cm. De plaatsing gebeurt volgens voorschriften van de fabrikant op een stabiele en egale ondergrond. Bovenop de put zal een gewapende betonplaat met een dikte van 10 cm gegoten worden (wapening diameter 150/150/6) voorzien van een uitsparing voor het mangat. Er mag slechts overgegaan worden tot aanvulling nadat de afgewerkte put gekeurd is door de architect. De wederaanvullingen rondom de put worden uitgevoerd met te verdichten scherp zand. Aanvullende uitvoeringsvoorschriften: Biologische zuivering: op de bodem van de tank wordt een laag kalkzandsteen voorzien, ter bevordering van een natuurlijke bacteriële afbraak, laagdikte circa 3-5 cm. De regenwaterput wordt uitgerust met een beluchtingsinstallatie d.m.v. een geautomatiseerde en elektrisch gestuurde membraamluchtpomp (min.2000l/h), geplaatst in het lokaal B-1.24 (lokaal opstelling regenwaterzak). De leiding tot de regenwaterput is te voorzien in een beschermbuis. Toepassing Watervoorziening voor de zwengelpomp van de waterspeelplaats 17.71.50. regenwaterbehandeling regenwaterputten/waterzak EPDM TP Deze post omvat de levering/plaatsing van een regenwateropvangsysteem met soepele waterzakken. Meting meeteenheid: Totale Prijs aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH), met inbegrip van alle leidingwerk. Materiaal Waterzak uit zwart EPDM, dikte min. 1,2 mm. Opgehangen afvoerleidingen uit PE of PP, volgens keuze aannemer. Samenstellende onderdelen van het systeem: - Twee waterzakken van ca. 35 m³, benaderende afmetingen: 10 x 6 x 1(h) m - Onrotbaar synthetisch vilt (300 g/m²) als beschermlaag tussen betonvloer en waterzak - Twee elementen voor rustige toevoer van het regenwater - Twee pompschachten uit PE, Ø 315, hoogte 105 cm, voorzien van aanvoer- en afvoeraansluiting Ø110 - Alle PE of PP afvoerbuizen Ø110 mm tot buiten de kelder. - Kernboringen, herstellen kelderdichtingen en verbindingsleidingwerk in PE of PP inclusief - Hydrofoorgroep en aanzuigset zijn voorzien volgens artikel 62.71. De toevoer- en overloopleiding van schacht 2 (lokaal B-1.21) wordt uitgevoerd in een tweede fase en maakt geen deel uit van de huidige aanneming. De wachtaansluitingen met PE-steekmof en dichtingsring in de schacht zijn wel te voorzien. Toepassing Opstelling in kelder, lokalen B-1.24 en B-1.21 Volgens plan Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 86

17.71.60. regenwaterbehandeling regenwaterputten/beluchting TP Deze post omvat de levering/plaatsing van een circulatiepomp en -leidingwerk voor beluchting van het gebufferde regenwater. Het regenwater wordt opgepompt in de ene pompschacht en terug geïnjecteerd in de andere pompschacht. Materiaal - Circulatiepomp (CV-pomp), pompdebiet ca. 3 m³/h, opvoerhoogte ca. 4m, frequentieregeling, vermogen max.30w/230v-50hz. - Droogloopbeveiliging voor circulatiepomp d.m.v. druksensor in de pompschacht - Schakelklok voor sturing van circulatiepomp - Kernboringen, herstellen kelderdichtingen, verbindingen en leidingwerk in PE of PP inclusief Volgens plan Toepassing Watercirculatie en beluchting van regenwateropslag in waterzakken 17.72. regenwaterbehandeling - hergebruik regenwater PM Alle coördinerende werkzaamheden, aansluiting en beproeving, om de voorziene regenwaterputten geschikt te maken voor het duurzaam hergebruik van regenwater binnen de woningen (voeding toiletten, wasmachine, ). De regenwaterputten zullen een eerste maal gevuld worden met drinkbaar water. De regenwaterputten, filters en overlopen, hydrofoorgroepen, bijvulinstallatie, zijn opgenomen als afzonderlijke posten: putten, filters en overlopen met terugslagklep in hoofdstuk 17, de pompinrichting, bijvulinstallatie en aansluiting op de verdeelcollector in hoofdstuk 62. De elektrische aansluitingen behoren tot de aanneming elektrische installatie. Het plaatsen en aansluiten van de aftappunten en hun leidingen behoren tot hoofdstuk 60. Meting aard van de overeenkomst: Pro Memorie (PM) Toepassing Het regenwater wordt bestemd voor de voeding van toiletten (niet begrepen in deze aanneming) 17.73. regenwaterbehandeling - voorfilter FH st Voorfilter in HDPE voor regenwaterput voor ondergrondse plaatsing. Meting meeteenheid: per stuk aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH) Materiaal Voorfilter in HDPE te plaatsen vóór de regenwaterput in de grond op een stabiele ondergrond in gestabiliseerd zand of licht beton. De filterunit is voorzien van een inlaat en een uitlaat voor regenwater en een overloop naar de vuilwaterafvoer. Het opgevangen regenwater wordt er doorheen geleid en gefilterd alvorens het in de regenwaterput terecht komt. De filters verwijderen de bezinkbare en zwevende stoffen uit het inkomende water en voeren deze stoffen af. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 87

Het gezuiverde uitgaande water wordt afzonderlijk naar de regenwaterput geleid. De filters zijn corrosiebestendig en onderhoudsarm, de filters zijn gemakkelijk uitneembaar voor reiniging. Specificaties Putvorm: cilindrisch. Afmetingen: diameter circa 60 cm (aangepast aan het regenwater afvoerdebiet) Filtertype: vlak lamellenfilter uit gepolijst roestvrijstaal AISI316. Equivalent dakoppervlakte: ca. 1650 m² Aan- en afvoerdiameter: 200/250 mm Uitvoerdiameter RW-put: 2 x 110 mm Toebehoren: - Terugstroomalarm voor hydrofoorgroep (automatische omschakeling naar stadswater) - Automatische tijdsgestuurde sproeireiniging filters met stadswater, gebruiksklaar. - Terugstroomklep - Klinkerdeksel Plaatsing volgens de richtlijnen van de fabrikant. De leidingen voor en na de filter moeten hellend in de afvoerrichting liggen. De toevoerleidingen in de put worden verlengd tot in het water en voorzien van een 180 bochtstuk om het bodemwater niet te verstoren. In de grond geplaatste filters zijn gemakkelijk toegankelijk voor inspectie en voorzien van een deksel. 17.74. regenwaterbehandeling - overloop en terugslagklep FH st Overloopinrichting voor regenwaterput. Meting meeteenheid: per stuk aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH) Materiaal Overloopinrichting van de regenwaterputten naar het infiltratiebekken, te voorzien van een zelfsluitende terugslagklep die terugstroming via de overloop naar de regenwaterput verhindert. Specificaties Materiaal: kunststof PE, voorzien van afsluitdeksel tot maaiveldniveau voor reiniging van klep en buis. Diameter: DN 160 17.75. regenwaterbehandeling infiltratievoorzieningen 17.75.20. regenwaterbehandeling infiltratievoorzieningen/infiltratieblokken TP Ondergronds bekken van modulaire, inspecteerbare holle kunststofblokken voor infiltratie van regenwater in de bodem. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 88

Meting meeteenheid: Totale Prijs aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH) Materiaal Specificaties Geperforeerde blokken uit: polypropyleen Afmetingen unit: circa 60 x 120 x 60 cm (h) Nuttige inhoud per unit: circa 410 liter Totale nuttige inhoud van het bekken: min. 10m³ Inspecteerbaarheid: min. 70% van het unit volume geeft vrije toegang voor inspectie- en reinigingsapparatuur. Aanzetdiepte: ca. 1,05 m Minimale grondbedekking: 30 cm Toevoer diameter: 110 mm Overloop diameter: 110 mm Verkeersbelastingsklasse: A15 (NBN EN 124) Omwikkeld met geweven (woven) geotextiel: min 225 gr/m² De blokken kunnen eenvoudig mechanisch onderling bevestigd worden. Volgens voorschriften van de leverancier. Een dimensionerings- en stabiliteitstudie wordt ter goedkeuring voorgelegd aan het bestuur. De blokken worden rondom aangevuld met draineerzand of fijn grind, zonder insluitsels, onderaan min 10 cm, boven- en zijkanten min 30 cm. Aanvullende specificaties - Voorzien van één HDPE-inspectieschacht Ø315 x 400 mm, afgedekt met een klinkerdeksel op maaiveldniveau. - Voorzien van één HDPE-overloopput Ø630 x 1550 mm, met overloopsifon naar riolering en deksel op maaiveldniveau. - Voorzien van een drukverdelende betonplaat van 12 cm dikte in licht gewapend beton (wapeningsnet 150/150/8), met een overlapping van 1 meter rond het infiltratiebekken 17.90. rioolrenovatie - algemeen 17.91. rioolrenovatie - relining kousmethode VH m Rioolrenovatie volgens de kousmethode. Meting meeteenheid: lm meetcode: netto te plaatsen lengte. aard van de overeenkomst: Vermoedelijke Hoeveelheid Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 89

Materiaal Liner (kous): polyester naaldvilt met 2-componenten epoxyhars. Diameter rioolbuis: 200 mm In de oude afvoerleiding wordt een speciale polyester-kous ingebracht onder luchtdruk. Na thermische uitharding ontstaat een zelfdragende kunststof buis. Toepassing Rioolbuis toiletten van kelder naar speelplaats Rioolbuis DWA van toezichtput speelplaats naar toezichtput speelplaats STIBO Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 90

20. METSELWERK 20.00. metselwerken - algemeen Bovengrondse metselwerken, die niet in aanraking met de grond komen of aan weersinvloeden zijn blootgesteld. Materiaal STS 22 Metselwerk is van toepassing. ALGEMEEN De stabiliteitsberekeningen van het metselwerk gebeuren volgens NBN EN 1996 en zijn ten laste van de aannemer. De in rekening te brengen belastingen worden bepaald volgens NBN EN 1991. De uitvoering van het metselwerk gebeurt in overeenstemming met STS 22 en NBN EN 1996. TOLERANTIES Aard Verticaliteit per verdieping Positie van boven elkaar staande muren Vlakheid per 2 m Dikte van de volledige spouwmuur Elke lengtemaat d Horizontaliteit Maximaal toelaatbare afwijking ± 8 mm ± 20 mm ± 8 mm ± 10 mm ± ¼ (d) 1/3 (in cm) ± 8 mm bij d 3 m ± 12 mm bij 3 m d 6 m ± 16 mm bij 6 m d 15 m (d = afstand tussen twee meetpunten) Indien de toleranties niet nageleefd zijn, wordt het werk afgekeurd en vervangt de aannemer het betreffende metselwerk op zijn kosten. BEWEGINGSVOEGEN De juiste plaats van de voegen wordt aangegeven op de plannen en/of gebeurt volgens de stabiliteitsstudie. De breedte van de voegen bedraagt 10 à 15 mm, de voegen gaan doorheen de volledige dikte van de muur. De muurdelen moeten vrij en elastisch kunnen bewegen. De bewegingsvoegen moeten opgevuld worden met een samendrukbaar, onrotbaar materiaal. De zichtzijde van de voeg wordt opgespoten met een elastisch blijvend materiaal. De voeg moet waterdicht blijven. Bij horizontale bewegingsvoegen bedraagt de onderlinge afstand maximaal 9 m. De horizontale voegen worden gerealiseerd door het gebruik van geveldragers, die in de hoogte en eventueel in de breedte verstelbaar zijn. De geveldragers worden beschreven onder artikels 27.53. De architect bepaalt waar de horizontale voegen voorzien moeten worden. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 91

ZICHTBAAR BLIJVEND METSELWERK De zichtvlakken van het zichtbaar blijvend metselwerk worden zoveel mogelijk samengesteld uit hele en/of halve metselstenen. Het gebruik van gebroken elementen of elementen met een onregelmatige vorm of uitzicht wordt niet toegestaan. Het delen van hele stenen gebeurt door mechanisch verzagen, zodat nergens sporen van gekapte stenen zichtbaar zijn. Hoeken worden steeds in verband gemetseld. Buitenhoeken moeten vlak uitgevoerd worden. Bij het optrekken van zichtbaar blijvend metselwerk moeten elektriciteitsleidingen bij voorkeur gelijktijdig met het metselen ingewerkt te worden. In het zichtvlak van het metselwerk worden de nodige uitsparingen voor contactdozen voorzien of zorgvuldig uitgezaagd. De voegen worden achter de hand platvol meegaand gevoegd met de gebruikte metselmortel. Alle op de steen klevende mortelresten worden zorgvuldig verwijderd, de zichtvlakken van de stenen worden gereinigd en beschermd tegen verdere verontreiniging. 20.01. metselwerken ter plaatse gemetst De muren worden ter plaatse op de werf gemetst. De werken omvatten: de voorbereiding van de werken, het plaatsen van de nodige stellingen, de levering en voorbereiding van de stenen, de metselmortels, de uitvoering van het metselwerk en de nodige beschermingsmaatregelen, de nodige waterkeringen de prefab deur- en raamlateien en prefab verdeelbalkjes, indien niet afzonderlijk gemeten onder hoofdstuk 26 en/of 27 de nodige voorzieningen voor de bevestiging van het binnen- en buitenschrijnwerk de verbindingselementen en/of -wapeningen voor kruisende muren, alle verankeringen aan niet ingebonden achterliggende muren of van achterliggende muren aan een betonskelet het voorzien van de nodige doorbrekingen en doorvoerbuizen het verwijderen van de voor de werken nodige beschermingen, stellingen, afdekzeilen, het opruimen en schoonmaken van de bouwplaats. De aannemer treft de nodige voorzorgen om de stenen op een vlakke ondergrond en droog op te slaan. Hij verwijdert de verpakking zo kort mogelijk voor het vermetselen. In het winterseizoen moet absoluut vermeden worden dat niet vorstbestendige stenen nat worden. De aannemer neemt alle nodige voorzorgen om metselwerk met een verzorgd en onbesmeurd uitzicht te realiseren en dit te behouden. Alle muren worden loodrecht, haaks en goed vlak uitgevoerd. Bij gebruik van mortel voor algemene toepassing worden de metselstenen vol en zat in de mortel gelegd. De uit de voegen puilende mortel wordt met het truweel afgeschraapt. Bij aanhoudende droge weersomstandigheden worden bij gebruik van mortel voor algemene toepassing de stenen voorafgaandelijk bevochtigd om een goede hechting tussen mortel en steen te verkrijgen. Nat maken door onderdompeling is verboden. Bij zeer warm en droog weer of felle bezonning, wordt het vers metselwerk regelmatig maar licht besproeid om uitdroging van de mortel, voor hij volledig verhard is, te voorkomen. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 92

Bij regen moet het vers metselwerk onmiddellijk tegen waterinslag beschermd worden. Het bovenvlak en de bovenste 80 cm van het metselwerk moeten op het einde van de dag systematisch afgedekt worden. Eventueel mag ook een afdekplaat met voldoende oversteek gebruikt worden die het verse metselwerk over de bovenste 80 cm beschermt tegen regen. Deze rechtstreekse afdekking mag geen hout of ander materiaal zijn dat onder invloed van regen sporen kan nalaten op het metselwerk. Bij iedere gebeurlijke werkonderbreking verwijdert de aannemer alle gebonden mortel boven een laatste laag stenen of blokken. Indien de verticale voegen van het metselwerk niet gevuld worden, mag de maximale effectieve opening van de voeg niet groter zijn dan 5 mm. De langse voegen moeten perfect horizontaal zijn en overal dezelfde dikte hebben. De verbinding tussen dragende wanden gebeurt door steenverbanden of door horizontale wapeningen die in iedere wand worden verdergezet. De voorschriften van STS 22 hieromtrent zijn van toepassing. Alle muren die een geheel vormen, worden gelijktijdig opgetrokken. Bij de aansluiting van muren aan kolommen in beton of staal wordt een bewegingsvoeg voorzien tussen de muur en de kolom. Bij verankering van muren aan bestaande constructies worden de muren in verband ingewerkt in de bestaande muren. Als dit niet mogelijk is, wordt om de 50 cm een voegband in het metselwerk ingewerkt en aan de bestaande constructie verankerd. De muren worden pas belast nadat het metselwerk voldoende sterkte bereikt heeft. Voor een gelijkmatig verdeelde belasting wordt ten minste 16 uur gewacht, voor een puntlast moet men minimaal 24 uur wachten voor het aanbrengen van de belasting. 20.10. materialen algemeen 20.11. materialen metselmortel Materiaal De NBN EN 998-2 Specificaties voor mortels - Deel 2: Metselmortel is van toepassing. De mortel draagt het BENOR-merk of gelijkwaardig. Bij iedere levering wordt een certificaat van oorsprong gevoegd. De aannemer heeft de keuze tussen voorgemengde fabrieksmortel van het droge type of voorgemengde fabrieksmortel van het natte type. Hij staat in voor de keuze van een geschikte metselmortel volgens de in dit bestek voorgeschreven prestaties en voor de toe te passen metselstenen. De voorschriften van de mortelfabrikant moeten opgevolgd worden. De aannemer legt een prestatiefiche van de mortel ter goedkeuring voor aan de ontwerper. 20.11.10. materialen metselmortel/voor algemene toepassing (G) PM Meting aard van de overeenkomst: Pro Memorie (PM). Materiaal De minimale verwerkingstijd van de mortel bedraagt 2 uur. Er mogen enkel hulpstoffen toegevoegd worden in samenspraak met de producent van de mortel. Specificaties Druksterkteklasse: M 2 Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 93

De voorschriften van de mortelfabrikant moeten opgevolgd worden. Droge fabrieksmortels moeten droog, beschermd tegen wind, zon, opstijgend vocht en regen gestockeerd worden. Als de mortel in silo geleverd wordt, moet deze op verharde horizontale ondergrond stabiel geïnstalleerd worden, rekening houdend met alle veiligheidsvoorschriften. Bij gebruik van voorgemengde fabrieksmortels van het natte type legt de aannemer de leveringsbonnen voor aan de architect. Op deze bonnen moeten de herkomst en samenstelling vermeld staan. De mortel wordt verwerkt vooraleer de binding optreedt. Nadat de mortel is aangemaakt, is het verboden opnieuw water aan het mengsel toe te voegen en opnieuw te mengen. De aannemer beschermt de mortel tegen weersinvloeden. 20.40. dragende binnenmuur algemeen 20.43. dragende binnenmuur betonsteen met gewone granulaten De betonblokken zijn samengesteld uit zand, cement, granulaten en eventuele hulpstoffen of additieven. Materiaal De NBN EN 771-3 Voorschriften voor metselstenen Deel 3: Betonmetselstenen (gewone en lichte granulaten) is van toepassing. Enkel stenen behorende tot categorie I volgens NBN EN 771-3 mogen toegepast worden. De stenen dragen het BENOR-merk of gelijkwaardig. Bij iedere levering wordt een certificaat van oorsprong gevoegd. De aannemer legt een staal en prestatiefiche ter goedkeuring voor aan de ontwerper. Voor betonstenen van maatafwijkingsklasse D3 bedraagt de afwijking van de vlakevenwijdigheid van de legvlakken maximaal 2 mm; voor betonstenen van maatafwijkingsklasse D4 bedraagt deze maximaal 1,5 mm. Specificaties Stenen: formaat (lxbxh): modulair formaat op voorstel van de aannemer de stenen zijn: vol oppervlaktetextuur: effen kwaliteitsklasse (druksterkteklasse/volumemassaklasse): 15/2,2 Type mortel: mortel voor algemene toepassing volgens art. 20.11.10. Dikte van de voegen: naar keuze aannemer rekening houdend met hierboven vermeld morteltype Metselverband: halfsteens verband De dragende binnenmuren worden ter plaatse gemetst volgens art. 20.01. en meegaand opgevoegd. Het metselwerk wordt uitgevoerd volgens de regels van de kunst en volgens de richtlijnen van de fabrikant. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 94

Keuring Het aantal beschadigde stenen mag niet meer dan 2% van de totale hoeveelheid verwerkte stenen bedragen. Wordt als beschadiging beschouwd: Elke gebroken steen. Elke steen waarvan minstens één vlak een scheur vertoont met een lengte die groter is dan 40 mm en een breedte die groter is dan 0,2 mm. Elke steen waarvan het totaal volume van de rand- en hoekschade meer bedraagt dan 5% van het volume van de metselsteen. Elke steen met een door constructielatten in de mal veroorzaakte inkeping in het kopse vlak waarvan de hoogte groter is dan 10 mm. Voor stenen die gebruikt zullen worden in zichtbaar blijvend metselwerk worden eveneens als beschadiging beschouwd: Elke steen met een door constructielatten in de mal veroorzaakte inkeping in het kopse vlak, waarvan de hoogte groter is dan 10 mm. Elke steen met een door constructielatten in de mal veroorzaakte inkeping in de strek. Elke steen waarvan minstens één zichtvlak een scheur vertoont met een lengte die groter is dan 10 mm en een breedte die groter is dan 0,2 mm. Elke steen waarvan de totale oppervlakte van de rand-of hoekschade in een zichtvlak meer bedraagt dan 1% van de oppervlakte van dat zichtvlak of waarvan de oppervlakte van tenminste één rand- of hoekbeschadiging meer dan 200 mm² bedraagt. Elke steen waarvan de totale oppervlakte van de beschadiging in het zichtoppervlak (met uitzondering van hoeken en randen) meer bedraagt dan 100 mm². 20.43.10. dragende binnenmuur betonsteen met gewone granulaten/dikte 14 cm FH m3 Meting meeteenheid: per m³ meetcode: de lengte van de muren wordt gemeten in de as van de muren, bij kruisingen wordt de dikkere muur doorgemeten. De hoogte wordt gemeten tussen de vloeren. Geen enkel volume wordt tweemaal in rekening gebracht. Wordt afgetrokken: openingen met een oppervlakte groter dan 0,30 m²; het volume van constructieve elementen zoals lateien, balken, indien deze apart gemeten worden. aard van overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH) Toepassing Draagstructuur voor betonplaat t.b.v. waterzakken in kelder. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 95

23. DORPELS, PLINTEN EN DEKSTENEN 23.50. muurdekstenen - algemeen Levering en plaatsing van muurdekstenen, bestemd voor het afdekken van opstaande buitenmuren. De werken omvatten: de voorbereiding van het draagvlak; de levering en de voorbereiding van de materialen: de muurafdekelementen (inbegrepen hoeken, beëindigingen en ontmoetingen), de eventuele verbindingselementen met de andere bouwelementen (b.v. ankers, doken, ), de dichtingsmaterialen; de eigenlijke uitvoering van de muurafdekelementen, met inbegrip van alle hechtingsmiddelen, verankerings-, en bevestigingstoebehoren; de aansluiting en voegafwerkingen, ook t.o.v. muren en dakranden. Materiaal De dekstenen zijn vorstbestendig en vrij van gebreken die afbreuk kunnen doen aan hun duurzaamheid. Ze zijn vrij van losse elementen (steenkorst, aarde, ) en iedere onzuiverheid (vet, olie, roest, ). De zichtvlakken zijn gaaf en vrij van rand- of hoekbeschadigingen. TV 244 Aansluitingsdetails bij platte daken: algemene principes (WTCB) is van toepassing. De uitvoering gebeurt volgens 6.4.3. Muurkappen en dekstenen van TV 244. Alle elementen van de muurafdekking, die een geheel vormen, worden tezelfdertijd opgetrokken. De aannemer zorgt voor een esthetische uitvoering van de visuele belijning van de elementen, de voegen en de bevestigingen. Bij afdekking van dakranden wateren de elementen steeds eenzijdig naar het dak af. De voegen worden waterdicht afgewerkt, rekening houdend met mogelijke (uit)zettingen. Voorziene zettingsvoegen in de constructie worden doorgetrokken in de muurafdekking. De dekstenen worden geplaatst in een vol mortelbed (dikte circa 15 mm). De aannemer moet een duurzame bevestiging van de dekstenen op het metselwerk garanderen, de laagst gelegen dekstenen moeten tegen afschuiving verankerd worden. 23.51. muurdekstenen - blauwe steen TP Herplaatsing van de weggenomen muurdekstenen van het laag tuinmuurtje aan de voorgevel. De werken omvatten: Het wegnemen en tijdelijk opbergen van de bestaande dekstenen; de voorbereiding van het draagvlak; de voorbereiding van de materialen: de eventuele verbindingselementen met de andere bouwelementen (b.v. ankers, doken, ), de dichtingsmaterialen; de eigenlijke plaatsing van de muurafdekelementen, met inbegrip van alle hechtingsmiddelen, verankerings-, en bevestigingstoebehoren; de aansluiting en voegafwerkingen, ook t.o.v. muren. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 96

Meting meeteenheid: totale prijs aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH) Materiaal Hergebruik van de bestaande dekstenen. De muurafdekelementen worden geplaatst op 3 cm onder het huidig voetpadpeil. De breedte van de tussenvoegen bedraagt circa 8 mm over de totale diepte van de deksteen. In de open voeg tussen de elementen wordt een voegbodem geplaatst. De voegen worden gedicht met een elastisch blijvende kit. Toepassing Herplaatsen dekstenen laag tuinmuurtje aan Onderwijsstraat. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 97

26. STRUCTUURELEMENTEN BETON 26.00. structuurelementen gewapend beton - algemeen Dit hoofdstuk omvat alle ruwbouwelementen van de bovenbouw uitgevoerd in stortklaar of geprefabriceerd gewapend beton. 26.01. algemeen stabiliteitsstudie PM DE STABILITEITSSTUDIE WORDT GELEVERD DOOR DE AANNEMER. De kosten voor het opmaken van de betonstudie zijn ten laste van de aannemer. 26.10. materialen - algemeen 26.11. materialen wapening 26.11.10. materialen wapening/staven en netten Levering, de verwerking (knippen, plooien,...) en plaatsing van de voorgeschreven wapeningen voor de constructie-elementen in gewapend beton met inbegrip van alle afstandhouders en hulpstukken nodig voor het bevestigen en ter plaatse houden van de wapeningen. De staalprofielen in staalbetonconstructies worden beschreven en gemeten onder hoofdstuk 27. Materialen Het wapeningsstaal draagt het Benor-merk of gelijkwaardig. ALGEMEEN De bepalingen van TV 217 (WTCB) zijn van toepassing. Naden in de staven worden zoveel mogelijk vermeden. Het stomplassen van staven met een diameter van minder dan 20 mm is verboden. De naden worden altijd voorzien op de plaatsen waar de spanning van het staal het geringst is. Men vermijdt het tot stand komen van verschillende naden in één vlak. Wanneer een bewapening bestaat uit verschillende evenwijdige staven die elk een lasnaad vertonen, zullen die naden minstens op 50 cm van elkaar gelegen zijn. Wanneer de naad dicht bij een bekisting ligt, wordt de kortst bij die bekisting gelegen staaf verplaatst op een afstand die groter of gelijk is dan de diameter van de dikste staaf. OPSLAG - BESCHERMING Bij hun aankomst op de werf moeten de wapeningen vrij zijn van alle vuil, olie, verf, aarde, e.d.; ze worden op een overdekte plaats gelegd en tegen regen en elke andere bevuiling beschut. Op het ogenblik van verwerking worden de wapeningen volledig ontdaan van alle verontreinigingen en losse roest, die een volmaakte hechting met het beton kunnen schaden. Wachtwapening wordt beschermd tegen weersinvloeden. Elke wapening die een zekere periode blootgesteld wordt aan weersomstandigheden, en daardoor roestvorming op reeds uitgevoerd beton kan veroorzaken, wordt bestreken met cementmelk. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 98

BEWERKEN VAN BETONSTAAL De wapeningen moeten vóór hun plaatsing geplooid worden in de vormen en afmetingen, aangeduid op de plannen en borderellen. Zij worden geplooid volgens de normen NBN EN 206-1 aangevuld met NBN B 15-001 en Eurocode 2 (NBN EN 1992). De bijkomende voorschriften van PTV 306 - Bewerken van betonstaal (rechten, knippen, plooien, schikken en lassen) moeten eveneens toegepast worden. Het plooien van de staven wordt in principe uitgevoerd bij omgevingstemperatuur, met als minimum -5 C. Zodra de temperatuur minder dan +5 C bedraagt, is het niettemin aangeraden voorzorgen te treffen tegen het gevaar van brosse breuk van de staaf. Elke voorlopige buiging die gevolgd wordt door een terugbuiging moet zoveel mogelijk vermeden. Wanneer deze verrichting nodig is, gebeurt ze schokvrij. De kromtestraal van de boog moet dan het dubbele zijn van deze voorgeschreven in NBN EN 206-1 + NBN B 15-001. 26.11.12. materialen wapening/staven en netten - netten VH kg Meting meeteenheid: per kg. De volumemassa van het staal wordt bij conventie vastgesteld op 7.850 kg/m³. meetcode: netto gewicht; dit is het gewicht van de netten, overlappingen meegerekend. Snijverlies, binddraden, worden niet gemeten of verrekend. Afstandhouders zijn inbegrepen in de prijs. aard van de overeenkomst: Vermoedelijke Hoeveelheid. Materialen De wapeningsnetten beantwoorden aan de voorschriften van: NBN EN ISO 15630-2 Staal voor de wapening en voorspanning van beton - Beproevingsmethoden - Deel 2: Gepuntlaste wapeningsnetten of NBN A 24 301 en NBN A 24-304 Staalproducten Betonstaal + PTV 304, 306 en 310. Zodra een Nederlandse vertaling van NBN EN ISO 15630-1 beschikbaar is, vervallen de nationale normen NBN A 24 en PTV s. De wapeningsnetten bestaan uit geribde staven en behoren tot de klasse BE 500 S of DE 500 BS. De netten worden in de fabriek gelast. De stabiliteitsstudie bepaalt de vereiste maaswijdte, diameter en klasse van de staven. 26.12. materialen - beton Materialen Elk tewerkgesteld beton is in overeenstemming met NBN EN 206-1 + NBN B 15-001. De bepalingen van de volgende normen zijn van toepassing: NBN EN 1992 Eurocode 2 Ontwerp en berekening van betonconstructies NBN EN 13670 + ANB van betonconstructies 26.12.10. materialen beton/stortklaar beton Materiaal Het beton draagt het Benor-merk of gelijkwaardig en is hierdoor vrijgesteld van alle voorafgaande keuringen. In geval van twijfel behoudt het bestuur zich het recht voor op de werf controles uit te Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 99

voeren, vóór of na het betonstorten. De kosten van deze controles vallen ten laste van de aannemer indien het resultaat ervan negatief is. ALGEMEEN Het stortklaar beton moet geleverd worden door een nabije betoncentrale met BENOR-keuring of gelijkwaardig. Het beton mag nooit aangemaakt worden op de bouwplaats. De betonhoeveelheden zullen nooit opgemeten worden op basis van de door de aannemer voorgelegde leveringsbons. Voor elke betonlevering op de werf zal een bestelbon worden afgeleverd. Deze bestelbons maken deel uit van het werfdagboek. De aannemer moet deze bestelbons samen met het werfdagboek bewaren en ze op verzoek voorleggen. De bestelbon bevat volgende informatie: naam van de betoncentrale, vrachtwagennummer, serienummer van de bon, datum en uur van eerste contact tussen water en cement (niet handgeschreven), naam van de gebruiker, naam en ligging van de bouwplaats, specificatie (code en bestelnummer), hoeveelheid in m3, naam van de certificatie-instelling, sterkteklasse, omgevingsklasse, consistentieklasse, categorie en sterkteklasse van het cement, eventueel type hulpstoffen en toevoegsels, bijzondere eigenschappen. Het beton moet gestort worden binnen de 100 minuten na het eerste contact tussen water en cement. Ter controle is de centrale verplicht het vertrekuur van de mixer op mechanische of elektronische wijze te vermelden op de bestelbon. Het betonstorten moet voldoende snel gebeuren, onderbrekingen worden tot een minimum herleid. Beton dat niet gestort is vóór de binding aanvangt, mag niet meer worden gebruikt. Het storten van het beton bij middel van een pneumatische betonpomp is toegelaten mits voorafgaande toelating van de ingenieur, ontwerper en veiligheidscoördinator, wat betreft o.a. de diameter van de leidingen, bewegingssnelheid, pulsatie-frequentie, valhoogte, enz. Wanneer de valhoogte groter is dan 2 meter, zal men verplicht gebruik maken van betongoten met een glad oppervlak. Het storten van beton moet worden onderbroken bij overvloedige regen, overvloedige sneeuw of bij vorst. Als het begint te regen na het betonstorten, moet het beton gedurende minstens 24 uur afgedekt worden zodat het oppervlak niet wordt uitgespoeld. Bij vorst moeten de minimale voorzorgen volgens NBN EN 206-1 en NBN B 15-001 genomen worden. Alle gewapend beton dat in aanraking komt met de grond moet opgevat worden als waterdicht beton. VERDICHTEN De aannemer neemt de nodige maatregelen zodat het beton tijdens het verdichten homogeen blijft en de lucht eruit verwijderd wordt. Bij zichtbaar blijvende betonwerken moet een gelijkvormigheid in tint en uitzicht bekomen worden. Het verdichten gebeurt door trillen met trilnaalden, bekistingstrillers of oppervlaktetrillers in functie van het uit te voeren betonwerk. Er mag niet te lang getrild worden om segretatie van het beton te voorkomen. De trilnaald mag snel in de betonmassa gestoken worden, maar moet er traag terug uitgetrokken worden. Er mag niet getrild worden tegen de bekisting of tegen wapeningen, dit vooral bij langere stukken, waarbij de trillingen overgezet kunnen worden naar het beton waar de binding reeds een aanvang genomen heeft. De aannemer houdt steeds een reserve trilnaald ter beschikking op de werf, eventueel defect kan in geen geval worden aanvaard voor het niet trillen van het beton. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 100

STORTNADEN De stortnaden worden tot een minimum beperkt en worden voorzien op plaatsen waar ze de weerstand en het uiterlijk van de constructie het minst schaden. Ze worden zoveel mogelijk voorzien volgens gedrukte vlakken. De aansluitvlakken van de voegen zijn stroef en schoongemaakt. Indien nodig worden ze voor het schoonmaken gebikt. De aansluitvlakken worden goed natgemaakt voor het storten. Wanneer het vers beton pas na binding van het beton van de vorige fase wordt gestort, wordt het aansluitvlak aangebrand (aanbrengen van een dunne laag rijke en plastische mortel). Het verse beton wordt krachtig tegen het beton van de vorige fase aangedrukt. Indien de verdichting geschiedt door trillen, heeft het verse beton dezelfde consistentie als het voorgaande of is het iets plastischer, terwijl de triltijd met 50% wordt verhoogd. BESCHERMING - BEVOCHTIGING De aannemer treft de nodige voorzorgsmaatregelen opdat het vers gestorte beton in optimale omstandigheden kan verharden. In het bijzonder bij droog en warm weer wordt het vers gestorte beton regelmatig bevochtigd teneinde krimpscheurvorming te voorkomen. De temperaturen (minima, maxima) worden in het dagboek der werken vermeld. De temperatuur van het meest blootgestelde oppervlak van het beton moet minstens + 5 C bedragen gedurende de 72 uur die volgen op de verwerking. Indien dit niet het geval is, moet er een isolerende bescherming aangebracht worden. Het beton moet vochtig gehouden worden, zodat het geleidelijk kan verharden. Dit is des te meer noodzakelijk bij dunne elementen. Bevochtiging is ook belangrijk wanneer gebruik wordt gemaakt van glijbekistingen, waarbij het beton snel van alle bescherming wordt ontdaan. Het pas verwerkte beton moet beschermd worden tegen uitspoeling door zware regenbuien, beschadiging door hagel, en eventueel tegen schadelijk stof. De aannemer moet beletten dat op het pas verwerkte beton wordt gelopen en/of materialen worden opgeslagen. 26.12.11. materialen beton/stortklaar beton - met staaf- en netwapening PM Materiaal Wapening volgens 26.11.10., 26.11.11. en 26.11.12. De nodige afstandhouders worden voorzien om de vereiste betondekking te verwezenlijken. De nominale betondekking van de wapeningen is in overeenstemming met Eurocode 2 en wordt aangeduid op de stabiliteitsplannen. De constructieve schikkingen van de wapening (minimale en maximale tussenafstanden, overlapping, ) gebeuren volgens de voorschriften van Eurocode 2 (NBN EN 1992 + ANB). De afstandhouders zijn voldoende stevig en in voldoende aantal aangebracht zodat de wapening zich niet kan verplaatsen gedurende het betonstorten, door de uitgeoefende krachten, of door het belopen. Het contactoppervlak van de afstandshouders met de bekisting is zo klein mogelijk om de mogelijke nadelen als gevolg van differentiële thermische uitzetting of een eventuele oppervlaktebewerking te beperken. De steunblokken/betonspieën mogen niet zichtbaar zijn aan het betonoppervlak. Er worden afstandhouders in mortelblokjes of kunststof gebruikt volgens de voorschriften van TV 217 (WTCB). Het gebruik van houten of metalen afstandhouders is verboden. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 101

De nodige beugels en afstandhouders worden systematisch geplaatst met in achtname van volgende punten: In de kolommen wordt om de 100 cm een beugel in twee loodrechte richtingen vastgehouden door middel van 2 afstandshouders. In de balken wordt om de 100 cm een beugel ondersteund door 2 afstandshouders. Boven elkaar liggende langswapeningen mogen elkaar raken. In horizontale richting is de tussenafstand minstens 20 mm. In de wanden worden om de 100 cm afstandshouders geplaatst. In de platen voorziet de aannemer afstandshouders om de 50 cm onder de onderste wapening. De bovenwapening wordt gesteund door supportliggers. De afstand van wapeningsstaven en -netten tot de bekistingswand bedraagt minimaal 20 mm. Tenzij anders aangegeven op de stabiliteitsplannen worden de wapeningsnetten met een overlapping van een volledige maas gelegd en aan de hoeken van de boven elkaar liggende mazen verbonden (lassen of met uitgegloeide binddraad). De overlappingslengte van de staven gebeurt volgens de bepalingen van Eurocode 2. 26.12.30. materialen beton/architectonisch beton PM Geprefabriceerd beton waarbij aan het oppervlak esthetische eisen gesteld worden. Meting aard van de overeenkomst: Pro Memorie (PM). Inbegrepen in de constructie-elementen. Materiaal De elementen in architectonisch beton dragen het Benor-merk volgens PTV 21-601. PTV 21-601 slaat uitsluitend op het esthetisch aspect. Het Benor-merk voor de structurele eisen wordt vermeld onder de desbetreffende artikels. De fabrikant legt stalen voor te leggen die beantwoorden aan de beschrijving zoals opgemaakt door de architect. De definitieve keuze van de gewenste uitvoering wordt genoteerd in het werfverslag. De fabrikant maakt de uitvoeringstekeningen van alle elementen op. Deze tekeningen geven duidelijk de vorm, de afmetingen, de afwerking van de elementen en hun wapening aan, alsook hun inplanting in het geheel. Ze vermelden alle gegevens die enige invloed kunnen hebben op aansluitingen met andere elementen in het gebouw en o.a. voegbreedtes. De definitieve goedgekeurde uitvoeringstekeningen en berekeningen worden overhandigd aan het bestuur. De elementen moeten vervaardigd worden door daartoe gespecialiseerde vaklui in een fabrieksgebouw, in overdekte omstandigheden en onder een permanente controle. De aannemer ziet er op toe dat de elementen volstrekt aansluitbaar en compatibel zijn met de andere structurele, technische en afwerkingselementen waaruit de constructie is opgebouwd. De elementen worden zorgvuldig vervoerd. Bij vaststelling van gebreken bij levering op de werf worden deze genoteerd op het verzendingsborderel vooraleer de elementen af te laden. Herstelbare beschadigingen tijdens het transport kunnen geen aanleiding geven tot de weigering van het element. De beschadigingen moeten wel hersteld worden volgens de eisen van PTV 21-601. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 102

Op de werf worden de elementen zó gestapeld dat elk contact met de grond wordt vermeden. De aannemer zorgt ervoor dat de elementen beschermd worden tegen vervuiling en beschadiging. De ondersteuning van de elementen zal oordeelkundig gekozen worden volgens de voorschriften van de fabrikant. Het aanbrengen van opschriften of merktekens op zichtvlakken is verboden. De plaatser van de elementen in architectonisch beton heeft minimum 5 jaar ervaring met het plaatsen van soortgelijke elementen of kan aantonen dat hij de nodige kwalificaties heeft voor het uitvoeren van de plaatsing. Na montage van de elementen zorgt de aannemer voor een goede uitlijning. Toleranties op de plaatsing: inplanting: ± 5 mm verticaliteit: ± 1 mm/m met een maximum van 5 mm per element horizontaliteit: ± 5 mm voegbreedte: ± 5 mm De voegen moeten gedimensioneerd en uitgevoerd worden in overeenstemming met de voorschriften van de STS 56.1 "Dichtingskitten voor gevels". Elke bevuiling van de elementen na montage moet voorkomen worden. Indien dit toch gebeurt, moet deze onmiddellijk met behulp van zuiver water verwijderd worden. 26.30. prefab elementen algemeen Elementen uit gewapend beton of spanbeton waarvan prefabricatie in een fabrieksgebouw, in overdekte omstandigheden en onder permanente controle, verplicht wordt en die daarna op de werf met de andere constructies verbonden worden. De werken omvatten: de prefabricatie van de elementen volgens de voorgeschreven vormen, afmetingen en afwerking; het eventueel inwerken van doorvoeren; de voorbereiding van het draagvlak en/of de steunen; de levering van de prefab elementen op de werf; het stellen, regelen en verankeren van de prefab elementen aan de basisconstructie, m.i.v. de nodige bevestigings- en oplegmiddelen, thermische onderbrekingsinrichtingen en uitzettingsvoegen; het opgieten, opvoegen en/of opkitten met een aangepaste elastische kit. Materiaal De normen NBN EN 13369 Algemene bepalingen voor geprefabriceerde betonproducten en de nationale aanvulling NBN B 21-600 zijn van toepassing. De geprefabriceerde elementen dragen het BENOR-keurmerk (of gelijkwaardig) dat de overeenkomstigheid met de geldende Europese productnorm en de Belgische aanvullingsnorm aantoont. Bij de levering moet steeds een attest van oorsprong en het Benor-merk (of gelijkwaardig) gevoegd worden. De elementen worden vervaardigd overeenkomstig de uitvoeringsdocumenten zoals aangeleverd door de stabiliteitsingenieur. De uitvoeringstekeningen worden door de fabrikant van de prefabelementen opgemaakt. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 103

Indien de stabiliteitsstudie van de prefabelementen eveneens door de fabrikant moet uitgevoerd worden, staat dit expliciet vermeld in specifieke artikels van de elementen hieronder. De aannemer ziet er op toe dat de elementen volstrekt aansluitbaar en compatibel zijn met de andere structurele, technische en afwerkingselementen waaruit de constructie is opgebouwd. Geen enkele doorvoer mag achteraf worden uitgeboord of uitgehakt zonder de voorafgaandelijke toestemming van de stabiliteitsingenieur. Alle elementen worden onberispelijk loodrecht en waterpas gemonteerd en zorgvuldig uitgelijnd in het constructieverband. De bovenzijde van de geprefabriceerde elementen moet in overeenstemming zijn met de peilen zoals aangegeven op de architectuurplannen. De geprefabriceerde elementen worden een eerste maal gekeurd als ze op de werf toekomen en een tweede maal na plaatsing. Elementen die op duidelijke en in ernstige mate niet voldoen aan de voorschriften zoals die beschreven staan in NBN EN 13369 en NBN B 21-600 moeten hersteld worden of indien herstelling onmogelijk is, vervangen op kosten van de aannemer. Kleine beschadigingen mogen worden bijgewerkt, volgens de regels van de kunst en met vaste procedures. Zwaardere beschadigingen mogen worden hersteld mits een beoordeling door een bevoegde leidinggevende en of door de stabiliteitsingenieur en mits een garantie, te geven door de uitvoerder van de herstelling. Elementen die op duidelijke en in ernstige mate één of meer van onderstaande gebreken vertonen worden indien mogelijk hersteld of indien herstellling onmogelijk is vervangen op kosten van de aannemer: Gebreken in uitzicht o opvallende kleurverschillen binnen eenzelfde betonelement of tussen naastliggende betonvlakken (CIB schaal 3 is van toepassing) o zichtbare niet-gewenste hernemingsvoegen of aflijning tussen betonneringsfazen o zichtbare uitbuiging t.o.v. het verticaal of horizontaal vlak, uitstekende randen door het uitwijken van één of meer bekistings panelen o grind- of zandnesten, grote of talrijke luchtbellen, aflopen van cementpap (CIB schaal 3 is van toepassing) o afbarsting of afscheuring van hoeken of randen, krimpscheuren. Maattoleranties o De toleranties op de afmetingen worden gemeten volgens bijlage J van NBN EN 13369 aangevuld met de voorschriften in bijlage J van NBN B 21 600. De toegelaten toleranties staan beschreven in NBN EN 13369 paragraaf 4.3.1 en mogen maximaal bedragen (gemeten met een gladgeschaafde rechte regel van 2 m): Beoogde afmeting van de dwarsdoorsnede in de richting die wordt nagekeken L voor breedte en diepte kleiner dan 0,15 m voor breedte en diepte gelijk aan 0,40 m voor breedte en diepte groter dan 2,50 m voor tussenliggende waarden wordt geïnterpoleerd Beoogde afmeting van de lengte die wordt nagekeken voor alle lengten Afwijking t.o.v. de vlakheid Voor alle afmetingen, onder een regel van 2 m +10 / -5 mm +/- 15 mm +/- 30 mm L +/- (10 + L/1000) +/- 40 mm L +/- 4 mm Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 104

Plaatsingstoleranties: inplanting: ± 5 mm verticaliteit: ± 1 mm/m met een maximum van 5 mm per element horizontaliteit: ± 5 mm voegbreedte: ± 5 mm Tijdens de plaatsing moet men zoveel mogelijk de fabricagetoleranties opheffen. 26.36. prefab elementen draagvloeren 26.36.40. prefab elementen draagvloeren/balken en vulblokken Draagvloeren samengesteld uit geprefabriceerde betonnen balkjes, vulblokken en een ter plaatse gestorte gewapende druklaag. Materiaal DRAAGBALKJES De volgende normen zijn van toepassing op de prefab betonbalkjes: NBN EN 15037-1 - Geprefabriceerde betonproducten - Combinatievloeren - Deel 1: Balken NBN B 21-616 - Geprefabriceerde betonproducten - Combinatievloeren - Deel 1: Balken - Nationale aanvulling bij NBN EN 15037-1 De balkjes dragen een CE-markering volgens de productnorm NBN EN 15037-1. Ze zijn vervaardigd uit gewapend beton of spanbeton. De gebruikte wapening moet het Benor-merk (of gelijkwaardig) dragen. VULBLOKKEN De vorm van de blokken moet zo zijn dat een goede hechting met beton of mortel verkregen wordt. De onderzijde van de volledige vloer moet ofwel effen zijn ofwel geschikt zijn voor rechtstreekse bepleistering. ALGEMEEN De werken worden uitgevoerd volgens de aanbevelingen van de fabrikant. De legplannen van geprefabriceerde elementen moeten vooraf ter goedkeuring aan de architect worden voorgelegd. De bovenzijde en onderzijde van de samengestelde vloerplaat moet in overeenstemming zijn met de vloerpeilen en de dikte van de afwerking van de vloeren zoals aangegeven op de uitvoeringsplannen. De onderzijde van de samengestelde vloer ligt in éénzelfde vlak. ONDERSTEUNINGEN Voor het plaatsen van de draagbalkjes wordt dwars op de draagrichting een continue ondersteuning voorzien volgens de aanduidingen op de door de ontwerper goedgekeurde legplans. De ondersteuning wordt zo opgesteld dat, bij de plaatsing van de vloer, in het midden van de overspanning een tegenpeil ontstaat van 1/500 van de overspanning. Het wegnemen van de hulpstukken gebeurt ten vroegste na 21 dagen. Pas na het wegnemen van de stutten, mogen de eventuele wanden bovenop het gewelf opgetrokken worden. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 105

PLAATSING DRAAGBALKJES EN VULBLOKKEN De draagbalkjes en de vulblokken worden geplaatst in de volgorde en op de wijze zoals aangeduid op de door de architect goedgekeurde legplans. De balken mogen geen boorgaten of doorkappingen vertonen. De opleglengte op dragend metselwerk, beton of staal zal tenminste 7 cm bedragen. In het geval wapeningen uitsteken uit de balkjes is het deze lengte die bepalend is voor de opleglengte. De vulblokken worden mooi aaneensluitend geplaatst. Gebroken en/of ernstig beschadigde vulblokken mogen niet verwerkt worden. De raveelconstructies en plaatselijke verstevigingen worden uitgevoerd volgens het legplan en/of detail tekeningen. Dit gebeurt binnen de constructiehoogte van het gewelf. Voor deze zones wordt door de aannemer een afzonderlijke berekeningsnota voorgelegd. Het opvangen van lijnbelastingen van niet-dragende muren evenwijdig met de draagrichting van de vloer gebeurt door middel van versterkte draagbalkjes, met behulp van aangepaste vulelementen. UITVOERING DRUKLAAG De druklaag wordt in één maal over de volledige dikte uitgevoerd, zodat deze één geheel vormt met de onderliggende elementen. Voor het storten van de druklaag worden de vulblokken gereinigd. Toepassing 26.36.41. prefab elementen draagvloeren/balken en vulblokken vulblokken beton FH m2 De vloer wordt samengesteld met prefab betonbalkjes en vulblokken in beton. Meting meeteenheid: per m2 meetcode: netto oppervlakte volgens de nominale afmetingen op de plannen oppervlakte gemeten tot aan het buitenvlak van het binnenspouwblad. openingen, doorvoeren en uitsparingen groter dan 0,50 m2 worden afgetrokken. de druklaag en eventuele wapening is inbegrepen in de eenheidsprijs van dit artikel. aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid Materiaal De volgende normen zijn van toepassing: NBN EN 15037-2 - Geprefabriceerde betonproducten - Combinatievloeren - Deel 2: Betonnen vulelementen prnbn B 21-006 - Geprefabriceerde betonproducten - Combinatievloeren - Deel 2: Betonnen vulelementen - Nationale aanvulling bij NBN EN 15037-2+A1:2011 Specificaties De hoogte van de samengestelde vloerplaat bedraagt ca. 18 cm. Vulblokken: Type: beton met gewone toeslagstoffen Dikte: 12 cm Druklaag: Dikte: minimum 6 cm boven de vulblokken. Betonkwaliteit volgens NBN EN 206-1 en NBN B 15-001 Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 106

Sterkteklasse Gebruiksdomein Omgevingsklasse Consistentieklasse Maximale korrelgrootte minimum minimum keuze aannemer keuze aannemer C25/30 GB EI De wapening van de druklaag is minimaal een gelast netwerk, staalsoort BE 500 S of DE 500 BS, afm. 150x150x6x6 mm. De bijlegwapening bestaat uit bijlegstaven van kwaliteit BE 400S. De aannemer voorziet de nodige wapening volgens de betonstudie. Het wapeningsnet wordt op de onderliggende elementen geplaatst zonder tussenvoeging van afstandhouders of steunblokjes. Toepassing Draagvloer waterzakken in kelderlokaal B-1.24 en B-1.21 Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 107

27. STRUCTUURELEMENTEN STAAL 27.00. structuurelementen staal algemeen De post "structuurelementen staal" omvat alle werken en leveringen voor de realisatie van de ruwbouwconstructies uit staal, met inbegrip van alle uitvoeringstekeningen, verbindingssystemen, de eigenlijke uitvoering in het werk, de aansluiting met de ruwbouw, verankeringen, hulpstukken, eventuele corrosie- en brandbescherming,... Geprefabriceerde gevelelementen, trapelementen of balustraden of uit staal worden voorzien in deel 4 en 5. Materialen ALGEMEEN Bij levering dient het constructiestaal gekeurd te zijn. Een 3.1-certificaat volgens NBN EN 10204 moet bij de levering voorgelegd worden. In dit document dient de producent te verklaren dat de geleverde producten voldoen aan de bij de bestelling gestelde eisen en verstrekt hij de beproevingsresultaten van de in de betreffende materiaalnorm nader voorgeschreven keuringen. Het document wordt geldig verklaard door de bevoegde vertegenwoordiger voor de keuring van de producent die hiërarchisch onafhankelijk is van de productieafdeling. Elementen die gebreken of beschadigingen vertonen ten gevolge van prefabproductie, transport en/of opslag worden niet verwerkt en worden zo snel mogelijk afgevoerd en op kosten van de aannemer vervangen door nieuwe elementen. De vorm en de afmetingen van de profielen zijn afleesbaar op de plannen of op tijdig voor te leggen werktekeningen. ALGEMEEN De bepalingen van volgende normen zijn van toepassing: NBN EN 1090 - Deel 1 en 2 - van de staalconstructies en aluminiumconstructies NBN EN 10021 - Algemene technische leveringsvoorwaarden voor staalproducten NBN EN 10025 Warmgewalste producten van ongelegeerd constructiestaal Technische leveringsvoorwaarden NBN EN 10034 - I- en H- profielen uit bouwstaal - Vorm- en afmetingstoleranties NBN EN 10210 Deel 1 en 2 - Warmvervaardigde buisprofielen voor constructiedoeleinden van ongelegeerd en fijnkorrelig staal NBN EN 10219 Deel 1 en 2 - Koudvervaardigde gelaste buisprofielen voor constructiedoeleinden van ongelegeerd en fijnkorrelig staal NBN EN 10277 Deel 1 en 2 - Producten van blank staal - Technische leveringsvoorwaarden De constructeur moet in de werkplaats en op de werf alle nodige voorzorgen nemen teneinde iedere vervorming van de stukken tijdens de behandeling te voorkomen. Bijzondere aandacht dient te worden besteed aan de afmetingen van de elementen, hun peilen en doorbuiging, alsook alle doorvoeren voor leidingen, kokers. Vóór de uitvoering moet de constructeur de rechtlijnigheid van de staalprofielen controleren om mogelijke kromming of scheeftrekking te vermijden. Reeds verbonden stukken mogen niet gerecht worden. De elementen worden bij hun productie voorzien van de nodige uitsparingen of doorvoeren zoals aangeduid op de plannen. Geen enkele doorvoer mag achteraf in de elementen worden Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 108

uitgeboord, uitgeslepen of uitgebrand zonder de voorafgaandelijke toestemming van de architect of het ingenieursbureau belast met de stabiliteitsstudie. Voor tijdelijke markeringen wordt gebruik gemaakt van wateruitwisbare verven of stiften. Oliehoudende en andere verven zijn niet toegelaten, aangezien zij aanleiding kunnen geven tot verzinkingsfouten. Uitsnijdingen met de zuurstofbrander moeten zorgvuldig bijgewerkt worden (verwijderen van de bramen, slijpen enz.) om een volkomen gladde snede te bekomen. De elementen worden ontdaan van alle vuil, olie, vet en andere verontreinigingen, en van alle loszittende roestvorming op het ogenblik van de verwerking. Alle bewerkingen - zoals vlakken en richten van de stukken, smeden en warm plooien, buigen, uitgloeien, uitsnijden, alle verbindingen door lassen, bouten, schroeven, de voorbereiding van de gaten, enz. - worden uitgevoerd volgens de vigerende NBN-normen en regels van goed vakmanschap. Iedere wijziging aan het esthetisch aspect van de stukken, hetzij om redenen van constructie hetzij omwille van de stabiliteit ervan dient voorafgaandelijk aan de architect voorgelegd te worden. LEVERING - MONTAGE - OPLEG - VERANKERINGEN De scherpe kanten en uitstekende delen zullen bij de levering beschermd worden met aangepaste middelen. Alle stukken worden stevig in de omliggende constructies vastgezet en/of verankerd met aangepaste pluggen of chemische ankers, bouten, schroeven, moeren en tegenmoeren. De constructeur organiseert de gehele constructie ervan zodanig dat ten allen tijde en gedurende alle noodzakelijke en mogelijke manipulaties van de diverse elementen de stabiliteit van het geheel en van elk element afzonderlijk gegarandeerd blijft. Wanneer de stukken worden vastgeschroefd in zichtblokken, gevelsteen of zichtbetonelementen, gebeurt het boren met uiterste zorg zodat de stenen of het beton niet beschadigd worden noch loskomen. De aanbevelingen van de architect in verband met de plaatsing van waterdichtingsmembranen en/of isolatie ter voorkoming van vochtbruggen en/of koudebruggen, worden door de aannemer strikt opgevolgd. Indien deze aanbevelingen niet uitdrukkelijk in de uitvoeringsdocumenten vermeld zijn, zal de aannemer hiernaar informeren alvorens de werken aan te vatten. 27.02. algemeen stabiliteitsstudie PM STABILITEITSSTUDIE GELEVERD DOOR DE AANNEMER De kosten voor het opmaken van de stabiliteitsstudie zijn ten laste van de aannemer. 27.60. corrosiebescherming algemeen 27.62. corrosiebescherming thermisch verzinken PM De stalen profielen en bevestigingselementen worden door thermisch verzinken behandeld ter voorkoming van corrosie. Het verzinken gebeurt door onderdompeling van de stalen constructieelementen in een bad met vloeibaar zink. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 109

Meting aard van de overeenkomst: Pro Memorie (PM). Inbegrepen in de respectievelijke eenheidsprijs van de te behandelen profielen, inclusief de corrosiebescherming van de verbindingen en hulpstukken. Materiaal De bepalingen van volgende normen zijn van toepassing: NBN EN ISO 1461 Door thermisch verzinken aangebrachte deklagen op ijzeren en stalen voorwerpen - Specificaties en beproevingen NBN EN ISO 14713 Deel 1 en 2 Zinken deklagen richtlijnen en aanbevelingen voor de bescherming van ijzer en staal in constructies tegen corrosie Staalsamenstelling: Het siliciumgehalte van het staal is < 0,03% of > 0,12% en < 0,23%. Het fosforgehalte van het staal is < 0,045% Bij een siliciumgehalte < 0,03% moet de verhouding silicium en fosfor Si% + 2,5 P % < 0,09 zijn Koolstofgehalte < 0,30% Bij gelaste constructies moet lasmetaal gebruikt worden dat niet meer dan 0,7% Si bevat om overdikten op de lasnaad en mogelijke hechtingsproblemen te voorkomen. De nodige ontluchtingsgaten en in- en uitstroomopeningen moeten voorzien worden. Hieromtrent moeten de raadgevingen van Zinkinfobenelux opgevolgd worden. Alle bouten, moeren, en onderlegringen groter of gelijk aan M8, die worden gebruikt voor de assemblage van de thermisch verzinkte structuren, zullen eveneens verzinkt worden volgens NBN EN ISO 1461. De draad in de bouten moet vooraf aangebracht zijn, na het verzinken mogen de bouten geen enkele operatie ondergaan die de zinklaag kan schenden; de draad in de moeren mag eventueel na het verzinken ingesneden worden. In plaats van verzinkte bevestigingsmaterialen mag ook gebruik gemaakt worden van roestvast stalen bevestigingsmiddelen. Het thermisch verzinkbad bevat zink, waarvan het gehalte aan onzuiverheden (andere dan ijzer en tin) niet hoger mag zijn dan 1,5%. VOORBEREIDING Bij het bestellen van het staal moet de aannemer vermelden dat de elementen verzinkt zullen worden. Het staal mag roest en een walshuid van normale dikte vertonen; deze moeten door de verzinkerij verwijderd worden door beitsen in zuur. Het staal moet vrij zijn van lasslakken, lasspetters, verf- en vernisresten, siliconen (lassprays), grof vet, bitumen, residueel zink en markeringen met verf of vet krijt. Indien onderdelen van constructies gemerkt moeten worden kan dit het beste gebeuren d.m.v. slagcijfers of door het aanbrengen van ijzeren merkplaatjes. De lasnaden moeten glad en poriënvrij zijn. Alle mechanische bewerkingen, zoals ponsen, boren, zagen, snijden en lassen moeten voor het verzinken gebeuren. In gevallen waar dit onmogelijk is, moeten de aanwijzingen zoals verder in dit artikel beschreven, gevolgd worden. De te verzinken elementen moeten van hijsogen voorzien zijn. De plaats waar ze aangebracht moeten worden, moet in overleg met de verzinkerij bepaald worden. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 110

VERZINKEN Het verzinken moet gebeuren voor de assemblage door bout- of klinknagelverbindingen. De te bekomen laagdikte is afhankelijk van de wanddikte van het staal en kan afgeleid worden uit de betreffende tabellen van NBN EN ISO 1461 (cfr. onderstaand uittreksel uit de tabel voor monsters die niet gecentrifugeerd zijn) Wanddikte (e) van het staal Plaatselijke deklaagdikte in Gemiddelde deklaagdikte in micrometer micrometer e > 6 mm 70 85 3 mm < e 6 mm 55 70 1,5 mm < e 3 mm 45 55 e 1,5 mm 35 45 BIJWERKEN VAN ONVERZINKTE PLEKKEN EN BESCHADIGINGEN Indien na het verzinken nog onverzinkte plekken zichtbaar zijn, mogen deze bijgewerkt worden indien de onverzinkte plekken in totaal niet groter zijn dan 0,5% van de totale oppervlakte van het voorwerp en indien een individuele onverzinkte plek niet groter is dan 10 cm2. Indien onverzinkte plekken groter zijn, moet het betreffende voorwerp opnieuw worden verzinkt. Vooraf moeten de bij te werken plekken grondig gereinigd worden door schuren en borstelen. Het bijwerken gebeurt conform NBN EN ISO 1461 d.m.v. één van volgende middelen: Zinkspuiten (volgens NBN EN ISO 2063) Zinkrijke verf met zinkpigment,zinkschilfers of zinkpigment Zinklegeringsstaaf De laagdikte van de bijgewerkte plaatsen moet minimaal 100 µm bedragen. LASSEN VAN THERMISCH VERZINKTE MATERIALEN Indien lassen van de thermisch verzinkte materialen niet vermeden kan worden, moet de zinklaag voor het lassen voorzichtig weggeslepen worden langsheen de laszone. De nodige voorzorgen worden genomen om verdere beschadiging van de zinklaag te voorkomen. Na het lassen worden de lasnaden bijgewerkt volgens onderstaande richtlijnen: ontroesten van de beschadigde delen, verwijderen van eventuele lasslakken door krachtig borstelen of stralen; aanbrengen van twee lagen zinkstofrijke verf (min 90% zink in de droge film), laagdikte circa 80 micronmeter. TRANSPORT EN OPSLAG Bij transport en opslag dienen maatregelen genomen te worden om de vorming van witroest te beperken. Hiertoe dienen de thermisch verzinkte stukken op balken harsvrij hout en onder een lichte helling geplaatst te worden. Bij het stapelen zal men zorgen voor voldoende ruimte tussen de onderdelen, zodat een goede luchtcirculatie kan plaatsvinden. Om de opslagtijd te beperken moet de montage zo snel mogelijk na het verzinken gebeuren. KEURING De keuring gebeurt volgens de richtlijnen beschreven in NBN EN ISO 1461. Inspectie van de laagdikte De laagdikte zal gemeten worden met een magnetische laagdiktemeter volgens NBN EN ISO 2178. Het controlemonster wordt bepaald volgens de monsternameprocedure zoals vermeld in NBN EN ISO 1461. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 111

Inspectie van het uiterlijk van de deklaag Bij normale visuele inspectie moet de zinklaag vrij zijn van verdikkingen in de vorm van blaren, ruwheid, scherpe punten die van belang kunnen zijn voor uiterlijk of gebruik. Onverzinkte plekken mogen niet voorkomen. Het optreden van donkere of lichtere grijze plekken of enige oneffenheid op het oppervlak is geen reden voor afkeuring; ook witte vlekken die door het opslaan zijn veroorzaakt, zijn geen reden voor afkeuring, mits de deklaagdikte boven de aangegeven minimumwaarde blijft. Fluxresten zijn niet toegestaan. Zinkassen zijn niet toegelaten op plaatsen waar zij het beoogde gebruik van de thermisch verzinkte voorwerpen of de corrosieweerstand ervan beïnvloeden. Afgekeurde materialen mogen niet terug worden gebeitst en herverzinkt. Toepassing De te behandelen delen worden vooraf bekendgemaakt. 27.90. Industrieroosters - algemeen 27.91. Industrieroosters - persrooster verzinkt FH m² Deze post omvat het leveren en plaatsen van industrieroosters teneinde een opstel- en loopvlak te bekomen voor het plaatsen van fietsrekken (art. 92.35). Meting meeteenheid: m2 meetcode: netto uit te voeren oppervlakte. aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH) Materiaal De persroosters bestaan uit een stevig raster van draag- en vulstaven van solide bandstaal. Staal, kwaliteit S235 JR, volgens NBN-EN-10025-1-04. Alle montagetoebehoren voor de plaatsing van deze roosters zijn inbegrepen. De roosters worden mechanisch wegneembaar geplaatst, volgens voorstel aannemer. Maaswijdte : ca 33 x 11 mm Draagstaafsectie: min. 30 x 3 mm Dwarsstaafsectie: min. 10 x 2 mm Oppervlaktebehandeling: thermisch verzinkt volgens art. 27.62. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 112

Het bovenpeil van de roosters dient gelijk te liggen met het voetpadpeil. Toepassing Stelplaats fietsen aan de Onderwijsstraat. 27.92. Industrieroosters - draagstructuur VH kg Draagstructuur in thermisch verzinkte staalprofielen voor de persroosters van voorgaand artikel. Meting meeteenheid: per kg meetcode: de volumemassa van het staal wordt bij conventie vastgesteld op 7.850 kg/m3. Enkel de conventionele theoretische massa wordt in rekening gebracht. Deze wordt bepaald op basis van de geometrische vorm van de stukken. De uitsnijdingen en openingen worden afgetrokken, behalve de gaten voor de verbindingen en de afschuiningen en laspoortjes voor de lassen. In de berekening van de hoeveelheden wordt een massatoeslag van 10 % voorzien, waarvan enerzijds 5% voor de hulpstukken (kop- en voetplaten, verstijvingsplaten, verbindingselementen, ankerstaven in beton,...) en anderzijds 5% voor lasnaden, bouten, moeren en rondellen, verbindingsdeuvels, afval en walstoleranties,. aard van de overeenkomst: Vermoedelijke Hoeveelheid Materiaal Specificaties Staalsoort: S235 Kwaliteit lasbaarheid: JR Behandeling van het staal: thermisch verzinkt, minimum gemiddelde laagdikte 45 µm volgens 27.62 corrosiebescherming - thermisch verzinken. Op voorstel van de aannemer, ter goedkeuring voor te leggen aan het Bouwbestuur. Toepassing Stelplaats fietsen aan de Onderwijsstraat Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 113

60. SANITAIR LEIDINGNET 60.10. afvoerbuizen - algemeen Levering en plaatsing van afvoerbuizen voor huishoudelijk afvalwater en regenwater, gelegen binnen het gebouw (types B en BD). Het rioleringsstelsel op funderingsniveau (types U en UD) en de regenwaterafvoerpijpen buiten het gebouw zijn opgenomen in hoofdstuk 17 en hoofdstuk 38. De kokerafdichtingen en toezichtluiken vormen een afzonderlijke post, inbegrepen in hoofdstuk 51. De werken omvatten: eventueel noodzakelijke studies, voor zover niet opgenomen in de aanbestedingsbundel; sleuven, inkepingen en doorboringen in muren en vloeren, nodig voor het verwezenlijken van bovenvermelde werken en alle daaruit voortvloeiende herstellingen; levering en plaatsing van alle afvoerbuizen, met inbegrip van de nodige bocht-, koppel- en hulpstukken, de dichtingen, moffen, de bevestigingsmiddelen; aansluitingen met het rioleringstelsel op funderingsniveau; noodzakelijke verluchtingsleidingen, inclusief eventuele dakdoorsteken; keuring volgens de bepalingen van AquaFlanders en vereiste dichtheidsproeven met aflevering van de nodige attesten; in drievoud: de as-built plannen van het gerealiseerde afvoernet en een volledige onderdelenlijst ten behoeve van de keuring en een volledige technische documentatie en onderhoudsvoorschriften voor de opdrachtgever; verwijderen van alle afval van de werf. Materialen HERKENNING & MARKERING Alle geleverde buizen en hulpstukken moeten voorzien zijn van een fabrieksmerk. De opdruk vermeldt: het buistype - de betreffende norm - naam van de fabrikant - BENOR - diameter en dikte - fabricatiecode, en voor bochten de afbuigingshoek. PE SANITAIRE AFVOERLEIDINGEN - TYPES B en BD Zwart (RAL 9005) gemarkeerd (opgedrukt of ingevormd): B of DB - SANITAIR - NBN EN 1519-1 - Fabrikant - BENOR - diameter x dikte - fabricatiecode ALGEMEEN Het materiaal van de buizen moet bestand zijn tegen was- en oplosmiddelen. Alle vrij opgestelde leidingen moeten bovendien UV-bestendig zijn. De minimale wanddikten, volgens diameter en aard van het materiaal, bedragen respectievelijk: Minimale wanddikten Afvoerleidingen Sanitair - Types B en DB PE Polyethyleen PP Polypropyleen NBN EN 1519-1 NBN EN 1852-1 BCCA TRA 1519 BCCA TRA 1852 3,0 mm (Ø t/m 90 mm) 2,0 mm (Ø t/m 90 mm) 3,4 mm (Ø 110 mm) 3,0 mm (Ø 110 mm) 3,9 mm (Ø 125 mm) 3,2 mm (Ø 125 mm) 4,9 mm (Ø 160 mm) 4,3 mm (Ø 160 mm) Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 114

6,2 mm (Ø 200 mm) 7,7 mm (Ø 250 mm) 9,7 mm (Ø 315 mm) Alle toebehoren zoals T- en Y-stukken, bochten, koppelstukken, hebben dezelfde samenstelling en wanddikte als de buizen, zijn van hetzelfde merk en zijn conform de bepalingen van de BENOR en/of ATG certificatie. Tot en met diameter 160 mm worden zij gespoten uit één stuk. Het gamma van de buizen voorziet ook speciale hulpstukken, zoals uitzetmoffen, schroefkoppelingen, inspectie-elementen met schroefdop. STUDIE - ONTWERP De installaties moeten voldoen aan TV 200 Sanitaire installaties - Deel 1: Installaties voor de afvoer van afvalwater in gebouwen, aangevuld met de normen van de reeks NBN EN 12056 Binnenriolering onder vrij verval. Op de plannen wordt het tracé van de diverse afvoerleidingen aangegeven en de locatie van alle belangrijke onderdelen (toezichtputten, klokputten, collectoren, ). Voor de aanvang van de uitvoering moet een eigen gedetailleerde studie met uitvoeringsplan aan de ontwerper overgemaakt worden met aanduiding van bevestigingspunten, inspectieelementen, uitzetmoffen, bochten, enz., Deze plannen zullen in drie exemplaren afgeleverd worden. De aannemer zal vooraf de nodige informatie inwinnen, m.b.t. de aansluitingen (gescheiden rioleringsstelsels, ), bij de diensten verantwoordelijk voor het openbaar rioleringsnet. LEIDINGVERLOOP - DIMENSIONERING De afvoerleidingen worden geplaatst volgens de aanwijzingen op de plannen en in het bestek, de voorschriften van de fabrikant en de hierboven vermelde referentiedocumenten. Er wordt zoveel mogelijk gewerkt volgens rechtlijnige tracés en rechte buizen uit één stuk. De buizen worden geplaatst met een constante helling van minimum 1 tot 3 cm per meter (richtwaarden: DN < 100: > 1,5%, DN > 100: > 2%). De plaatsing van buizen met vaste of losse moffen begint stroomafwaarts met het mofeind stroomopwaarts gericht. De buizen worden vorstvrij opgesteld. PLAATSINGSWIJZE Overeenkomstig de aanduidingen op de plannen en in het bestek: opbouw - vrije opstelling (standaard): standaard bij bevestiging van de buizen op zichtbaar metselwerk, in kokers, achter valse plafonds, ; inbouw (ingewerkt in de muren); om akoestische redenen mogen leidingen geen leidingen ingewerkt worden in woningscheidende wanden. De leidingen mogen evenmin geplaatst worden in wanden van onderliggende woningen; deze worden aangebracht in technische kokers met voldoende akoestische demping. VERBINDINGEN - KOPPELSTUKKEN - INSPECTIESTUKKEN De gebruikte verbindingstechnieken zijn conform BENOR en/of ATG bepalingen en met de voorschriften van de fabrikant, die alle waarborgen biedt voor een volledige en blijvende dichtheid van het systeem. PE kan niet verlijmd worden. De koppeling gebeurt d.m.v. lassen of rubberen dichtingringen. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 115

PP kan niet verlijmd worden, veelal wordt lassen toegepast. Daarbij dient de MFR (melt flow rate) van beide te lassen buizen gelijk of aangrenzend zijn. Geen enkele koppeling mag in een muur- of vloerdoorvoering aangebracht worden. Vóór het samenvoegen van de buizen, worden de moffen en buisuiteinden ontvet en ontdaan van bramen en alle verontreinigingen en vreemde stoffen, stoppen,. Voor bochten en vertakkingen maakt men gebruik van specifieke geprefabriceerde hulpstukken, gegoten uit één stuk. Voor de overgang tussen verschillende materialen ( PE / beton / ) worden aangepaste verloopstukken gebruikt. De buizen mogen niet gebogen worden, iedere richtingsverandering gebeurt met een bochtstuk of een speciaal koppelstuk onder een maximale hoek van 45. De verticale aansluiting op horizontale leidingen of collectoren gebeurt steeds door Y-stukken 45. De horizontale aansluitingen op een verticale kolom gebeuren d.m.v. Y-stukken 45 of T-stukken 90 (88,5 wanneer er geen secundaire verluchting voorzien is). De nodige inspectie-elementen of reinigingsopeningen worden voorzien volgens aanduiding op plannen. Ze moeten toelaten de afvoerleiding volledig te inspecteren, te ontstoppen en/of te reinigen. Zij worden toegankelijk geplaatst en mogen geen obstructie vormen in de leidingen. Deze inspectie-elementen worden minimum op de volgende plaatsen voorzien: verticale leidingen: per verdieping en/of bij de overgang naar een horizontale leiding; horizontale leidingen: minstens om de 12m; op alle plaatsen met een risico op verstopping. UITZETTINGSMOFFEN Bij het bepalen van het leidingtracé en het plaatsen van de leidingen wordt rekening gehouden met de uitzetting van de buizen, door temperatuurschommelingen. Tussen twee vaste punten, en minstens om de 6m voor PE -buizen, zullen uitzettingsbenen (of speciale uitzettingsmoffen) worden voorzien om lengteveranderingen van de leidingen op te vangen. Voor de standleidingen worden zij per verdieping en zo laag mogelijk bij de vloer geplaatst. De uitzettingsmoffen worden geleverd door de leverancier van de leidingen en geplaatst volgens zijn instructies. Zij kunnen opgevat worden als een lange mof, bestaande uit een lang insteekgedeelte, afgedicht door een ring in neopreenrubber (zuurvast en bestand tegen veroudering), die, ongeacht bewegingen van de buis, een volmaakte dichtheid waarborgt. De insteekdiepte van de buis moet geregeld worden op het ogenblik van plaatsing. De mof moet op de buitenzijde een aanduiding dragen die, afhankelijk van de plaatsingstemperatuur, de insteekdiepte weergeeft. De lange mof moet bevestigd worden met een vaste beugel (of vast punt). DOORVOEREN - SLEUVEN De sleuven in gemetste muren worden uitgefreesd en hebben een aangepaste sectie. Na plaatsing en bescherming van de afvoerleidingen worden de sleuven aangewerkt met een zandcementmortel. Doorvoeren door vloerplaten worden zorgvuldig geboord of gekapt en na de plaatsing van de afloop terug gedicht met een zandcementmortel. De vrije uitzetting moet steeds gewaarborgd blijven. Bij muur- en vloerdoorgangen worden de leidingen steeds beschermd door aangepaste doorvoermoffen. De doorvoeren zijn zo voorzien dat muur- of vloerzettingen de buis niet kunnen belasten. Dienaangaande en in functie van de uitzetting, worden in de ruwbouw kokers voorzien of worden soepele doorvoermoffen voorzien. De ruimte tussen doorvoermof en buis wordt Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 116

afgedicht met een aangepaste kit of isolatie. Geen enkele buisverbinding of koppeling mag in een muur of vloerdoorvoering aangebracht worden. BEVESTIGING - BEUGELS Zichtbaar geplaatste, opgehangen en/of in kokers opgestelde leidingen moeten zodanig gemonteerd worden dat de uitzetting van de buizen verzekerd is en doorbuiging vermeden wordt. De bevestigingswijze gebeurt conform de eisen van de fabrikant en/of onderstaande bepalingen. De leidingen worden bevestigd met glijbeugels of vastpuntbeugels die de uitzetting en de krimp in de juiste richting moeten geleiden. De beugels mogen niet drukken op de buizen. Glijbeugels laten toe dat de buis er gemakkelijk doorglijdt. De glijsteunen zijn vervaardigd uit polyethyleen of een roestvast metaal met een breedte van ca. 20 à 30 mm. Tussen de beugels en de buizen wordt een synthetisch rubber (zonder weekmakers) aangebracht. Vastpuntbeugels kunnen op verschillende manieren verwezenlijkt worden: ofwel door tussen de beugel en de buis twee metalen halfschalen te voorzien, die naargelang de beugels meer aangespannen worden, vaster komen te zitten, zonder dat de buizen ingesnoerd worden; hetzij door gebruik te maken van montageopbouw (tussen twee moffen, tussen twee lassen, enz.). Verticaal geplaatste buizen worden voorzien van minstens één vastpuntbeugel per verdiepingshoogte. Om het uitbuigen van verticale leidingen en/of het doorhangen van horizontale leidingen te verhinderen, worden tussen twee vaste punten voldoende geleidingsbeugels aangebracht. Ook bij elke richtingsverandering en op maximum 30 cm aan weerszijden van elke verbinding, moet een beugel voorzien worden. Alle beugels worden in de muren en/of aan de plafonds bevestigd door middel van een vijspin, bout of draadstang en plug. De sluitmoeren zijn uit roestvast staal. De afstanden tussen de beugels, volgens aard en diameter van de buizen, bedragen respectievelijk (tenzij de richtlijnen van de systeemleverancier andere maten opleggen): Materiaal Tussenafstand - Horizontale leidingen Tussenafstand - Verticale leidingen PE 10 x ND diameter of maximum 200 cm 15 x ND diameter of minimum twee per verdieping Aan het plafond opgehangen horizontale leidingen worden zo hoog mogelijk geplaatst. De bevestigingswijze zal voldoende stevig zijn om het gewicht van de gevulde horizontale leidingen te kunnen dragen. De vasthechting gebeurt met vaste beugels en/of voldoende onderlegschalen die de buis volledig immobiliseren. AANSLUITSTUKKEN De aannemer voorziet in alle noodzakelijke aansluitingen van de afvoerbuizen op de sanitaire toestellen, de ondergrondse riolering, putten en afscheidingstoestellen. De juiste opstelling van de aansluitmonden voor sanitaire toestellen dient te gebeuren volgens de bepalingen van hoofdstuk 61- sanitaire toestellen & toebehoren en/of in overleg met de architect. Na plaatsing van de afvoerbuizen worden de aansluitingen, waar nodig, voorlopig afgedekt met een stop en beschermd tegen iedere beschadiging of bevuiling. Alle aansluitingen aan sanitaire toestellen dienen demonteerbaar te zijn. Hiertoe wordt in principe gebruik gemaakt van een schroefkoppeling of een insteekmof, waarin een lipdichting in neopreenrubber wordt geschoven, aangepast aan de doormeter van de aan te sluiten toestellen. De schroefkoppelingen in PE voor diameters van 40 mm t.e.m. 110 mm bestaan uit: een draadstuk (ronde draad); een moer in PP; een drukking met een driehoekige sectie; een dichtingring in neopropeenrubber, bestand tegen veroudering; Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 117

voor rechtlijnige buisdelen van meer dan 2 m moet men een kraagbus bijvoegen. De aansluiting op de ondergrondse riolering, zoals die bij de ruwbouw binnen het gebouw is gebracht, bestaat uit een PE-buis die in de dikte van de betonnen ondervloer beëindigd is met een mof en rubberen lipdichting. De aannemer sanitair koppelt hier de binnenafvoerbuizen op aan met aangepast verloopstuk, zodat er een lucht- en geurdichte aansluiting tot stand komt. De aansluiting op putten is uit te voeren met een kraagstuk voorzien van waterkeringsringen. Voor de voorlopige oplevering van de werken levert de aannemer aan het Bestuur een as-built plan van het afvoernet en de verluchtingsleidingen, zoals uitgevoerd met aanduiding van alle diameters en de aard van de leidingen. OPSLAG & TRANSPORT De ondergrond waarop de buizen gestapeld worden dient vlak te zijn en vrij van scherpe voorwerpen. Bij temperaturen beneden het vriespunt dient het transport en de manipulatie conform de voorschriften van de leverancier. Keuring Volgens NBN EN 12056-5 - Binnenriolering onder vrij verval - Deel 5: Installatie en beproeving, instructies voor functionering, onderhoud en gebruik. Buizen die beschadigd raken, zowel tijdens het lossen als bij plaatsing worden vervangen. Voor de indienststelling worden alle leidingen doorspoeld om het geheel te controleren op haar waterdichtheid en alle onzuiverheden te verwijderen. 60.12. afvoerbuizen - PE VH m Meting meeteenheid: per lopende m meetcode: netto lengte van de leidingen, gemeten volgens aslijn, tot in het centrum van kruisingen, aftakkingen, putten en/of afscheidingstoestellen. De bocht- en koppelstukken en de ophangingen worden niet gemeten en zijn inbegrepen in de eenheidsprijs. aard van de overeenkomst: Vermoedelijke Hoeveelheid Materiaal De buizen en hulpstukken zijn vervaardigd uit hard polyethyleen (PE, kleur: zwart). De buizen voldoen aan de norm NBN T 42-112. Het systeem (buizen en hulpstukken) beschikt over een BENOR-merk, of een BUtgb- of gelijkwaardige EU-keuring. Overeenkomstig het toepassingsgebied behoren zij tot: het type HDPE (High Density Polyethyleen), temperatuursbestendig tot 95 C / MDPE (Medium Density Polyethyleen), temperatuursbestendig tot 65 C. de reeks: 12,5 (lage drukken) tot Ø 160mm / 16 (hogere drukken) vanaf Ø 200mm Specificaties Nominale buitendiameters: overeenkomstig de aanduidingen op de plannen en/of de samenvattende meetstaat. Nominale wanddikten van buizen en hulpstukken: volgens 60.10. Koppelingen: (ofwel) d.m.v. spiegellassen. Het lassen geschiedt volgens een methode voorgeschreven door de fabrikant. Vooraf aan elkaar te lassen delen kunnen worden uitgevoerd met een spiegellas, Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 118

(ofwel) (ofwel) volgens NBN T 42-010 (stomplas bij een temperatuur van 210 C, zonder bijvoeging van materiaal). d.m.v. elektrische moffen. De cilindrische moffen in PE-h zijn voorzien van een elektrische weerstand in corrosievrij materiaal, die de moffen na afkoeling nauw doet aansluiten rond het buisoppervlak. Ze moeten voorzien zijn van een inwendige ring die dienst doet als aanslag voor de buisuiteinden (bij diameters van 40 tot en met 160 mm) en moeten aangebracht worden met het door de fabrikant voorgeschreven toestel. d.m.v. insteekmoffen. De insteekmoffen bestaan uit een insteekgedeelte en een ronde dichtingring in neopropeenrubber, bestand tegen veroudering. Deze moffen mogen niet gebruikt worden als uitzettingsstuk en evenmin bij rechtlijnige buisdelen van 40 mm t.e.m. 110 mm. Voor bochten en vertakkingen maakt men gebruik van geprefabriceerde stukken. Voor de overgang van PE op andere materialen zullen steeds speciale overgangsstukken voorzien worden. Aansluitingen: d.m.v. kragen en flenzen. Beugels: metaal Studie en/of voorstel tot uitvoering: geleverd door de ontwerper. Leidingtracé: volgens plan bij het aanbestedingsbundel Opstelling: opbouw, opgehangen tegen kelderplafond of -muur Bevestiging d.m.v. aangepaste beugels die zowel vast als glijdend kunnen bevestigd worden; Beugels: zie 60.10. Doorvoeren: d.m.v. beschermhulzen rond de leidingen, waarin de buis vrij kan glijden. Gegalvaniseerde of gemoffelde halfschalen te voorzien voor horizontale afvoerleidingen. Toepassing Opgehangen leidingen van regenwaterafvoer in kelder Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 119

62. SANITAIRE KRANEN & KLEPPEN 62.70. regenwaterpompen - algemeen 62.71. regenwaterpompen zelfaanzuigende hydrofoorgroep FH st Levering en plaatsing van een hydrofoorgroep met een zelfaanzuigende en geruisarme werking, inclusief alle toebehoren om een volledige bedrijfsklare werking van de pompinstallatie te bekomen. Meting meeteenheid: per stuk aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH) Materiaal Compleet regenwaterpomp systeem met automatische omschakeling op drinkwater. Het systeem voorziet in een drukverhoging met geïntegreerde interne en behoefte afhankelijke drinkwatersuppletie De hydrofoorgroepen beantwoorden aan de voorschriften van volgende referentiedocumenten: NEN-EN1717, KIWA conformiteitsverklaring voor beoordelingsrichtlijnen BRL-K14011/01 beoordeeld op basis van NEN-EN-13077:2008 NEN-EN-13076:2003 BELG AQUA certificaat voor installaties met water van vreemde herkomst. Kenmerken -Systeembesturing met geïntegreerde onderhoudsvrije, corrosie-bestendige, dubbele pompinstallatie. -Inclusief interne en behoefte afhankelijke drinkwatersuppletie conform EN1717. -Programmeerbare systeembesturing voor cascade aansturing en bedrijfsurenregeling voor de pompen. -Akoestisch en optisch signaal bij functiestoornis met automatische omschakeling op drinkwaterleiding aangestuurd door het terugstroomalarm van de regenwaterfilter. -Motor gestuurde wisselkraan 1". -Automatische drinkwaterverversing bij langdurige stilstand. -potentiaalvrij contact voor aansluiting op domotica en gebouwbeheersystemen. Afmetingen: 55x85x65cm (BxHxL) Aanzuiging 2x 1" Bi, Persleiding 5/4", Drinkwateraansluiting 2 x 3/4"bu, Overloop 2 x 70mm, vlotterschakelaar met 20m kabel, gewicht (leeg) 60 kg. De toestellen beschikken over een CE-keuring en worden conform de eisen van Belgaqua en AquaFlanders geplaatst en aangesloten. Een elektronische drukregeling zorgt ervoor dat de pomp wordt gestart indien de druk in het leidingsysteem - veroorzaakt door gebruik van een tappunt - afneemt. De motor wordt gestopt van zodra geen debiet meer wordt waargenomen of wanneer de maximum druk is bereikt of bij watergebrek. Deze drukregeling is ook voorzien van een droogloopbeveiliging zodat de pomp bij een geringe volumestroom wordt uitgeschakeld. Specificaties Type: twee zelfaanzuigende centrifugaalpompen - droogopstelling - corrosiebestendig. Materiaal: behuizing kap PS, breaktank PE console verzinktstaal. Motor: luchtgekoelde asynchroon motor met ingebouwde thermische beveiliging. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 120

Beschermingsgraad: minimum IP 44 Temperatuur verpompte vloeistof circa: 0 tot + 35C. Capaciteit max. 10m3/h, Druk max 4,8 bar, 230V/50Hz, 2.000 Watt Elektrische aansluiting op stopcontact in de nabijheid. Aanvullende specificaties Wateraanzuigset voor de hydrofoorgroep in de pompschacht; Drukmembraanvat: circa 100 liter met ventiel; Aftakking op bestaande stadswaterdistributie met boorzadel; zijn inbegrepen. De uitvoering moet gebeuren in nauwe coördinatie met de plaatsing van de regenwaterputten en de diverse toebehoren (filters, overloop met terugslagklep, ) overeenkomstig rubriek 17.70 regenwaterputten - algemeen. De pompen worden bij voorkeur bevestigd op een sokkel bestaande uit een rubber- of kurkmat en een betonnen blok. De koppelingen gebeuren d.m.v. versterkte soepele slangen. Toepassing Voeding voor toiletten Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 121

72. ELEKTRICITEIT LICHTARMATUREN 72.00. elektriciteit lichtarmaturen - algemeen Levering, plaatsing en aansluiting van de verlichtingsarmaturen, inclusief de bijhorende spaar-, fluorescentie-, halogeen-, of led-lampen. Materialen De toestellen zijn volledig nieuw en dragen het CEBEC keurmerk. Van ieder type toestel wordt een exemplaar ter goedkeuring voorgelegd, met vermelding van de technische goedkeuring, lichtspecificaties, en de juiste afmetingen. Het bestuur houdt zich het recht voor meer dan één model ter keuze te eisen. De toestellen en hun inbouwdozen en bevestigingen zijn van die aard dat ze verenigbaar zijn met de plafondafwerking waarin zij worden geplaatst. Zij zijn ontworpen om te kunnen worden opgebouwd / ingebouwd zonder enige vorm van schade te veroorzaken aan de plafonds (door oververhitting, ). In de armaturen zijn de nodige klemmen voorzien voor aansluiting op de stroomkring en eventuele aardgeleider. De vereiste beschermingsgraden van de armaturen volgens NBN C 20-529 stemmen minimaal overeen met de eisen van het AREI De lampen voldoen aan volgende eisen: Type lamp FLUORESCENTIELAMPEN Compacte fluorescentielampen (spaarlamp) zonder ingebouwd voorschakelapparaat met of zonder reflector en met ingebouwd voorschakelapparaat Vervanging van de lamp in bestaande armatuur klasse B of beter Energielabel Plaatsing van de lamp in nieuwe armatuur Minimale levensduur van de lamp (in uur) 10000 6000 alle overige klasse A of beter 10000 Buisvormige fluorescentielampen (TLlamp) T8 in miniatuurformaat van 15 W klasse A of beter klasse B of beter 15000 alle overige klasse A of beter 20000 HALOGEENLAMPEN klasse C of beter klasse B of beter 2000 ALLE ANDERE LAMPEN DIE NIET ONDER ÉÉN VAN BOVENSTAANDE CATEGORIEËN VALLEN, WAARONDER: HID-lampen LED-lampen niet-gericht 12000 gericht 9000 retro-fit met ingebouwd klasse A of beter klasse A of beter controlesysteem 15000 overige 20000 Het kwikgehalte van fluorescentielampen voldoet aan volgende tabel: Type fluorescentielamp Maximaal kwikgehalte per lamp Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 122

Compacte fluorescentielampen (spaarlampen) Buisvormige fluorescentielampen (TLlamp) van minder dan 30 W Van 30 W en meer T5 T8 met een levensduur < 25000 uur met een levensduur 25000 uur 2,5 mg 3 mg 2,5 mg 4 mg < 70 W met een levensduur < 25000 uur 3,5 mg van 70 W of meer met een levensduur 25000 uur 5 mg De opstelling van de toestellen stemt overeen met de aanduidingen op plan en wordt ter plaatse met de architect besproken. Van elk type toestel wordt een modelopstelling gemaakt in overleg met de ontwerper. Bij wandmontage en rechtstreekse plafondmontage worden de toestellen stevig bevestigd in de wand of het plafond. De ophanging van de toestellen zal onder geen beding verzekerd worden door ophanging aan de geleiders. Inbouwtoestellen zijn afgesteld op het type verlaagd plafond. Zwaardere toestellen in verlaagde plafonds worden, onafhankelijk van de verlaagde plafondstructuur, door middel van bevestigingshaken of draagkettingen bevestigd aan de bovenliggende draagstructuur. De plaatsing van de inbouwtoestellen zal gebeuren in coördinatie met de aannemer verlaagd plafond. Risico s op plaatselijke oververhitting moeten voorkomen worden d.m.v. een aangepaste brandwerende isolatie. De plaatsing gebeurt conform NBN EN 60598-2-2 - Verlichtingstoestellen - Deel 2-2 : Bijzondere regels Inbouwarmaturen. Alle verlichtingstoestellen, met uitzondering van deze met veiligheidsklasse II en III, zullen verbonden worden met de aardverbinding d.m.v. een geleider evenwaardig in doorsnede en geplaatst in dezelfde buis of kabel als de voedingsdraden. Voor de oplevering worden de toestellen van hun eventuele bescherming ontdaan en grondig gereinigd en hun goede werking getest. 72.60. buitenarmaturen - algemeen Levering en plaatsing van LED-armaturen voor toepassing in buitenomstandigheden. Materialen Armaturen, met een sobere moderne vormgeving. Ze zijn minimaal voorzien van spatwaterdichte kabeldoorgangen. De inschrijver houdt rekening met de vermelde handelswaarde per armatuur. Het Bestuur houdt zich het recht voor meer dan één model ter keuze te eisen of zelf een voorstel in te dienen. De verrekening van het geselecteerde armatuur zal gebeuren op basis van de officiële handelswaarde. 72.61. buitenarmaturen - wandarmaturen LED opbouw VH st Meting meeteenheid: per stuk meetcode: de bijhorende lampen, recyclagebijdrage, bekabeling en plaatsing zijn inbegrepen in de prijs van de toestellen. aard van de overeenkomst: Vermoedelijke Hoeveelheid Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 123

Handelswaarde De inschrijver houdt rekening met een armatuurwaarde van 550, excl BTW. De opstelling van de toestellen wordt bij de uitvoering van de werken bepaald in samenspraak met Bouwheer en Architect. De toestellen worden aangesloten op het bestaand elektriciteitsnet. 72.62. buitenarmaturen paalarmaturen LED VH st Meting meeteenheid: per stuk meetcode: de bijhorende lampen, recyclagebijdrage, bekabeling en plaatsing zijn inbegrepen in de prijs van de toestellen. aard van de overeenkomst: Vermoedelijke Hoeveelheid Handelswaarde De inschrijver houdt rekening met een armatuurwaarde van 650, excl BTW. De opstelling van de toestellen wordt bij de uitvoering van de werken bepaald in samenspraak met Bouwheer en Architect. De toestellen worden aangesloten op het bestaand elektriciteitsnet. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 124

82. BUITENSCHILDERWERKEN 82.00. buitenschilderwerken - algemeen Alle noodzakelijke leveringen en werken voor het realiseren van de voorziene schilderwerken aan gevels, gevelelementen en behandeling van buitenschrijnwerk, e.d. tot een zuiver afgelijnd en afgewerkt geheel. De werken omvatten: de plaatsing van de nodige stellingen of ladders en alle gereedschap om een veilige en efficiënte uitvoering mogelijk te maken; het proper houden van de omgeving, waar geschilderd wordt; het nemen van alle voorzorgsmaatregelen om beschadigingen te voorkomen van het gebouw en de gevelelementen, t.t.z. het beschermen van niet te schilderen delen (afplakken, ); het demonteren en terugplaatsen van krukken en slotplaatjes voor poorten, luiken, e.d.; het verwijderen van allerlei obstakels zoals regenwaterafvoerleidingen (en de tijdelijke vervanging door goed functionerende noodvoorzieningen); het eventueel voorafgaandelijk wegnemen van bestaande verflagen of bekledingen, die het aanbrengen van nieuwe verflagen zouden bemoeilijken; het slecht functioneren van draai- en sluitwerk door verflagen ongedaan te maken, enz., ; het nazicht en geschikt maken van de ondergrond, d.w.z. het bijwerken van onvolkomenheden, zoals oneffenheden of krassen (d.m.v. puimen, schuren, plamuren,...), het ontstoffen (afborstelen, afwassen) en ontvetten van het te schilderen oppervlak (met aangepaste producten); het voorafgaandelijk aanbrengen van gevraagde kleurstalen; het zorgvuldig aanbrengen van alle door het bestek of door de fabrikant voorgeschreven hecht-, grond-, dek- en/of drenkingslagen, ; het verwijderen van aangebrachte afplakstroken, het reinigen van gebeurlijke vlekken of spatten, het verwijderen van alle afval, voortkomend van de werken, de bescherming van het aangebrachte schilderwerk tot bij de voorlopige oplevering en het eventueel zorgvuldig aanbrengen van kleine 'retouches'. Materialen ALGEMEEN Volgende normen zijn van toepassing: Solventrichtlijn (2004/42/EG) REACH, EU-richtlijn 1907/2006 EG Gevaarlijke stoffen richtlijn 67/548/EEC Richtlijn 2001/59/EG Preparaten richtlijn 1999/548/EC NBN EN ISO 4618: 2006 - Verven en vernissen - Termen en definities MATERIAALKEUZE Alle gebruikte materialen en producten zijn geschikt voor de beoogde toepassing en zijn onderling en met de staat van de ondergrond verenigbaar. De verantwoordelijkheid van de aannemer wordt door het voorschrijven van samenstellingen of formules geenszins verminderd, ze blijft volledig bestaan. De aannemerschilder moet dan ook alle Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 125

nodige voorzieningen treffen ter voorkoming van reacties, haarscheuren, enz., ten gevolge van het contact van de verven onderling en/of met de drager. Gepigmenteerde verfproducten voor gekleurde deklagen moeten steeds fabrieksmatig gedoseerd en gemengd worden. De architect mag steeds de kwaliteit van de gebruikte materialen laten nagaan. LEVERING OPSLAG De verf- en behandelingsproducten worden aangevoerd in oorspronkelijke en gesloten recipiënten, die voorzien zijn van de nodige etiketten, met duidelijke vermelding van de naam van de fabrikant, de naam van het product, de samenstelling, houdbaarheidsdatum, gebruiksaanwijzing en eventueel te nemen voorzorgsmaatregelen. Na uitvoering van de werken wordt minimum twee liter per aangebrachte kleur kosteloos aan de bouwheer gegeven. KLEURTINTEN- EN PROEFSTALEN Er kunnen voor gelijkaardige constructiedelen steeds verschillende kleuren gevraagd worden, zonder meerprijs. De kleuren van de deklagen worden door de architect en/of de bouwheer bepaald na voorlegging van NCS- en/of RAL - kleurkaarten, zonder uitsluiting van kleuren. Om tot een juiste kleurkeuze te komen, kan aan de aannemer worden gevraagd om voorafgaandelijk enkele stalen aan te brengen van ten minste 0,5 m2, op hardboard panelen en/of op de drager, zoals aangeduid door de architect. De architect houdt zich het recht voor, indien sommige kleuren na het zetten van meerdere stalen niet zouden voldoen, andere stalen te laten zetten, en dit zonder meerprijs. Pas na goedkeuring en eventuele opmerkingen van de architect mag de behandeling en/of het schilderwerk aangevat worden. ALGEMEEN De schilderwerken worden uitgevoerd volgens TV 249 - Leidraad voor de goede uitvoering van schilderwerken (herziening van TV 159) (WTCB). De schilderwerken moeten uitgevoerd worden door ervaren vaklui. De aannemer respecteert de te nemen voorzorgsmaatregelen, opgegeven door de fabrikant en de bepalingen van het A.R.A.B., m.b.t. gezondheidsrisico s verbonden aan het inademen van schadelijke solventen, e.d. Bij twijfel of onvoorziene omstandigheden wordt de adviseur van de verffabrikant geraadpleegd. OMGEVINGSINVLOEDEN - TIMING De uitvoering van de buitenschilderwerken moet gebeuren bij droog, windstil weer en in een stofarme omgeving. Onder voor schilderwerken ongunstige omstandigheden mag onder geen beding geschilderd worden. De minimale en maximale temperatuur en relatieve vochtigheid van de lokalen moeten overeenstemmen met de voorschriften van de verffabrikant. AFVAL - BESCHERMINGSMAATREGELEN - STELLINGEN Stellingen en ladders worden op veilige en stabiele wijze geplaatst, evenwel, zonder dat materialen uit de steunwand genomen worden. Geen enkel gat mag gemaakt worden zonder voorafgaandelijke toelating van de architect. Herstellingen zullen volkomen onzichtbaar zijn. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 126

Het is ten strengste verboden, afval van voorbehandelings- of verfproducten uit te gieten in wasbakken, uitgietbakken, putjes,, die zich in het gebouw bevinden. De aannemer zal het afval verzamelen in eigen recipiënten, van de werf verwijderen en op reglementaire wijze storten. Gedurende de droogtijd of uithardingsperiode, neemt de aannemer de nodige voorzorgen om personen te waarschuwen voor de pas uitgevoerde schilderwerken, d.m.v. opschriftborden, het spannen van koorden of plaatsen van afsluitingen. Alle gebeurlijke beschadigingen, voortvloeiend uit de nalatigheid van de aannemer zijn volledig op zijn verantwoordelijkheid en worden onmiddellijk hersteld. OPKITTEN VAN AANSLUITVOEGEN Alle openstaande voegen worden opgevuld met een aangepaste overschilderbare kit. De kit moet zich als een standvaste pasta laten verwerken in verticale voegen zonder te vloeien. De kit moet vrij zijn van oplosmiddelen en nagenoeg zonder krimp verharden. De voegen worden mooi rechtlijnig afgewerkt en gladgestreken. VERWERKINGSMODALITEITEN Voor het aanbrengen van iedere nieuwe laag moet de daarvoor aangebrachte laag droog zijn. Na nat schuren moet eveneens steeds voldoende droogtijd in acht genomen worden. De aannemerschilder verzekert, eens begonnen, zijn werk zonder onderbreking verder te zetten tot gehele voltooiing, dit afgezien van overeengekomen wachttijden, of bijzondere omstandigheden. Keuring AFWERKING TOLERANTIES Dekking: met het blote oog mogen geen doorschijnsels van de onderlaag waargenomen worden. Aflijning: aflijningen tussen aangrenzende afwerkingen en/of kleurvlakken zijn zuiver en rechtlijnig. Vlekken - Spatten: bij toepassing van verschillende kleuren, mogen geen met het blote oog waarneembare spatten voorkomen. Geen onregelmatigheden - aflopers Alvorens de werken worden opgeleverd, zullen alle vlakken, voegen en randen zorgvuldig gecontroleerd en waar nodig geretoucheerd worden. DUURZAAMHEID - WAARBORGEN Indien er zich blaarvorming, barstvorming, afschilfering, verkleuring, afpoederen en/of haarscheurvorming voordoet, binnen een waarborgtermijn van 12 maanden na de voorlopige oplevering, zal de schilder, op zijn kosten, alle nodige herstellingen uitvoeren die de architect en het bestuur noodzakelijk achten. Eventueel moet de verf worden verwijderd en de werken worden herbegonnen. Voor de herstelde oppervlakken zal een nieuwe waarborgperiode van 12 maanden gelden. 82.60. buitenschilderwerken op steenachtige ondergrond - algemeen 82.61. buitenschilderwerken op steenachtige ondergrond - asbestcement FH st Schilderen van de bestaande pilasters uit naakt asbestcement. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 127

Meting meeteenheid: per stuk aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH), per volledige pilaster. Materiaal Fixatielagen: Watergedragen universeel voorstrijkmiddel, op basis van acrylaat dispersie. Aantal lagen: tot verzadiging ondergrond Verdunning: 1:4 Eindlagen: Watergedragen gevelverf op basis van 100% acrylaat dispersie Dichtheid: ca 1,3kg/dm³ Percentage vaste stof: ca 39 %vol Aantal lagen: minimaal 2 Kleur: volgens keuze architect (RAL/NCS), verschillende kleuren mogelijk Uitzicht: zijdeglans Volgens richtlijnen van de verffabrikant. Handelingen volgens asbestinventaris fiche 16, pagina 29. Toepassing Steunpilasters (Ø30cm/4m) van het afdak op de speelkoer. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 128

90. BUITENVERHARDINGEN 90.00. buitenverhardingen - algemeen Algemeen SB 250 voor de wegenbouw versie 2.2 (Agentschap Wegen en Verkeer) geldt als referentiedocument bij de uitvoering van de buitenverhardingen. Er wordt verwezen naar volgende hoofdstukken van het SB 250 versie 2.2: Hoofdstuk 3: materialen Hoofdstuk 5: onderfunderingen en funderingen Hoofdstuk 6: verhardingen Hoofdstuk 8: lijnvormige elementen Voor het grondverzet gelden de bepalingen van hoofdstuk 10, artikel 10.40 grondverzet algemeen en onderliggende artikels. Alle handelingen en werken m.b.t. het grondverzet worden verrekend in de betreffende posten van 10.40. Er moet bijzondere aandacht uitgaan naar het aanhouden van de juiste peilen, zodat een vlotte afwatering naar het voorziene rioleringsstelsel gegarandeerd wordt. Als de aannemer bij het uitzetten van de peilen problemen vaststelt, zal hij de ontwerper hiervan onmiddellijk op de hoogte stellen. 90.10. funderingen - algemeen De werken omvatten: het leveren en aanbrengen van de eventueel voorgeschreven folies en/of geotextielen het leveren, spreiden, effenen en verdichten van de voorziene funderingslagen tot het gewenste peil en samendrukbaarheid. De verwerking en controle gebeuren volgens het SB 250 hoofdstuk 5 Onderfunderingen en funderingen. De fundering wordt aangelegd op een vooraf voldoende geëffend en verdicht grondoppervlak, met de gewenste dwarshelling. Het vooraf effenen en verdichten van het grondoppervlak is inbegrepen. Na verdichting moet de gemiddelde dikte van de fundering minstens gelijk zijn aan de nominale dikte. De plaatselijke tolerantie op de dikte in min ten opzichte van de nominale dikte bedraagt 2,5 cm. Het verdichten en profileren van de funderingen gebeurt zo dat de oneffenheden gemeten met de rij van 3 meter, ten hoogste 1,5 cm bedragen. 90.11. funderingen - steenslag 90.11.20. funderingen - steenslag/continue korrelverdeling zonder toevoegsels FH m² Meting meeteenheid: m2 meetcode: netto uit te voeren oppervlakte, gemeten aan de bovenkant van de fundering. Uitsparingen kleiner dan 2,00 m2 worden niet afgetrokken. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 129

aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH) Materiaal Volgens SB 250 hoofdstuk 5-4.3. Specificaties Korrelverdeling van de granulaten: type I (tot 40 mm) Laagdikte: 30 cm (na verdichting) Aanvullende specificaties Er wordt een beschermend non-woven geotextiel aangebracht (volgens SB 250 hoofdstuk 3-13.2.1). De uitvoering gebeurt volgens SB 250 hoofdstuk 5-4.3. De fundering wordt aangelegd met een dwarshelling van 2 cm per m. De materialen worden gespreid in lagen van maximaal 15 cm. Iedere laag wordt mechanisch verdicht. Toepassing Onderfundering bestrating 90.20. verhardingen - algemeen 90.24. verhardingen gebakken straatstenen FH m² Levering en plaatsing van buitenverhardingen d.m.v. gebakken straatstenen met inbegrip van het bestratingbed, het invullen van de voegen en alle werken die ermee samenhangen: het voorbereiden van het draagvlak, verwijderen van puin, afval, vreemde stoffen,, het controleren van de hoogtepeilen, het aanbrengen van het legbed, het leveren, plaatsen en inzanden van de gebakken straatstenen, het leveren en plaatsen van de kantopsluiting in lijnvormige grasboordbanden, de toegangshellingen naar de ingangen, het opkuisen en reinigen met inbegrip van het verwijderen van vlekken van legmortel en voegspecie. Meting meeteenheid: m2 meetcode: netto uit te voeren oppervlakte. Uitsparingen kleiner dan 1 m2 worden niet afgetrokken. De rand-, scheidings- en uitzetvoegen zijn inbegrepen. aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH) Materiaal De gebakken straatstenen beantwoorden aan de bepalingen van: SB 250 hoofdstuk 3-23.4 NBN EN 1344 Straatbakstenen Eisen en beproevingsmethoden De aannemer legt voor de uitvoering stalen ter goedkeuring voor aan de architect. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 130

Specificaties Kwaliteitsklasse: klasse 1 (volgens SB 250 hoofdstuk 3-23.4). Wateropname: maximum 7 % (gevelstenen komen niet in aanmerking) Gemiddelde weerstand tegen breuk: minimum klasse T4 Slijtweerstand: minimum klasse A2 Klinkerformaat: circa 200x100x50 mm Kleurkeuze: uit gamma van minimum 15 kleuren te kiezen door Architect, kleurverschil tussen verschillende zones mogelijk. De gebakken straatstenen beschikken over het Benor-merk of gelijkwaardig. De uitvoering gebeurt volgens SB 250 hoofdstuk 6-3.5. Bestratingsbed en voegvulling: De nominale dikte van de onderliggende straatlaag bedraagt na verdichting van de gebakken straatstenen ca 4 cm. De gebakken straatstenen worden geplaatst volgens SB 250 hoofdstuk 6-3.5 in een zandbed (zand voor keibestratingen) (volgens SB 250 hoofdstuk 6-3.5.1.3.A). Het materiaal voor de voegvulling is wit zand. Legpatroon: wildverband De stenen worden los tegen elkaar gevlijd, en 5mm hoger geplaatst dan de naastliggende greppels. De nodige uitzetvoegen worden voorzien om het verhardingsoppervlak uit één geheel te beperken tot 100 m2 en de lengte tot 20 m. De verharding mag niet geplaatst worden wanneer vastgesteld wordt dat de temperatuur s morgens lager is dan 1 C of s nachts lager was dan -3 C en/of wanneer zoveel neerslag valt dat er gevaar bestaat voor uitspoeling. Alle verkeer is verboden gedurende de eerste 7 dagen na het aanbrengen van de verharding. De stenen worden vastgetrild met een trilplaat voorzien van een rubberen- of een kunststofzool. Het trillen gebeurt vanaf de zijkanten naar het midden toe. Het vasttrillen en inbezemen van voegvullingszand gebeurt meerdere malen. Keuring De oneffenheden met de rei van 3 m bedragen maximum 7 mm. Het individueel niveauverschil tussen twee stenen bedraagt maximum 2 mm. 90.27. verhardingen dolomiet FH m² Alle leveringen en werken voor de realisatie van verhardingen met dolomiet, inbegrepen alle ermee samenhangende werken. Meting meeteenheid: m2 meetcode: netto uit te voeren oppervlakte aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH) Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 131

Materiaal De gebruikte materialen beantwoorden aan de bepalingen van het SB 250 hoofdstuk 3-5.1.4. Specificaties Dikte van de lagen (nominale laagdikten): éénlaags 0/15: dikte 20 cm Mengsel: natuurvorm, zonder toeslagstoffen Aanvullende specificaties Er wordt een beschermend non-woven geotextiel aangebracht (volgens SB 250 hoofdstuk 3-13.2.1) onder de dolomietlaag. De uitvoering gebeurt volgens SB 250 hoofdstuk 6-4.2: Het laagsgewijs spreiden en verdichten van het mengsel en het afwerken van het oppervlak van de lagen wordt mechanisch uitgevoerd. Die bewerkingen moeten voltooid zijn vóór de binding optreedt en ten laatste 2 uren na de bereiding van het mengsel. Bij droog en/of windering weer wordt de afgewerkte laag vochtig gehouden of afgedekt met een plastiekfolie. De aanleg is verboden wanneer er gevaar bestaat van vorst tijdens of binnen de 24 uur volgend op het plaatsen van het dolomiet. Toepassing Voortuinzone aan de Onderwijsstraat. 90.30. lijnvormige elementen - algemeen 90.31. lijnvormige elementen - boordstenen Alle leveringen en werken voor de realisatie van de boord- en kantstroken, als randafwerking van de voorziene buitenverhardingen. De nodige graafwerken, het afvoer van de overtollige grond en een aangepaste fundering zijn inbegrepen. 90.31.10. lijnvormige elementen boordstenen/beton 90.31.11. lijnvormige elementen boordstenen/beton prefab PM Meting meeteenheid: pro memorie meetcode: inbegrepen in de eenheidsprijs van de verharding (90.24) Materialen De boordstenen beantwoorden aan de bepalingen van: SB 250 hoofdstuk 3-32 NBN B 21-411 Betonboordstenen Toepassingsvoorschriften NBN EN 1340 Trottoirbanden van beton Eisen en beproevingsmethoden TV 220 6.2.1 Bestratingselementen Boordstenen (WTCB). Specificaties Fundering: fundering en stut van zandcement Boordsteentype en afmetingen (hxb): grasboordband 200 x 50 mm, voorzien van afgeschuinde kant, met tand en groef, lengte 100 cm. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 132

De uitvoering gebeurt volgens SB 250 hoofdstuk 8-1.2. De boordstenen worden geplaatst op en zijdelings onder een hoek van 45 aangewerkt met zandcement. Toepassing Afboording tussen bestrating in kleiklinkers en de onverharde zones 90.40. tuinafboordingen - algemeen 90.41. tuinafboordingen - hout VH m Leveren en plaatsen van een afboording met ronde houten palen. Meting meeteenheid: per lopende m meetcode: netto lengte van de afboording aard van de overeenkomst: Vermoedelijke Hoeveelheid Materiaal Houtsoort : robinia Houtduurzaamheid : klasse I Diameter: 6-8 cm Lengte: ca 1,00m De gepunte palen worden in de grond getrild om een afscheiding te bekomen tussen verschillende verhardingszones. De palen worden ondergronds verbonden met een verzinkt bandijzer. Toepassing Volgens aanduiding op plan en meetstaat 90.42. tuinafboordingen - kunststof VH m Leveren en plaatsen van een flexibele afboording met kunststofstroken. Meting meeteenheid: per lopende m meetcode: netto lengte van de afboording Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 133

aard van de overeenkomst: Vermoedelijke Hoeveelheid Materiaal Flexibele stroken en H-profielen (palen) vervaardigd uit gerecycleerd kunststof. Kleur: grijs Strookbreedte: ca 14 cm Strookdikte: 7 mm Stroken worden bevestigd aan de H-profielen (HOH 40 cm) met roestvrijstalen schroeven. Toepassing Tussen schors- en zandzone Tussen plant- en zandzones Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 134

91. BUITENCONSTRUCTIES EN AFSLUITINGEN 91.00. buitenconstructies en afsluitingen - algemeen 91.30. tuinschermen - algemeen 91.32. tuinschermen - houtschermen FH m Tuinschermen samengesteld uit een houten kader opgevuld met takkenvlechtwerk. De bijhorende steunpalen zijn inbegrepen in de eenheidsprijs. Meting meeteenheid: per lopende m meetcode: netto lengte van de afsluiting aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH) Materiaal Specificaties Houtsoort: hazelaar Type: gevlochten met 4 verticale steuntakken, sectie Ø 20-25 mm Belijning vlechtwerk: horizontaal Afmetingen: volgens plan Schermhoogte: 180 cm Vlechtwerk: takken, sectie variërend Ø 15-20 mm Steunpalen: robinia-hout, sectie minimum 80 x 80 mm, duurzaamheidsklasse I/II Bevestigingsmiddelen: roestvast staal (RVS) De schermen worden wind-, en stootvast bevestigd aan de steunpalen, met aangepaste tussenafstanden volgens paneelmodulering. Keuring Elke partij hout, bestemd voor buitengebruik, moet vergezeld zijn van een waarborgattest van 20 jaar, in verband met bestendigheid tegen aantasting door zwammen en insecten. FSC attest dient afgeleverd door de aannemer aan het Bestuur. Toepassing Afscherming opstelplaats containers 91.40. tuinhekken - algemeen Alle werken en leveringen voor de realisatie van buitenpoortjes. Inbegrepen alle beslag, bescherming, bevestigingsmiddelen, bijkomende versterkingen van tuinafsluitingspalen en poortpalen,... Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 135

Materialen De opgegeven secties zijn minimumsecties en worden indien nodig (zonder meerprijs) verhoogd, om de stabiliteit van het geheel te waarborgen. Bij ontbreken van een detailplan in het aanbestedingsbundel legt de aannemer voorafgaandelijk een uitvoeringsvoorstel ter goedkeuring voor aan het Bestuur. De plaatsing van de tuinpoorten gebeurt volgens de richtlijnen van de fabrikant. De poorten worden haaks gesteld en op niveau gebracht. Zij worden stevig en veilig bevestigd aan de poortpalen van de afsluitingen en/of aan de aanpalende constructies, met behulp van roestvaste bevestigingsmiddelen en regelbare scharnieren. De bijhorende poorthendel en het slotelement worden op stevige en esthetische wijze gemonteerd. 91.42. tuinhekken - hout FH st Meting meeteenheid: per stuk aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH) Materiaal Tuinpoorten samengesteld uit een houten kader, opgevuld met takkenvlechtwerk. Specificaties Houtsoort: kader: eik Vlechtwerk: hazelaar Poorthoogte: 180 cm (gelijk met tuinscherm) Poortbreedte: 90 cm. Kaderprofiel: rechthoekig, sectie minimum 50x80 mm Vlechtwerk: takken, sectie variërend Ø 15-20 mm Oppervlaktebehandeling: geen Scharnieren en vijzen: regelbaar en roestvast Poorthendel: stevig en roestvast Keuring Elke partij hout, bestemd voor buitengebruik, moet vergezeld zijn van een waarborgattest van 20 jaar, in verband met bestendigheid tegen aantasting door zwammen en insecten. FSC attest dient afgeleverd door de aannemer aan het Bestuur. Toepassing Toegangspoort in afscherming opstelplaats containers Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 136

92. BUITENMEUBILAIR EN UITRUSTINGSELEMENTEN 92.00. buitenmeubilair en uitrustingselementen - algemeen 92.20. vuilnisbakken - algemeen 92.22. vuilnisbakken - hout VH st Meting meeteenheid: per stuk aard van de overeenkomst: Vermoedelijke Hoeveelheid Materiaal Model volgens foto en maatschets. Specificaties Drukgeïmpregneerd Noors grenen Wordt losstaand geplaatst op een betonnen voet Dakbedekking polyethyleen 12 mm Het dak kan scharnieren waardoor de afvalemmer gemakkelijk kan uitgenomen worden Een vuurverzinkte metalen emmer, inhoud ca. 45 liter, met handvatten is inbegrepen. De planken, 22 x 57 mm, worden vastgeschroefd met roestvrijstalen schroeven voorbeeld 92.30. fietsrekken - algemeen 92.35. fietsrekken - klemmen staal FH st Meting meeteenheid: per unit van 5 fietsstelplaatsen aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH) Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 137

Materiaal De constructie bestaat hoofdzakelijk uit gelaste constructiebuis S235, Ø5/4, buitendiameter 42,4 mm, wanddikte 3 mm (EN10025). De buizen zijn glad en in zacht staal. De beugels worden dmv lasbochten en plooiwerk gevormd volgens tekening. Ze worden zeer stevig gelast aan de horizontale liggers. De steunvoetconstructie wordt gevormd door voetplaten van 10 mm dik. Model ter goedkeuring voor te leggen aan het bestuur. Specificaties Staal: thermisch verzinkt Vorm: type Gent Aantal fietsplaatsen: 5 As-afstand: ca. 58 cm Plaatsing: vloer Geschikt voor verschillende banddiktes (standaard en mountainbike). Plaatsing volgens de voorschriften van de fabrikant. Verankering: aan persroosters (27.91) Toepassing Fietsenstalling Onderwijsstraat Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 138

92.50. zitbanken - algemeen 92.52. zitbanken zonder rugleuning/type 1 VH st Meting meeteenheid: per stuk aard van de overeenkomst: Vermoedelijke Hoeveelheid Materiaal Model ter goedkeuring voor te leggen aan het bestuur. Specificaties Vormgeving: volgens bijgevoegde principeafbeelding. Zitelement: FSC of PEFC eikenhout, spintvrij en geschuurd Zithoogte: circa 45 cm. Breedte/lengte: circa 32/190 cm. Oppervlaktebehandeling: lazuurlaag Plaatsing volgens de voorschriften van de fabrikant. Verankering: met stalen grondankers voorbeeld 92.53. zitbanken zonder rugleuning/type 2 VH st Meting meeteenheid: per stuk aard van de overeenkomst: Vermoedelijke Hoeveelheid Materiaal Model ter goedkeuring voor te leggen aan het bestuur. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 139

Specificaties Vormgeving: volgens bijgevoegde principeafbeelding. Zitelementen: FSC of PEFC robinia hout, spintvrij geslepen en geschuurd, vrij van kernrot, duurzaamheidsklasse I/II. Onderstel: gegalvaniseerde staalstructuur Zithoogte: circa 45 cm. Zitbreedte: ca 40 cm. Buitendiameter : circa 235 cm. Oppervlaktebehandeling: lazuurlaag met verschillende kleuraccenten, volgens eisen Architect Plaatsing volgens de voorschriften van de fabrikant. Verankering: met stalen grondankers voorbeeld 92.60. boomomrandingen - algemeen 92.62. boomomrandingen - roosters gietijzer VH st Meting meeteenheid: per stuk aard van de overeenkomst: Vermoedelijke Hoeveelheid Materiaal Model ter goedkeuring voor te leggen aan het bestuur. Specificaties Type: gietijzeren segmenten, volgens SB 250, hoofdstuk III - index 12.7. Vorm: vierkant - radiaal Opening: circa 50 cm Buitenmaat: circa 100 cm Hoogte: minimum 3 cm Segmenten: 4 Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 140

De boomomrandingen worden geplaatst op een stalen draagraam De roostersegmenten worden met bijhorende hulpstukken aan elkaar gemonteerd en op de draagstructuur geplaatst. De opleg op de draagstructuur bedraagt minimum 5 cm. De boomomrandingen worden opgevuld met teelaarde Toepassing Omranding van bestaande te behouden boom (nr7) in verharde zone 92.80. parkelementen - algemeen 92.81. parkelementen - schuilhuisje hout/type 1 FH st Zeshoekig prieel uit hout. Meting meeteenheid: per stuk aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH) Materiaal Model ter goedkeuring voor te leggen aan het bestuur. 6 staanders Ø ca 15 cm 5 banken met leuning Specificaties Vormgeving: volgens bijgevoegde principeafbeelding. FSC of PEFC robinia hout, in de oorspronkelijke groeivorm, geschild, spintvrij geslepen en geschuurd, vrij van kernrot, duurzaamheidsklasse I/II. Oppervlaktebehandeling: lazuurlaag Hout in contact met de grond wordt behandeld met een aangepast product, ter goedkeuring voor te leggen aan het bestuur. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 141

Voorbeeld Plaatsing volgens de voorschriften van de fabrikant, inclusief fundering. 92.82. parkelementen - schuilhuisje hout/type 2 FH st Schuilhut op pijlers uit hout. Meting meeteenheid: per stuk aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH) Materiaal Model ter goedkeuring voor te leggen aan het bestuur. Specificaties Vormgeving: volgens bijgevoegde principeafbeelding. FSC of PEFC eikenhout en robinia hout, spintvrij geslepen en geschuurd, vrij van kernrot, duurzaamheidsklasse I/II. De vloer is van, 4 cm dik uit het hart gezaagd, eikenhout, geschuurd. Het dak is van, 3 cm uit het hart gezaagd, eikenhout, geschuurd Oppervlaktebehandeling: lazuurlaag Steuntouw van UV-bestendig 6-strengs gebreide polyamidevezels met kernen van verzinkt staal. Hout in contact met de grond wordt behandeld met een aangepast product, ter goedkeuring voor te leggen aan het bestuur. Samenstellende delen - Één toren met puntdak en loggia Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 142

- Één ingekeepte klimstam Ø 25 cm met steuntouw (Ø 25mm) voorbeeld Plaatsing volgens de voorschriften van de fabrikant, inclusief fundering. 92.83. parkelementen - amfitheater FH st Cirkelvormig amfitheater in geprefabriceerd sierbeton op 2 niveaus. Meting meeteenheid: per stuk aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH) Materiaal Uitgevoerd in architectonisch gepolijst sierbeton, volgens artikel 26.12.30, voorzien van CEmarkering en BENOR-certificaat. Binnendiameter: 5m60 Zitbreedte: ca 60 cm Zithoogte: ca 40 cm Totale hoogte: ca 80 cm Kleur: lichtbruin tot bruin getint, naar keuze architect Behandeling: hydrofobe impregnering Afwerking: glad Fundering: licht gewapende betonplaat, dikte 12 cm, inbegrepen. Volgens aanduiding op plan en maattekening. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 143

maattekening 92.84. parkelementen - moestuinbak FH st Ronde moestuinbak in metselwerk. Meting meeteenheid: per stuk aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH) Materiaal Uitgemetselde moestuinbak met een binnendiameter van 125 cm en een hoogte van 40/45 cm boven het maaiveld. Steensoort: zandsteen (type kassei) handgekapt Kleur: geel-bruin Formaat: 14/14 Fundering: licht gewapende betonplaat, dikte 12 cm, inbegrepen. principe Volgens hoofdstuk 20 metselwerk, inclusief fundering Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 144

92.85. parkelementen - insektenhotel FH st Insectenhotel uit natuurlijke materialen. Meting meeteenheid: per stuk aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH) Materiaal Groot insectenhotel is gemaakt van weerbestendig hout en biedt onderdak aan verschillende insecten. Het huisje heeft een natuurlijke houtkleur en kan worden gebruikt door insecten om te overwinteren. Dit insectenhotel bestaat uit een aantal delen voor verschillende insecten, met een ruimte in het midden voor vlinders. Dennenappels, holle bamboestokken en houtsnippers zijn gebruikt om een natuurlijke omgeving te creëren en verschillende beestjes aan te trekken Afmetingen: ca. 50(b) x 15(d) x 100(h) voorbeeld Het geheel wordt opgehangen aan of tussen 2 steunpalen (diameter 100-120 mm) uit Robinia-hout. 92.86. parkelementen - weerstation FH st Weerstation met pluviometer. Meting meeteenheid: per stuk aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH) Materiaal Uitgevoerd uit weersbestendige materialen. Model ter goedkeuring voor te leggen aan het bestuur. Specificaties Vormgeving: volgens bijgevoegde principeafbeelding. Afmetingen bord: ca. 80 x 50 cm Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 145

Bord: weerbestendig wit HPL-paneel (min. 8 mm dik) met pluviometer, analoog weerstation (t /luchtdruk/luchtvochtigheid) en krijtbord (±30 x 20 cm). Palen: FSC of PEFC robinia hout, spintvrij geslepen en geschuurd, vrij van kernrot, duurzaamheidsklasse I/II, oppervlaktebehandeling: lazuurlaag Hout in contact met de grond wordt behandeld met een aangepast product, ter goedkeuring voor te leggen aan het bestuur. Het bord wordt opgehangen tussen 2 steunpalen (diameter 80-100 mm) uit Robinia-hout. 92.90. speelelementen algemeen De opgesomde speeltoestellen dienen te voldoen aan de norm NBN-EN 1776 en het KB van 28 maart 2001 betreffende de veiligheid van speeltoestellen. De overige toestellen zullen voorzien zijn van een CE-label, voorzien van een risicoanalyse. De documenten, volgens EN1776-1 6, zullen (uiterlijk) overhandigd worden bij de voorlopige aanvaarding. 92.91. speelelementen - boksbal FH st Lederen bokszak opgehangen aan een muurbeugel. Meting meeteenheid: per stuk aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH) Materiaal Buitenbekleding : echt leder Kleur: zwart Vulling: nieuwe textielsnippers Diameter: ca. 30 cm Lengte: ca. 90 cm Wandophangbeugel uit roestwerend metaal, ophangpunt komt op ca. 75 cm van de wand. De bokszak is extra stevig gestikt om uitscheuren te voorkomen en wordt opgehangen aan een 4- puntketting met veer. De ophangbeugel wordt aan de wand bevestigd met geschikte keilbouten. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 146

92.92. speelelementen - spelprikkel FH st Geheel van 15 letterstammen uit hout. Meting meeteenheid: per stuk (geheel) aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH) Materiaal Model en opstelling ter goedkeuring voor te leggen aan het bestuur. Specificaties Vormgeving: volgens bijgevoegde principeafbeelding. FSC of PEFC robinia hout, in de oorspronkelijke groeivorm, geschild, spintvrij geslepen en geschuurd, vrij van kernrot, duurzaamheidsklasse I/II. Oppervlaktebehandeling: lazuurlaag, met kleuraccenten Hout in contact met de grond wordt behandeld met een aangepast product, ter goedkeuring voor te leggen aan het bestuur. voorbeeld Plaatsing volgens de voorschriften van de fabrikant. 92.93. speelelementen - klankspel FH st Klank- en klokkenspel uit hout. Meting meeteenheid: per stuk aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH) Materiaal Model ter goedkeuring voor te leggen aan het bestuur. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 147

Specificaties Vormgeving: volgens bijgevoegde principeafbeelding. FSC of PEFC robinia hout, in de oorspronkelijke groeivorm, geschild, spintvrij geslepen en geschuurd, vrij van kernrot, duurzaamheidsklasse I/II. Oppervlaktebehandeling: lazuurlaag, met kleuraccenten Hout in contact met de grond wordt behandeld met een aangepast product, ter goedkeuring voor te leggen aan het bestuur. Benaderende lengte: 2m30. Samenstellende delen - 9 houten klankpaaltjes, gespreid over een rvs stang - 1 vastzittende klankhamer aan roestvrijstalen ketting - 2 verticale houten staanders, Ø 15-20cm voorbeeld Plaatsing volgens de voorschriften van de fabrikant, inclusief fundering. 92.94. speelelementen - handwaterpomp FH st De installatie omvat een handmatig te bedienen waterpomp, aangesloten op de regenwatertank. Meting meeteenheid: per stuk aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH) Materiaal Pomplichaam : gegalvaniseerd staal (thermisch verzinkt) Pomponderdelen: corrosie bestendig Pompprincipe: bi-directionele pompcilinder (pers/zuig) Wateropbrengst: min 1000L/h Totale hoogte pomp: 90 cm (bovengronds deel) Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 148

Lengte bedieningshendel: 84 cm Lengte/hoogte uitloopbuis: 50/35 cm voorbeeld Opstelling en aansluiting volgens de voorschriften van de fabrikant. De pomp wordt verankerd op een betonnen pompsokkel bovenop de regenwaterput (17.71.20). Deze sokkel en afwerking met hardhouten terrasplanken maakt deel uit van onderhavig artikel. Een weerbestendig waarschuwingspictogram geen drinkwater dient aangebracht. 92.95. speelelementen huisjes buitenkeuken FH st Schuilhuisjes met buitenterrassen uit hout. Meting meeteenheid: per stuk aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH) Materiaal Model ter goedkeuring voor te leggen aan het bestuur. Specificaties Vormgeving: volgens bijgevoegde principeafbeelding. FSC of PEFC robinia hout, spintvrij geslepen en geschuurd, vrij van kernrot, duurzaamheidsklasse I/II. Kopse einden van de staanders zijn voorzien van kruislings aangebrachte houtdraadbouten, de boorgaten zijn opgevuld met deuvels. Klimnet van UV-bestendig 6-strengs gebreide polyamidevezels met kernen van verzinkt staal. Hout in contact met de grond wordt behandeld met een aangepast product, ter goedkeuring voor te leggen aan het bestuur. Afmetingen: ca 5,00 x 3,80 x 2,50 m. Samenstellende delen - Twee piratenhuisjes - Twee vlonders, vloerhoogte ca 0,25 m - Één blauw klimnet Ø 16 mm - Één 3-hoekig blauw lignet Ø 16 mm Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 149

voorbeeld maattekening Plaatsing volgens de voorschriften van de fabrikant, inclusief fundering. 92.96. speelelementen - buitenkeukenunit FH st Speelkeuken voor kinderen van leeftijdsgroep 4-6 jaar. Meting meeteenheid: per stuk Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 150

aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH) Materiaal Uitgevoerd uit nieuw steigerhout splintervrij en behandeld. Ronde spoelbak in roestvrijstaal. Ovendeur uitgevoerd als krijtbord. Achterwand met dubbele étagère en hangrekje Maatwerk volgens onderstaand voorbeeld. Benaderende afmetingen : 120l x 45b x 110h Werkbladhoogte: 55 cm voorbeeld Te plaatsen in het schuilhuisje art 92.95. is samenspraak met Bouwheer en Architect. 92.97. speelelementen - waterspeeltoestel FH st Waterspeeltoestel op verschillende niveaux uit hout. Meting meeteenheid: per stuk aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH) Materiaal Model ter goedkeuring voor te leggen aan het bestuur. Specificaties Vormgeving: volgens bijgevoegde principeafbeelding. FSC of PEFC robinia hout, spintvrij geslepen en geschuurd, vrij van kernrot, duurzaamheidsklasse I/II. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 151

Kopse einden van de staanders zijn voorzien van kruislings aangebrachte houtdraadbouten, de boorgaten zijn opgevuld met deuvels. Hout in contact met de grond wordt behandeld met een aangepast product, ter goedkeuring voor te leggen aan het bestuur. Samenstellende delen - Gootelement recht - lengte 2m00 - Gootelement gegaffeld lengte 2m50 - Kliedertafel rond Ø 1m15 - RVS waterrad Ø 0m30 voorbeeld Plaatsing volgens de voorschriften van de fabrikant, inclusief fundering. 92.98. speelelementen - klimwand FH st Klimwand uit hout. Meting meeteenheid: per stuk aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH) Materiaal Model ter goedkeuring voor te leggen aan het bestuur. Diameter palen: ca 15-20 cm Plankdikte: min 6/4 Specificaties Vormgeving: volgens bijgevoegde principeafbeelding. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 152

FSC of PEFC robinia hout, spintvrij geslepen en geschuurd, vrij van kernrot, duurzaamheidsklasse I/II. Benaderende lengte: 5m40. Hoogte: ca. 3m00. Assortiment met ca. 40 epoxyhars klimgrepen (S-M-L), gemonteerd op één zijde. Hout in contact met de grond wordt behandeld met een aangepast product, ter goedkeuring voor te leggen aan het bestuur. voorbeeld Plaatsing volgens de voorschriften van de fabrikant, inclusief fundering. 92.99. speelelementen - speelstructuur FH st Klim- en klouterspeelstructuur uit hout. Meting meeteenheid: per stuk aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH) Materiaal Model ter goedkeuring voor te leggen aan het bestuur. Specificaties Vormgeving: volgens bijgevoegde principeafbeelding. FSC of PEFC robinia hout, in de oorspronkelijke groeivorm, geschild, spintvrij geslepen en geschuurd, vrij van kernrot, duurzaamheidsklasse I/II. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 153

Kopse einden van de staanders zijn voorzien van kruislings aangebrachte houtdraadbouten, de boorgaten zijn opgevuld met deuvels. Steuntouw en klimnet van UV-bestendig 6-strengs gebreide polyamidevezels met kernen van verzinkt staal. Hout in contact met de grond wordt behandeld met een aangepast product, ter goedkeuring voor te leggen aan het bestuur. Samenstellende delen - Één driehoekig platform, vloerhoogte ca 20 cm - Één vierkant platform, vloerhoogte ca 1,5 m - Één vierkant platform, vloerhoogte ca 1 m - Één schuine oploop met rood steuntouw Ø 25 mm - Één vierkant rood klimnet Ø16 mm, maaswijdte 25/25 cm voorbeeld Plaatsing volgens de voorschriften van de fabrikant, inclusief fundering. 92.100. uitrustingselementen - algemeen 92.110. uitrustingselementen - schoolbord FH st Leveren en plaatsen van wandkrijtborden. Meting meeteenheid: per stuk aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH) Materiaal Afmetingen: ca 250(l) x 120(h) cm Schrijfoppervlak: voor klassiek krijt Kleur bordvlak: grijs tot zwart Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 154

Kader: aluminium geanodiseerd profiel Bevestiging: geschikt voor wandmontage Toebehoren: krijtgoot Opgehangen tegen de wand onder het afdak. 92.200. speelplaatsinrichitng - algemeen 92.210. speelplaatsinrichting/markeringen Decoratief voorgevormde plakmarkering voor speelterreinen. Materiaal Voorgevormd thermoplastisch materiaal, gebaseerd op organische pigmenten zonder toevoeging van zware metalen. Materiaal is van het alkyde-type met hoge breek- en scheurweerstand, en hoge kleurstabiliteit (Uvbestendig) Dikte: 2,0 mm (+0,4 / -0,3) Plaatsing met een gasbrander volgens de instructies van de fabrikant 92.211. speelplaatsinrichtingen/markeringen - hinkelbaan FH st Meting meeteenheid: per stuk aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH) Plaatsing volgens de voorschriften van de fabrikant, in samenspraak met Bouwheer en Architect. 92.212. speelplaatsinrichtingen/markeringen - twister FH st Meting meeteenheid: per stuk aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH) Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 155

twister-rad Aanvullende specificaties Wijzerplaat (spelonderdeel) te voorzien tegen de wand Plaatsing volgens de voorschriften van de fabrikant, in samenspraak met Bouwheer en Architect. 92.220. speelplaatsinrichting/diverse 92.221. speelplaatsinrichting/diverse - speelbord FH st Speelpaneel 4-op-een-rij Meting meeteenheid: per stuk aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH) Materiaal Weerbestendig speelpaneel geschikt voor plaatsing tegen een muur. De geel-rode spelschijven kunnen niet uit het paneel verwijderd worden. Vervaardigd uit HDPE, met licht geribbeld oppervlak. Afmetingen: 120 x 80 cm Gemonteerd met roestvrijstalen bouten tegen de wand, in samenspraak met Bouwheer en Architect. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 156

93. GROENAANLEG EN -ONDERHOUD 93.00. groenaanleg en onderhoud - algemeen Algemeen Voor de uitvoering van de groenaanleg wordt het Standaard Bestek 250 voor de wegenbouw van het agentschap Wegen en Verkeer als referentiedocument genomen, in het bijzonder hoofdstuk 3 Materialen, hoofdstuk 4 Voorbereidende werken en grondwerken en hoofdstuk 11 Groenaanleg en groenonderhoud. De voorbereidingen van het terrein (zuiveren, maaien) gebeuren volgens de bepalingen van SB 250 4-1.1.4.2 en 4-1.1.4.3. Het grondverzet gebeurt volgens artikel 10.40. en volgende. Het gebruik van bestrijdingsmiddelen is gebonden aan het decreet van 21/12/2001 dat een vermindering van het gebruik van bestrijdingsmiddelen door openbare diensten in het Vlaamse Gewest vooropstelt. 93.50. aanplanting houtachtige vegetaties - algemeen Alle aanplantingen van struiken, hagen, bomen, wordt uitgevoerd door de groendienst van de Stad Gent en behoort niet tot onderhavige aanneming. 93.60. hulpmiddelen groenaanleg - algemeen 93.65. hulpmiddelen groenaanleg - haagsteun VH m Haagsteun en haagversterking omvat het aanbrengen van rondhouten palen en bedrading voor een haagbeplanting. Beplanting maakt geen deel uit van deze aanneming. Meting meeteenheid: m meetcode: lopende meter per rij aard van de overeenkomst: Vermoedelijke Hoeveelheid Materialen Niet-uitschietende rondhouten palen: volgens SB 250 3-65. Gladde, zwaar verzinkte, niet-geplastificeerde staaldraad minimum diameter: 3 mm treksterkte: minimum 700 N/mm² toebehoren (spanners en krammen): vervaardigd uit hetzelfde materiaal Bevestigingsmiddelen: roestvrije stalen nagels. Specificaties haagsteun volgens SB 250 11-12.7.1.2. A en 11-12.7.1.2.C lengte: volgens plan of meetstaat bovengrondse hoogte: 90 cm diameter rondhouten palen: 8/10 cm Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 157

De uitvoering omvat de werken zoals omschreven in SB 250 11-12.7.1.2. Toepassing Volgens aanduiding op plan of in meetstaat 93.66. hulpmiddelen groenaanleg klimplantensteun tegen muur FH m² Leveren en plaatsen van een klimraster uit verzinkt staal voor niet-hechtende klimplanten. Beplanting maakt geen deel uit van deze aanneming. Meting meeteenheid: per m2 meetcode: netto te plaatsen oppervlakte aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH) Materiaal Het klimraster bestaat uit gaasmatten van verzinkte draad, gepuntlast en gecoat. De panelen worden aan de muur bevestigd met speciale afstandshouders. Gaasmatten bestaan uit een combinatie van 3 verschillende maasgroottes van 50x50/100x50/100x100mm. Draaddiameter horizontaal: min. 5 mm Draaddiameter verticaal min. 4 mm Het geheel wordt gemonteerd tegen de buitengevel (horizontaal en verticaal tussen de ramen) d.m.v. aangepaste afstandshouders. Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 158

Toepassing Gevel gebouw oostzijde 93.67. hulpmiddelen groenaanleg klimplantensteun op palen FH m Klimplantensteun omvat het aanbrengen van rondhouten palen en draadnet voor niet-hechtende klimplanten. Beplanting maakt geen deel uit van deze aanneming. Meting meeteenheid: m meetcode: lopende meter per rij aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid Materiaal Rondhouten palen zijn bovenaan horizontaal verbonden. De nodige spandraden zijn voorzien van dezelfde oppervlaktebehandeling als de afrastering. Staal ter goedkeuring voor te leggen aan het bestuur. Specificaties draadnet Type: gevlochten (volgens NBN EN 10223-5) Draadsectie: minimum 2,5 mm (tolerantie + 0,2 mm) Treksterkte: horizontaal minimum 400 N/mm², verticaal minimum 700 N/mm² Bijzonder bestek «3P» TDG/2016/023/LVC/INV/3016 Blz. 159