Centrum Seksueel Geweld Amsterdam-Amstelland Jaarcijfers 2016
De GGD Amsterdam biedt sinds 2012 zorgcoördinatie voor slachtoffers van acuut seksueel geweld die een sporenonderzoek bij de politie ondergaan. De zorgcoördinatie werd uitgevoerd door forensisch verpleegkundigen met als doel een adequaat, tijdig en passend hulpaanbod te organiseren op forensisch, medisch en psychisch gebied. Op 1 januari 2016 is in de regio Amsterdam-Amstelland het Centrum Seksueel Geweld (CSG) gestart. Door de komst van het CSG komt de zorg rechtstreeks beschikbaar voor alle slachtoffers van seksueel geweld en niet alleen voor slachtoffers die een sporenonderzoek ondergaan in het kader van een mogelijke aangifte. De functie van de forensische verpleegkundige is dezelfde als vóór 2016, de term zorgcoördinator is echter vervangen door casemanager. Bij acuut seksueel geweld (7 dagen of korter geleden) wordt een slachtoffer direct doorverbonden met een forensisch verpleegkundige die als casemanager optreedt. Alle andere bellers krijgen telefonisch advies over passende hulpverlening van een medewerker van de frontoffice. In dit jaarverslag wordt een beschrijving gegeven van de personen die in 2016 contact met het CSG hebben gezocht. Ook wordt het werk van de casemanagers van de GGD nader beschreven en informatie gegeven over de kenmerken van het delict. Hiervoor is gebruik gemaakt van gegevens die zijn vastgelegd in Formatus, een elektronisch registratiesysteem van de GGD Amsterdam. Het CSG Amsterdam-Amstelland is geen fysieke locatie maar een samenwerkingsverband. Kenmerkend is dat zorg vanuit verschillende disciplines integraal wordt verleend. Het CSG Amsterdam-Amstelland heeft een eigen frontoffice en is bereikbaar via het gratis landelijk telefoonnummer 0800-0188.
Deel 1 - Oproepen frontoffice In totaal is de frontoffice van het CSG Amsterdam-Amstelland in 2016 209 keer gebeld. Naast slachtoffers vormden professionals de grootste groepen, bestaande uit politie, artsen, en andere professionals zoals psychologen, verpleegkundigen of andere hulpverleners. 1. Aantal oproepen, uitgesplitst naar rol melder en tijd sinds incident (n=157) Recent of langer geleden Bij 157 van de 209 oproepen was het interval tussen de gebeurtenis en het bellen van de frontoffice bekend. In 95 gevallen betrof het een incident dat zich 7 dagen of korter geleden had voorgedaan. In 19 van deze gevallen ging het om een incident dat diezelfde dag had plaats gevonden. 15 keer had het incident één dag geleden plaatsgevonden. In 113 van de 209 gevallen was de leeftijd bekend. Het jongste slachtoffer waarover gebeld werd was 5 jaar oud, het oudste 70 jaar. De gemiddelde leeftijd van de slachtoffers bedroeg 26 jaar. 2. Leeftijd van de slachtoffers waarover/waardoor de frontoffice is gebeld (n=113) Verkrachting versus aanranding Bij 110 van de 209 oproepen is geregistreerd of het om een aanranding of verkrachting ging. Bij 77% (n=85) ging het om een verkrachting. Er is niet altijd informatie beschikbaar omdat aan de telefoon bewust niet altijd wordt doorgevraagd wat er is gebeurd om te voorkomen dat slachtoffers dit meerdere keren moeten vertellen. Als de verkrachting of aanranding 7 dagen of korter geleden heeft plaatsgevonden, wordt de persoon direct in contact gebracht met een casemanager. >50 40 t/m 49 30 t/m 39 24 t/m 29 19 t/m 23 5% 8% 11% 22% 27% Slachtoffer 36 5 7 11 16 t/m 18 12 t/m 15 9% 12% Andere professional 22 5 7 2 0 t/m 11 6% Familie 9 2 9 7 Politie 9 2 3 Arts 10 2 Netwerk, vrienden 6 12 Anders 3 12 0 10 20 30 40 50 60 0-7 dagen 8-14 dagen 15-365 dagen meer dan 365 dagen
Deel 2 - Casemanagement voor slachtoffers van acuut seksueel geweld 3. Aantal nieuwe slachtoffers en forensisch-medisch onderzoek (FMO) per jaar In 2016 is casemanagement aan de personen aangeboden die 7 dagen of korter geleden seksueel geweld hebben meegemaakt. Vóór 2016 waren dit alleen de personen die bij de politie een sporenonderzoek hadden ondergaan. In 2016 zijn 163 nieuwe trajecten gestart. Alle onderstaande cijfers hebben betrekking op deze 163 nieuwe trajecten. 4. Via de frontoffice terecht gekomen bij de casemanager (n=163) Een deel van de slachtoffers waarmee de casemanagers contact hadden, was niet via de politie, maar via een oproep bij de frontoffice bij de casemanager terecht gekomen (25%). Van deze groep gaf bijna de helft (48%) aan alsnog contact met de politie te willen. In drie gevallen heeft dit ook tot een sporenonderzoek geleid. In 72 van de 163 gevallen werd de forensisch arts door de politie opgeroepen om een forensisch-medisch onderzoek (FMO) te doen. In 70 gevallen is vervolgens ook een FMO verricht. 25% via de frontoffice 180 160 163 via de politie 140 120 100 80 60 72 74 68 71 64 67 107 92 89 82 82 85 72 70 aantal nieuwe slachtoffers arts opgeroepen voor FMO FMO uitgevoerd 75% 40 20 0 2012 2013 2014 2015 2016
5. Geslacht (n=163) 7. Etnische afkomst (n=108) Bij een deel van de 163 slachtoffers (n=108) is informatie beschikbaar over de etnische afkomst. De grootste groep (63%) was van Westerse afkomst. 94% 6% 10% 8% Westers 6. Leeftijd (n=163) 19% 63% Overig niet-westers Surinaams Marokkaans/Turks De gemiddelde leeftijd van de slachtoffers die casemanagement hebben ontvangen was 27 jaar. >50 40 t/m 49 6% 6% 8. Woonplaats (n=122) 30 t/m 39 24 t/m 29 19 t/m 23 15% 24% 29% Bij 122 slachtoffers was informatie over de woonplaats beschikbaar. 11% was woonachtig in het buitenland. 16 t/m 18 12 t/m 15 9% 10% 68% Amsterdam-Amstelland 21% overig Nederland 11% buitenland 0 t/m 11 1% Passport
9. Voorgeschiedenis slachtoffers Een deel van de slachtoffers heeft ook in het verleden geweld mee gemaakt of is op een andere manier extra kwetsbaar. % Aantal slachtoffers waarover informatie beschikbaar was Eerder seksueel misbruik 21 122 Eerdere mishandeling 9 119 Eerdere hulpverlening voor traumaklachten 14 100 Middelengebruik in voorgeschiedenis 18 112 Eerdere hulpverlening voor middelenmisbruik 5 101 Vermoeden verstandelijke beperking 6 121 Voorgeschiedenis slachtoffers 10. Al in zorg (n=110) 36% van de slachtoffers was al in zorg. De meeste slachtoffers die in zorg waren, waren al in beeld bij een GGZ-psycholoog of psychiater, gevolgd door de jeugdhulpverlening, een instelling voor mensen met een verstandelijke beperking, de verslavingszorg, het Leger des Heils en andere hulpverlenende instanties. 36% al in zorg 11. Verkrachting versus aanranding (n=72) Bij een deel van de slachtoffers is de forensisch arts door de politie opgeroepen om sporenonderzoek te verrichten (n=72). In het kader van het sporenonderzoek registreert de forensisch arts of het om een aanranding of verkrachting gaat. Uit deze registratie blijkt dat 70% van deze 72 slachtoffers was verkracht, en 15% aangerand. Bij de overige 15% was de toedracht volgens de arts onbekend, bijvoorbeeld omdat het slachtoffer zich niet goed kan herinneren of bewusteloos was. 15% 15% verkrachting aanranding 70% onbekend
12. Onder invloed van alcohol of drugs tijdens delict (n=122) 52% van de slachtoffers was tijdens het delict onder invloed van alcohol of drugs (gegevens beschikbaar van n=122 personen). 52% 14. Percentage drop-out (n=163) Het lukt de casemanagers niet altijd om contact te houden met het slachtoffer. Hierbij kan het gaan om een actieve afwijzing door het slachtoffer die geen casemanagement wenst, of om passieve afwijzing. In het laatste geval kan de casemanager geen contact meer krijgen met het slachtoffer. 26 van de 163 gevallen stonden bekend als dropout (16%). 129 gevallen van de zorgcoördinatie werden als afgerond beschouwd (peildatum 10-02-2017). De overige 8 gevallen zijn nog niet afgerond. 13. Pleger onbekend/bekend (n=127) Bij 127 slachtoffers is informatie over de pleger beschikbaar. Indien het slachtoffer de pleger op de dag van het seksueel geweld voor het eerst heeft ontmoet, werd dit gedefinieerd als een onbekende pleger. In 43% was de pleger een onbekende. 16% drop-out? 43%
15. Geboortejaren zeer jonge slachtoffers In 2016 zijn negen minderjarigen onder begeleiding van een gespecialiseerde kinderarts in het AMC medisch (forensisch) onderzocht. Het casemanagement voor deze kinderen werd geboden door de Bascule. In acht gevallen zijn de geboortejaren bekend. 2000 2001 2006 2010 2010 2012 2013 2014
Colofon GGD Amsterdam, 2017 Tekst: Tina Dorn, Vera Schuller, Anouk Devens & Udo Reijnders Vormgeving: reclamestudio Sjeep Contact Telefoon: 020 555 5495, email: egz@ggd.amsterdam.nl Website: ggd.amsterdam.nl Overname van de inhoud of gedeelten daarvan is met bronvermelding toegestaan.