VERSLAG van de VERGADERING VAN PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL gehouden op woensdag 7 mei 2003 Aanvang 19.00 uur. Voorzitter: de heer Jansen. Griffier: de heer Alberda van Ekenstein. Aanwezig bij de aanvang van de vergadering zijn de leden Antuma (CDA), Antuma- Duisterwinkel (CDA), Beckmann (CDA), Been (VVD), Beldsnijder (SP), Van der Bent-van den Hout CU), Beugelink (CDA), Broeze-van der Kolk (CDA), De Bruin (GroenLinks), Bussink (VVD), Van Dalfsen (PvdA), Dalhuisen (PvdA), D. van Dijk (SGP), G. van Dijk (D66), Dijkhuis (LPF), Dijkslag (VVD), Engbers (CDA), De Greef- Moes (D66), Haan VVD), Harmelink (PvdA), Van Harsselaar-Timmer (VVD), Husselman-Oosterom (CDA), Jaegers (PvdA), Jansen (CDA), Klaasen (VVD), Knoeff (CDA), Kok (VVD), Koopman (CDA), Kristen (PvdA), Leussink (CDA), Leussink- Jonker (PvdA), Van der Lied-Homeijer (PvdA), Mercanoglu (PvdA), Morskate (CDA), Netjes (CDA), Nieuwenhuis (CU), Nijhof-Sander (CDA), Oldenburger (CU), Van Olphen (GroenLinks), Van Ommen (SP), Oostra (CU), Pot (PvdA), Ranter (CDA), Relker (PvdA), Ter Schegget (PvdA), Schipper (VVD), Schulten (CDA), Sijbom (VVD), Slagman (SGP), Slijkhuis (CDA), Tunc (PvdA), Visser-Hendriks (CDA), Voortman (PvdA), Van Voorst tot Voorst (CDA), Vruggink (GroenLinks), Weegenaar- Bosch (CDA), Weijnen (PvdA), Welten (CDA), Wichers Schreur (CDA) en Yildirim (SP). Vanaf het moment van hun installatie als gedeputeerde maken de heren Jansen, Klaasen, Kristen en Ranter geen deel meer uit van de staten. Na de installatie van de gedeputeerden zijn als lid van de staten geïnstalleerd de heren Evering en Hollemans, mevrouw Koggel-Alferink en de heren Visscher en Zwart. De voorzitter: Dames en heren, ik heet u van harte welkom. In het bijzonder heet ik welkom alle familieleden en andere belangstellenden die hebben plaatsgenomen op de publieke tribune. Ik heb nog een mededeling te doen van andere aard, en verzoek u dan ook allen te gaan staan. Met u wil ik vandaag stilstaan bij het feit dat de heer Albertus Smit is overleden. De heer Smit was van1964 tot 1982 lid van provinciale staten van deze provincie. Vanaf 1972 tot 1982 was de heer Smit lid van het college van gedeputeerde staten. Hij was gedurende die periode portefeuillehouder zorg en cultuur. Hij liet zich kennen als een gedreven bestuurder die grote inzet toonde met betrekking tot de beleidsterreinen waarvoor hij verantwoordelijk was. In de heer Smit verliezen wij een volksvertegenwoordiger en een bestuurder wiens nagedachtenis wij in hoge ere zullen houden. Ik verzoek u enkele ogenblikken stilte in acht te nemen. (De aanwezigen nemen enige ogenblikken stilte in acht.)
Staten, 7 mei 2003 blz. 2 Vaststellen van de agenda De agenda wordt vastgesteld overeenkomstig het concept. Vragenuur Van de mogelijkheid tot het stellen van mondelinge vragen wordt geen gebruikgemaakt. Ingekomen stukken De voorzitter: De brief van gedeputeerde staten betreffende de fusie OOM/GOM is hedenmiddag behandeld in de statencommissie. Graag geef ik de heer Beugelink het woord om het advies van de commissie te verwoorden. De heer Beugelink (CDA): Wij hebben geconstateerd dat het college de kaders die wij in vorige vergaderingen in de commissie WIBO hebben aangereikt, op een adequate en goede wijze heeft ingevuld. Derhalve zijn er van onze kant geen wensen of bedenkingen te formuleren. De voorzitter: Waar er geen sprake is van wensen en/of bedenkingen van provinciale staten concludeer ik dat het college van gedeputeerde staten kan overgaan tot het afhandelen van de fusieovereenkomst. Diversen a. Benoeming van de leden van het college van gedeputeerde staten De voorzitter: De heer Yildirim heeft verzocht het woord te mogen voeren alvorens er kandidaten worden gesteld. De heer Yildirim (SP): Voorzitter. Wij hebben met enige verbazing via de pers vernomen wie de kandidaten zijn. Tegelijkertijd blijven wij ons erover verbazen dat er nu gedeputeerden zullen worden benoemd, hoewel wij nog steeds niet weten welke portefeuille zij gaan bemannen of bevrouwen. Daarnaast vinden wij het nogal armoedig dat wij tussen de namen van kandidaten voor het lidmaatschap van gedeputeerde staten die wij hebben kunnen waarnemen slechts één vrouwennaam hebben gezien. Dit geeft ons des te meer reden om ons af te vragen welke kandidaten nog meer in beeld waren voor benoeming, welke kandidaten zich daarvoor hebben aangemeld en welke inspanningen de coalitiepartijen, met name CDA en VVD, zich hebben getroost op zoek naar vrouwelijke kandidaten. Ik wil hierop een toelichting hebben. Vervolgens zou ik ook, als het mogelijk is, graag zien dat de kandidaten zich voorstellen, want wij gaan de kandidaten benoemen voor zeer belangrijke functies voor komende tijd. Het lijkt mij dan ook van belang om te weten welke ervaringsdeskundigheid zij met zich brengen om hun functie naar behoren te vervullen. De voorzitter: Namens het presidium mag ik het voorstel doen om alle kandidaten heel kort de gelegenheid te geven om zich vanaf het spreekgestoelte aan te melden. Dat kan in twee, drie zinnen, en daarmee hebben wij als presidium eigenlijk dat voorstel van uw kant overgenomen, mijnheer Yildirim. Ik constateer dat er geen bezwaar bestaat tegen het voorstel van het presidium. Ik constateer voorts dat er bij geen van de coalitiefracties behoefte bestaat,
Staten, 7 mei 2003 blz. 3 in te gaan op de opmerkingen van de heer Yildirim namens de SP. De heer Yildirim: Ik vind het jammer dat de coalitiepartijen dat niet durven. De voorzitter: En zij laten zich weer niet uitdagen. Ik benoem tot lid van het stembureau de heren Beckmann, Harmelink en Oostra en mevrouw Van Harsselaar-Timmer. Ik verzoek de heer Oostra het voorzitterschap op zich te nemen en vraag de leden van het stembureau om plaats te nemen aan de tafel in het midden van de zaal. Verkiezing van een lid van het college in de eerste vacature. De voorzitter: Ik verzoek de heer Van Voorst tot Voorst te melden welk lid de CDAfractie kandidaat stelt in deze vacature. De heer Van Voorst tot Voorst (CDA): Dat is de heer Piet Jansen uit Nijverdal en, mijnheer Yildirim, hij gaat naar de portefeuille landelijk gebied en water. De heer Jansen: Mijn naam is bekend en ik kom, zoals u net hoorde, uit Nijverdal. Sinds 1995 ben ik lid van uw staten. Van 1999 tot 2002 was ik fractievoorzitter van het CDA. Sinds vorig jaar mag ik gedeputeerde zijn op de portefeuille landelijk gebied en water. En heel typisch, de omloopsnelheid van bestuurders is tegenwoordig zo groot, dat je na één jaar al wordt gezien als oudgediende. Dat komt waarschijnlijk ook door al die nieuwkomers. In ieder geval zie ik uit naar een nieuwe periode, uiteraard alleen als u als staten daarmee instemt. Het lijkt me heel boeiend om onder het dualisme toch op een heel goede manier samen te werken met de staten om te komen tot een goed resultaat voor onze provincie. Uitgebracht worden 60 stemmen, waarvan 53 op de heer Jansen, 3 op mevrouw Husselman-Oosterom en 4 blanco. De voorzitter: Ik constateer dat de heer Jansen is benoemd tot lid van gedeputeerde staten. Hem moet ik nu formeel de vraag stellen of hij de benoeming aanvaardt. De heer Jansen: Dat zal ik graag doen, voorzitter. Verkiezing van een lid van het college in de tweede vacature. De voorzitter: Ik verzoek de heer Ter Schegget een kandidaat naar voren te brengen namens de PvdA-fractie. De heer Ter Schegget (PvdA): Voorzitter. Dat doe ik graag. Namens de Partij van de Arbeid-fractie stel ik kandidaat de heer Kristen. En voor het archief van de SP meld ik dat de heer Kristen zich de komende tijd zal bezighouden met grote steden, welzijn, cultuur, media, kulturhusen en sport. De heer Kristen: Voorzitter. Laat ik de onthullende mededeling doen, dat ik Jan Kristen heet en dat ik in 1942 in Goor ben geboren. Dat was zoals u weet in de oorlog en kenners van mij zeggen dat dat nog steeds te zien is. Sinds de laatste 30 jaar woon ik in Dalfsen, dus geboren aan de ene kant van de provincie woon ik nu aan de andere kant. Sinds 1984 ben ik lid van provinciale staten. Sinds 11 september 1996 ben ik lid van het college van GS. Ik vind dat in het huis van Thorbecke, inderdaad die drie lagen, de provincie
Staten, 7 mei 2003 blz. 4 het beste gekarakteriseerd kan worden als het bestuurlijk kraakbeen; zonder kraakbeen loopt het bestuur niet. En er zijn helaas, voorzitter, nog te weinigen in dit land die dat voldoende beseffen. Uitgebracht worden 60 stemmen, waarvan 51 op de heer Kristen, 1 op de heer Ter Schegget, 1 op mevrouw Tunc en 7 blanco. De voorzitter: Ik constateer dat de heer Kristen is benoemd tot lid van gedeputeerde staten en vraag hem of hij de benoeming aanvaardt. De heer Kristen: Het antwoord, voorzitter, is ja. Verkiezing van een lid van het college in de derde vacature. De voorzitter: Ik geeft het woord aan de heer Bussink om namens de VVD-fractie een kandidaat voor te stellen. De heer Bussink (VVD): Voorzitter. De VVD-fractie stelt kandidaat de heer Job Klaasen. Voor de volledigheid meld ik dat hij gaat beheren de portefeuille verkeer en vervoer, wegen en kanalen en financiën, met daaraan gehecht een groot bestuurlijk deel. De heer Klaasen: Voorzitter, collega-statenleden. Voor u staat Job Klaasen. Ik ben 44 jaar geleden geboren in deze mooie provincie, en wel in Almelo. Ik startte mijn politieke carrière in de jaren tachtig als lid van de VVD. Ik heb toen een jaar of tien deel uitgemaakt van de Almelose gemeenteraad en daarna een aantal jaren buiten de provincie gewoond. Teruggekomen zijnde in deze provincie werd ik kandidaat gesteld voor provinciale staten. Sinds twee jaar ben ik lid van deze staten, en misschien vandaag voor het laatst. De VVD heeft er in de onderhandelingen een mooie portefeuille uitgesleept. De fractie heeft mij kandidaat gesteld. Ik wil deze portefeuille graag bekleden en zal mij inzetten voor het bestuur en voor de inwoners van deze mooie provincie. Uitgebracht worden 60 stemmen, waarvan 51 op de heer Klaasen, 8 blanco en 1 ongeldig. De voorzitter: Ik constateer dat de heer Klaasen is benoemd tot lid van gedeputeerde staten. Ook hem vraag ik of hij de benoeming aanvaardt. De heer Klaasen: Voorzitter, van harte. Verkiezing van een lid van het college in de vierde vacature. De voorzitter: Ik geef de CDA-fractie bij monde van de heer Van Voorst tot Voorst het woord om de volgende kandidaat te introduceren. De heer Van Voorst tot Voorst (CDA): Onze tweede kandidaat is de heer Theo Rietkerk uit Kampen. Wij stellen hem kandidaat voor de portefeuille volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieu. De heer Rietkerk: Mijn naam is Theo Rietkerk. Ik ben 40 jaar, getrouwd en heb vier jonge kinderen. Die zitten daar ergens op de tribune. Ik ben opgegroeid in deze
Staten, 7 mei 2003 blz. 5 regio. De afgelopen vijf jaar ben ik actief geweest in de Tweede Kamer. Dat ben ik nog steeds en dat zal ik ook nog kort blijven. Ik ben in de Tweede Kamer woordvoerder voor het CDA op het terrein veiligheid, dus binnenlandse zaken en justitie, maar ook op de terreinen volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieu. Daarvoor, dus voor 1998, mocht ik een heel aantal jaren ambtelijk adviseur zijn van het college van gedeputeerde staten hier in Overijssel op de terreinen landelijk gebied, ruimtelijke ordening en milieu. Ik vind het een prachtige opdracht om voor de inwoners van Overijssel te blijven werken vanuit een heel andere rol. Daarbij is het, denk ik, ook een voordeel, dat ik de weg in Den Haag redelijk goed ken. Ik hoop op een heel plezierige samenwerking met de staten, en ik hoop ook dat er geprofileerde, politieke debatten zullen kunnen worden gevoerd. Uitgebracht worden 60 stemmen, waarvan 50 op de heer Rietkerk, 4 op mevrouw Husselman-Oosterom, 1 op de heer Ranter en 5 blanco. De voorzitter: Ik stel vast dat de heer Rietkerk is benoemd tot lid van het college van gedeputeerde staten. Ik kijk even of hij de benoeming aanvaardt. De heer Rietkerk: Ja, graag. Verkiezing van een lid van het college in de vijfde vacature. De voorzitter: Ik geef ik de heer Ter Schegget het woord om de volgende kandidaat van de PvdA voor te dragen. De heer Ter Schegget (PvdA): Voorzitter. Wederom namens de PvdA-fractie stel ik gaarne kandidaat voor de portefeuille economie, innovatie, recreatie, toerisme, onderwijs, ICT, vastgoed en nog een aantal andere zaken mevrouw Abbenhues. Mevrouw Abbenhues: Voorzitter, leden van de staten. Ik ben Carry Abbenhues, 54 jaar, geboren en voor een deel van mijn leven getogen in Amsterdam, daarna verhuisd naar Drenthe en nog later naar Gelderland. Ik ben getrouwd en heb twee volwassen, uit huis wonende kinderen. Mijn politieke carrière startte in de gemeente Meppel. Daar ben ik vier jaar raadslid geweest, waarvan twee jaar als fractievoorzitter. Daarna ben ik zeven jaar wethouder geweest. Ik heb de portefeuilles ruimtelijke ordening, stadsvernieuwing, stadsbeheer, en volkshuisvesting beheerd. Daarna ben ik het politieke bestuur uitgegaan en ben ik burgemeester geworden van Hattem, en dat ben ik tot vandaag. Daar ben ik nu bijna tien jaar. In de tussentijd heb ik mij verdiept in de theorie van de bestuurskunde en heb ik een studie afgerond. Ik heb een afstudeerscriptie geschreven over het duale stelsel onder de titel Kunnen oude schapen nog anders leren blèren? Politieke partijen en dualisering gemeentebestuur. Voor de belangstellenden, mijn scriptie is te vinden op de website van Gemnet, en er zijn ook papieren exemplaren van. Toen ik solliciteerde naar het gedeputeerdenschap van Overijssel werd mij gevraagd of ik niet bestuurlijk was, of ik wel politiek was. Als burgemeester werd mij gezegd dat ik het politieke dier in mij zou moeten temmen, wilde ik nog wel gezellig en goed door kunnen besturen in het Hattemse. Volgens mij combineer ik politiek en besturen in een gedeputeerdenschap van Overijssel. Er breekt een nieuwe periode aan, de duale provincie: GS gaan besturen en PS gaan volksvertegenwoordigen, kaderstellen en controleren. Dat konden uw staten al, maar de instrumenten daarvoor zijn nu nadrukkelijk aan u gegeven. Het onderhandelingsakkoord is een richtinggevend akkoord en heeft de titel Ruimte voor actie. Dat betekent beweging en dat is noodzakelijk wil de politiek weer interessant worden voor de burger, de
Staten, 7 mei 2003 blz. 6 inwoner van Overijssel, om eraan deel te nemen. Er liggen kansen voor politieke partijen om te revitaliseren en hun functieverlies te verkleinen. Ik hoop op een goede samenwerking met u, met oog voor ieders verantwoordelijkheid en bevoegdheid. Mij staat voor ogen samenwerking met de staten, het bedrijfsleven, de toeristisch-recreatieve sector, de universiteit, de scholen en de maatschappelijke instellingen, inwoners en ambtelijke organisaties. Ik wil mijn bijdrage daaraan leveren. Ik heb de energie en de zin om dat te doen. Er is volgens mij voldoende werk aan de winkel. Uitgebracht worden 60 stemmen, waarvan 51 op mevrouw Abbenhues en 9 blanco. De voorzitter: Ik constateer dat mevrouw Abbenhues is benoemd tot lid van het college van gedeputeerde staten. Ook haar vraag ik of zij de benoeming aanvaardt. Mevrouw Abbenhues: Ja. Verkiezing van een lid van het college in de zesde vacature. De voorzitter: Ik verzoek de heer Van Voorst tot Voorst om nogmaals een kandidaat voor het college van GS voor te dragen. De heer Van Voorst tot Voorst (CDA): Voorzitter. Voor de portefeuille zorg, integrale veiligheid en handhaving stel ik namens de CDA-fractie kandidaat Gert Ranter uit Tubbergen. De heer Ranter: Voorzitter. Ik ben inderdaad Gert Ranter en kom inderdaad uit het wonderschone Tubbergen. Ik heb het voorrecht gehad om acht jaar deel te mogen uitmaken van deze staten, sinds 1995. Het laatste jaar heb ik voorzitter mogen zijn van de CDA-statenfractie. Het is een heuglijke dag, althans, ik hoop dat het stemgedrag van de staten er voor mij een heuglijke dag van maakt, maar er zit ook een mindere kant aan, in die zin dat ik in dat geval afscheid moet nemen van het hoogste bestuursorgaan van de provincie, de provinciale staten. Ik heb het statenwerk altijd met plezier gedaan en zal het missen, maar ik zie anderzijds vanuit mijn nieuwe functie ook uit naar een goede samenwerking met de provinciale staten, met veel politieke debatten. Aan mij zal het niet liggen. Uitgebracht worden 60 stemmen, waarvan 45 op de heer Ranter, 6 op mevrouw Husselman-Oosterom, 2 op de heer van Voorst tot Voorst en 7 blanco. De voorzitter: Ik constateer dat de heer Ranter is benoemd tot lid van gedeputeerde staten en ik vraag ook hem of hij de benoeming aanvaardt. De heer Ranter (CDA): Ja. De voorzitter: Ik dank de leden van het stembureau voor het werk dat zij vanavond zo zorgvuldig hebben verricht. b. Installatie van de leden van het college van gedeputeerde staten De voorzitter: Alvorens de zojuist gekozen leden van het college hun functie kunnen vervullen, zullen zij de bij de wet voorgeschreven eed dan wel verklaring en belofte moeten afleggen.
Staten, 7 mei 2003 blz. 7 Ik verzoek hen daartoe naar voren te komen en ik verzoek alle aanwezigen te gaan staan. Ik richt mij eerst tot degenen die de eed wensen af te leggen en vervolgens tot hen die de verklaring en belofte wensen af te leggen. De heren Jansen, Rietkerk en Ranter leggen achtereenvolgens in handen van de voorzitter de bij de wet voorgeschreven eed af en mevrouw Abbenhues en de heren Kristen en Klaasen de verklaring en belofte. De voorzitter: Ik beschouw hiermee het nieuwe college van GS als geïnstalleerd. (applaus) Ik verzoek de gedeputeerden de voor hen bestemde plaatsen in te nemen. (De heren Jansen, Klaasen, Kristen en Ranter maken vanaf dit moment geen deel meer uit van provinciale staten. Op hun plaats ontvangen de nieuwe gedeputeerden bloemen en de felicitaties van de voorzitter.) c. Verslag onderzoek geloofsbrieven van de personen die benoemd zijn verklaard in de vacatures, ontstaan door het terugtreden van mevrouw Nap-Borger en door de benoeming van de heren Jansen, Kristen, Klaasen en Ranter tot gedeputeerde. De voorzitter: Het presidium heeft een commissie van onderzoek van de geloofsbrieven benoemd. De commissie bestaat uit mevrouw De Bruin, de heer D. van Dijk en de heer Oldenburger. Mij is gebleken dat de commissie zich reeds van haar taak heeft gekweten. Ik verzoek mevrouw De Bruin als voorzitter van de commissie verslag uit te brengen van de bevindingen van de commissie. Mevrouw De Bruin (GroenLinks): Voorzitter. Namens de statencommissie Onderzoek geloofsbrieven, kan ik u mededelen dat wij de geloofsbrieven hebben onderzocht van de heren Visscher, Zwart, Evering, Hollemans en mevrouw Koggel- Alferink en deze in orde hebben bevonden. Wij stellen dan ook voor om de genoemde personen toe te laten als lid van provinciale staten. Overeenkomstig het voorstel van de commissie wordt besloten. De voorzitter: Alle benoemden hebben mij medegedeeld hun benoeming te zullen aanvaarden. Zij zijn ook allen hier aanwezig om te worden beëdigd. d. Het afleggen van de eed of verklaring en belofte door de nieuwbenoemde statenleden. De voorzitter: Ik verzoek allen te gaan staan. Mevrouw Koggel-Alferink en de heren Evering, Visscher en Hollemans leggen achtereenvolgens in handen van de voorzitter de bij de wet voorgeschreven eed af en de heer Zwart de verklaring en belofte. De voorzitter: Mevrouw, mijne heren, u bent vanaf nu lid van deze staten. Ik verzoek u de voor u bestemde plaats in te nemen. (applaus) De voorzitter: Dames en heren, nu iedereen weer is gezeten, is het aan mij om te melden dat de volgende vergadering van provinciale staten zal plaatsvinden op 26 mei aanstaande. Sluiting 20.18 uur
Staten, 7 mei 2003 blz. 8