Ontwerp onderzoek Paper 3 Lesonderwerp: Sparen en lenen Samenvatting van paper 1 Hypothese: Als ik mijn lessenreeks van het derde hoofdstuk ga geven vanuit de actualiteiten en daarbij om de methode heen werk, zullen de leerlingen van de derde klas breder voorbereid op een proefwerk en een correcter beeld hebben van de eisen van economie nu en in de bovenbouw. Ontwerpregels: Mijn les wordt vanuit de actualiteiten gegeven op het niveau van de derde klas, er moet om de methode heen worden gewerkt. In de toetsen komen ook hogere orde vragen, om het verschil in manier van antwoorden tussen de klassen te meten. Ook is er een vraag gebaseerd op een casus. Er moet een proefwerk van te voren en erna door de interventie klas en controle klas worden gemaakt Mijn resultaten vergelijk ik aan de hand van de proefwerken die de leerlingen maken. Verdere uitleg over de procedure staat in dit paper. Beschrijving van de onderzoeksmethode Onderzoeksontwerp In mijn hypothese komt een vraag naar boven; Wanneer zijn de leerlingen breder voorbereid op een proefwerk en hebben ze daarbij een correcter beeld van de economie Ik wil deze vraag gaan beantwoorden door proefwerken met elkaar te vergelijken. Hierbij wil ik twee klassen vergelijken. Het verschil (wanneer aanwezig) wil ik tussen de klassen meten door de resultaten van de toets over hoofdstuk twee met die van hoofdstuk drie te vergelijken. Om zeker te zijn dat het resultaat ook weergeeft of ze een correcter beeld van de economie hebben wil ik zeker zijn dat de opdrachten niet alleen te maken zijn door sommen of definities te reproduceren maar dat de leerlingen ook voorbereid zijn op hogere orde vragen (Ebbens & Ettekoven, 2005, pp. 183-189).
Onderzoeksinstrumenten en verantwoording De variabele die ik wil gaan testen is het leerresultaat en dit doe ik aan de hand van een proefwerk (zie bijlage). Een proefwerk beoordeeld het makkelijkste of de te leren stof daadwerkelijk is begrepen (Geerlings & Veen, 2007) en is goed te vergelijken tussen klassen over tijd. Het proefwerk zal bestaan uit meerdere typen vragen volgens de categorieën van Bloom; memoriseren, begrijpen en toepassen (Veen, Stappenplan, 2012). Onderzoeksgroep Het onderzoek vindt plaats in de derde klas, aangezien ik op dit moment alleen les geef aan derde klassen. Ik kies ervoor om dit onderzoek te doen met mijn klas van vrijdag het laatste uur, aangezien de leerlingen dan vaak onrustiger zijn, en ik hiermee een dubbel voordeel heb om afwisseling in de lessen te krijgen. Ik heb dan een klas waar ik de instructie vanuit kranten, artikelen en filmpjes doe met aansluitende opdrachten en twee klassen als controle groep die vanuit de methode gaan werken. Procedure Eerst hebben de leerlingen een toets van hoofdstuk 2. Daarna krijgen al mijn klassen krijgen drie lessen en een toets van hoofdstuk 3. De toets van beide hoofdstukken is hetzelfde voor de verschillende klassen wat geen probleem is aangezien al mijn klassen op vrijdag van mij les hebben. De instructie van de lessen zal verschillen, zoals eerder vermeld. Data-analyse Nadat ik de toetsen heb gegeven en nagekeken zal ik al de resultaten in een Excel file zetten. Dit ga ik beoordelen aan de hand van een inhoudsanalyse (Kleef, 2012) en zal ik de vragen groeperen volgens de categorieën van Bloom (Veen, Stappenplan, 2012). Ten eerste wil ik de gemiddeldes van de gehele klas vergelijken, met de hoop dat mijn interventie klas een significant hoger gemiddelde heeft voor hoofdstuk 3 ten opzichte van de andere klassen. Daarom is het ook belangrijk om de resultaten van hoofdstuk twee te weten, om niet als last te hebben van de ruis omdat de ene klas beter is dan de andere. Daarna wil ik dit ook onderzoeken per categorie, om te beoordelen wat de oorzaak (als aanwezig) is van het verschil in de leerresultaten. Aangezien het over een kleine groep leerlingen over een zeer korte tijd in verschillende klassen en verschillende tijdstippen zit er ontzettend veel ruis in mijn onderzoek. Ik verwacht dan ook dat het doen van een statistische analyse insignificante resultaten zal opleveren door het tijdsgebrek dat voorkomt uit de deadlines, en maakt het daarom ook minder nuttig. Vanwege dit feit wil ik vooral een indicatie geven van de resultaten van mijn onderzoek aan de hand van histogrammen en grafieken zodat ik kan aansturen wat het belang is van toekomstig onderzoek in dit onderwerp.
Referenties Ebbens, S., & Ettekoven, S. (2005). Effectief leren, basisboek. Groningen: Wolters - Noordhoff. Geerlings, T., & Veen, T. v. (2007). Lesgeven en zelfstandig leren. Kleef, W. v. (2012, september 18). Workshop inhoudsanalyse. Amsterdam. Veen, P. v. (2012, 5 29). Stappenplan. Vakdidactiek. Amsterdam.
Bijlage Onderzoeksinstrument Categorieën memoriseren (M), begrijpen (B) en toepassen (T) staan achter elke vraag vermeld Proefwerk hoofdstuk 3 Opgave 1 De moeder van Patrick heeft een stukje grond gekocht om een rotstuin aan te leggen. Ze heeft het koopbedrag van 12.500 bij de bank geleend. De rente bedraagt 7%. Ze heeft met de bank afgesproken dat ze rente en aflossing in één vast bedrag per jaar zal aflossen. Na drie jaren is de lening in zijn geheel afgelost. In de tabel hieronder staat het aflossingsplan van het eerste jaar gegeven. a. Maak het aflossingsplan (hieronder) af. Neem daartoe het schema over op je antwoordblad en vul de ontbrekende getallen in. B b. Hoe kun je controleren of het aflossingsplan juist is? M Schuld begin jaar rentebedrag aflossing Vast bedrag per jaar Schuldrest einde jaar Jaar 1 12.500 875 3.888,15 4.763,15 8.611,85 Jaar 2 8.611,85 4.763,15 Jaar 3 4.763,15 Opgave 2 a. Geef een korte duidelijke omschrijving van het begrip rente (= interest) M Iemand zet op 1 januari 2001 een bedrag van 2.000 op een spaarrekening tegen een rentepercentage van 6% per jaar. Op 1 januari 2004 neemt hij een bedrag op van 500. Op 1 januari 2006 wordt er 1.000 bijgestort. De rentevoet wordt per 1 januari 2006 verlaagd naar 5%. De rente blijft op de spaarrekening staan. b. Bereken het totaalbedrag dat op 1 januari 2009 na rentebijschrijving op de spaarrekening zal staan. B c. Bereken het bedrag aan rente dat over de gehele periode (2001-2008) wordt ontvangen. B Opgave 3 Ali B. wil geld lenen en wel het maximaal mogelijke bedrag. Hij heeft een inkomen van 1.000 per maand. Gebruik bronnen 1 en 2.
a. Bereken hoeveel euro Ali B. in totaal terug moet betalen. B b. Bereken hoeveel rente (in ) hij gemiddeld per maand moet betalen. B c. Noem een voordeel en een nadeel van kopen op afbetaling vergeleken met zelf eerst sparen. M Bron 1: Kooprekening Postorderbedrijf Nemann Kredietlimiet ( ) 500 1.000 1.500 2.000 2.500 3.000 3.500 4.000 4.500 Termijnbedrag ( ) 25 35 55 70 90 110 125 150 180 Rente per maand Effectieve rente op jaarbasis 27,8% 27,9% 21,9% Looptijd in maanden 27 46 43 46 44 38 40 37 39 Bron 2: Inkomenstabel inkomen per maand ( ) maximum termijnbedrag ( ) 500 25 750 55 1.000 90 1.250 150 1.500 350 2.000 500 2.500 700 Opgave 4 Jan de Bont is met drie medestudenten, Rob, Jochem en Jeroen, een zaterdagavond in Nijmegen uit geweest. Zaterdagnacht om drie uur kwamen ze uit het laatste café op de Grote Markt. Ze waren behoorlijk aangeschoten. De Grote Markt werd op dat moment opnieuw bestraat met zware Belgische kinderkoppen. Achteraf wisten ze niet meer wie er het eerst mee begonnen was, maar op een gegeven moment was er een wedstrijdje ontstaan wie van hen het verst met die keien kon
gooien. Het moest wel mis gaan. Jochem was blijkbaar sterker dan hij dacht en hij gooide per ongeluk een kei dwars door de ruit van het café dat ze net verlaten hadden. De eigenaar kwam direct naar buiten en er zat niets anders op dan de schade te betalen. Een paar dagen later kreeg Jochem een rekening van 2.500. Ze besloten dat Jochem het grootste deel van het bedrag moest betalen, maar omdat ze elkaar hadden opgejut zouden de andere drie ook een deel van de schade op zich nemen. Rob, Jan en Jeroen zouden 15% van hun spaargeld bijleggen. Jochem moest de rest betalen. Toen de vader van Jochem van de overeenkomst tussen de vrienden hoorde, besloot hij de helft van het bedrag dat de drie vrienden samen zouden bijleggen, te betalen. Jochem moest zo nodig zijn hele spaargeld aanspreken en het eventuele tekort kon hij bij zijn vader lenen. spaargeld Jan 2.000 Rob 800 Jeroen 1.200 Jochem 500 Bereken het bedrag dat Jochem van zijn vader moet lenen. T Opgave 5 Pieter heeft niets beters te doen en surft op het internet. Hij bekijkt de diverse internetwinkels. Op de site van een bedrijf ziet hij de volgende set-aanbieding: een breedbeeld televisie met bijpassend tv-meubel. Wat een mooie combinatie, roept Pieter. Zijn vriendin Anne zegt: Wij kunnen op dit moment geen dure aankoop betalen. Ga eerst maar eens sparen. Pieter (vastberaden als hij is) zegt: Je kunt bij het postorderbedrijf de set-aanbieding ook in termijnen betalen. Nog geen 60 euro per maand! Ja, ja, zegt Anne, en hoeveel betaal je dan in totaal? Gebruik de informatiebron voor de beantwoording van de vragen van deze opgave. a. Pieter heeft niet genoeg geld om de set-aanbieding in een keer te betalen. Toch wil hij die set graag kopen. Noem een andere reden om de set-aanbieding toch nu te kopen en deze in termijnen te betalen. M b. Hoeveel kost de set-aanbieding in totaal als je het postorderbedrijf in termijnen betaalt? Laat de berekening zien. B c. Is hier sprake van consumeren of van investeren? Motiveer je antwoord. M Dat moet goedkoper kunnen, zegt Anne. Ik surf even naar de site van een bank. Daar lezen Anne en Pieter het volgende over een bepaalde leningsvorm:
Er wordt geen onderpand gevraagd. Naast de betaling van het maandelijkse termijnbedrag mag u boetevrij onbeperkt extra aflossen. En wat u hebt afgelost, kunt u weer als krediet opnemen. Ze surfen verder op het internet. Uiteindelijk kiezen ze voor een persoonlijke lening met een looptijd van vier jaar. Anne ziet dat het gebruiken van deze persoonlijke lening voor het kopen van de setaanbieding goedkoper is dan betalen in termijnen bij het postorderbedrijf. d. Hoeveel is de persoonlijke lening in totaal goedkoper dan het betalen in termijnen bij het postorderbedrijf? Laat de berekening zien. T e. Bereken hoeveel rente ze nu in de komende vier jaar aan de bank moeten betalen. B Het kopen van deze set via internet heeft voordelen, maar ook nadelen in vergelijking met het kopen in een winkel. f. Noem eerst een voordeel en daarna een nadeel van het kopen via internet. T Bronnen