COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS - BESLUIT OPSCHRIFT Vergadering van 20 november 2012 nummer: 2012_BW_00366 Onderwerp Raadsmededelingen: Basissporten Sportaccommodatienota 2012-2015 - vormend Beknopte samenvatting Op 22 maart 2012 heeft de raad het college middels een motie opgeroepen de criteria voor het onderscheid tussen basissporten en niet-basissporten opnieuw te overdenken. Het college is nog steeds van mening dat het onderscheid tussen basissport en niet-basissport van belang is en onderschrijft nog steeds de genoemde criteria. Bevoegd: Leo van der Zon HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS AANHEF Bijgevoegde bijlage(n): Toelichting op de onderverdeling van basissporten MOTIVERING Beslist het volgende: BESLISSING punt 1: 1. In te stemmen met de beantwoording van de motie zoals verwoord in de memo over de basissporten. BIJKOMENDE INFO BIJ HET BESLUIT p 1 van 14
Maatschappelijke Ontwikkeling Welzijn & Onderwijs Financile consequenties: BIJLAGE DIE INTEGRAAL DEEL UITMAAKT VAN HET BESLUIT Toelichting op de onderverdeling van basissporten p 2 van 14
Memo Basissport in de Sportaccommodatienota oktober 2012.doc Basissport in de Sportaccommodatienota In de commissie Welzijn van 4 juni 2012 zijn de criteria uit de Sportaccommodatienota 2012-2015 voor basissport / niet-basissport besproken. Het college is nog steeds van mening dat het onderscheid tussen basissport en niet-basissport van belang is en onderschrijft nog steeds de genoemde criteria. In deze memo wordt hierop een toelichting gegeven op basis van eerdere voorstellen. Aanleiding tot opnemen basissporten in keuzenota sport 2009 In de keuzenota heeft de raad een bewust onderscheid aangebracht tussen nietbasissporten en basissporten. Dit onderscheid is noodzakelijk in verband met het afbakenen van de rol van de gemeente ten aanzien van subsidiëring, realisatie, onderhoud, instandhouding en uitbreiding van sportaccommodaties en voorzieningen. Vooropgesteld wordt dat alle sporten een waardevolle bijdrage kunnen leveren aan het welzijn van ieder mens. De niet-basissporten worden, anders dan bij de basissporten, niet op een structurele basis gefaciliteerd en ondersteund door de gemeente maar kunnen uiteraard wel in aanmerking komen voor incidentele gemeentelijke ondersteuning, in welke vorm dan ook. Het college gaat ervan uit dat zij basissporten mogelijk moet faciliteren middels (gedeelde) nieuwbouw van accommodaties. Bij niet-basissporten gaat het college ervan uit dat zij maatwerk kan leveren aan de betreffende verenigingen door indien nodig hen te faciliteren in de al bestaande accommodaties. Wat zijn de consequenties van het loslaten van het onderscheid: Beleidstoetsing voor de raad ontbreekt deels. De raad kan onvoldoende beoordelen of zij aanvragen van verenigingen moet toekennen of afwijzen. Duidelijkheid voor verenigingen verdwijnt. Verenigingen weten nu waar ze aan toe zijn. Bij het loslaten van het onderscheid wordt veel meer getoetst op de beschikbaarheid van financiële middelen. Dit kan dus betekenen dat er veel meer financiële middelen beschikbaar moeten worden gesteld. Sporten die nu niet als basissport zijn aangewezen zijn bijvoorbeeld de denksporten en golf. Met betrekking tot golf kan gesteld worden dat dit geen sport is die in bijna alle gemeenten van Nederland wordt beoefend. Tevens wordt golf aangeboden op de commerciële markt. Om deze redenen wordt golf niet gezien als basissport voor de gemeente Teylingen. Denksporten dienen uiteraard een doelgroep en dragen bij aan de sociale cohesie van mensen, maar hebben weinig raakvlakken met sport, zoals gesteld als definitie in de keuzenota. Zo zijn voor het beoefenen van denksporten doorgaans geen voorzieningen benodigd die in de openbare ruimte of op de commerciële markt niet worden aangeboden. Ieder sport, of het nu voetbal of bridgen is, vervult een bepaalde behoefte van onze inwoners. De ene keer zorgt de sport voor de fysieke gezondheid van de mens, de andere keer zorgt de sport voor meer sociale samenhang en ontmoeting. Beiden soorten van sport zijn van belang voor de gemeente. Met p 3 van 14
welke bril je naar deze sporten kijkt, bepaald het beleid van de gemeente. Zo kan je vanuit een sportbril kijken en specifiek gericht op de accommodaties die een sport nodig heeft, maar ook vanuit een zorgkant door het stimuleren van sociale samenhang. Dit vraagt niet perse een dak boven je hoofd of een veld om op te rennen. Dit vraagt van de gemeente om per sport in te schatten welk doel het dient en welke rol de gemeente hierin neemt. Als voorbeeld: biljarten in t Onderdak dient geen sportdoel in fysieke zin, wel als ontmoetingsplek voor inwoners. Vanuit de sportbril leggen wij geen specifieke accommodatie aan voor de biljart wel zorgen wij voor mogelijkheden in een multi-functioneelcentrum. Wij begrijpen dat je als gemeente in principe alle vraagstukken integraal, dus vanuit meerdere beleidsdisciplines moet beoordelen. Echter de gemeenteraad heeft gekozen voor beleid op sportaccommodaties (strategie 1) en geen beleid voor sport als middel (strategie 3). p 4 van 14
p 5 van 14
Criteria basissporten in de Sportaccommodatienota 2012-2015 versie maart 2012 In de nota is een duidelijke scheiding aangebracht tussen basissporten en niet-basissporten. Dit onderscheid is noodzakelijk in verband met het afbakenen van de rol van de gemeente ten aanzien van realisatie, onderhoud, instandhouding en uitbreiding van sportaccommodaties en voorzieningen. De gemeente zal zich primair richten op de voorzieningen voor de basissporten. Het onderscheid tussen basissporten en niet-basissporten kan als volgt gemaakt worden (Keuzenota sport, 2009). Basissporten zijn sporten waarbij: Er sprake is van een landelijk algemeen gangbare en algemeen aanvaarde sport (een sport die vrijwel in alle gemeenten in Nederland wordt beoefend). Sporten die binnen gemeentegrenzen van oudsher sterk aanwezig zijn en die landelijk minder aandacht genieten kunnen toch tot de basissporten worden gerekend; Er sprake is van een sport die in de openbare ruimte of op de commerciële markt niet wordt aangeboden; Er sprake is van sportbeoefening zonder winstoogmerk; Er sprake is van een sport die een bijdrage levert aan de doelstellingen van het gemeentelijk sportbeleid in algemene zin, aan sportstimulering van doelgroepen en hun motorische en algehele ontwikkeling. Tot het terrein van basissport rekent de gemeente: Binnensport: badminton, basketbal, gymnastiek/turnen, handbal, korfbal, zaalvoetbal, volleybal, zwemsport/waterpolo. Buitensport: atletiek, handbal, korfbal, hockey, rugby, voetbal, honk- en softbal en outdoortennis. Tot het terrein van niet-basissport rekent de gemeente Teylingen in de nota: Binnensport: denksporten, bridgen, biljarten, darten, dansen, verdedigingssporten, tafeltennis, squash, fitness, twirlen, indoortennis, indoorklimmen, bowlen, handboogschieten, hockey. Buitensport: lopen, wandelen, fietsen, parachutespringen, duiken, hengelen, motorsport, autosport, klimsport, paardensport, hondensport, schaatsen en skeeleren, majorette, cricket, handboogschieten, jeu de boules, kanoën, roeien en golfen. p 6 van 14
Criteria basissporten in de Sportaccommodatienota 2012-2015 versie mei 2012 In de nota is een duidelijke scheiding aangebracht tussen basissporten en niet-basissporten. Dit onderscheid is noodzakelijk in verband met het afbakenen van de rol van de gemeente ten aanzien van realisatie, onderhoud, instandhouding en uitbreiding van sportaccommodaties en voorzieningen. De gemeente zal zich primair richten op de voorzieningen voor de basissporten. Om te komen tot een onderverdeling, zijn de volgende criteria opgesteld: Er is sprake van een zogeheten gebonden sport. Het college faciliteert in accommodaties die worden gebruikt door verenigingen. Sporten zoals wandelen, fietsen, roeien, etc., die (individueel) gebruik maken van openbare voorzieningen (openbare weg, oppervlakte water, etc.) worden door het college niet specifiek gefaciliteerd. De ongebonden sporten vallen daarmee onder de niet-basissporten. De sport moet in competitieverband beoefend worden op een speciaal daarvoor bestemde locatie. Het beoefenen van de sport in (bonds) competitieverband vereist veelal een specifieke locatie. Sporten die een specifieke locatie (veld of sporthal) nodig hebben en niet in de openbare (gebouwen)ruimte in competitieverband beoefend kunnen worden, worden gerekend tot de basissporten. De sport moet aanwezig zijn in de gemeente Teylingen Het college wil alleen verenigingen faciliteren met een accommodatie, als de vereniging de sport al binnen de gemeentegrenzen beoefend. Het college wil echter niet op voorhand alle nieuwe sporten/verenigingen afwijzen. Per situatie wordt op basis van de Teylingse en regionale behoefte, maatwerk geleverd. De sport wordt niet aangeboden door een commerciële aanbieder of gehouden in een commerciële accommodatie. Sporten die door een commerciële aanbieder worden aangeboden (vb. fitness) of veelal worden beoefend in een commerciële accommodatie (vb. darten of bridge), vallen niet onder de basissporten. Het college faciliteert niet in accommodaties die niet op gemeentelijke grond zijn gevestigd of tot het gemeentelijk eigendom behoren. Een sport die een bijdrage levert aan de doelstellingen van sportstimulering van de bevolking door voldoende inwoners aan zich te kunnen binden. Het college vindt het belangrijk dat de sporten die zij faciliteert middels accommodaties, ook volop door inwoners gebruikt worden. Het college rekent tot de basissporten, die sporten (gemeente breed) die door ten minste 1% van het inwoneraantal en uit verschillende leeftijdscategorieën in verenigingsverband worden beoefend. De sport wordt ten minste 40 weken per jaar beoefend op de accommodatie waarvoor deze bestemd is. Het college wil verenigingen faciliteren in haar accommodatie, mits deze ten minste 40 weken per jaar benut kan worden door de betreffende sport. Faciliteren in accommodaties die grote delen van het jaar niet benut kunnen worden door de betreffende sport, vindt Het college niet wenselijk. Sporten die niet 40 weken per jaar gebruik maken van dezelfde accommodatie p 7 van 14
(door bijvoorbeeld het weer, sportsoort, specifieke activiteiten, etc.), worden niet tot de basissporten gerekend. Hieruit volgt de volgende onderverdeling van basissporten en niet-basissporten: Tot het terrein van basissport rekent het college: Binnensport: badminton, basketbal, gymnastiek/turnen, handbal, korfbal, zaalvoetbal, volleybal, zwemsport/waterpolo. Buitensport: handbal, korfbal, hockey, rugby, voetbal, en outdoortennis. Tot het terrein van niet-basissport rekent het college: Binnensport: denksporten, bridgen, biljarten, darten, dansen, verdedigingssporten, tafeltennis, squash, fitness, twirlen, indoortennis, indoorklimmen, bowlen, handboogschieten, zaalhockey. Buitensport: atletiek, honk- en softbal, lopen, wandelen, fietsen, parachutespringen, duiken, hengelen, motorsport, autosport, klimsport, paardensport, hondensport, schaatsen, skeeleren, majorette, cricket, handboogschieten, jeu de boules, kanoën, roeien en golf. p 8 van 14
Goedgekeurd door het college van burgemeester en wethouders in vergadering van 20 november 2012 p 9 van 14