Handleiding bij de duurzaamheidsrapportage vloeibare biomassa Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE+) Datum 20-4-2017 Versie V1.0
Colofon Titel Contactpersoon Handleiding bij de duurzaamheidsrapportage vloeibare biomassa Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE+) klantcontactcentrum van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl). 088 042 42 42 Pagina 2 van 9
Inhoud Colofon 2 Inleiding 4 1 Type installaties 5 2 Type biomassa 6 3 Hoe toon je duurzaamheid aan? 7 3.1 Certificaat 7 3.2 Europese criteria voor duurzaamheid 7 4 Invullen format duurzaamheidsrapportage 8 4.1 NTA 8003 code, kolom A 8 4.2 Datum levering 8 4.3 Hoeveelheid tonnages 8 4.4 Emissies 8 4.5 Duurzaamheidssysteem 9 4.6 Certificaatnummer 9 Pagina 3 van 9
Inleiding De handleiding bij de duurzaamheidsrapportage vloeibare biomassa Stimulering Duurzame Energieproductie is voor iedereen die de duurzaamheid van vloeibare biomassa moet aantonen om SDE+ subsidie te ontvangen voor het opwekken van hernieuwbare energie. De gebruikte vloeibare biomassa moet voldoen aan de duurzaamheidscriteria, bedoeld in artikel 17, eerste lid, van de richtlijn hernieuwbare energie (RED). Richtlijn 2009/28/EG In deze handleiding staat hoe gerapporteerd kan worden over de duurzaamheid van vloeibare biomassa met behulp van het duurzaamheidsrapportageformat. Dit rapportageformat is te downloaden via https://mijn.rvo.nl/stimulering-duurzameenergieproductie-sde. Pagina 4 van 9
1 Type installaties In de SDE zijn er categorieën die in aanmerking komen voor de SDE+ subsidie waarvoor de duurzaamheidseisen voor vloeibare biomassa gelden. Dit is categorie: Ketel vloeibare biomassa warmte. Daarnaast is het toegestaan om in onderstaande categorieën waar vast biomassa wordt verstookt ook vloeibare biomassa gebruikt worden die moet voldoen aan de duurzaamheidseisen: Ketel vaste of vloeibare biomassa warmte. Bij- en meestook van biomassa in kolencentrales. Thermische conversie biomassa gecombineerde opwekking. Verlengde levensduur thermische conversie van biomassa. Pagina 5 van 9
2 Type biomassa Voor categorie ketel op vloeibare biomassa moet vloeibare biomassa worden verstookt die voldoet aan de volgende NTA 8003: 2008 coderingen: 550 tot en met 573, 587, 592, 594, 596 en 802 (Regeling aanwijzing categorieën duurzame energieproductie voorjaar 2017). In de ketel kan bijvoorbeeld koolzaadolie (NTA-553) worden verstookt. Voor de andere categorieën wordt in hoofdzaak vaste biomassa verstookt. In deze categorieën mag ook vloeibare biomassa worden verstookt. In de Regeling aanwijzing categorieën duurzame energieproductie staat per categorie vermeld welke biomassa op NTA-codering gebruikt mag worden. Pagina 6 van 9
3 Hoe toon je duurzaamheid aan? Een energieproducent die subsidie wil ontvangen voor het opwekken van hernieuwbare energie uit duurzame biomassa, moet hierover jaarlijks rapporteren aan RVO.nl. In de duurzaamheidsrapportage zet hij welke soorten en hoeveelheden biomassa gedurende het jaar zijn gebruikt bij de opwekking van hernieuwbare energie onder GVO (garantie van oorsprong). Een format voor de duurzaamheidsrapportage vloeibare biomassa is te downloaden via mijn.rvo.nl. Per duurzame levering wordt aangegeven hoe de biomassa voldoet aan de duurzaamheidseisen en welke bewijzen beschikbaar zijn. Conformiteit aan de duurzaamheidseisen kan worden aangetoond met een certificaat 3.1 Certificaat Europa heeft criteria opgesteld voor duurzaamheid van biobrandstoffen en vloeibare biomassa. Vloeibare biomassa betreft daarbij alleen leveringen buiten transport. Deze moeten aantonen te voldoen aan RED artikel 17.2 t/m 17.5. Voor biobrandstoffen en vloeibare biomassa kan dit door certificaten te gebruiken van door de Europese commissie erkende duurzaamheidssytemen. Een overzicht van de duurzaamheidssystemen die de Europese Commissie erkent, vindt u op de website van de Europese Commissie. Voorbeelden van duurzaamheidssystemen zijn ISCC-EU en NTA-8080. 3.2 Europese criteria voor duurzaamheid Het duurzaamheidssysteem moet onder andere de vermindering van broeikasgasemissies registreren. De vermindering aan CO 2 over de gehele keten van productie van grondstof tot eindgebruik ten opzichte van die van fossiele brandstoffen moet tenminste 35% bedragen. Met ingang van 1 januari 2017 is die eis voor broeikasgasemissievermindering aangescherpt tot minimaal 50%. Vanaf 1 januari 2018 wordt dit minstens 60% voor installaties die op of na 1 januari 2017 operationeel zijn geworden. In onderstaande tabel staan de emmissiewaarden vermeld. Biomassa die wordt toegepast moet dus aantonen aan deze eis te voldoen op grond van informatie uit een erkend duurzaamheidssysteem. Referentiewaarde Maximale waarde Maximale waarde Operationeel opwekking [g CO 2 eq/mj] 2016 Vanaf 2017 Vanaf 1-1-2017 [g CO 2 eq/mj]2016 [g CO 2 eq/mj]2016 [g CO 2 eq/mj] Warmte 77 51 39 31 elektriciteit 91 60 46 37 WKK 85 56 43 34 Pagina 7 van 9
4 Invullen format duurzaamheidsrapportage Het format bestaat uit twee tabbladen: 1) Gegevens aanvrager: een tabblad waarin de gegevens van de ingevuld worden. 2) Rapportage. Die wordt in de hoofdstuk nader toegelicht Tabblad Rapportage: kader bovenaan In het kader bovenaan vult u in de eerste en tweede kolom de NTA-codes en tonnages in uit de assurantieverklaring aan CertiQ van de vaste biomassastromen voor het betreffende jaar van deze rapportage. Elke NTA code mag hier maar één keer in voorkomen. Vloeibare stromen horen hier niet in, die worden via een aparte rapportage gemeld. 4.1 NTA 8003 code, kolom A Het gaat hier om de soort biomassa zoals beschreven in de NTA 8003: 2008. Elke rij mag niet meer dan één NTA code bevatten. Er kunnen wel meerdere rijen met dezelfde NTA code zijn. 4.2 Datum levering Hier wordt bedoeld de datum van fysieke levering van de eerste hoeveelheid van een levering met dezelfde duurzaamheidskenmerken. Het kan zijn dat delen van deze levering op meerdere dagen arriveren, of op meerdere dagen worden ingezet voor energie opwekking. Voor een levering met dezelfde duurzaamheidskenmerken hoeft maar één keer de duurzaamheid te worden gerapporteerd. Leveringscode Van elke levering moet apart worden aangetoond dat deze duurzaam is. Het is mogelijk dat een levering uit meerdere scheepsladingen of gevulde vrachtwagens bestaat, die wel allemaal dezelfde oorsprong hebben. Elke levering moet daarom een unieke administratieve code krijgen. Wat is een levering Een levering is een hoeveelheid biomassa waarvan de fysieke- en duurzaamheidseigenschappen voor de gehele partij gelijk zijn. De eigenschappen waar het om gaat staan hieronder vermeld. Een levering is hiermee niet hetzelfde als een fysieke levering. 4.3 Hoeveelheid tonnages Het gaat om de hoeveelheid tonnages van de levering die is ingezet voor energieproductie in dit jaar. 4.4 Emissies In deze kolom wordt de CO 2 emissie op leveringsniveau aangegeven. Voor de CO 2 emissieberekening per biomassalevering wordt het rekentool BioGrace II (gratis te downloaden) gebruikt. De Europees gestandaardiseerde BioGrace II zorgt voor een gestandaardiseerde manier van berekening. De informatie over de uitgestoten hoeveelheden CO 2 tijdens de oogst en het vervoer van de biomassa moet in de hele keten doorgegeven worden. Deze gegevens moeten zijn geverifieerd en doorgegeven worden. Pagina 8 van 9
4.5 Duurzaamheidssysteem In deze kolom selecteert u het certificeringssysteem om de duurzaamheid aan te tonen. 4.6 Certificaatnummer Hier vult u het certificaatnummer in. Dit is het nummer op het leveringsdocument vanuit het duurzaamheidssysteem wordt dit ook wel aangeduid met een PoS (Proof of Sustainability). Pagina 9 van 9