Economische ongelijkheid in 8 figuren



Vergelijkbare documenten
Vermogen in Nederland gelijker verdeeld sinds eind negentiende eeuw

1 economische ongelijkheid in nederland

Hoe ongelijk is Nederland?

De inkomensverdeling van ouderen internationaal vergeleken

Hoe ongelijk is Nederland?

ONDER EMBARGO T/M 4 JUNI 2014, UUR. Hoe ongelijk is Nederland?

2513AA22XA. Inleiding. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Inclusive Growth and Development Report 2017 van het World Economic Forum: Bevindingen voor Nederland

Vaardigheden voor de toekomst: een economisch perspectief

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Bijstandsuitkeringen in veel OESO-landen gedaald

Internationale vergelijking kindregelingen

5 waarom inkomensongelijkheid nadelig uitpakt voor iedereen een gesprek met richard wilkinson

CPB-reactie op OESOstudie over de relatie tussen inkomensongelijkheid. economische groei

Het nivelleringsfeestje houdt aan

Verschillen, ongelijkheid en segregatie

Bijlage B4. Werken aan de start. Freek Bucx

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

De toekomst van de welvaartsstaat

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Veranderingen in de internationale positie van Nederlandse banken

Tweede Kamer der Staten-Generaal

5 Het wettelijk minimumjeugdloon in internationaal perspectief

Bijlage B4. Eerste treden op de arbeidsmarkt. Freek Bucx

De financiële crisis en de reële economie. Het belang van instituties en waarden. Prof. Wim MOESEN Departement Economie Katholieke Universiteit Leuven

Kinderbijslag in internationaal perspectief Bijlage 2

Inleiding: Inkomensverhoudingen

Ongelijkheid als beleidsvraagstuk

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Studentenhuisvesting Feiten en trends 2010

Handelsstromen Rozenstruiken 2009 / 14. Zoetermeer, Maart 2009 Peter van der Salm Productschap Tuinbouw, Afdeling Markt en Innovatie

Battle of the sexes. De gender gap

PIAAC IN FOCUS 1: IS ONDERWIJS WEL EEN HEFBOOM VOOR HET WEGWERKEN VAN HET GELETTERDHEIDSDEFICIT?

Antwoorden Aardrijkskunde Antwoorden Discovery par. 1

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nederland zakt vier plaatsen op Human Capital Index: vaardigheden en kennis van oudere leeftijdscategorieën blijven onbenut.

Moedige overheden. Stille kampioenen = ondernemingen. Gewone helden = burgers

De val van de middenklasse? wie vormen het middensegment van de nederlandse samenleving?

Voortgangsrapportage Onderwijs en Opleiding 2010 Beschrijving prestaties Nederland en andere lidstaten op EU benchmarks

14 BIJLAGE INTERNATIONALE KERNGEGEVENS BBP per hoofd van de bevolking

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Datum : 26 augustus 2003 Onderwerp : Bijzondere aanpassing WML periode 1999 t/m 2002

Onderwijs en arbeidsmarkt: tweemaal actief

Sterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier. Grafiek 1 - Nederlandse aankopen buitenlandse effecten

Steeds ongelijker? Inkomensverdeling en armoede in OESO-landen

Welzijn, meer dan bruto binnenlands product. Horizon februari 2015 Edwin De Boeck, Hoofdeconoom KBC Groep

Excellence for productivity?

België in de Europese informatiemaatschappij. Een benchmark van het bezit en het gebruik van ICT in België t.o.v. 24 Europese landen in 2006

R&D-uitgaven en capaciteit naar wetenschapsgebied

Miljoenennota Helmer Vossers

Hoofdstuk 4 Inkomensongelijkheid 4.1. a/b/c.

Themabijeenkomst ouderenbeleid

Energieprijzen in vergelijk

Tabel 11.1 Aantal ondervonden misdrijven naar land en delictgroep (per 100 respondenten) en onveiligheidsgevoelens per land, 2004

Onderwijs in Rusland. Jan Limbeek

Wat zijn feiten en cijfers rond geneesmiddelenonderzoek?

2014D41757 LIJST VAN VRAGEN

Veranderingen in de inkomensverdeling van Nederlandse ouderen tussen 1989 en 2020: een analyse op basis van microsimulatie

Tabel 11.1 Geïndexeerd aantal slachtoffers naar delictgroep en onveiligheidsgevoelens per land

Datum 09 september 2014 Betreft Aanbieding OESO-rapport Education at a Glance 2014 Onze referentie

Aantal ondervonden misdrijven per land en naar type delict (per 100 respondenten); onveiligheidsgevoelens

Armoede en gezondheid Dike van de Mheen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Een halve eeuw arbeidsmarkt. 14 december 2018 Paul de Beer, Wieteke Conen

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Tabel 1: Economische indicatoren (1)

SP-voorstel fiscale behandeling eigen woning

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

5.6 Het Nederlands hoger onderwijs in internationaal perspectief

Hoe groot, is groot genoeg?

Ecbo-donderdagmiddaglezing. Rekenniveaus op het mbo. Marieke Buisman

Autodiefstal Diefstal uit auto Diefstal van motor Fietsendiefstal Inbraak

Tabellen bij hoofdstuk 10. Tabel 10.1 Aantal ondervonden misdrijven per land en naar type delict (per 100 respondenten); onveiligheidsgevoelens

Acht dingen die je altijd al wilde weten over economische ongelijkheid. Met Gini, Piketty en Robin Hood

Geluk gelukkig gelukt

Laaggeletterdheid en werk Resultaten van het PIAAC onderzoek

Datum 28 november 2016 Uitvoering motie Bruins/Duisenberg: monitor omvang alfa-, bèta-, gamma-, en technische wetenschappen

UIT personele inkomensverdeling

2.2 Kinderjaren. De bedragen en percentages uit dit hoofdstuk hoef je niet uit je hoofd te leren. Indien nodig krijg je deze op een proefwerk erbij.

GEZONDE LEVENSVERWACHTING NAAR OPLEIDING EN STIJGENDE PENSIOENLEEFTIJD

SEO Economisch Onderzoek. Roetersstraat WB Amsterdam Tel: +31 (0) Bas ter Weel. 4 oktober

Eerste Kamer der Staten-Generaal

ONGELIJKHEID OP DE ARBEIDSMARKT Hoofdstuk 9

De sociale minima: actie nodig

FACTSHEET ASPERGES ASPERGES: MEXICO IN OPKOMST

Eindexamen aardrijkskunde havo 2002-II

Is de Nederlandse economie klaar voor de volgende generatie? Jaap van Duijn Grip op je Vermogen 5 oktober 2018

Profit. Europa is een van s werelds meest welvarende regio s. en heeft een van de grootste interne markten. Deze

Wij ondersteunen, stimuleren en begeleiden het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid

Sociaal beleid en inkomensongelijkheid

Arbeidsmarkt allochtonen

ARMOEDE GEPEILD Een analyse van de EU-SILC cijfers naar aanleiding van 17 oktober Werelddag van verzet tegen armoede

Symposium Kindcentra 2020

Arbeidsvermogen en sociaal-medische beoordeling

Een Werkende Arbeidsmarkt

Effect van herverdeling op inkomensongelijkheid

Presentatie van OPTA s jaarverslag 2011

Het sociale hart van zakelijk Nederland

Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Bron: Cijfers FOD Economie-ADSEI 2015: definitieve cijfers 2016: voorlopige (!

Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-september

Transcriptie:

Economische ongelijkheid in 8 figuren

Economische ongelijkheid staat hoog op de internationale politieke en academische agenda. Hoe staat het met de economische ongelijkheid en haar gevolgen in Nederland? En wat is daar eventueel aan te doen? Dit wordt uiteengezet aan de hand van 8 figuren. Dit factsheet behoort bij wrr-verkenning 28 Hoe ongelijk is Nederland? Een verkenning van de ontwikkeling en gevolgen van economische ongelijkheid, M. Kremer, M. Bovens, E. Schrijvers en R. Went (red). Amsterdam: aup, 2014.

1 Inkomensongelijkheid is in Nederland in vergelijkend perspectief relatief laag De mate van ongelijkheid van de inkomensverdeling - gemeten met de Ginicoëfficiënt - verschilt sterk per land, zo laat figuur 1 zien. Kijken we naar oesostatistieken, dan is Nederland in Europa een middenmoter. Ons land is niet zo ongelijk als de vs of het vk, maar wel ongelijker dan landen die we vaak als onze gelijke beschouwen, zoals Denemarken of België. Kijken we naar de meest recente lis-statistieken (van het toonaangevende cross-nationale datacentrum te Luxemburg), dan is de inkomensongelijkheid in Nederland relatief laag. Figuur 1: Inkomensongelijkheid in verschillende landen, besteedbare huishoudinkomens, gemeten met de Gini-coëfficiënt, 2010 0.40 Gini-coëfficiënt oeso Gini-coëfficiënt lis 0.35 0.30 0.25 0.20 Noorwegen Denemarken Finland België Oostenrijk Zweden Duitsland Nederland Frankrijk Polen Ierland Nieuw Zeeland Italië Canada Australië Spanje vk vs oeso-34 wrr 2014 Bron: oeso 2013, lis (www.lisdatacenter.org)

2 Maar de kloof tussen de bovenste en de onderste 10 procent neemt toe Gemeten met de Gini-coëfficiënt zijn de inkomensverschillen in Nederland in de jaren 1980 gegroeid, en daarna gestabiliseerd. Een beperking van deze ongelijkheidsmaat is dat deze vooral veranderingen rondom het midden zwaar laat wegen. Daarom worden er steeds vaker andere ongelijkheidsmaten naast of tegenover gezet, bijvoorbeeld de kloof tussen het gemiddelde inkomen van de bovenste en de onderste 10 procent van de inkomenspiramide. Deze kloof blijkt in Nederland sinds 1985 wel groter te zijn geworden. Figuur 2: Gestandaardiseerde-inkomensongelijkheid: S10-S1-verhouding versus Gini-coëfficiënt, 1977=100, 1977-2011 160 140 120 100 S10 : S1 Gini-coëfficiënt 80 1977 1981 1985 1989 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 wrr 2014 Bron: Salverda 2014, cbs

3 Bruto mediane huishoudinkomens stagneren; nieuwe kwetsbare groepen De groei van deze inkomensongelijkheid wordt voor een deel veroorzaakt door toenemende beloningsverschillen (De Beer 2014). Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt, zoals technologisering en globalisering, spelen daarbij een rol. Door deze ontwikkelingen vindt in Nederland, net als in de vs, stagnatie plaats van de bruto mediane huishoudinkomens, dat wil zeggen: het inkomen vóór tussenkomst van belastingen en sociale zekerheid van de meeste huishoudens. Daarnaast zijn er (nieuwe) categorieën werkenden die een grotere kans hebben om onderaan de inkomensladder te belanden, zoals éénverdieners en een deel van de zzp ers (Salverda 2014, De Beer 2014). Figuur 3: Mediaan bruto huishoudinkomen in Nederland en de vs, 1977-2012 120 110 100 90 vs Nederland 80 1977 1978 1979 1980 1981 1982 1983 1984 1985 1986 1987 1988 1989 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 wrr 2014 Bron: Salverda 2014, us Census en cbs

4 Herverdeling via sociale zekerheid en belastingen compenseert in belangrijke mate (bruto-)inkomensverschillen Figuur 4 laat zien dat zonder overheidsinterventie de Gini-coëfficiënt in Nederland (in het midden van de jaren 2000) 0,57 zou zijn; dat was op dat moment net zo hoog als in de vs. Maar door onze verzorgingsstaat is de secundaire inkomensverdeling (de verdeling van netto-inkomens) in Nederland een stuk minder ongelijk: na tussenkomst van belastingen en sociale zekerheid zakt de Gini-coëfficiënt in Nederland naar 0,33 tegenover 0,42 in de vs.

Figuur 4: Inkomensongelijkheid en herverdeling via sociale zekerheid en belastingen in verschillende landen, begin tot midden 2000 Gini-coëfficiënt na belastingen en sociale zekerheid Gini-coëfficiënt voor belastingen en sociale zekerheid vs 0,42 Canada vk 0,38 0,41 Ierland 0,35 Australië 0,38 Noorwegen 0,37 Zweden 0,33 Finland 0,35 Denemarken 0,33 Nederland 0,33 Duitsland 0,36 Zwitserland 0,31 0,47 Oostenrijk 0,33 Spanje 0,38 Japan 0,33 0,49 Korea 0,37 0,44 Taiwan 0,36 0,42 0,57 0,55 0,63 0,63 0,55 0,57 0,57 0,58 0,56 0,57 0,60 0,55 0,57 0.00 0.10 0.20 0.30 0.40 0.50 0.60 0.70 wrr 2014 Bron: Cassidy 2013, Gornick, op basis van lis meest recente datasets Deze herverdeling is in Nederland de laatste decennia sterk toegenomen (Caminada et al. 2014). In 2012 verminderde het socialezekerheids- en belastingstelsel de primaire inkomensongelijkheid met 49 procent, in 2001 en 1990 was dit nog 45 respectievelijk 41 procent. Deze toename komt voor een groot deel op het conto van de inkomensherverdeling onder de groeiende groep ouderen, de 65-plussers; de herverdelende werking van het aow-stelsel blijkt in Nederland zeer sterk te zijn. Voor de beroepsbevolking (15-65 jaar) is de herverdeling door de overheid de laatste decennia niet toegenomen.

5 Vermogen in Nederland: veel ongelijker verdeeld dan inkomen Economische ongelijkheid gaat niet alleen over inkomen maar ook over vermogen. Vermogen (de waarde van bezit) is in Nederland, net als in andere landen, ongelijker verdeeld dan inkomen. Figuur 5 geeft dit weer. Figuur 5: Verdeling van het nettovermogen van huishoudens over tien decielgroepen, 1 januari 2012 70 61 60 50 percentage (%) totale vermogen 40 30 20 10 0-4 1 0 2 0 3 0 4 1 5 3 6 7 7 12 8 19 9 10 wrr 2014 Bron: Van Bavel 2014, cbs

De rijkste 10 procent van de bevolking bezit volgens deze figuur meer dan de helft (61 procent) van het totale vermogen in Nederland. De top 2 procent binnen deze groep heeft zelfs een derde van dat vermogen in handen, terwijl de onderste 60 procent van de Nederlandse bevolking bij elkaar opgeteld 1 procent (afgerond) van het totale vermogen bezit. De middengroepen in Nederland hebben relatief weinig vermogen, en vooral het onderste deciel heeft schulden. In internationaal perspectief is de vermogensongelijkheid in Nederland aan de hoge kant (Van Bavel 2014).

6 Sociale gevolgen van economische ongelijkheid: minder sociaal en politiek vertrouwen Volgens het inmiddels beroemde boek The Spirit Level van Pickett (2009) pakt grote inkomensongelijkheid negatief uit voor iedereen, dus niet alleen voor de lagere inkomensgroepen. Dat komt doordat inkomensongelijkheid naast materiële effecten ook psychosociale effecten heeft. Bij een grote ongelijkheid nemen mensen elkaar voortdurend de maat; er ontstaat socialevergelijkingsangst (zie het interview met Wilkinson, Kremer en Schrijvers 2014). Figuur 6: Sociale en politieke gevolgen van inkomensongelijkheid Bij grote inkomensongelijkheid Hulpbronnen ongelijker verdeeld over de leden van de samenleving Psychosociale effecten: vertrouwen, stress, interpersoonlijke vergelijking Kwaliteit van huisvesting Sociale mobiliteit Lichamelijke klachten Geen robuuste effecten: subjectieve gezondheid, criminaliteit, gezinsvorming, maatschappelijke participatie Persoonlijk subjectief welbevinden Sociaal en institutioneel vertrouwen Geestelijke gezondheid Politieke participatie Statuszucht Opvattingen over democratie, Euroscepcis wrr 2014 Bron: Van de Werfhorst 2014

Figuur 6 laat zien dat niet alle door Wilkinson en Pickett gevonden sociale gevolgen van inkomensongelijkheid stand houden na uitgebreid (Europees vergelijkend) onderzoek: een grote inkomensongelijkheid blijkt niet meteen nadelig voor criminaliteit of maatschappelijke participatie. Wel leidt grote inkomensongelijkheid tot minder opwaartse sociale mobiliteit en minder sociaal vertrouwen: meer economische afstand betekent ook meer sociale afstand. Bovendien neemt dan onder de gehele bevolking het vertrouwen in (politieke) instituties af, met name het vertrouwen in de rechtsstaat en het parlement. Wat daarbij opvalt, is dat dit proces aan de bovenkant van de samenleving sterker aanwezig is dan aan de onderkant (Van de Werfhorst 2014).

7 Economische gevolgen van ongelijkheid: minder groei? Er zijn aanwijzingen dat grote economische ongelijkheid ook negatieve effecten heeft op de economische groei. Van verschillende mechanismen is inmiddels aannemelijk gemaakt dat zij tot gevolg kunnen hebben dat inkomensongelijkheid de economische groei remt, al bestaat daarover onder economen (nog) geen consensus. Figuur 7 geeft schematisch vier mechanismen weer die in de internationale literatuur worden genoemd voor de manieren waarop een grote inkomensongelijkheid de groei kan remmen. Figuur 7: Hoe inkomensongelijkheid economische groei kan remmen Onderconsumptie Private schulden Politieke lobby s Onderinvesteringen in menselijk kapitaal Meer inkomen naar top, geringere neiging tot consumeren, meer luxe-goederen Consumptie bij stagnerend of dalend inkomen op peil door lenen en ontsparen Toename van aandeel in inkomen van 10%, 1% (of 0,1%) Minder middelen voor investeringen in onderwijs, eigen bedrijf, gezondheid Minder effectieve vraag (en innovatie), grotere instabiliteit Minder consumptie bij aflossen of bij niet verder kunnen lenen en meer sparen Meer middelen voor lobby s / donaties om bestaande situatie in stand te houden Geringere toename van human capital Minder economische groei wrr 2014 Bron: Went 2014

Niet elk mechanisme hoeft altijd en overal (in dezelfde mate) te werken, en het eerste en het tweede mechanisme (onderconsumptie en private schulden) kunnen ook (tijdelijk) tegen elkaar inwerken. Er zijn ook aanwijzingen dat minder economische groei niet bevorderlijk is voor het stabiliseren of terugdringen van inkomensongelijkheid, en de werking van de vier mechanismen dus kan versterken naar dit proces verwijst de gestippelde pijl in de figuur (Went 2014).

8 Economische ongelijkheid kan verminderen door redistributie én/of predistributie Of de huidige economische ongelijkheid in Nederland te groot of te klein is, is een politiek oordeel. Wie economische ongelijkheid wil verkleinen, kijkt meestal naar redistributieve instrumenten. Zo zou het bestaande beleid zich volgens De Beer (2014) en Salverda (2014) meer kunnen richten op de noden van de werkenden aan de onderkant van de arbeidsmarkt, zoals die van de eenverdieners en (een deel van) de zzp ers, bijvoorbeeld via een Earned Income Tax Credit. Een ander voorbeeld is meer belasting te heffen op inkomen uit vermogen en minder op arbeid (Van Bavel 2014). Maar er kan ook meer aandacht worden besteed aan predistributie : het streven naar vermindering van de loonverschillen op de arbeidsmarkt, in plaats van deze achteraf te repareren met het belasting- en socialezekerheidsstelsel. Zeker waar al sprake is van een aanzienlijk redistributief inkomensbeleid, zoals in Nederland, rijst de vraag of het wenselijk en effectief is om de scheve verdeling van brutolonen via de fiscaliteit en sociale zekerheid nog verder te compenseren. Figuur 4 hiervoor laat zien dat in Japan de secundaire inkomensverschillen (datgene wat mensen in hun portemonnee treffen) even groot zijn als in Nederland (beide landen hebben een Gini-coëfficiënt van 0,33). In Japan echter lopen de brutolonen minder sterk uiteen dan bij ons (0,49 vergeleken met 0,57 in Nederland), waardoor minder redistributie nodig is.

Figuur 8: Predistributie en redistributie Predistributie Loonafspraken Consumentendruk Winstdeling bij bedrijven Redistributie Loonbelasting Vermogensbelasting Toeslagen Sociale zekerheid Inkomensongelijkheid wrr 2014 Bron: Kremer, Bovens, Schrijvers, Went 2014 Concreet kan predistributie bijvoorbeeld vorm krijgen via wettelijke loonregelingen (minimumlonen en toplonen) en in caoonderhandelingen (waarin de sociale partners een cruciale rol hebben), via het hervormen van ondernemingen (bijvoorbeeld naar associaties en coöperaties) en via consumentendruk (consumenten kunnen bijvoorbeeld bewust kiezen voor producten van ondernemingen met geringe loonverschillen). Economische ongelijkheid is dus niet alleen een zaak van de overheid.

Literatuur Bavel, B. van (2014) Vermogensongelijkheid in Nederland. De vergeten dimensie, in M. Kremer, M. Bovens, E. Schrijvers en R. Went (red.) Hoe ongelijk is Nederland? Een verkenning van de ontwikkeling en gevolgen van economische ongelijkheid, Amsterdam: aup. Beer, P. de (2014) Groeiende beloningsverschillen in Nederland, in M. Kremer, M. Bovens, E. Schrijvers en R. Went (red.) Hoe ongelijk is Nederland? Een verkenning van de ontwikkeling en gevolgen van economische ongelijkheid, Amsterdam: aup. Caminada, K., J. Been, K. Goudswaard en M. de Graaf-Zijl (2014) De ontwikkeling van inkomensherverdeling in Nederland 1990-2012. Department of Economics Research Memorandum 2014.02, Leiden: Universiteit Leiden. Cassidy, J. (2013) American inequality in six charts, The New Yorker. 18 november. Beschikbaar op: www.newyorker.com/online/blogs/johncassidy/2013/11/inequality-and-growth-what-dowe-know.html. Kremer, M., M. Bovens, E. Schrijvers en R. Went (red.) (2014) Hoe ongelijk is Nederland? Een verkenning van de ontwikkeling en gevolgen van economische ongelijkheid, Amsterdam: aup. Kremer, M. en E. Schrijvers (2014) Waarom inkomensongelijkheid nadelig uitpakt voor iedereen. Een gesprek met Richard Wilkinson, in M. Kremer, M. Bovens, E. Schrijvers en R. Went (red.) Hoe ongelijk is Nederland? Een verkenning van de ontwikkeling en gevolgen van economische ongelijkheid, Amsterdam: aup. oeso (2013) Crisis squeezes income and puts pressure on inequality and poverty. New Results from the oecd Income Distribution Database. Parijs: oeso. Salverda, W. (2014) De tektoniek van de inkomensongelijkheid in Nederland, in M. Kremer, M. Bovens, E. Schrijvers en R. Went (red.) Hoe ongelijk is Nederland? Een verkenning van de ontwikkeling en gevolgen van economische ongelijkheid, Amsterdam: aup. Went, R. (2014) Inkomensongelijkheid en groei, in M. Kremer, M. Bovens, E. Schrijvers en R. Went (red.) Hoe ongelijk is Nederland? Een verkenning van de ontwikkeling en gevolgen van economische ongelijkheid, Amsterdam: aup. Werfhorst, H. van de (2014) Politieke en sociale gevolgen van inkomensongelijkheid, in M. Kremer, M. Bovens, E. Schrijvers en R. Went (red.) Hoe ongelijk is Nederland? Een verkenning van de ontwikkeling en gevolgen van economische ongelijkheid, Amsterdam: aup. Wilkinson, R. en K. Pickett (2009) The Spirit Level. Why Equality is Better for Everyone. Londen: Pinguin Books. wrr Buitenhof 34 Postbus 20004 2500 EA Den Haag Tel. (070) 356 46 00 www.wrr.nl