Dodenherdenking Beuningen, 4 mei 2017 Zolang de mens bestaat, staat hij zijn naaste ook naar het leven. Het is een vreemde soort paradox: de ene mens kan niet leven zonder de ander terwijl diezelfde mens ook beslist dat hij zijn doelen beter kan bereiken door zich juist te ontdoen van die ander. Er is over de geschiedenis van de mens veel geschreven over dat mensen gelijk zijn. Evenveel recht hebben op dezelfde dingen als de ander. Ik geloof ten diepste dat we allemaal gelijkwaardig aan elkaar zijn, maar niet dat we allemaal gelijk zijn. Wanneer alle mensen gelijk zouden zijn, zou de chaos en de strijd nog vele malen groter zijn. En tegelijkertijd zou het ook heel saai zijn. Juist de diversiteit van mensen in al zijn verschijningsvormen maakt onze samenleving en onze wereld zo interessant. Maar behalve interessant, is die verscheidenheid van ons mensen ook de bron 1
van oorlog en geweld. Wanneer er schaarste is aan voedsel en andere natuurlijke hulpbronnen, zijn we geneigd de mensen die we als behorend bij onze groep beschouwen, te bevoordelen bij het verdelen van de schaarste. Eigen volk eerst is dan een veelgehoorde of vaker nog onuitgesproken mening die we optekenen. En als je eigen groep, je gezin, je familie, je vriendenkring, kortom de groep van mensen waarmee je de meeste verwantschap voelt, dan als eerste geholpen dient te worden, betekent dat op hetzelfde moment, dat een andere groep, die wat verder van je vandaan staat, maar even moet wachten. En de volgende stap is dat deze laatste groep misschien wel eens de schuld krijgt van de schaarste die zich voordoet. En hoe groter de druk om ons eigen voortbestaan of om het deel in de welvaart, hoe nadrukkelijker zich het uitsluiten van die andere groep zich opdringt. Dit fenomeen herkennen we allemaal. Ook in ons huidige, dagelijkse leven hebben we 2
hiermee te maken. Als het goed met ons gaat en er voldoende voedsel en geld is voor iedereen, willen we graag delen en andere mensen beter leren kennen. Dan is er ruimte voor nieuwe vriendschappen, dus voor uitbreiding van de kringen van aan ons verwante groepen mensen. En in de afgelopen decennia, eigenlijk al sinds het eindigen van de Tweede Wereldoorlog, nu 72 jaar geleden, hebben we allemaal onze groepen gelijkgestemden om ons heen groter gemaakt en dat heeft ons ook verrijkt. En juist ook de herinnering aan de ellende en de slachtoffers van deze verschrikkelijke oorlog medio vorige eeuw, heeft ons altijd gesterkt in de gedachte dat we die weg nooit meer op wilden gaan. Het is onacceptabel dat de dood van al deze onschuldige mensen dan ook nog eens voor niets zou zijn geweest. Dat we op de één of andere manier zouden zijn vergeten waarom deze mensen zijn weggerukt uit hun leven, uit hun gezinnen, uit hun families. Daarom is het ook zo van groot 3
belang dat we elk jaar op 4 mei de slachtoffers uit die tijd herdenken. Omdat we ons moeten blijven beseffen dat we dat nooit meer willen. En dat leidt tot een tweede paradox waar ik mee worstel. Juist in een tijd dat we het relatief goed hebben, sluipen er toch gedachten in onze samenleving die mij zorgen baren. Gedachten aan groepen mensen die we uitsluiten. Omdat we angstig zijn dat er voor ons geen banen meer zullen zijn? Omdat we bang zijn dat andere mensen onze huizen gaan bezetten? Omdat we vrezen dat mensen onze veiligheid ondermijnen? Of omdat we zorgen hebben dat andere groepen mensen onze identiteit en onze gewoonten verdringen? Ik begrijp deze zorgen en daar moeten we gezamenlijk ook het gesprek over voeren. Ik begrijp helaas ook dat er mensen zijn die er garen bij spinnen om die zorgen en die angst verder te vergroten. En ons willen doen geloven dat deze, bestaande of nieuwe 4
groepen in onze samenleving, een bedreiging vormen voor onze zekerheden en veiligheid. Maar zijn we dan niet bezig de polarisatie, de tegenstellingen binnen onze samenleving verder te vergroten? De geschiedenis heeft ons geleerd, dat een dergelijke denkwijze van tegenstelling en polarisatie tussen groepen in de samenleving soms hele akelige gevolgen kan hebben. Op zijn minst het verdwijnen van vertrouwen in elkaar en het stigmatiseren van mensen. Terwijl we juist in de verdergaande ontwikkelingen in de wereld de handen ineen moeten slaan. Om samen sterk te staan in een wereldwijde economie. Om samen oplossingen te vinden voor de uitdagingen van alledag. Mensen hebben elkaar nu meer nodig dan we soms denken. Ondanks de individualisering en de mogelijkheden voor een persoonlijke ontwikkeling, hebben we elkáár nodig. Als mens tegenover mens. Om daarmee onze gezamenlijke én individuele 5
vrijheid te kunnen bewaken en te kunnen borgen. Op een dag als vandaag, herdenken we de mensen die ook destijds voor deze zelfde vrijheid vochten en stierven. Niet alleen verdienen zij het dat we hen in die geest herdenken. Zij dienen ons tevens tot voorbeeld om te bedenken dat we elkaar moeten accepteren en tolereren. En dat we een samenleving bouwen waarin iedereen vrij kan zijn. Om met respect voor de ander, zijn of haar eigen leven te leiden. In vrede en vrijheid. 6