Vierjaarlijkse beoordeling representativiteit Productschap Vee en Vlees

Vergelijkbare documenten
Vierjaarlijkse beoordeling representativiteit Productschap Pluimvee en Eieren

Vierjaarlijkse beoordeling representativiteit van het Hoofdbedrijfschap Agrarische Groothandel

Vierjaarlijkse beoordeling representativiteit van het Productschap Zuivel

Toezichtkamer. Vierjaarlijkse beoordeling representativiteit van het Productschap Zuivel. 1. Inleiding

Vierjaarlijkse beoordeling representativiteit Hoofdbedrijfschap Detailhandel

Vierjaarlijkse beoordeling representativiteit van het Productschap Margarine, Vetten en Oliën

Toezichtkamer. Vierjaarlijkse beoordeling representativiteit van het Productschap Dranken. 1. Inleiding

Vierjaarlijkse beoordeling representativiteit van het Productschap Tuinbouw

Toezichtkamer. Vierjaarlijkse beoordeling representativiteit van het Productschap Tuinbouw. 1. Inleiding

Vierjaarlijkse beoordeling representativiteit Productschap Diervoeder en Hoofdproductschap

Vierjaarlijkse beoordeling representativiteit van het Hoofdbedrijfschap Ambachten

Toezichtkamer 10 juni Onderzoeks- en beoordelingsprotocol representativiteit bedrijfslichamen

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Vierjaarlijkse beoordeling representativiteit Productschap Wijn en Productschap Granen, Zaden en Peulvruchten

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

1. Inleiding. 2. Hergroepering bedrijfslichamen: zelfstandig bestaansrecht voor het Productschap Vee en Vlees

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2

1 Begripsbepalingen. 2 Het hoofdproductschap

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

VERGADERING : BESTUUR DATUM : 12 MAART 2009 AGENDAPUNT : 3 BIJLAGE : 6

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

15 december Rapportage personele unies Inleiding

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e. Bestuurssamenstellingen 2

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Praktische handreiking voor het opstellen van een representativiteitsopgave

PBO-blad. Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. jaargang december 2004 nummer 75

ONTWERP. Verordening van het Productschap Akkerbouw van 2009, houdende vaststelling bestemmingsheffing

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

Praktische handreiking voor het opstellen van de representativiteitsopgave bij aanvragen i.h.k.v. de Wet verplichte beroepspensioenregeling (WVB)

Bestuurskamer. Wij Beatrix,.. 1 Begripsbepalingen

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2 Bestuurssamenstellingen 2 Openbare kennisgevingen 2 Verordeningen en besluiten 3

Sociaal- Economische Raad

Verklarende woordenlijst

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

Huishoudelijk reglement ter jaarlijkse vaststelling van de contributie COV

Advies tot opheffing van het Bedrijfschap voor de Groothandel in Eieren en Eiproducten en de Eiproductenindustrie

Advies tot wijziging van de werkingssfeer van het Hoofdbedrijfschap Afbouw en Onderhoud

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

Nederlandse Mededingingsautoriteit

Praktische handreiking voor het opstellen van een representativiteitopgave

Advies van de Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad tot instelling van een bedrijfschap voor de bosbouw, het bosbeheer en de houtteelt

1. Inleiding. 2. Hergroepering bedrijfslichamen: zelfstandig bestaansrecht voor het Productschap Zuivel

Zoetermeer : 22 februari 2011 Uw kenmerk : Onderwerp : Tussentijdse wijziging AVV verzoek CAO VUVLEGRO

1. Inleiding. 2. Hergroepering bedrijfslichamen: zelfstandig bestaansrecht voor het productschap

Advies tot opheffing van het Bedrijfschap voor de Detailhandel in Aardappelen, Groenten en Fruit

PBO-blad. Openbare kennisgevingen 2. BEDRIJFSLICHAMEN 3 Hoofdproductschap Akkerbouw 3

VERORDENING PA SUBSIDIES STRUCTUURVERSTERKING BROOD EN BANKET 2008

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Reglement Vakantiefonds

Sociaal- Economische Raad

Zaak Nr IV/M CEBECO / PLUKON. VERORDENING (EEG) nr. 4064/89 CONCENTRATIEPROCEDURE. Artikel 6, lid 1, sub b : GEEN BEZWAAR datum : 24/09/1998

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

PBO-blad. Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. jaargang december 2004 nummer 74

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

RECHTSOORDEEL. Vervoerkamer

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e. Verordeningen en besluiten 2

Vragenformulier. Gegevens onderneming Naam onderneming: Contactpersoon: Adres: Postcode en plaats: KvK-nummer: Loonheffingsnummer:

PBO-blad. Bestuurssamenstellingen 2. BEDRIJFSLICHAMEN 4 Hoofdproductschap Akkerbouw 4

Relatie sectoren en dierenartsen Nu en in de toekomst

Collectieve Arbeidsovereenkomst Vormings- en Ontwikkelingswerk Slagersbedrijf. De ondergetekenden, de rechtspersoonlijkheid bezittende verenigingen:

Circulaire gerechtsdeurwaarders Geachte mevrouw, heer,

Voor dierlijke producten verwijst dat begrip naar het land waarin het product geheel is verkregen, hetgeen, toegepast op vlees, betekent: het land waa

STICHTING VARKENS IN NOOD

Beleid methodiek (forfaitaire) schadevergoeding SNCU

STICHTING VARKENS IN NOOD

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2

Advies tot opheffing van het Bedrijfschap voor het Brood- en Banketbakkersbedrijf

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van..., no. trcjz..., Directie Juridische Zaken;

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Toezichtkamer. 4 maart Monitor opschoning regelgeving en reductie administratieve lasten Inleiding

BESLUIT OPGAVE BEDRIJFSGEGEVENS OP ELEKTRONISCHE WIJZE (PPE) 2005

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Publicatieblad van de Europese Unie

STICHTING VARKENS IN NOOD

PBO-blad. Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. jaargang 55 1 april 2005 nummer 16. BEDRIJFSLICHAMEN 2 Productschap Vee en Vlees (PVV 17) 2

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

Instellingsbesluit Productschap Dranken

Rapport. Datum: 14 oktober 2003 Rapportnummer: 2003/357

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Totstandkomingsgeschiedenis Fusiegedragsregels

Jaargegevens over 2016 voor kantoor en privé

Toelichting berekening aanbestedingsomzet 2001

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST BEDRIJFSFONDS APOTHEKEN. is de volgende collectieve arbeidsovereenkomst aangegaan:

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, 16 maart 2010; 1 Begripsbepalingen

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Transcriptie:

Toezichtkamer Vierjaarlijkse beoordeling representativiteit Productschap Vee en Vlees 1. Inleiding In het kader van de advisering van de Bestuurskamer over de instelling en wijziging van de werkingssfeer van bedrijfslichamen heeft de Toezichtkamer tot taak onderzoek te doen naar het organisatorisch draagvlak van bedrijfslichamen en daarover te rapporteren aan de Bestuurskamer en de betrokken ministers. Het onderzoek vindt plaats aan de hand van het Besluit advisering representativiteit bedrijfslichamen waarin nadere regels zijn gesteld. Artikel 5 van het Besluit advisering representativiteit bedrijfslichamen geeft aan dat de beoordeling van de representativiteit van het organisatorische draagvlak van een bedrijfslichaam in elk geval geschiedt, voorafgaand aan de instelling en vervolgens telkens na het verstrijken van een periode van vier jaar. Na de instelling van het Productschap Vee en Vlees per 15 maart 2004 zijn inmiddels vier jaar verstreken, zodat een hernieuwde beoordeling van het organisatorisch draagvlak dient plaats te vinden. Deze notitie is daarvan een uitwerking. Leeswijzer In paragraaf twee wordt een korte schets gegeven van het Productschap Vee en Vlees, de samenstelling en de dragende (benoemingsgerechtigde) organisaties. Paragraaf drie bevat een nadere uitwerking van het beoordelingskader. In paragraaf vier wordt omschreven aan welke waarborgen onderzoeken naar het organisatorisch draagvlak moeten voldoen. Het feitelijke onderzoek naar de representativiteit van de dragende organisaties in de verschillende geledingen van het bestuur en de commissies ex artikel 88a van de Wet op de bedrijfsorganisatie van het Productschap Vee en Vlees is beschreven in paragraaf vijf. De laatste paragraaf bevat ten slotte de conclusie ten aanzien van het organisatorisch draagvlak bij het desbetreffende productschap. 2. Korte schets van het Productschap Vee en Vlees Het Productschap Vee en Vlees (PVV) is ingesteld voor ondernemingen waar: - de veehouderij wordt uitgeoefend; - vee dan wel vlees, andere delen van vee of daaruit verkregen producten worden be- of verwerkt tenzij dit be- en verwerken uitsluitend bestaat in het smelten en het verder bewerken en verwerken van vet tot producten welke, al dan niet na verdere be- of verwerking, tot menselijk voedsel kunnen dienen; - uitsluitend ten behoeve van de onder b bedoelde ondernemingen diensten worden geleverd op het terrein van be- of verwerking van vlees; - darmen van vee worden verwerkt; - de handel wordt uitgeoefend in sperma, eicellen en embryo's van eenhoevige dieren, runderen en varkens;

2 - de handel wordt uitgeoefend in vee dan wel in vlees, andere delen van vee of daaruit verkregen producten welke, al dan niet na verdere be- of verwerking, tot menselijk voedsel kunnen dienen, met uitzondering van gesmolten vet; - de handel wordt uitgeoefend in darmen van vee of kunstdarmen. Het PVV kent overigens vier commissies ex artikel 88a van de Wet op de bedrijfsorganisatie, namelijk voor: - de varkenshouderij, (te weten de Commissie Varkenshouderij); - de vleeswaren- en baconindustrie, (te weten de Commissie Vleeswarenindustrie); - de veehandel, (te weten de Commissie Veehandel); - de industriële verwerking van vlees, andere delen van vee of daaruit verkregen producten, alsmede met die handel verwante bedrijven, (te weten de Commissie Vleesindustrie). Aan ondernemerszijde in het bestuur kent het PVV de volgende benoemingsgerechtigde organisaties: Land- en Tuinbouworganisatie Nederland Nederlandse Vakbond Varkenshouders Vereniging voor de Nederlandse Vleeswarenindustrie Centrale Organisatie voor de Vleessector Nederlandse Bond van Handelaren in Vee Centrale Bond van Paardenhandelaren in Nederland Koninklijke Nederlandse Slagersorganisatie Vereniging Centraal Bureau Levensmiddelenhandel Naast de bovengenoemde organisaties kent het PVV in de verschillende commissies ex artikel 88a van de Wet op de bedrijfsorganisatie overigens nog de volgende benoemingsgerechtigde organisaties: Centrale Vereniging voor de Coöperatieve Handel Vereniging Nederlandse Baconfabrikanten Aan werknemerszijde betreft het de volgende benoemingsgerechtigde organisaties: CNV Dienstenbond CNV Bedrijvenbond De Unie FNV Bondgenoten 3. Beoordelingskader Aan ondernemerszijde gelden de volgende kwantitatieve criteria. Voor de bepaling van de sociaal-economische grootte komen volgens artikel 9 van de Verordening representativiteit organisaties als maatstaf in aanmerking: het aantal ondernemers; de omzet van de ondernemingen; het totale aantal personen werkzaam in deze ondernemingen; zo nodig kunnen voorts als maatstaf in aanmerking worden genomen: het aantal zelfstandige ondernemingen of vestigingspunten; de betaalde lonen; of de verwerkte hoeveelheid grondstof.

3 Als voldoende representatieve organisatorische vertegenwoordiging aan ondernemerszijde wordt ingevolge artikel 3 van het Besluit advisering representativiteit bedrijfslichamen aangemerkt: een of meer ondernemersorganisaties die ten minste 55 procent vertegenwoordigen van alle ondernemers binnen de werkingssfeer van het bedrijfslichaam, berekend aan de hand van één van de bovengenoemde maatstaven; een of meer ondernemersorganisaties die meer dan 50 procent vertegenwoordigen van alle ondernemers binnen de werkingssfeer van het bedrijfslichaam, berekend aan de hand van twee van de bovengenoemde maatstaven. Als voldoende representatieve organisatorische vertegenwoordiging aan werknemerszijde wordt aangemerkt: één of meer werknemersorganisaties die ingevolge de Verordening representativiteit organisaties als (kwalitatief) representatief zijn te beschouwen. Indien een of meer andere als representatief te beschouwen werknemersorganisaties bezwaar maken, worden de hierboven bedoelde werknemersorganisaties slechts als voldoende representatieve vertegenwoordiging aangemerkt als zij gezamenlijk meer leden binnen de werkingssfeer van dat bedrijfslichaam hebben dan die andere organisaties gezamenlijk. Bij de totstandkoming van het instellingsbesluit van het PVV is vastgesteld dat de in de paragrafen 2 genoemde dragende organisaties aan werknemerszijde als (kwalitatief) representatief zijn te beschouwen. Daarin heeft zich geen wijziging voorgedaan. Aangezien er voorts ook geen bezwaren bekend zijn van werknemersorganisaties, kan worden volstaan met een oordeel over de representativiteit aan ondernemerszijde. 4. Waarborgen Het proces van gegevensverzameling is uitgevoerd door het gezamenlijk secretariaat van het Productschap Pluimvee en Eieren (PPE) en het PVV. Daarbij is gebruik gemaakt van gegevens die zijn aangeleverd door de organisaties die beschikken over benoemingsrechten voor het bestuur van het productschap alsmede de beschikbare gegevens zoals deze zijn vastgelegd in het heffingensysteem van het PVV. Het is hierbij van belang dat een externe accountant een verklaring opstelt. Deze verklaring bevat een beschrijving van het ingestelde onderzoek, de bevindingen en de daaruit te trekken conclusies. Als alternatief of aanvulling hierop is het ook mogelijk een gerenommeerd onderzoeksbureau in te schakelen of direct te putten uit objectieve statistische bronnen, bijvoorbeeld afkomstig van het CBS. Overigens is het belangrijk dat gegevens van ondernemers die lid zijn van één of meer benoemingsgerechtigde organisaties slechts één keer in het onderzoek worden meegenomen. Het is dan ook noodzakelijk dat de opgaven van organisaties worden gecorrigeerd voor mogelijke dubbeltellingen ( ontdubbeld ). Naast gegevens over de organisaties die beschikken over benoemingsrechten, dienen ook gegevens te worden overgelegd over bijvoorbeeld de totale omzet van alle ondernemingen die vallen binnen de werkingssfeer van het schap. Hiertoe kan ook een opdracht gegeven worden voor het in kaart brengen van de gehele markt of kan uit objectieve, statistische bronnen geput worden.

4 Door het PVV is een verklaring overlegd van de externe accountant die het onderzoek heeft gecontroleerd. De Interne Audit Dienst van het PPE en het PVV heeft bovendien een beoordeling uitgevoerd op de door het PVV verstrekte gegevens in het kader van het representativiteitsonderzoek. Het PVV heeft deze beoordeling eveneens overlegd. Voorts is door het PVV gebruik gemaakt van gegevens die zijn verstrekt door het Landbouw Economisch Instituut (LEI). 5. Representativiteitsgegevens 5.1 Bestuur Het bestuur van het PVV kent een vijftal geledingen, waaronder alle ondernemers zijn gebracht die vallen onder de werkingssfeer van het productschap. Het gaat daarbij om de volgende geledingen: Veehouderij; Vleeswaren- en vleesconservenindustrie; Veehandel; Groothandel in vlees, andere delen van vee of daaruit verkregen producten, alsmede met die handel verwante bedrijven; Slagerij en de detailhandel in vlees, vleeswaren en vleesconserven. In dit onderzoek is gebruik gemaakt van de bovenstaande onderverdeling in geledingen. Daarbij is het organisatorisch draagvlak per geleding berekend. Voor het bepalen van de totalen per dragende organisatie en voor de branchetotalen is enerzijds gebruik gemaakt van opgaven van de dragende organisaties en anderzijds gebruik gemaakt van gegevens uit de heffingsadministratie van het PVV en het LEI. Veehouderij Het totaal aantal aangesloten leden bij de Land- en Tuinbouworganisatie Nederland (LTO) is gebaseerd op de opgave over het jaar 2007. De opgave van deze organisatie is voorzien van een accountantsverklaring. Het totale aantal ondernemers in deze geleding is afkomstig uit de Landbouwtelling 2007 van het LEI, waarvoor gebruik is gemaakt van de meitelling 2006. Opgemerkt moet worden dat - ten tijde van dit onderzoek - het niet mogelijk is gebleken recente gegevens aangaande het aantal lidondernemingen van de Nederlandse Vereniging voor Varkenshouders (NVV) tijdig aangeleverd te krijgen. De laatste aangeleverde gegevens van NVV betreffen het jaar 2001. Omdat deze gegevens te gedateerd zijn, zijn deze niet gebruikt voor dit onderzoek. Het onderzoek naar de representativiteit in deze geleding heeft zich dus beperkt tot LTO. Vastgesteld wordt dat de representativiteit van LTO, berekend op basis van het aantal leden en omzet in Nge (Nederlandse grootte-eenheden), 42,0 procent respectievelijk 44,9 procent bedraagt. Omdat deze percentages op zichzelf genomen lager zijn dan de vereiste 50 procent genomen over twee maatstaven en de gegevens van NVV niet meegenomen zijn in het onderzoek, kan worden geconcludeerd dat voor deze geleding vooralsnog niet bewezen is dat er voldoende organisatorisch draagvlak is. Vleeswaren- en vleesconservenindustrie De representativiteit in deze geleding is bepaald op basis van het aantal werknemers en het aantal ondernemers. De representativiteitscijfers zijn afkomstig uit de administratie van het Fonds Collectieve Belangen voor de Vleeswarenindustrie. Deze cijfers zijn ge-

5 baseerd op de registratiegegevens in de administratie van het Fonds Collectieve Belangen voor de Vleeswarenindustrie (het totaal aantal ondernemers en werknemers in deze geleding) 1 en de ledenadministratie van de in deze geleding benoemingsgerechtigde organisatie Vereniging voor de Nederlandse Vleeswarenindustrie (VNV) (het aantal werkgevers aangesloten bij VNV en het aantal werknemers dat in dienst is bij de werkgevers die aangesloten zijn bij VNV). De gegevens betreffen de stand op 1 januari 2007. Aan de hand van deze gegevens is de representativiteit op basis van het aantal werknemers en op basis van het aantal ondernemers binnen deze geleding berekend op respectievelijk 78,6 procent en 33,0 procent. De Centrale Organisatie voor de Vleessector (COV) heeft ook een zetel in de onderhavige geleding. De COV is echter geen representatieve organisatie binnen deze geleding, aangezien de COV een organisatie is voor de groothandelaren (in vlees). De toewijzing van deze zetel is echter geschied op basis van de economische betekenis van de groothandel. Op dit moment heeft de geleding groothandel in vlees één zetel en heeft de vleeswaren- en vleesconservenindustrie twee zetels. Gelet op het economisch belang van de groothandel is overeengekomen dat één zetel binnen de geleding vleeswaren- en conservenindustrie toekomt aan de benoemingsgerechtigde organisatie binnen geleding van de groothandel in vlees (in dit geval de COV). Gelet op dit feit is de COV expliciet niet meegenomen bij de meting van de representativiteit binnen de geleding vleeswarenen vleesconservenindustrie. Veehandel Aangezien de gegevens omtrent de omzet en het aantal werknemers moeilijk vast te stellen zijn door de benoemingsgerechtigde organisaties heeft dit onderzoek zich beperkt tot de representativiteit op basis van het aantal ondernemers. De gegevens over het totale aantal ondernemers die onder de werkingssfeer van de onderhavige geleding vallen zijn afkomstig van de Commissie Veehandel van het PVV. In de maand januari 2008 heeft de Commissie Veehandel 1.552 ondernemingen die handelen in runderen, varkens en schapen geregistreerd. Volgens het standenregister van de Nederlandse Bond van Handelaren in Vee (NBHV) waren hiervan op 1 januari 2008 1.277 ondernemers aangesloten bij de NBHV. De Commissie Veehandel heeft per 1 januari 2008 216 ondernemers in de paardenhandel geregistreerd. Per 1 januari 2008 waren volgens opgave van Centrale Bond van Paardenhandelaren in Nederland (CE- BOPA) 114 ondernemers in de handel in paarden lid van de CEBOPA. 2 De representativiteit voor deze geleding is op basis van deze gegevens berekend op 78,7 procent. Groothandel in vlees, andere delen van vee of daaruit verkregen producten, alsmede met die handel verwante bedrijven De representativiteit in deze geleding is bepaald op basis van het aantal ondernemers en het aantal slachtingen. De groothandel in vlees omvat het slachten van dieren, het verder bewerken van karkassen en het verhandelen van het vlees. Aangezien het vlees door verschillende ondernemers in verschillende stadia (verder) wordt bewerkt, zouden bij het optellen van de behaalde omzetten bij deze ondernemers zich dubbeltellingen kunnen voordoen. Om deze dubbeltellingen te voorkomen, heeft het PVV ervoor gekozen om de omzet te meten op het niveau van de slachtingen. Het PVV heft bij de leden van de benoemingsgerechtigde organisatie, de COV, dan ook naar het aantal slachtingen. 1 Opgave hiervan is gedaan door de administrateur Interpolis. 2 Tussen de CEBOPA en de NBHV is geen sprake van dubbeltellingen.

6 Om deze reden is naast het aantal ondernemers de representativiteit ook berekend naar het aantal slachtingen (verwerkte dieren). De representativiteitscijfers op basis van het aantal ondernemers zijn afkomstig uit de administratie van het Fonds Collectieve Belangen voor de Vleessector. Deze cijfers zijn gebaseerd op de registratiegegevens in de administratie van het Fonds Collectieve Belangen voor de Vleessector (het totaal aantal ondernemers in deze geleding) 3 en de ledenadministratie van de COV (het aantal ondernemers aangesloten bij de COV). 4 De representativiteit op basis van het aantal ondernemers is berekend op 31,6 procent. De representativiteitscijfers op basis van het aantal slachtingen zijn berekend aan de hand van de gegevens uit het heffingensysteem van het PVV en de ledenadministratie van de COV (per 1 januari 2008). De representativiteit op basis van het aantal slachtingen is berekend op 75,5 procent. Hiermee kan vastgesteld worden dat deze geleding een voldoende organisatorisch draagvlak kent. Slagerij en de detailhandel in vlees, vleeswaren en vleesconserven Aangezien de benoemingsgerechtigde organisaties, de Vereniging Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL) en de Koninklijke Nederlandse Slagersorganisatie (KNS) behalve de gegevens aangaande het aantal ondernemers geen overeenkomstige maatstaven hebben gebruikt, is de representativiteit voor deze geleding bepaald op basis van het aantal ondernemers. Voor de bepaling van het aantal ondernemers dat aangesloten is bij de CBL is gebruik gemaakt van de opgave van de laatstgenoemde organisatie over het jaar 2007. 5 Dit aantal is vervolgens afgezet tegen het totaal aantal ondernemers. Dit leverde een dekkingspercentage van 78,4 procent. Op basis van de door de CBL overlegde omzetgegevens is bovendien een dekkingspercentage van 95 procent berekend Op basis van de gegevens van de KNS waren er op de peildatum 1 oktober 2006 2.102 slagersbedrijven actief in Nederland. Hiervan waren 1.966 bedrijven aangesloten bij de KNS. Voorts wijzen de gegevens van de KNS dat op de peildatum 1 oktober 2006 18.007 werknemers werkzaam waren bij de slagersbedrijven. Het aandeel van de KNS is hier 13.882 (oftewel 77,1 procent). 6 Op basis van het aantal ondernemers is de representativiteit voor deze geleding berekend op 82,4 procent en kan dus vastgesteld worden dat deze geleding een voldoende organisatorisch draagvlak kent. 3 Opgave hiervan is gedaan door de administrateur Interpolis. 4 Deze gegevens betreffen de stand op 1 januari 2007. 5 Deze opgave is ook eerder verstrekt aan en gebruikt door het voormalig Productschap Granen, Zaden en Peulvruchten bij zijn representativiteitsonderzoek. Ook bij het representativiteitsonderzoek van het Productschap Pluimvee en Eieren zijn deze gegevens gebruikt. 6 Bron voor deze gegevens is de Basisregistratie Interpolis Pensioenenbeheer Zoetermeer.

7 Overzicht bestuur Productschap Vee en Vlees Tabel 1: Organisatorisch draagvlak Productschap Vee en Vlees Geleding Organisatie Leden Totaal % Omzet in Є / slachtingen Totaal % / werkne- mers Veehouderij Land- en Tuinbouworganisatie Nederland (LTO) 17.556 41.792 42,0 390.955 nge 870.938 nge 44,9 Nederlandse Vakbond Varkenshouders (NVV) - - - - - - Per geleding - - - - - - Vleeswaren- en vleesconservenindustrie Veehandel Vereniging voor de Nederlandse Vleeswarenindustrie (VNV) 30 91 33,0 2.082 werknemers 2.649 werknemers 78,6 Nederlandse Bond van Handelaren in Vee (NBHV) 1.277 1.552 - - Groothandel in vlees, andere delen van vee of daaruit verkregen producten, alsmede met die handel verwante bedrijven Slagerij en de detailhandel in vlees, vleeswaren en vleesconserven Centrale Bond van Paardenhandelaren in Nederland (CEBOPA) 114 216 - - Per geleding 1.391 1.768 78,7 Centrale Organisatie voor de Vleessector (COV) 139 440 31,6 12.664.216 slachtingen 16.769.555 slachtingen Vereniging Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL) 4.500 5.740 Є 27.400.000.000 Є 28.842.000.000 Koninklijke Nederlandse Slagersorganisatie (KNS) 1.966 2.106 13.882 werknemers 18.007 werknemers Per geleding 6.466 7.846 82,4 75,5

8 5.2 88a-commissies Zoals eerder vermeld heeft het PVV vier commissies ex artikel 88a van de Wet op de bedrijfsorganisatie, te weten: - de Commissie Varkenshouderij; - de Commissie Vleeswarenindustrie; - de Commissie Veehandel; - de Commissie Vleesindustrie. Deze commissies kennen geen geledingen. In deze subparagraaf wordt per commissie de representativiteit berekend. Commissie Varkenshouderij De Commissie Varkenshouderij kent twee benoemingsgerechtigde organisaties aan ondernemerszijde. Dit zijn LTO en de NVV. Het totaal aantal aangesloten varkenshouders bij LTO is gebaseerd op de opgave over het jaar 2007. De opgave van deze organisatie is voorzien van een accountantsverklaring. Het totale aantal ondernemers in de varkenshouderij is afkomstig uit de Landbouwtelling 2007 van het LEI, waarvoor gebruik is gemaakt van de meitelling 2006. Aangezien zoals al eerder aangegeven het niet mogelijk is gebleken recente gegevens aangaande het aantal lidondernemingen (varkenshouders) van de NVV tijdig aangeleverd te krijgen, heeft het onderzoek naar de representativiteit in deze geleding zich beperkt tot LTO. Vastgesteld wordt dat de representativiteit van LTO, berekend op basis van het aantal leden en omzet in Nge, 50,3 procent respectievelijk 54,7 procent bedraagt. Omdat deze percentages op zichzelf genomen hoger zijn dan de vereiste 50 procent genomen over twee maatstaven kan worden geconcludeerd dat zonder NVV voor deze geleding voldoende organisatorisch draagvlak is. Tabel 2: Organisatorisch draagvlak Commissie Varkenshouderij Geleding Organisaties Leden Totaal % Omzet in Nge Totaal % ondernemers Land- en Tuinbouworganisatie Nederland (LTO) 4.550 9.041 50,3 258.942 472.942 54,7 Nederlandse Vakbond Varkenshouders (NVV) totaal - - - - - - Commissie Vleeswarenindustrie De werkingssfeer van de Commissie Vleeswarenindustrie is identiek aan de werkingssfeer van de geleding vleeswaren- en vleesconservenindustrie 7 van het bestuur van het PVV. De onderhavige commissie kent twee benoemingsgerechtigde organisaties aan ondernemerszijde, te weten VNV en de Vereniging Nederlandse Baconfabrikanten. De representativiteit in deze commissie is bepaald op basis van het aantal werknemers en het aantal ondernemers. De representativiteitscijfers zijn afkomstig uit de administratie van het Fonds Collectieve Belangen voor de Vleeswarenindustrie (en omvatten ook het aantal werknemers en ondernemers in de baconindustrie). Deze cijfers zijn gebaseerd op de registratiegegevens in de administratie van het Fonds Collectieve Belangen voor de 7 Dit is inclusief de baconindustrie.

9 Vleeswarenindustrie (het totaal aantal ondernemers en werknemers in deze commissie) 8 en de ledenadministratie van de in deze geleding benoemingsgerechtigde organisatie VNV (het aantal werkgevers aangesloten bij VNV en het aantal werknemers dat in dienst is bij de werkgevers die aangesloten zijn bij VNV). De gegevens betreffen de tellingen op 1 januari 2007. Aan de hand van deze gegevens is het organisatorisch draagvlak van VNV op basis van het aantal werknemers en op basis van het aantal ondernemers binnen deze commissie berekend op respectievelijk 78,6 procent en 33,0 procent. De Vereniging Nederlandse Baconfabrikanten heeft officieel nog een zetel in de onderhavige commissie, maar wordt momenteel opgeheven. Gegevens over het ledenaantal alsook het aantal werknemers dat werkzaam is bij deze leden zijn daarom niet overlegd. Het representativiteitsonderzoek heeft zich derhalve beperkt tot VNV. Vastgesteld wordt dat de representativiteit van VNV, berekend op basis van het aantal werknemers, voldoende is om aan te tonen dat de Commissie Vleeswarenindustrie een voldoende organisatorisch draagvlak kent. Tabel 3: Organisatorisch draagvlak Commissie Vleeswarenindustrie Geleding Organisaties Leden Totaal % Werknemers Totaal % ondernemers Vereniging voor de Nederlandse Vleeswarenindustrie (VNV) 30 91 33,0 2.082 2.649 78,6 Vereniging Nederlandse Baconfabrikanten - - - - - - totaal Commissie Veehandel De Commissie Veehandel kent drie benoemingsgerechtigde organisaties, nl. de NBHV, de CEBOPA en de Centrale Vereniging voor de Coöperatieve Handel (CECOHA). De representativiteit in deze geleding is bepaald op basis van het aantal ondernemers. Aangezien de gegevens omtrent de omzet en het aantal werknemers moeilijk vast te stellen zijn door de benoemingsgerechtigde organisaties heeft dit onderzoek zich beperkt tot de representativiteit op basis van het aantal ondernemers. De gegevens over het totale aantal ondernemers zijn afkomstig van de Commissie Veehandel van het PVV. In januari 2008 heeft de Commissie Veehandel 1.768 ondernemingen die handelen in vee geregistreerd. Volgens het standenregister van de NBHV waren hiervan op 1 januari 2008 1.277 ondernemers aangesloten bij de NBHV en waren er per 1 januari 2008 volgens opgave van de CEBOPA 114 ondernemers aangesloten bij de CEBOPA. De CECOHA heeft één lid (Vion met twee dochterondernemingen: Vion Livestock en VION Farming) dat onder de werkingssfeer valt van de onderhavige commissie. 9 Op basis van deze gegevens is het organisatorisch draagvlak voor deze commissie berekend op 78,7 procent. Het organisatorisch draagvlak is daarmee voldoende. 8 Opgave hiervan is gedaan door de administrateur Interpolis. 9 Tussen de CEBOPA, CECOHA en de NBHV is geen sprake van dubbeltellingen.

10 Tabel 4: Organisatorisch draagvlak Commissie Veehandel Geleding Organisaties Leden Totaal % ondernemers Nederlandse Bond van Handelaren in Vee (NBHV) 1.277 Centrale Bond van Paardenhandelaren in Nederland (CEBOPA) 114 Centrale Vereniging voor de Coöperatieve Handel (CECOHA) 1 - totaal 1.392 1.768 78,7 Commissie Vleesindustrie De werkingssfeer van de Commissie Vleesindustrie is identiek aan de werkingssfeer van de geleding groothandel in vlees van het bestuur van het PVV. De onderhavige commissie kent twee benoemingsgerechtigde organisaties aan ondernemerszijde, te weten de COV en de KNS. De representativiteit in deze commissie is bepaald op basis van het aantal slachtingen. Zoals eerder aangegeven omvat de groothandel in vlees het slachten van dieren, het verder bewerken van karkassen en het verhandelen van het vlees. Aangezien het vlees door verschillende ondernemers in verschillende stadia (verder) wordt bewerkt, zouden bij het optellen van de behaalde omzetten bij deze ondernemers zich dubbeltellingen kunnen voordoen. Om deze dubbeltellingen te voorkomen, heeft het PVV ervoor gekozen om de omzet te meten op het niveau van de slachtingen. Het PVV heft bij de leden van de COV dan ook naar het aantal slachtingen. Om deze reden is de representativiteit ook berekend naar het aantal slachtingen (verwerkte dieren). De representativiteit op basis van het aantal slachtingen is voor de COV berekend op 75,5 procent. De KNS heeft volgens het PVV 25 lidondernemingen die onder de werkingssfeer vallen van de onderhavige commissie. De representativiteitscijfers op basis van het aantal slachtingen zijn voor de KNS echter niet overlegd. Gelet hierop heeft het representativiteitsonderzoek zich beperkt tot de COV. Op basis van de representativiteit van de COV, berekend op basis van het aantal slachtingen, kan vastgesteld worden dat de Commissie Vleesindustrie een voldoende organisatorisch draagvlak kent. Tabel 5: Organisatorisch draagvlak Commissie Vleesindustrie Geleding Organisaties Verwerkte dieren Totaal % ondernemers Centrale Organisatie voor de Vleessector (COV) 12.664.216 slachtingen 16.769.555 slachtingen 75,5 Koninklijke Nederlandse Slagersorganisatie (KNS) - - - totaal 6. Oordeel De Toezichtkamer is van oordeel dat het organisatorische draagvlak van het Productschap Vee en Vlees, zoals verenigd in de dragende organisaties, in vier van de vijf geledingen voldoet aan de criteria, zoals opgenomen in de Verordening representativiteit organisaties en het Besluit advisering representativiteit bedrijfslichamen. In de geleding de veehouderij kan niet aangetoond worden dat aan de norm, als gesteld in artikel 3 van het Besluit advisering representativiteit bedrijfslichamen wordt voldaan.

11 Voorts wordt vastgesteld dat het organisatorische draagvlak van de vier commissies ex artikel 88a van de Wet op de bedrijfsorganisatie voldoet aan de criteria. Conform het bepaalde in artikel 6, eerste lid, van het Besluit advisering representativiteit bedrijfslichamen zullen het productschap en de betrokken organisaties van de bevindingen op de hoogte worden gesteld en zal over twee jaar opnieuw een beoordeling van de representativiteit van het organisatorisch draagvlak plaatsvinden in de geleding de veehouderij. ---