Commissie werkgelegenheid en sociale zaken Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid ONTWERPVERSLAG

Vergelijkbare documenten
Zittingsdocument. Commissie werkgelegenheid en sociale zaken Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid

AANGENOMEN TEKSTEN. P8_TA(2016)0338 Het creëren van arbeidsmarktomstandigheden die bevorderlijk zijn voor het evenwicht tussen werk en gezinsleven

7370/11 van/lep/lv 1 DG G 2B

Figuur 1: Arbeidsparticipatie per geslacht, 15- tot 64-jarigen, 2014

Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid ONTWERPVERSLAG. Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. bij

2

AANGENOMEN TEKSTEN. gezien artikel 2, artikel 3, lid 3, en artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie,

Hierbij gaan voor de delegaties de ontwerp-conclusies van de Raad waarover in de Groep sociale vraagstukken overeenstemming is bereikt.

Commissie werkgelegenheid en sociale zaken. van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken

Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid ONTWERPVERSLAG. over de situatie van alleenstaande moeders (2011/2049(INI))

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 8 november 2006 (17.11) (OR. en) 14845/06 SOC 507

EUROPEES PARLEMENT Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken ONTWERPVERSLAG

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0076/1. Amendement

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 maart 2015 (OR. en)

Maak een eind aan de beloningsverschillen tussen vrouwen en mannen.

Het voorzitterschap heeft ontwerpconclusies van de Raad voorgelegd over "Gelijke kansen voor vrouwen en mannen: de pensioengenderkloof dichten".

Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag met verzoek om mondeling antwoord B8-0022/2018

Commissie ontwikkelingssamenwerking Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid ONTWERPVERSLAG

Maatregelen voor een beter evenwicht tussen werk en privéleven voor werkende ouders en mantelzorgers

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 juni 2016 (OR. en) het Comité van permanente vertegenwoordigers (1e deel)

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2017/0085(COD)

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0197/26. Amendement

9273/16 gar/zr/as 1 DG B 3A

9804/19 cle/mak/cg 1 LIFE 1.C

Aanbeveling van. het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen nr R/001

RICHTLIJN 2010/18/EU VAN DE RAAD

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA S GRAVENHAGE. Herziening zwangerschapsrichtlijn

A8-0163/1. Ontwerpresolutie (artikel 170, lid 4, van het Reglement) ter vervanging van de nietwetgevingsontwerpresolutie

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/2174(INI)

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/2117(INI)

Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid. Ontwerpaanbeveling voor de tweede lezing Astrid Lulling (PE v01-00)

Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid ONTWERPVERSLAG. over gelijkheid tussen mannen en vrouwen in de Europese Unie 2012 (2013/2156(INI))

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. bij

EUROPEES PARLEMENT. Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0058/1. Amendement

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2014/2151(INI)

8301/18 van/pau/sl 1 DG E 1C

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 9 februari 2010 (OR. en) 16945/09 SOC 754

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2011/2275(INI)

14129/15 gys/gra/hw 1 DG B 3A

AMENDEMENTEN NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2017/0085(COD) Ontwerpverslag David Casa (PE618.

*** ONTWERPAANBEVELING

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0046/

Zittingsdocument. Commissie werkgelegenheid en sociale zaken

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar BRIEF VAN DE TIJDELIJKE GEMENGDE COMMISSIE SUBSIDIARITEITSTOETS

Commissie juridische zaken ONTWERPVERSLAG. over het beleid inzake controle van financiële overzichten: lessen uit de crisis (2011/2037(INI))

EUROPEES PARLEMENT ONTWERPVERSLAG. Commissie interne markt en consumentenbescherming 2008/2173(INI)

AMENDEMENTEN ingediend door de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken. Evenwicht tussen werk en privéleven voor ouders en mantelzorgers

Worden de rechten van vaders op het werk gerespecteerd?

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Voor de delegaties gaat hierbij de in hoofde genoemde oriënterende nota met het oog op de zitting van de Raad (Epsco) op 8 juli 2019.

Raad van de Europese Unie Brussel, 12 oktober 2017 (OR. en)

Commissie industrie, onderzoek en energie ONTWERPVERSLAG

ARMOEDE- BESTRIJDING EUROPESE VERKIEZINGEN. Memorandum Copyright : R. Reidler

Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid. van de Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid

EUROPEES PARLEMENT ONTWERPVERSLAG. Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid 2008/2012(INI)

Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag met verzoek om mondeling antwoord B8-1102/2015

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 23 april 2013 (26.04) (OR. en) 8578/13 JEUN 40 EDUC 114 SOC 255

10291/18 gar/mak/ev 1 DG B 1C

WOENSDAG 5 DECEMBER 2007 (10.00 uur): WERKGELEGENHEID EN SOCIAAL BELEID

AANGENOMEN TEKSTEN. De noodzaak van een EU-strategie tot beëindiging en preventie van de genderpensioenkloof

Resolutie van het Europees Parlement over het combineren van beroep, gezin en privéleven (2003/2129(INI)) Het Europees Parlement,

Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van een verklaring van de Commissie. ingediend overeenkomstig artikel 123, lid 2, van het Reglement

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2014/2160(INI)

Commissie juridische zaken ONTWERPVERSLAG

Thema 2: Kwaliteit van de arbeid

VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0271/

De evolutie van de preventie in een Europees kader

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 7 oktober 2010 (12.10) (OR. en) 14479/10 SOC 612 EDUC 158 ECOFIN 580 NOTA

AANGENOMEN TEKSTEN Voorlopige uitgave. Zorgdiensten in de EU ter bevordering van gendergelijkheid

Tweede Kamer der Staten-Generaal

LIFE.1.C EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT. Brussel, 30 april 2019 (OR. en) 2017/0085 (COD) PE-CONS 20/19 EMPL 45 SOC 59 GENDER 4 SAN 44 CODEC 256

ONTWERP VAN TWEEDE VERSLAG

Zittingsdocument. over de zorgdiensten in de EU ter bevordering van gendergelijkheid (2018/2077(INI))

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 21 november 2011 (24.11) (OR. en) 17029/11 Interinstitutioneel dossier: 2008/0193 (COD) SOC 1002 SA 246 CODEC 2061

WETGEVING INZAKE GELIJKE KANSEN VOOR MANNEN EN VROUWEN

EUROPEES PARLEMENT. Commissie werkgelegenheid en sociale zaken

Zittingsdocument B7-0000/2013 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B7-0000/2013

EVROPSKI PARLAMENT. Odbor za zaposlovanje in socialne zadeve OSNUTEK POROČILA

10541/11 cle/gra/fb 1 DG G 2B

Resolutie van het Europees Parlement over analfabetisme en sociale uitsluiting (2001/2340 (INI))

Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid ONTWERPVERSLAG. over de uitbanning van genderstereotypen in de EU (2012/2116(INI))

Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid ONTWERPVERSLAG. over vrouwen in onzeker dienstverband (2010/2018(INI))

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE. Begeleidend document bij

PARITAIRE PARLEMENTAIRE VERGADERING ACS- EU

Hierbij gaan voor de delegaties de conclusies die de Europese Raad op bovengenoemde bijeenkomst heeft aangenomen.

Commissie interne markt en consumentenbescherming ONTWERPVERSLAG

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

EUROPEES PARLEMENT. Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar VOORSTEL VOOR EEN RICHTLIJN VAN DE RAAD. Brussel, TOELICHTING 1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

8653/19 voo/mak/hh 1 TREE.1.B

EUROPEES PARLEMENT Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid ONTWERPVERSLAG

AANGENOMEN TEKSTEN. Tenuitvoerlegging van het Bolognaproces stand van zaken en follow-up

NL In verscheidenheid verenigd NL B8-0455/31. Amendement

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

7165/18 pro/gra/sv 1 DG B 1C

Transcriptie:

Europees Parlement 204-209 Commissie werkgelegenheid en sociale zaken Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid 206/207(INI) 28.4.206 ONTWERPVERSLAG over het creëren van arbeidsmarktomstandigheden die bevorderlijk zijn voor het evenwicht tussen werk en gezinsleven (206/207(INI)) Commissie werkgelegenheid en sociale zaken Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid Rapporteurs: Vilija Blinkevičiūtė, Tatjana Ždanoka (Gezamenlijke commissievergaderingen Artikel 55 van het Reglement) PR\09228.doc PE580.74v0-00 In verscheidenheid verenigd

PR_INI INHOUD ONTWERPRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT... 3 TOELICHTING... 2 Blz. PE580.74v0-00 2/5 PR\09228.doc

ONTWERPRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT over het creëren van arbeidsmarktomstandigheden die bevorderlijk zijn voor het evenwicht tussen werk en gezinsleven (206/207(INI)) Het Europees Parlement, gezien artikel 2 en artikel 3, lid 3, van het Verdrag betreffende de Europese Unie, gezien artikelen 8, 0, 53, lid, punt (i) en 57 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, gezien de artikelen 7, 9, 23, 24 en 33, lid 2, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, gezien Richtlijn 92/85/EEG van de Raad van 9 oktober 992 inzake de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid op het werk van werkneemsters tijdens de zwangerschap, na de bevalling en tijdens de lactatie (de richtlijn zwangerschapsverlof), gezien het voorstel van de Commissie voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van de richtlijn zwangerschapsverlof (COM(2008)0637), gezien zijn in eerste lezing op 20 oktober 200 vastgestelde standpunt met het oog op de aanneming van Richtlijn 20/.../EU van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 92/85/EEG 2 van de Raad inzake de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid op het werk van werkneemsters tijdens de zwangerschap, na de bevalling en tijdens de lactatie en inzake de vaststelling van maatregelen die werknemers helpen om hun werk en gezinsleven te combineren 3, waarin onder meer een vaderschapsverlof van twee weken gevraagd wordt, gezien de mededeling van de Commissie van 3 maart 200 getiteld: "Europa 2020: Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei" (COM(200)2020), gezien zijn resolutie van maart 205 over het Europees Semester voor economische beleidscoördinatie: sociale en werkgelegenheidsaspecten in de jaarlijkse groeianalyse 205, 4 gezien zijn resolutie van 2 september 203 over de toepassing van het beginsel van gelijke beloning van mannelijke en vrouwelijke werknemers voor gelijke of gelijkwaardige arbeid 5, PB L 348, van 28..992, blz.. 2 PB C 70 E van 8.3.202, blz. 63. 3 PB C 70E van 8.3.202, blz. 63. 4 Aangenomen teksten, P8_TA(205)0068. 5 Aangenomen teksten, P7_TA(203)0375. PR\09228.doc 3/5 PE580.74v0-00

gezien zijn resolutie van 2 maart 203 over de uitbanning van genderstereotypen in de EU, gezien zijn resolutie van 0 maart 205 over vooruitgang op het gebied van gelijkheid van vrouwen en mannen in de Europese Unie in 203 2, gezien Richtlijn 200/8/EU van de Raad van 8 maart 200 tot uitvoering van de door BUSINESSEUROPE, UEAPME, het CEEP en het EVV gesloten herziene raamovereenkomst en tot intrekking van Richtlijn 96/34/EG 3, gezien zijn resolutie van... 206 over de tenuitvoerlegging van Richtlijn 200/8/EU van de Raad van 8 maart 200 tot uitvoering van de door BUSINESSEUROPE, UEAPME, het CEEP en het EVV gesloten herziene raamovereenkomst en tot intrekking van Richtlijn 96/34/EG, gezien het stappenplan van de Commissie getiteld "Nieuwe start om de uitdagingen van de combinatie werk en gezin bij werkende gezinnen aan te pakken" (december 205), en gezien de raadpleging van de bevolking en belanghebbenden, gezien Richtlijn 200/4/EU van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 200 betreffende de toepassing van het beginsel van gelijke behandeling van zelfstandig werkzame mannen en vrouwen en tot intrekking van Richtlijn 86/63/EEG van de Raad 4, gezien Richtlijn 2003/88/EG van het Europees Parlement en de Raad van 4 november 2003 betreffende een aantal aspecten van de organisatie van de arbeidstijd 5, gezien Richtlijn 2000/78/EG van de Raad van 27 november 2000 tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep 6, gezien Richtlijn 997/8/EG van 5 december 997 van de Raad betreffende de door de UNICE, het CEEP en het EVV gesloten raamovereenkomst inzake deeltijdarbeid 7, gezien de mededeling van de Commissie getiteld "Het werkprogramma van de Commissie voor 206 Tijd voor verandering" (COM(205)060), gezien de conclusies van het voorzitterschap na de Europese Raad in Barcelona op 5 en 6 maart 2002, gezien de mededeling van de Commissie getiteld "Lancering van een raadpleging over een Europese pijler van sociale rechten" (COM(206)027), gezien de mededeling van de Commissie met als titel "Naar sociale investering voor Aangenomen teksten, P7_TA(203)0074. 2 Aangenomen teksten, P8_TA(205)0050. 3 PB L 68 van 8.3.200, blz. 3. 4 PB L 80 van 5.7.200, blz.. 5 PB L 299 van 8..2003, blz. 9. 6 PB L 303 van 2.2.2000, blz. 6. 7 PB L 4 van 20..998, blz. 9. PE580.74v0-00 4/5 PR\09228.doc

groei en cohesie inclusief de uitvoering van het Europees Sociaal Fonds 204-2020" en haar aanbeveling getiteld "Investeren in kinderen: de vicieuze cirkel van achterstand doorbreken" van 20 februari 203, gezien Richtlijn 203/62/EU van de Raad van 7 december 203 tot wijziging van Richtlijn 200/8/EU tot uitvoering van de door BUSINESSEUROPE, UEAPME, het CEEP en het EVV gesloten herziene raamovereenkomst inzake ouderschapsverlof, in verband met de wijziging van de status van Mayotte ten aanzien van de Europese Unie, gezien het voortgangsverslag van de Commissie van 29 mei 203 over de doelstellingen van Barcelona getiteld "Ontwikkeling van opvangdiensten voor jonge kinderen in Europa met het oog op een duurzame en inclusieve groei" (COM(203)0322), gezien de mededeling van de Commissie getiteld "Meer steun voor het combineren van beroep, privéleven en gezinsleven" (COM(2008)0635), gezien zijn resolutie van 9 juni 205 over de EU-strategie voor de gelijkheid van vrouwen en mannen na 205 2, gezien de aanbeveling van de Commissie van 20 februari 203 getiteld "Investeren in kinderen: de vicieuze cirkel van achterstand doorbreken" (C(203)778), gezien zijn resolutie van 20 mei 205 over moederschapsverlof 3, gezien zijn resolutie van 8 oktober 205 over de toepassing van Richtlijn 2006/54/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende de toepassing van het beginsel van gelijke kansen en gelijke behandeling van mannen en vrouwen in arbeid en beroep 4, gezien de verklaring van het EU-voorzitterschapstrio bestaande uit Nederland, Slowakije en Malta over gendergelijkheid van 7 december 205, gezien zijn resolutie van 3 februari 206 over de nieuwe strategie voor gendergelijkheid en vrouwenrechten in Europa na 205 5, gezien verdrag nr. 56 en aanbeveling 65 van de IAO betreffende arbeiders met gezinsverantwoordelijkheid (98), gezien het IAO-verdrag inzake deeltijds werk (994), het IAO-verdrag betreffende thuiswerk (996), het IAO-verdrag betreffende de bescherming van het moederschap (2000) en het IAO-verdrag over huishoudelijk personeel (20), gezien het verslag van de IAO getiteld "Maternity and paternity at work: law and practice across the world" (moederschap, vaderschap en werk - wetten en praktijken in PB L 353 van 28.2.203, blz. 7. 2 Aangenomen teksten, P8_TA(205)028. 3 Aangenomen teksten, P8_TA(205)0207. 4 Aangenomen teksten, P8_TA(205)035. 5 Aangenomen teksten, P7_TA(206)0042. PR\09228.doc 5/5 PE580.74v0-00

de wereld) (204), gezien de goedgekeurde conclusies van de 60e bijeenkomst op 24 maart 206 van de VN-Commissie voor de Status van de Vrouw, en met name de letters e tot en met g; gezien het gezamenlijke werkdocument van de IAO en Unicef van 8 juli 203 getiteld "Supporting workers with family responsibilities: connecting child development and the decent work agenda" (ondersteuning van werknemers met gezinsverantwoordelijkheden en het met elkaar verbinden van de ontwikkeling van het kind en de agenda voor waardig werk), gezien de OESO-index inzake het evenwicht tussen werk en privéleven voor 205, gezien de index voor gendergelijkheid van het Europees instituut voor gendergelijkheid voor 205, gezien de studie van de onderzoeksdienst van het Europees Parlement van mei 205 getiteld "Gender equality in employment and occupation - Directive 2006/54/EC, European Implementation Assessment" (Gendergelijkheid in arbeid en beroep - Richtlijn 2006/54/EG, Europese uitvoeringsbeoordeling), gezien de studies van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden getiteld "Working time and work-life balance in a life course perspective" (Arbeidstijd en evenwicht tussen werk en privéleven vanuit een levensloopbenadering; 203), "Caring for children and dependants: Effect on careers of young workers" (Zorgen voor kinderen en zorgbehoevenden: gevolgen voor de loopbaan van jonge werknemers; 203) en "Working and caring: Reconciliation measures in times of demographic change" (Werken en zorgen combineren in tijden van demografische veranderingen; 205), en gezien het zesde Europese onderzoek naar de arbeidsomstandigheden (EWCS; 206), gezien de studie van Eurofound uit 205 met als titel "Working time development in the 2st century" (Evolutie van de arbeidstijd in de 2e eeuw), gezien de studie uit maart 206 van het directoraat-generaal Intern Beleid van de Unie getiteld "De verschillen in werk, zorg en vrije tijd van mannen en vrouwen", gezien het verslag van het Europees netwerk van organen voor de bevordering van gelijke behandeling (Equinet) van 8 juli 204, getiteld "Equality bodies promoting a better work-life balance for all" (Organen voor de bevordering van gelijke behandeling ijveren voor een beter evenwicht tussen werk en privéleven voor iedereen), gezien het werkdocument van de diensten van de Commissie met als titel "Strategisch engagement voor gendergelijkheid 206-209" en met name hoofdstuk 3. van dit document over de vergroting van de arbeidsmarktparticipatie van vrouwen en gelijke economische onafhankelijkheid van vrouwen en mannen, gezien het verslag van de Commissie voor 205 over de gelijkheid van mannen en vrouwen in de Europese Unie (SWD(206)0054) en met name het hoofdstuk over gelijke economische onafhankelijkheid (blz.0-5), PE580.74v0-00 6/5 PR\09228.doc

gezien het werkdocument van de diensten van de Commissie getiteld "Employment and Social Developments in Europe 205 (werkgelegenheids- en sociale ontwikkelingen in Europa 205; SWD(206)) en met name hoofdstuk 3.2 van dit document over sociale bescherming, gezien artikel 52 van zijn Reglement, gezien het gezamenlijke overleg van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken en de Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid overeenkomstig artikel 55 van het Reglement, gezien het verslag van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken en het advies van de Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid (A8-0000/206), A. overwegende dat een daadwerkelijk evenwicht tussen werk en privéleven alleen kan worden bereikt met behulp van een veelomvattend beleid en onder meer maatregelen voor het combineren van werk, de zorg voor en het doorbrengen van tijd met familie en tijd voor hobby's en persoonlijke ontwikkeling; B. overwegende dat dergelijk beleid moet worden beschouwd als een middel om de werkomgeving te verbeteren en aldus voor goede arbeidsomstandigheden en het welzijn van werknemers te zorgen; C. overwegende dat de Commissie in haar mededeling over de Europese sociale pijler vaststelt dat vrouwen nog altijd ondervertegenwoordigd zijn op de arbeidsmarkt en oververtegenwoordigd in deeltijdse banen en sectoren met lage lonen, en dat zij een lager uurloon ontvangen dan mannen, ook al is hun opleidingsniveau inmiddels hoger dan dat van mannen; D. overwegende dat gezinsgerelateerde vormen van verlof ondanks de bestaande wetgeving nog altijd vaak aanleiding gegeven tot discriminatie en stigmatisering, E. overwegende dat de toegang tot kinderopvangfaciliteiten voor jonge kinderen de belangrijkste beïnvloedende factor is voor de arbeidsmarktparticipatie van vrouwen; overwegende dat slechts lidstaten de eerste Barcelona-doelstelling hebben bereikt (beschikbare opvangfaciliteiten voor ten minste 90 % van alle kinderen tussen de leeftijd van drie jaar en de schoolplichtleeftijd) en dat slechts 0 lidstaten de tweede doelstelling hebben bereikt (beschikbare opvangfaciliteiten voor minstens 33 % van alle kinderen jonger dan drie jaar) 2 ; F. overwegende dat de toekenning, buiten het werk om en in het kader van een leven lang leren, van tijd voor persoonlijke ontwikkeling aan mensen gunstig is voor hun welzijn en ertoe leidt dat zij dankzij de uitbreiding van hun vaardigheden en een hogere productiviteit meer bijdragen aan de economie 3 ; COM(206)27 van 8.3.206, bijlage I. 2 Voortgangsverslag van de Commissie van 29 mei 203 over de doelstellingen van Barcelona getiteld "Ontwikkeling van opvangdiensten voor jonge kinderen in Europa met het oog op een duurzame en inclusieve groei" ((COM(203)0322). 3 Onderzoeksdocument van Cedefop: Educatief verlof. Beleid en praktijken in Europa, 200. PR\09228.doc 7/5 PE580.74v0-00

Algemene beginselen. benadrukt dat de combinatie van werk, privéleven en gezinsleven moet worden gegarandeerd als een grondrecht voor iedereen; 2. wijst erop dat de EU geconfronteerd wordt met ongeziene demografische uitdagingen, zoals een verouderende bevolking, een laag geboortecijfer, veranderende gezinsstructuren en migratie; vreest dat de bezuinigingsmaatregelen een negatieve impact hebben gehad op de houdbaarheid van de overheidsfinanciën die nodig zijn voor het beleid inzake het evenwicht tussen werk en privéleven en voor diensten die de demografische vernieuwing stimuleren; 3. is opgetogen over de benadering van de Commissie van het beleid voor een evenwicht tussen werk en privéleven en beschouwt deze benadering als essentieel voor het aanpakken van sociaal-economische uitdagingen; vraagt de Europese sociale partners een voorstel te doen voor een overeenkomst over een veelomvattend pakket met wetgevende en niet-wetgevende maatregelen inzake de combinatie van werk, privéleven en gezinsleven; vraagt, indien de sociale partners geen overeenstemming kunnen bereiken, dat de Commissie in het kader van de aangekondigde Europese pijler van sociale rechten een voorstel doet voor een dergelijk pakket; 4. vraagt de Commissie en de lidstaten om beleid te ontwikkelen waarin de groeiende diversiteit van gezinsverhoudingen en ouderschapsregelingen wordt erkend, en er in het bijzonder op toe te zien dat kinderen niet worden gediscrimineerd op grond van de huwelijkse staat van hun ouders of hun gezinssituatie; 5. roept de lidstaten ertoe op de bescherming tegen discriminatie en onrechtmatig ontslag in verband met de combinatie van beroeps- en privéleven te versterken en om de toegang tot de rechter en de mogelijkheid van rechtsvorderingen te waarborgen; 6. benadrukt het belang van een levensloopbenadering in het beleid inzake evenwicht tussen werk en privéleven met als doel ervoor te zorgen dat alle mensen in de loop van hun hele leven ondersteuning ontvangen en een actieve rol kunnen spelen op de arbeidsmarkt en in de samenleving als geheel; Vrouwen en mannen: gelijke kostwinners en gelijke verzorgers 7. benadrukt dat ongelijkheden op het vlak van betaald en onbetaald werk moeten worden aangepakt en dat de verantwoordelijkheid en kosten voor kinderen en de zorg voor zorgbehoevenden gelijk moeten worden verdeeld over vrouwen, mannen en de samenleving als geheel; 8. verzoekt de Commissie een gendergelijkheidsstrategie voor na 205 goed te keuren en deze strategie via het Europees semester - inclusief de jaarlijkse groeianalyse en de landenspecifieke aanbevelingen - ten uitvoer te leggen; 9. vraagt de lidstaten om de invoering van proactief beleid dat erop gericht is aan de hand van stabiele en kwalitatief hoogstaande banen ondersteuning te bieden aan vrouwen die de arbeidsmarkt binnenkomen, opnieuw een baan zoeken of aan het werk willen blijven; PE580.74v0-00 8/5 PR\09228.doc

0. vraagt de Commissie en de lidstaten om de sociale partners en het maatschappelijk middenveld bij het gendergelijkheidsbeleid te betrekken; beklemtoont het belang van collectieve overeenkomsten voor het tegengaan van discriminatie en de bevordering van de gelijkheid van mannen en vrouwen op het werk, van onderzoek en van de uitwisseling van goede praktijken; Gezins- en zorggerelateerde vormen van verlof. betreurt ten zeerste dat de Commissie heeft besloten de richtlijn inzake moederschapsverlof niet te herzien en doet een dringende oproep aan de Commissie om een nieuw, ambitieus voorstel te doen; vraagt de Commissie en de lidstaten om ervoor te zorgen dat vrouwen gedurende de volledige duur van hun moederschapsverlof betaald worden; beklemtoont dat het moederschapsverlof moet gepaard gaan met doeltreffende maatregelen ter bescherming van de rechten van zwangere vrouwen en jonge moeders, in overeenstemming met de aanbevelingen van de Wereldgezondheidsorganisatie ; 2. onderstreept dat een betere coördinatie en coherentie van en een betere toegang tot diverse vormen van verlof in de lidstaten de werkgelegenheidsparticipatie en algehele doeltreffendheid van de arbeidsmarkt ten goede zouden komen; 3. vraagt de Commissie een uitvoeringsverslag over de ouderschapsrichtlijn te publiceren en spoort de Commissie ertoe aan gebruik te maken van de herzieningsclausule om de minimumduur van betaald ouderschapsverlof te verlengen van vier tot ten minste zes maanden; 4. is van mening dat de bevordering van de individualisering van het recht op verlof en van de rol van vaders van essentieel belang is om een vanuit genderoogpunt evenwichtige combinatie van werk en privéleven te bewerkstelligen; 5. vraagt de Commissie voorstellen te doen over: () een richtlijn inzake vaderschapsverlof, met een volledig betaald vaderschapsverlof van ten minste twee weken; (2) een richtlijn inzake verlof voor verzorgers, als aanvulling op de verstrekking van professionele zorg, waarmee mogelijkheden worden geschapen om zorg te dragen voor zorgbehoevenden en waarmee de verzorger een aangepaste vergoeding en gepaste sociale bescherming ontvangt; 6. roept de lidstaten ertoe op "zorgkredieten" in te voeren voor vrouwen en mannen, in de vorm van gelijkwaardige perioden voor het opbouwen van pensioenrechten, met als doel mensen die een tijdje niet werken om informele zorg te verstrekken aan een persoon te hunner laste, te beschermen; Zorg aan zorgbehoevenden 7. vraagt de lidstaten om de doelstellingen van Barcelona daadwerkelijk tegen 2020 ten http://www.who.int/topics/breastfeeding/en/ PR\09228.doc 9/5 PE580.74v0-00

uitvoer te leggen en het kwaliteitskader voor onderwijs en opvang voor jonge kinderen uit 204 te onderschrijven; 8. vraagt de lidstaten met klem te investeren in en te zorgen voor de beschikbaarheid van en de universele toegang tot betaalbaar en kwalitatief hoogstaand onderwijs voor jonge kinderen en betaalbare en kwalitatief hoogstaande zorg voor jonge kinderen, ouderen en zorgbehoevenden, bijvoorbeeld door de overheidsuitgaven voor zorgfaciliteiten te verhogen, werkgeversbijdragen aan de kosten voor zorg te stimuleren en beter gebruik te maken van de EU-middelen, en vraagt dat er ter gelegenheid van de herziening van het MFK wordt geïnvesteerd in sociale infrastructuur; 9. vraagt om de invoering van doelstellingen inzake de zorg voor ouderen en andere zorgbehoevenden en van controle-instrumenten, in het kader van het Europees semester; vraagt Eurostat en Eurofound om relevante gegevens te verzamelen en studies uit te voeren; 20. roept de Commissie en de lidstaten ertoe op kwaliteitsnormen voor alle zorgdiensten op te stellen; Hoogwaardige werkgelegenheid 2. wijst op het grote aantal werkende armen in Europa, en op het feit dat mensen meer en langer moeten werken en zelfs meerdere banen moeten combineren om een fatsoenlijk inkomen te hebben; vraagt de lidstaten en sociale partners om maatregelen uit te werken om alle werknemers een gepast loon te garanderen en de loonkloof tussen mannen en vrouwen te dichten; 22. is voorstander van "smart working" maar verzet zich tegen een verschuiving van een cultuur van aanwezigheid naar een cultuur van voortdurende beschikbaarheid; vraagt de lidstaten om er bij de uitwerking van beleid inzake smart working op toe te zien dat dit beleid geen aanvullende belasting vormt voor de werknemer; 23. maakt zich zorgen over het toegenomen aandeel van onvrijwillig deeltijds werk; onderstreept dat als een werknemer ervoor kiest deeltijds te werken, de kwaliteit van zijn baan en een niet-discriminatoire behandeling van de werknemer in vergelijking met voltijds werkenden moeten worden gewaarborgd; 24. wijst erop dat te lange werktijden, te korte rustperioden en de buitensporige resultaten die van werknemers worden verlangd, belangrijke oorzaken zijn van de toename van het aantal arbeidsongevallen en beroepsaandoeningen; vraagt de Commissie inbreukprocedures te starten tegen lidstaten die de werktijdenrichtlijn niet toepassen; 25. vraagt de Commissie om de herziening van en de lidstaten om de uitvoering van Richtlijn 2006/54/EG inzake gelijke behandeling ; Levenskwaliteit Richtlijn 2006/54/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende de toepassing van het beginsel van gelijke kansen en gelijke behandeling van mannen en vrouwen in arbeid en beroep (herschikking), PB L 204 van 26.7.2006, blz. 23. PE580.74v0-00 0/5 PR\09228.doc

26. beklemtoont dat ongelijkheid op het vlak van vrijetijdsbesteding en de ongelijke verdeling van verantwoordelijkheden tussen vrouwen en mannen gevolgen heeft voor de persoonlijke ontwikkeling van vrouwen, het aanleren van nieuwe vaardigheden en talen door vrouwen en hun deelname aan het maatschappelijke, politieke en culturele leven en het gemeenschapsleven; 27. benadrukt dat gendersegregatie, de loon- en pensioenkloof, genderstereotypen en de aanzienlijke stress als gevolg van het combineren van werk en privéleven worden weerspiegeld in het grote aantal vrouwen dat fysiek inactief is en een enorme impact hebben op de lichamelijke en geestelijke gezondheid van vrouwen ; 28. roept de lidstaten en sociale partners ertoe op beleidsmaatregelen uit te werken en in te voeren voor educatief verlof en scholingsverlof en om opleiding buiten het kader van het werk toegankelijk te maken voor werknemers in achtergestelde situaties; 29. vraagt de lidstaten om gepaste-inkomensregelingen in te voeren om mensen in staat te stellen een waardig leven te leiden, een volwaardige rol te spelen in de samenleving en hun hele leven lang onafhankelijk te zijn. 30. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie. Studie uit maart 206 van het directoraat-generaal Intern Beleid van de Unie getiteld "De verschillen in werk, zorg en vrije tijd van mannen en vrouwen", PR\09228.doc /5 PE580.74v0-00

TOELICHTING De voorbije decennia is de combinatie van werk, privéleven en gezinsleven erkend als een fundamenteel recht. Zowel op Europees als op nationaal niveau zijn al enkele initiatieven genomen, maar er is meer nodig om ervoor te zorgen dat iedereen een bevredigend evenwicht vindt tussen werk en privéleven. Een dergelijk evenwicht is niet alleen gunstig voor het individuele welzijn van mensen maar ook voor de samenleving in haar geheel, onder meer omdat mensen met een goed evenwicht tussen beroeps- en privéleven productiever zijn op het werk. Om de situatie te verbeteren moet de werkomgeving worden veranderd en moeten we loskomen van de overtuiging dat (betaald) werk de enige nuttige en bijgevolg waardevolle manier is voor mensen om hun tijd te besteden. Ook is het belangrijk een levensloopbenadering op te nemen in het beleid inzake evenwicht tussen werk en privéleven om ervoor te zorgen dat alle mensen op verschillende momenten tijdens hun leven ondersteuning ontvangen en een actieve rol kunnen spelen op de arbeidsmarkt en in de samenleving als geheel. Het Europees Parlement heeft besloten dit initiatiefverslag op te stellen om de discussies hierover meer onder de aandacht te brengen en om de Commissie ertoe aan te sporen haar werkzaamheden op dit vlak op te voeren, zowel in het algemeen als specifiek in het kader van het in 205 gepubliceerde stappenplan en de openbare raadpleging over "een nieuwe start om de uitdagingen van de combinatie werk en gezin bij werkende gezinnen aan te pakken". Met dit initiatief wil de Commissie de arbeidsmarktparticipatie van vrouwen verhogen door het bestaande Europese rechts- en beleidskader te moderniseren en aan de huidige arbeidsmarkt aan te passen, zodat ouders met kinderen en/of andere zorgbehoevende familieleden een beter evenwicht kunnen verwerven tussen werk en gezinsleven, zorgverantwoordelijkheden beter worden verdeeld tussen mannen en vrouwen en de gelijkheid van mannen en vrouwen op de arbeidsmarkt wordt vergroot. Volgens de rapporteurs, die ingenomen zijn met het initiatief van de Commissie, moet de modernisering van het kader inzake evenwicht tussen werk en privéleven op het niveau van de EU gebeuren, en wel om verscheidene goede redenen: demografische veranderingen in de samenleving geven aanleiding tot meer zorgbehoeften, nieuwe manieren van werken hebben het licht gezien, de werkloosheid blijft ongezien hoog, de gezinsverhoudingen en ouderschapsregelingen hebben zich gediversifieerd, het ouderschap heeft nog altijd een opvallend negatieve impact op het aantal werkende vrouwen en het huidige EU-kader slaagt er absoluut niet in om dit essentiële aspect van de aanhoudende ongelijkheid tussen mannen en vrouwen uit de weg te ruimen. Hoewel vrouwen almaar gekwalificeerder zijn en het wat betreft opleidingsniveau zelfs beter doen dan mannen, blijven ze ondervertegenwoordigd op de arbeidsmarkt of hebben ze banen waarvoor ze overgekwalificeerd zijn. Een algemeen lager loon, een grotere vertegenwoordiging in deeltijds werk en langere loopbaanonderbrekingen wegens de zorg voor anderen (kinderen en/of zorgbehoevende familieleden) dragen bij tot het risico van armoede en sociale uitsluiting voor vrouwen en tot een grote pensioenkloof tussen mannen en In 204 bezat 42,3 % van de Europese vrouwen tussen 30 en 34 jaar minstens een diploma tertiair onderwijs, tegenover 33,6 % van de mannen. PE580.74v0-00 2/5 PR\09228.doc

vrouwen (40 %). Bovendien leidt het verschil in arbeidsparticipatie tussen mannen en vrouwen in gezinnen waar slechts één van de ouders een baan heeft, doorgaans tot een hoger aantal in armoede levende kinderen en huishoudens. Tot slot beïnvloedt het gebrek aan mogelijkheden om werk en privéleven met elkaar in evenwicht te brengen het besluit van mensen met kinderen of mensen die de zorg voor een familielid op zich moeten nemen, om de arbeidsmarkt te verlaten of minder te gaan werken en de keuze van mensen om al dan niet kinderen te krijgen, alsook wanneer en hoeveel, en heeft het een permanent negatieve en ongewenste impact op de Europese demografie. Het verschil in arbeidsparticipatie tussen mannen en vrouwen kost de EU naar schatting ongeveer 370 miljard euro per jaar, wat neerkomt op 2,8 % van het bbp van de EU. Dit verslag en het beleid inzake evenwicht tussen werk en privéleven hebben niet alleen als doel de gendergelijkheid op het vlak van werkgelegenheid en andere gebieden van het leven te bevorderen maar ook kinderen in staat te stellen zich optimaal te ontplooien door ervoor te zorgen dat zij toegang hebben tot kwalitatief hoogstaande voor- en vroegschoolse educatie en opvang, hobby's, culturele en sportieve activiteiten kunnen beoefenen en tijd kunnen doorbrengen met hun ouders. Een goed beleid inzake evenwicht tussen werk en privéleven draagt ook bij tot meer levenskwaliteit en zekerheid voor andere zorgbehoevenden, vooral ouderen en mensen met een handicap of een aanslepende ziekte. De rapporteurs maken zich ernstige zorgen over het feit dat de momenteel in de lidstaten bestaande maatregelen niet altijd tot een verbetering van de situatie leiden; integendeel, soms wordt de situatie nog slechter, hetgeen negatieve gevolgen heeft voor het welzijn van alle burgers en voor hun arbeidsmarktparticipatie en productiviteit. Zowel op Europees als op nationaal niveau moet er doortastend worden opgetreden, zowel met wetgevingsmaatregelen, onder meer met betrekking tot verschillende vormen van verlof, als met niet-wetgevende maatregelen, zoals bewustmakings- en voorlichtingscampagnes, controlemechanismen en monitoring van de situatie. De rapporteurs zijn ervan overtuigd dat er niet één enkele oplossing bestaat voor het succesvol combineren van werk, privé- en gezinsleven en dat voor elke persoon de juiste balans moet worden gevonden, in overeenstemming met diens individuele noden en de noden van zijn of haar gezin. Op EU-niveau vereiste actie ter verbetering van het evenwicht tussen werk en privéleven De EU moet actie ondernemen om te zorgen voor een opwaartse convergentie tussen de lidstaten met betrekking tot oplossingen voor het verenigen van werk en privéleven. Dit is van cruciaal belang voor de daadwerkelijke verwezenlijking van gelijkheid van mannen en vrouwen, het tegengaan van armoede bij werkenden, kinderen en vrouwen, de optimale benutting van de vaardigheden en talenten van mensen en het aanpakken van de demografische uitdagingen in de EU. Enerzijds moet de bestaande EU-wetgeving worden gemoderniseerd en moeten tekortkomingen of het ontbreken van wetgeving op bepaalde vlakken worden verholpen, en anderzijds moet er meer coördinatie komen tussen de lidstaten Eurofound maakt in "Het verschil in arbeidsparticipatie tussen mannen en vrouwen - uitdagingen en oplossingen" (nog niet gepubliceerd) een raming van de kosten van dit verschil voor de overheidsfinanciën (inkomensoverdrachten/inkomstenvoordelen) en van de gederfde inkomsten (zoals misgelopen belastingen en socialezekerheidsbijdragen). PR\09228.doc 3/5 PE580.74v0-00

om een gelijk speelveld te creëren met betrekking tot de kosten en voordelen van beleid ter bevordering van de combinatie van werk en privéleven. Afdoende regelingen voor gedeeld verlof Het gebrek aan regelingen inzake betaald verlof voor vaders (in vergelijking met voor moeders) of het gebrek aan stimulansen om van deze regelingen gebruik te maken, versterkt de genderongelijkheid op het vlak van de verdeling van werk en zorgverplichtingen tussen mannen en vrouwen. Het zijn vooral vrouwen die gezinsgerelateerd verlof opnemen, met als gevolg een verzwakking van hun positie op de arbeidsmarkt in termen van inzetbaarheid, salaris en loopbaanontwikkeling. Mannen op hun beurt worden er niet toe aangespoord verlof te nemen om tijd door te brengen met en te zorgen voor hun gezin, en krijgen geen ondersteuning als ze besluiten dit wel te doen. Daarom wordt de Commissie in dit voorstel gevraagd om: - een voorstel te doen voor de herziening van richtlijn 92/85/EGG inzake zwangere werknemers (moederschapsverlof), die in 992 werd aangenomen in het kader van de EU-bevoegdheid voor gezondheid en veiligheid op het werk. Deze richtlijn voorziet momenteel in 4 weken moederschapsverlof en ontslagbescherming. Bij de herziening zou het betaalde moederschapsverlof moeten worden verlengd, met een polyvalente bezoldigingsformule die rekening houdt met de specifieke noden en gebruiken in de verschillende lidstaten; - een voorstel te doen voor een vaderschapsrichtlijn, met als doel ervoor te zorgen dat mannen hun aandeel qua zorgverantwoordelijkheden opnemen, met name aan de hand van een verplichte minimumperiode van niet-overdraagbaar betaald verlof voor vaders; - een verslag voor te leggen van de tenuitvoerlegging van de ouderschapsrichtlijn (200/8/EU); - een voorstel te doen voor een richtlijn inzake verlof voor verzorgers, als aanvulling op de verstrekking van betaalbare professionele zorg en met als doel werknemers in staat te stellen de zorg voor zorgbehoevenden op zich te nemen. Tijdens de recente crisis hebben bezuinigingsmaatregelen tot een gebrek aan toegankelijke, beschikbare en betaalbare zorgfaciliteiten van goede kwaliteit voor kinderen, oudere familieleden en familieleden met een handicap of ziekte geleid, wat met name vrouwen onder druk zet om minder te gaan werken, voor deeltijds werk te kiezen of hun loopbaan te onderbreken. Dit is op lange termijn nadelig voor hun participatie op de arbeidsmarkt, hun carrière en hun persoonlijke ontwikkeling. De stereotype visie op de rol van vrouwen en mannen moet dan ook veranderen, zodat we een samenleving krijgen waar vrouwen en mannen gelijk verdienen en gelijk verzorgen. De crisis heeft ook een toename van het aantal werkende armen in Europa veroorzaakt. Mensen moeten meer en langer werken en zelfs meerdere banen combineren om een fatsoenlijk inkomen te hebben. Vrouwen lijden hier nog meer onder omdat zij doorgaans al minder verdienen dan mannen voor hetzelfde werk. Daarom is het belangrijk maatregelen te nemen die een gepast loon voor alle werknemers garanderen en een eind te maken aan de loonkloof tussen mannen en vrouwen. PE580.74v0-00 4/5 PR\09228.doc

Inzicht in de rol van werkregelingen en bevordering van goede praktijken Nieuwe werkregelingen zoals telewerken, flexibele werkuren en deeltijds werken mogen nooit een verplichting zijn: werknemers moeten hier altijd voor kiezen, zodat er geen bijkomende druk wordt gelegd op de persoonlijke situatie en gezinssituatie van vrouwen en mannen. Een arbeidsmarktomgeving die gunstig is voor het evenwicht tussen werk en privéleven en levenskwaliteit kunnen alleen worden gecreëerd als mensen buiten het werk voldoende tijd hebben voor persoonlijke ontwikkeling (onder meer via opleiding en scholing) en hobby's. De Commissie moet bijgevolg meer actie ondernemen tegen lidstaten die de arbeidstijdrichtlijn niet naar behoren toepassen. Bovendien moeten de lidstaten ertoe worden aangespoord maatregelen te nemen ter ondersteuning van educatief verlof, scholingsverlof en loopbaanonderbrekingen. PR\09228.doc 5/5 PE580.74v0-00