SAMEN TOT AAN DE MEET: Vormingsmoment
Individueel reflectiemoment - Hoeveel leerlingen met schoolse vertraging heb ik in mijn klas? - Wie zijn dat? - Hoeveel keer zijn ze blijven zitten? - Wat is de reden van de achterstand? - Ken je de effecten van het zittenblijven?
DEEL 1: Zittenblijven in cijfers
Japan Korea Norway Slovenia Iceland Italy United Kingdom Slovak Republic Poland Greece Czech Republic Finland Turkey Denmark Estonia Sweden New Zealand Israel Canada Austria Hungary Australia Germany Chili Spain United States Ireland Switzerland Belgium (German) Belgium (Flemish) Mexico France Portugal Luxembourg Netherlands Belgium (French) PISA 2009 25 20 15 10 5 0
% schoolse vertraging: 2011-2012 Vlaanderen Gent Antwerpen Lager Onderwijs 15,7% 26% 27,1% Secundair Onderwijs 29,2% 34,8% 47,6%
Schoolcijfers invoegen Cijfers van de eigen school (Fiche 1) presenteren en Eigen cijfers vergelijken met de percentages in Vlaanderen, Antwerpen en de buurt van de school
DEEL 2: Wie blijft waar en wanneer zitten?
WIE? Relatief jongste leerlingen Allochtone achtergrond Zwakkere sociaal - economische achtergrond Mannelijk geslacht Psychosociale problemen Lager intelligentieniveau
WAAR? Kaart (regio s) Grotere steden Grotere klassen Lagere instructiekwaliteit Klein aantal leerkrachten Weinig contact met ouders Inefficiënte tijdsplanning
WANNEER (basisonderwijs): Percentage zittenblijvers BaO Leerjaar Jongens Meisjes Totaal 1 13,78% 11,08% 12,48% 2 8,20% 7,21% 7,70% 3 4,34% 3,60% 3,96% 4 2,49% 4,09% 3,29% 5 2,47% 2,06% 2,27% 6 1,22% 0,88% 1,05% Totaal 5,78% 5,02% 5,40%
WANNEER (secundair onderwijs)? Secundair onderwijs: - 2 de beroepsvoorbereidend jaar - 2 de graad 1 ste jaar in TSO en BSO - 3 de graad 1 ste jaar in TSO - KSO: in alle jaren
Schoolcijfers invoegen Wat is het profiel van de leerlingen met schoolse vertraging (of zittenblijvers) op de eigen school en Waar blijven de meeste leerlingen in de eigen school zitten?
DEEL 3: Opvattingen over zittenblijven
Resultaten van de enquête invoegen Wat denkt het schoolteam over zittenblijven en Hoe verhoudt zich dat tegenover de Antwerpse benchmark?
Zittenblijven is vaak de beste oplossing op korte termijn : School: 79% Antwerpen 72% Zittenblijven is een probleem. Zittenblijven is een oplossing. 45% 51% op lange termijn : School: 39% Antwerpen: 63% 55% 49% School (N = 33) Antwerpen (benchmark - N = 794)
Ik heb me voorgenomen om de kinderen waar ik les aan geef zo weinig mogelijk hun jaar te laten overdoen. Ik heb leren aanvaarden dat er nu eenmaal altijd zittenblijvers zullen zijn. 12% 40% 88% 60% School (N = 33) Antwerpen (benchmark - N = 808)
Opvattingen van andere Antwerpse leerkrachten Zittenblijven is een oplossing op lange termijn 56% denkt van WEL Zittenblijven kan het zelfbeeld van een kind opkrikken 59% zegt JA Visie hebben op zittenblijven is belangrijk 63,2% van de leerkrachten vindt dat NIET Achterstand voor taal of rekenen? Zittenblijven! 73% van de leerkrachten zegt JA Zittenblijven vermijdt later falen 73,9% denkt van WEL
Opvattingen van het schoolteam uitdiepen: Café dialoog Zittenblijven is nadelig voor het zelfbeeld van kinderen/jongeren. Kinderen/jongeren die (een jaar of meer) ouder zijn dan de rest van de klasgroep, vertonen meer gedragsproblemen. Door het kind het leerjaar te laten overzitten, vermijden we dat het zal falen in de volgende klassen. Kinderen die onvoldoende scoren op de basisvaardigheden doen best het leerjaar over. Ouders en leerlingen worden voldoende betrokken bij het formuleren van adviezen.
Filmpje: Getuigenissen van leerlingen omtrent zittenblijven
Ouders over zittenblijven - 3 op 4 ouders vinden zittenblijven de beste oplossing als het gaat over cognitieve factoren. - Laaggeschoolde ouders staan licht negatief tegenover zittenblijven. - 4 op 10 ouders van zittenblijvers vinden dat ze te laat op de hoogte gebracht zijn over het advies. - Ouders van zittenblijvers ervaren pestgedrag tegenover hun kind door medeleerlingen als hun kind in een hogere klas is blijven zitten. - Ouders zien het zelfvertrouwen toenemen tijdens het bisjaar.
DEEL 4: De resultaten van het onderzoek Hoe zinvol is de praktijk van zittenblijven?
2 vergelijkingsstrategieën Leerjaarvergelijkingen = vergelijking van zittenblijvers met hun jongere leerjaargenoten met vergelijkbare kenmerken Leeftijdsvergelijkingen = vergelijking van zittenblijvers met hun leeftijdsgenoten (vroegere klasgenoten) met vergelijkbare kenmerken
Het effect van zittenblijven op leerlingresultaten Effect op leerprestaties - Voorsprong op klasgenoten verdwijnt - Doorstromers scoren beter, zeker voor wiskunde en lezen Impact ongunstiger voor - Relatief oudere leerlingen - Zwakke SES - Ouders die weinig belang hechten aan onderwijs - Jongens - Leerlingen zonder gedragsproblemen - Kinderen die al zijn blijven zitten Gevolgen voor klasgenoten en exklasgenoten GEEN invloed
Effect van zittenblijven op psychosociaal functioneren Sociale vaardigheden Academisch zelfbeeld Schoolwelbevinden Psychologisch welbevinden populariteit GEEN gevolgen In vergelijking met doorstromers en klasgenoten Tegenover klasgenoten Geen verschillen. Tegenover doorstromers : Positiever maar verdwijnt(snel) Zittenblijvers waren even graag naar school gegaan, waren ze toch doorgestroomd Tegenstrijdige onderzoeksresultaten ( over algemeen zelfbeeld en zelfvertrouwemaar angst neemt toe. Ook meer depressies en stress. Tegenover klasgenoten Spelen liever met niet-bissende klasgenoten. Tegenover doorstromers : Populairder maar verdwijnt(snel) leermotivatie Agressief gedrag Concentratievermogen Spijbelgedrag Voor wie minder gunstig? Tegenover klasgenoten Algemeen minder gemotiveerd Tegenover doorstromers : Gemotiveerder maar verdwijnt(snel) Meer agressief gedrag, voornamelijk met kinderen die al eens agressief gedrag vertoonden. Tegenstrijdige onderzoeks - resultaten. Maar langere termijneffecten negatief. Tegenover klasgenoten Meer spijbelen Tegenover doorstromers : Basis : minder Secundair : meer - Jongens - Zittenblijvers in lagere leerjaren
Effect van zittenblijven op ongekwalificeerde uitstroom. Effect van zittenblijven op de latere beroepscarrière. - Zittenblijvers verlaten opvallend vaker het secundair onderwijs zonder diploma. - Kinderen /jongeren die 2x of meer dubbelden : tot 90 % - Meer kans op o.u. voor leerlingen die na het 2 de leerjaar zijn blijven zitten. - Zittenblijvers hadden voor andere studies /beroepen gekozen als ze niet waren blijven zitten. - 50 % kiest voor kortere studies - Zittenblijvers verdienen minder dan gelijkwaardige niet-zittenblijvers op 20- jarige leeftijd.
Impact van andere onderwijspraktijken bij overgang basis- naar secundair onderwijs en doorheen secundair onderwijs Doorverwijzing naar de B-stroom Impact attestering & waterval - Elk jaar dat leerling later in sec. ond. Instroomt => halvering kans om kwalificatie te behalen. - MAAR, doorverwijzing naar B-stroom: leerlingen die in A-stroom starten hebben 2,6 keer meer kans om kwalificatie te behalen. - Slechts 50% van de leerlingen uit 1B behaalt kwalificatie. - Minder dan 5% van leerlingen in 1A stromen nog naar A-stroom => 95% van de leerlingen blijft altijd in BSO. - Naast zittenblijven is de waterval in het secundair onderwijs het voornaamste risico om het onderwijs zonder kwalificatie te verlaten. - Leerlingen die vanuit het ASO, al dan niet via TSO of KSO, in het BSO terecht komen hebben veel meer kans om vervroegd het onderwijs te verlaten. - Leerlingen met een lagere socioeconomische status en allochtone jongeren hebben meer kans om in de draaikolk van het watervalsysteem terecht te komen.
De praktijk van zittenblijven moet dringend in vraag worden gesteld => Traject van samen tot aan de meet