Toetsingsregeling Voortgangstentamens Bachelorcurriculum geneeskunde 2015

Toetsingsregeling Voortgangstentamens Bachelorcurriculum geneeskunde 2015 Bachelorjaar 1 Studiejaar 2015-2016

ALGEMENE INFORMATIE Voortgangstoetsing De voortgangstoets is bedoeld om de voortgang in kennisontwikkeling gedurende de studie te toetsen. De voortgangstoets wordt vier maal per jaar, in respectievelijk de maanden september/oktober, november/december, februari/maart en mei/juni, afgenomen bij alle studenten van de opleiding geneeskunde (Bachelor- en Mastercurriculum) aan de Radboud Universiteit. Iedere voortgangstoets bestaat uit ten hoogste 300 meerkeuzevragen op het gebied van de geneeskunde, die zijn afgestemd op de eisen van het artsexamen. Voor elke voortgangstoets worden de vragen volgens een verdeelsleutel (de zogenaamde blauwdruk) geselecteerd uit een bestand, waarin alle vragen die door de disciplines zijn aangeboden voor gebruik in de voortgangstoets zijn opgeslagen. In de verdeelsleutel is vastgelegd hoeveel vragen er per categorie (bijv. ademhalingsstelsel, hart- en vaatstelsel) en per vakdiscipline (bijv. biochemie, psychiatrie) gemiddeld per jaar en per toets geselecteerd moeten worden. VoortgangstoetsBeoordelingsCommissies De voortgangstoetsing is een gezamenlijke onderneming van de geneeskundeopleidingen in Groningen, Leiden, Maastricht, Amsterdam (VU) en Nijmegen. Deze vijf opleidingen ontwikkelen samen de vragen voor de voortgangstoetsen, waarbij ernaar gestreefd wordt dat elke opleiding per toets ongeveer evenveel vragen aanlevert. Aan elk van de vijf deelnemende opleidingen is een VoortgangstoetsBeoordelingsCommissie (VBC) benoemd, die bestaat uit vertegenwoordigers van drie clusters van disciplines: basisvakken, klinische vakken en gedragswetenschappelijke vakken. De voortgangstoets wordt namens de vijf VBC s samengesteld door de Interuniversitaire VoortgangstoetsBeoordelingsCommissie (IVBC), die bestaat uit vertegenwoordigers van de afzonderlijke VBC s. De constructie van de voortgangstoets De disciplines die participeren in het onderwijs binnen de opleidingen geneeskunde te Groningen, Leiden, Maastricht, Amsterdam en Nijmegen maken de vragen. Deze worden, indien enigszins mogelijk, voorzien van een literatuurreferentie. Dit is een verwijzing ten behoeve van studiedoeleinden, waarmee ook de juistheid van de antwoordsleutel gecontroleerd kan worden. Elke vraag die in de itembank van de voortgangstoetsing wordt opgenomen is eerst beoordeeld door tenminste één van de vijf VBC s (de Nijmeegse vragen dus door de VBC Nijmegen). De inhoudelijke correctheid wordt onderzocht en de eenduidigheid van de formulering wordt gecontroleerd. Ook wordt gekeken naar de relevantie voor de basisarts. Zonodig overlegt de commissie met de betreffende discipline en wordt de vraag aangepast of uit het bestand verwijderd. Studentcommentaar Ondanks intensieve beoordeling vooraf zijn onvolkomenheden in de toetsvragen niet uit te sluiten. De VBC s worden daarom graag attent gemaakt op inhoudelijk incorrecte of VT-regeling Bachelorcurriculum geneeskunde2015 -Bachelorjaar 1 2015-2016 pagina 2

dubbelzinnig geformuleerde vragen. Daartoe kunnen studenten commentaar indienen. Zie hiervoor artikel 9. Samenstelling VBC Nijmegen (per 1 september 2015) voorzitter: dr. A. Bremers vice-voorzitter: dr. G. Bosman leden: mw. drs. P. Bot dr. B. de Galan mw. drs. M. v.d. Pol dr. J. Samwel drs. B. Schouwenberg dr. M. Vorstenbosch secretaris: mw. drs. L. Gijsbers Vragen Voor nadere inhoudelijke informatie kan men zich wenden tot de secretaris van de VBCN, drs. L. Gijsbers, bereikbaar via e-stip. Op de onderwijswebsite is onder het thema Voortgangstoets de informatieve rubriek Veel gestelde Vragen over de Voortgangstoets geplaatst. VT-regeling Bachelorcurriculum geneeskunde2015 -Bachelorjaar 1 2015-2016 pagina 3

VOORTGANGSTOETSEN EN VOORTGANGSTENTAMEN BACHELORCURRICULUM GENEESKUNDE 2015 BACHELORJAAR 1 Artikel 1: Deelname-eisen voortgangstoetsing 1.0 Studenten die niet aan de Radboud Universiteit Nijmegen zijn ingeschreven mogen niet deelnemen aan toetsing en daarmee ook niet aan de voortgangstoetsing. 1.1 De resultaten van de Voortgangstentamens zijn een maat voor de studievoortgang binnen het Bachelorexamenonderdeel Integrale Kennis. Het Voortgangstentamen van het 1 e Bachelorjaar bestaat uit minimaal 3 voortgangstoetsen (VT s). 1.2 In de Onderwijs- en Examenregeling (OER) is vastgelegd welke eisen er gesteld worden aan de Voortgangstentamens om te kunnen slagen voor het Bachelorexamen. 1.3 Deelname aan alle aangeboden voortgangstoetsgelegenheden is verplicht totdat de student voldaan heeft aan de deelname-eisen en tot uiterlijk de afstudeerdatum. Het is de eigen verantwoordelijkheid van de student om er voor te zorgen dat aan de deelname-eisen, zoals deze in de VT-regeling worden geformuleerd, wordt voldaan. 1.4 Studenten ontvangen voor de voortgangstoetsing een indeling naar jaargroep en Meetmoment (zie Bijlage 2). Zij dienen zelf te controleren of zij zijn ingedeeld en of deze indeling van jaargroep en Meetmoment correct is. Voor elke voortgangstoets wordt de indeling tijdig in het studentenwebdossier bekend gemaakt. 1.4.1 Indien een student die is ingedeeld voor een voortgangstoets niet kan deelnemen respectievelijk niet heeft deelgenomen aan die voortgangstoets, dient deze minimaal 4 weken vóór de VT-afnamedatum (indien voorzien afwezig), respectievelijk tot uiterlijk 5 dagen ná de VT-afnamedatum (indien onvoorzien afwezig), zich via e-stip af te melden bij de secretaris van de VoortgangstoetsBeoordelingsCommissie Nijmegen (VBCN). De inhoud van het e-stip bericht moet de volgende gegevens bevatten: de VT-afnamedatum waarop de afmelding betrekking heeft en de reden van niet-deelname. De student bewaart hiervan een kopie. 1.4.2 Een student die is ingedeeld voor een voortgangstoets en niet heeft deelgenomen, ontvangt voor deze toets de uitslag ND (Niet Deelgenomen). Deze uitslag wordt, samen met de overige uitslagen, opgenomen in het persoonlijke dossier. 1.4.3 De uitslag ND voor een gemiste voortgangstoets is geen geldig resultaat in de zin van artikel 2.1. 1.5 Een student die door kennelijke overmacht niet kon deelnemen aan de voortgangstoets dient het bewijsmateriaal hiervoor op te slaan. Op basis hiervan kan de VBCN, in samenspraak met de examencommissie, besluiten of de betreffende student in aanmerking komt voor het maken van een uitzondering op de deelname-eisen. Artikel 2: Het Voortgangstentamen in jaar 1 van het Bachelorcurriculum VT-regeling Bachelorcurriculum geneeskunde2015 -Bachelorjaar 1 2015-2016 pagina 4

2.1 In het 1 e Bachelorjaar bestaat het onderdeel Integrale Kennis uit het Voortgangstentamen van het 1 e Bachelorjaar (VTB1). Dit Voortgangstentamen bestaat uit minimaal 3 verplichte voortgangstoetsen. Voor het Voortgangstentamen Bachelorjaar 1 behaalt men één van de kwalificaties Onvoldoende, Voldoende of Goed. Deze kwalificaties zijn gebaseerd op de combinatie van de behaalde resultaten voor de afgelegde voortgangstoetsen. Zie Bijlage 1 voor de berekening van VTB1 en vaststelling van de uitslag. 2.2 Het aantal te behalen studiepunten voor het Voortgangstentamen van het 1 e Bachelorjaar staat vermeld in de Onderwijs- en Examenregeling van het Bachelorcurriculum geneeskunde. Artikel 4: Vorm en leerstof Elke voortgangstoets bestaat uit ten hoogste 300 meerkeuzevragen. De voortgangstoets is een representatieve steekproef van het totale kennisdomein op het niveau van basisarts. Artikel 5: Toetsdata De voortgangstoetsen worden gedurende elk studiejaar afgenomen op woensdagochtenden in de maanden september/oktober, november/december, februari/maart en mei/juni. De data van de voortgangstoetsen zijn te vinden in het toetsoverzicht dat jaarlijks door het OMT wordt vastgesteld. Artikel 6: Toetstijd en toetsinstructie De toetstijd bedraagt ten hoogste 4 uur. Het reglement van orde en de toetsinstructie zijn te vinden in een separaat uitgegeven document, met de titel Reglement van orde bij de voortgangstoetsen met aanvullende informatie. Artikel 7: Beoordeling en scoring van de toets 7.1 De voortgangstoetsen worden gescoord volgens het correctie voor raden -systeem. De normen voor de voortgangstoetsen worden vastgesteld door het interuniversitaire overleg van de betrokken VoortgangstoetsBeoordelingsCommissies. Uitgangspunt is de normering die door dit overleg wordt vastgesteld. De wijze van normering staat hieronder beschreven. De Onvoldoende-Voldoende normen worden bepaald door voor de resultaten van de VT per Meetmoment gemiddelde minus standaarddeviatie te bepalen en vervolgens een rechte lijn te fitten door de 15 verkregen punten (zie Bijlage 2). De hoogte van de gefitte lijn levert voor elk Meetmoment de gehanteerde norm op. De Voldoende-Goed normen zijn op een vergelijkbare manier bepaald. Eerst wordt gemiddelde + 0.5x standaarddeviatie per Meetmoment berekend en vervolgens wordt een kwadratische curve gefit door de 15 verkregen punten. De hoogte van de gefitte curve levert voor elk Meetmoment de gehanteerde norm op. VT-regeling Bachelorcurriculum geneeskunde2015 -Bachelorjaar 1 2015-2016 pagina 5

Een score lager dan de Onvoldoende-Voldoende norm voor het betreffende Meetmoment resulteert in Onvoldoende. Een score hoger of gelijk aan de Voldoende-Goed norm voor het betreffende Meetmoment resulteert in Goed. Overige scores resulteren in de kwalificatie Voldoende. 7.2 Beoordeling per jaar Een voortgangstoets die een student in enig studiejaar heeft afgelegd wordt steeds beoordeeld als Onvoldoende, Voldoende dan wel Goed, op basis van de aangegeven normen bij elk Meetmoment toegepast bij de betreffende voortgangstoets. Artikel 8: De niveauindeling 8.1 De VoortgangstoetsBeoordelingsCommissie stelt het Meetmomentniveau van een student vast voor de betreffende voortgangstoets. Elk Meetmoment heeft een eigen beoordelingsnorm. Daarbij gelden onderstaande regels. 8.2 Elke student wordt aan het begin van het Bachelorcurriculum (1 e studiejaar) ingedeeld voor Meetmoment 01. Bij elke volgende VT wordt - bij ononderbroken studievoortgang - het Meetmoment met 1 verhoogd, ongeacht of tussentijds een VT is gemist. Toelichting: een studiejaar loopt van 1 september tot en met 31 augustus van het daaropvolgende kalenderjaar. 8.3 Reguliere studenten worden beoordeeld volgens de Meetmomenten van het jaar dat zij volgen, ook indien zij tijdens dat studiejaar deelnemen aan onderwijs uit een eerder of later studiejaar. Na tijdelijke studieonderbreking wordt het nieuwe Meetmoment bepaald op grond van het eerdere niveau en/of in overleg met de examencommissie. Als een student een studiejaar herhaalt wordt deze in principe, indien het betreffende Voortgangstentamen nog niet is behaald, opnieuw ingedeeld voor het eerste Meetmoment van dat jaar. Vervolgens legt deze de volgende Meetmomenten af tot het Voortgangstentamen van dat jaar is behaald. 8.4 In bijzondere gevallen (instroom in het lopende studiejaar van bijvoorbeeld doctorandi, Bachelors of Masters BioMedische Wetenschappen, buitenlandse artsen, studenten die gedurende een bepaalde periode gedwongen of vrijwillig geen onderwijs volgden, studenten met een afwijkend individueel studietraject dat met de examencommissie is overeengekomen) bepaalt de VBCN het Meetmoment waarvoor wordt ingedeeld en daarmee de beoordelingsnorm. De betreffende student dient daartoe contact op te nemen met de secretaris van de VBCN of met de secretaris van de examencommissie. 8.5 De Meetmomentindeling van elke student wordt na de verwerking van de laatst afgenomen voortgangstoets aangepast. Deze indeling staat standaard vermeld in het studentenwebdossier, onder Persoonsgegevens/Overige. Toelichting: enkele weken vóór afname van de eerstvolgende VT is de actuele indeling zichtbaar in het webdossier. Wanneer een student de Meetmomentindeling controleert korter dan 2 weken vóór de eerstvolgende VT kan deze er van uitgaan dat de gepubliceerde indeling de juiste is. VT-regeling Bachelorcurriculum geneeskunde2015 -Bachelorjaar 1 2015-2016 pagina 6

Artikel 9: Studentcommentaar 9.1 Commentaar op de voortgangstoetsvragen dient uiterlijk vóór 16:00 uur op de donderdag direct volgend op de voortgangstoets te zijn verstuurd naar het speciale e-mailadres VT@iwoo.umcn.nl, onder vermelding van naam en studentnummer. De student dient een kopie van de literatuur (b.v. een scan) waarnaar hij verwijst toe te voegen. Commentaar zonder verwijzingen wordt niet in behandeling genomen. 9.2 Op andere wijze, later en/of elders ingeleverde commentaren worden niet in behandeling genomen. Artikel 10: Vaststelling van de uitslag van een voortgangstoets De Interuniversitaire VoortgangstoetsBeoordelingsCommissie bepaalt de definitieve samenstelling van de toets. Aan het feit dat een student vragen heeft beantwoord die niet, of met veranderde sleutel, in de uiteindelijke toets zijn opgenomen kunnen geen rechten worden ontleend. De Nijmeegse VoortgangstoetsBeoordelingsCommissie stelt voor elke Nijmeegse student de uitslag afzonderlijk vast en maakt deze voor elke student afzonderlijk bekend. Het is mogelijk tegen deze uitslag binnen een termijn van vier weken beroep in te stellen bij de Commissie van Beroep voor de Examens van de Radboud Universiteit Nijmegen. Artikel 11: Invoering van de regeling Deze regeling wordt van kracht voor alle eerstejaarsstudenten die in september 2015 starten met het Bachelorcurriculum geneeskunde 2015-2016. Het Reglement van orde bij de voortgangstoetsen en aanvullende informatie is van toepassing op de VT-regelingen van het Bachelor- en Mastercurriculum. Zie het document op de onderwijswebsite. VT-regeling Bachelorcurriculum geneeskunde2015 -Bachelorjaar 1 2015-2016 pagina 7

BIJLAGE 1: Rekenregels voor vaststelling Voortgangstentamen Bachelorjaar 1 (VTB1) De score op de voortgangstoets reflecteert het niveau waarop de student op de betreffende toets heeft gepresteerd. Deze score wordt uitgedrukt in een Onvoldoende (OV), een Voldoende (V) of een Goed (G), en is gerelateerd aan een Meetmoment. Om te slagen voor het Voortgangstentamen van Bachelorjaar 1 dient de student kennisprogressie tot een bepaald niveau te tonen. In Bachelorjaar 1 dient minimaal een Voldoende op het eindniveau van dat jaar - dat is Meetmoment 04 - behaald te zijn. De uitslag van VTB1 wordt vastgesteld op Meetmoment 04 (d.w.z.: student is op dit Meetmoment ingedeeld), op basis van drie VT resultaten. Onderstaande rekenregels zijn van kracht bij bepaling van de VTB1 uitslag (Onvoldoende=OV, Voldoende=V, Goed=G): bij minder dan driemaal aanwezigheid op de laatste vier VT-afnamedata ontvangt de student een Onvoldoende voor VTB1. Herkansing is mogelijk bij de volgende VT-afname. bij viermaal aanwezigheid wordt VTB1 bepaald op basis van de drie laatst gemaakte VT s. De VTB1 uitslag wordt: o Goed wanneer voor twee VT s een Goed is gescoord op minimaal niveau Meetmoment 04 (zie de normentabel op de onderwijswebsite) én de derde VT geen Onvoldoende is; o Voldoende wanneer voor twee VT s een Voldoende is gescoord, waarvan één VT Voldoende is op minimaal niveau Meetmoment 04 en de laatste VT Voldoende is op minimaal niveau Meetmoment 02; o een - voorlopige - Onvoldoende wanneer bovenstaande twee regels niet van toepassing zijn. Daarna wordt de eerste VT die Onvoldoende is verwijderd uit de rekenreeks van vier VT s en volgt een impliciete herkansing ( herberekening ) op basis van de drie resterende VT s. Zie: Herkansing. bij driemaal aanwezigheid volgt een impliciete herkansing, zoals hieronder wordt beschreven, op basis van de drie afgelegde VT s. Herkansing Op Meetmoment 04 bij impliciete herkansing, en op Meetmomenten 05 t/m 07 bij latere herkansing: vaststelling van VTB1 in geval van herkansing gebeurt altijd op basis van de drie laatst gemaakte VT s; VTB1 wordt een Voldoende wanneer voor twee VT s een Voldoende is gescoord, waarvan één VT Voldoende is op minimaal niveau Meetmoment 04 (zie de normentabel op de onderwijswebsite) en de laatste VT Voldoende is op minimaal niveau Meetmoment 02; VTB1 wordt een Onvoldoende wanneer bovenstaande regels niet van toepassing zijn. Nota bene: bij herberekening, driemaal aanwezigheid met impliciete herkansing en na latere herkansingen is het behalen van een Goed voor VTB1 niet meer mogelijk. De examencommissie heeft te allen tijde de bevoegdheid om in individuele situaties uitzonderingen te maken op de VTB1 uitslagen. VT-regeling Bachelorcurriculum geneeskunde2015 -Bachelorjaar 1 2015-2016 pagina 8

BIJLAGE 2: Toelichting bij de normering volgens Meetmoment 1. Inleiding Op 1 september 2010 is een normering per Meetmoment van kracht geworden. Onder Meetmoment wordt verstaan het curriculaire volgnummer van de VT waaraan de student deelneemt. De normering is gebaseerd op de resultaten van groepen studenten van de verschillende, aan de VT participerende, geneeskundeopleidingen die maximaal vergelijkbaar zijn. Met vier VT s per jaar kent de zesjarige geneeskundeopleiding 24 Meetmomenten. 2. Waarom normering per Meetmoment? Het doel van de invoering van Meetmomenten is om een meer reële normering te bereiken, gebaseerd op de resultaten van groepen toetskandidaten, studerend aan de vijf participerende opleidingen, die vergelijkbaar zijn met elkaar. Voor een correcte beoordeling van de toetsprestaties dienen studenten te worden ingedeeld in groepen die ongeveer dezelfde hoeveelheid onderwijs hebben gevolgd. In de bestaande situatie, waarbij Masterstudenten gedurende het hele jaar kunnen instromen, is de jaargroep geen geschikt criterium. In Nijmegen bijvoorbeeld verloopt de instroom met één cogroep per vier weken, twaalf maal per jaar. Van de Nijmeegse studenten die in het 1 e Masterjaar de voortgangstoets maken heeft ongeveer een kwart nog vrijwel geen Masteronderwijs genoten, terwijl een ander kwart op het punt staat om het 1 e Masterjaar af te sluiten. Door invoering van normering per Meetmoment verdwijnt deze mix die voorheen de normering mede bepaalde. Het Meetmomentnummer is dus een maat voor het opleidingsstadium van de student op de VT-afnamedatum. De Meetmomenten worden in zowel het Bachelor- als het Mastercurriculum gebruikt, om beide opleidingen logisch en consequent op elkaar te laten aansluiten. Dit bevordert tevens de duidelijkheid van de feedback over de kennisgroei. Alle Bachelorstudenten van de samenwerkende geneeskundeopleidingen maken op de VTafnamedatum in september de VT op niveau van Meetmoment 01 (eerstejaars), 05 (tweedejaars) of 09 (derdejaars). In december worden dat respectievelijk 02, 06, 10, enzovoorts. In het Mastercurriculum is het eerste Meetmoment nummer 13, het laatste Meetmoment nummer 24. Deze Meetmomenten staan niet in verband met een VTafnamedatum. 3. Hoe worden de normen berekend? Voor de normering wordt één best-fittende lijn berekend voor alle landelijk deelnemende studenten van alle zes opleidingsjaren. Daarbij worden 15 meetpunten gebruikt: 3 in het Bachelorcurriculum (voor de VT-jaargroepen 1, 2 en 3) en 12 in het Mastercurriculum. Het aantal studenten per meetpunt wordt verdisconteerd in de berekening van de normen. 4. Toekennen van het Meetmoment De VBCN stelt de Meetmomenten vast. In het Bachelorcurriculum gebeurt dit op basis van de indeling in de VT-jaargroep (1, 2 of 3) en de VT-afnamedatum. In het Mastercurriculum wordt bij de start met het eerste studieonderdeel (CKO1-voor of CKO9) Meetmoment 13 toegekend, waarna het Meetmoment met iedere volgende VT met 1 nummer wordt opgehoogd. VT-regeling Bachelorcurriculum geneeskunde2015 -Bachelorjaar 1 2015-2016 pagina 9

Een student die een VT heeft gemist, anders dan door studieonderbreking, wordt ingedeeld voor het eerstvolgende Meetmoment na de gemiste VT, net zoals de anderen van zijn studiejaar of cogroep. Hij is namelijk even ver gevorderd met het curriculum als zijn medestudenten. Een Masterstudent die na vertraging terugkeert en ingedeeld wordt in een andere cogroep ontvangt in principe de Meetmomenten van de nieuwe cogroep. Een student die een studiejaar herhaalt en het bijbehorende Voortgangstentamen nog niet heeft behaald, wordt opnieuw ingedeeld voor het Meetmoment dat hoort bij dat jaar. Voorbeeld: als een student het tweede Bachelorjaar herhaalt (Meetmomenten 05, 06, 07 en 08) wordt deze bij de september-vt opnieuw voor Meetmoment 05 ingedeeld. Voor studiejaar 6 geldt dat, als een student ná indeling voor Meetmoment 24 nog VT s moet afleggen, de indeling voor Meetmoment 24 blijft gehandhaafd. Dat is immers het eindniveau van de opleiding. 5. Bijzondere situaties Het is mogelijk dat voor sommige studenten de indeling volgens Meetmoment anders uitvalt dan verwacht zou worden op grond van de reeks eerder afgelegde toetsen. Dit betreft vooral studenten die de studie tijdelijk hebben onderbroken, een deel van de opleiding hebben herhaald, als deeltijdstudent studeren of via bijzondere regelingen met vrijstellingen zijn ingestroomd. De VBCN beziet in zulke gevallen wat de meest reële indeling is voor deze studenten m.b.t. de studievoortgang. In elk geval geldt dat binnen de grenzen van de OER (geldigheidsduur) de eerder behaalde VT-resultaten behouden blijven en dat deze studenten hierop een beroep kunnen doen, indien in de laatste fase van de opleiding nog VT s zouden ontbreken. VT-regeling Bachelorcurriculum geneeskunde2015 -Bachelorjaar 1 2015-2016 pagina 10

6. Overzicht van de VT coderingen De onderstaande tabel maakt zichtbaar hoe de Meetmomentindeling zich verhoudt tot de jaargroepindeling en welke codes gebruikt worden. In de Bachelor betreft het telkens één Meetmoment per studiejaar per VT-afnamedatum, in de Master zijn bij elke VT vier Meetmomenten mogelijk per studiejaar. BACHELOR: CODERING VT's BIJ NORMERING NAAR MEETMOMENT Het Meetmoment (MM) is in de Bachelor bij alle studenten binnen een jaargroep gelijk. Voorbeeld: V2.3.07 - de tweedejaars doen in februari/maart allen de 3 e VT van cursusjaar 2 met MM07. Cursusjaar 1 = B1 Cursusjaar 2 = B2 Cursusjaar 3 = B3 VT van Codering Codering Codering SEPT/OKT V1.1.01 V2.1.05 V3.1.09 NOV/DEC V1.2.02 V2.2.06 V3.2.10 FEB/MRT V1.3.03 V2.3.07 V3.3.11 MEI/JUN V1.4.04 V2.4.08 V3.4.12 MASTER: CODERING VT's BIJ NORMERING NAAR MEETMOMENT Het Meetmoment (MM) kan in de Master verschillen binnen de grenzen van het betreffende cursusjaar. Voorbeeld: V5.2.17 of 18 of 19 of 20 - de 5 e jaars doen in december de 2 e VT van cursusjaar 5 met, afhankelijk van het instroommoment, het MM 17, 18, 19 of 20. Cursusjaar 4 = M1 Cursusjaar 5 = M2 Cursusjaar 6 = M3 VT van Codering Codering Codering SEPT/OKT V4.1.13 of 14 of 15 of 16 V5.1.17 of 18 of 19 of 20 V6.1.21 of 22 of 23 of 24 NOV/DEC V4.2.13 of 14 of 15 of 16 V5.2.17 of 18 of 19 of 20 V6.2.21 of 22 of 23 of 24 FEB/MRT V4.3.13 of 14 of 15 of 16 V5.3.17 of 18 of 19 of 20 V6.3.21 of 22 of 23 of 24 MEI/JUN V4.4.13 of 14 of 15 of 16 V5.4.17 of 18 of 19 of 20 V6.4.21 of 22 of 23 of 24