Figuur 1: logo Vrouwenraad GENDERKAMER OMBUDSMAN [Aanbevelingen bij de installatie van een genderpolitie bij de Vlaamse Ombudsman ) september 2015
INHOUDSTAFEL GENDERKAMER OMBUDSMAN... 1 INLEIDING... 3 OPMERKINGEN... 4 Meldpunten... 4 Structurele samenwerking met de stakeholders... 4 Genderkamer... 6 Samenvattend... 6 2
Inleiding Reeds in juli vorig jaar (2014) voerden çavaria, het Transgender Infopunt en de vrouwenraad gemeenschappelijke actie naar alle stakeholders die betrokken zijn bij de behandeling van klachten m.b.t. discriminatie op basis van geslacht (incl. genderidentiteit en genderexpressie). Waarom? België bleef (blijft?) tot op heden in gebreke inzake de omzetting van de EUgenderrichtlijnen. Deze richtlijnen vereisen een orgaan om onafhankelijk bijstand te verlenen aan slachtoffers van discriminatie, om onafhankelijke onderzoeken te verrichten en om onafhankelijke verslagen te publiceren en aanbevelingen te doen. Het parlement moet hiertoe een initiatief nemen. Dit is ondertussen gebeurd voor de rasrichtlijn, via de instemmingswetten, -decreten en ordonnatie met het samenwerkingsakkoord van 12 juni 2013. Het samenwerkingsakkoord handelt over de opsplitsing van het oude Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding in een interfederaal Gelijkekansencentrum en een Federaal Migratiecentrum. Dit betekent dat geslachtdiscriminatie (incl. genderidentiteit en genderexpressie) niet kan gemeld en aangepakt worden gezien het Interfederaal Centrum hierover geen bevoegdheid heeft. De facto verwijst het Interfederaal Centrum klachten m.b.t. gender door naar het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen (IGVM) en geeft aan de meldpunten de opdracht om hetzelfde te doen. Maar het IGVM is niet bevoegd voor klachten m.b.t. Vlaamse domeinen. Het IGVM heeft wel samenwerkingsprotocollen met alle gemeenschappen behalve met Vlaanderen. We vroegen aldus hiervoor een institutionele oplossing. De Vlaamse Regering heeft in uitvoering van het Vlaams regeerakkoord beslist (met goedkeuring van het Vlaams Parlement op 8 juli 2015) dat de Vlaamse Ombudsdienst belast wordt, als onafhankelijk orgaan met de rechtsbescherming (+ ondersteuning en handhaving) van de beschermende kenmerken geslacht, genderidentiteit en genderexpressie (zoals vastgesteld in het gelijkekansendecreet en het decreet op de evenredige participatie op de arbeidsmarkt). Hierbij zal de Vlaamse Ombudsdienst eerder verzoenend optreden en ook verder werken met zijn gangbare verwijs- en doorverwijstechnieken en geeft aan in zijn Beleidsplan van 8 juli 2015 dat ze nu al samenwerken met o.a. de lokale meldpunten, justitiehuizen, CGZ s, CAW s, OCMW s, preventie- en inspectiediensten,.). De Ombudsdienst geeft aan dat het om een lijnbenadering gaat. En dan heeft men het in eerste instantie over de eerste lijn van de eigen klachten- en klantendiensten van de Vlaamse overheid. De Ombudsdienst verwijst hierbij naar de report-knop op de site van de VDAB, die sollicitanten toelaat om discriminatoire personeelsadvertenties te melden. Ook zal de Ombudsdienst in zijn hoedanigheid van tweedelijns-sluitstuk van dit eerste lijnswerk mee ijveren voor betere registratie van discriminatiemeldingen. In dit kader worden gesprekken gevoerd met de algemene info-kanalen van de Vlaamse overheid en met De Lijn. Daarnaast opent de ombudsman een genderkamer waarin hij aangeeft dat hijzelf met de steun van zijn twaalkoppig team de individuele genderklachten zal behandelen. 3
Ook zal de genderkamer in dialoog met de stakeholders werk maken van het in kaart brengen van de structurele hinderpalen voor gelijke behandeling. Opmerkingen De Vrouwenraad heeft i.s.m. çavaria en het Transgenderinfopunt zowel aan het parlement als aan de minister en de Ombudsdienst op verschillende tijdstippen (ontmoeting met de Ombudman, bespreking in het parlement,.) zijn bezorgdheid uitgedrukt over de manier waarop de Vlaamse overheid invulling geeft aan de omzetting van de EU-genderrichtlijnen. Meldpunten In de gemeenschappelijke actie stelden we ons enkele vragen over de samenwerking met alle bestaande instanties die er nu al zijn die klachten behandelen. Zo is er onduidelijkheid over de samenwerking met de lokale meldpunten die momenteel ingekanteld zijn in het Interfederaal Gelijkekansencentrum. Omdat we geen voorstander zijn van aparte loketten voor verschillende discriminatiegronden stellen we voor dat de huidige lokale meldpunten de beschermende kenmerken geslacht, genderidentiteit en genderexpressie opnieuw opnemen. N.a.v. de installatie van de genderkamer (beleidsplan 8 juli 2015, Vlaamse Ombudsdienst) merken we op dat de Vlaamse Ombudsdienst met de melspunten zal samenwerken, nl. doorverwijzen. Het is volstrekt onduidelijk of deze meldpunten nu ook klachten op basis van geslacht, genderidentiteit en genderexpressie zullen behandelen? Dit dient uitgeklaard? En naar wie hier doorverwezen wordt? Normaliter behandelt het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen (IGVM) dergelijke uitsluitingsgronden en niet het Interfederaal Centrum waar de meldpunten ingekanteld zijn. Structurele samenwerking met de stakeholders In onze gemeenschappelijke actie stelden we dat we de Ombudsdienst als een tijdelijke oplossing zien want dat er nu drie primaire organen zijn voor de behandeling van discriminatieklachten in ons land (de Vlaamse Ombudsdienst, het Interfederaal Gelijkekansencentrum met de meldpunten, het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen). Dat kan voor melders heel verwarrend zijn, zeker wanneer er sprake is van meervoudige discriminatie. We verwachtten dat er duidelijke afspraken gemaakt worden tussen de diverse spelers in dit veld en dat er dus op dit vlak ook efficiënt samengewerkt zal worden. In het beleidsplan van de Ombudsdienst merken we op dat er enkel expliciet vermeld wordt dat er zal samengewerkt worden met de lokale meldpunten en met de stakeholders. Er worden o.a. instanties vermeld zoals de justitiehuizen, CGZ s, CAW s, OCMW s, preventieen inspectiediensten in het kader van de doorverwijspolitiek. Hierbij rijst de vraag in welke mate deze instanties alle klachten (over alle Vlaamse bevoegdheden) kunnen behandelen? Daarnaast zal de nieuw op te richten Genderkamer in dialoog met de stakeholders werk maken van het in kaart brengen van de structurele hinderpalen voor gelijke behandeling. 4
Betekent dit dat er bijkomend onderzoek zal geschieden? Met wie of welke instellingen? Met ander woorden hoe zullen de onderzoeksopdrachten concreet georganiseerd en ingevuld worden? De term stakeholders wordt echter niet omschreven. En er wordt niets vermeld over een structurele samenwerking met zowel het Interfederaal Gelijkekansencentrum dat verantwoordelijk is voor de meldpunten en het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen. Naar verluid zou de Ombudsman geen formele samenwerkingsprotocollen willen met zowel de meldpunten als beide instituten; enkel informele samenwerking. Er wordt wel verwezen naar de eerste lijnbenadering via de eigen klachten- en klantendiensten van de Vlaamse overheid. In dit kader wordt enkel VDAB expliciet benoemd (meldingen over discriminatoire personeelsadvertenties). Wel zal de Vlaamse Ombudsdienst in zijn hoedanigheid van tweedelijns-sluitstuk van dit eerste lijnswerk mee ijveren voor betere registratie van discriminatiemeldingen. Er zijn hierover gesprekken met de algemene infokanalen van de Vlaamse overheid en met De Lijn (die gevoelige klachten vandaag niet apart in de eigen statistiek opneemt). Er is dus onduidelijkheid of klachten m.b.t. overheidsdiensten als eerste of als tweede lijn zullen behandeld worden. We vermoeden dat men het hier impliciet over het hulpnummer 1700 heeft en het nummer 1712 (= meldpunt geweld waar verwezen wordt naar de CAW s en vertrouwenscentra waarvan de Vrouwenraad gevraagd heeft om het luik seksueel geweld voor meerderjarigen verder uit te werken want tot op heden ligt de focus vooral op minderjarigen). De Vrouwenraad zal dit laatste mee opvolgen via de overleggroep 1712. Vraag hierbij is of iemand geneigd is om naar het nummer 1700 te bellen met klachten m.b.t. gender? Temeer omdat deze mogelijkheid nog volledig onbekend is (iemand die melding discriminatie googelt komt onvermijdelijk terecht bij de meldpunten). De korte persmededeling in de vakantieperiode over de installatie van een genderpolitie kan o.i. niet gelijkgesteld worden met een campagne naar het ruime publiek toe. Bovendien benadrukt deze term eerder het repressieve karakter en lijkt het eerder drempelverhogend dan drempelverlagend te werken. Het middenveld heeft melding gemaakt via de sociale media van de installatie ervan maar het is de taak van de overheid om hier een laagdrempelige overheidscampagne van te maken (in samenwerking met het middenveld). Knelpunt hierbij is dat de Ombudsdienst die klachten behandelt over Vlaamse overheidsdiensten, nu door zijn uitbreiding via de genderkamer dus ook klachten kan krijgen over zichzelf. Ook wat betreft de klachten over de meldpunten bij de Ombudsdienst (als ombudsdienst) en bij discriminatieklachten over de Ombudsdienst bij de discriminatiemeldpunten is de Ombudsdienst zelf betrokken partij (als ombudsdienst én als behandelaar van discriminatieklachten m.b.t. gender). Op welke manier zal de Ombudsdienst in zo n situaties bemiddelen? 5
Genderkamer In het beleidsplan wordt gesteld dat vanuit deze nieuw op te richten genderkamer de ombudsman zelf (met de steun van zijn twaalfkoppig team) de individuele genderklachten zal behandelen. Hierbij wordt vooral de verzoenende rol benadrukt. Op basis van onze informatie zal de Ombudsman de genderkamer bestaffen met 1 fulltime medewerker, waarvoor enkel dit jaar middelen voorzien zijn. In het kader van onderzoeksopdrachten en preventieve acties is samenwerking met het IGVM en het middenveld aangewezen want dit lijkt ons een minimale bezetting voor dergelijke opdracht, vooral in het licht van de uitbreiding van de Vlaamse bevoegdheden in het kader van de staatshervorming. Bovendien blijft de vraag of het de taak van de Ombudsdienst is om tweede lijnsopvang te verzorgen (want ze willen doorverwijzen). Bovendien zou het een precedent zijn dat een ombudsdienst voor administratieve klachten (cfr. federale Ombudsdienst) ook burgerlijke klachten zal behandelen: hiermee komen ze volledig op het terrein van het interfederaal Centrum en het IGVM. Het is belangrijk dat alle discriminatieklachten op dezelfde manier worden behandeld, of de discriminerende actor nu een bestuursinstantie is of niet. Op lange termijn verkiezen we de interfederalisatie van de bestaande instanties die klachten behandelen m.b.t. geslacht, genderexpressie- en identiteit. We benadrukten steeds in het verleden en nu dat de Vlaamse Ombudsdienst enkel een voorlopige oplossing is. Samenvattend: - Verwarring over de inhoud van de eerste en tweede lijnshulp. - Onduidelijkheid over de efficiëntie van de tweede lijnshulp via de Ombudsdienst. - Onduidelijkheid over de efficiëntie van de Vlaamse Ombudsdienst als eerste lijnshulp en of de samenwerking met enkele instanties (VDAB, De Lijn, ), alle Vlaamse bevoegdheden dekt. - Onduidelijkheid over de structurele samenwerking met het interfederaal Centrum (incl. meldpunten) en met het IGKV. - hoe zullen de onderzoeksopdrachten concreet georganiseerd en ingevuld worden? - Wat met de continuïteit van de behandeling van discriminatieklachten in de meldpunten in het kader van de voorziene evaluatie van het samenwerkingsakkoord m.b.t. het Interfederaal Gelijkekansencentrum. Zie advies van Raad van State i.v.m. artikel 7 van het wijzigingsdecreet. Dit artikel biedt geen waarborgen voor de continuïteit in het geval van negatieve evaluaties. De meldpunten zijn ingekanteld in het centrum en bijkomend knelpunt: het is nog onduidelijk of zij deze beschermingsgronden ook opnemen. Hopelijk krijgen we van de Ombudsdienst vlug antwoorden op deze concrete vragen. 6