namens de Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media uitgebracht door Katia Segers

Vergelijkbare documenten
namens de Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media uitgebracht door Karin Brouwers

over de Europese richtlijn Televisie zonder Grenzen

Verslag van de gedachtewisseling. over de gereglementeerde boekenprijs

Verslag. over het ontwerp van decreet

Verslag. over het ontwerp van decreet

Verslag. over het ontwerp van decreet

houdende diverse bepalingen in de beleidsvelden cultuur, jeugd en Brussel

van Cathy Coudyser, Karin Brouwers, Marnic De Meulemeester, Jan Van Esbroeck, Johan Verstreken en Bart Caron

VR DOC.1315/1BIS

nr. 265 van WILFRIED VANDAELE datum: 14 juli 2015 aan SVEN GATZ Media - Ontwikkelingen commerciële communicatie

betreffende de toegang tot en het gebruik van diensten van de informatiemaatschappij door jongeren

Verslag van de gedachtewisseling. over de nota van de Vlaamse Regering

houdende diverse financiële bepalingen

Voorstel van resolutie. betreffende het stopzetten van de openbareomroepactiviteiten in Griekenland

VR DOC.0432/1

COMMISSIEVERGADERINGEN AANPASSING

Advies van de Raad van State. over het voorstel van decreet. houdende wijziging van het Kunstendecreet van 13 december 2013

AMENDEMENTEN NL In verscheidenheid verenigd NL 2012/2132(INI) Ontwerpadvies Vicente Miguel Garcés Ramón. PE500.

COMMISSIEVERGADERINGEN AANPASSING

Verslag van de gedachtewisseling. over de overdracht van provinciale bevoegdheden Sport

houdende instemming met het Verdrag inzake het Europees Bosseninstituut

over de uitsluiting van grensarbeiders van de Vlaamse zorgverzekering

Inleiding. A. analyse per programma

Verslag. over het ontwerp van decreet

Advies over betaalde boodschappen van politieke (kandidaat-) mandatarissen

452 ( ) Nr juli 2015 ( ) ingediend op. Ontwerp van decreet

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

van Katia Segers, Güler Turan en Tine Soens

en over het ontwerp van decreet

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT. overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

COMMISSIEVERGADERINGEN

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Brussel, SG-Greffe(2008)D/

houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2015

Verzoekschrift. over een studie naar de gevolgen van het Engels als eventuele derde officiële taal in Brussel. Verslag

Verslag van het verzoekschrift. over een inkomensafhankelijke bijdrage voor de zorgverzekering

over de agenda van de komende Europese Ministerraden Landbouw en Visserij en het Belgische EU-voorzitterschap

PLENAIRE VERGADERINGEN

EUROPESE COMMISSIE TEGEN RACISME EN INTOLERANTIE

over aanpassing van het besluit van de Vlaamse Regering inzake de brandveiligheid in ouderenvoorzieningen

ONTWERP VAN DECREET VERSLAG. namens de Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media uitgebracht door de heer Carl Decaluwe

betreffende het versneld openstellen van de persoonsvolgende financiering voor minderjarige personen met een handicap

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN DE COMMISSIE

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Ontwerp van decreet. Verslag. stuk ingediend op

VR DOC.0365/1BIS

8977/15 gar/yen/hw 1 DG E 2B

COMMISSIEVERGADERINGEN AANPASSING

tot wijziging van artikel 8 en 10 van de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

Verslag van het verzoekschrift. over een verminderde bijdrage Vlaamse zorgverzekering voor leefloners op basis van het actuele inkomen

Juridisch kader. Europese Richtlijn Audiovisuele Mediadiensten (11 december 2007)

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

9011/1/15 REV 1 jwe/van/sl 1 DG B 3A

VLAAMS PARLEMENT VOORSTEL VAN DECREET. van de heer Chokri Mahassine c.s. houdende evenredige participatie op de arbeidsmarkt AMENDEMENTEN

EUROPEES PARLEMENT ONTWERPVERSLAG. Commissie cultuur, jeugd, onderwijs, media en sport VOORLOPIGE VERSIE 2001/2086(COS) 30 mei 2001

vergadering C58 zittingsjaar Handelingen Commissievergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media

12671/17 van/asd/sp 1 DG D 2C

9901/17 dau/dau/fb 1 DG D 2A

VUISTREGELS VOOR EEN KWALITEITSVOLLE EXPLAIN

over het ontwerp van decreet houdende de wijziging van het decreet van 8 november 2002 houdende de oprichting van de v.z.w.

WERKDOCUMENT. NL In verscheidenheid verenigd NL

VLAAMSE REGULATOR VOOR DE MEDIA

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Nieuwsmonitor 6 in de media

betreffende de Vlaamse openbare statistieken

Ontwerp van decreet. Verslag

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING AAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN AAN DE RAAD

EUROPESE CENTRALE BANK

*** ONTWERPAANBEVELING

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

VLAAMSE REGULATOR VOOR DE MEDIA

Verzoekschrift. over het collectieve leerlingenvervoer in het algemeen en voor kinderen met diabetes in het bijzonder. Verslag

over de macro-economische effecten van commerciële reclame

betreffende de handel met Palestijnse gebieden

Voorstelling Vlaamse Regulator voor de Media (VRM)

8301/18 van/pau/sl 1 DG E 1C

AMENDEMENTEN NL In verscheidenheid verenigd NL 2012/2044(INI) Ontwerpadvies Evelyn Regner (PE v01-00)

Ingekomen Documenten en Mededelingen

VLAAMS PARLEMENT VERZOEKSCHRIFT. over het laten samengaan van reclame voor alcoholische dranken met de boodschap "Geniet, maar drink met mate"

ALGEMENE KAMER ZAAK VAN VRM. t. VZW FOCUS TV-REGIONALE TV VOOR HET NOORDEN VAN WEST-VLAANDEREN

OTA het voorzitterschap de delegaties Routekaart voor een betere bescherming van verdachten en beklaagden in strafprocedures

De Europese Unie is niet alleen een munt of een markt, maar ook een Unie die gebouwd is op gemeenschappelijke waarden.

10044/17 mak/adw/sl 1 DG G 2B

van Cathy Coudyser, Karin Brouwers, Marnic De Meulemeester, Jan Van Esbroeck, Johan Verstreken en Bart Caron

VERZOEKSCHRIFT. over genetisch gewijzigde organismen en biologische gewassen VERSLAG

Een verslag in het kader van het AdLit SBO project Valerie Verdoodt, Eva Lievens, Peggy Valcke en Dirk Voorhoof

De General Data Protection Regulation : persoonsgegevensverwerking in een strakker jasje

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. bij

Datum Wijziging Awgb 20 september 2016 Ons kenmerk 2016/0125/AvD/KB/RG

over de nota van de Vlaamse Regering Vlaams Actieplan Armoedebestrijding

PARITAIRE PARLEMENTAIRE VERGADERING ACS- EU

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

10374/15 ADD 1 mou/dau/hh 1 DG G 3 B

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Brussel, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER ADVIES Nr 03 / 2004 van 15 maart 2004

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, in het bijzonder artikel 5, 1 en 92bis;

Transcriptie:

651 (2015-2016) Nr. 1 ingediend op 16 februari 2016 (2015-2016) Verslag namens de Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media uitgebracht door Katia Segers van het verslagmoment over de Europese Ministerraden Media, met een stand van zaken betreffende de herziening van de richtlijn Audiovisuele Mediadiensten en het Letse voorstel in dat verband verzendcode: CUL

2 651 (2015-2016) Nr. 1 Samenstelling van de Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media: Voorzitter: Bart Caron. Vaste leden: Cathy Coudyser, Marius Meremans, Ann Soete, Wilfried Vandaele, Miranda Van Eetvelde, Herman Wynants; Caroline Bastiaens, Karin Brouwers, Sabine de Bethune, Joris Poschet; Lionel Bajart, Jean-Jacques De Gucht; Yamila Idrissi, Katia Segers; Bart Caron. Plaatsvervangers: Kathleen Krekels, Bart Nevens, Ludo Van Campenhout, Karl Vanlouwe, Manuela Van Werde, Peter Wouters; Cindy Franssen, Tinne Rombouts, Koen Van den Heuvel, Johan Verstreken; Rik Daems, Francesco Vanderjeugd; Tine Soens, Freya Van den Bossche; Imade Annouri. 1011 Brussel 02/552.11.11 www.vlaamsparlement.be

651 (2015-2016) Nr. 1 3 INHOUD 1. Toelichting door Katrien Thienpont... 4 2. Toelichting door Peggy Valcke... 5 3. Toelichting door Dirk Voorhoof... 7 4. Tussenkomst van Wilfried Vandaele... 8 5. Tussenkomst van Katia Segers... 9 6. Tussenkomst van Karin Brouwers... 9 7. Tussenkomst van Bart Caron... 10 8. Antwoorden van Dirk Voorhoof... 10 9. Antwoorden van Peggy Valcke... 10 Gebruikte afkortingen... 12 Bijlagen: zie dossierpagina op www.vlaamsparlement.be

4 651 (2015-2016) Nr. 1 Op 28 januari 2016 organiseerde de Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media een EU-verslagmoment over Media, met een stand van zaken betreffende de herziening van de richtlijn Audiovisuele Mediadiensten en het Letse voorstel in dat verband, en een debriefing van de recente Europese Ministerraden. Deze vergadering vond plaats op Gedichtendag. Enkele commissieleden en sprekers droegen die dag hun favoriete gedicht voor. De voorgelezen gedichten, van de hand van Peter Verhelst, Ole Krarup, Marina Tsvetajeva en Geert Buelens, zijn terug te vinden als bijlage op de dossierpagina van dit verslag op www.vlaamsparlement.be. 1. Toelichting door Katrien Thienpont Katrien Thienpont, attaché Cultuur en Media bij de Permanente Vertegenwoordiging van België bij de EU, geeft een stand van zaken betreffende de richtlijn Audiovisuele Mediadiensten. De bijhorende powerpointpresentatie is als bijlage terug te vinden op de dossierpagina van dit verslag op www.vlaamsparlement.be. De herziening van de richtlijn staat op til. In 2013 is het proces door de Europese Commissie opgestart aan de hand van de publicatie van een groenboek met een algemene schets van de geconvergeerde audiovisuele wereld. Via consultatie konden stakeholders hierop reageren. Ook de Vlaamse administratie heeft een antwoord hierop verstuurd. In 2013 heeft de Europese Commissie tevens een consultatie gedaan over de onafhankelijke regulatoren. In 2015 is de Europese Commissie via consultatie nagegaan of de richtlijn nog aan alle voorwaarden voor een goede werking voldeed. Verschillende stakeholders konden reageren op een document met een aantal vragen en mogelijke pistes. Vanuit België zijn er reacties geweest van de verschillende gemeenschappen, de regulatoren en een aantal mediaspelers. Deze zijn te raadplegen op de website van de Europese Commissie (zie links in de presentatie). De Europese Commissie verwerkt deze informatie met het oog op een nieuw voorstel, dat ook gebaseerd wordt op een aantal andere bronnen en studies, bijvoorbeeld over de bescherming van minderjarigen, commerciële communicatie of over de onafhankelijkheid van regulatoren. De Europese Commissie heeft een formele groep van regulatoren opgericht, die ook een aantal adviezen heeft opgesteld betreffende de nieuwe richtlijn. Binnen het contactcomité, een vergadering van experten van lidstaten, werd een aantal specifieke problemen besproken. De Europese Commissie bereidt tegen maart/april 2016 een ontwerptekst voor. De tekst zal vervolgens binnen de Europese Commissie circuleren tussen verschillende diensten. Tijdens deze zogenaamde interservice consultation wordt de tekst afgestemd met de werkzaamheden ter herziening van verschillende richtlijnen, onder andere die met betrekking tot het telecompakket en platformen, in het kader van de eengemaakte digitale markt, hetgeen een prioritair project is van de Europese Commissie. Ook het Europees Parlement en de Raad van de EU hebben een aantal stappen gezet. De spreker noemt twee rapporten, met name connected television, gelinkt aan het groenboek, en geconvergeerde audiovisuele wereld. Beide rapporten bevatten de vraag naar de herziening van de richtlijn Audiovisuele Mediadiensten, onder meer omdat de grenzen tussen lineaire en niet-lineaire communicatie vervagen. Onder het Italiaanse voorzitterschap en naar aanleiding van het groenboek, heeft de Raad van Ministers in 2014 de raadsconclusies over het Europese audiovisuele

651 (2015-2016) Nr. 1 5 beleid aangenomen. Ook dit bevat het verzoek aan de Europese Commissie om de richtlijn Audiovisuele Mediadiensten te herzien. In 2015 vond het debat plaats onder het Letse voorzitterschap. De Europese Commissie heeft in het werkprogramma aangekondigd dat er een voorstel zal worden gepubliceerd tegen mei of juni 2016. Eind mei vergadert de Raad van Ministers, waarbij het voorstel mogelijks gepresenteerd wordt. Het voorstel zal besproken worden door de Raad en het Europees Parlement, die de tekst zullen onderhandelen en amenderen, binnen een gewone wetgevende procedure. België heeft een stem in de Raad. Dit betekent dat er een consensus zal moeten zijn tussen de gemeenschappen voordat België een standpunt kan innemen. Ten vroegste in de tweede helft van 2017 of begin 2018 zullen de onderhandelingen resulteren in de publicatie van een nieuwe richtlijn. De spreker geeft ook een debriefing van de vergadering van de Raad van 19 mei 2015, onder het Letse voorzitterschap. Hier vond een debat plaats over de toepassing van de richtlijn Audiovisuele Mediadiensten in een geopolitieke context. De aanleiding hiervoor is de situatie waarbij Russische zenders uitzenden naar Baltische staten vanuit andere EU-lidstaten. Wegens het vrije verkeer, kunnen deze diensten moeilijker worden tegengehouden aan de grenzen. Ze noemt een aantal aandachtspunten uit deze vergadering. De vrije meningsuiting en het mediapluralisme moeten worden beschermd. Het oorspronglandbeginsel is belangrijk, maar misschien moeten er meer uitzonderingen mogelijk worden. De procedures om een uitzending aan de grens tegen te houden, moeten worden geëvalueerd. De samenwerking tussen regulatoren kan worden versterkt. Een aantal lidstaten legden de nadruk op de rol van de openbare omroep in een gezond medialandschap. Bij monde van minister Sven Gatz, heeft België in deze vergadering de nadruk gelegd op artikel 10 van het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens, over de vrije meningsuiting. Hij uitte begrip voor de Letse problematiek. Mogelijks kan de bepaling van de bevoegdheid van de lidstaat verduidelijkt worden, met name de definities van redactionele verantwoordelijkheid en effectieve controle. Er moet worden nagedacht over een snellere en eenvoudigere procedure om uitzendingen aan de grenzen tegen te houden. 2. Toelichting door Peggy Valcke Peggy Valcke, professor ICT- en Mediarecht aan de KU Leuven en onderzoeker bij iminds, start haar toelichting vermits 28 januari niet enkel Gedichtendag is, maar ook Data Privacy Day met een citaat van Ayn Rand: Civilisation is the progress towards a society with privacy. The savage s whole existence is public, ruled by the laws of his tribe. Civilisation is the process of setting man free from men.. Ze meent dat privacy in een mediacontext toenemende aandacht verdient van de commissieleden, gezien de recente trend van gepersonaliseerde reclame en media-aanbod, en een steeds meer doorgedreven monitoring van ons kijk-, luister- en leesgedrag. Ze voegt een citaat toe: What man creates by the hand, he needs to control by the head.. De discussie over het geografische bereik van de richtlijn is niet nieuw, en werd ook gevoerd bij de vorige herziening van de richtlijn. Toen werd er door een aantal lidstaten ook gepleit om meer uitzonderingen te voorzien op het beginsel van het land van oorsprong. Volgens haar is dit een heilig principe, waar best niet aan getornd wordt.

6 651 (2015-2016) Nr. 1 Het Letse voorstel wil echter het geografische bereik van de richtlijn uitbreiden tot aanbieders van audiovisuele mediadiensten die buiten de EU zijn gevestigd maar zich tot een publiek binnen de EU richten. De spreker plaatst hier een ernstige kanttekening bij, omdat men op die manier degenen die vanuit de EU opereren, toelaat om van het oorspronglandbeginsel te profiteren. Als het de bedoeling is om te kunnen ageren tegen aanbieders van buiten de EU, dan is er op dit moment niets dat een lidstaat verhindert dit te doen, want de niet-euaanbieder kan zich niet beroepen op het oorspronglandbeginsel. Ze twijfelt of er met dit voorstel een stap vooruit wordt gezet. Het tweede punt van het Letse voorstel is om te voorzien in een versneld reactiemechanisme bij overtredingen van het verbod op aanzetten tot haat. Op het gebied van uitzonderingen op het oorspronglandbeginsel, is er op dit moment een discrepantie tussen de behandeling van lineaire diensten enerzijds en nietlineaire diensten anderzijds. Voor de niet-lineaire diensten zijn er de bepalingen die gekopieerd zijn uit de richtlijn Elektronische Handel voor de diensten van de informatiemaatschappij. De spreker is voorstander om die discrepantie bij te stellen, door ook voor de lineaire diensten een urgentiemechanisme te voorzien. Dit kan al voor een deel tegemoetkomen aan de bekommernissen van de Baltische overheden, die de Russische invloeden op de publieke opinie als een noodsituatie ervaren. Ze maken zich zorgen over de lange procedure om een uitzondering te bekomen op het oorspronglandbeginsel voor lineaire diensten. Dit is uitgelegd in de richtlijn, en omgezet in het Mediadecreet. Hier is overeenstemming nodig met de regulatoren in het buitenland en de Europese Commissie. Een alternatief gelijkaardig aan de voorstellen omtrent de Privacyverordening is een intensere samenwerking tussen de regulatoren en het delen van de bevoegdheden. Het derde aspect van het Letse voorstel is om het algemene beschermingsniveau van consumenten te verhogen door lidstaten toe te laten om onaanvaardbare inhouden die aanzetten tot haat in televisie-uitzendingen, te weren op basis van een ruimer stelsel van overwegingen in verband met het openbare beleid. Dit impliceert het verruimen van de uitzonderingen op het oorspronglandbeginsel. Het uitgangspunt in de richtlijn is dat het oorspronglandbeginsel geldt in de gebieden die gecoördineerd zijn door de richtlijn. De richtlijn handelt niet over openbare veiligheid. Ze twijfelt of deze expliciete uitzondering nodig is als men wil optreden tegen een zender die vanuit een andere lidstaat opereert, en bij een uitzending ingaat tegen de regels van openbare veiligheid. Volgens haar kan er in bepaalde gevallen opgetreden worden zonder een beroep te moeten doen op de procedure qua uitzonderingen op het oorspronglandbeginsel, omdat het een nietgeharmoniseerd aspect is, en dus niet onder het toepassingsgebied van de richtlijn valt. Ze pleit ook hier voor terughoudendheid bij het introduceren of expliciteren van zaken die niet nodig zijn. Waar ligt het onderscheid tussen het beschermen van de openbare veiligheid enerzijds en het optreden tegen het zaaien van haat anderzijds? Er is op het niveau van de EU een algemene trend om meer te willen optreden tegen aanbieders die een effect ressorteren op het grondgebied van de EU. Deze aanpak wordt onder meer gehanteerd onder het mededingingsrecht. Ze verwijst ook naar de herziening van de privacywetgeving op Europees niveau, waarbij de nieuwe verordening voorziet in de mogelijkheid om te kunnen optreden tegen verwerkers van persoonsgegevens die niet gevestigd zijn op het grondgebied van de EU. Ze meent evenwel dat de slinger niet te ver mag doorslaan, zeker niet in een mediacontext, waar de vrijheid van meningsuiting en vrije informatievoorziening cruciaal zijn voor de democratie. Het oorspronglandbeginsel leidt tot frustraties, maar het zorgt eveneens voor het openbreken van markten en het

651 (2015-2016) Nr. 1 7 verrijken van de informatievoorziening. Ze meent dat dit beginsel het uitgangspunt moet blijven van de richtlijn en van het wetgevende kader voor media in Europa, en vindt het zeer waardevol dat de commissieleden nu al nadenken over een evenwichtige oplossing. 3. Toelichting door Dirk Voorhoof Dirk Voorhoof, professor Mediarecht aan de UGent, begint zijn toelichting met een variatie op de quote aangebracht door zijn collega: Civilisation is the progress towards a society with transparancy.. Privacy is belangrijk voor individuen, en transparantie voor het publieke leven. De spreker blikt eerst terug naar de Televisierichtlijn, die dateert van 1989, en waaraan acht jaar is gewerkt. Bijna tien jaar later is daarvan een update gebeurd, in 1977. Pas na twintig jaar is er een grondige herziening geweest van de Televisierichtlijn in 2007. Het lijkt er op dat de zaken nu sneller evolueren, en dat er zich al na tien jaar een review van de richtlijn Audiovisuele Mediadiensten aandient. Opnieuw is er het discussiepunt of een grondige dan wel een minimale herziening nodig is, en ook de thema s zijn gelijkaardig, binnen een context van convergentie, en internationale ontwikkelingen, met name het oorspronglandbeginsel, het algemene publieke belang en het zaaien van haat, het onderscheid tussen lineaire en niet-lineaire diensten, en de impact van de richtlijn op internetgerelateerde activiteiten en printmedia. Hij merkt op dat het niet evident is om in deze voorbereidende fase als jurist al zijn mening te geven. De Europese Commissie heeft een brede consultatieronde opgezet bij de lidstaten, universiteiten en onderzoeksinstellingen, ngo s en stakeholders uit de sector. De respons op al deze voorstellen wordt momenteel verwerkt. Het wordt een moeilijke opdracht om hieruit de grote lijnen te halen, want de standpunten zijn zeer uiteenlopend. Een standpunt is onvermijdelijk ook ideologisch gekleurd. De vraag of het oorspronglandbeginsel als stevig basisprincipe moet gelden, is gekoppeld aan de keuze tussen meer Europa met open grenzen of een visie waarin de nadruk ligt op de belangen van de natiestaten. De filosofie achter de Dienstenrichtlijnen, en tevens de legitimatie en het ankerpunt ervan, is het oorspronglandbeginsel. De economische dimensie van de richtlijn zorgt ervoor dat er een interne markt is, waarbij een intern geproduceerde dienst naar de overige lidstaten op een onbelemmerde manier kan worden uitgevoerd. Het beginsel is niet absoluut. De huidige richtlijn voorziet een aantal uitzonderingen. Deze zijn verschillend voor lineaire en niet-lineaire diensten, met betrekking tot het aanzetten tot haat en de bescherming van minderjarigen. De uitzonderingen zijn te verantwoorden, en bieden de minimale waarborgen. Men kan hier weinig aan afdoen, omdat men anders buiten het EU-recht en buiten de rechtsstaat treedt. Een ontvangststaat die wil optreden tegen televisieuitzendingen afkomstig van een andere EU-lidstaat, moet een aantal stappen volgen. De ontvangststaat moet ernstige inbreuken tweemaal vastgesteld hebben en dit aanmelden bij de zendstaat en bij de Europese Commissie, met de melding dat er maatregelen zullen volgen. Er kunnen dan maatregelen volgen, waarna de Europese Commissie eventueel kan oordelen dat de maatregel in strijd is met het EU-recht. Men kan enkel gemotiveerd optreden, en het nodige bewijsmateriaal is vereist dat er een duidelijke, belangrijke en ernstige inbreuk is, hetzij voor de bescherming van minderjarigen, hetzij met betrekking tot het aanzetten tot

8 651 (2015-2016) Nr. 1 geweld, haat of discriminatie op basis van ras, geslacht, godsdienst of nationaliteit. De spreker vindt het belangrijk dat deze waarborgen blijven bestaan. Vanuit Vlaanderen of België zou er een uitbreiding kunnen worden voorgesteld met betrekking tot andere discriminatiegronden die in de federale antidiscriminatiewetgeving en in tal van decreten met betrekking tot nietdiscriminatie opgenomen zijn, zoals bijvoorbeeld seksuele geaardheid, geloof of levensbeschouwing. Er moeten onafhankelijke mediaregulatoren zijn, die procedures hanteren en beslissingen nemen op basis van principes van hoor en wederhoor en recht op verdediging, met de mogelijkheid om die beslissingen aan te vechten. De spreker gaat in op de situatie in Letland. Met betrekking tot de relatie met Rusland, kan geen toepassing worden gemaakt van de EU-richtlijn omdat in Rusland gevestigde aanbieders van audiovisuele diensten geen aanspraak kunnen maken op de waarborgen die door de richtlijn worden gegeven. Het probleem kan niet worden opgelost via een aanpassing van de richtlijn. Er is wel een ander extraterritoriaal aspect, met name dat bepaalde Europese stakeholders zich kunnen vestigen buiten de EU met programma s en diensten die op een of meer landen in de EU zijn gericht, en op die manier de toepassing van de richtlijn proberen te ontlopen. De impact op de interne markt in dergelijke situatie, is een legitieme bekommernis, en er moet worden gezocht naar mechanismen om daartegen in te gaan, weliswaar in overeenstemming met internationale conventies, en met de nodige zorg voor een aantal basisprincipes, zoals de expressie- en informatievrijheid ongeacht grenzen. Als bewezen is dat een stakeholder zich bewust heeft gevestigd in een andere lidstaat om daar diensten te produceren naar een ontvangststaat, enkel en alleen om bepaalde meer gedetailleerde regels in het ontvangstland met betrekking tot het publieke belang te omzeilen, dan moet er volgens strikte procedures (geen eenzijdige handelingen, controle door de Europese Commissie, beslissingen van organen) kunnen worden opgetreden. Het evenwicht, zoals opgenomen in de richtlijn, mag niet nodeloos worden verstoord, tenzij bij overdonderend bewijs dat de situatie tot aanpassing noopt. De waarborgen binnen de procedure moeten echter behouden blijven, omdat ze essentieel zijn binnen de Europese ruimte en de principes van de rechtsstaat. De spreker benadrukt tot slot het belang van de onafhankelijkheid en autonomie van mediaregulatoren, met garanties met betrekking tot transparantie en recht van verdediging. Niet in alle lidstaten hebben de mediaregulatoren hetzelfde niveau bereikt van onafhankelijkheid, performantie en transparantie als de VRM. Hij pleit ervoor om vanuit Vlaanderen, samen met andere landen, criteria op te stellen die in het kader van de richtlijn kunnen worden gecontroleerd en die garanties bieden dat de uitzendingen en het programma-aanbod van de audiovisuele mediadiensten uit andere landen gemonitord worden en dat inbreuken op de nationale wetgeving aangepakt worden. Het model van de VRM, samen met een aantal regulatoren uit andere landen, kan hierbij dienen als model om andere landen een duwtje in de rug te geven. 4. Tussenkomst van Wilfried Vandaele Tijdens een parlementaire zending naar Riga werd Wilfried Vandaele, samen met andere commissieleden, geconfronteerd met deze delicate kwestie in Letland. Het land wordt overspoeld door propaganda -uitzendingen vanuit een ander Europees land die door Rusland zijn gemaakt. Dit is een bijzondere situatie, waarbij een niet-eu-land een vestiging heeft in een EU-land, in dit geval het Verenigd Koninkrijk en Zweden, om te kunnen uitzenden naar Letland. De spreker noemt het een tweespalt tussen de vrije meningsuiting enerzijds, en het negatief effect van sommige uitzendingen anderzijds. Hij verwijst hierbij naar een

651 (2015-2016) Nr. 1 9 ander voorbeeld, met name het effect van terreurbewegingen op jongeren. Hij meent dat investeren in mediawijsheid belangrijk is, maar niet de enige oplossing kan zijn. Vrije meningsuiting is uiteraard belangrijk, maar niet iedereen houdt rekening met de eisen zoals degelijkheid van informatie en bronnenonderzoek. Letland roept de Europese Commissie op om een aantal suggesties op te nemen in de herwerkte versie van de richtlijn Audiovisuele Mediadiensten, en vraagt aan de leden van het om die tekst mee te ondertekenen. De spreker vindt de suggesties verregaand, maar wil toch het signaal geven aan Letland dat de commissieleden hun bekommernissen delen. 5. Tussenkomst van Katia Segers Katia Segers is blij met de aandacht van de sprekers voor het oorspronglandbeginsel, dat de basis vormt van de Dienstenrichtlijn en het fundament is van een groot en sterk Europa. Tijdens de parlementaire zending naar Riga heeft ze zich terughoudend opgesteld. Alle aanwezige landen hadden begrip voor de terechte bekommernissen van de Baltische staten. De etnische Russen die zich geïntegreerd hebben, weken zich nu opnieuw los. Deze uitzendingen dragen bij tot de ontwrichting van een maatschappij. Ze heeft daar begrip voor, maar vindt het anderzijds cruciaal om een aantal basisprincipes niet zomaar overboord te gooien. Ook al is het niet gemakkelijk in de politieke context van vandaag, waarin ook het Verdrag van Schengen onder druk staat, toch vindt ze het belangrijk om een aantal basisprincipes te behouden. Ze wil vanuit Vlaanderen de herziening van de Mediarichtlijn nauwgezet opvolgen. Ze verwijst hierbij ook naar de evolutie in Polen op het gebied van onafhankelijkheid van de media. Ze informeert naar de mening van de sprekers over de uitbreiding van het urgentiemechanisme voor lineaire diensten. Ze onderschrijft de suggestie van de sprekers om in te zetten op een intensere samenwerking tussen de mediaregulatoren bij de herziening van de richtlijn. Wat betreft de richtlijn, moet de keuze gemaakt worden tussen oplapwerk of een verregaande hervorming. Gezien de convergentie tussen media bijvoorbeeld de printmedia die zich meer online profileren oppert ze de idee om niet meer de media, maar wel de content te reguleren. Dit impliceert media-onafhankelijk denken en bijvoorbeeld het opheffen van het onderscheid tussen lineair en nietlineair. De hertekening van de richtlijn moet volgens haar dan ook zeer grondig gebeuren, opdat die op zijn minst de komende tien jaar kan doorstaan. 6. Tussenkomst van Karin Brouwers Na de toelichtingen door de sprekers, is Karin Brouwers gesterkt in haar overtuiging van het belang van de principes die aan de basis liggen van de richtlijn Audiovisuele Mediadiensten. Ze verwijst hierbij naar het pleidooi van Marianne Thyssen, Europees commissaris voor Werkgelegenheid, Sociale Zaken, Vaardigheden en Arbeidsmobiliteit, voor meer in plaats van minder Europa. Ze pleit dan ook voor terughoudendheid om te sleutelen aan verworven rechten en kant zich tegen overregulering. Mevrouw Valcke stelde in haar toelichting dat de procedure om uitzonderingen op het oorsponglandbeginsel te bekomen voor lineaire diensten, te lang duurt. Msschien kan dit verder worden onderzocht. Ze onthoudt de suggestie van de heer Voorhoof dat de werking van de VRM als onafhankelijke mediaregulator kan dienen als inspiratie voor andere regulatoren in Europa. Ze weet dat dit niet evident zal zijn, en hoopt dat de bestaande verworvenheden behouden kunnen blijven.

10 651 (2015-2016) Nr. 1 Ze stelt voor om in juni met de minister hierover van gedachten te wisselen. 7. Tussenkomst van Bart Caron Bart Caron stelt dat het een evenwichtsoefening is tussen de vrije meningsuiting, en het verhinderen van boodschappen die propaganda of haatdragende elementen bevatten. Hij vraagt of het toegenomen pluralisme in de media het grote aantal mediaspelers en de diversiteit van het aanbod op zich geen beveiliging is van het principe van vrije meningsuiting. Misschien is het bij een gevarieerd aanbod minder noodzakelijk om in te grijpen? Hij vraagt aan de sprekers of hij goed begrepen heeft dat ze voorstander zijn van een snellere procedure om uitzonderingen te vragen op het oorspronglandbeginsel. Welke criteria zijn nodig en zijn de criteria vandaag voldoende sterk om de uitzonderingen in te dijken? 8. Antwoorden van Dirk Voorhoof Dirk Voorhoof antwoordt dat er een enorme diversiteit aan platformen en content bestaat. Tegelijkertijd is er echter een verschraling in eigendomsstructuren. Actoren als Google, Apple, Netflix nemen zeer sterke marktposities in. Toch moet men behoedzaam zijn met preventief op te treden. De communicatiewetenschap toont aan dat een diversiteit aan factoren het denken en doen van mensen beïnvloedt. Men moet zich houden aan de basisprincipes die de fundamentele waarden van Europa zijn, inclusief de expressie- en informatievrijheid ongeacht grenzen. Hij pleit voor een blijvende positieve aanpak, met de uitbouw van de publieke en regionale omroepen, welzijnswerk met media, educatie en mediageletterdheid. Hij vindt het onderscheid tussen lineaire en niet-lineaire diensten nog steeds relevant, bijvoorbeeld bij de bescherming van minderjarigen. In de herziening van de richtlijn mag dat onderscheid niet worden opgeheven. Wat betreft de lineaire diensten, zijn er slechts twee gronden voor uitzonderingen met een strikte procedure. Misschien kan de procedure sneller, maar er mogen geen garanties opgeheven worden. Voor de niet-lineaire diensten bestaan er meer mogelijkheden om te intervenieren als ontvangststaat. Hij vindt het geen goed idee om deze regeling toe te passen op de lineaire diensten. De media-inhoud van de lineaire diensten wordt meer gecontroleerd, met name door de mediaregulatoren. Er is veel meer controle en monitoring op lineaire diensten. Er is meer soepelheid voor de nietlineaire diensten omdat men daar minder kan vertrouwen op de andere lidstaten. Moest er meer controle komen op de niet-lineaire diensten, dan zou die soepelheid kunnen worden afgebouwd. Hij is dus voorstander van een beweging die tegenovergesteld is aan het voorstel van Letland. 9. Antwoorden van Peggy Valcke Peggy Valcke merkt op dat de meerderheid van de mediaregulatoren in de EUlidstaten te weinig middelen heeft om zenders in andere talen te monitoren. Men is afhankelijk van een klacht in de ontvangststaat om op de hoogte te zijn van een mogelijk inbreuk. Het is dus wel belangrijk om procedures bij te stellen of te versnellen zodat er druk is op de regulator bevoegd in de staat waar uitgezonden wordt. Een bijsturing moet gebeuren op basis van feitelijk materiaal.

651 (2015-2016) Nr. 1 11 Ze volgt mevrouw Segers in de mening dat een grondige herziening zich aandient, en dat een regeling op basis van mediacontent kan worden onderzocht. Ze waarschuwt echter voor een situatie waarbij men het toepassingsgebied van de richtlijn verruimt, en mediaregulatoren een breder speelveld in hun controle geeft, en er tegelijkertijd meer bekommernissen rijzen over de onafhankelijkheid van de mediaregulatoren. Het toepassingsgebied van de richtlijn moet hand in hand gaan met voldoende waarborgen van de onafhankelijkheid van degenen die het toezicht houden op het naleven van de spelregels. In de nieuwe richtlijn moeten de garanties op de onafhankelijkheid van de regulatoren ingebouwd worden, analoog aan de regelgeving omtrent de regulatoren in de telecomsector. Juridisch-technisch is dit perfect mogelijk. Bart Caron dankt de sprekers voor hun nuttige en interessante inbreng. Bart CARON, voorzitter Katia SEGERS, verslaggever

12 651 (2015-2016) Nr. 1 Gebruikte afkortingen EU KU Leuven ngo UGent VRM Europese Unie Katholieke Universiteit Leuven niet-gouvernementele organisatie Universiteit Gent Vlaamse Regulator voor de Media