Samenwerkingsafspraken VTRR en lokale veld Ter vaststelling op bestuurlijk overleg op 8 december 2016

Vergelijkbare documenten
Q&A De veranderde werkwijze Veilig Thuis

KWALITEITSKADER VEILIG THUIS ONDERDEEL: ZICHT OP VEILIGHEID

Verbeterplan n.a.v. Hertoets stap 2 Inspectierapport 1 november 2017 besproken

Werkwijze Veilig Thuis

HANDREIKING SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VEILIG THUIS EN GEBIEDSTEAMS

De Inspecties stellen dat VTRR aan 18 van de 24 verwachtingen van het toetsingskader voldoet.

Veilig Thuis Gooi & Vechtstreek. ASHG en AMK samen verder

Veilig Thuis Noord en Oost Gelderland

Plan van aanpak naar aanleiding van het Rapport. De kwaliteit van Stichting Veilig Thuis Noord Oost Gelderland Stap 2

Veilig Thuis & Vrouwenopvang. 18 januari 2016

Per 1 januari Welkom bij uw instelling. Samenvoeging AMK en SHG. integrale aanpak van geweld in afhankelijkheidsrelaties.

Werkconferentie. Veilig Thuis Gelderland Midden. Aan de slag met de Verbeterde Meldcode. November 2018

1 Triage aan de voordeur op basis van de binnengekomen melding

Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling Plan van aandacht


Veilig Thuis: voor ons allen een belangrijke speler in de keten

Factsheet radarfunctie Veilig Thuis

José Valks-Smits, vertrouwensarts Veilig Thuis

Bijlage 2 Samenwerkingsafspraken gemeenten en Veilig Thuis Haaglanden Versie 0.14 dd. 5 oktober 2015

Veilig Thuis. 1Gelderland Noord & Midden

Samenwerkingsafspraken Veilig Thuis gemeenten Regio Rijk van Nijmegen

Verbeterplan Veilig Thuis Hollands Midden n.a.v. inspectierapport nov en stand van zaken op 1 maart 2016.

Veilig Thuis verbetert. Versie 02, november 2018

Toetsingskader Stap 2 voor toezicht naar Veilig Thuis

bij ons thuis ging het eerst heel anders...

SAMENWERKINGSAFSPRAKEN

Notitie. Onderwerp. Van: Diana Piek Aan: College van B&W Datum: Doorkiesnummer: (0411)

Aanpak huiselijk geweld centrumgemeentegebied Amersfoort

Onderzoek naar onveiligheid

MELDCODE HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING Stichting O.V.O. Tiel (RSG Lingecollege)

SAMENVATTING. Inleiding

Meldcode/Werkwijze bij (vermoedens van) huiselijk geweld, kindermishandeling en ouderenmishandeling bij SZZ

Verbeterde Meldcode, afwegingskaders en werkwijze Veilig Thuis

Informatiebijeenkomst IB-netwerken

DIRECT, DICHTBIJ EN DOELTREFFEND

Procesvoorstel Veilig Thuis Rotterdam Rijnmond Rotterdam, 23 februari 2015

Werkwijze Veilig Thuis per 1 januari Beroepsgroepen Verbeterde Meldcode Programmateam Landelijk Netwerk Veilig Thuis Bijeenkomst 15 mei 2018

MELDFORMULIER VEILIG THUIS

Bijlage 1: toelichting op de vijf vragen in het afwegingskader

Regiovisie Veilig Thuis. Zuid-Limburg

Centrum Huiselijk Geweld en Kindermishandeling onder één dak 17 juni 2019

Privacyreglement. Linie DZ Apeldoorn. Telefoon :

Meldcode Kindermishandeling en Huiselijk Geweld

Versie 14 november 2017 DB 2017/107 bijlage 8. Dienstverleningshandvest Veilig Thuis Haaglanden

Jaarverslag Professionaliseren en versterken van de ketens

Factsheet zorgmeldingen over kinderen in Amsterdam Versie

Kindermishandeling. Voor de minderjarige bedreigende of gewelddadige interactievan fysieke, psychische of seksuele aard,

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling voor de besturen en scholen die vallen onder het SWV primair onderwijs

Huiselijk Geweld & Kindermishandeling. Daniëlle Kerkhof & José Huis in t Veld

PROTOCOL Spoed4Jeugd. Hoofdregel proces: volg gedisciplineerd het proces en de taken in de applicatie.

Meldcode huiselijk geweld & kindermishandeling Kindcheck

MELDCODE KINDERMISHANDELING EN HUISELIJK GEWELD

Meldcode kindermishandeling en huiselijke geweld

Handelingsprotocol Veilig Thuis Zuid-Limburg

Veilig Thuis Gelderland-Midden

Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling

Protocol en samenwerkingsafspraken Ernstig toegebracht (hersen)letsel bij kinderen

Een Veilig Thuis. Daar maak je je toch sterk voor?

Afwegingskader in de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Voorwaarden en Vervolg

Het inzetten van drang en dwang in het primair proces. Regio FoodValley

Aanpak: Er op af aanpak vanuit zorgnetwerken. Beschrijving

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling cent per minuut

Presentatie Samen Veilig. Auteur : Connie Mindertsma Datum : 13 februari 2017

MELDCODE SCALA COLLEGE

Foto: Ton-Harland.nl. Uitwerkingsplan 10-dagen model. Wet Tijdelijk Huisverbod Hollands Midden. November 2008

Presentatie Huiselijk Geweld Spreekuur. Dag Zorg en Veiligheid 17 juni 2019

Rotterdamse Meldcode. huiselijk geweld en kindermishandeling

Procedure Calamiteitentoezicht

netwerkdag 28 november 2013

Plan van Aandacht Aandachtsfunctionaris SWV RiBA Ridderkerk, 20 december 2018

ToolKID Informatie-uitwisseling in verband met de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling

Verbeterplan naar aanleiding van rapport Inspectie Jeugdzorg Veilig Thuis Noord en Oost Gelderland (NOG) JANUARI 2016 Update 1 maart 2016

Verbeterplan naar aanleiding van rapport Inspectie Jeugdzorg. Veilig Thuis. Noord en Oost Gelderland (NOG) JANUARI 2016

VNG-MODEL HANDELINGSPROTOCOL VOOR HET ADVIES- EN MELDPUNT HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING. Veilig Thuis

Melding bij Veilig Thuis Kennemerland

Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling Gastvrij. Het Stappenplan

eerst samenwerken voor directe veiligheid, dan samenwerken voor risicogestuurde zorg

Privacyprotocol Veilig Thuis Amsterdam- Amstelland Augustus 2015

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Aanpak kindermishandeling en huiselijk geweld

Meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling

Aanpak: Casusregie en inzet gezinscoaching. Beschrijving

Meldprotocol kindermishandeling en huiselijk geweld

Meldcode bij signalen van Huiselijk Geweld en Kindermishandeling SWOM

Korte handleiding Wet Tijdelijk Huisverbod gemeente Den Haag

Nationale Bijscholingsdag

Huisverbod en de systeemgerichte aanpak

Vraag standaard naar de veiligheid in het gezin. Acuut gevaar? Stap 0: overweeg altijd: kán hier sprake zijn van kindermishandeling?

Rapportage 1 e halfjaar 2016 Veilig Thuis Noordoost Brabant

JAARCIJFERS VEILIG THUIS 2017 (conform CBS)

Procesregisseurs 4 startende procesregisseurs Gedragswetenschapper

Ambtsinstructie voor de leerplichtambtenaar Gemeente Nieuwegein 2013, wijzigingsbesluit. Het college van burgemeester en wethouders van Nieuwegein;

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

FACT-SHEET 3 e kwartaal 2014 Feiten en cijfers (huiselijk) geweld in afhankelijkheidsrelaties in de provincie Groningen

Jeugd, Gezin en Zeden

Protocol meldingen kindermishandeling door Bureaus Jeugdzorg bij de Politie en Openbaar Ministerie

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

Transcriptie:

Samenwerkingsafspraken VTRR en lokale veld Ter vaststelling op bestuurlijk overleg op 8 december 2016 Deze samenwerkingsafspraken zijn tot stand gekomen als resultaat van de gesprekken die gevoerd zijn in de periode september/november 2016 tussen VTRR en het lokale veld. De reeds geldende samenwerkingsafspraken zijn tevens meegenomen in deze (her)nieuw(d)e samenwerkingsafspraken Uitgangspunten in onze samenwerking We werken resultaat- en doelgericht samen aan onze opgave We vertrouwen op elkaars professionaliteit en dat de ander de juiste dingen doet. We beoordelen niet elkaars werk. We doen wat we beloven, we zijn open en eerlijk over wat we kunnen en niet kunnen, we spreken ons uit over wat goed en niet goed gaat We praten met elkaar en niet over elkaar We zijn in verbinding met elkaar: we bepalen niet voor de ander, we zijn duidelijk over primair eigenaarschap, we zijn altijd bereid mee te denken en elkaar te helpen, we kunnen over en weer bij elkaar terecht We nemen tijd voor reflectie, om na te denken over het werk met afstand tot de dagelijkse hectiek Om als Veilig Thuis van maximale toegevoegde waarde te zijn in de keten is duidelijkheid over rol, maar met name ook het inzetten van interventies die passen bij de mate en ernst van onveiligheid in een gezinssysteem van groot belang. Snel kunnen schakelen met partners en ook het organiseren van casusregie bij de juiste partner is daarin essentieel. Een Veilig Thuis voor iedereen kan alleen gerealiseerd worden als er wordt samengewerkt en verbindingen worden gelegd met partners in de keten, tussen de organisatieonderdelen van Veilig Thuis (processen) en binnen de teams. Een veilig thuis voor iedereen organiseren we samen, en Veilig Thuis draagt daar een grote verantwoordelijkheid in. Inhoudsopgave 1. Samenwerkingsmomenten en afspraken 2. Bijzondere afspraken: a. Aanmelding bij Jeugdbeschermingsplein b. Crisisopvang c. Tijdelijk Huisverbod d. Zicht op veiligheid e. Terugkoppeling en rapportage aan gemeenten 3. Informatiedelen: wat wel en wat niet 4. Onze gezamenlijke agenda: wat bespreken we met wie in welke regelmaat 1

1. Samenwerkingsmomenten en afspraken We hebben te maken met zes samenwerkingsmomenten: A. Vragen om advies en ondersteuning Het lokale veld 1 kan telefonisch contact opnemen bij Veilig Thuis voor een advies of een ondersteuningstraject; beide met als doel de professional handelingsbekwam(er) te maken in de casus Huiselijk Geweld/Kindermishandeling. De behoefte bij het lokale veld is er om gelijk iemand aan de telefoon te krijgen; immers dan kan het lokale veld gelijk doorpakken. In de huidige praktijk kan Veilig Thuis dat niet garanderen (er is wel een voorstel uitgewerkt, wat het betekent aan formatie en bezetting willen we dat wel kunnen garanderen) en werkt daarom met een terugbellijst. Op een gezamenlijk afgesproken tijdstip wordt degene dan teruggebeld door Veilig Thuis, en heeft dan de tijd om advies te kunnen geven. Afspraken: Veilig Thuis hanteert voorlopig een maximale terugbeltijd van 2 dagen, tenzij de beller zelf later wil worden teruggebeld Bij spoed wordt er dezelfde dag nog terug gebeld Er is sprake van coaching en meedenken; dat vraagt van beide partijen dat zij ook op deze wijze met elkaar in gesprek zijn Als tijdens het adviesgesprek blijkt dat de vraag/signaal eigenlijk een melding moet worden, wordt dat in gezamenlijkheid besloten Als blijkt dat er behoefte bij de professional is om te sparren met de vertrouwensarts, wordt een telefonische terugbelafspraak gemaakt. B. Een melding doen Een melding wordt, als voorbereiding op de triage, door Veilig Thuis verrijkt met informatie uit verschillende systemen: de eigen systemen van Veilig Thuis RR, de RvdK, JBRR, Evita, Sisa en de justitiële ketenpartners. Deze informatie is genoeg om een voorlopige beslissing te nemen (binnen 5 dagen) op basis van risico-taxatie wat er nodig is en wie daarvoor de meest geëigende partij is. Er wordt, indien relevant voor de voorlopige beslissing, contact gezocht met het desbetreffende 1 Onder lokale veld verstaan we het voorliggend veld. Binnen de regio RR verschilt de benaming van het lokale veld: lokale veld, jeugdregisseurs, procesregisseurs. In dit document wordt daarom alleen gesproken van lokaal veld. 2

lokale veld, met een uitvraag op de dat-informatie 2. Deze informatie wordt in dat geval toegevoegd aan de melding, voordat deze getriageerd wordt. Als een passend hulpaanbod door het lokale veld de uitkomst is van triage vindt doorgeleiding naar lokale veld plaats. Afspraken: Het lokale veld signaleert, wanneer relevant, in SISA Veilig Thuis neemt contact op met het lokale veld over de dat-vraag (indien relevant) Het lokale veld is voor deze vragen bereikbaar; bij geen contact belt de medewerker z.s.m. terug Veilig Thuis kan daarnaast ook terugbelverzoek achterlaten op algemene mailbox van lokale veld; er wordt dan ook z.s.m. op geacteerd. ((zie bijlage 1 voor contactpersonen en telefoonnummers) C. Directe overdracht na triage 3 Veilig Thuis naar lokale veld De verrijkte meldingen worden bij Veilig Thuis getriageerd. Bij meldingen met complexe problematiek en/of medische aspecten wordt de melding multidisciplinair getoetst (door gedragswetenschapper met wel/geen vertrouwensarts). De schriftelijke en telefonische meldingen en de aanhoudingen & Incidenten worden allemaal intercollegiaal/multidisciplinair getriageerd volgens de daarvoor geldende triage-afspraken. PolitieZorgFormulieren (PZF) worden gescreend (lichte triage), waarna besloten wordt of het direct wordt doorgeleid naar het lokale veld of wordt doorgeleid naar de normale triage. De criteria voor doorgeleiding van meldingen, preventief van aard, naar het lokale veld 4 zijn: o (lichte) pedagogische problemen zonder gebruik van geweld naar kinderen o problemen rond de omgang met kinderen na echtscheiding zonder ernstig veiligheidsaspect 5 o (lichte) criminele activiteiten van kinderen en volwassenen o (lichte) problemen rond huishouden, huisvesting en financiën waarbij verwaarlozing niet evident is of ernstig wordt vermoed o echtelijke twist zonder het gebruik van (ernstig) geweld of aantoonbaar letsel Voor alle preventieve meldingen geldt dat (uitgebreide) bekendheid in het verleden bij VTRR of JBRR kan leiden tot een beoordeling, waardoor de melding niet direct kan worden overgedragen aan het lokale veld. Zwaardere meldingen kunnen ook worden doorgezet als blijkt dat redelijkerwijs aangenomen kan worden dat betrokkenen open staan voor ondersteuning uit het lokale veld of dat het lokale veld dit goed kan exploreren en de melding voldoende aanknopingspunten biedt voor het lokale veld om de hulpvraag verder te verduidelijken. Deze melding kan pas worden overgedragen aan het lokale veld als het lokale veld deze verantwoordelijkheid ook kan en wil nemen; het is ook mogelijk dat op te pakken met ondersteuning van VT. Als het lokale veld ook niet met eventuele ondersteuning de cases op zich kan nemen, neemt VT deze terug en bepaalt dan wat de logische vervolgstap is. Bij overdracht van een melding naar het lokale veld met het verzoek te komen tot een passend hulpaanbod krijgt het lokale veld die feitelijke informatie die nodig is voor het doen van een passende interventie en een (beperkt) advies daarbij. Uitgangspunt is namelijk dat het lokale veld in staat is een passende interventie te doen; zij kan uiteraard voor advies daarover bij VT terecht. De meegeleverde schriftelijke informatie mag het lokale veld gebruiken. De informatie mag pas aan een dossier in het systeem van het lokale veld worden toegevoegd als de betrokkenen openstaat voor hulp. Het lokale veld wordt gevraagd zelf te beoordelen of zij een terugmelding willen/moeten doen bij Veilig Thuis. Veilig Thuis zal daar een aantal criteria voor meegeven, maar het professionele 2 dat informatie betekent dat er gevraagd wordt of het gezin bekend is en of er al hulpverlening in het gezin aanwezig is. 3 In de triage worden (vermoedens van) ernstige onveiligheid beoordeeld aan de hand van het triageinstrument dat door de Waag en Verweij-Jonker is ontwikkeld. Doel is te komen tot een besluit over de noodzakelijke vervolgstappen naar aanleiding van de melding. Ook wordt een besluit genomen over welke professional de verantwoordelijkheid gaat nemen voor de uitvoering van de vervolgstappen. 4 Uitgangspunt is passend hulpaanbod door het lokale veld wordt opgepakt en dat daar HG-deskundigheid aanwezig is. In het MVS-gebied zit de HG-expertise voor passend hulpaanbod ook in het regioteam van VT. 5 Ook hier gaat het om de vraag of het lokale veld hier voldoende toe in staat is; vechtscheidingen waar kinderen zwaar de dupe zijn kunnen niet zomaar worden overgedragen aan het lokale veld 3

oordeel van de professional lokaal veld is hierin leidend. Bij geen terugmelding gaat VT er van uit dat het lokale veld tot een passende aanpak is gekomen of heeft geoordeeld dat andere interventies doen niet nodig is. Als er geen interventies worden gedaan of er geen hulp wordt geaccepteerd mag de informatie niet worden opgeslagen in het dossier. Afspraken: 1. T.a.v. de doorgeleiding van lichte meldingen De overdracht van een lichte melding naar het lokale veld gebeurt schriftelijk (email) naar mailadressen. In deze overdracht zijn de algemene criteria van triage opgenomen eventueel aangevuld met specifieke veiligheidsaandachtspunten omtrent de melding. In deze mail staat de naam van de HBO-professional en telefoonnummer waar contact mee opgenomen kan worden. Hierbij geldt de generieke afspraak dat het lokale veld deze meldingen oppakt. In deze mail staat ook het dossiernummer. Bij eventuele terugmelding kan aan dit dossiernummer gerefereerd worden als dit relevant is. Het lokale veld kan contact opnemen met Veilig Thuis om advies over aanpak te vragen. Als het een melding betreft wat wordt toegevoegd aan een al lopend dossier, is lokale veld verantwoordelijk voor zicht op veiligheid. Het lokale veld had al zicht op veiligheid en behoudt zicht op veiligheid. VT stuurt deze melding met advies meenemen in lopend dossier (als deze informatie bij Veilig Thuis bekend is) naar algemene wijkteammailadres. Het lokale veld bevestigt schriftelijk dat de overdracht van een zaak is ontvangen Lokaal veld is dan verantwoordelijk voor veiligheidsplan, indien nodig. 2. T.av. de doorgeleiding bij zwaardere melding en/of nieuw gezin Als onduidelijk is of de betrokkene al bekend is bij het lokale veld neemt Veilig Thuis contact op het lokale veld voor overdracht. Pas als het lokale veld de melding op zich heeft genomen, gaat ook de verantwoordelijkheid voor zicht op veiligheid over. Lokaal veld is dan verantwoordelijk voor veiligheidsplan, indien nodig. Mocht in de overdracht blijken dat lokale veld niet zelf in staat is de melding om te zetten naar passend hulpaanbod dan zijn er twee mogelijkheden: o Zowel VT-medewerker als medewerkers lokale veld zijn het eens geworden dat melding niet moet worden afgedaan op niveau van lokale veld: dan wordt de melding omgezet naar onderzoek of ondersteuning VT of wordt de melding afgesloten en wordt er niets gedaan o Het lokale veld pakt de melding op met behulp van een ondersteuningstraject van VT Als blijkt dat de medewerkers het fundamenteel niet eens kunnen zijn over op welk niveau de melding moet worden opgepakt dan wordt geëscaleerd naar beide leidinggevenden die met elkaar komen tot een oplossing. De vraag is allereerst waar de vraag zou moeten liggen en wat er voor nodig is op het juiste niveau te acteren. Als het lokale veld echt wil terugmelden neemt Veilig Thuis de melding weer over. Het lokale veld stuurt daarvoor een bevestiging per mail. Vanaf moment van overdracht is lokale veld verantwoordelijk voor zicht op veiligheid 3. T.a.v. informeren van betrokkenen Na overdracht van de melding naar het lokale veld stuurt VT een brief naar de betrokkene om aan te geven dat de melding is overgedragen naar lokale veld, en dat vanuit daar actie genomen wordt. Deze brief zorgt ervoor dat a) helder is voor betrokkene dat melding VT is overdragen naar lokale veld en b) dat lokale veld duidelijker toegang krijgt bij betrokkene. 4. T.a.v. schriftelijke terugmelding van lokale veld naar Veilig Thuis Bij schriftelijke terugmelding van lokale veld naar VT beoordeelt VT deze als nieuwe melding. Het lokale veld wordt op de hoogte gebracht van resultaat van deze triage. Zicht op veiligheid ligt bij VT vanaf moment van triage, doch uiterlijk 5 dagen na terugmelding. 5. T.a.v Monitoring doorgeleiding direct na triage Eventuele monitoring en zicht op veiligheid gebeurt, bij doorgeleiding direct na triage, niet door VT, maar desgewenst door het lokale veld zelf. Tenzij het lokale veld daar nadrukkelijk zelf om verzoekt. 4

D. Doen van onderzoeken 6 Als uit de triage is gebleken dat Veilig Thuis onderzoek moet doen, is Veilig Thuis verantwoordelijk voor opstellen veiligheidsplan en eventueel een herstelplan. Veilig Thuis is casushouder t/m moment van overdracht en daarmee verantwoordelijk voor het zicht op veiligheid in het clientsysteem tav risicogestuurde zorg, als de uitkomst van de triage is: - er sprake is van structurele onveiligheid, hetgeen op korte termijn vraagt om afspraken over veiligheid - dat er sprake is van Huiselijk Geweld, maar dat de melding onvoldoende informatie bevat om een oordeel te vormen over de vraag welk vervolgtraject passend is - er anonimiteit t.o.v. het gezin is toegezegd aan de melder door Veilig Thuis - Veilig Thuis heeft besloten tot het doen van een verzoek tot onderzoek bij de RvdK Onderzoek moet feiten en kennis opleveren, die nodig zijn om meer duurzaam veiligheid tot stand te brengen. Er vindt onderzoek plaats als er sprake is van: - Ernstig letsel - Verwaarlozing/Kindermishandeling, zoals fysieke en psychische verwaarlozing, pedagogische verwaarlozing, fysieke en psychische mishandeling - Vechtscheidingen - Schadelijke Traditionele Prakrijken - Financiële uitbuiting - Ernstig gewelddadig gedrag - Noodzaak het slachtoffer opvang, onderzoek, voorlichting en begeleiding te bieden - Seksueel geweld - Voortdurende medische zorg bij een kind terwijl de vraag zich opdringt of daar wel een medische noodzaak voor is - Langdurige ernstige vormen van (ex) partnergeweld Doel is om vast te stellen wat er nodig is om herhaling van geweld te voorkomen en het slachtoffer te beschermen. Naast andere informanten is het lokale veld een van de belangrijkste informanten. Nu gaat het over de wat informatie. Het onderzoek leidt tot een hulpverlenings/herstelplan. Het hulpverleningsplan moet systeemgericht zijn! Focus is bij geweld, verwaarlozing en misbruik in huiselijke kring de interactie tussen gezinsleden. Om tot een systeemgericht hulpverleningsplan te komen levert Veilig Thuis de volgende informatie: Onderzoeksvraag: systeeminformatie, patronen, andere hulpverleners in het systeem Onderzoeksresultaten Doelen van ondersteuning (daarmee de doelen en indicatoren voor de monitoring) Hulpverleningsadvies Voorstel casusregisseur (dat kan het lokale veld zijn) Afspraken: Als besloten is tot een onderzoek wordt contact opgenomen met het lokale veld en wordt informatie uitgewisseld die zicht geeft op de zaak en zicht geeft op al gedane interventies, waardoor de activiteiten van Veilig Thuis aansluiten bij wat lokaal al loopt Door standaard bij het lokale veld te informeren is het lokale veld op de hoogte dat er een onderzoek plaatsvindt. Veilig Thuis kan hiervoor het makkelijkst contact leggen via het algemene mailadres van het lokale veld. In gevallen waarin dat van meerwaarde is kan Veilig Thuis op huisbezoek gaan met iemand van het lokale veld (zie ook voetnoot 5 en 7) De melder en de informanten (waar het lokale veld er één van is) worden geïnformeerd over de onderzoeksresultaten en welke stappen gezet worden naar terugbrengen van duurzame veiligheid. 6 VT kent nu als hoofdactiviteit na triage het doen van onderzoek. In 2017 zullen er meerdere routes ontwikkeld om uiteindelijk het doel te bereiken, namelijk inzicht krijgen in welke interventies door wie leiden tot duurzame veiligheid. Er zullen lichtere routes komen, waarbij bijvoorbeeld het lokale veld en Veilig Thuis nauwer optrekken. 5

E. Overdracht na onderzoek naar lokale veld Veilig Thuis is casushouder t/m moment van overdracht en daarmee verantwoordelijk voor het zicht op veiligheid in het clientsysteem. Overdracht naar de casusregisseur (kan het lokale veld zijn) vindt altijd plaats via een persoonlijke overdracht. Vanaf het moment van overdracht is de casusregisseur verantwoordelijk voor het eerste zicht op veiligheid. Afspraken Overdracht naar lokale veld als casusregisseur vindt via een overdrachtsgesprek plaats. In dat gesprek wordt duidelijk afgesproken dat verantwoordelijkheid casus overgaat van Veilig Thuis naar casusregisseur lokale veld. Het opgestelde hulpverleningsplan is behulpzaam bij het oppakken van deze verantwoordelijkheid. Veilig Thuis is verantwoordelijk voor leveren van onderzoeksresultaten, doelen van ondersteuning (daarmee de doelen en indicatoren voor de monitoring) en het hulpverleningsadvies De casusregisseur heeft een contactpersoon bij Veilig Thuis (in het regioteam), waar overleg mee mogelijk is als de situatie daarom vraagt F. Monitoring op Veiligheid na onderzoek Veilig Thuis heeft de wettelijke verantwoordelijkheid te monitoren of de beoogde doelen na onderzoek, zoals zijn opgenomen in het hulpverleningsplan, ook daadwerkelijk worden gerealiseerd (procesregie). Veilig Thuis monitoort niet de hulpverlening of de mate waarin hulpverlening is ingezet (daar is immers de casusregisseur verantwoordelijk voor); Veilig Thuis monitoort alleen of de beoogde doelen dichterbij zijn gekomen. Het eerste monitoringsmoment is nooit later dan na 3 maanden. Veilig Thuis neemt daarvoor contact op met a) het gezin/gezinsleden en b) de casusregisseur. Als beiden het erover eens zijn dat de voortgang voldoende is, wordt een nieuw monitoringsmoment afgesproken. Als de voortgang van doelbereiking niet voldoende is treden Veilig Thuis en/of de casusregisseur in overleg (fysiek) met het gezin om te bespreken wat voortgang tegen houdt en welke extra/andere interventies nodig zouden zijn. Er zijn verschillende uitkomsten denkbaar: a) Monitoring geeft aan dat zowel gezin als casusregisseur tevreden zijn over voortgang richting doelbereiking; Veilig Thuis monitoort nogmaals 9 maanden later of een gezamenlijk afgesproken moment. Als dan voldoende veiligheid is gerealiseerd wordt de monitoring afgesloten b) Monitoring geeft onvoldoende voortgang aan met betrekking tot doelrealisatie doordat een van de partijen daar ontevreden over is. Casusregisseur en/of Veilig Thuis en gezin gaan in gesprek voor aangepaste doelen en ondersteuning. Resultaat aangepast hulpverleningsplan. Veilig Thuis monitoort 3 maanden na vaststelling aangepaste hulpverleningsplan. c) Monitoring geeft onvoldoende voortgang aan met betrekking tot doelrealisatie doordat een van de ingezette hulpverleners zijn/haar prestaties niet nakomt dan wel de samenwerking niet goed genoeg verloopt. Als de inspanningen van de casusregisseur niet tot verbetering heeft geleid, is de rol van VT opnieuw naar de in te zetten interventies te kijken. Resultaat aangepast hulpverleningsplan. Veilig Thuis monitoort ongeveer 3 maanden na vaststelling aangepaste hulpverleningsplan. d) Monitoring geeft aan dat er onvoldoende voortgang is en ook geen voortgang te verwachten is; casusregisseur en Veilig Thuis (onderzoeker én gedragswetenschapper) bespreken de casus opnieuw en melden (desgewenst) aan bij het JB-Plein (als kinderen betrokken). e) Monitoringsresultaten worden bevestigd door Veilig Thuis aan gezin en casusregisseur en tevens wordt nieuw monitoringsmoment aangegeven. Afspraken Als lokale veld casusregisseur is, is duidelijk waarop en wanneer gemonitord gaat worden (staat in hulpverleningsplan) Het gezinssysteem wordt op de hoogte gesteld van het feit dat er monitoring gaat plaatsvinden en op welke aspecten Als uit monitoring blijkt dat doelen niet gerealiseerd (kunnen) worden vindt overleg plaats tussen Veilig Thuis en/of casusregisseur. 6

2. Bijzondere afspraken a. Aanmelding bij Jeugdbeschermingsplein Aanmelding bij het Jeugdbeschermingsplein gebeurt niet als het gezin open staat voor hulpverlening en de problematiek aansluit bij de mogelijkheden binnen het lokale veld en het gezin hier aan meewerkt. Dan overlegt het lokale veld en veilig Thuis met elkaar. Aanmelding via Veilig Thuis op advies van het lokale veld, omdat Veilig Thuis de signalen nogmaals kan beoordelen en verrijken als: Als het lokale veld geen ingang krijgt bij het gezin en zorgen aanwezig zijn. Hulpverlening niet op gang komt en deze wel noodzakelijk is. Er is nog weinig informatie bekend over het gezin en nog weinig hulp is ingezet. Als er toch nog een kans is dat er hulpverlening in het vrijwillig kader mogelijk is. Sprake is van huiselijk geweld en aanmelding crisisopvang (crisisplaatsing en crisisscreening) nodig is In het kader van opvang. De ambulante hulp loopt via een WMO arrangement, kan lokaal veld zelf oppakken. Aanmelding rechtstreeks door het lokale veld 7 als: Er langere tijd hulpverlening aanwezig is in het gezin, maar er geen verandering optreedt in de situatie en de zorgen blijven bestaan. Gezin niet meewerkt aan de hulpverlening, maar het lokale veld wel genoeg informatie heeft om daarmee naar het JBplein te gaan. En hulpverlening in kader van drang een meerwaarde zou hebben. Het gezin de zorgen bagatelliseert en hulpverlening is al langer betrokken. Er sprake is van overstijgende problematiek, te ernstig voor het lokale veld en er casusregie nodig is. Aanmelding door Veilig Thuis als: Ernstige vechtscheidingsproblematiek is waarin de kinderen ernstig in hun ontwikkeling worden bedreigd Ernstige letselzaken zijn waar aangifte wordt gedaan en het onduidelijk is wie de dader is. Ouders ontkennen. Ernstige problematiek is en ouders weigeren hulpverlening, hebben het inzicht niet en of bagatelliseren de problematiek. Te veel risicofactoren zijn waardoor casusregie vanuit een gecertificeerde instelling noodzakelijk is. Drang een meerwaarde kan hebben zodat hulpverlening op gang komt Couleur locale bepaalt welke casussen worden aangemeld voor het JB-Plein; als bijvoorbeeld drang op lokaal niveau ingezet wordt vindt daarmee eerst afstemming plaats Bij twijfel zoekt Veilig Thuis afstemming met het JB-Plein over de beste plek waar een melding neergelegd kan worden. b. Crisisopvang Crisisopvang (plaatsing en screening) voor volwassenen is voor de ZHE op lokaal niveau georganiseerd. Voor Rotterdam geldt dat in de situatie waarin het lokale veld van mening is dat een crisisplaatsing bij volwassenen nodig is, neemt zij contact op Veilig Thuis. Veilig Thuis is de toegang voor de crisisopvang in de regio. Bij Veilig Thuis wordt dan in overleg met het lokale veld besproken of crisisopvang inderdaad nodig is, of dat er andere interventies zijn die beter aansluiten en die de onveiligheid effectiever oplossen. Lokaal veld (casushouder) en Veilig Thuis vullen de screening gezamenlijk tijdens bij voorkeur het huisbezoek. Het lokaal veld doet geen eigen screening. In het geval van crisisopvang van kinderen neemt het lokale veld rechtstreeks contact op met het CIT. Interventies vanuit Veilig Thuis of CIT worden geregistreerd in Regas resp. WIJZ. Afspraken t.a.v. crisisopvang volwassenen 8 Lokaal veld neemt contact op met Veilig Thuis als crisisopvang gewenste oplossing lijkt 7 Bij ZHE vindt melding door lokale veld plaats 8 Excl. ZHE; zij hebben dat lokaal georganiseerd 7

Veilig Thuis neemt regie in bepalen van de noodzakelijkheid van Crisisopvang, in overleg en afstemming met het lokaal veld. Veilig Thuis bepaalt 9 of crisisopvang de beste interventie is, en geeft dan de aanbieder opdracht de opvang te regelen. De aanvraag tot crisisopvang wordt bij Veilig Thuis gezien als een melding, die wordt doorgeleid naar triage (zie paragraaf 1), wat leidt tot wel/geen onderzoek en wel/geen monitoring. t.a.v. crisisopvang van kinderen Het lokale veld neemt voor crisisopvang van kinderen rechtstreeks contact op met het CIT c. Tijdelijk Huisverbod Een Tijdelijk Huisverbod is een maatregel om onveiligheid in een gezinssysteem te doorbreken. Daarmee kan het een maatregel zijn dat wordt ingezet als er sprake is van acute onveiligheid, maar een THV kan ook ingezet worden als preventieve maatregel. Geplande screening huisverbod bij kindermishandeling Bij een geplande screening gaat er niet perse een incident en/of aanhouding aan vooraf. Het incident kan reeds eerder hebben plaatsgevonden. THV is een bestuursrechtelijke maatregel die door de belanghebbende(het slachtoffer) kan worden aangevraagd in kader van de veiligheid voor de belanghebbende. Het lokale veld kan via Veilig Thuis of JBRR een THV-traject aanvragen, in overleg met de belanghebbende. Politie is hier ook een ingang toe voor het lokale veld in acute situaties waarbij de belanghebbende de formele aanvrager is. Reguliere procedure huisverbod Naar aanleiding van een huiselijk geweld en/of kindermishandelingincident of een aanhouding kan de Hoofd Officier van Justitie (HVOJ) beslissen een huisverbodprocedure op te starten. De HOVJ heeft mandaat voor de burgemeester. De HOVJ gebruikt hierbij het risico inventarisatie instrument van de HOVJ om te beslissen over een huisverbod. De procedure wordt opgestart in het registratiesysteem van Khonraad. De screener van Antes (ZHE minus Hoeksewaard) het Centrum voor Dienstverlening (Rotterdam/MVS/Hoek van Holland) adviseert de HOVJ ook over oplegging van het huisverbod. De screener gebruikt hier ook het risico inventarisatie instrument voor. Na het besluit van oplegging van het huisverbod door de HOVJ, wordt de casus opgepakt door de casemanager van VTRR. Een medewerker van Veilig Thuis pakt de zaak na besluitvorming door de HOVJ op en onderneemt dan de volgende acties: Casemanager voert een huisbezoek bij de achterblijvers, Inzet CIT BJZ bij minderjarigen in het gezin. Voorbereiden zorgadvies omtrent wel/niet verlengen HV met maximaal 18 dagen Voor de gemeente Rotterdam zitten deze medewerkers in het team THV bij regioteam Zuid; bij MVS en ZHE pakken de medewerkers van het regioteam MVS resp. ZHE de THV op. Er zijn samenwerkingsafspraken met Dok en/of de Waag. Deze instellingen bieden verschillende vormen van behandeling, zoals: agressie regulatie therapie, gezins/systeem therapie, relatie therapie, etc. Na het intakegesprek krijgt de casemanager een verslag van het gesprek met daarin het vermeld het traject dat zij aan uithuisgeplaatste en eventueel achterblijvers zullen bieden (vanuit het vrijwillig kader). Afspraken Als er sprake is van een THV behandelt Veilig Thuis deze als een melding met het karakter Crisis. Voor ZHE minus Hoek van Holland doet Antes de screening; In Rotterdam wordt bij een geplande THV de screening gedaan door het Rotterdamse weegteam. Veilig Thuis brengt, voor zover van toepassing, het lokale veld op de hoogte van het plaatsvinden van een THV 9 Op dit moment is dit nog niet zo geregeld; nu kan de opvang beoordelen dat crisisopvang een te zware interventie is. Als de screening- en beoordelingsfunctie bij VT beter is georganiseerd, zou dit dubbele werk voorkomen moeten worden. 8

Het opleggen van een THV is voor Veilig Thuis ook een signaal dat er breder in het gezinssysteem wordt gekeken. Daartoe zal zij contact opnemen met lokale veld en andere informanten om te bepalen welke interventies nodig zijn De verkenning van het gezinssysteem leidt tot doorgeleiding naar lokale veld, een andere professional of tot het doen van een onderzoek/ondersteuningstraject bij Veilig Thuis d. Zicht op veiligheid Zicht op veiligheid is als volgt georganiseerd: 1. Bij overdracht na triage aan lokale veld: lokale veld 2. Van triage tot uitvoer onderzoek: Veilig Thuis 3. Na overdracht na onderzoek: casusregisseur Monitoring na onderzoek door Veilig Thuis is een hulpmiddel voor de casusregisseur om zicht op veiligheid te hebben en te kunnen houden. Van de professional wordt gevraagd duidelijk aan te geven als het om een crisismelding gaat. In dat geval kan een melding geen 5 dagen wachten voor triage. Veilig Thuis pakt de melding in elk geval binnen 5 dagen op. Als de melder de betrokkene zelf is maakt Veilig Thuis deze inschatting. Als de melder niet de betrokkene zelf is, maar bijvoorbeeld ouders/buren et cetera, neemt Veilig Thuis de verantwoordelijkheid voor zicht op veiligheid vanaf moment van melden op zich. Binnen het werkproces van Veilig Thuis kan een cases moeten wachten voordat onderzoek kan starten, omdat er op dat moment geen capaciteit is de zaak op te pakken. Crisis- en Hoogzaken worden wel gelijk opgepakt. Voor al deze casussen is Veilig Thuis verantwoordelijk voor het zicht op veiligheid. Veilig Thuis bekijkt per casus wie het beste dat zicht kan hebben, totdat daadwerkelijk het onderzoek gaat starten. Veilig Thuis kan dan aan partners vragen het zicht in de tussenperiode op zich te nemen. Dat is nadrukkelijk een verzoek, en geen verplichting. Als de partner dat niet wil of kan doen is Veilig Thuis zelf verantwoordelijk voor monitoring van de veiligheid. e. Terugkoppeling en rapportage aan gemeenten Veilig Thuis en het lokale veld/gemeente zullen met elkaar in gesprek gaan als het lokale veld resp. Veilig Thuis geen of onvoldoende uitvoering geeft aan de bovenstaande afspraken. 3. Informatiedelen: wat wel en wat niet Informatie-uitwisseling; informatie opvragen en geven Informatie-uitwisseling is een belangrijk onderdeel van het werk van Veilig Thuis. Zonder informatie kan er geen overdracht, afstemming of onderzoek naar huiselijk geweld en kindermishandeling gedaan worden en kan Veilig Thuis zich geen beeld vormen van eventuele onveiligheid en/of ontwikkelingsbedreigingen. Veilig Thuis is als organisatie wettelijk bevoegd om informatie op te vragen en te delen ten behoeve van het onderzoek. Veilig Thuis vraagt in principe informatie met bij voorkeur met medeweten van betrokkenen waarover zorg gemeld is, maar heeft juridisch gezien geen toestemming nodig. Veilig Thuis verstrekt alleen informatie aan derden als dat noodzakelijk is voor de veiligheid, het herstel of de toekomstige ontwikkeling van deze betrokkenen. Wettelijke bevoegdheden Om de wettelijke taken uit te voeren biedt de Wmo 2015 aan Veilig Thuis de specifieke bevoegdheid om ook zonder toestemming van de betrokkene(n) persoonsgegevens te verwerken. Met verwerken wordt hier bedoeld het opslaan, bewaren, analyseren, aan een ander verstrekken, aanvullen, enz. van informatie. Dat betekent dat niet alle informatie zomaar kan worden doorgezet: mits het betrekking heeft op Huiselijk geweld van 0-100 jaar en alleen die informatie die noodzakelijk is voor het (door een ander) aangaan van de problematiek. Hierin is het oordeel van de professional leidend, en mits er open over gecommuniceerd wordt naar de betrokkene. De wet biedt daarmee de bevoegdheid aan Veilig Thuis om, zonder daarbij afhankelijk te zijn van de toestemming van de betrokkene(n), een melding over hem/haar aan te nemen en in een registratiesysteem vast te leggen, informatie bij anderen over hem/haar op te vragen, deze informatie weer vast te leggen, de melding met anderen te bespreken, overleg over de melding te voeren in verband met de toeleiding naar hulp of om de Raad voor de Kinderbescherming of de 9

politie over de melding te informeren. Daarmee geeft de wetgever, als het om de informatiepositie van Veilig Thuis gaat, een ruime bevoegdheid aan Veilig Thuis. Maar er geldt bij deze bevoegdheid wel een belangrijke beperking. De wetgever geeft deze bevoegdheid voor zover noodzakelijk voor de taken van Veilig Thuis. Kortom, de wetgever vraagt van Veilig Thuis om in iedere casus op maat te beoordelen wie van de melding op de hoogte moet worden gesteld en met wie overleg moet worden gevoerd om het geweld te stoppen en alle betrokkenen passende hulp te bieden. Veilig Thuis kan haar wettelijke bevoegdheden niet overdragen aan ketenpartners of andere instellingen. Veilig Thuis mag ze alleen zelf gebruiken in het kader van de wettelijke taken. De wet maakt een uitzondering op bovenstaande wettelijke bevoegdheid van Veilig Thuis. Deze uitzondering geldt voor de advies- en ondersteuningsfunctie. Veilig Thuis heeft niet de bevoegdheid om bij een advies of een consult naar gegevens van gezin of gezinsleden te vragen en/of deze vast te leggen. Advies wordt gevraagd en gegeven op basis van anonieme cliëntgegevens. Dit geeft professionals de mogelijkheid om Veilig Thuis te consulteren zonder dat daarbij cliëntgegevens prijsgegeven worden. Veilig Thuis geeft aan het begin van het onderzoek geen informatie over de inhoud van de gemelde zorgen. Deze zorgen moeten nog onderzocht worden. Veilig Thuis zal vragen stellen die betrekking hebben op het gemelde, de ontwikkeling, het welbevinden en de veiligheid van betrokkenen. Wat mag er wel en niet tav informatievergaring- en deling door VT A. Bij het geven of krijgen van advies en ondersteuning WEL NIET Meedenken - Gegevens opzoeken van specifieke gezinsproblematiek - Gegevens betrokkene vastleggen - Gegevens vastleggen tav inhoud B. Van melding naar een goede triage door VT WEL - Informatie opvragen uit alle systemen - Informatie opvragen bij RvdK - Informeren bij lokale veld of betrokkene bekend is (de dat informatie) en aard van de al aanwezige hulpverlening - Als lokale veld een melding is Sisa heeft gedaan heeft VT contactverplichting richting lokale veld - Goed uitvragen van informatie van de melder NIET - Delen van de geuite zorgen/vermoedens met lokale veld VT informeert betrokkene over besluit triage; dat geldt ook voor terugmeldingen die opnieuw getriageerd wordt C. Plan van Aanpak als onderdeel van onderzoek WEL NIET - Uitvragen van informatie lokale veld en andere professionele partners, tegelijkertijd melden dat VT onderzoek HG doet - Pas deze informatie opvragen na informeren van betrokkenen/contact met het gezin D. Overdracht naar het lokale veld WEL - Delen van alle feitelijke informatie uit alle systemen relevant voor aanpak HG NIET - Meegeven suggestieve informatie of informatie die niet relevant is voor passend 10

(passend zorgaanbod) door professional lokale veld - Meegeven van een advies voor hulpaanbod - Afspraken maken over doel van monitoring, wijze van monitoring en tijdstip van monitoring hulpaanbod 4. Onze gezamenlijke agenda: wat bespreken we met wie in welke regelmaat We hebben afgesproken dat de medewerkers van de regioteams VT gevraagd kan worden door lokale veld om casusoverleggen bij te wonen We stellen voor de wijze van samenwerking eens per jaar weer fundamenteel met elkaar te bespreken; in tussentijd over de samenwerking het gesprek aan te gaan als daar aanleiding voor is (op initiatief van één van beide). Gezien de doorontwikkeling van VT en het lokale veld (zie ook voetnoot 7) en de gevolgen daarvan voor de onderlinge samenwerking zullen we dat al medio 2017 te doen. In januari 2017 zal VT met het lokale veld gezamenlijk de afspraken in dit document nogmaals doorlopen, zodat deze van beide kanten geïmplementeerd kunnen worden Opmerkingen over de gang van zaken, de informatie-overdracht, de procesgang et cetera (niet op casusniveau) kunnen door het lokale veld gemeld worden bij lokaleveld@veiligthuisrr.nl. Naar aanleiding van deze opmerkingen wordt contact opgenomen, en een en ander opgelost. Het lokale veld kan, indien zij dat wenst, via dit mailadres ook vragen om het geven van voorlichting door Veilig Thuis. 5. Onderling aanpassen van afspraken Deze samenwerkingsafspraken zullen bestuurlijk worden vastgesteld. De afspraken kunnen echter, alleen bij onderlinge overeenstemming, op kleine uitvoeringspunten worden aangepast. 11